NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD.
Directeur-Uitgever
PEEREBOOM.
Weekblad voor de Jeugd.
FEUILLETON.
Zaterdag 4 Maart 1899
■o 4811
HAARLEMS DABBLAD
.a:
Voor Haarlem per 3 maanden1.20
Voor de dorpen in den omtrek waar een Agent gevestigd is (kom der
gemeente), per 3 maanden1.80
Franco door het geheele Kijk, per 3 maanden1.65
Afzonderlijke nummers0.05
Geïllustreerd Zondagsblad, voor Haarlem, per 3 maanden0.30
de omstreken en franco per post0.87l/2
A T~)V7-FiTF?,rT'-FrNrl II PTNT-
1 - 5 regels 50 Cts.iedere regel meer 10 Cts. Groote letters naar plaatsruimte.
Bij Abonnement aanzienlijk rabat.
Reclames 20 Cent per regel.
Abonnementen en Advertentiën worden aangenomen door onze Agenten
en door alle Boekhandelaren en Courantiers.
Dit blad verschijnt dagelyks, behalve op Zon- en Feestdagen.
Bureaux: Kleine Houtstraat 14, Haarlem. Telefoonnummer 122.
Hoofdagenten voor het Buitenland: Compagnie Générale de Publicité Etrang'ere G. L. DAUBE Co. JOHN F. JONES, Snee., Parijs 3Ibis Faubourg Montmartre.
Met (uitzondering van het Arrondissement|Haarlem is het uitsluitend recht tot plaatsing van Advertentiën en Reclames betreffende Handel, Nijverheid2en Geldwezen, opgedragen aan het
Algemeen Advertentie-Bureau A. DE LA MAR Azn. te Amsterdam.
BUITEN het Arrondissement Haarlem is de prijs der Advertentiën van 1—5 regels f 0,75, olke regel meer ƒ0,15; Reclames per regel ƒ0,30.
Agenten voor ',dit blad in den omtrek zijn Bloemendaal, Santpoort en Schoten, P. v. d. RAADT, öandpoortHeemstedeJ. LEUVEN,bjj de tolSpaarnda n, C. HARTENDORPZandvoort, G. ZWEMMER
VélsenW. J. RUIJTER; Beverwijk, J. HOORNS; Hillegom, ARIE HOPMAN, Molenstraat. Genoemde Agenten nemen Abonnementen en Advertentiën aan.
Aan hen die daarop zgn geabon-
eerd, wordt hierbij verzonden No. 10
ia het Weekblad voor de Jeugd.
Dit keurig geïllustreerde weekblad,
pder redactie van den heer F. H.
in Leent, bevat in dit nummer:
Haar liefste schat.
Het Herderinnetje (vervolg).
,De tweelingen (vervolg).
Een in de wapenoefening.
Het jonge eendje.
Kraakamandelen.
Bericht.
Correspondentie.
Lessen der ervaring.
Allerlei.
Raadsel.
Antwoord op het raadsel.
De zoon van den Brandweerman.
(Elk No., geroot 8 bladzijden, bevat
van fraaie, gekleurde platen en
en voor kinderen alleraardigsten
tkst. De prijs per 3 maanden is slechts
0 Cents.)
Officieele Berichten.
Burgemeester en Wethouders van
ïaarlem,
Doen te weten, dat van heden op
He werkdagen, van des voormiddags
0 tot des namiddags 4 uur, tot 16
daart e.k., 's namiddags ten 2 ure, ter
emeente-secretarie ter visie is ne-
lergelegdhet ingekomen verzoek-
chrift met de bijlagen yam J. Dgst
m vergunning tot oprichting van eene
(leubelmakerjj door gaskracht gedre-
'en in het perceel aan een particu-
ieren weg aan den Zjjlweg 2, en dat
p den 16en Maart e.k. des namid-
ags ten 2 ure op het Raadhuis der
emeente de gelegenheid zal worden
«geven, om ten overstaan van het
«meente-bestuur bezwaren tegen het
prichten dezer inrichtingen in te
Haarlem, 2 Maart 1899.
Burgemeester en Wethouders
voornoemd,
BOREEL.
De Secretaris
PIJNACKER.
Burgemeester en Wethouders van
Haarlem,
Doen te weten, dat bjj hunne be-
ichikking van 23 Februari j.l. aan E.
Ümits vergunning is verleend tot op
richting van eene suikerbakkerij in
iet perceel aan de Hoogstraat 14,
a aan J. F. Hoff Jr. vergunning is
rerleend tot oprichting van eene sme-
lerjj in het perceel aan de Nieuwe
Cruisstraat 15.
Haarlem, 2 Maart 1899.
Burgemeester en Wethouders
voornoemd,
BOREEL.
De Secretaris,
PIJNACKER.
A. H. Neelissen om vergunning tot
het verkoopen van sterken drank in
het klein in het voorhuis van het per
ceel aan de Botermarkt No. 27, van
P. J. F. Beccari en Zoon om vergun
ning tot het verkoopen van sterken
drank in het klein in het perceel aan
de Du ven voordestraat hoek Roosveld-
straat en van J. D. Ferwerda, firma
Ferwerda en Tieman, om vergunning
tot het verkoopen van sterken drank
in het klein in den winkel en twee
kamers daarachter van het perceel
aan de Groote Houtstraat No. 5.
Haarlem1 Maart 1899.
Burgemeester en Wethouders
voornoemd
BOREEL.
De Secretaris,
PIJNACKER.
Burgemeester en Wethouders van
Haarlem,
Brengen ter openbare kennis, dat
is ingekomen een verzoekschrift van
STADSNIEUWS
Eerste en tweede pagina.
Haarlem, 3 Maart 1899.
Door den Minister van Oorlog is
bepaald, dat voortaan de miliciens bjj
de keuring één voor éen voor de keu
ringscommissie moeten worden ge
voerd.
Ten einde aan dat voorschrift te
kunnen voldoen heeft men hier de
groote Doelenzaal in tweeën geschei
den door een houten schot dat uit el
kander genomen kan worden. Tegen
dat schot en aan de overzijde van het
vertrek zjjn kleine kamertjes gemaakt,
in den geest van kleedkamertjes in een
zweminrichting, die naar het midden
der zaal elk met een gordjjn zjjn af
geschoten en onderling door een hou
ten wand gescheiden. Deze kamertjes
(er zgn èr aan weerskanten negen)
hebben elk een bankje en twee flinke
kapstokken en zjjn van 1 tot 18 ge
nummerd met een cjjfer, dat aan bui
ten- en binnenkant zichtbaar is. Ieder
ontkleedt zich nu in zjjn kamertje en
wacht tot zjjn nummer afgeroepen
wordt.
Het vertrek zelf wordt nog door een
gordjjn in tweeën gescheiden.
Op deze wjjze heeft de keuring
voor hen, die zich daaraan moeten
onderwerpen, minder bezwaren. De
wjjze, waarop hier aan het voorschrift
van den Minister is voldaan, doet,
volgens militaire autoriteiten, den ont
werper alle eer aan.
Voor de Rjjks Kweekschool voor
Onderwjjzers alhier hebben zich aan- j
gemeld 98 candidaten.
Het schrifteljjk examen zal plaats
hebben den 16en dezer.
"Voor het examen nuttige handwer- J
ken zjjn Donderdag te's Gravenhage
geslaagd de dames J. E. Blits en M.
C. E. Beekman, beiden alhier.
Aan de brug, die ten dienste der
electri8che tram over de Leidsche-
vaart wordt gelegd, was Donderdag
middag van 25'/2 uur de vaart ge
stremd doordat twee tjalken onder
de brug aan den grond geraakt waren
tengevolge van de groote hoeveelheid
zand bjj de werkzaamheden in het
water gestort. Slechts na groote
krachtsinspanning gelukte het de
scheepjes weder vlot te krjjgen. He
den zgn de werkzaamheden aan de
brug zoover gevorderd, dat de vaart
vrjj is.
Gemeente-reiniging.
De openbare vergadering gehouden
Donderdagavond in de groote zaal
van de sociëteit „De Kroon", door
den heer W. A. J. van de Kamp
alhier uitgeschreven om, in aanslui
ting op zjjn vertrouwelijk schrjjvcn
aan de leden van den Haarlemschen
Gemeenteraad, over de Gemeente
reiniging hier ter stede te spreken,
was zeer druk bezocht.
Zooals men weet is door den heer
Vac de Kamp beweerd dat de admi
nistratie der gemeente-reiniging niet
is zooals zjj wezen moet, en wel om
dat de hoeveelheden verscheepte com
post grooter zouden zjjn dan de offi
cieele cjjfers aangeven.
Zjjn eigenljjk onderwerp van be
spreking leidde de heer Van de Kamp
in met eene korte geschiedenis van
het stichten van den gemeentelijken
reinigingsdienst. Indertijd werd hiertoe
door den gemeenteraad besloten, toen
de particuliere reiniging niet meer aan
de behoeften voldeed en door eene
commissie uit den gemeenteraad, be
staande uit de heeren Dyserinck, Van
Dieren Bjj voet en Smits, bijgestaan
door den heer Soutendam als deskun
dig adviseur (waarom hiervoor de
heer Pietjens, reeds 25 jaar beltop-
ziebter, niet uitgenoodigd vroeg spr.),
tot gemeentelijke exploitatie was ge
adviseerd. De heer Soutendam had
toen voorspeld, dat de kosten voor
de gemeente gering zouden zjjn, ja
spoedig eenige baten te verwachten
waren. Deze prachtige! voorspelling
werd gevolgd door een lijdensgeschie
denis en steeds stijgende kosten.
Het cardinale punt bjj de gemeen
tereiniging, de ziel der negotie, is de
compost. Hierover zou spreker dus
het woord voeren.
Hjj herinnerde aan de woorden door
den wethouder den heer de Breuk uit
gesproken in de raadsvergadering in
Februari, toeo door den heer Bejjnes
het vertrouwelijk schrjjven van spr.
aan den gemeenteraad werd ter sprake
gebracht. De wethouder had toen ge
sproken van finesses en koopmanschap,
in zake het beheer van den dienst.
Spr. wilde nu constateereo, dat die
finesses en die koopmanschap ten na-
deele zjjn van ons allemaal.
In verband met de vraag of elkeen
een schip kon meten, herinnert spr. aan
het verhaal van een weesjongen te
Utrecht, die toen hem gevraagd werd
of hjj eene ten behoeve van het ge
sticht gekochte koe geen flink beest
vond, hierop bevestigend antwoordde
na het dier aan een der pooten te
hebben gevoeld. Toen hem opgemerkt
werd, dat hjj om dat te onderzoeken
de koe toch niet aan zjjn poot moest
betasten, antwoordde hjj„Och, de
andere deelen zjjn toch niet voor ons
(Gelach).
Het is onjuist, vervolgt spreker, dat
in Amsterdam de aflevering van den
compost evenals hier naar de maat
berekend wordt, zooals de heer Breuk
heeft beweerd. Het gaat per gewicht.
Op het beweren van den wethou
der, dat niet alle schepen, die compost
hebben ingenomen, vol geladen waren,
antwoordt spr., dat alle 39 schepen
in de door hem openbaar gemaakte
Ijjst van vaartuigen, die in September
j.l. aan de belt vracht hebben inge
nomen, hun vracht hadden geladen.
Hjj heeft zelf gezien, dat de leren
van een schip met bagger waren be
smeerd, wel een bewjjs. dat de schip
per zjjn vracht had.
Spreker neemt als voorbeeld het
laatste schip van zjjne Ijjst, No. 39,
van J. Oadshoorn, groot 45 ton, d. w. z.
met een draagvermogen van minstens
45000 K. G. Als nu het water tot de
waardings staat, dan constateert spr.
dat het schip minstens 45000 K. G.
compost in heeft of minstens 45 M3.
en toch geeft de officieele Ijjst slechts
aan 36 M3.
Op gezag o.a. van den directeur der
gemeente-reiniging te Utrecht en van
den heer Adolf Mager, van de land
bouwschool te "Wageningen, met wie
de heer v. d. Kamp zich in contact
heeft gesteld, mag aangenomen wor
den, dat 1 tonmaat minder is dan
1000 K. G., (ongeveer 950 K.GJ.
Bjj onderzoek is gebleken, dat te
's Hertogenbosch de compost evenals
hier wordt afgemeten met stères. Vol
gens deu directeur aldaar laden sche
pen van 45 ton minstens 50 M3. al
naar gelang het vuil meer of minder
gedrenkt is. Dat verschil36 M3. hier
en 50 M\ dat snap ik niet, zegt
spr. Dat maakt een verschil van 14
maal fl.80.
Wat volgt hieruit Dat men hier
niet meten kan.
Het moet ons spijten, dat mjjnheer
de Breik niet over'de finesses en de
koopmanschap duidelijker heeft ge
sproken, maar toch is het te consta-
teeren, dat dus gezegd is, dat er
finesses zgn.
In 1897 was de opbrengst aan
compost hier ter stede 25000 M\\ in
Groningen over hetzelfde jaar 64000
M3. Maar daar zjjn ze er bjj hoor 1
(Applaus).
Spreker stelt zich nu beschikbaar
voor een debat-
Van de aangeboden gelegenheid
maakt allereerst gebruik een vroegere
werkman van de gemeentereiniging
Meesenbeek, (of Miezenbeek) die van
1888 tot 1893 daarbjj werkzaam was
die ook voorbeelden gaf omtrent bet
laden van schepen, welke volgens hem
aantoonden dat den beltladers te
kort werd gedaan. Dus ook ons
wordt te kort gedaan merkt de
heer v. d. Kamp op.
Deze constateert de waarheid van
wat deze man gezegd heeft en leest
uit de notulen van de vergadering van
3 November 1897 der vereeniging „de
Goede Verwachting" bestaande uit
werklieden der gemeente-reiniging,
een en ander voor om aan te toonen,
dat toen reeds klachten werden geuit,
tekren de wijze van meting van afge-
leverden compost. De handelingen van
mjjnheer(geen naam werd ge
noemd) werden daarbjj zeer gelaakt
en eene commissie van 3 leden tot
onderzoek benoemd.
De werkman bjj de gemeente-reini
ging Smit protesteert tegen die be
stuursleden van de „Goede Verwach
ting," die de notulen der vereeni
ging ter beschikking van den heer
van de Kamp stelden. Verder
treedt hjj in technische bizonderheden
betreffende meting der beladen schui
ten ter weerlegging vaD de bewerin
gen van Miezenbeek, die hem beant
woordt evenals de heer van de Kamp,
opmerkende: „Wiens brood men eet,
diens woord men spreekt."
Vervolgens stelt de spreker de vol
gende motie voor:
„De openbare vergadering op heden
„vergaderd in de Groote Zaal der
„Sociëteit „de Kroon" alhier.
„Kennis genomen hebbende van het
„verschil van meting aan diverse ge-
„meente-reinigingen,
„gehoord den heer v. d. Kamp,
„gehoord de debatten,
„verzoekt den gemeenteraad van
„Haarlem eene commissie te willen
„benoemen, ten einde te onderzoeken
„of de manier van meting aan onze
„gemeente-reinigingis de juiste meting.
„Mocht het bljjken dat deze niet vol
doende betrouwbaar is, verzoekt zjj
„een zoodanige meting te willen voor-
„schrjjven, die recht en billjjk is.
'tWelk doende,
W. A. J. v. d. KAMP.
Haarlem, 2 Maart 1899.
Uit het applaus, waarmee de motie
werd begroet, neemt de heer v. d. K.
aan, dat alleu er mee instemmen.
Morgen (heden) zal zjj bjj den ge
meenteraad worden ingediend.
De heer W. L. Schram protesteert
hiertegen. De zaak is te ernstig, de
belangen vooral van het corps werk
lieden van den reinigingsdienst zgn er
te zeer mee gemoeid om zoo klakke
loos eene motie aan te nemen, en
daaraan bjj overrompeling onze stem
te geven (Applaus). Beter is het op
de zaak nader terug te komen, en
deze in handen te geven bjjv. aan het
Alg. Arbeiders Secretariaat hier ter
stede en wel door de vakvereeniging
der geïnteresseerde werklieden.
Een bestuurslid van het Secreta
riaat betuigt hiermee zjjne instemming.
Ook deelt de heer Schram mede
dat hij in 1892 zich met de vereeni
ging „de Goede Verwachting" heeft
ingelaten, ter bevordering der vak
organisatie.
Nadat de heer van de Kamp den
laatsten spreker nog kort heeft beant
woord, wordt door hem de vergade
ring gesloten.
Tjjdens de bijeenkomst werden af
drukken van de meergenoemde Ijjst
van verschepingen in September j. 1.
rondgedeeld.
Donderdagavond werden door den
agent-rechercheur Hessels een zestal
jongens opgespoord van 12—14 jaar,
die van een handwagen welke twee
knechts van de firma Verkrujjsen en
de Lange eenige oogenblikken onbe
heerd in de Zjjlstraat hadden laten
staan, twee flesschen wjjn hadden
ontvreemd, die zjj gezamenlijk opdron-
keneen der beide knechts greep in
de Gierstraat een jongen die een ledige
flesch in stukken wierp; deze bleek
een der daders te zjjn. Hjj werd door
hem medegenomen en aan de politie
overgeleverd.
Bjj de politie is aangifte gedaan
door den pachter van het buffet in
den schouwburg, dat uit een der zij
gangen een vaatje bier is ontvreemd.
Museum van Kunstnijverheid.
Het Museom van Kunstnijverheid
alhier werd gedurende de maand
Februari bezocht door 277 personen,
terwjjl 160 boek- en plaatwerken uit
de aan het museum verbonden boekerjj
naar verschillende plaatsen van het
land verzonden werden. De aandacht
van belangstellenden wordt nogmaals
er op gevestigd dat boek- en plaat
werken, betrekking hebbende op de
versierde kunsten, de kunstgeschiede
nis en de kunst-ambachten kosteloos
naar alle plaatsen van het land ver
zonden worden.
Op aanvrage is het reglement der
boekerjj verkrijgbaar
Haarlemsche Vereeniging van
Spoorweg-Ambtenaren.
Woensdag-avond werd in de boven
zaalder Sociëteit „Vereeniging" door
bovengenoemde vereeniging eene ge
zellige bijeenkomst gehouden voor le
den en genoodigden met hunne dames.
Als spreker trad op de heer L.
Jansen Fzn. van Haarlem. De Voor
zitter, de heer K. Bakker, hield eene
korte openingsrede, waarin spreker
allen een hartelijk welkom toeriep op
deze eerste bijeenkomst vanwege de
Haarlemsche vereeniging van Spoor
weg-ambtenaren. De reden van afschei
ding met de Nederlandsche vereeni
ging van Spoorwegambtenaren,die dea
ambtenaren voldoende bekend is, achtte
spreker hier minder gewenscht om
mede te deelen. Recht aangenaam was
het hem evenwel te kannen constatee-
ren, dat deze nieuwe vereeniging
recht van bestaan had.
Door aansluiting van vele leden
was de vereeniging reeds in staa, dat
te geven, wat vroeger de af doeling
Haarlem ran de Nederlandsche Ver
eeniging kon doen, doch het ledental
kon nog aanmerkelijk grooter worden,
waarom spreker dan ook alleu op
wekte om ieder in eigen kring voor
de vereeniging te werken, opdat meer
en meer leden zullen toetreden.
Nadat spreker nog het doel der
vereeniging had uiteengezet, sloot hjj
zjjne rede met de hoop nit te spre
ken, dat deze eerste bijeenkomst door
vele gevolgd moge worden en dat zjj
moge strekken tot bloei van de ver
eeniging.
Hierna kreeg de spreker van den
avond het woord. De heer Jansen heeft
zjjne repatatie als declamator weder
om uitstekend gehandhaafd. Op de
hem eigen prettige wjjze droeg spre
ker een viertal novelles voor, getiteld
„Een drukke avond" van Gerard K>
Ier„Een feestavond", „Een koopje
en „Oude zeelni", alle van Justus van
P
..01 Mevrouw daar ben ik niets bang
voor! Menschen, die zooveel van het
edele druivensap houden..."
„Wat! En dat na al wat gij aan mij|
(verplicht zijtbetaalde ik uw prullen-
tooi niet driemaal zoo duur als in dei
[Bon Marehé
„Nanon, ma mie! O! Mevrouw, ik
maak u wel duizendmaal mijn excuses!
Maar gij zeddet toch, hippopotamus en
rhinocerosIk was bezig in de keuken
de aardappelen te schillen, maai- ik heb
het toch gehoord," riep Chariot zeer be
zorgd het winkeltje binnensnellend. want
ide notaris was een man van gewicht in
'hun buurt
„Zij zeide „het edele druivensap!"
riep de vrouw van den notaris.
„Uw vrouw zeide, dat ik zooveel van
het edele druivensap hield, mijnheer!
Dat is lasterIk zal alles aan mijn man
vertellen. Hij zal u aanklagen. En uw
j artikelen, die tienmaal duurder zijn
dan in de PrintempsIk verzeker u dat
ik nooit meer in dit stoffige hol terug
kom! Zelfs al komen de Pruisen terug
en steken alle winkels behalve den uwen
in brand, dan nog zou ik niet komen!
En mijn „Loulou" een beest te noemen
Dat i9 ook laster! Mijn) man zal 't u
betaald zetten!"
„Loulou is een aardig hondje, pur
sang," mompelde Chariot verzoenend.
„Maai- toch is hij bang voor Toto."
„Toto is een lafaard!" zeide de vrouw
van den notaris. Maar nu verloor ook
Chariot alle voorzichtigheid' uit het oog.
„Een lafaardriep hij. „Als Toto een
lafaard is dan waren Alexander en Ce-
sar en Karei de Groote en Napoleon I
het ook!"
En Nanon mompelde„Er zijn
veel menschen die vrij wat ergers van
u vertellen dan ik, mevrouw. Ze zeg
gen Ze houdt wel van een borrel
Buiten zich zelf van woede wierp me
vrouw Viret het pakje, naalden en garen
bevattend, dat zij van Nanon gekocht
had op de toonbank en Nanon nam de
zooeven ontvangen sous op en gooide
ze in de goot, die langs het huis liep.
Toto, die zijn naam in het gesprek had
hooren noemen verscheen nu in den
winkel.
,,Etn lafaard, jij een lafaard', Toto",
riep Chariot. „Dan waren dé drie Mus
ketiers, de zeven zoons van Aymon en
de beroemde Roland het ook."
Toto, die nu de bronzen geldstukjes
in 't oog kreeg, zette er zijn poot op en
nam ze daarna! een voor een met zijn
bek op.
Toen begaf hij zich, zooals zijn ge
woonte was naar den koekbakker, die
om den hoek woonde, en ontving voor
zijn geld een pond wafeltjes in een par
pieren zak, die hij terstond aan zijn
vrienden in „dé rozenstruik" bracht. Zij
waren te zeer geërgerd geweest om op
hem te letten maar toen hij den zak tus-
schen hen op de toonbank legde, kusten
zij hem.
„Wat een slimmerd!" riep Nanon.
„Hoe eerlijk!" riep Chariot.
„Wat een hartelijldieid
..Wat een geheugen!"
„Hij verdient er één," zeide Chariot
hem er twee gevend.
„Maar ik moet de naalden en het
garen terugsturen, nu Toto het geld
uitgegeven heeft," zeide Nanon.
En dat deed zij ook, maar de notaris
vrouw weigerde het gekochte aan te ne
men; en de kleine Amée, het kleerma
kers dochtertje die met deze zending
belast was, liep verscheidene malen met
het pakje heen en terug totdat het Na
non, die minder eerlijk was dan Toto,
begon te vervelen en zij de naalden maar
hield aan haar man zeggende dat de
notarisvrouw ze gehouden had.
De veete tusschen de rozenstruik en
de notarisvrouw bleef bestaan.
„Jij zeidet haar dat zij dronk! Hoe
zal ze je dat ooit kunnen vergeven V' zei
de Chariot. „Als zij het niet deedt dan
bestond er nog kans op maar nu..." En
hij schudde misnoegd het hoofd.
Een zoo regelmatige en invloedrijke
klant te verliezen als mevr. Viret was een
zaak die men niet licht tellen moeat.
maar Nanon zou zich liever in stukjes
hebben laten hakken, dan haar excuses
te gaan maken. ..Wij hebben haar sous
niet noodig," zeide zij trotsch, maar zij;
zou geen Parijsche winkelierster moeten
geweest zijn om niet te weten dat ver
standige lui geen enkele klant, hoe on-
beteckenend ook, over boord gooien.
De notaris, een beeclieiden mannetje,
betreurde het dat hij nu geen bézique
meer met zijn vriend Chariot kon spe
len; maar zijn vrouw schold hem voor
een nietswaardigen ellendeling uit, om
dat hij Toto en zijn meester niet. voor
't gerecht daagde en de notaris trachtte
geen toenadering meer tusschen de bei
de partijen te bewerken.
Drie maanden waren or, sinds dit
voorval verstreken toen op zekeren dag
Chariot, die met Toto uit wandelen was,
mevrouw Viret met haar Loulou eenige
passen voor zich uit zag lcopen Loulou
den staart gekruld boven den rug dra
gend en keurig uitgedoscht met een licht
blauw lint met zilveren belletjes,
j Aan den overkant van den weg liep
een groote Ulmcrdog. Loulou, rende
met de brutaliteit hem eigen den weg
j over. rechtstreeks op dien vreemdeling
toe. De Duitsche. hond liet hem eerst
begaan, maar toen het kleine dier zijn
aanval voor de derde maal herhaalde
sloeg hij Loulou met zijn groote pooten
voor den grond en zou hem zeker afge
maakt hebben had Toto niet het- ge
vaar gezien. De Newfoundlander onge
twijfeld denkend „hij is wel altijd on
beleefd tegen mij geweest, maai- hij be-
hoort tot mijin landgenoofcen, en die
groote kerel is een Pruis, vreemdelin
gen zijn niet edelmoedig," vloog de straat
over voordat Chariot recht begreep wat
er eigenlijk gebeurde en, wierp zich op
dén ULmerdog. De Duitscher liet Loulou
los om naar zijn machtiger tegenstan
der te keeren. Loulou liep verschrikt
naar zijn meesteres terug en Toto en de
dog zagen elkaar in den baard brom- j
mend aan. en maten eikaars krachten. I
Gelukkig waren er gc-cn politieagen
ten in de buurt om onheil te stichten.;
de voorbijgangers kwaaien niet tusschen-
beide en Cliarlot doeg de beide honden
ademloos gade.
Madame Viret bleef ook staan met
Loulou in liaar armen gekneld, wiens
zijdien lint vuil en gescheurd was.
Een. twee, drie minuten stonden de
twee reuzen elkaar aan te zien als twee
Romeinsche kampvechters; hun hou
ding was prachtig. Maar een zeker ieta
in Toto's blik maakte den ander eem
weinig bevreesd'; hij zag hem aan ala
wildé liij zeggen „je hebt het mis, gaj
maar heen." De Duitsche dog voelde,
dat hij in Toto zijn meerdere had gevon
den; koppig en weifelend bekende hij
zichzelf dat hij overwonnen was. Hij
keerde zich om en liep weg, niet be
vreesd, maai- vernederd, evenals La,un-
celot door Arthur. Toto bleef onwrik
baar als een rots staan, totdat zijn vij
and ui"t het gezicht verdwenen was,
schudde toen zijn kop en liep naar Char
iot terug; een paar werklui die oolfl
liadden toegekeken juichten Toto toe.
Mevrouw Yiret barstte in tranen uit.
(Wordt vervolgd.)