gerechtvaardigd wordt en dart integen deel dé gebleken feiten voor des recla- mamts opvattin© goede gronden gaven en de vermelding in het rapport vol komen begrijpelijk is, omdat nai het vertrek van den kapitein bijl die sectio van den reclamant eeaie weifeling ont stond, welke aan dat vei"trek moet wor- dlen toegeschrevenin die! vermelding kon derhalve geen insinuatie tegen een meerdere worden gezien. De dispositie van den krijgsrad werd dus veraiiöbigdl, de reclame- van den luitenant gegrond verklaard! en. bevolen dat straf en straf reden in zijn strafhoek zullen worden geschrapt. De luitenant heeft inmiddels zijne straf al ondergaan, zooals onze schoone militaire rechtspleging dat eisebt. In 's hofs arrest trof ons deze overwegingdat het geheele caid'orzoek voor den krijgsraad' aan. volledigheid' zooveel te wenschen overlaat, dat zelfs geen der militairen van de sectie van dm luitenant als getuige is gehoord. Soldatenplagerij Een officier schrijft aan de „Jatvar- Bodo" Nu de algemeione dienstplicht in Ne derland is ingevoerd:, gaan er in som mige dagbladen stemmen op, om het den jongelieden in de kazernes walt aan genamer te maken, door die noodelooze plagerijen, die nu eenmaal in dtn dienst zijn ingeworteld, af te schaffen. Zoo is men or op uit om de dwaze bepaling, dat hiji, die zonder vergunning verdier dJan één uur buiten zijn garnizoen wordt aangetroffen, als deserteur moot worden opgevat, te doen vervallen. Dwazer kan het dan ook waarlijk niet. Voorts wil men op het punt van kleeding eenige faciliteiten verleend zien, daar een jong- menscli van goeden huize zich met recht - zal schamen in ©ene hem in het geheel niet passende pij zijne kringen te be zoeken. Ook in Indië mag men er echter wel eens met ernst aan gaan denk tin, dat militairen, in strijd met hun zoo bij, uitstek mannelijk beroep, in zoovele op zichten nog als kinderen worden be handeld Wat is het by. geen dwaze plagerij!, dla.t het gezin van een inlandsch militair itderen morgen voor eenige uren met al zijne have uit het kamper ment wordt gebannen en dikwijls biji slecht weer een. tijdelijk onderkomen op dien publieken weg moet gaan zoeken. Ook de menage is voor den inlander een ware plaag, daar liiji nu dagelijks kostjes moet slikken, die heeleimaal niet volgens zijjn. smaak zijn toebereid en die hem op tijden worden, voorgezet, waarop bijl nooit gewend' was te eten. Dei inlander is niet veeleischend' voor zijn menu, maar j hij wordt nu eenmaal het liefst geheel vrijgelaten in hetgeen hij door zijn keel gat- wil sturen. Ban ka. Uit Muntok werd) d'.d. 27 Maart aan het „Bat. Nbld." geseind „Dc opstand) in Koba breidt zich uit en is naar Pomglcal Pinang overgeslar gen. De resident heeft versterking van de militaire macht met één luitenant en. 75 man gewaagd." Naar het blad verder vernam, heeft höft legerbestuur van den gouverneur- generaal den telegrapliisclien last ont vangen, om onverwijld die gevraagde versterking naar Muntok te zenden. Men vermoedt, dat een uitgestrekt geheim verbond bestaat en. vreest voor uitbreiding van de onlusten. Daai-otml wordt met kracht opgetreden. Het militair commando van. Barika is bij, kapitein Linck in goede handen. De administrateur der mijnen te Pangkal Pinang is de heter F. Th. ven Kotsch terwijl als sèctie-ingenieur aldaar fun- geeait die ingenieur der 2e kl. J. de Ko ning Knijff, onder wien de ingenieur 3d kl. H. -J. Buijsman staat. De gevraagde troepenversterking zal morgen (29 Maart) per s.s. Reyoist naar Muntok vertrekken. mSEZOHQEil. Voor den inhoud dezer rubriek •steil de redactie zich niet aansprakelijk. I an ingezonden stukken, geplaatst i of niet geplaatst, wordt de copij niet aan den inzender terug gegeven. Haarlem, 24 April '99. Mijnheer de Redacteur! Ondergeteekende verzoekt s. v. p. eenige plaatsruimte voor het onder staande. Coöperatieve Broodbakkerij. Maandagavond' vergaderde in café „Centrum" een aantal personen, welk© op een vroeger gedane oproeping zich haar gemaker is iets in den laJch en i.n de houding van Lovice dat haar ver ontrust. Zij is er van overtuigd geweest dat Lovice haar begreep maar begrijpt zij Lovice wel? ,,Ik zal u wat rozen zenden," zegt zij, lomp. „Gij1 zijt al te goed." Lovice lacht weer maar op die eigenaardige, raadsel achtigs manier, die juffrouw Johns in de war brengt. „Maar van mijn zustc-r Lady Rosematry kam ik zooveel rozen krijgen, als ik maar hebben wil," Er ligt een uitdrukking van afkeer op haar mooi gezichtje in weerwil van haar lach, als zij zich omdraait om Lady Mary Fynemouth te begroeten, een be jaarde, groote dame, die Lovice met haar wonderlijke oogen te verstaan geeft dla.t zij niet begrijpt wat- zij; eigen lijk in deze „galère" komt doen. De vriendschappelijke houding van deze twee tegenover elkaar, als Lady Mary haar arm hartelijk door dieei van Lo vice steekt, steurt de erfgename tot na denken en. doet haar sluimerenden haat en jaloezie voor Lovice hevig ontbran den. Het is een uur la/ter en Lovice, na zich op een vriendelijke manier van Ladly Mary's terbeduidend! maar goerl- voorstamders hadden verklaard van een ei Coöp. Bröodbakkerij. De vergadering werd! gepresideerd door den heer Modloo, welke, er op wees dat tegenwoordig in bijna alle steden, niet alleen grooterei maar ook in die met veel minder in woners dlan. Haarlem, met succes een Coöp. Broodbakkerij, werk zaam is. Hadden eenige jaren terug en-; kele dier inrichtingen fiasco geledien, dan was dit niet omdat het beginsel niet deugt, maar omdat de grondslagen, waarop zulke vereen igingen opgericht werden, zelf van het beginsel afweken. Tegenwoordig, door ondervinding wijzer geworden, overtreffen bijna, overal waar een coöp. broodbakkerij. wordt opgericht, do uitkomsten verre dei gemaakte be groetingen, zooals mem telkens uit de verslagen kan constatecren. Te dezer stede rijn ook reeds lang van verschillende zijden stemmen opge gaan om oen coöp. bakkerij: op te rich ten,, maar nooit werd'c-m ver dier ei pogin gen gedaan, het Plaatselijk Arbeids secretariaat meende, dat thans de tijd1 gekomen was om verder te gaan en deed bovengenoemde oproeping, we'lke tot re sultaat had dat ongeveer 160 personen zich als voorstanders aanmelddendoor drukke! werlvzaa.mhe.den had die secreta ris van het plaatselijk Arbeidssecreta riaat echter niet tijdig de oproeping voor deze vergadering kunnen dben, zoodat er wellicht enkele personen niet in keunis waren gesteld. Niettemin werd besloten tot oprichting van een coöp. bakkerij, oyer te gaan eni werd eern voor- Ioopig .comyité benoemd, lultgeon bij stemming geschiedde. Eenige onderlinge besprekingen wer den nog gehóuden, waarbiji o.a. d,e voor zitter er op wees, dat elkeen die voor stander van Coöperatie is, lid! kan. wor den, en dJat de meening, als zou men lid van een bij' het Plaatsol. Arb. Sc-cr. aangesloten vereen iging moeten rijn ge heel onjuist is. Hierna werd de vergadering geslo ten en. ging h,eit Voorl. Comité over tot het. onderling verdeel en der functiëm Zij., die rich als lid vain de Coöp,. Bak kerij willen opgeven, vervoegen rich bij P. J. J. KLEIN, lste secretaris, Voorl. Comité, Leidsohestraat lOdi. M. de R. Beleefd verzoekt het bestuur van de afd. Haarlem van den Ncd. Bakkers- Gezellenbond, tot plaatsing van. het vol gende Ingevolge het aidires van den heer v. Tiel cm elf anders patroons., voorkomen de in het nummer van Woensdag 29 Maart, ha.d genoemd bestuur eerst eene afwachtende houding aangenomen in- gevolge er nog meerdere, adressen in zouden komen, doch daar helt zulks nu niet waarschijnlijk meer acht, vraagt het in deze uwe gastvrijheid. Wat adressant aanmerkt omtrent het! bewerken van zoogenaamde natuurstof- fen zij aangeanarkt, dat het bakkersvak algemeen nog op een lage trap van ont wikkeling staat en het meest onder de kleine bakkers, waar dan, cok het sterkst het bezigen van jongens dikwijls nqg maar kinderen of halfwas voorkomt die niet het minste begrip van matuur- stof of het bakken hebben. Ook is het zeer onjuist dat bat werken aan fabrie ken. zwaan-der zoude vallen dan bij! db particuliere patroons. Het werken, in de fabrieken is in de eerste plaats geregeld veel korter en is ei- liet vreeselijtke demo- raliseerende in d'en kost, werken niet in zwang; zoodat dc-. positie van d'en, ge zel op de fabrieken meer tot zijin recht komt, dan bij. dim particulieren patroon. Ook wat de pauze betreft, die bij: dei burger patroons voor zouden komen is lang zoo niet als adressant voorstelt en wel hierdloor. Terecht merkt adressant verder in zijn stuk op, dat de kleine patroons rich niet alleen bij! het brood' bakken houdendit is juist de oorzaak dat waar nog eemige pauze voor zoude kunnen komen dlcze door allerlei bezig heden op het broodbakken al of niet betrolcking hebbende ingenomen wor den. Deze kleine bezigheden wensolien wij, juist iets meier onder de aandacht te brengen, en wel dat zij zoo talrijk, zijn, dat daarin de oorzaak ligt diat de gezel dikwijls tot laat in den middag in getouw ia, overhaast eien uur of vijf, zes of zeven gaat rusten om dan dezelf- dJa sleur weer te beginnen. Zeer juist is daarentegen de opmerking van adres sant, dat de eisch tot lotsverbetering in hoofdzaak uit de fabrieken of groote (niet in den kost werkende) bakkerij en komt, doch wat is bier valn. dei grond oorzaak? Het laat rich a.l van zelf ge voelen, In d'o eerste plaats ziji gezegd, hartig gezelschap ontslagen te hebben, slaat c;en zijlaan tje in dat langs de rho dodendrons naar het meertje met rijn zwanen en denkbeeldige karpers leidt. Niemand beseft er ooit eern karper ge zien maar man moet nu eenmaal eon karper hebben als men een vijvertje of zooals db aristocraten zeggen een meer bezit; en juffrouw Johns wil ook op dit punt mee doen. D'aar dichtbij: is een tempeltje, waar in nauwelijks vcor twee menschen ruim te is. De erfgename is verzot op haar geld. Lovice, diie hier naar toe is gedreven door het verlangen om alleen te rijn haai- gesprek met de levendige, hoe wel bejaarde Lady Mary heeft bewezen dat zij, in geen stemming is oom zich., aangenaam met iemand te onderhouden -- hoort tot haar groote teleurstelling voetstappen naderen. Met gefronst voorhoofd keert riji ricli om, ten einde te zien wie de onwelkome bezoeker is. Met één oogopslag, ofschoon bij rich nog op eenigen afstand bevindt, heeft rij Lambert herkend. „Wat heb je mij laten, loop en!" roept hij buiten adem, als hij) haar bereikt heeft. „Heb je vergeten, dat je dezen keer met mij zou spelen „Jai, ik vergat het." dla.t het streven van ieder gezel is zich los te werken va.n het zoo aan. banden leggende in de kost werkengelukt het hem om in bedoelde fabriek of groote; bakkerijen in betrekking te komen da,n is vele malen het gevolg, da.t hij) rich bij den voor verbetering strijdende voegt of met hem sympathiseert, daar het heem vroeger als in d'en kost-werken- de aliiijd heimelijk of openlijk belet werd, en dan al spoedig indien hij; er toch aan deel neemt een onaangenaam huiselijk leven, heeft of elk oogenblik gevaar loopt ontslagen te worden, daar door komt do eisch tot lotsverbetering grootendeels alleen uit de fabrieken. Wat adressant van bet wetsvoorstel- Pyttersem gewaagt, zij; gezegd dat nooit d'e, Ned. Bakkers-Gezel! em bond een 14 tuigen werkdag voor heeft ge staan, welke bond hier te lande onder, de bakkers de toon aangevende is. Ook is het het bestuur van dei afd. Haarlem nog geheel duister, hoe een bakker 2-jr a 3 uur noodig heeft eer hij. voortgang met zijn werk kan maken. Indien de kleine patroons, zich noe mende de kleine industrie, uit. den kem dier burgerij gesproten was en. er onder die kernachtige loden zulke grove wan toestanden voorkomen, wat moiet er dan wel hcersclien ondier dat gedeelte der burgerij, dat niet de kern vormt? Het bestuur zendt dan ook deze verkla ring van adressant aan liet adres van d'en heer van Tiel terug, daar het als d'eel der burgerij er door gekrenkt wordt maar kaast zich er aan toe tc< voegen, dat het meent, dat die kernachtige kleine industrie grootendeels gesproten is uit lieden, die zich geheel of gedeelte lijk ten koste van. hun ondergeschikten in d'e hoogte willen hijséhen. Wat adres sant spreekt van den vex-sclxillenden, ar beid buiten dien van het witte brood, zij. aangestipt dlaar er wei bakkers rijn als herbergiers, logementhouders, krui den iea-s, boeren, groenten verkoop ers, handelaars in veevoeder enz enz., zij, veel gelijken op die, welke twaalf am bachten en dertien ongelukken bijl d'e hand hebben, zij kunnen in. zulke geval len geheel Nederland wei tot hun ope ratiebasis maken, maar rijn desniette min verplicht om aan diegenen,, die zij, in dienst hebben een mensehwaardig be staan te geven.. Typisch is dan ook die verklaring van adressant, dal bijl liever een langen worstelstrijd aflegt eer hij tot dat gunstige? gezellenlevcn terug keert. Ook is adressant bevreesd vcor overmatige toeneming dier gezellen1 in dien er verbetering ingevoerd wordt, Malar vreest dit niet voor d'e fabrieken en groote fabrikanten als alleen voor dezen een wet daar- gesteld' wordt. Dit klinkt toch zeer onwaar. Nog wil de het bestuur adressant twee vragen stellen, en wel dezeHeeft de heer van, Tiel. al eiens nagegaan hoeveel gezellen er zich uitwringen eui allerlei zaken bij; de hand nemen, als verkieselijker zijnde, dan bakkersgezel, hoeveel gezellen; er met de cl i ent eel e van hun patroons gaan strijken omdat rij, zoo'n humane handelwijze ondervonden? Zij vormiem eten hoele kjrt en zijn steeds toenemen- die. Onöur dankzegging voor do genoten plaateruimte, get. het bostuur van den N. B. G. B. afd. Haarlem. G. W. RAAS, Voorzitter. mmewm «sebiws De zaak-Dreyfus. In zyu Dinsdag door de „Figaro" gepubliceerd verhoor belaadt kapitein Cuignet, du Paty, zooals bet hein nog uooit gebeurd is, en verheft Gouse, een door en door braaf en ioyaal man, tot eeo hoogte waar deze zelf van moet duizelen. Voor getuige is du Paty de hoofddader van het, faux Henry, de schryver van den brief aan Dreyfus, onderteekend Weyier, j^elyk de persoon van de gesluierde dame. Lang vóór de Zaak heeft hjj verdachte en onoprechte manoeuvres begaan in particuliere aangelegen- beden en in verband mei de zaak beeft bij afkeurenswaardige hande lingen gepleegd. Zeer merkwaardig is het, dat deze getuige weer een nieuwe lezing geeft van de redenen waarom aan Picquart her. faux Henry niet getoond werd. Henry zou er by Gonse op aangedrongen hebben, dat die generaal het stuk voor zich zelf zou houden: hetgeen Gonse, voor alles soldaat, wegens de discipline niet had durven doen. Dus bad hy het aan Boisdeffre medegedeeld en deze aan Billot. Omstandig verklaart getoige in zyn tweede verhoor als redenen, waarom Dreyfus schuldig zou zijn: debeken- Vergat je het! O! Lovice! Da.n heb ik ten beter geheugen. Hoe zou ik ooit kunnen vergeten dat jij mijn partner rijt 1" „Hat is mogelijk," zegt zij. ,,Iu elk geval moet ik bekennen dat jouw ge heugen. beter d'a,n het mijne is, maar op aeidere punten. Ik vergat dit spel, Godfrey, maar jij. hebt wel aan den ver jaardag van juffrouw Johns gedacht." Het is maar goed dat rij haar oogen naar den gtond' geslagen houdt, anders had1 zij gezien hoe het bloed hem naar 't gelaat steeg, om daarna doodsbleek te worden. „Da verjaardag van juffrouw Johns!" Zijn verbazing is goed! geveinsd. „OOntken 't maar niet. Ik weet reeds hae goed je geheugen is. Gij hebt je haar verjaardag herinnerd. Je zondt haar van morgen rozen om haar met dien dag, waarop rij die wereld met haar komst kwam vereeren, geluk te wen- schen." „LoviceWaarom dien toon tegen mij! „Antwoord mij,, Godfrey. Ik vind' het 'niet mooi dat ik op dezen toon, tot je spreek hij klinkt burgerlijk hè? Ik schaam miji er over. Maar zeg het mij nu hebt gij haar die rozen gestuurd „Natuurlijk. Maar ik was 't werke- tenissen, de technische ontleding van het borderel en hetgeen men gewoon is te noemen bet geheim dossier. Dit bestaat uit drie gedeelten, waarvao het laatste de valsclie of verdachte bescheiden bevat. Het stuk met Ce canaille de Dach' ook getuige niet op Dreyfus van toepassing. Een schrijven van Monod aan Jaurès wordt door dezen ingeleid in de Petite République als volgt: Monod waagt zich ver mot te zeggen, dat Hanotaux niets geweten heelt van de zooge naamde brieven van keizer Wilhelm. In elk geval is het zeker dat die brieven bestaan hebben, zooals wij zullen aant.oonen. Het schrijven van Monod is zeer veroordeelend voor Hanotaux. By gaat de rol na die deze van het begin der zaak afgespeeld heeft en noemt het geheel onbegrijpelijk dat een scherpzinnige geschiedschrij ver als deze het telegram van Paniz- zardi heeft kuunon verwaarloozen. Wat zijn algemeen oordeel betreft, de waarheid is dat de miuister altijd getwijfeld heeft aan de schuld van Dreyfus en er niet meer aan gelooft na den vooravond van zijn vertrek naar het Zuiden in het einde van 189-1. De Voltaire bevat een brief, door Dreyfus den 26steu Januari 1895 van het eiland Saint-Martin-de-Ré aan den minister van binDenlandseho za ken geschreven en waarin over het borderel te lezeD staat „Is dit stuk valsch Is het werke lijk bezorgd, met de stukken die erin genoemd worden? Heeft men mijn schrift nagebootst, orn- speciaal my te treffer. Of moet ruen er enkel een noodlottige schriftgel ij kenis in zien Hy smeekte den minister voort te gaan met het onderzoek naar oen raadsel, dat zijn afgetobde hersens niet vermochten op te losseu. „Ineen eeuw ais de onze. in een land als Frankrijk, doortrokken van edele denk beelden van gerechtigheid en waar- beid, is het onmogelijk, dat gij er met de machtige middelen tot tm- sporiug waarover gij beschikt, niet in zouut slagen deze tragische ge schiedenis op te heideren en het monster te ontmaskeren, dat het onge luk en de schande in een eerlyk ge zin heeft geworpen" Aan do verklaring van kapitein Cuignet over het geheim dossier, zie hierboven, ontleeneu wy nog de vol gende bi zonder lieden De kapitein begon met te vertellen hoe by by een onderzoek van dit dos sier op bevel van minister Cavaigoac, bij lamplicht ontdekte, dat een stun;, outvaugen in October 1896 bestond uit twee soorten papier, een blauw achtig en een roodachtig gelynddeel. Tevens vond hy een stuk van 1894 rlat dezelfde eigenaardigheid vertoonde, met dien verstande, dat in het eerste dat den naam Dreyfus voluit be vatte het hoofd en de onderteeke- niug voorkwamen op het blauwachtig gelijnd papier. Klaarblijkelijk had er dus verwisseling van deelen van beide stukken plaats gehad en moesten zy das tegelijkertijd opgeplakt zyn. Daar ot verschil in hmeérèü slechts bij implicbt bleek, doch bij naglicht bijna •net kon waargenomen worden, was deze onregelmatigheid niet eens opge vallen. Kapitein Cuignet deelde zyn ,bevinding mede aan generaal Roget en minister Cavaignuc, hem werd een onderzoek opgedragen, dat leidde tot verhoor van Henry, waarbij deze be kende in 1896 een valsch stuk te hebbeD gemaakt. Kapitein Cuignet meent, dat Henry daartoe gebracht zou kunnen zyn om generaal Gonse, die een aarzelend karakter heeft, te bewegen op te treden tegen Picquart. Echter is hy van oordeel, dat lienry slechts medeplichtige aan de valsch- beid was on Du Paty de Clatn de dader. Hy voert daartoe tal van gron den aan, waarbij wy vernemen, dat de voor Dreyfus comproinitteerende brief, geteekecd Weyier, van dezelfde hand is als de brieven van de geslui erde dame „en de gesluierde dame is niemand anders geweest dan Du Paty". En als beweegrodc-n voor Du Paty noemt de getuige diens eerzucht, d;e hem zyn werk de veroordeehng vac Dreyfus, deed verdedigen en zyu haat tegen Picqaart, die aan de familie Commingues het beslaan van voor Du Paty compromitteerende brieven zou hebben outhuld. Naar aanleiding van deze verklaring heeft Du Paty ver zocht met kapitein Cuiguet gecon fronteerd te worden. Kapiteiu Cuignet verklaart verder, dat or geen ander dan bet zoogenaamde lijk vergeten. Ik deetl ieta, w at zooveel beken dien van haar zullen gedaan hebben. Een bouquet rozen? Wat beleetkenen rozen? Hel, is een onbeduidendlö beleefdheid rij1 en haai* tante zijn zeer voorkomend jegens mij: geweest toen ik hier logeerde.. Wil je. mij vertellen. Lovice d'at je, om dien bouquet rozen dien ik aan juffrouw Johns stuurde, aan mij, bent gaan twij felen? Is het zoovei- tusschen ons gekor- men. Later", hij aarzelt en ziet naar haar pra.oli.tig profiel; ziji heeft haar gelaat een weinig van hemi afgewend „later heb ik dikwijls gedacht dat je ons engagement wildet verbreken. Als dat zoo is..." „Zij|t gij er zeker van, dat giji or nooit een eind] aan hebt willen maken.?" zegt zij. „Als dat zoo is... zou ik je terstctwl jo vrijheid teruggeven," voegt ziji er op trotsciion toon bij. Zij ziet hem nu recht in liet gelaat. Zij is nog mooier in haar toorn dan andiers. Haar oogen schitteren en. schij>- nen als T wairc tot in rijln ziel te willen doordringen., haar mond is half geopend geheel haar liefhebbend' hart spreekt uit die mooie oogen cn nog nooit is zij Lambeirt zoo bekoorlijk voorgelee- men. „Tk verlang niets andiorsroept hij' geheime dossier bestaat en gaat daarop over tot het ontwikkelen van de gron den, die hem de overtuiging hebben gegeven van de schuld van Dreyfus. Deze zyu drieërleile. de bekentenis, welke kapitein Cuignet slechts van hooren zeggen heeft, 2e. de technische beschryving van het borderel en 3e. het geheim dossier. De getuige tracht nogmaals het groole belang der in het borderel ge noemde stukken aan te toonen, maar zondert in dit opzicht het schiethand- boekje uit, dat elk officier zeer ge- makkelyk kon verschaffen. Het geheim dossier verdeelt hy in drie deeleu. Het eerste „omvat de stukken die rechtstreeks betrekking hebben op de Dreyfus-zaak." Daaruit blijkt, dat er in den loop van 1893 uit het departement van oorlog stuk ken verdweuen, getuige verklaart ech ter nadrukkelijk dat uit dit deel geens zins blijkt dat Dreyfus de verrader is. Uit den aard der door hem genoemde stukken en uit de gedeelten van brie ven tusschen Schwarzkoppen en Panizzardi gewisseld, die ook in dit deel zyn opgenomen, leidt kapitein Cuignet slechts niet eenigen grond af dat de verrader aan liet 2e bureau van den staf was verbonden en daar volgens heoi nog majoor d'Astrog, nocii kolonel Sancy, noch Du Paty de „vriond" kon zijn, waarover Paniz zardi zijn collega aan het Duitsche gezantschap schreef, is Dreyfus de aangewezen persoon. Bewyzen voor deze conclusie zijn in de verklaring, voor zoover zy tot dusver gepubliceerd is, niet te vinden. Het geheim dossier bevat verder vergelykingestukken en valsche of verdachte stukken die wellicht in het vervolg der verklaring nog worden behandeld. Het Hof vau Cassatie heeft Dins dag rechter Bertulus on generaal Ro- get gehoord. Omtrent de verklariugeu, Maandag door kapitein Freystaeiten afgelegd, wordt medegedeeld, dat zij weliswaar kort, maar daarom niet minder afdoend was. De oudrechter in den krijgsraad van 1894 verklaarde besli.-t, dat het getuigenis van Henry voor de veroor deehng den doorslag heeft gegeven. Maar tevens heeft 'hy „ongevraagd, en ook zonder de bijzonderheden van de geheime beraadslagingen mede t.e deeleu, op een zeer duidelijke wyze zyn vrees eu zyn onrust doen blijken, dat bij betrokken is geworden in een onwettige daad". Nogal merkwaardig is de by voeging: „Het Hof heeft hem tot. het einde mot welwillende belangstelling aangeboord en hy is verrukt over de ontvangst heengegaan." D&Agence Havas spreekt beslist tegen, zooais wy in ons vorig nummer meld den, dat er zich te Parijs gevallen van pest hebben voorgedaau. Werkstaking van mijn werkers. In de Borinage waren Maandag avond 15.000 werkstakers, dus iets meerin bet Centrum .11 a 12.000, dus iets minderin het. bekken van Charleroi 25 000, gelijk Zaterdag in het Luibsche 8000, evenals toen. De bijeenkomsten van de njj verheids- en werkraden leveren niet veel uit. In de moeste verklaren do patroons wel te willen toestemmen in een ge leidelijke verbooging van loon, terwijl de werklui volharden by hun eisch 20 percent opslag ineens. De werkstakers houden zich overal kalm. Op zeer geheimzinnige wijze is spoorloos verdwenen een daicne uit de groote wereld te Londen. Lady Öophie Seott, echtgenoote van het Pari ernenth- lid Scott en dochter van graaf Cado- gan, onder-koning van Ierland, is Maandagavond 17 April uitgegaan en niet teruggekeerd. Men verdiept zich in gissingen naar de oorzaak van haar verdwijnen. Cuba. "Volgens een schrijven in het Ame- rika&nscbe maandschrift Forum, gaat bet vruchtbare prachtige eilaud Cuba z'jn ondergang tegemoet. De taak der Amerikanen op dat eilai.d is, zegt dr. F. L. Oswald hopeloos. Cuba ligt ten prooi aan roovers en plunderaars. De bevrijders zyn te laat gekomen. „De harpijen-zwerm van vrijbuiters, die Noodlot's beschikking volvoerden over de verdrukkers van dit schoone eiland, uit maar trekt liaar in tegenstelling van. zijn woordten hartstochtelijk naar rich toe. „Hoe kan je zoo tot miji spreken? Die hatelijke geheim houding. „Ia het mijn schuld'?" vraagt rij|, maar heel zacht ziji rust miet haar hoofdje tegen rijn borst en rij: heeft hem zoo lief. „Neen, neen; malar lieveling, ik heb jö verteld wat de reden en van is. Die vrekkige, oude man zou nog oen spaak in mijn wiel kunnen steketn. Hij' wil, dat ik een meisje met geld' trouw." Haar angst verdiwijn t als sneeuw voor dc zon. Hij heeft haar lief? Wat kan iets anders haar dan schelen? Hij; heeft haar immers lief. „Welnu! Je heibt het geld maar voor 't grijpen," zegt zij rich uit zijn omhel zing losmakend1 en op juffrouw Johns doelend. Zij lacht nu - gelukkig in het bewustzijn diat hiji haar lief heeft met een liefde, die zelfs door een ge dachte aan juffrouw Johns niet onthei ligd wordt. „Neen, noen roept hij; opgewonden uit. ,jMaar je ziet hoe het noodlot mij; ver volgt. Vergeef mijl, lieveling, mijn lie veling. Anders zou ik. immers niet zoo tot je spreken. hebben zich reeds tegen hunne bevry- ders gekeerd, en zullen, jaren lang, alle hervormingen tegenhouden." Cuba schijnt door de natuur bestemd te zyn, een ware kweekplaats van roovers te worden. Vijftien duizend vierkante Eng. rnyleri of verreweg do grootste helft van het bergland van Cuba, is met bosschen begroeid, die even onuitroeibaar zyn als bijgeloof. Het kostte der Russische regeering een millioen mannen en meer dan een millioen roebels om orde te brengen in den Caucasus, ofschoon het land zoo woest was, dat zyne verdedigers zich dikwyis moesten voeden mot beu- kennoten eu water. Doch deWest-mdi- sehe gebergten brengen het hoele jaar lang eetbare producten voort. Er zyu alleen reeds vyftig verschillende soor ten van notenboomenten minste een dozyn soorten van wilde druiven; er zyn beziën, mango's guaven, boonen, auanasseD. Er is vi.sch in iedere beek en de moerassen der vlakte wemelen van waterwild. Zelfs ontbreken niet de pakhuizen voor dieD overvloed; van Cieninegos, de heele zuidkust langs, zyn de kalkrotsen doorboord met holen en grottener zijn ouder- aardsche doolhoven, waariu de vrij buiters volkomen veilig- zyn. Dr. Oswald voorspelt dat de leiders van den opstand, die zoo door de na tuur geholpen worden, zich tegen het Amerikaansch bestuur zullen blijven verzetten. In elke stad zal het aantal ontevredenen toenemen. Het geheele eiland zal weldra in opstand zyn. De verschilieude partyen zullen zich ver- eeuigen. Uit de Spaansch-Amerikaan- sche republieken zullen volksleiders van beroep overkomen en zoo zal Cuba een verzamelplaats worden van geluk- zoekors uit alle oorden. De kusten van het eiiand schynen in'tbyzonder ingericht voor strooptochten. Behalve de geregelde benden zyD er op Cuba taliooze bandieten, peta- dos, die alleen oorlog voeren om te pluudereu. Iu Sierra Mesilla is dö nyvere bevolking bijna geheel verdwe nen. Het dal Rio Verde is de wijk plaats geworden van weggeioopen slaven en ander schuim. Die bandie ten hebben naar schatting reeds meer dan een half millioen dollars aan goe deren vernield. Langs do geheele hoofdketen der Sierra Maeslra worden de kampen der buiten-de-wet-gestelden bij twin tigtallen aangetroffen. Duizenden koop lieden zijn door hen van alles beroofd. De levensmiddelen der steden moeten by donkereu nacht van het land wor den binnengesmokkeld. Alsof dit alles nog niet genoeg was, worden de veehouders geteisterd door benden wilde honden, die in holen bnizen en daar hunne jongen voortbrengen. Volgens den Ameri- kaanschen schrijver hangt het voort- bestaan van deu veestapel er vau af, of het mogelijk zal zijn, deze be«3Steu uit te roeien, die meer verlekkerd zijn geworden op schapenvleesch dan op wild. Deze viervoetige vrijbuiters heb ben zich dermate vermenigvuldigd, dat geen beperkiDg meer mogelijk schijnt. Het sombere artikel van dr. Oswald eindigt met de voorspelling, dat Cuba eerlang het lot zal ondergaan van een lichaam, dat aangetast is dooi myria den microben, die door geen genees middel verdelgd kunnen worden, en de schrijver zegt, dat het, in 't. bolaog der beschaving, misschien beter zou zyn geweest indien het eiland evenals het verloren Atlantis, was verdwenen onder de golven Van de Filippijnen. Generaal Otis heeft uit Manilla naar Washington geseind, dat de bri gade van generaal Hales Dinsdag oprukte naar Calupit, dat bij bet ver zenden van het telegram door de Amerikaansche troepen was ingeslo ten. Generaal Hales stuitte op hefti- geD tegenstand, oiaar wierp deu vijand met zware verliezen terug, na zyn verschansingen te hebben genomen. De Amerikaausche troepen hadden zes dooden en twaalf gewonden. Een neger gelynclit. De omtrok van Newnan, in Georgië is weer in rep en roer gebracht door hot lynchen van een neger, die een farmer, Cranford genaamd, vermoord, en, naar men beweerde, diens vrouw gruwelijk mishandeld had. Het voik liep te hoop en maakte zich van den neger meester. Toen bond men hem aan een paal, legde takkenbossen daaronder, sneed den man zijn ooren Maar als dlie oudle raaai valsch spel wil speleu..." Valsch! Wordit hij misschien nog valsch ook?" zegt zij. plagend1. „Wait bedoel je daarmee, Lovice zegt hij het voorhoofd fronsend, en haar in. 't gelaat trachtend te zien. „Dc ge loof, diat je aan miji twijfelt." „Neen, GodfreyAsm jou twijfelen Hoe zon ik d'at kunnen In weerwil Tin zichzelf rilt hij. „Wat ben je vreemd. Ilc maakte maar een. grapje," „Ik", zwaar ademhalend, „houd niet van zulke grappen tusschen jou en, mij1." „Je bent je zelf niet vandaag, liefst a Hoe kan je zulk eem onbeduidend ge zegde als een beleediging opnemen Lo ten wiji nog eens op je woorden van zoo even terugkomen. Hoe zou 't kunnen gebeuren, d!at je oom valsch spel met je speield'e. Zelfs al liet hij rijn geld aan etea andier na, clan komen d'e titel eai d.e goederen, daarbiji behooremd, al zijn ziji verarmd, toch aan joiu, niet waar?" „En als het eens anders zou uitko men," vraagt hij) haar met een jaloer- schen blik gadeslaand, trachtend oom in haar grodte edelmoedige natuur dezelfde lage en. onedele gebreken van hem te antdiakken., „zou je er dlan, veel om. ge ven?" (Wordt vervolgd.)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1899 | | pagina 2