belanghebbenden van erfpacht niet
gediend zjjn, en hy herinnerde er aan,
dat bij beslnit van den gemeenteraad
van 1896 aan B. en W. machtiging
is verleend om by uitzondering ook
terrein te verkoopen. Wenscht men
nu ïsltbans het stuk villaterrein be
bouwd te krijgen, dan moet men niet
aan erfpacht vasthouden, maar, als
uitzondering, tot verkoop overgaan.
In het onderhavige geval mag men
verwachten eene behoorlijke bebou
wing ook in aesthetiscb opzicht.
De heer Kouveld is van oordeel,
dat men de menschen moet dwingen
om er op in te gaan. Elke afwyking
van het erfpachtstelsel zal hen ster
ken in hun verzet tegen dat stelsel.
De voordracht wordt aangenomen
met 23 tegen 17 steramen.
Zonder hoofdelijke stemming wer
den aangehouden het voorstel van dr.
Voute, om de betrekking van assistent-
gei eesheer in de beide gasthuizen ge-
lyk open te stellen voor mannelijke
en vronwelyke artsende voordracht
om een openbare lagere school aan de
Linnaeusstraat te verbouwen voor 430
leer!., kosten f 27,950, en goedgekeurd
't voorstel tot uitvoering vaD uoodige
werken tot vergrooting der H. B. S.
voor meisjes, kosten f 8090.
Goede vondst.
Onder een partij oud-roest, dat on
langs in het krankzinnigengesticht te
Rotterdam van de hand werd gedaan,
bevond zich ook een geldkistje, dat
door een smid is geopend en bleek te
bevatten eenige certificaten Ned.
Werk. Schuld ter waarde van onge
veer f35.000. Daar de inhoud van
het kistje niet onder den koop was
begrepen, is dit bedrag aan den por
tier van dat gesticht ter hand gesteld.
Aldus meldt het „Rott. Nbl."
Een trouwpartij te water.
Een origineele trouwpartij heeft
Woensdagvoormiddag plaats gehad.
Een varensgezel, de 39-jarige O. Bak
ker, was reeds in Engeland in het
huwelijk getreden met een 50-jarige
gescheiden vrouw en nu zou Woens
dag ten stadhuize aldaar overgetrouwd
worden.
Aan den Veer dam te Kateodrecht
stapten bruid en bruidegom eu getui
gen in een viertal met ÉDgelsche en
Neilerlandsche vlaggen en met slingers
van groen getooide sloepen.
Begunstigd door fraai weder werd
door de Maas, Leuvehaven eii Steiger
naar de Groote Markt geroeid, alwaar
het jonge paar ten 9 uur behouden
aankwam en een talrijke menigte zich
om de watertrap verdrong, alwaar de
bruiloftsgasten voet aan wal zetten.
Te voet ging het naar de trouwka
mer in het stadhuis, alwaar het huwe
lijk ten half elf door den wethouder
jhr. van Otters we«d voltrokken.
Een talrijke politiemacht had men
inmiddels moeten requireeren om de
toegangen tot het stadhuis vry te
houden, wyl het verkeer door de vele
nieuwsgierigen gestremd werd. Door
een achterdeurtje verliet hot gehuwde
paar het stadhuis, doch weldra wer
den zij door e8n joelende en tierende
menigte achtervolgd.
Aan de Grooio Markt daalden ge
huwden en cetoigen in de gereed
liggende sioepeu af. Bestrooid met
confetti en Oranjebloesem stapten man
en vrouw in 't huwelijksbootje, dat
hen onder harmonicamuziek naar
Katendrecht terugvoerde.
Naby Houteu (Utr.) heeft Dinsdag
middag een droevig ongeluk plaats
gehad. De knecht van den landbouwer
Woudenberg aldaar, Van Dykgehee-
ten, een 24 jarige ongehuwde man,
reed met de met twee paarden be
spannen mestkar, toen de dieren eens
klaps schrokken voor eer. passe6rende
automobiel.
Ze sloegen op hol, de knecht viel
van de kar en kwam zoo ongelukkig
terecht, dat by na enkele oogenblikken
overleed.
Een carnaval-slachtoffer.
Dinsdag is te Tilburg in het zie
kenhuis zekere A. C. v. Gestel over
leden aan de verwondingen (eene
diepe snede over het hoofd), bekomen
by een vechtpartij op Dinsdagavond,
een der carnavalsdagen. De beide
vermoedelijke daders zyn voortvluch
tig- Een dorde persoon, in wion de
politie een der hoofddaders meent te
zien, is gearresteerd.
Moordaanslag te Venlo.
Omtrent den moordaanslag te Venlo
wordt nader gemeld:
De arbeider J. B. had reeds sedert
geruimen tijd verkeering aangeknoopt
met zyne buurmeisje, de 21-jarige
W. S.
Gewoonlijk ontving de verloofde des
Zondags eenig geld van zijn beminde,
dat dan geregeld in de kroeg ver-
brasd werd. Zondag j.l. onthield het
meisje hem om de een of andere
oorzaak zyn gewoon zakgeld.
Hij is toen naar zijn huis gegaan,
nam een groot broodmes mee en drong
aldus gewapend in de woning van
het meisje binnen. Zonder iets te
zeggeD greep hij haar vast en bracht
baar drie diepe steken onder het
linkerschouderblad toe, als een razen
de met het mes zwaaiende, stak bij
haar nog twee maal in den rechter
arm en eenmaal op het hoofd. Kort
na bet bedrijven zijner wandaad keerde
hy weer in de woning terug en vroeg
aan de ouders van het vreeselyk ver
wonde meisje, of zijn slachtoffer nog
in leven was. Op een bevestigend
antwoord verklaarde de snoodaard,
dat hy dan op een anderen keer zyn
bloedig werk beter verrichten zon.
De dader is in hechtenis genomen,
de zwaar verwonde naar het St. Joseph-
gasthois vervoerd. Haar toestand is
zorgwekkend.
tairen terug. Onder dezen behoort
1 ook de kanonnier le kl. A. van do
Ven, een der kranigste figuren uit
den Lombokkrijg van 1894.
Den 26en Augustus 1894 by den
terugtocht der colonne bleef een stuk
geschut, waarbij hy ingedeeld was in
een watergang steken. Heftig was
het vuur van den vijand op de be
manning van dat stuk. Vier gewonden
bevonden zich op den voorwagen, de
stukcommaudant was gesneuveld. Van
de Ven alleen bleef over; hy wist
van wijken noch overgeven.
Zyne gewonden, zyn stuk in handen
van den vijand laten dat nooit!
Met de uiterste koelbloedigheid en de
grootste inspanning mocht het hem
gelukken het stuk geschut met de
fewonden door de hindernis heen te
rengen en dit en het leven zijner
kameraden te redden.
Zonder zyne krachtige medewerking,
zijn moed en onverschrokkenheid
onder het hevigste vuur, zou het stuk
met al de gewonden zeker in ban Jen
van den vijand gevallen zyn. Dat de
Militaire Willemsorde, hem voor dat
feit toegekend, dubbel en dwars ver
diend is, zal niemand betwijfelen.
Van de Ven is geboren te Heesch
(Noord-Brabant) en thans 40 jaar
oud. Den 23n November 1886 trad hy,
na eerst in bet leger hier te lande by
de rijdende artillerie gediend te heb
ben, in het Indisch leger als kanon-
De lotelingenquaestie.
Uit Groningen schrijft men aan de
N. R. Ct.:
Het onderzoek omtrent het infor
matiebureau, dat zich bezig hield met
het vrijmaken van militieplichtigen
van 's lands dienst wordt, zoo schrijft
men, nog steeds met ijver voortgezet.
Er komen steeds meer ergerlijke fei
ten aan hot licht, die bewijzen, hoe
dit bureau helpt tot ontduiking der
militiewet. Er is een quiÉÉptie in be
slag genomen, afgegeven door een
zekeren De Vries, waarop vermeld
stond, dat dit geld was betaald voor
't verstrekken van middelen, om iemand
bij de keuring ongeschikt te doon ver
klaren voor den militairen dienst, wat
dau ook gebeurd is. Ook beginnen
stemmen op te gaan van lotelingen,
die anders vrij zouden zijn maar na
door den zwendel van het bureau,
moeten dienen, tegen zulke onrecht
vaardige handelingen. Bij sommigen
hunner moet het plan bestaan, zich
por request te wenden tot H. M. de
Koningin, om te verzoeken, dat erin
dezeD recht worde gedaan.
0 Barnes, die isil
?S;!ar!em\ lla*; 5
Blad" I» i e si s t-
boden vragen.!
K krijgen
I selilkte
1 ran ten.
veel ge-
reflee-l
Sport en Wedstrijden.
Nationaal Schietconcours to
Amersfoort.
Stand op 21 Februari van de korps
wedstrijden.
Geweer. Scbietv. „Eendracht" te
Utrecht le ploeg 277 punten, „Gene
raal van Merlen" te Haarlem 253 p.,
„\s Bands Weerbaarheid" te Utrecht
252 p., Afd. van den Ned. Bond van
O. O. te Amsterdam 247 p., „Willem
Teil" te Harderwijk 241 p., Schutterij-
kaderver. „Broederschap" te Amers
foort 241 p., de Calemborgscbe schiet-
club 238 p.
Buks. „Neerl. Burgerwacht" te Slo
ten 450 p., „Willem Teil" te Harder
wijk 435 p., de Culemborgsche schiet-
clnb 433 p., Afd. van den Nederl.
Bond van O. O. te Amsterdam 433
p., „Generaal van Merlen" te Haar
lem 429 p., „Eendracht" te Utrecht
427 p., s Lands Weerbaarheid" te
Utrecht 425 p.
Leger en Vloot.
Een flink militair.
Met het stoomschip Koning Willem
1, van de Maatschappij „Nederland",
dat Vrydag a.s. aan de Handelskade
te Amsterdam verwacht wordt, keert
weder een detachement Indische mili
Land- en Tuinbouw.
Chrysanthemum Club.
In de Woensdag te Amsterdam ge
houden jaarlyksche vergadering van
de Chrysanthemum Club viel uit het
jaarverslag te vermelden, dat de clnb
192 gewone en 6 eereleden telt. Het
correspondeerend lid te Leiden gaf te
kennen, dat in het najaar aldaar eene
kleine Chrysanthemum-tentoonstelling
zal plaats vinden. In het bestuar wer
den gekozen de heeren W. H. Wind
te Apeldoorn, J. C. Groenewegen te
Amsterdam, G. J. Bier te Nienwer-
kerk, C. van Lennep te Heemstede,
jhr. mr. W. C. A. Alberda van Eken-
stein te Groningen, C. W. Bakker te
Purmerend en J. Groenewegen Hzn.
Voorts werd besloten dit jaar 20
galden te besteden tot uitloviug van
2 medailles voorde Chrysanthemum-
tentoonstelling te Utrecht en 30 gul
den ter beschikking te stellen der
vaste commissiön, welke periodieke
tentoonstellingen in Artis te Amster
dam organiseèren.
RECHTSZAKEN.
Een incident.
Toen Woensdagmorgen een straf
zaak behandeld werd tegen een boer
uit Nieuwer-Amstel, die terechtstond
wegens mishandeling, deed zich het
volgende conflict voor, tusschen den
vice-president der rechtbank te Am
sterdam mr. Karseboom en den ver
dediger van bekl. mr. L. W. van
Gigch.
Pleiter wilde den eersten getuige
in deze zaak, een veldwachter uit
Nieuwer-Amstel, een vraag stellen, en
wees ter verduidelijking daarvan op
het verschil tusschen de verklaringen
door get. afgelegd in zyn proces ver
baal en by den rechter-commissaris.
De president meende dit niet te mo
gen loestaan, wyl de verdediger alleen
vragen te stellen had én geen critiek
mocht uitoefenen op verklaringen van
getuigen, voordat hy zyn pleidooi
begon.
Mr. van Gigch bracht in het mid
den, dat ter verduidelijking zyner
vraag en ter vergemakkelijking, eeD
korte bijvoeging noodig was, maar de
president bleef zijn weigering hand
haven. Daarom zag de verdediger af
van het verder stellen van vragen,
doch stelde eea akte, vermeldende hoe
hy, een vraag willende doen met een
korte inleiding in het belang van zyn
cliënt, zich daarin door den president
belet had gezien. Hy sprak tevens
den wensch uit, dat deze akte zou
opgenomen worden in de stukken.
Ten slotte stelde pleiter na afloop
van het getuigenverhoor, in plaats
van zyn verdediging voor te dragen,
nogmaals een akte, waarin by betoogde
dat het hem door den president onmo
gelijk was gemaakt een verdere ver-
'dediging te houden. Hy wees hierbij
J op art. 169, 2e lid van het Wetboek
1 van strafvordering, dat dezen inhoud
'heeft: „de president (geeft) voorts aan
den beklaagde en aan zijnen raads
man de gelegenheid den getuige vra
gen te stellen en tegen den getuige
en diens verklaring in te brengen,
wat tot verdediging kan dienen."
Ook van deze akte verzoekt pl.
opname in de stukken.
Naar wy vernemen, is de verdere
behandeling der zaak van den ex-
kapitein Vomer, die bepaald was op
27 dezer, verdaagd tot een nader te
bepalen datum en zulks met het oog
op de afwezigheid van den vice-pre
sident der Haagsche rechtbank mr.
Van Heusde, die het eerste gedeelte
dezer zaak leidde, on thans te Utrecht
vertoeft, waar hy ongesteld is ge
worden.
INGEZONOEN.
Voor den inhoud dezer rubriek stelt
de redactie zich niet aansprakelijk.
Van ingezonden stukkengeplaatst
of niet geplaatstwordt de copy
niet aan den inzender terug
gegeven.
Geachte Redactie!
In Uw Maandagavondblad het ver
slag lezende van bet wapenfeest, trof
my op onaangename wyze Uwe mee
ning omtrent de party sabel tusschen
de heeren L. v. Hombeek en C. Meye-
rink.
Mocht Uw verslaggever het juiste
Fransch sabel-werken van den heer
van Humbeek voor woest scherms.
aanzien, het is hem misschien als leek
niet kwalyk te nemen, doch volgens
mijn idee staat de kunst te hoog om
daardoor beoordeeld te worden.
Dankend voor plaatsing,
K. v. D.,
Secondant van genoemde party.
Natuurlijk ben ik voor de laatste
opmerking van den beer van D. op
gepaste wyze dankbaar. Gelukkig
voor my, dat mijn leekenoordeel ge
steund wordt door de algemeene opinie
van de toeschouwers. De heer van
Humbeek was zichtbaar opgewonden
en ik heb duidelijk gezien, dat de heer
Meyerink aan de hand bloedde, toen
de partij afgeloopen was.
Met alle respect voor de hooge au
toriteit van den inzender op dit gebied,
blyf ik dit woest scbermspel
noemen.
Ten overvloede verwijs ik naar het
oordeel van den heer J. A. v. d.
B(oom) in het „H. Hbld."
„De strijd was vinnig, soms al te
„vinnig, daar werden klappen uitge
„deeld en minder edele stooten gegeven,
„die voor achter de schermcn-kykers
„wel te begrijpen, doch nimmer te
..rechtvaar dig en zijn. Wy denken
„hierbij aan de party tusschen L. van
„Humbeek en C. Meyerink op sabel
„en aan die tusschen van Nieuwen-
„huysen en Hesse op degen. Derge
lijke gevechten ontaarden de
„kunst".
De Verslaggever.
GEfNENGD NIEUWS
De begrafenis van president
Faure.
Te Parys werd gisteren de vrees
gekoesterd, dat de begrafenis van
president Faure heden niet zou plaats
hebbeD met de kalmte, die eene zoo
droeve plechtigheid moet kenmerken.
Deze vrees was het gevolg van een
incident, dat heeft plaats gebad.
Minister Dupuy heeft op het verzoek
van de „Ligue des Patriotes" om eene
plaats in den begrafenisstoet afwij
zend beschikt omdat het verzoek
afkomstig was van eene groep welke
het middelpunt vormt van eene anti-
coD8titutioneele beweging en van welke
do voorzitter en verscheidene der
voornaamste leden den President der
republiek hebben beleedigd.
DeroQlède heeft op Dupuy's wei
gering geantwoord met een manifest,
waarin hy zegt het aan de bevolking
over te laten deze beslissing te be
oordeel en.
De bedoeling van dit antwoord is
natuurlijk om gisting te verwekken.
Sébastopel over, de rne de Turbigo
door en langs den boulevard Ménil-
montant naar de begraafplaats Père-
Lachaise.
Achter den lijkwagen gaan een kapi
tein die het grootkruis van het Le
gioen van Eer, en twee kapiteins die
de vreemde ordeteekenen dragen. Daar
achter komt de familie, door het per
soneel van het Elysée, in zwaren rouw,
omringd. President Loubet, vergezeld
van den chef van zyn militair huis
en den chef van het protocol, gaat
achter de familie, door vier deur
wachters van het paleis met getrok
ken sabel, omringd.
Vervolgens komen de voorzitters
van Senaat en Kamer van Afgevaar
digden, de nuntius en de ambassadeurs,
en de buitengewone gezantschappen,
in de volgorde, door het protocol ge
regeld.
Om tien aur vertrekt de stoet van
het Elysée. Alleen de offlcieele per
sonen 'de familie en het parlement
hebben toegang in Notre Dame.
Het geheele garnizoen van Parys er
verscheiden garnizoenen uit den om
trek zyn op de been om den weg af
te zetten en de orde te bewaren. Het
vertrek van het Elysée wordt door
101 kanonschoten aangekondigd, even
zeer de aankomst op de begraafplaats.
Nadat de troepen voor de katafalk
gedefileerd hebben, worden daar de
redevoeringen uitgesproken.
De weg door den lijkstoet van pre-j
sident Faure heden morgen te voLeo, i
isWoensdag vastgesteld. De stoet volgt
(wegens werkzaamheden ouder den
grond zegt men), niet den boulevard
St. Germain, maar de Seiue-kaden,
van de place de la Concorde tot aan
Notre Dame. Van de kathedraal af
langs het stadhuis, den boulevard
De zaak-Dreyfus.
De „Soir" deelt mede, dat de heer
Manau tegen het einde van de week
zyn reqnisitoir zal indienen, strekkende
tot vernietiging van de veroordeeÜDg
van Dreyfus, zonder verder beroep.
Eene uitzetting uit Frankrijk.
Gemeld is, dat de fransche minister
Dupuy den correspondent der „Nene
Freie 'Presse", Frischauer, heeft aan
gezegd, dat hy bionen 48 uren het
land moest verlaten. Het slachtoffer
van dezen harden maatregel heeft na
der eenig uitstel verkregenhem is
acht dagen tyd gegeven.
„De beweegreden van deze uitzet
ting is niet van politieken aard
schreef de „Figaro". Onze collega
behoort niet tot eenige revolutionaire
sekte. Men verwyt hem slechts zyn
berichten betreffende de zaak-Dreyfus,
„die „tendentieus" waren, naar bet
schynt. De heer Berthold Frischauer
die sedert drie jaren te Parys was,
heeft overigens nooit vyandige gevoe
lens tegen ons land aan den dag ge
legd; maar de Fransche regeering wil
door dezen maatregel, naar men zegt,
alle buitenlandsche correspondenten
te Parys doen begrijpen, dat zy in het
vervolg eene zeer bescheiden houding
hebben aan te nemen tegenover de
zaak.
Frischauer zelf, geïuterviewd, zeide
dat Dupuy erkende dat zyne brieven
in het öostenryksche blad, correct
geweest zyn jegens Frankryk en eer
biedig jegens de regeering. Maar zyne
berichten waren „tendentieus" ge
weest, wat de zaak-Dreyfus betreft.
De correspondent zeide, dat hy steeds
onpartijdig uit alle bladen geciteerd
had.
De ware reden van zijn uitzettiug
was, dat hij Dromont boos had ge
maakt. In een heftig artikel had de
„Libre Parole" hem wegens zyn gods
dienst en zijn uiterlijk aangevallen
en zyn uitzetting geëischt.
Nooit heb ik Frankryk beleedigd,
eindigde Frischauer. Ik heb het lief.
Ik heb nog een paar dagen geleden
woorden vol lof over Loubet geschre
ven men vergelijke daarmede eens den
inhoad der „Libre Parole"
Johan Orth.
In de Times stond Dinsdag een
telegram dat Jotian Orth kalm met
zyn vrouw in Argentinië woont. Een
bericht van dien aard in zoo'n ern
stig blad is voor het blijkbaar goed
ingelichte Neue Wiener Tagblatt een
reden geweest om nog eens dnidelyk
uiteen te zetten waarom Johan Orth
reeds laDg dood moet zyn. Er zijn tal
van redenen die voor Orth's dood
pleiten. Ouder anderen de volgende:
Orth had een groot depot bij een
Oostenrijksche bank. Over het ge
bruik van die gelden stond hy voort
durend met de bank in correspon
dentie, en vlak voor zyn vertrek uit
Buenos-Aires schreef hy daarover
nog een zeer dringenden brief aan
de bank, met verzoek om antwoord
naar Valparaiso. Dit antwoord is met
een menigte andere brieven naar die
stad verzonden, maar nooit afgehaald,
zoodat de Oostonryksch-HoDgaarsche
consul die brieven als onbestelbaar
naar het ministerie van buitenland
sche zaken heeit teruggezonden. Ook
de bank heeft nooit, iets meer van
Johan Orth vernomen.
Hetzelfde geldt van de heele be
manning; velen er van waren ge
trouwd, en hadden vrouw en kinde
ren. Dezen hebben nu evenmin wat
van hun echtgeuooten en vaders ge
hoord en moesten, omdat ze doodarm
achterbleven, ondersteand worden.
Is het nu aan te nemen dat die vyf-
en-twintig lui uit liefde voor bun
kapitein op het geheimzinnige eiland
waren gebleven zonder iets van zich
te laten hooren? Zeker niet.
De moeder van Johan Ortb, de
onlangs overleden ex-groothertogin
van Toskane, had jaren de kamer
van haar zoon op haar slot Orth by
Gmiinden in ongerepten toestand ge
laten. Toen echter jaren verstreken
zonder dat zy iets van haar kind
vernam, begon ook zy aaD den dood
van haar zoon te gelooven. Ook zyn
broers en zusters konden niet langer
twijfelen en eischten daarom van de
Hamburgsche, assnrantiemaatschappy
uitbetaling van de 230,000 mark voor
welke Johan Orth zyn schip verze
kerd bad. De maatschappij weigerde
echter, op grond dat de dood van
Orth niet zeker was. Toen on'stond
er een proces dat het ryksgerechts-
fiof ten nadeele der maatschappij be
sliste, omdat zooals de omstandighe
den lagen het vergaan der Santa
Margherita moest aangenomen worden.
Verder heeft het bestuar in Argen
tinië op verzoek der Oostenrijksch-
Hongaarsche regeering een schip tot
het doen van nasporiugen uitgezonden,
dat echter onverrichterzake is terug
keerde Het heette dat een matroos,
Pajcurits, die in Argentinië woonde
en van daar brieven aan zyn bloed
verwanten in Istrië geschreven had,
aan boord van Orth's schip was ge
weest. By onderzoek bleek echter dat
die matroos die laatste reis niet heeft
meegemaakt, maar even te voren het
schip had verlaten. Trouwens waar
schijnlijk is het verhaal in de limes
eenvoudig uit het feit van het ont
vangen van den brief van Pajcurits
te verklaren.
Men moet wel aannemen dat Johan
Orth niet meer onder de levenden is,
en dat de verhalen van een roman
tisch leven, hoe dikwijls die ook
mogen terug komen, bezijden de waar
heid zyn. Het is hetzelfde als met
den ballon van Andrée, waarover
men ook wel nooit de waarheid zal
hooren.
Een Parysche commissaris van
politie, de heer Bernard, hoeft by
den graveur Cariaux vyf stempels in
beslag genomen, welke bestemd waren
voor het slaan van medailles met den
beeldenaar van den hertog van Orle
ans. Eveneens werd beslag gelegd op
10.000 dezer medailles, welke aan de
propagandisten moesten worden afge
leverd.
Andrée.
Het ministerie van buitenlandsche
zaken te Petersburg heeft van den
gouverneur van Jënisejsk het vol
gende telegram ontvangen, dar de
gouverneur den 20en uit Krasnoyarsk
ontvangen had De mededeelingeii van
het blad Jenisej betreffende Andrée's
expeditie zjjn, blijkens het onderzoek,
door den inspecteur der mjjnen ter
plaatse ingesteld, niet bevestigd.
Indien dit bericht gegrond is op
latere inlichtingen dan Dinsdag ge
meld is, blijft er naar allen schijn van
het verhaal der Toengoezen niets
over.
Op de Filippijnen.
Volgens een bericht vanLaffao's agent
schap uit Manilla heeft generaal KiDg
de Filipinos die hem de laatsto dagen
zoo lastig gevallen hebben, aangeval
len en getuchtigd: 50 Filipinos zou
den gedood zyn, terwyl de Ameri
kanen slechts twee dooden eo twee
gewonden hadden.
Uit dezelfde bron komt het bericht
dat de bewoners van het eiland Negros
(ten zuidoosten van Panay gelegen),
uit eigen beweging de Amerikaansche
vlag geheschen hebben, toen Ho-Ilo
in handen van generaal Miller geval
len was.
De berichtgever van de New York
Herald te Manila bevestigt deze iaat-
ste tijding, en voegt er bij, dat hot
Ik heb van den beginne af alles be
grepen.
Een aardig gezichtje «1 een intelli
gent hoofdje een verleiding van het'
Engolacko gouvernementmijn oudo
vriend wordt verliefd op dat aardige
gezichtje en overreedt het meisje hem
de kaarten, die zij gestolen heeft, te
geven. En nu is liij hier gekomen om
iruj die kaarten ter hand te stellen cn te
zeggen, dat die vrouw naar deu drom-
mc 1 kan loopen en hij zelf naar Rusland
terugkeert."
l)e lach verdween van Paul's gelaat.
Ilij stond op en leunde tegen den schoor
steenmantel.
..Gij begrijpt mij niet," zeide hij ern
stig. „Zoo is het niet, graaf, ik bezit
geen. kaarten om weg te geven. Juffrouw
Best heeft ei- geene.
Daarvan bon ik overtuigd. Toen ik
Rusland verliet was dit enkel en alleen
om do coirespondentie van haar met
haar vrienden af te breken en te
zorgen dat zij ons niet verraadde. Het
is waar dat liaar ouders oen paar jaar
geleden gestorven zijn - maar zij heeft
een bloedverwant in Londen cn die
was het. die liaar in verzoeking bracht.
Ik wil niet dat zij dien man weerziet.
Gij kunt mij veroordeelen om hetgeen
ik gedaan heb, maar dit zeg ik je, nooit
zal ik haar verlaten."
j Theodor, zijn rol van diplomaat laten
de varen, lachte gemoedelijk.
„O!" zeide hij, „zijn wij nog in dat
stadium.
Het is het tweede veronderstel ik.
Het is best mogelijk dat je, wanneer je
je in Rusland bevondt, reeds genezen
zoudt zijn, maar verandering van lucht
is slecht voor deze kwaal. Zend het
meisje naai- haar bloedverwanten terug,
nu je toch weet dat zij geen geheimen
bij zich draagt en kom mij een maandje
opvroolijken. Ik kan je geen beter mid
del recommit nd'eereu."
Paul nam zijn sigaar op en stak liaar
aan.
Zijn hand beefde con weinig. Hij wist
zeer goed dat het een onbegonnen werk
was dezen man van de echtheid van zijn
liefde te overtuigen. Hij wide 't niet
eens probeeren, vieezende dat de spotter
het meisje, dat hem zoo dierbaar was,
in een verkeerd daglicht zou stellen.
„Laten wij juffrouw Best laten rus
ten." zeide hij na eenige oogenblikken
van stilte, „gij begrijpt mij en ik jou
niet. Niemand heeft het recht tot een
man te zeggen, je moet dit of dat meisje
[niet liefhebben. Als je mijn vriend' zijtj
moet je mij van het een en ander op de
hoogte brengen. Vertel mij eens wat
zeggen ze in Rusland van mij God
weet, dat ik mij zelf die vraag niet eens
duif voorleggen.
Wordt mijn naam wel eens genoemd?
Heeft een van mijn vrienden niet
een goed woord voor mij gedaan? Met
deze vragen tob ik mijn hersenen af als
ik 's nachts wakker lig. God weet, de
nachten op zichzelf zijn al straf genoeg."
Theodor, dio een hekel had aan emo
ties van welken aard ook, keek met
een onnoozel gezicht naai- zijn sigaar.
„Beste kerel," hernam hiji op den
toon van een oprecht vriend, „je moet
jo zelf niet zoo opwinden. Het zou af
schuwelijk van me zijn als ik j< Leugens
op de mouw spelde.
Hoe kan ik nu weten wat zij in Pe
tersburg van je zeggen. Is het waar-
schijnlijk dat er in de officicele bladen
eenig blijk van sympathie te vinden zou
zijn. Dat je ooit naar Kroonstad terug
kunt keeren, geloof ik niet. Dat is bui
len alle quaestde. De discipline zou er
onder lijden en jij ook. Maar daarom
zal ik nog niet beweren dat je later
dooi- middel van invloedrijke personen
niet weer in dienst van den Czaar kunt
komen.
Dat hangt van je zelf af en van den
weg dien jo hier in Londen inslaat. Gïji
kunt toch niet verwachten dat wij je
helpen zoolang je zulke nonsens uit
kraamt zooalsik wil het meisje trou
wen, haar beschermer blijven en zooai
meer."
Paul beet zich op de lippen. Hij
stond op 't punt zijn kalmte te verliezen
en weg te loopen.
„Er beslaat geen beter meisje op de'
geheele wereld," zeide hij driftig. „Als
gij haai- kendet en mijn vriend waart
Theodor, zoudt gij zulke dingen niet
zeggen. Ik kwam hier, denkende dat
je mij wildot helpen het spijt mij nu,
dat ik kwam."
De graaf verdween bijna geheel in.
d'e zaclitu kussens van den stoel.
„Du calme, du cahne!" riep hij op
den toon van iemand, die zich amuseert.
„Als ik nog leef zullen wij nog voor het
diner dienen te duelleeren."
„Neen," zeide Paul kalm, „ik heb
geen lust om met je te twisten, graaf.
Jouw levensbeschouwing is niet dezelf
de als de mijne, wij zullen dus hierover
niet verdei- praten. Buitendien ga ik
naar huis. Ik heb hot haar beloofd, zij
zal op mij wachten.
Ik zeide dat ik binnen een uur terug
zou zijn en er zijn er nu al drie verstre
ken."
Een schaduw verduisterde het gelaat
van den graaf.
„Oje moet niet over heen gaan
spreken," zeide hij ernstig, „en mij niet
onvriendelijk vinden. Wat wij bespra
ken beteekende niet veel.
Wij zullen nu over ernstiger dingen
spreken en dan zal niemand je zoo
goed! kunnen raden als dei diplomaat,
die alles met koude, zaakrijke oogen
beschouwt. Als je denkt dat juffrouw
Best zich Ongerust maakt, schrijf haar
dan een briefje. Pen en inkt kan jc
hier naast in de bibliotheek vinden. Ik
zal onderwijl een sigaartje rooken. Het
zou dwaasheid zijn om nu reeds weg te
gaan."
Paul was besluiteloos wat te doen,
maar de graaf sloeg op een gong die
naast hem stond, waarop oogenblikkelijk
da Rus verscheen."
„Demetrius, wijs zijn Excellentie den
weg naar de bibliotheek. Z. E. zal je
een brief geven, die terstond bezorgd
moet worden."
De bibliotheek was een klein, net in
gericht vertrek waarin een paar boeken
kasten stonden, die hoofdzakelijk Fran
sche boeken bevatten.
Paul schreef liaastig een briefje,, dat
van innige liefde en hoop sprak. Hij
had Theodor aangetroffen, en in hem
nog altijd een vriend gevonden; hij,
wachtte, nog- slechte op de hulp van eon.
ander om hem een eervolle betrekking
te bezorgen en dit alles geloofde liij
terwijl hij het neerschreef. Het kwam
gèen oogen blik bij hem op dat hij be
drogen werd. Hij was er van overtuigd,
dat zijn brief terstond weggebracht zou
worden. Hij wist niet dat Demetrius
hem niet verder dan de keuken zou
brengen en daar in de kachel werpen.
Toen hij naai- den wintertuin terugkeer
de speelde er ten tevreden lachje om
zijn mond. Het was toch prettig een
vriend' weer te zien. Hij Ijesloot den
graaf meer dankbaarheid te toonen
maar do woorden, die hij wilde spreken,
bestierven hem op cle lippen bij het
zien van den man die tegenover Theo
dor zat; het was niemand anders dan
Bonzo, de Bonzo van Kroonstad, wiens
naam hem zoo dikwijls schrik had aan
gejaagd, de man, die door allen gevreesd;
was.
Dajcolonel zat in een crapeaud. Hij
droeg een zwarten rok, grijze broek eoi
een das, die naar Fransche wijze ge
knoopt was. Hij rookte een zware si
gaar en nam nu en dan een teugje ab
sinthe.
(Wordt vervolgd.)