NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD. .AJD v _b<j.aT'_"E!3sr ai'isisr Directeur-Uitgever J. C. PEEREBOOM. Weekblad voor de Jeugd. FEUILLETON. De strijd der Planeet- bewoners- Zaterdag 8 April I8S9 4840 ASOI^JSTEMZErtsTTSFEzIJ-S: Voor Haarlem per 3 maandenf 1.20 Voor de dorpen in den omtrek waar een Agent gevestigd is (kom der gemeente), per 3 maanden1-SO Franco door het geheele Rijk, per 3 maanden1.65 Afzonderlijke nummers0.05 Geïllustreerd Zondagsblad, voor Haarlem, per 3 maanden0.30 de omstreken en franco per post O.STLo Van 1—5 regels 50 Cts.; iedere regel meer 10 Cts. Groote lettere naar plaatsruimte. Bij Abonnement aanzienlijk rabat. Reclames 20 Cent per regel. Abonnementen en Advertentien worden aangenomen dóór onze Agenten en door alle Boekhandelaren en Courantiers. Dit blad verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen. Bureaux: Kleine Houtstraat 14, Haarlem. Telefoonnummer 122. Hoofdagenten voor Jiet Buitenland: Compagnie Générale de Publicité Etrangère G. L. DAUBE Co. JOHN F. JONES. Succ.Parijs Slbis Faubourg Montmartre. Met uitzondering van het Arrondissement Haarlem .is het uitsluitend recht tot plaatsing van 'AdvortentiSn en Reclames betreffende Handel, Ngverheidijeu Geldwezen, opgedragen aan h«t Algemeen Advertentie-Bureau A. DE LA MAR Azn. te Amsterdam. BUITEN het Arrondissement Haarlem is de prijs der Ad verten tién ven 1-—5 regels f 0,75, elke regel meer f 0,15Reclames per regel f 0,80. Agenten voor dit blad in den omtrek zfin: Bloemendaal. Santpoort en SchotenP. v. d. RAADT, ÖandcoortHeemstedeJ. LEUVEN,bfi de tol; Svaamdam, C. HARTENDORP Zandvoori, G. ZWEMMER Velsen®W. J. RUTJTER; BeverwijkJ. HOORNS; HillegomARIE HOPMAN", Molenstraat. Genoemde Agenten nemen Abonnementen en Advertenöën aan. Aan hen die daarop zijn geabon neerd, wordt hierbij verzonden No. 15 van het Weekblad voor de Jeugd. Dit keurig geïllustreerde weekblad, onder redactie van den heer F. H. van Leent, bevat in dit Duramer: Een Zaterdagmiddag op hat land. Het Herderinnetje (vervolg). Een w\js antwoord. De tweelingen (vervolg). De wonderbril. Wippen en houtsprokkelen. Kernspreuken uit i:et Oosten. Allerlei. Lessen der Ervaring. Raadsels. Antwoord op het Raadsel. In de Apenkooi. (Elk No., groot 8 bladzijden, bevat tal van fraaie, gekleurde platen en een voor kinderen alleraardigsten tekst. De prys per 3 maanden is slechts 50 Cents.) Offtsieele Sefïcsiten. Burgemeester en Wethouders van Haarlem, Doen te weten, dat van heden op alle werkdagen, van des voormiddags 10 tot des ^namiddags 4 uur, tot 20 April e.k., 's namiddags ten 2 ure, ter gemeente-secretarie ter visie is ne- dergelegdhet ingekomen verzoek schrift met de bijlagen van P. A. Kai ser om vergunning tot uitbreiding van eene bakkerij in het perceel aan de Onde Groenmarkt No. 22, en dat op den 20en April e.k. des namid dags ten 2 ure op het Raadhuis der gemeente de gelegenheid zal worden gegeven, om ten overstaan van aet gemeente-bestuur bezwaren tegen bet oprichten dezer inrichting in te brengen. Haarlem, 6 April 1899. Burgemeester en Weihouders voornoemd, BOREEL. De Secretaris. PIJNACKER. Burgemeester en Wethouders van Haarlem, Brengen ter openbare kennis, dat is ingekomen een verzoekschrift van N. H P. Dieben om vergunning tot het vorkoopen van sterksn drank iu het klein in het perceel aan de Lange Margaretbastraat 11. Brengen ter openbare kennis, dat is ingekomen eon verzoekschrift van Th. J. v. Staveren om vergunning tot het verkoopen van sterken drank in het klein in het perceel aan de Scbou- tensteeg 5. Haarlem6 April 1899. Burgemeester en Wethouders voornoemd, BOREEL. De Secretaris, PIJNACKER. Stadsnieuws. Eerste en derde pagina. Haarlem7 April 1899. In de heden gehouden algemeene vergadering van aandeelhouders der Hollandsche Crediet en Deposito Bank firma Mees en Ritsema alhier, werden de balans-, winst- en verlies rekening van 1898 goedgekeurd en bet dividend op f54 per volgestort aandeel van f 1000 bepaald. Door beheerende Yennooten werd j verslag nitgebracht over de verkre- gen resultaten van liet bedrfif in het afgeloopen jaar. die in aÜ8 opzichten gunstig waren. De gemaakte winsten waren hooger rlau eonig jaar te voren. Verder deelden de beheerende Veo- nooten mede, dat zfi met het. oog op den steeds grooter wordenden om vang der bfi haar in bewaring "zfinde waarden, aan één der eerste fabrie ken het maken eener bewaarinricli ting, geheel volgens de laatste vindin gen ingericht, hebben opgedragen en deze binnen enkele weken gereed zal komen. Heden werd het garnizoen alhier bezocht door den Generaal Majoor Roozeboom, bevelhebber in de le mili taire afdeeling. Zevende Nederl. Natuur- en geneesk. Congres. Ter feestelijke begroeting der leden van bovengenoemd Congres wapperde Donderdag de vlag van het Stadhuis, de Groote kerk, de Sociëteiten Trou moet Blficken en Vereeuiging en ver schillende particuliere inrichtingen. De eerste bijeenkomst der Congres leden had plaats in de groote boven zaal der Sociëteit Vereeniging. die met groen en vlaggen was gedeco reerd, evenals de trap die erheen voerde. Naast deze zaal was het Bureau ingericht, waar de leden van het Congres zich konden aanmelden en in 't bezit eerden gesteld van de stukken, die zij nooaig hadden. Wel dra waren ongeveer 150 reeds bijeen, raö8st allen van ver gekomen, daar de leden nit Amsterdam, Leiden en deu Haag pas Vrijdagmorgen zouden verschijnen. Hier maakte men kennis of ver nieuwde vroegere vriendschapsbanden totdat omstreeks nogou uur de voorz. der regelingscommissie, de heer Jhr. Mr. A. J. Rethaan Macaré, het woord ^am en in warme woorden de eer j aan de stad bswezeu door het bfieen- komen van zoovele beoefenaars van I wetenschap schetste. Spr. hoopte, dat :de regeringscommissie er in gesiaagd mocht zjjn, den gastvrijen naam van Uaarlem in eere te houden bij de 'Congresleden, die Dij de keurbende noemde van het strijdbaar leger dor wetenschap. Hierna begaf men zich in optocht i naar het Raadhuis en betrad dit laugs i de groote trappen. In de groote hal, j voor deze gelegenheid verlicht door antieke koperen kaarsenkronen en i kandelabers en met tapijten en groen versierd, wachtten op de trappen die naar 's Burgemeesters kamer leiden, B. en W. met een aantal Raadsleden de bezoekers af. Hier stelde Prof. Dr. J. Bosscha, de algemeene voor zitter van het Congres, de leden aan het gemeentebestuur voor en nam de Burgemeester het woord. „Hat is mij," zeide spreker, „als hoofd dezer gemeente een bijzondere! eer M. H. leden van het 7de Natuur; en G. O. u hier een hartelijk welkom toe te roepen. Met groote blijdschap vernam ieder Haarlemsen borger dat gij onze stad hebt verkoren tot den zetel uwer gewichtige beraadslagingen. Haarlem heeft niet het voorrecht eene acade miestad te zfin, maar weest er van overtuigd, dat zij in liefde tot de wetenschap bij geen harer zusters achter staat. En wanneer gij hier van daan gaat na kennis genomen te hebben van de inrichtingen op weten schappelijk gebied, dan hoop en ver trouw ik dat gij mijne woorden zult beamen. Ik hoop dat gij recht gelukkige dagen hier zult doorbrengen, dagen die bevorderlijk zullen zijn tot het schoone doel dat gij allen beoogt, de verzachting der mensche'fike ellende. En nu wenseht. gfi de rjjke talenten waarover gij in zoo ruime mate be schikt, daaraan te besteden. Daarom wensch ik u met geheel mfin hart sncces, schitterend succes. En ook houd ik er mij van over tuigd dat het bestuur met onzen Dr. Bosscha aan het hoofd, evenals de wakkere regelingscommissie, alles iu het werk zal stellen om uw verblijf zoo aangenaam en ook zoo nattig mogelijk te maken, en dat wanneet- gij huiswaarts gekeerd zfit, gij zult zeggen „wfi hebben het te Haarlem goed gehad en het Congres heeft vruchten gedragen." Prof. Bosscha betuigde zijn dank en vo8gde daaraan toe, dat toen het denkbeeld was opgekomen dat het Cougres ook wel kon bijeenkomen in een stad, die geen noogeschooi bezit, aanstonds Haarlem in aller gedachten kwam. Spreker wees vervolgens op Haar lems natuurschoon en de belangstel ling, die de Raad daarvoor koes tertop de talrijke haarlemscheschil ders, op Kinckbufizen, Newtons leer meester, op van Marum. Spr. eindigde aldus De bloemenstad moge leven, groeien maar niet al te veel en niet alleen zelve bloeien maar ook haren invloed behouden tot liet aantrekken, j koesteren en doen bloeien van al wat I schoon en goed is." Beide toespraken werden met ge juich begroet. Ten slotte had in Trou 'moet Blycken een receptie piaats door het Bestuur dier Sociëteit, dat bij monde van zij oen voorzitter, den heer Fr. Lieftinck, den Congresleden het welkom toeriep. Namens het Congres zeide Dr. Menno Huizinga daarvoor dank. Eerste Congresdag. Reeds vroegtijdig hedenmorgen werd een dezer nacht ter drukkerij der firma Kleijnenb8rg vervaardigd vlug blad van niet minder dan ruim 2 vel druks rondgezondeu, o.a. bevattende de portretten van de heeren Botscba, Rotgans, Ramsay en Julius, een inlei dend woord van den A!g. Secretaris- dr. H. A. J. Valkema Blouw en een kort overzicht van de geschiedenis der Hol!. Maats, van Wetenschappen en van Teylers Genootschap van de zelfde hand. Daarachter een artikel over bet Koloniaal Mnseum, oeno levensbeschrijving van prof. Bosscha, van de heeren Rotgans, Ramsay en Julias. Hoewel het weder zich in don vroe gen morgen niet zeer gunstig liet. aanzien, klaarde het toch langzamer hand op en door een heorlijk zonnetje begunstigd nam het concert, den leden van het congres door de Directie in het park van het Brongebouw aange boden, te halfnegen een aanvang. Door vele congres-leden werd deze aubade bijgewoond, terwijl door hen tevens een bezoek werd gebracht aan den Drinkhal en menigglassiaaiwater werd gebruikt. Het concert duurde tot haiftieu, waarna de algemeene vergadering een aanvang nam. De aubade eindigde met een Io Vi vat ter eere van de gasten. Iu de groote zaal van he: Brongebouw, waar men zicli thans vereeoigde, merkten wfi op de eerste rijen ver schillende dames op. Te kwart voor uen nam het Hoofd bestuur van het Congres plaats op het, podium met de heeren Mr. G. van Tienhoven. Commissaris der Koningin en Jhr. Mr. J. W. G. Boreel vau Hogelanden, burgemeester vau Haar lem, in zyn middon. Met leedwezen had de Min. van Binnenl. Zaken kennis gegeven, ver hinderd te zfin. Daarna beklom Prof. Bosscha, alge meen CoDgresvoorzitter, den katheder en hield een rede. Ia zfin welkomstgroet aan de noodigdeu vermeldt de Spreker ~in het bijzonder met erkentelijkheid de tegenwoordigheid van den Commis saris der Koningin, van den Burge meester, van directenreu van de Hol!. Mfi. der Wetenschappen, van direc teuren van Teyler's Stichting, van den directeur van het Scheikundig laboratorium van 't Koloniaal Museum en van de voorzitters der Maatschap- pfien van Bloembollencoltunr, van Tuinbouw en plantkunde en van Landbouw, ais aanmoedigeude en ver terende bewfizen dat het in Haarlem aan belangstelling in de natuurweten schappen niet ontbreekt Opmerkende dat dit Congres het laatste is in deze eeuw, vindt de Spreker hierin aanleiding een terag- blik te werpen op de vorderingen van de natanrwelenscbap in de laat ste honderd jaren. „Een werkman" zegt hfi tot de leden, „zooals gfi allen zfit, die deelneemt aan het tot stand komen van een groot kunstwerk kan soms wensc'uen zich enkele oogen- blikkeu op eenigen afstand daarvan te plaatsen, om een grooter deel te overzien dan hem dagelfiks onder de oogen korat. Hfi kan door de tastbare werkelijkheid die hfi voor zich ziet, zich nog eens meer doordringen van het besef dat hfi medearbeidt aan iets zeer schoons, iets zeer verhevens, en daarin vinden een leus en eene aansporing". Een korte opsomming van de ont dekkingen en uitvindingen dezer eeuw, spoorwegen, stoom vaart, telegrafen en beweging herleidde en ons veroorloofde telefonen, de wonderen der chemische t over de snelheid, het aantal der bot- industrie, de kolonisatie van Afrika j singen van de moleculen en het aao- voorbe eid door geografisch onderzoek, tal der moleculen dat in zekere de pfinlooze operatie, de smetlooze1 ruimte voorhanden is getalwaarden woudbehaudeling, de lichtsoort die het op te maken die de stoutste verbeel- menschelfik lichaam doorstraalt, de weibereidingen die besmettelijke ziek ten stuiten of afweren geeft een denk ding te boven gaan. Van der Waals' stoatmoedige poging dieper door te dringen in bet wezen beeld van den machtigen invloed dien J der gasbeweging en de bewegingsleer de natuurstudie op het leven van den mensch heeft uitgeoefend. Doch hfi, die den vooruitgang onzer kennis uit een moer wfisgeerig oogpuut wil be schouwen, schenkt daaraan niet in dö eerste plaats zijn aandacht. Van hoo- gere orde dan de toepassingen is hare bron: de wetenschap zelve. En wil men haren vooruitgang kennen dan dient de vraag overwogen: in welke mate de vastheid van ons weten is toegenomen. Spreker moet zich bepa- lentot eenige trekken uit de natuur kunde. Hfi neemt als uitgangspunt de schets die Cbr. Huygens gaf van den aard van ons wetenniets is zeker, wat wfi weten zfin slechts waarsebfin- lfikheden. Deze evenwel zfin zeeron- gelfik, en sommigen als van 100000 tot één, zooals bfi wiskundige bewij zen aan welker juistheid men baast niet twfifelen kan. In do natuurknnde kan volgens Huygens de aard van ons onderzoek vergeleken worden bfi het ontcfiforen van geheimschrift, waarbfi men op iosse gissingen den sleutel zoekt, dien men als juist erkent wan neer hfi geregeld op elkander volgen de woorden doet lezen. Op welke wij ze deze beschouwing door Huygens wordt toegepast licht Spr. toe met een voorbeeld uit een van Huygens' brie ven, dat tevens aantoont hoe deze groote natuurkundige eene duidelfike voorstelling had yau de drukking die een zwerm van door elkander bewe gende moleculen moet uitoefenen op alles wat die bewegiog hindert; eene beschouwing waarop de hedeudnag- sche theorie der gassen berust en hoe Huygens standvastig de stelling toe paste die volgens hem de grondslag moet zfin van alle verklaring vac na tuurverschijnselen, namelfik dezedat alle werking in de natuur moet ver klaard worden door wetten van de mechanica en eigenschappen van be weging. Het hoofdkenmerk van de vorderin gen der natuurkunde in deze eeuw j was de bevestiging van deze stelling. De groote gebeurtenis, die haar be- heerschte was de ontdekking van uit te breiden tot vloeistoffen leidden tot uitkomsten die door de onder zoekingen van Bakhuis Roozeboom, Schreiuemakers, Kuenen en audere kweekelingen der Leidscbe school ver der werden bevestigd en de door hem ontdekte overeenstemming van di toestanden die verschillende lichamen ouder bepaalde omstandigheden ver- toonen werd door Kamerlingh Onnes' betoog aangetoond eene noodzakelijk heid te zfio, bfialdien de toestanden enkel van bewegingen afhangen. Al deze beschouwingen hebben betrekking op ongeordende be weging, dat is die waarbfi iu de beweging van een groep deeltjes alle richtingen in gelfike mate zfin ver tegenwoordigd. Maar in niet mindere mate heeft de stadie van de geor- dendo bewegingen, waarbfi groepen moleculen zich in overwegende mate in eene bepaalde richting verplaatsen, tot verklaring van de meest ver scheidene verschijnselen geleid. De ontdekkingen op het gebied van ge luid en licht, in deze eeuw volbracht, hebben daarin eene oneindige ver scheidenheid van bewegingen doen oudorkenneu, welke onze ouderzoe- kingsmiddelen op verrassende wfize hebben verrijkt. De ontleding van Het licht met den spectroskoop heeft voor ons den lichtglans der sterreu tot een lichtklank gemaakt, waaraan wfi de natuur der lichtbron herkennen als aan den klank der stem een bekende. Het hooger of lager liggen in het spectrum van bekende lichtgroepen verraadt ons evenals het hooger of lager klinken van een geluidgevend lichaam de snelheid waarmode die verwfiderde zonnen tot ons naderen of zich verwijderen, hoe er zfin die gesloten banen moeten beschrfiveu, al kannen wfi, om den afstaud, daarvan de afmeting niet onderkennen, en sommigeu, al schijnen zfi een enkele lichtstipom elkander wentelende zonnen zfin welker omloopstijden men meten kan. De fotographie is do spectroscopie ter halp gekomen, wat zfi vermag bewfist telkens de ont- Fantastische Roman naar het Engelsch van H. G. WELLS. 25) Na een- uur gespit te hebben, begon ik te berekenen hoe groot de afstand naar ons einddoel kon zijn terwijl wij ook groote kans liepen in een verkeerde richting te werken. Ik voor mij begreep niet waartoe het diende zoo'n langen tunnel te graven, terwijl wii door dwarsbuizen, die hier en daar aangebracht waren, het riool konden bereiken. Ook kwam het mij. voor dat de keuze van den artillerist in zake dit huis niet zoo erg goed was ge weest-. En juist dacht ik hier over na toen de artillerist ophield' met spitten en mij aanzag. „Wij werken zoo goed door", zeide bij zijn spade neerzettend. „Wij moes ten nu eens uitrusten' en op het dak den omtrek gaan verkennen." Ik was er meer voor ons werk voort te zetten en weifelend nam: hij: zijn spa weer op; maar plotseling schoot mij iets te binnen. Ik hield op en terstond volgde hij mijn voorbeeld. „Waarom liep je over de vlakte," vroeg ik, „in plaats van. hier te blijven „Ik ging een luchtje scheppen", ant woordde hij. „Ik was juist op weg naar huis. Het is 's nachts veiliger". „En het werk dan?" „Omen kan niet altijd werken," zei de hij en nu begreep ik zijn bedoeling. Aarzelend hield hij zijn spade vast. „Wij moeten den omtrek eens gaan verken nen," zeide hij, „want als er een in onze nabijheid komt, die gedruiscli verneemt, zijn wij er, voordat wij het recht besef fen, geweest." Ik kwam nu niet langer tegen zijn voorstel op. Wij begaven ons naar den zolder en. gluurden, op een ladder staande, uit het dakvenster-. Nergens was een Marsiaan te beken nen en wij waagden ons nu buiten het raam en klommen op het dak, beschermd door de balustrade. Van af deze hoogte konden wij het grootste gedeelte van Putney niet zien, doordat het achter ltreupelbosch verscho len lag, maar wel hadden wij het gezicht op de rivier, die een golvend rood veld geleek, en de lager gelegen gedeelten van Lambeth, die onder water stonden. De roode klimplant strengelde zich om de boomen, die om het oude paleis stonden terwijl de takken met hun ver dorde bladeren er als doodo stokken uitstaken. Niemand behalve wiji had den grond in den omtrek betreden tusschen groe ne laurierboomen groeiden massa's mei bloempjes, sneeuwballen enz. en alles schitterde in den helderen zonneschijn. Achter Kensington stegen dichte rook wolken omhoog, die gevoegd bij een dunnen, blauwachtigen damp de heuvels in Noordelijke richting aan ons oog onttrokken. De artillerist vertelde mij, hoe heb met degenen was afgeloopen, die in Londen waren gebleven. En toen als antwoord op mijne vele vragen begon hij zijn grandiose plannen weer bloot te leggen. Hij geraakte be paald opgewonden. Hij sprak zoo overtuigend van de mogelijkheid een Marsiaansch werktuig te bemachtigen, dat ik al meer en meer vertrouwen in hem begon te stellen. Nu ik hem eenigszins begon te begrijpen) zag ik in dat hij niets overhaast wilde doen en er geen quaiestie van was, dat hij zelf het vechtwerktuig zou veroveren. Na eenigen tijd begaven wij ons weer naar den kolenkelder. Geen van beiden dacht er aan weer te gaan graven en toen liij opperde iets te gebruiken zeide ik geen neen- Plotseling werd hij erg gul en toen wij gegeten hadden, stond hij op en .haalde eenige uitstekende sigaren. Wij staken er ieder één op en met elk oogen- blilc nam zijn optimisme toe. Hij: was nu geneigd mijn komst als een groot feest te beschouwen. „Er is nog champagne in den kelder," zeide hij. „Wij kunnen beter spitten na; een glaasje wijn," wierp ik tegen. „Neen," hernam hij; „ik ben van daag uw gastheer. Champagnede taak die voor ons ligt, is nog zwaar genoeg. Laten wij wat rust nemen en krachten verzamelen, nu wij er tijd voor hebben- Kijk eens naar mijn handen, zij zitten vol blaren!" En om den feestdag volkomen te ma ken drong hij er op aan na het eten een kaartje to leggen. Hoe dwaas en belachelijk het den le zer ook moge voorkomen -och is het de zuivere waarheid dat ik dit kaartspel en nog verscheidene andere bepaald inte ressant vond. Terwijl wij geen ander vooruitzicht had eene algemeene mechanische natanr-dekkiug van nieuwe nevelvlekken, wet, die van het behoud vau arbeids- j veranderlfiko sterren, of leden van j vermogen. De Spreker schetst hareons zonnestelsel, nog onlangs van den ;beteekenis en de wfize waarop zfi doornaasten buurman der aarde en de 9de onderzoekingen op het gebied van i saturnusmaan, en de afbeelding vau j warmte, licht, scheikandige werking,den zuidelfiken sterrenhemel door Gill electriciteit en magnetisme werd be-1 volbracht en door zeven jaren arbeids proefd en bevestigd, zoodat zfi thansvan Prof. Kaptefin te Groningen ge- de sleutel is waarmede jjeen ons be- worden tot een der gedenkwaardigste kende regel uit bet geheimschrift der blijken van den vooruitgang der ua- natunr raeer in tegenspraak is. tuiirwetenschap in de 19e eeuw. Zfi had de gewichtigste gevolgen Zal de natuarkande ook nog een voor onze natuurbeschouwing, zfi maal magnetisme ea electriciteit in verbande de warmtestof die nog in de den dieust der sterrekande stellen leer van Lavoisier zulk een gewichtige Aller aandacht is thans gevestigd op rol vervulde en schonk het aanzfiu het door Zeeman ontdekte verschfiosel aan de mechanische theorie der gassen, en de daarvan door Lorentz gegevene die de veerkracht dezer lichamen tot verklaring. Zfi verheft tot feit mij in dat het klaprozenveld zulk een eigenaardig licht uitstraalde. Toen. dit tot mij doordrong begon tegelijkertijd mijn verwondering weer te ontwaken. Toen zag ik naar de planeet Mars, dia rood en glinsterend aan den hemel stond en wendde van daar mijn blik naar j Hampstead en Higkgate. Ik vertoefde geruimen tijd op het diak, mij ten zeerste verwonderend over de veranderingen die er dien dag hadden 1 plaats gegrepen. Ik haalde mij mijn ge- moedstoestand van dien. nacht voor den geest en vergeleek dien bij de feestelijke stemming waarin ik dien middag ver keerd had. Ik was dien avond zeer gevoe lig en weet nog zeer goed hoe ik mijn sigaar weg wierp als het symbool van. brooddronkenheid. Mijn dwaasheid tee- kendo zich in scherpe kleuren voor mijn geestesoog af. Het scheen mij too alsof j ik verraad pleegde jegens mijn vrouw en lotgenooten, en een hevige wroeging begon mij te kwellen. Ik besloot den zonderlingen droomer aan zijn lot over. te laten en mij naar Londen te begeven. (Daar, zoo kwam het mij voor, had1 ik do meeste kans om te vernemen wat de Marsianen en mijn landgenoot-en deden. En toen de maan opkwam stond ik nog op het dak. (Wordt vervolgd.) den dan den een of anderen afschuwelij ken dood te sterven, zaten wij met belangstelling en verrukking kaart te spelen en op onze manier te fuiven. Hij leerde mij verscheidene nieuwe spelen. Toen het donker begon te worden waren wij zoo in vuur geraakt dht wij besloten te wagen een lamp aan te steken. Na verscheidene spelen geclaan te heb ben, soupeerden wij en de artillerist dronk het restje champagne op. Onder wijl rookten wij steeds door. De artille rist was nog altijd optimistisch gc maar zijn optimisme nam een meer na denkenden vorm aan. Ik weet nog zeer goed hoe hij opge wonden op mijn gezondheid dronk en een onbeduidende speech hield. Ik stak een nieuwe sigaar op en ging naar boven om de lichten waar te nemen, waarover de artillerist mij gesproken had. Eerst zag ik in de richting van Lon den. De Noordelijke heuvels waren in 't duister gehuldde vuren bij Kensing ton verspreidden een roodaohtigen gloed, terwijl er nu en dan een oranjeroode vlam boven zichtbaar werd. Anders was alles wat ik van de stad zag zwart. Toen bemerkte ik dichterbij; een bleeken violetkleurige®, gloed. Een oogenblik begreep ik niet waar die gloed vandaan kwam, maar spoedig viel het

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1899 | | pagina 1