belanghebbenden van erfpacht niet gediend zjjn, en hy herinnerde er aan, dat bij beslnit van den gemeenteraad van 1896 aan B. en W. machtiging is verleend om by uitzondering ook terrein te verkoopen. Wenscht men nu ïsltbans het stuk villaterrein be bouwd te krijgen, dan moet men niet aan erfpacht vasthouden, maar, als uitzondering, tot verkoop overgaan. In het onderhavige geval mag men verwachten eene behoorlijke bebou wing ook in aesthetiscb opzicht. De heer Kouveld is van oordeel, dat men de menschen moet dwingen om er op in te gaan. Elke afwyking van het erfpachtstelsel zal hen ster ken in hun verzet tegen dat stelsel. De voordracht wordt aangenomen met 23 tegen 17 steramen. Zonder hoofdelijke stemming wer den aangehouden het voorstel van dr. Voute, om de betrekking van assistent- gei eesheer in de beide gasthuizen ge- lyk open te stellen voor mannelijke en vronwelyke artsende voordracht om een openbare lagere school aan de Linnaeusstraat te verbouwen voor 430 leer!., kosten f 27,950, en goedgekeurd 't voorstel tot uitvoering vaD uoodige werken tot vergrooting der H. B. S. voor meisjes, kosten f 8090. Goede vondst. Onder een partij oud-roest, dat on langs in het krankzinnigengesticht te Rotterdam van de hand werd gedaan, bevond zich ook een geldkistje, dat door een smid is geopend en bleek te bevatten eenige certificaten Ned. Werk. Schuld ter waarde van onge veer f35.000. Daar de inhoud van het kistje niet onder den koop was begrepen, is dit bedrag aan den por tier van dat gesticht ter hand gesteld. Aldus meldt het „Rott. Nbl." Een trouwpartij te water. Een origineele trouwpartij heeft Woensdagvoormiddag plaats gehad. Een varensgezel, de 39-jarige O. Bak ker, was reeds in Engeland in het huwelijk getreden met een 50-jarige gescheiden vrouw en nu zou Woens dag ten stadhuize aldaar overgetrouwd worden. Aan den Veer dam te Kateodrecht stapten bruid en bruidegom eu getui gen in een viertal met ÉDgelsche en Neilerlandsche vlaggen en met slingers van groen getooide sloepen. Begunstigd door fraai weder werd door de Maas, Leuvehaven eii Steiger naar de Groote Markt geroeid, alwaar het jonge paar ten 9 uur behouden aankwam en een talrijke menigte zich om de watertrap verdrong, alwaar de bruiloftsgasten voet aan wal zetten. Te voet ging het naar de trouwka mer in het stadhuis, alwaar het huwe lijk ten half elf door den wethouder jhr. van Otters we«d voltrokken. Een talrijke politiemacht had men inmiddels moeten requireeren om de toegangen tot het stadhuis vry te houden, wyl het verkeer door de vele nieuwsgierigen gestremd werd. Door een achterdeurtje verliet hot gehuwde paar het stadhuis, doch weldra wer den zij door e8n joelende en tierende menigte achtervolgd. Aan de Grooio Markt daalden ge huwden en cetoigen in de gereed liggende sioepeu af. Bestrooid met confetti en Oranjebloesem stapten man en vrouw in 't huwelijksbootje, dat hen onder harmonicamuziek naar Katendrecht terugvoerde. Naby Houteu (Utr.) heeft Dinsdag middag een droevig ongeluk plaats gehad. De knecht van den landbouwer Woudenberg aldaar, Van Dykgehee- ten, een 24 jarige ongehuwde man, reed met de met twee paarden be spannen mestkar, toen de dieren eens klaps schrokken voor eer. passe6rende automobiel. Ze sloegen op hol, de knecht viel van de kar en kwam zoo ongelukkig terecht, dat by na enkele oogenblikken overleed. Een carnaval-slachtoffer. Dinsdag is te Tilburg in het zie kenhuis zekere A. C. v. Gestel over leden aan de verwondingen (eene diepe snede over het hoofd), bekomen by een vechtpartij op Dinsdagavond, een der carnavalsdagen. De beide vermoedelijke daders zyn voortvluch tig- Een dorde persoon, in wion de politie een der hoofddaders meent te zien, is gearresteerd. Moordaanslag te Venlo. Omtrent den moordaanslag te Venlo wordt nader gemeld: De arbeider J. B. had reeds sedert geruimen tijd verkeering aangeknoopt met zyne buurmeisje, de 21-jarige W. S. Gewoonlijk ontving de verloofde des Zondags eenig geld van zijn beminde, dat dan geregeld in de kroeg ver- brasd werd. Zondag j.l. onthield het meisje hem om de een of andere oorzaak zyn gewoon zakgeld. Hij is toen naar zijn huis gegaan, nam een groot broodmes mee en drong aldus gewapend in de woning van het meisje binnen. Zonder iets te zeggeD greep hij haar vast en bracht baar drie diepe steken onder het linkerschouderblad toe, als een razen de met het mes zwaaiende, stak bij haar nog twee maal in den rechter arm en eenmaal op het hoofd. Kort na bet bedrijven zijner wandaad keerde hy weer in de woning terug en vroeg aan de ouders van het vreeselyk ver wonde meisje, of zijn slachtoffer nog in leven was. Op een bevestigend antwoord verklaarde de snoodaard, dat hy dan op een anderen keer zyn bloedig werk beter verrichten zon. De dader is in hechtenis genomen, de zwaar verwonde naar het St. Joseph- gasthois vervoerd. Haar toestand is zorgwekkend. tairen terug. Onder dezen behoort 1 ook de kanonnier le kl. A. van do Ven, een der kranigste figuren uit den Lombokkrijg van 1894. Den 26en Augustus 1894 by den terugtocht der colonne bleef een stuk geschut, waarbij hy ingedeeld was in een watergang steken. Heftig was het vuur van den vijand op de be manning van dat stuk. Vier gewonden bevonden zich op den voorwagen, de stukcommaudant was gesneuveld. Van de Ven alleen bleef over; hy wist van wijken noch overgeven. Zyne gewonden, zyn stuk in handen van den vijand laten dat nooit! Met de uiterste koelbloedigheid en de grootste inspanning mocht het hem gelukken het stuk geschut met de fewonden door de hindernis heen te rengen en dit en het leven zijner kameraden te redden. Zonder zyne krachtige medewerking, zijn moed en onverschrokkenheid onder het hevigste vuur, zou het stuk met al de gewonden zeker in ban Jen van den vijand gevallen zyn. Dat de Militaire Willemsorde, hem voor dat feit toegekend, dubbel en dwars ver diend is, zal niemand betwijfelen. Van de Ven is geboren te Heesch (Noord-Brabant) en thans 40 jaar oud. Den 23n November 1886 trad hy, na eerst in bet leger hier te lande by de rijdende artillerie gediend te heb ben, in het Indisch leger als kanon- De lotelingenquaestie. Uit Groningen schrijft men aan de N. R. Ct.: Het onderzoek omtrent het infor matiebureau, dat zich bezig hield met het vrijmaken van militieplichtigen van 's lands dienst wordt, zoo schrijft men, nog steeds met ijver voortgezet. Er komen steeds meer ergerlijke fei ten aan hot licht, die bewijzen, hoe dit bureau helpt tot ontduiking der militiewet. Er is een quiÉÉptie in be slag genomen, afgegeven door een zekeren De Vries, waarop vermeld stond, dat dit geld was betaald voor 't verstrekken van middelen, om iemand bij de keuring ongeschikt te doon ver klaren voor den militairen dienst, wat dau ook gebeurd is. Ook beginnen stemmen op te gaan van lotelingen, die anders vrij zouden zijn maar na door den zwendel van het bureau, moeten dienen, tegen zulke onrecht vaardige handelingen. Bij sommigen hunner moet het plan bestaan, zich por request te wenden tot H. M. de Koningin, om te verzoeken, dat erin dezeD recht worde gedaan. 0 Barnes, die isil ?S;!ar!em\ lla*; 5 Blad" I» i e si s t- boden vragen.! K krijgen I selilkte 1 ran ten. veel ge- reflee-l Sport en Wedstrijden. Nationaal Schietconcours to Amersfoort. Stand op 21 Februari van de korps wedstrijden. Geweer. Scbietv. „Eendracht" te Utrecht le ploeg 277 punten, „Gene raal van Merlen" te Haarlem 253 p., „\s Bands Weerbaarheid" te Utrecht 252 p., Afd. van den Ned. Bond van O. O. te Amsterdam 247 p., „Willem Teil" te Harderwijk 241 p., Schutterij- kaderver. „Broederschap" te Amers foort 241 p., de Calemborgscbe schiet- club 238 p. Buks. „Neerl. Burgerwacht" te Slo ten 450 p., „Willem Teil" te Harder wijk 435 p., de Culemborgsche schiet- clnb 433 p., Afd. van den Nederl. Bond van O. O. te Amsterdam 433 p., „Generaal van Merlen" te Haar lem 429 p., „Eendracht" te Utrecht 427 p., s Lands Weerbaarheid" te Utrecht 425 p. Leger en Vloot. Een flink militair. Met het stoomschip Koning Willem 1, van de Maatschappij „Nederland", dat Vrydag a.s. aan de Handelskade te Amsterdam verwacht wordt, keert weder een detachement Indische mili Land- en Tuinbouw. Chrysanthemum Club. In de Woensdag te Amsterdam ge houden jaarlyksche vergadering van de Chrysanthemum Club viel uit het jaarverslag te vermelden, dat de clnb 192 gewone en 6 eereleden telt. Het correspondeerend lid te Leiden gaf te kennen, dat in het najaar aldaar eene kleine Chrysanthemum-tentoonstelling zal plaats vinden. In het bestuar wer den gekozen de heeren W. H. Wind te Apeldoorn, J. C. Groenewegen te Amsterdam, G. J. Bier te Nienwer- kerk, C. van Lennep te Heemstede, jhr. mr. W. C. A. Alberda van Eken- stein te Groningen, C. W. Bakker te Purmerend en J. Groenewegen Hzn. Voorts werd besloten dit jaar 20 galden te besteden tot uitloviug van 2 medailles voorde Chrysanthemum- tentoonstelling te Utrecht en 30 gul den ter beschikking te stellen der vaste commissiön, welke periodieke tentoonstellingen in Artis te Amster dam organiseèren. RECHTSZAKEN. Een incident. Toen Woensdagmorgen een straf zaak behandeld werd tegen een boer uit Nieuwer-Amstel, die terechtstond wegens mishandeling, deed zich het volgende conflict voor, tusschen den vice-president der rechtbank te Am sterdam mr. Karseboom en den ver dediger van bekl. mr. L. W. van Gigch. Pleiter wilde den eersten getuige in deze zaak, een veldwachter uit Nieuwer-Amstel, een vraag stellen, en wees ter verduidelijking daarvan op het verschil tusschen de verklaringen door get. afgelegd in zyn proces ver baal en by den rechter-commissaris. De president meende dit niet te mo gen loestaan, wyl de verdediger alleen vragen te stellen had én geen critiek mocht uitoefenen op verklaringen van getuigen, voordat hy zyn pleidooi begon. Mr. van Gigch bracht in het mid den, dat ter verduidelijking zyner vraag en ter vergemakkelijking, eeD korte bijvoeging noodig was, maar de president bleef zijn weigering hand haven. Daarom zag de verdediger af van het verder stellen van vragen, doch stelde eea akte, vermeldende hoe hy, een vraag willende doen met een korte inleiding in het belang van zyn cliënt, zich daarin door den president belet had gezien. Hy sprak tevens den wensch uit, dat deze akte zou opgenomen worden in de stukken. Ten slotte stelde pleiter na afloop van het getuigenverhoor, in plaats van zyn verdediging voor te dragen, nogmaals een akte, waarin by betoogde dat het hem door den president onmo gelijk was gemaakt een verdere ver- 'dediging te houden. Hy wees hierbij J op art. 169, 2e lid van het Wetboek 1 van strafvordering, dat dezen inhoud 'heeft: „de president (geeft) voorts aan den beklaagde en aan zijnen raads man de gelegenheid den getuige vra gen te stellen en tegen den getuige en diens verklaring in te brengen, wat tot verdediging kan dienen." Ook van deze akte verzoekt pl. opname in de stukken. Naar wy vernemen, is de verdere behandeling der zaak van den ex- kapitein Vomer, die bepaald was op 27 dezer, verdaagd tot een nader te bepalen datum en zulks met het oog op de afwezigheid van den vice-pre sident der Haagsche rechtbank mr. Van Heusde, die het eerste gedeelte dezer zaak leidde, on thans te Utrecht vertoeft, waar hy ongesteld is ge worden. INGEZONOEN. Voor den inhoud dezer rubriek stelt de redactie zich niet aansprakelijk. Van ingezonden stukkengeplaatst of niet geplaatstwordt de copy niet aan den inzender terug gegeven. Geachte Redactie! In Uw Maandagavondblad het ver slag lezende van bet wapenfeest, trof my op onaangename wyze Uwe mee ning omtrent de party sabel tusschen de heeren L. v. Hombeek en C. Meye- rink. Mocht Uw verslaggever het juiste Fransch sabel-werken van den heer van Humbeek voor woest scherms. aanzien, het is hem misschien als leek niet kwalyk te nemen, doch volgens mijn idee staat de kunst te hoog om daardoor beoordeeld te worden. Dankend voor plaatsing, K. v. D., Secondant van genoemde party. Natuurlijk ben ik voor de laatste opmerking van den beer van D. op gepaste wyze dankbaar. Gelukkig voor my, dat mijn leekenoordeel ge steund wordt door de algemeene opinie van de toeschouwers. De heer van Humbeek was zichtbaar opgewonden en ik heb duidelijk gezien, dat de heer Meyerink aan de hand bloedde, toen de partij afgeloopen was. Met alle respect voor de hooge au toriteit van den inzender op dit gebied, blyf ik dit woest scbermspel noemen. Ten overvloede verwijs ik naar het oordeel van den heer J. A. v. d. B(oom) in het „H. Hbld." „De strijd was vinnig, soms al te „vinnig, daar werden klappen uitge „deeld en minder edele stooten gegeven, „die voor achter de schermcn-kykers „wel te begrijpen, doch nimmer te ..rechtvaar dig en zijn. Wy denken „hierbij aan de party tusschen L. van „Humbeek en C. Meyerink op sabel „en aan die tusschen van Nieuwen- „huysen en Hesse op degen. Derge lijke gevechten ontaarden de „kunst". De Verslaggever. GEfNENGD NIEUWS De begrafenis van president Faure. Te Parys werd gisteren de vrees gekoesterd, dat de begrafenis van president Faure heden niet zou plaats hebbeD met de kalmte, die eene zoo droeve plechtigheid moet kenmerken. Deze vrees was het gevolg van een incident, dat heeft plaats gebad. Minister Dupuy heeft op het verzoek van de „Ligue des Patriotes" om eene plaats in den begrafenisstoet afwij zend beschikt omdat het verzoek afkomstig was van eene groep welke het middelpunt vormt van eene anti- coD8titutioneele beweging en van welke do voorzitter en verscheidene der voornaamste leden den President der republiek hebben beleedigd. DeroQlède heeft op Dupuy's wei gering geantwoord met een manifest, waarin hy zegt het aan de bevolking over te laten deze beslissing te be oordeel en. De bedoeling van dit antwoord is natuurlijk om gisting te verwekken. Sébastopel over, de rne de Turbigo door en langs den boulevard Ménil- montant naar de begraafplaats Père- Lachaise. Achter den lijkwagen gaan een kapi tein die het grootkruis van het Le gioen van Eer, en twee kapiteins die de vreemde ordeteekenen dragen. Daar achter komt de familie, door het per soneel van het Elysée, in zwaren rouw, omringd. President Loubet, vergezeld van den chef van zyn militair huis en den chef van het protocol, gaat achter de familie, door vier deur wachters van het paleis met getrok ken sabel, omringd. Vervolgens komen de voorzitters van Senaat en Kamer van Afgevaar digden, de nuntius en de ambassadeurs, en de buitengewone gezantschappen, in de volgorde, door het protocol ge regeld. Om tien aur vertrekt de stoet van het Elysée. Alleen de offlcieele per sonen 'de familie en het parlement hebben toegang in Notre Dame. Het geheele garnizoen van Parys er verscheiden garnizoenen uit den om trek zyn op de been om den weg af te zetten en de orde te bewaren. Het vertrek van het Elysée wordt door 101 kanonschoten aangekondigd, even zeer de aankomst op de begraafplaats. Nadat de troepen voor de katafalk gedefileerd hebben, worden daar de redevoeringen uitgesproken. De weg door den lijkstoet van pre-j sident Faure heden morgen te voLeo, i isWoensdag vastgesteld. De stoet volgt (wegens werkzaamheden ouder den grond zegt men), niet den boulevard St. Germain, maar de Seiue-kaden, van de place de la Concorde tot aan Notre Dame. Van de kathedraal af langs het stadhuis, den boulevard De zaak-Dreyfus. De „Soir" deelt mede, dat de heer Manau tegen het einde van de week zyn reqnisitoir zal indienen, strekkende tot vernietiging van de veroordeeÜDg van Dreyfus, zonder verder beroep. Eene uitzetting uit Frankrijk. Gemeld is, dat de fransche minister Dupuy den correspondent der „Nene Freie 'Presse", Frischauer, heeft aan gezegd, dat hy bionen 48 uren het land moest verlaten. Het slachtoffer van dezen harden maatregel heeft na der eenig uitstel verkregenhem is acht dagen tyd gegeven. „De beweegreden van deze uitzet ting is niet van politieken aard schreef de „Figaro". Onze collega behoort niet tot eenige revolutionaire sekte. Men verwyt hem slechts zyn berichten betreffende de zaak-Dreyfus, „die „tendentieus" waren, naar bet schynt. De heer Berthold Frischauer die sedert drie jaren te Parys was, heeft overigens nooit vyandige gevoe lens tegen ons land aan den dag ge legd; maar de Fransche regeering wil door dezen maatregel, naar men zegt, alle buitenlandsche correspondenten te Parys doen begrijpen, dat zy in het vervolg eene zeer bescheiden houding hebben aan te nemen tegenover de zaak. Frischauer zelf, geïuterviewd, zeide dat Dupuy erkende dat zyne brieven in het öostenryksche blad, correct geweest zyn jegens Frankryk en eer biedig jegens de regeering. Maar zyne berichten waren „tendentieus" ge weest, wat de zaak-Dreyfus betreft. De correspondent zeide, dat hy steeds onpartijdig uit alle bladen geciteerd had. De ware reden van zijn uitzettiug was, dat hij Dromont boos had ge maakt. In een heftig artikel had de „Libre Parole" hem wegens zyn gods dienst en zijn uiterlijk aangevallen en zyn uitzetting geëischt. Nooit heb ik Frankryk beleedigd, eindigde Frischauer. Ik heb het lief. Ik heb nog een paar dagen geleden woorden vol lof over Loubet geschre ven men vergelijke daarmede eens den inhoad der „Libre Parole" Johan Orth. In de Times stond Dinsdag een telegram dat Jotian Orth kalm met zyn vrouw in Argentinië woont. Een bericht van dien aard in zoo'n ern stig blad is voor het blijkbaar goed ingelichte Neue Wiener Tagblatt een reden geweest om nog eens dnidelyk uiteen te zetten waarom Johan Orth reeds laDg dood moet zyn. Er zijn tal van redenen die voor Orth's dood pleiten. Ouder anderen de volgende: Orth had een groot depot bij een Oostenrijksche bank. Over het ge bruik van die gelden stond hy voort durend met de bank in correspon dentie, en vlak voor zyn vertrek uit Buenos-Aires schreef hy daarover nog een zeer dringenden brief aan de bank, met verzoek om antwoord naar Valparaiso. Dit antwoord is met een menigte andere brieven naar die stad verzonden, maar nooit afgehaald, zoodat de Oostonryksch-HoDgaarsche consul die brieven als onbestelbaar naar het ministerie van buitenland sche zaken heeit teruggezonden. Ook de bank heeft nooit, iets meer van Johan Orth vernomen. Hetzelfde geldt van de heele be manning; velen er van waren ge trouwd, en hadden vrouw en kinde ren. Dezen hebben nu evenmin wat van hun echtgeuooten en vaders ge hoord en moesten, omdat ze doodarm achterbleven, ondersteand worden. Is het nu aan te nemen dat die vyf- en-twintig lui uit liefde voor bun kapitein op het geheimzinnige eiland waren gebleven zonder iets van zich te laten hooren? Zeker niet. De moeder van Johan Ortb, de onlangs overleden ex-groothertogin van Toskane, had jaren de kamer van haar zoon op haar slot Orth by Gmiinden in ongerepten toestand ge laten. Toen echter jaren verstreken zonder dat zy iets van haar kind vernam, begon ook zy aaD den dood van haar zoon te gelooven. Ook zyn broers en zusters konden niet langer twijfelen en eischten daarom van de Hamburgsche, assnrantiemaatschappy uitbetaling van de 230,000 mark voor welke Johan Orth zyn schip verze kerd bad. De maatschappij weigerde echter, op grond dat de dood van Orth niet zeker was. Toen on'stond er een proces dat het ryksgerechts- fiof ten nadeele der maatschappij be sliste, omdat zooals de omstandighe den lagen het vergaan der Santa Margherita moest aangenomen worden. Verder heeft het bestuar in Argen tinië op verzoek der Oostenrijksch- Hongaarsche regeering een schip tot het doen van nasporiugen uitgezonden, dat echter onverrichterzake is terug keerde Het heette dat een matroos, Pajcurits, die in Argentinië woonde en van daar brieven aan zyn bloed verwanten in Istrië geschreven had, aan boord van Orth's schip was ge weest. By onderzoek bleek echter dat die matroos die laatste reis niet heeft meegemaakt, maar even te voren het schip had verlaten. Trouwens waar schijnlijk is het verhaal in de limes eenvoudig uit het feit van het ont vangen van den brief van Pajcurits te verklaren. Men moet wel aannemen dat Johan Orth niet meer onder de levenden is, en dat de verhalen van een roman tisch leven, hoe dikwijls die ook mogen terug komen, bezijden de waar heid zyn. Het is hetzelfde als met den ballon van Andrée, waarover men ook wel nooit de waarheid zal hooren. Een Parysche commissaris van politie, de heer Bernard, hoeft by den graveur Cariaux vyf stempels in beslag genomen, welke bestemd waren voor het slaan van medailles met den beeldenaar van den hertog van Orle ans. Eveneens werd beslag gelegd op 10.000 dezer medailles, welke aan de propagandisten moesten worden afge leverd. Andrée. Het ministerie van buitenlandsche zaken te Petersburg heeft van den gouverneur van Jënisejsk het vol gende telegram ontvangen, dar de gouverneur den 20en uit Krasnoyarsk ontvangen had De mededeelingeii van het blad Jenisej betreffende Andrée's expeditie zjjn, blijkens het onderzoek, door den inspecteur der mjjnen ter plaatse ingesteld, niet bevestigd. Indien dit bericht gegrond is op latere inlichtingen dan Dinsdag ge meld is, blijft er naar allen schijn van het verhaal der Toengoezen niets over. Op de Filippijnen. Volgens een bericht vanLaffao's agent schap uit Manilla heeft generaal KiDg de Filipinos die hem de laatsto dagen zoo lastig gevallen hebben, aangeval len en getuchtigd: 50 Filipinos zou den gedood zyn, terwyl de Ameri kanen slechts twee dooden eo twee gewonden hadden. Uit dezelfde bron komt het bericht dat de bewoners van het eiland Negros (ten zuidoosten van Panay gelegen), uit eigen beweging de Amerikaansche vlag geheschen hebben, toen Ho-Ilo in handen van generaal Miller geval len was. De berichtgever van de New York Herald te Manila bevestigt deze iaat- ste tijding, en voegt er bij, dat hot Ik heb van den beginne af alles be grepen. Een aardig gezichtje «1 een intelli gent hoofdje een verleiding van het' Engolacko gouvernementmijn oudo vriend wordt verliefd op dat aardige gezichtje en overreedt het meisje hem de kaarten, die zij gestolen heeft, te geven. En nu is liij hier gekomen om iruj die kaarten ter hand te stellen cn te zeggen, dat die vrouw naar deu drom- mc 1 kan loopen en hij zelf naar Rusland terugkeert." l)e lach verdween van Paul's gelaat. Ilij stond op en leunde tegen den schoor steenmantel. ..Gij begrijpt mij niet," zeide hij ern stig. „Zoo is het niet, graaf, ik bezit geen. kaarten om weg te geven. Juffrouw Best heeft ei- geene. Daarvan bon ik overtuigd. Toen ik Rusland verliet was dit enkel en alleen om do coirespondentie van haar met haar vrienden af te breken en te zorgen dat zij ons niet verraadde. Het is waar dat liaar ouders oen paar jaar geleden gestorven zijn - maar zij heeft een bloedverwant in Londen cn die was het. die liaar in verzoeking bracht. Ik wil niet dat zij dien man weerziet. Gij kunt mij veroordeelen om hetgeen ik gedaan heb, maar dit zeg ik je, nooit zal ik haar verlaten." j Theodor, zijn rol van diplomaat laten de varen, lachte gemoedelijk. „O!" zeide hij, „zijn wij nog in dat stadium. Het is het tweede veronderstel ik. Het is best mogelijk dat je, wanneer je je in Rusland bevondt, reeds genezen zoudt zijn, maar verandering van lucht is slecht voor deze kwaal. Zend het meisje naai- haar bloedverwanten terug, nu je toch weet dat zij geen geheimen bij zich draagt en kom mij een maandje opvroolijken. Ik kan je geen beter mid del recommit nd'eereu." Paul nam zijn sigaar op en stak liaar aan. Zijn hand beefde con weinig. Hij wist zeer goed dat het een onbegonnen werk was dezen man van de echtheid van zijn liefde te overtuigen. Hij wide 't niet eens probeeren, vieezende dat de spotter het meisje, dat hem zoo dierbaar was, in een verkeerd daglicht zou stellen. „Laten wij juffrouw Best laten rus ten." zeide hij na eenige oogenblikken van stilte, „gij begrijpt mij en ik jou niet. Niemand heeft het recht tot een man te zeggen, je moet dit of dat meisje [niet liefhebben. Als je mijn vriend' zijtj moet je mij van het een en ander op de hoogte brengen. Vertel mij eens wat zeggen ze in Rusland van mij God weet, dat ik mij zelf die vraag niet eens duif voorleggen. Wordt mijn naam wel eens genoemd? Heeft een van mijn vrienden niet een goed woord voor mij gedaan? Met deze vragen tob ik mijn hersenen af als ik 's nachts wakker lig. God weet, de nachten op zichzelf zijn al straf genoeg." Theodor, dio een hekel had aan emo ties van welken aard ook, keek met een onnoozel gezicht naai- zijn sigaar. „Beste kerel," hernam hiji op den toon van een oprecht vriend, „je moet jo zelf niet zoo opwinden. Het zou af schuwelijk van me zijn als ik j< Leugens op de mouw spelde. Hoe kan ik nu weten wat zij in Pe tersburg van je zeggen. Is het waar- schijnlijk dat er in de officicele bladen eenig blijk van sympathie te vinden zou zijn. Dat je ooit naar Kroonstad terug kunt keeren, geloof ik niet. Dat is bui len alle quaestde. De discipline zou er onder lijden en jij ook. Maar daarom zal ik nog niet beweren dat je later dooi- middel van invloedrijke personen niet weer in dienst van den Czaar kunt komen. Dat hangt van je zelf af en van den weg dien jo hier in Londen inslaat. Gïji kunt toch niet verwachten dat wij je helpen zoolang je zulke nonsens uit kraamt zooalsik wil het meisje trou wen, haar beschermer blijven en zooai meer." Paul beet zich op de lippen. Hij stond op 't punt zijn kalmte te verliezen en weg te loopen. „Er beslaat geen beter meisje op de' geheele wereld," zeide hij driftig. „Als gij haai- kendet en mijn vriend waart Theodor, zoudt gij zulke dingen niet zeggen. Ik kwam hier, denkende dat je mij wildot helpen het spijt mij nu, dat ik kwam." De graaf verdween bijna geheel in. d'e zaclitu kussens van den stoel. „Du calme, du cahne!" riep hij op den toon van iemand, die zich amuseert. „Als ik nog leef zullen wij nog voor het diner dienen te duelleeren." „Neen," zeide Paul kalm, „ik heb geen lust om met je te twisten, graaf. Jouw levensbeschouwing is niet dezelf de als de mijne, wij zullen dus hierover niet verdei- praten. Buitendien ga ik naar huis. Ik heb hot haar beloofd, zij zal op mij wachten. Ik zeide dat ik binnen een uur terug zou zijn en er zijn er nu al drie verstre ken." Een schaduw verduisterde het gelaat van den graaf. „Oje moet niet over heen gaan spreken," zeide hij ernstig, „en mij niet onvriendelijk vinden. Wat wij bespra ken beteekende niet veel. Wij zullen nu over ernstiger dingen spreken en dan zal niemand je zoo goed! kunnen raden als dei diplomaat, die alles met koude, zaakrijke oogen beschouwt. Als je denkt dat juffrouw Best zich Ongerust maakt, schrijf haar dan een briefje. Pen en inkt kan jc hier naast in de bibliotheek vinden. Ik zal onderwijl een sigaartje rooken. Het zou dwaasheid zijn om nu reeds weg te gaan." Paul was besluiteloos wat te doen, maar de graaf sloeg op een gong die naast hem stond, waarop oogenblikkelijk da Rus verscheen." „Demetrius, wijs zijn Excellentie den weg naar de bibliotheek. Z. E. zal je een brief geven, die terstond bezorgd moet worden." De bibliotheek was een klein, net in gericht vertrek waarin een paar boeken kasten stonden, die hoofdzakelijk Fran sche boeken bevatten. Paul schreef liaastig een briefje,, dat van innige liefde en hoop sprak. Hij had Theodor aangetroffen, en in hem nog altijd een vriend gevonden; hij, wachtte, nog- slechte op de hulp van eon. ander om hem een eervolle betrekking te bezorgen en dit alles geloofde liij terwijl hij het neerschreef. Het kwam gèen oogen blik bij hem op dat hij be drogen werd. Hij was er van overtuigd, dat zijn brief terstond weggebracht zou worden. Hij wist niet dat Demetrius hem niet verder dan de keuken zou brengen en daar in de kachel werpen. Toen hij naai- den wintertuin terugkeer de speelde er ten tevreden lachje om zijn mond. Het was toch prettig een vriend' weer te zien. Hij Ijesloot den graaf meer dankbaarheid te toonen maar do woorden, die hij wilde spreken, bestierven hem op cle lippen bij het zien van den man die tegenover Theo dor zat; het was niemand anders dan Bonzo, de Bonzo van Kroonstad, wiens naam hem zoo dikwijls schrik had aan gejaagd, de man, die door allen gevreesd; was. Dajcolonel zat in een crapeaud. Hij droeg een zwarten rok, grijze broek eoi een das, die naar Fransche wijze ge knoopt was. Hij rookte een zware si gaar en nam nu en dan een teugje ab sinthe. (Wordt vervolgd.)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1899 | | pagina 2