gerechtvaardigd wordt en dart integen
deel dé gebleken feiten voor des recla-
mamts opvattin© goede gronden gaven
en de vermelding in het rapport vol
komen begrijpelijk is, omdat nai het
vertrek van den kapitein bijl die sectio
van den reclamant eeaie weifeling ont
stond, welke aan dat vei"trek moet wor-
dlen toegeschrevenin die! vermelding
kon derhalve geen insinuatie tegen een
meerdere worden gezien. De dispositie
van den krijgsrad werd dus veraiiöbigdl,
de reclame- van den luitenant gegrond
verklaard! en. bevolen dat straf en straf
reden in zijn strafhoek zullen worden
geschrapt. De luitenant heeft inmiddels
zijne straf al ondergaan, zooals onze
schoone militaire rechtspleging dat
eisebt. In 's hofs arrest trof ons deze
overwegingdat het geheele caid'orzoek
voor den krijgsraad' aan. volledigheid'
zooveel te wenschen overlaat, dat zelfs
geen der militairen van de sectie van
dm luitenant als getuige is gehoord.
Soldatenplagerij
Een officier schrijft aan de „Jatvar-
Bodo"
Nu de algemeione dienstplicht in Ne
derland is ingevoerd:, gaan er in som
mige dagbladen stemmen op, om het
den jongelieden in de kazernes walt aan
genamer te maken, door die noodelooze
plagerijen, die nu eenmaal in dtn dienst
zijn ingeworteld, af te schaffen. Zoo is
men or op uit om de dwaze bepaling,
dat hiji, die zonder vergunning verdier
dJan één uur buiten zijn garnizoen wordt
aangetroffen, als deserteur moot worden
opgevat, te doen vervallen. Dwazer kan
het dan ook waarlijk niet. Voorts wil
men op het punt van kleeding eenige
faciliteiten verleend zien, daar een jong-
menscli van goeden huize zich met recht
- zal schamen in ©ene hem in het geheel
niet passende pij zijne kringen te be
zoeken.
Ook in Indië mag men er echter wel
eens met ernst aan gaan denk tin, dat
militairen, in strijd met hun zoo bij,
uitstek mannelijk beroep, in zoovele op
zichten nog als kinderen worden be
handeld Wat is het by. geen dwaze
plagerij!, dla.t het gezin van een inlandsch
militair itderen morgen voor eenige
uren met al zijne have uit het kamper
ment wordt gebannen en dikwijls biji
slecht weer een. tijdelijk onderkomen
op dien publieken weg moet gaan zoeken.
Ook de menage is voor den inlander een
ware plaag, daar liiji nu dagelijks kostjes
moet slikken, die heeleimaal niet volgens
zijjn. smaak zijn toebereid en die hem
op tijden worden, voorgezet, waarop bijl
nooit gewend' was te eten. Dei inlander
is niet veeleischend' voor zijn menu, maar j
hij wordt nu eenmaal het liefst geheel
vrijgelaten in hetgeen hij door zijn keel
gat- wil sturen.
Ban ka.
Uit Muntok werd) d'.d. 27 Maart aan
het „Bat. Nbld." geseind
„Dc opstand) in Koba breidt zich uit
en is naar Pomglcal Pinang overgeslar
gen. De resident heeft versterking van
de militaire macht met één luitenant en.
75 man gewaagd."
Naar het blad verder vernam, heeft
höft legerbestuur van den gouverneur-
generaal den telegrapliisclien last ont
vangen, om onverwijld die gevraagde
versterking naar Muntok te zenden.
Men vermoedt, dat een uitgestrekt
geheim verbond bestaat en. vreest voor
uitbreiding van de onlusten. Daai-otml
wordt met kracht opgetreden.
Het militair commando van. Barika is
bij, kapitein Linck in goede handen. De
administrateur der mijnen te Pangkal
Pinang is de heter F. Th. ven Kotsch
terwijl als sèctie-ingenieur aldaar fun-
geeait die ingenieur der 2e kl. J. de Ko
ning Knijff, onder wien de ingenieur
3d kl. H. -J. Buijsman staat.
De gevraagde troepenversterking zal
morgen (29 Maart) per s.s. Reyoist naar
Muntok vertrekken.
mSEZOHQEil.
Voor den inhoud dezer rubriek •steil
de redactie zich niet aansprakelijk.
I an ingezonden stukken, geplaatst i
of niet geplaatst, wordt de copij
niet aan den inzender terug
gegeven.
Haarlem, 24 April '99.
Mijnheer de Redacteur!
Ondergeteekende verzoekt s. v. p.
eenige plaatsruimte voor het onder
staande.
Coöperatieve Broodbakkerij.
Maandagavond' vergaderde in café
„Centrum" een aantal personen, welk©
op een vroeger gedane oproeping zich
haar gemaker is iets in den laJch en
i.n de houding van Lovice dat haar ver
ontrust. Zij is er van overtuigd geweest
dat Lovice haar begreep maar begrijpt
zij Lovice wel?
,,Ik zal u wat rozen zenden," zegt zij,
lomp.
„Gij1 zijt al te goed." Lovice lacht
weer maar op die eigenaardige, raadsel
achtigs manier, die juffrouw Johns in
de war brengt. „Maar van mijn zustc-r
Lady Rosematry kam ik zooveel rozen
krijgen, als ik maar hebben wil,"
Er ligt een uitdrukking van afkeer
op haar mooi gezichtje in weerwil van
haar lach, als zij zich omdraait om Lady
Mary Fynemouth te begroeten, een be
jaarde, groote dame, die Lovice met
haar wonderlijke oogen te verstaan
geeft dla.t zij niet begrijpt wat- zij; eigen
lijk in deze „galère" komt doen. De
vriendschappelijke houding van deze
twee tegenover elkaar, als Lady Mary
haar arm hartelijk door dieei van Lo
vice steekt, steurt de erfgename tot na
denken en. doet haar sluimerenden haat
en jaloezie voor Lovice hevig ontbran
den.
Het is een uur la/ter en Lovice, na
zich op een vriendelijke manier van
Ladly Mary's terbeduidend! maar goerl-
voorstamders hadden verklaard van een ei
Coöp. Bröodbakkerij.
De vergadering werd! gepresideerd
door den heer Modloo, welke, er op wees
dat tegenwoordig in bijna alle steden,
niet alleen grooterei maar ook in die met
veel minder in woners dlan. Haarlem, met
succes een Coöp. Broodbakkerij, werk
zaam is. Hadden eenige jaren terug en-;
kele dier inrichtingen fiasco geledien, dan
was dit niet omdat het beginsel niet
deugt, maar omdat de grondslagen,
waarop zulke vereen igingen opgericht
werden, zelf van het beginsel afweken.
Tegenwoordig, door ondervinding wijzer
geworden, overtreffen bijna, overal waar
een coöp. broodbakkerij. wordt opgericht,
do uitkomsten verre dei gemaakte be
groetingen, zooals mem telkens uit de
verslagen kan constatecren.
Te dezer stede rijn ook reeds lang
van verschillende zijden stemmen opge
gaan om oen coöp. bakkerij: op te rich
ten,, maar nooit werd'c-m ver dier ei pogin
gen gedaan, het Plaatselijk Arbeids
secretariaat meende, dat thans de tijd1
gekomen was om verder te gaan en deed
bovengenoemde oproeping, we'lke tot re
sultaat had dat ongeveer 160 personen
zich als voorstanders aanmelddendoor
drukke! werlvzaa.mhe.den had die secreta
ris van het plaatselijk Arbeidssecreta
riaat echter niet tijdig de oproeping
voor deze vergadering kunnen dben,
zoodat er wellicht enkele personen niet
in keunis waren gesteld. Niettemin werd
besloten tot oprichting van een coöp.
bakkerij, oyer te gaan eni werd eern voor-
Ioopig .comyité benoemd, lultgeon bij
stemming geschiedde.
Eenige onderlinge besprekingen wer
den nog gehóuden, waarbiji o.a. d,e voor
zitter er op wees, dat elkeen die voor
stander van Coöperatie is, lid! kan. wor
den, en dJat de meening, als zou men
lid van een bij' het Plaatsol. Arb. Sc-cr.
aangesloten vereen iging moeten rijn ge
heel onjuist is.
Hierna werd de vergadering geslo
ten en. ging h,eit Voorl. Comité over tot
het. onderling verdeel en der functiëm
Zij., die rich als lid vain de Coöp,. Bak
kerij willen opgeven, vervoegen rich bij
P. J. J. KLEIN,
lste secretaris, Voorl. Comité,
Leidsohestraat lOdi.
M. de R.
Beleefd verzoekt het bestuur van de
afd. Haarlem van den Ncd. Bakkers-
Gezellenbond, tot plaatsing van. het vol
gende
Ingevolge het aidires van den heer v.
Tiel cm elf anders patroons., voorkomen
de in het nummer van Woensdag 29
Maart, ha.d genoemd bestuur eerst eene
afwachtende houding aangenomen in-
gevolge er nog meerdere, adressen in
zouden komen, doch daar helt zulks nu
niet waarschijnlijk meer acht, vraagt
het in deze uwe gastvrijheid.
Wat adressant aanmerkt omtrent het!
bewerken van zoogenaamde natuurstof-
fen zij aangeanarkt, dat het bakkersvak
algemeen nog op een lage trap van ont
wikkeling staat en het meest onder de
kleine bakkers, waar dan, cok het sterkst
het bezigen van jongens dikwijls nqg
maar kinderen of halfwas voorkomt
die niet het minste begrip van matuur-
stof of het bakken hebben. Ook is het
zeer onjuist dat bat werken aan fabrie
ken. zwaan-der zoude vallen dan bij! db
particuliere patroons. Het werken, in de
fabrieken is in de eerste plaats geregeld
veel korter en is ei- liet vreeselijtke demo-
raliseerende in d'en kost, werken niet in
zwang; zoodat dc-. positie van d'en, ge
zel op de fabrieken meer tot zijin recht
komt, dan bij. dim particulieren patroon.
Ook wat de pauze betreft, die bij: dei
burger patroons voor zouden komen is
lang zoo niet als adressant voorstelt en
wel hierdloor. Terecht merkt adressant
verder in zijn stuk op, dat de kleine
patroons rich niet alleen bij! het brood'
bakken houdendit is juist de oorzaak
dat waar nog eemige pauze voor zoude
kunnen komen dlcze door allerlei bezig
heden op het broodbakken al of niet
betrolcking hebbende ingenomen wor
den. Deze kleine bezigheden wensolien
wij, juist iets meier onder de aandacht
te brengen, en wel dat zij zoo talrijk,
zijn, dat daarin de oorzaak ligt diat de
gezel dikwijls tot laat in den middag in
getouw ia, overhaast eien uur of vijf,
zes of zeven gaat rusten om dan dezelf-
dJa sleur weer te beginnen. Zeer juist is
daarentegen de opmerking van adres
sant, dat de eisch tot lotsverbetering
in hoofdzaak uit de fabrieken of groote
(niet in den kost werkende) bakkerij
en komt, doch wat is bier valn. dei grond
oorzaak? Het laat rich a.l van zelf ge
voelen, In d'o eerste plaats ziji gezegd,
hartig gezelschap ontslagen te hebben,
slaat c;en zijlaan tje in dat langs de rho
dodendrons naar het meertje met rijn
zwanen en denkbeeldige karpers leidt.
Niemand beseft er ooit eern karper ge
zien maar man moet nu eenmaal eon
karper hebben als men een vijvertje of
zooals db aristocraten zeggen een meer
bezit; en juffrouw Johns wil ook op dit
punt mee doen.
D'aar dichtbij: is een tempeltje, waar
in nauwelijks vcor twee menschen ruim
te is. De erfgename is verzot op haar
geld.
Lovice, diie hier naar toe is gedreven
door het verlangen om alleen te rijn
haai- gesprek met de levendige, hoe
wel bejaarde Lady Mary heeft bewezen
dat zij, in geen stemming is oom zich.,
aangenaam met iemand te onderhouden
-- hoort tot haar groote teleurstelling
voetstappen naderen. Met gefronst
voorhoofd keert riji ricli om, ten einde te
zien wie de onwelkome bezoeker is.
Met één oogopslag, ofschoon bij rich
nog op eenigen afstand bevindt, heeft
rij Lambert herkend.
„Wat heb je mij laten, loop en!" roept
hij buiten adem, als hij) haar bereikt
heeft. „Heb je vergeten, dat je dezen
keer met mij zou spelen
„Jai, ik vergat het."
dla.t het streven van ieder gezel is zich
los te werken va.n het zoo aan. banden
leggende in de kost werkengelukt het
hem om in bedoelde fabriek of groote;
bakkerijen in betrekking te komen da,n
is vele malen het gevolg, da.t hij) rich
bij den voor verbetering strijdende
voegt of met hem sympathiseert, daar
het heem vroeger als in d'en kost-werken-
de aliiijd heimelijk of openlijk belet
werd, en dan al spoedig indien hij; er
toch aan deel neemt een onaangenaam
huiselijk leven, heeft of elk oogenblik
gevaar loopt ontslagen te worden, daar
door komt do eisch tot lotsverbetering
grootendeels alleen uit de fabrieken.
Wat adressant van bet wetsvoorstel-
Pyttersem gewaagt, zij; gezegd dat
nooit d'e, Ned. Bakkers-Gezel! em bond
een 14 tuigen werkdag voor heeft ge
staan, welke bond hier te lande onder,
de bakkers de toon aangevende is.
Ook is het het bestuur van dei afd.
Haarlem nog geheel duister, hoe een
bakker 2-jr a 3 uur noodig heeft eer hij.
voortgang met zijn werk kan maken.
Indien de kleine patroons, zich noe
mende de kleine industrie, uit. den kem
dier burgerij gesproten was en. er onder
die kernachtige loden zulke grove wan
toestanden voorkomen, wat moiet er
dan wel hcersclien ondier dat gedeelte
der burgerij, dat niet de kern vormt?
Het bestuur zendt dan ook deze verkla
ring van adressant aan liet adres van
d'en heer van Tiel terug, daar het als
d'eel der burgerij er door gekrenkt wordt
maar kaast zich er aan toe tc< voegen,
dat het meent, dat die kernachtige
kleine industrie grootendeels gesproten
is uit lieden, die zich geheel of gedeelte
lijk ten koste van. hun ondergeschikten
in d'e hoogte willen hijséhen. Wat adres
sant spreekt van den vex-sclxillenden, ar
beid buiten dien van het witte brood,
zij. aangestipt dlaar er wei bakkers rijn
als herbergiers, logementhouders, krui
den iea-s, boeren, groenten verkoop ers,
handelaars in veevoeder enz enz., zij,
veel gelijken op die, welke twaalf am
bachten en dertien ongelukken bijl d'e
hand hebben, zij kunnen in. zulke geval
len geheel Nederland wei tot hun ope
ratiebasis maken, maar rijn desniette
min verplicht om aan diegenen,, die zij,
in dienst hebben een mensehwaardig be
staan te geven.. Typisch is dan ook die
verklaring van adressant, dal bijl liever
een langen worstelstrijd aflegt eer hij
tot dat gunstige? gezellenlevcn terug
keert. Ook is adressant bevreesd vcor
overmatige toeneming dier gezellen1 in
dien er verbetering ingevoerd wordt,
Malar vreest dit niet voor d'e fabrieken
en groote fabrikanten als alleen voor
dezen een wet daar- gesteld' wordt.
Dit klinkt toch zeer onwaar. Nog wil
de het bestuur adressant twee vragen
stellen, en wel dezeHeeft de heer van,
Tiel. al eiens nagegaan hoeveel gezellen
er zich uitwringen eui allerlei zaken bij;
de hand nemen, als verkieselijker zijnde,
dan bakkersgezel, hoeveel gezellen; er
met de cl i ent eel e van hun patroons
gaan strijken omdat rij, zoo'n humane
handelwijze ondervonden? Zij vormiem
eten hoele kjrt en zijn steeds toenemen-
die.
Onöur dankzegging voor do genoten
plaateruimte, get. het bostuur van den
N. B. G. B. afd. Haarlem.
G. W. RAAS, Voorzitter.
mmewm «sebiws
De zaak-Dreyfus.
In zyu Dinsdag door de „Figaro"
gepubliceerd verhoor belaadt kapitein
Cuignet, du Paty, zooals bet hein nog
uooit gebeurd is, en verheft Gouse,
een door en door braaf en ioyaal
man, tot eeo hoogte waar deze zelf
van moet duizelen. Voor getuige is
du Paty de hoofddader van het, faux
Henry, de schryver van den brief
aan Dreyfus, onderteekend Weyier,
j^elyk de persoon van de gesluierde
dame. Lang vóór de Zaak heeft hjj
verdachte en onoprechte manoeuvres
begaan in particuliere aangelegen-
beden en in verband mei de zaak
beeft bij afkeurenswaardige hande
lingen gepleegd. Zeer merkwaardig
is het, dat deze getuige weer een
nieuwe lezing geeft van de redenen
waarom aan Picquart her. faux Henry
niet getoond werd. Henry zou er by
Gonse op aangedrongen hebben, dat
die generaal het stuk voor zich zelf
zou houden: hetgeen Gonse, voor alles
soldaat, wegens de discipline niet had
durven doen. Dus bad hy het aan
Boisdeffre medegedeeld en deze aan
Billot.
Omstandig verklaart getoige in zyn
tweede verhoor als redenen, waarom
Dreyfus schuldig zou zijn: debeken-
Vergat je het! O! Lovice! Da.n heb
ik ten beter geheugen. Hoe zou ik ooit
kunnen vergeten dat jij mijn partner
rijt 1"
„Hat is mogelijk," zegt zij. ,,Iu elk
geval moet ik bekennen dat jouw ge
heugen. beter d'a,n het mijne is, maar
op aeidere punten. Ik vergat dit spel,
Godfrey, maar jij. hebt wel aan den ver
jaardag van juffrouw Johns gedacht."
Het is maar goed dat rij haar oogen
naar den gtond' geslagen houdt, anders
had1 zij gezien hoe het bloed hem naar
't gelaat steeg, om daarna doodsbleek
te worden.
„Da verjaardag van juffrouw Johns!"
Zijn verbazing is goed! geveinsd.
„OOntken 't maar niet. Ik weet
reeds hae goed je geheugen is. Gij hebt
je haar verjaardag herinnerd. Je zondt
haar van morgen rozen om haar met dien
dag, waarop rij die wereld met haar
komst kwam vereeren, geluk te wen-
schen."
„LoviceWaarom dien toon tegen
mij!
„Antwoord mij,, Godfrey. Ik vind' het
'niet mooi dat ik op dezen toon, tot je
spreek hij klinkt burgerlijk hè? Ik
schaam miji er over. Maar zeg het mij
nu hebt gij haar die rozen gestuurd
„Natuurlijk. Maar ik was 't werke-
tenissen, de technische ontleding van
het borderel en hetgeen men gewoon
is te noemen bet geheim dossier. Dit
bestaat uit drie gedeelten, waarvao
het laatste de valsclie of verdachte
bescheiden bevat. Het stuk met Ce
canaille de Dach' ook getuige
niet op Dreyfus van toepassing.
Een schrijven van Monod aan Jaurès
wordt door dezen ingeleid in de Petite
République als volgt: Monod waagt
zich ver mot te zeggen, dat Hanotaux
niets geweten heelt van de zooge
naamde brieven van keizer Wilhelm.
In elk geval is het zeker dat die
brieven bestaan hebben, zooals wij
zullen aant.oonen. Het schrijven
van Monod is zeer veroordeelend voor
Hanotaux. By gaat de rol na die deze
van het begin der zaak afgespeeld
heeft en noemt het geheel onbegrijpelijk
dat een scherpzinnige geschiedschrij
ver als deze het telegram van Paniz-
zardi heeft kuunon verwaarloozen.
Wat zijn algemeen oordeel betreft,
de waarheid is dat de miuister altijd
getwijfeld heeft aan de schuld van
Dreyfus en er niet meer aan gelooft
na den vooravond van zijn vertrek
naar het Zuiden in het einde van 189-1.
De Voltaire bevat een brief, door
Dreyfus den 26steu Januari 1895 van
het eiland Saint-Martin-de-Ré aan
den minister van binDenlandseho za
ken geschreven en waarin over het
borderel te lezeD staat
„Is dit stuk valsch Is het werke
lijk bezorgd, met de stukken die erin
genoemd worden? Heeft men mijn
schrift nagebootst, orn- speciaal my te
treffer. Of moet ruen er enkel een
noodlottige schriftgel ij kenis in zien
Hy smeekte den minister voort te
gaan met het onderzoek naar oen
raadsel, dat zijn afgetobde hersens
niet vermochten op te losseu. „Ineen
eeuw ais de onze. in een land als
Frankrijk, doortrokken van edele denk
beelden van gerechtigheid en waar-
beid, is het onmogelijk, dat gij er
met de machtige middelen tot tm-
sporiug waarover gij beschikt, niet
in zouut slagen deze tragische ge
schiedenis op te heideren en het
monster te ontmaskeren, dat het onge
luk en de schande in een eerlyk ge
zin heeft geworpen"
Aan do verklaring van kapitein
Cuignet over het geheim dossier, zie
hierboven, ontleeneu wy nog de vol
gende bi zonder lieden
De kapitein begon met te vertellen
hoe by by een onderzoek van dit dos
sier op bevel van minister Cavaigoac,
bij lamplicht ontdekte, dat een stun;,
outvaugen in October 1896 bestond
uit twee soorten papier, een blauw
achtig en een roodachtig gelynddeel.
Tevens vond hy een stuk van 1894
rlat dezelfde eigenaardigheid vertoonde,
met dien verstande, dat in het eerste
dat den naam Dreyfus voluit be
vatte het hoofd en de onderteeke-
niug voorkwamen op het blauwachtig
gelijnd papier. Klaarblijkelijk had er
dus verwisseling van deelen van beide
stukken plaats gehad en moesten zy
das tegelijkertijd opgeplakt zyn. Daar
ot verschil in hmeérèü slechts bij
implicbt bleek, doch bij naglicht bijna
•net kon waargenomen worden, was
deze onregelmatigheid niet eens opge
vallen. Kapitein Cuignet deelde zyn
,bevinding mede aan generaal Roget
en minister Cavaignuc, hem werd een
onderzoek opgedragen, dat leidde tot
verhoor van Henry, waarbij deze be
kende in 1896 een valsch stuk te
hebbeD gemaakt. Kapitein Cuignet
meent, dat Henry daartoe gebracht
zou kunnen zyn om generaal Gonse,
die een aarzelend karakter heeft, te
bewegen op te treden tegen Picquart.
Echter is hy van oordeel, dat lienry
slechts medeplichtige aan de valsch-
beid was on Du Paty de Clatn de
dader. Hy voert daartoe tal van gron
den aan, waarbij wy vernemen, dat
de voor Dreyfus comproinitteerende
brief, geteekecd Weyier, van dezelfde
hand is als de brieven van de geslui
erde dame „en de gesluierde dame is
niemand anders geweest dan Du Paty".
En als beweegrodc-n voor Du Paty
noemt de getuige diens eerzucht, d;e
hem zyn werk de veroordeehng
vac Dreyfus, deed verdedigen en zyu
haat tegen Picqaart, die aan de familie
Commingues het beslaan van voor Du
Paty compromitteerende brieven zou
hebben outhuld. Naar aanleiding van
deze verklaring heeft Du Paty ver
zocht met kapitein Cuiguet gecon
fronteerd te worden.
Kapiteiu Cuignet verklaart verder,
dat or geen ander dan bet zoogenaamde
lijk vergeten.
Ik deetl ieta, w at zooveel beken dien
van haar zullen gedaan hebben. Een
bouquet rozen? Wat beleetkenen rozen?
Hel, is een onbeduidendlö beleefdheid
rij1 en haai* tante zijn zeer voorkomend
jegens mij: geweest toen ik hier logeerde..
Wil je. mij vertellen. Lovice d'at je, om
dien bouquet rozen dien ik aan juffrouw
Johns stuurde, aan mij, bent gaan twij
felen? Is het zoovei- tusschen ons gekor-
men. Later", hij aarzelt en ziet naar
haar pra.oli.tig profiel; ziji heeft haar
gelaat een weinig van hemi afgewend
„later heb ik dikwijls gedacht dat je
ons engagement wildet verbreken. Als
dat zoo is..."
„Zij|t gij er zeker van, dat giji or nooit
een eind] aan hebt willen maken.?" zegt
zij. „Als dat zoo is... zou ik je terstctwl
jo vrijheid teruggeven," voegt ziji er op
trotsciion toon bij.
Zij ziet hem nu recht in liet gelaat.
Zij is nog mooier in haar toorn dan
andiers. Haar oogen schitteren en. schij>-
nen als T wairc tot in rijln ziel te willen
doordringen., haar mond is half geopend
geheel haar liefhebbend' hart spreekt
uit die mooie oogen cn nog nooit is
zij Lambeirt zoo bekoorlijk voorgelee-
men.
„Tk verlang niets andiorsroept hij'
geheime dossier bestaat en gaat daarop
over tot het ontwikkelen van de gron
den, die hem de overtuiging hebben
gegeven van de schuld van Dreyfus.
Deze zyu drieërleile. de bekentenis,
welke kapitein Cuignet slechts van
hooren zeggen heeft, 2e. de technische
beschryving van het borderel en 3e.
het geheim dossier.
De getuige tracht nogmaals het
groole belang der in het borderel ge
noemde stukken aan te toonen, maar
zondert in dit opzicht het schiethand-
boekje uit, dat elk officier zeer ge-
makkelyk kon verschaffen.
Het geheim dossier verdeelt hy in
drie deeleu. Het eerste „omvat de
stukken die rechtstreeks betrekking
hebben op de Dreyfus-zaak." Daaruit
blijkt, dat er in den loop van 1893
uit het departement van oorlog stuk
ken verdweuen, getuige verklaart ech
ter nadrukkelijk dat uit dit deel geens
zins blijkt dat Dreyfus de verrader is.
Uit den aard der door hem genoemde
stukken en uit de gedeelten van brie
ven tusschen Schwarzkoppen en
Panizzardi gewisseld, die ook in dit
deel zyn opgenomen, leidt kapitein
Cuignet slechts niet eenigen grond
af dat de verrader aan liet 2e bureau
van den staf was verbonden en daar
volgens heoi nog majoor d'Astrog,
nocii kolonel Sancy, noch Du Paty
de „vriond" kon zijn, waarover Paniz
zardi zijn collega aan het Duitsche
gezantschap schreef, is Dreyfus de
aangewezen persoon.
Bewyzen voor deze conclusie zijn
in de verklaring, voor zoover zy tot
dusver gepubliceerd is, niet te vinden.
Het geheim dossier bevat verder
vergelykingestukken en valsche of
verdachte stukken die wellicht in het
vervolg der verklaring nog worden
behandeld.
Het Hof vau Cassatie heeft Dins
dag rechter Bertulus on generaal Ro-
get gehoord.
Omtrent de verklariugeu, Maandag
door kapitein Freystaeiten afgelegd,
wordt medegedeeld, dat zij weliswaar
kort, maar daarom niet minder afdoend
was. De oudrechter in den krijgsraad
van 1894 verklaarde besli.-t, dat het
getuigenis van Henry voor de veroor
deehng den doorslag heeft gegeven.
Maar tevens heeft 'hy „ongevraagd,
en ook zonder de bijzonderheden van
de geheime beraadslagingen mede t.e
deeleu, op een zeer duidelijke wyze
zyn vrees eu zyn onrust doen blijken,
dat bij betrokken is geworden in een
onwettige daad".
Nogal merkwaardig is de by voeging:
„Het Hof heeft hem tot. het einde mot
welwillende belangstelling aangeboord
en hy is verrukt over de ontvangst
heengegaan."
D&Agence Havas spreekt beslist tegen,
zooais wy in ons vorig nummer meld
den, dat er zich te Parijs gevallen van
pest hebben voorgedaau.
Werkstaking van mijn
werkers.
In de Borinage waren Maandag
avond 15.000 werkstakers, dus iets
meerin bet Centrum .11 a 12.000,
dus iets minderin het. bekken van
Charleroi 25 000, gelijk Zaterdag in
het Luibsche 8000, evenals toen.
De bijeenkomsten van de njj verheids-
en werkraden leveren niet veel uit.
In de moeste verklaren do patroons
wel te willen toestemmen in een ge
leidelijke verbooging van loon, terwijl
de werklui volharden by hun eisch
20 percent opslag ineens.
De werkstakers houden zich overal
kalm.
Op zeer geheimzinnige wijze is
spoorloos verdwenen een daicne uit de
groote wereld te Londen. Lady Öophie
Seott, echtgenoote van het Pari ernenth-
lid Scott en dochter van graaf Cado-
gan, onder-koning van Ierland, is
Maandagavond 17 April uitgegaan en
niet teruggekeerd. Men verdiept zich
in gissingen naar de oorzaak van haar
verdwijnen.
Cuba.
"Volgens een schrijven in het Ame-
rika&nscbe maandschrift Forum, gaat
bet vruchtbare prachtige eilaud Cuba
z'jn ondergang tegemoet. De taak der
Amerikanen op dat eilai.d is, zegt dr.
F. L. Oswald hopeloos. Cuba ligt ten
prooi aan roovers en plunderaars. De
bevrijders zyn te laat gekomen. „De
harpijen-zwerm van vrijbuiters, die
Noodlot's beschikking volvoerden over
de verdrukkers van dit schoone eiland,
uit maar trekt liaar in tegenstelling van.
zijn woordten hartstochtelijk naar rich
toe. „Hoe kan je zoo tot miji spreken?
Die hatelijke geheim houding.
„Ia het mijn schuld'?" vraagt rij|,
maar heel zacht ziji rust miet haar
hoofdje tegen rijn borst en rij: heeft
hem zoo lief.
„Neen, neen; malar lieveling, ik heb
jö verteld wat de reden en van is. Die
vrekkige, oude man zou nog oen spaak
in mijn wiel kunnen steketn. Hij' wil,
dat ik een meisje met geld' trouw."
Haar angst verdiwijn t als sneeuw voor
dc zon. Hij heeft haar lief? Wat kan
iets anders haar dan schelen? Hij; heeft
haar immers lief.
„Welnu! Je heibt het geld maar voor
't grijpen," zegt zij rich uit zijn omhel
zing losmakend1 en op juffrouw Johns
doelend. Zij lacht nu - gelukkig in
het bewustzijn diat hiji haar lief heeft
met een liefde, die zelfs door een ge
dachte aan juffrouw Johns niet onthei
ligd wordt.
„Neen, noen roept hij; opgewonden
uit.
,jMaar je ziet hoe het noodlot mij; ver
volgt. Vergeef mijl, lieveling, mijn lie
veling.
Anders zou ik. immers niet zoo tot
je spreken.
hebben zich reeds tegen hunne bevry-
ders gekeerd, en zullen, jaren lang,
alle hervormingen tegenhouden."
Cuba schijnt door de natuur bestemd
te zyn, een ware kweekplaats van
roovers te worden. Vijftien duizend
vierkante Eng. rnyleri of verreweg do
grootste helft van het bergland van
Cuba, is met bosschen begroeid, die
even onuitroeibaar zyn als bijgeloof.
Het kostte der Russische regeering
een millioen mannen en meer dan een
millioen roebels om orde te brengen
in den Caucasus, ofschoon het land
zoo woest was, dat zyne verdedigers
zich dikwyis moesten voeden mot beu-
kennoten eu water. Doch deWest-mdi-
sehe gebergten brengen het hoele jaar
lang eetbare producten voort. Er zyu
alleen reeds vyftig verschillende soor
ten van notenboomenten minste een
dozyn soorten van wilde druiven; er
zyn beziën, mango's guaven, boonen,
auanasseD. Er is vi.sch in iedere beek
en de moerassen der vlakte wemelen
van waterwild. Zelfs ontbreken niet
de pakhuizen voor dieD overvloed;
van Cieninegos, de heele zuidkust
langs, zyn de kalkrotsen doorboord
met holen en grottener zijn ouder-
aardsche doolhoven, waariu de vrij
buiters volkomen veilig- zyn.
Dr. Oswald voorspelt dat de leiders
van den opstand, die zoo door de na
tuur geholpen worden, zich tegen het
Amerikaansch bestuur zullen blijven
verzetten. In elke stad zal het aantal
ontevredenen toenemen. Het geheele
eiland zal weldra in opstand zyn. De
verschilieude partyen zullen zich ver-
eeuigen. Uit de Spaansch-Amerikaan-
sche republieken zullen volksleiders
van beroep overkomen en zoo zal Cuba
een verzamelplaats worden van geluk-
zoekors uit alle oorden. De kusten
van het eiiand schynen in'tbyzonder
ingericht voor strooptochten.
Behalve de geregelde benden zyD
er op Cuba taliooze bandieten, peta-
dos, die alleen oorlog voeren om te
pluudereu. Iu Sierra Mesilla is dö
nyvere bevolking bijna geheel verdwe
nen. Het dal Rio Verde is de wijk
plaats geworden van weggeioopen
slaven en ander schuim. Die bandie
ten hebben naar schatting reeds meer
dan een half millioen dollars aan goe
deren vernield.
Langs do geheele hoofdketen der
Sierra Maeslra worden de kampen
der buiten-de-wet-gestelden bij twin
tigtallen aangetroffen. Duizenden koop
lieden zijn door hen van alles beroofd.
De levensmiddelen der steden moeten
by donkereu nacht van het land wor
den binnengesmokkeld.
Alsof dit alles nog niet genoeg was,
worden de veehouders geteisterd door
benden wilde honden, die in holen
bnizen en daar hunne jongen
voortbrengen. Volgens den Ameri-
kaanschen schrijver hangt het voort-
bestaan van deu veestapel er vau af,
of het mogelijk zal zijn, deze be«3Steu
uit te roeien, die meer verlekkerd zijn
geworden op schapenvleesch dan op
wild. Deze viervoetige vrijbuiters heb
ben zich dermate vermenigvuldigd, dat
geen beperkiDg meer mogelijk schijnt.
Het sombere artikel van dr. Oswald
eindigt met de voorspelling, dat Cuba
eerlang het lot zal ondergaan van een
lichaam, dat aangetast is dooi myria
den microben, die door geen genees
middel verdelgd kunnen worden, en de
schrijver zegt, dat het, in 't. bolaog
der beschaving, misschien beter zou
zyn geweest indien het eiland evenals
het verloren Atlantis, was verdwenen
onder de golven
Van de Filippijnen.
Generaal Otis heeft uit Manilla
naar Washington geseind, dat de bri
gade van generaal Hales Dinsdag
oprukte naar Calupit, dat bij bet ver
zenden van het telegram door de
Amerikaansche troepen was ingeslo
ten. Generaal Hales stuitte op hefti-
geD tegenstand, oiaar wierp deu vijand
met zware verliezen terug, na zyn
verschansingen te hebben genomen.
De Amerikaausche troepen hadden
zes dooden en twaalf gewonden.
Een neger gelynclit.
De omtrok van Newnan, in Georgië
is weer in rep en roer gebracht door
hot lynchen van een neger, die een
farmer, Cranford genaamd, vermoord,
en, naar men beweerde, diens vrouw
gruwelijk mishandeld had. Het voik
liep te hoop en maakte zich van den
neger meester. Toen bond men hem
aan een paal, legde takkenbossen
daaronder, sneed den man zijn ooren
Maar als dlie oudle raaai valsch spel
wil speleu..."
Valsch! Wordit hij misschien nog
valsch ook?" zegt zij. plagend1.
„Wait bedoel je daarmee, Lovice
zegt hij het voorhoofd fronsend, en haar
in. 't gelaat trachtend te zien. „Dc ge
loof, diat je aan miji twijfelt."
„Neen, GodfreyAsm jou twijfelen
Hoe zon ik d'at kunnen In weerwil
Tin zichzelf rilt hij. „Wat ben je vreemd.
Ilc maakte maar een. grapje,"
„Ik", zwaar ademhalend, „houd niet
van zulke grappen tusschen jou en, mij1."
„Je bent je zelf niet vandaag, liefst a
Hoe kan je zulk eem onbeduidend ge
zegde als een beleediging opnemen Lo
ten wiji nog eens op je woorden van zoo
even terugkomen.
Hoe zou 't kunnen gebeuren, d!at je
oom valsch spel met je speield'e. Zelfs al
liet hij rijn geld aan etea andier na, clan
komen d'e titel eai d.e goederen, daarbiji
behooremd, al zijn ziji verarmd, toch aan
joiu, niet waar?"
„En als het eens anders zou uitko
men," vraagt hij) haar met een jaloer-
schen blik gadeslaand, trachtend oom in
haar grodte edelmoedige natuur dezelfde
lage en. onedele gebreken van hem te
antdiakken., „zou je er dlan, veel om. ge
ven?" (Wordt vervolgd.)