NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD. De strijd der Planeet- bewoners. 24) Vrijdag 7 April 1899 ■o 4839 HAARLEM'S DAGBLAD Voor Haarlem per 3 maandenf 1.20 Voor de dorpen in den omtrek waar een Agent gevestigd is (kom der gemeente), per 3 maanden«1-30 Franco door het geheele Rijk, per 3 maanden„1.65 Afzonderlijke nummers 0.05 Geïllustreerd Zondagsblad, voor Haarlem, per 3 maanden0.30 de omstreken en franco per post0.87-^2 Directeur-Uitgever Van 1-5 regels 50 Cts.; iedere regel meer 10 Cts. Groote letters naar plaatsruimte. Bij Abonnement aanzienlijk rabat Reclames 20 Cent per regel. Abonnementen en Advertentiön worden aangenomen deor onze Agenten en door alle Boekhandelaren en Courantiers. Dit blad verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen. Bureaux: Kleine Houtstraat 14, Haarlem. Telefoonnummer 122. PEEREBOOM. Hoofdagenten voor het Buitenland: Compagnie Générale de Publicité Etrang'ere G. L. BA UBE Co. JOHN F. JONES, Succ., Parijs 31bis Fauboitrg Montmartre. Metf (uitzondering van het Arrondissement Haarlem is het uitsluitend recht tot plaatsing van 'Adrertentiën en Reclames betreffende Handel, Nc'verheidJJen Geldwezen, opgedragen aan het Algemeen Advertentie-Bureau A. DE LA MAR Azn. te Amsterdam. BUITEN het Arrondissement Haarlem is de prijs der Advertenties van 1—5 regels f 0,75, elke regel meer ƒ0,15; Reclames per regel f 0,80. Agenten voor dit blad in den omtrek zijn: BloemendaalSantpoort en Schoten, P. d. RAADT, Sandpoort; Heemstede, J. LEUVEN,bij de tol; Svaamda m, C. HARTENDORPZandvoort, G. ZWEMMER ARIE HOPMAN, Molenstraat Genoemde Agenten nemen Abonnementen en Advertentiën aan. Veis en, JW. J. RUIJTERBeverwijkJ. HOORNS; Hülegotn, Eiken Zaterdag zijn wij ren, niet alleen hier, maar ook elders... genoodzaakt, tot ons leed- laten wij dan billijk zijn en erkennen, wezen, firma's teleur te stellen, die £.f 2®°die dc Gemeenteraad r7 beschikbaar stelde, om aan de heeren hunne advertentien voor het Zater- en Van 0ijeI1 hct fijne Yan do dagavondnummor na tien nnr des hedendaagscho slactythuizen te doen morgens inzenden. In de meeste ge- kennen, buitengewoon belangrijke vruch- vallen toch is plaatsing dan oomo- ten hebben gedragen. Ook zijn deze zeer f?6Üi k sne* gewassen en tot rijpheid gekomen. Wii doen darhalva Mi duro het' t I» wet waar... de boer «Ut die vradi- W5 doeu dertialve ög ueze net tm li5ver nict m w zQ0 vnendelsk verzoek aan heo. dm a.s. wast m rijl)t heeft Ted innerUjk Zaterdagavond een advertentie in de gehalte. Doch waar het geldt zaken, die courant wenschen, die VRIJDAG- niet binnen ieders bereik vallen, en die MIDDAG in te zenden, opdat de liggen in de lijn van eene vrij algemeen plaatsing verzekerd zj|. geldende volkeovertuiging om niet te rv a zeggen volkswaan, kan men veel gemak- D" Admixistr.vtiz. kcl?jker werk ,„.crenj dat wat ,8,^ Uf5ÈCBee5e 8ïefffiaG8l*einj-, iu elkaar zit. en toch slagen, dan wan- -tij neer men eerst nog de algemeene opinie Verkiezing van vjf leden-patroons voor rene b j£moet en vpf leden-werklieden van de Kamer tn ïoiksmeening moet van Arbeid, a voor de Drukbersbe- v rr i cloeu omkeeren. drijven, b. voor de Voeaiogs- ea Ge-, u-;„ A notmiddelen, c. voor de Bouwbedrij- I ^le wect' °.f dan nu raMort- ven alle te Haarlem eD d. voor de Confectiebedrijven te Haarlem Heemstede. Burgemeester en Wethouders van Haarlem BreDgen ter algemeene kennis, dat bovenbedoelde verkiezingen zullen plaats hebben op Dinsdag, den 18en April a.s., en de eventueele hersiemmiogeu op Dinsdag, den 2en Mei d.a.v. Het stembureau zal zitting houden op het Raadhuis, van des voormiddags 3 tot des namiddags 3 uren, om daarna onmiddellijk over te gaan tot deepe ning der iogeleverde stembriefjes. Haarlem, 4 April 1899. Burgemeester en Wethouders voornoemd, BOREEL. De Secretaris, PIJNACKER. Verkiezing van vijf leden-patroons en vijf leden-werklieden van de Kamer van Arbeid voor de Metaal- en Hout bewerking te Haarlem en Haarlom- nnerliede c.a. Burgemeester en Wethouders van Haarlem, Brengen ter algemeene kennis, dat bovenbedoelde verkiezingen zullen plaats hebben op Dinsdag, den 25en April a.s., en de eventueele herstemmingen op Dinsdag, den 9en Mei d.a.v. Het stembureau zal zitting houden op het Raadhuis, van des voormiddags 8 tot des namiddags 3 uren, om daarna onmiddellijk over te gaan tot de ope ning der ingeleverde stembriefjes. Haarlem4 April 1899. Burgemeester en Wethouders voornoemd, BOREEL. De Secretaris, PLJN ACKER. FEUILLETON. Fantastische Roman naar het Engelsch van H. G. WELLS. Mijn eerste werk, toen ik dit water bereikte, was natuurlijk mijn dorst te lessschen. Dc dronk eenige teugen en proefde eens door een plotselinge op welling gedreven van een klaprozen- struik maar zij waren waterig en had den een akeligen ijzersmaak. Hét water was ondiep genoeg om er door te waden, ofschoon de struiken mijn voortgang wel bemoeilijktenmaar al naarmate ik meer de rivier naderde werd de 9troom dieper en ik keerde dus in de richting van Mortlake terug. Ik trachtte den weg te vinden door de rui nes der villa's en omheiningen als weg wijzers te gebruiken en hield nu aan op Roehampton tot ik eindelijk te Putney Common aankwam. Hier deed het gewone tooneel van ver woesting zich weer voorgeheele stuk ken gronds zagen er uit alsof zij door na het verwerken van de bewuste /'250 door onze Haarlemsche deskundigen, de zaak van het abattoir alhier niet deci deert. Want „het zit in de lucht". Haar lem is niet gaarne. Jan achteraan. En nu Amsterdam en Rotterdam door Utrecht, Leiden en zelfs Nijmegen ge volgd zijn, nu ware het toch ongehoord' als Haarlem niet zorgde er ook bij te zijn, en dit onmisbaar element voor goe de gezondheidstoestanden ten spoedigste ging oprichten. 't Is me hier een toestand! „Yan de 83 slachtplaatsen te Haarlem" zoo zeg gen de deskundigen, „voldoen er negen aan de eischen, die men met het oog op bodem, rioleering. afwatering, licht, ruimten, ventilatie- en bewaarplaats van vjeesch aan eene goede slachtplaats j moet stellen en zijn er twaalf, die eenigs- j zins aan die eischen voldoen. Yan de' overige 62 zijn er 18 zeer onvoldoende en moeten er 44 uit alle oogpunten be- j paald' slecht genoemd worden." Iets vroeger herinneren de deskundi gen, d'ait slachtplaatsen „niejfc zonder reden zijn opgenomen in de Hinderwet." j Dat wil zeggen, dat Burgemeester en Wethouders tot het aanleggen; en inge- bruiknemeu permissie moeten geven. Hebben wij het mis, of heeft de eerste der twee rapporteerende deskundigen j iu het geven van zoon permissie niet het hoogste woord? Is dan dat zeer on gunstig rappert over den bestaanden toestand niet eene zeer ernstige zelfbe schuldiging van den eersten deskundige te meer waar diezelfde Hinderwet de gelegenheid opent, om door het stel len van nieuwe voorwaarden bestaande toestanden te verbeteren Of hebben wij hier te doen met het gebruiken van een eigenaarcligen tint, die zoo gemakke- j lijk is aan te brengen, als men toestan den wil kleuren tot bereiking van een l bepaald döel, in dit geval het bouwen j vaöi een abattoir en het in 't leven roei pen van een belangrijk ambtenaar sper- soneel met eon directeur aan het hoofd'? 't Komt er echter niet op aan, of de j slachtplaatsen wat mooier of leelijker zijn, zij hebben aJtemaal zonder on derscheid één familietrek. „Zij toch" zoo .zeggen alweer dè deskundigen j .verontreinigen den bodem, het water Stadsnieuws. Eerste en derde pagina. Haarlem6 April 1899. Abattoir. I. INGEZONDEN. Wij klagen dikwijls over onnut uit-i gegeven gelden door onze vroede vade- en de lucht. De bodem, doordat de mest, een cycloon geteisterd waren en ongeveer veertig el verder trof ik geheel ongedeer de gedeelten aan. Daar waren de jaloe zieën dei- huizen neergelaten en de deuren gesloten alsof de eigenaars voor een dagje uit waren of zich ter ruste hadden begevenI Daar groeide de klaproos minder we- j lig en ook de groote boomen, die in de laan stonden, waren niet met de rood'e 1 klimplant bedekt. Ik snelde tusschen de boomen door om te «trachten, eenig voedsel op te sporen. Ook doorzocht ikj een paar verlaten huizen maar bevond j tot mijn spijt dat men mij reeds voor i geweest was en men ze reeds ledig ge plunderd had. De rest van den dag hield ik mij in het struikgewas verscholen omdat ik mij te zwak voelde mijn tocht voort te zetten. Gedurende al dien tijd had ik geen toeken van een levend men- schelijk wezen, maai" ook niet van de Marsianen ontdekt. Wel had ik een paar half uitgehon gerde honden ontmoet, die zich echter bij mijne nadering uit de voeten maak ten. j Na zonsondergang vervolgde ik mijn i weg verder naar Putney, waar blijkbaar do verzengende schijf om de een of andere reden, dienst had gedaan en verder door Roehampton vond ik in een het bloed en andere afvalproducten, wel ke in ontbinding overgaan tusschen de steenen door in den bodem dringenhet water, doordat deze stoffen met het spoelwater in de riolen worden afge voerd. e-n de lucht doordat er uit de stallen, van de mesthoopen en uit de slachtplaatsen stinkende gassen opstij gen." Burgers van Haarlem, gij weet niet ;half in welke omgeving gij eigenlijk leeft, en de deskundigen wisten het ook niet, als zij het niet op hunne „abat- toirreis" te Wezel hadden ontdekt. ..In dien men de groote massa) in ontbinding verkeerende afvalproducten, welke het spoelwater meevoert, ziet in eene klaar- inrichting van eeno stad als Wezel (20.000 inwoners), zooals wij op onze abattoirreis gezien hebben, krijgt men cenig begrip van de enorme groote w a- ier-verontreiniging, welke in de ze stad van uit de slagerijen plaats meet hebben." Waar de f 250 voor de „abattoirreis" al niet nuttig voor zijn geweest. Er gaat een licht op voor onze oogen. De aller schandelijkst vervuilde J toe-Stand van onze anders zoo heerlijke rivier „het Spaarne", een toestand diö het best te onderkennen is, als bij de roeiwedstrij den eens een jong mensch met een licht of een wit pak te water raakt, en hij er dan als een vies bruinrioolmannetje uit komt,, is niet hieraan te wijten, dat na genoeg de geheele oude stad zijn faeca- liën door de riolen in het Spaarne loost, maar aan de. slagerijen, die krachtens do bepalingen der Hinderwet goed- moesten z ij n, doch nu bodem, wa ter en lucht bederven. Let er maar op, als 't abattoir er zijn zal, kunt gij het vocht dat op dc Kaasmarkt uit „de beek" (O, misbruik van een liefelijken naam) in het Spaarne vloeit, gerust in een emmertje opvangen en drinken. Niet dë faecaliën der bewoners doen 't hem, maar de slachtplaatsen. De vraag blijft dan echter nog over als men nu al die slachtplaatsen ver- eenigt in ééne slachtplaats, is er dan geen bloed, geen meet, geen afvalproduct meer, dat „tot ontbinding overgaat" „tusschen de steenen in den bodetui dringt," stijgen er dan geen „stinkende jassen" meer op, en wordt het water niet verontreinigd Of zijn de heeren te Wezel pas tot de ontdekking van een en ander geko men, juist toen zij al die aangename zaken geconcentreerd bijeen vonden in eene „ldaarinrichting?" Het rapport geeft u antwoord „Hier mede behoeft men te Haarlem geen rekening te houden, evenmin als met de vraag, waar het terrein gelegen moet zijn, om geen bodem- of waterverontrei niging door het spoelwater te krijgen. In goed gebouwde abattoirs toch wordt het spoelwater gezuiverd ten eerste: door beziuking der grove besta nddeelen in de aanwezige zinkputten, ten tweede door zuivering in de mechanische klaar- inrichting en ten derde door chemische zuivering. „Ook geven abattoirs, die naar de eischen des tijds zijn ingericht geen stank in de omgeving als men de inrichtingen, die daar niet thuis behooren, zooals vet- smelterijen, bloeddroogerijen en huïden- zouterijen er van weert. „Yoor deze inrichtingen moet door het gemeentebestuur een afzonderlijk terrein buiten de kom der gemeente en op voldoende(n) afstand van het abat toir worden aangewezen". Gij ziet het lezers! in drie volzinnen is dit vraagstuk, dat de geheele wereld van natuurkundigen, bacteriologen en chemisten ook financiers en juristen bezig houdt, opgelost. Waar zoo'n 1 „abattoirreis" al niet goed voor is. (Wordt vervolgd). De dezer dagen verschenen alpha- betische ljjst van signalementen, voor komende in het Algemeen Politieblad welke 1 Januari j.'. nog niet waren ingetrokken of vervallen, uitgegeven vanwege het Departement van politie, bevat het niet onaanzienlijke cijfer van ruim 9000 personen. Door de Haarlemsche Tramway- Maatschappij zyn in bet jaar 1S98 vervoerd 707428 passagiers met een opbrengst van f48,510.25, zijnde f55,25 per dagkilometer. Stukken voor den Gemeente raad. Bij den raad der gemeente Haariem is ingekomen eeD verzoek van een aantal kleerbleekers alhier tot wijzi ging der voorwaarden voor de levering van duinwater. Adressanten hebben hoofdzakelijk bezwaar tegen den aanleg eener af zonderlijke dienstleiding voor huis houdelijk gebruik en wenschen daarom eene enkele leiding voor huishoudelijk en industrieel gebruik te behouden, doch vaststelling van een zeker aan tal kub. meters water, welke zij als dan geacht zouden worden voor huis houdelijk gebruik noodig te hebben, terwijl zij voor het meer te gebruiken water zouden betalen volgens het voor industrieel gebruik vastgesteld tarief. B. en W. adviseeren ongunstig op dit verzoek daar het h.i. onmogelijk is een juisten maatstaf voor het huis houdelijk gebruik van duinwater voor ieder vast te stellen en een dergelijke uitzonderingsbepaling ten behoeve der kleerbleekers geen voldoende reden van bestaan heeft. In ons nummer van 28 Maart j.l. vermeldden wjj dat sedert Zaterdag avond 25 Maart vermist werd de 19 jarige Johanna Lydia Okker die haar dienst had verlaten om hare moeder te bezoeken in de Korte Houtstraat. Heden vernemen wij dat baar lijk is opgehaald uit de Nieuwe Gracht tegenover de Rolhuizen. V oetbalwedstrij d. Woensdagmiddag had de aange kondigde match tusschen een Engelsch en een Haarlemsch elftal op het veld te Heemstede (zie ons vorig nummer) plaats. Om 2Vi uur zou de wedstrijd eeu aanvang nemen. De Haarlemmers waren present, doch de Engelseben lieten op zich wacbteD. Reeds begon het vrij talrijk opgekomen publiek eenigsziDS ongeduldig te worden, toen de Eugelschen eerst te halfdrie kwa men opdagen. Direct werd nu met het spel een aanvang genomen. De EngelscheD, die bij den aanvang den wind in hun voordeel hadden, gaven flink samen spel te zien, doch speelden verbazend ruw. De Haarlemmers speelden over 't algemeen voortreffelijk. Beide partijen waren aan elkander gewaagd, de bal was dan ook afwisselend op beider terrein. Na een kwartier spelens behaalden de Eogelschen eén goal. Wel spande Haarlem daarna alle krachten in om nog voor de rust gelijk spel te maken, doch te vergeefs. De verdediging en vooral het keepen bij Engeland was goed" Dit laatste mag evenwel ook van de Hollanders gezegd worden. Stol was bepaald uitstekend. Ook de Wilde kweet zich flink van zijn taak en wist menige goal te verijdelen. De stand bij half-time was dus 1—0 in 't voordeel der En- gelscheo. En zoo was deze ook nog ODgeveer 10 minuten voor time, zoo dat de wedstrijd mot de nederlaag der Hollanders dreigde te eindigen, toen Haarlem's voorhoede nog eens flink kwam opzetten, en het spel voor een oogenblik op bet veld derEngel- schen deed verplaatsen. By een van die uitvallen weet van Waveren, door een hoog schot over alle hoofden.dat juist onder de lat door het doel schoof, gelijk spel te maken, zeer ten genoege der toeschouwers, die dit dan ook door luide bijvalsbetuigingen te kennen gaven. Hoewel de Eogel schen nog alie zeilen bijzetten om te trachten eene overwinning te behalen, mocht han dit voor time niet meer gelukken, zoodat deze wedstrijd ein digde met gelijk spel, 1—1. Aan den heer A. Rinkema, aanne mer alhier, is opgedragen den hnlp- stal der Haarlemsche Tramway-Maat- schappy te verplaatsen van het Sta tionsplein naar de Rozenstraat. Met de werkzaamheden is reeds aange vangen. Romeo en Julia. De laatste voorstelling die de Ne- derl. Opera in dit seizoen te Haarlem geeft met medewerking van mevr. Etta Madier de Montjau, was zeer goed bezocht, 't Was Woensdagavond vol ia den schouwburg, niet het miust op de duurste rangen. Blijkbaar wilde men aan de vertrekkende zangeres nog een laatste bewijs van sympathie ge ven. Zij hoeft dat gisteravond met haar optreden wol verdiend. De rol van Julia in Gonnods opera kon voor haar geschreven zyu, met zooveel temperament weet zy de solo's en duo's van liefde te kweelen, die de componist daarin heeft neergelegd. De tuinscène, die evenals in Gonnods Faust het hoogtepunt |van de opera is, was voortreffelijk. Zeer gepast was dan ook het bloem- geschenk, dat der zangeres tusschen het vierde en vijfde bedrijf werd aan- Hierin kwamen ook de wijze van zingen en bet geluid van den heer Phlippean als Romoo het meest tot hun recht, al had men op andere oogenblik ken dezen zanger wel eens gaarne wat meer zien loskomen. Als warmbloedige Montaigu scheen hy wel wat al te gereserveerd. De rol van Tybalt word door den heer Urlus vervuld in plaats van door den teer Yan Can veren, die op het programma stond. Yoor deze bereid willigheid werd hij door de blijkbare sympathie van 't publiek en dooreen bloemstuk van de Schouwburgdirec tie beloond. De beer Van der Hoeck vervulde de partij van Capulet en de heer Ebbeler die van broeder Lorenzo, beiden op zeer bevredigende wys. Mej. Penning (de page van Romeo) be haalde welverdiend succes met haar alleraardigste voordracht van het lied van 't duifje. Het zwaarmoedige koor a capella, waarmoe deze opera begint en waarin ons verhaald wordt hoe akelig die bloedige veete toch is tusschen de Capulets en Montaigus, stelde het muzikaal gehoor op eeu zware proef. Yoor wiens plezier dit droef gejam mer eigenlijk nog gezongen wordt is niet duidelijk, 't Publiek zal het den zaugers zeker graag schenken. De uitvoering der opera zelf even wel behoort tot het beste, wat de N. O. dezen winter hier gegeven hoeft. 3IMHENLAND Parlementaire Praatjes. Woensdagavond heeft de Eerste Kamer den arbeid hervat. Als men ten minste het samenko men voor het aauhooren van eenige mededeelingen (van ingekomen stuk ken enz.) en voor het „trekken" der nieuwe afdeelingen zoo noemen kau. Eigenlijk vangt het werk heden pas aan in de sectiën, die een II- tal ontwerpen, waaronder betrevisie- voorstel-Harte c.s. hebben te on derzoeken. In 't laatst der week komt de Ka mer denkelijk nog even byeen. G. Jr. Hofbericht. Prinses Elisabeth van Waldeck en Pyrmont, die geruimen tyd de gast was van Hare Majesteiten, is Woeus- dag per Staatsspoor naar Duitschland teruggekeerd. H. M. de Koningin eu H. M. de Koningia-Moeder vergezelden Hare bloedverwante tot aan den trein, terwyl enkele dames en heeren der hofhoudingen van beide Koninginnen de Prinses mede uitgeleide deden. Met gelijk doel waren aanwezig de gouverneur der residentie, generaal- majoor Yan Pommeren, eu de wet houder jhr. Gevaerts van Simons- haven. moestuin met half rijpe aardappelen, waarmede ik mijn honger stilde. Yan uit dezen tuin had men het uitzicht op Putney en de rivier. Het was een vree- selijlc verlaten tooneel, niets dan zwart geblakerde boomen, en dito ruïnes van huizen met de door klaprozen roodgetin- te rivier tot achtergrond de d'oodsche stilte verhoogde don droevigon aanblik. Mijn hart kromp ineen als ik bedacht hoe spoedig deze akelige verwoesting had plaats gegrepen. HOOFDSTUK XXV. Ik bracht dien nacht in de herberg door, die op den top van Putney Hill staat en sliep toen voor de eerste maal na mijn vlucht naar Leatherhead op een bed. Ik zal niet beschrijven met hoeveel moeite ik in het huis kwam later merkte ik dat de voordeur ge grendeld was, en hoe ik elke kamer doorzocht in de hoop eenig voedsel te vinden, totdat ik eindelijk toen ik de wanhoop nabij was, in een vertrek, dat blijkbaar vroeger tot meidenkamertje had gediend, een afgeknabbelde korst en twee bussen met ananas vond. Het huis scheen reeds eenmaal door- zocWt en alle voorraad' meegenomen te zijn. Maar in de gelagkamer vond ik later nog wat beschuiten en Sandwiches, die blijkbaar over 't hoofd waren gezien. De laatste kon ik niet eten, maar de eerste stilden mijn honger, terwijl er nog genoeg overbleven om mijn zakken mee te vullen. Ik ontstak geen licht, vreezende dat de een of andere Marsiaan dien nacht den kant van de herberg zou uitkomen. Voordat ik mij te ruste begaf werd ik door een gejaagdheid aangegrepen, die mij van het eene raam naai- het andere dreef, om te kijken of ik ook een der ge vreesde monsters ontdekte. Ik sliep wei nig. Ik merkte hoe ik weer geregeld kon denken iets wat ik sinds mijn laatste gesprek met den onderwijzer niet meer had kunnen doen. Gedurende mijn gevangenschap had de eene onrustige gedachte de ander opgevolgd of mijn geest had in een staat van verdooving verkeerd. Maar gesterkt door het voedsel was ik dien nacht weer in staat geregeld te denken. De morgen brak vroolijk en helder aan, in het Oosten waren de lucht en wolkjes met een purperen gloed overgo ten. Op den weg die van den top van Putney Hill naar Wimbledon voert, waren de sporen zichtbaar van de vree- selijke paniek, die daar dien Zondag avond na het gevecht had plaats gehad. Er lag o.a. een tweewielig karretje met een stuk geslagen wiel, waarop den naam Thomas Lobb, grociiteboer te Malden te lezen stond, een strooien hoed half bedekt met den nu hard geworden modder en op den top van West Hill werd een massa met bloed bevlekt glas zichtbaar. Ik kon mij slechts langzaam bewegen en vage plannen speelden door mijn hoofd. Ik kwam op 't iclée mij naar Leatherhead te begeven ofschoon ik wist dat ik daar de minste kans had om mijn vrouw te vinden. Ongetwijfeld, als de dood haar en mijn familie niet plot seling overvallen had, zouden zij vandaar weggevlucht zijn; maar ik dacht dat ik in die streek wellicht te weten zou komen waarheen de bewoners van Sur rey gevlucht waren. Ik verlangde naar mijn vrouw en de levende wereld terug, maar ik wist niet. hoe ze te vinden. Ik was mij volkomen bewust van mijn verlatenheid. Nu be- gaf ik mij, door boomen en struikgewas aan het oog onttrokken, naar de vlakte van Wimbledon, die zich wijd en zijd! uitstrekte. Deze sombere uitgestrektheid werd hier en daar door heidekruid opgevroo- jlijkt; er waren geen klaprozen te be- speuren en terwijl ik voortliep kwam de zon op, die alles met haar helder licht overgoot. Nu kwam ik aan een vochtig plekje onder de boomen, waar een troep kikvorschen sprongen. Ik bleef staan om hen gade te slaan, en de les in lo- j venslust, die zij mij gaven, ter harte te nemen. En mij plotseling omkeer end, voelend dat ik werd gadegeslagen zag ik iets tusschen de struiken bewogen. Ik hield mijn blik daarop gevestigd. Toen deed! ik een stap voorwaarts en het iets, dab een man, gewapend met een bijl, bleek te zijn, dook uit het struikgewas op. Langzaam trad ik op hem toe. Zwijgend en onbeweeglijk stond hij mij gade te slaan. Toen ik naderbij trad zag ik hoe zijn. kleeren even stoffig en gescheurd waren als de mijne; overal bemerkte ik vlek ken van gedroogden modder cm steen kolenstof. Zijn donker haar hing hem. in de oogen en zijn gelaat was zoo bleek en ingezonken dat ik hem in 't eerst niet herkende. Op het benedengedeelte, van zijn go- laat was een bloederige snede zichtbaar. „Haltschreuwde hij, toen ik mij op tien el afstands van. hem bevond en ik bleef staan. Zijn stem klonk hecaoh. „Waar komt gij vandaan?" vroeg hij. Ik dacht na, terwijl ik hem gadesloeg. „Van Mortlake", antwoordde ik hean.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1899 | | pagina 1