NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD.
14>
Il« Jaargang
Donderdag 4 Mei 1899.
•o 4E62
HAARLEM'S DAGBLAD
A 'ROlsriSrEEM'-EJNrTSFB.TJ'S:
Voor Haarlem per 3 maanden1.20
Voor de dorpen in den omtrek waar een Agent gevestigd is (kom der
gemeente), per 3 maanden1.30
Franco door het geheele Rijk, per 8 maanden„1.65
Afzonderlijke nummers0.05
Geïllustreerd Zondagsblad, voor Haarlem, per 3 maanden0.30
de omstreken en franco per post 0.371/2
AT-IV m I-?.' I 1 hl NP I I Hl NT-
Van 1—5 regels 50 Cts.; iedere regel meer 10 Cts. Groote letters naar plaatsruimte
By Abonnement aanzienlijk rabat.
Reclames 20 Cent per regel.
Abonnementen en Advertentiën worden aangenomen door onze Agenten
en door alle Boekhandelaren en Courantiers.
Dit blad verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen.
Bureaux: Kleine Houtstraat 14, Haarlem. Telefoonnummer 122.
Directeur-Uitgever J. C. PEEREBOOM.
Hoofdagenten voor liet Buitenland: Compagnie Générale de Pablicité Etrang'ere G. L. DAUBE Co. JOHN F. JONES, Succ., Parijs Slbis Faubourg Montmartre.
Met uitzondering van het Arrondissement Haarlem is h®t uitsluitend recht tot plaatsing van Advertentiën en Reclames betreffende Handel, Nijverheid gen Geldwezen, opgedragen aan het
Algemeen Advertentie-Bureau A. DE LA MAR Azn. te Amsterdam.
BUITEN het Arrondissement Haarlem is de prys der Advertentiën van 1—5 regels ƒ0,75, elke regel meer ƒ0,15; Reclames per regel ƒ0,80.
Agenten .voor *dit blad in den omtrek zijn: Bloemen daal, Santpoort en Schoten, P. v. d. RAADT, Zandpoort; HeemstedeJ. LEUVEN,bij de tol; Spaarnda. -n, C. HARTENDORPZandvoort, G. ZWEMMER
Yeisen, }W. J. RUIJTER; BeverwijkJ. HOORNS; Hillegom, ARIE HOPMAN, Molenstraat Genoemde Agenten nemen Abonnementen eD Advertentiën aan.
Politiek Overzicht.
De Engelsche ondersecretaris van
buitenlandsche zaken Brodrick l eeft
op de vraag van den afgevaardigde
William Redmond Maandag in het
Lagerhuis geantwoord: „H.Ms. regee
ring heeft geen gelegenheid gehad
bezwaar te maken tegen de tegen
woordigheid van een vertegenwoordi
ger van de Z. A. Republiek, omdat
het voorstel om een uitnoodiging aan
Transvaal te zenden, niet gedaan is."
Redmond vroeg daarop„Als het
gedaan wordt, zal er dan eenig oe-
zwaar worden gemaakt?"
Brodrick antwoordde echter niet, en
daarmede was het afgeloopen.
Redmond's interpellatie lokte Dins
dag weinig opmerkingen in de pers
uit. De Daily Chronicle vindt Bro-
drick's verklaring, dat de Z.-A. Re
publiek niet uitgenoodigd is. merk
waardig tegenover de omstandigheid,'
dat zelfs Bnlgarye genoodigd is, het
welk in elk opzicht een deel van het
Turksche ryk uitmaakt, terwyl Trans
vaal veel zelfstandiger is.
In het Engelsche Lagerhuis is Dins
dag de begroeting van financiën in
tweede lezing met 280 tegen 155 stem
men aangenomen.
De „Times" gaat steeds voort met
te stoken tegen de Zuid-Afrikaansche
Republiek, ter wille zoo het heet
van die arme, verdrukte uitlanders.
Het' nummer van Dinsdag bevat de
briefwisseling tusschen de Transvaalsche
regeering en de Johannesburgsche geld
mannen, een afzonderlijk artikel nopens
de petitie van de uitlanders aan de
Koningin, benevens een hoofdartikel
dat over bedde dingen handelt. In het
hoofdartikel zegt de „Times" dat zij'
het bewezen acht dlat de Transvaalsche
regeering de onderhandelingen met de
Johannesburgsche financiers heeft aan
geknoopt om die vermogende uitlanders
te scheiden van de arme, maar die
poging heeft jammerlijk gefaald. De
„Times" zegt met nadruk dat iedereen,
Chamberlain incluis, de desbetreffende
voorstellen van Kruger humbug acht,
hetgeen ze dan nader tracht aan te
toonen.
In het slot wordt de positie van de
uitlanders nagegaan en vraagt in ver
band daarmee het Jingo-blad:
„Kunnen wij. toelaten dat die En-
gelschen vergeefs Engelands hulp inroe
pen tegen de uit boeren bestaande oli
garchie van oen, onbeduidende repu
bliek, die haar betrekkelijke onafhan
kelijkheid heeft te danken aanl onze
grootmoedigheid of onze zwakheid 1 Zoo
ja, dan kunnen de gevolgen onver
wacht zijn, ook buiten Zuid-Afrika.
Zelf9 vreemde kapitalisten beroepen zich
op Engeland om een eind te maken aan
hun onhoudbaren toestand. Wij heb
ben in onze politiek ten aanzien van
de uitlanders de vrije hand."
Ook de „Daily Clironicle" spreekt in
een hoofdartikel weer over de grieven
van de uitlanders en over heft verzoek
schrift van de uitlanders dat Chamber-
Lain Vrijdag heeft ontvangen, gelijk liij
Maandagavond in het Lagerhuis mee
deelde, er bij voegende dat volgens
Milneris verklaring die handteekeningen
meerendeels echt waren. De „Chro
nicle" blijft hieraan twijfelen, ofschoon
ze vasthoudt aan haar meening dab
de Transvaalsche uitlanders hun bur-
gerrechten behooren te krijgen, mits
de onafhankelijkheid) van die Republiek
word't gewaarborgd. Kruger's tegen
voorstel vindt die „Chronicle" ontoerei
kend. maar de uitlanders moeten met
eerbiediging van de grondwet vrijmoe
dig herstel van de grieven trachten
te verkrijgen- Mocht het blijken dat
zij weer arglistiglijk knoeiden, dan zou
den zij het pleit weer verliezen, gelijk
in 1895.
Maandag is de Volksraad te Pretoria
door president Kruger geopend. In zij
ne openingsrede verklaarde deze, dat
de handel in het eerste kwartaal aan
zienlijk was toegenomen, en de be
trekkingen met de vreemde mogend
heden volmaakt vrienctecha.ppelijk war
ren.
De president geloofde vast, dait er
weldra een bevredigende oplossing van
de vraag over de internationale ver
houding tusschen de Republiek en En
geland gevonden zal worden. Doordat
de N. Z. A 8. M. 2,000.000 pond ster
ling aan den staat had terugbetaald,
zou er voorloopig geen leening noodig
wezen. De president zeide ook neg, dat
er onderhandelingen geopend waren
voor de benoeming van een bevoegde
financieels oommissie.
De onderhandelingen tusschen dein-
surgenten op de Filippijnen met de
Amerikanen duren neg voort. Volgens
een bericht door het „Evening Journal"
te New-York uit Manila ontvangen,
heeft de Amerikaan sche majoor Ar-
gueflles Dinsdag als afgevaardigde d'er
Filipino's aan generaal Otis een voor
stel van Aguinaldo overgebracht. Dat-
voorstel is feitelijk hetzelfde als dat
generaal Lima verleden week heeft ge
daan. Otis wees het voorstel van Agui
naldo af, en zeide tot Argueïles, dat
de Filipino's niet meer bij dè Amerika
nen hoefden aan te komen, als zij niet
bereid waren de edschen der Amerika
nen aan te nemen.
Stadsnieuws.
Eerste en derde pagina.
Haarlem3 Mei 1899.
Museum van Kunstnijverheid.
Het Museum vau Kunstnijverheid
alhier werd gedurende de maand
'April bezocht door 1097 personen. De
{tentoonstelling der afgietsels van de
Hindoe-oudheden zal gedurende de
maand Mei nog geopend blijven.
Ruiterij contra voetvolk.
i Een dronken huzaar in de Kruis
straat. Van links naar rechts, van
rechts naar links. Op eenigen afstand
vier infanteristen. De huzaar joelt,
de infanterie lacht zachtjes. Een in-
fanterie-luitenant in 't gezicht. De
huzaar ziet niets, de infanterie in
postnnr. Een kort bevel in 't passee-
ren„brengt dien man naar de ka
zerne
Een infanterist in de richting van
zyn natuurlijken tegenvoeter, grijpt
naar bem.
De rniterii obstinaat.
„Geen infanterie aan myn body,
dan liever naar meneertje
De infanterie af.
Een korporaal niet bereden
passeert. In zyne nog niet gestilde
woede schreeuwt de ruiter hem na:
„kom maar op, jij met je strepen, als
je een man bent".
De gegradueerde ziet niets, hoort
niets, verdwijnt in de Ridderstraat.
Publiek lacht 1
De huzaar zwaait naar de Klever
laan. Rast heerscht weder in de
Kruisstraat.
Hedenmorgen omstreeks 8unr
had een zekere Klabouw, werkzaam
in de fabriek der Haarlerasche Katoen
Maatschappij het ongeluk met zijn
arm tusschen de machine te geraken,
waardoor dit lichaamsdeel geheel ver
brijzeld werd.
Dadelijk werd een rytnig besteld,
waarmede de ongelukkige naar het
St. Elizabeths Gasthuis werd vervoerd.
Anti-vivisectie.
Op verzoek van de nieuwe afd.
Haarlem en omstreken van den Ned.
Bond tot bestrijding der vivisectie
trad Dinsdagavond in de bovenzaal
van het Brongebouw mej. Marie
JuDgius als spreekster op. Haar on
derwerp heetteonder de bestrijding
van maatschappelijk kwaad behoort
ook die der vivisectie te worden op
genomen.
Na een openingswoord door den
voorzitter, den heer J. Westendorp,
begon mej. Jnngius met eene be
schouwing, over wat kwaad is. Alle
kwaad, zeide zij, vloeit voort nit
zelfliefde, uit toegeven aan egoïsme,
in strijd met altruïsme. Eu onder dat
kwaad behoort ook de vivisectie, die
geen afzonderlijk kwaad is, maar aan
raking heeft met tal van andere vor
men van maatschappelijk kwaad,
welke alle hun oorsprong hebben in
misbrnik van macht tegenover den
zwakkere. Bestaat daarvoor reeds
groot gevaar waar sterkere menschen
dagelijks in contact komen met zwak
kere menschen, nog veel erger ge
dragen we ons tegenover het dier.
Niet alleen exploiteeren wij hun levens
kracht en arbeidstijd, maar door de
vivisectie maken we ons ook meester
van elke levenstrilling en iederen
bloeddroppel.
Zoo is vivisectie misbrnik van macht
en exploitatie van het macbtelooze en
spr. droeg eenige staaltjes voor van
vivisectie uit het verslag eener engel
sche enquête en uit het bekende
werkje „die Folterkammer der Wis-
i senschaft". Ons tegenstanders der
vivisectie, riep zy uit, beschuldigt
men van sentimentaliteit, maar ik
j zegzy zyn de sentimenteelen. voor
hun lief eigen zelf. Vroeger werden
als waardeloos goed beschouwd slaven,
krankzinnigen, gevangenen. Wat was
toen voor den hooggeplaatste een
slaaf? Wat is voor ons een dier?
Onze kring van sympathieën is nog
te klein om zich daartoe uit te
strekken.
Toch mag men de vivisectoren zeiven
niet hard vallen, de vivisectie is voor
hen dikwjjls hnn brood, roem, eer
of belang. Wyzelven moeten niet wil
len genezen worden ten koste van
zulke martelingen. Men mag ons aan
matigend noemen, juist de vivisectie
is een zaak voor de leeken.
Zy zyn het geweest, die den sla
venhandel hebben doen afschaffen,
niet de slavenhouderszy waren bet,
die tot opheffing der pijnbank hebben
gedrongen, niet de inquisiteurs. Wil
den de leeken voor hnnne genezing geen
gebruik meer maken van de vivisec
tie, dan zouden de j,hysiologen daar
mee wel moeten ophouden en andere
wegen zoeken. Reeds hebben in ons
land 42 medici zich absoluut en 77
voorwaardelijk tegen de vivisectie
verklaard.
Om goed te zyn is kennen en lief
hebben noodig. De gewoonte der vivi
sectie is het gevolg van gebrekkig
kenneu en niet voldoende liefhebben.
Gelegenheid werd gegeven tot debat.
Daarvan maakte iemand, zich noe
mende Adamas, gebruik, die gelegen
heid zag, zyne anarchistische denk
beelden naar aanleiding van 't gespro
kene te verkondigen. De heer W. L.
Schram vroeg, of in ons land veel
aan vivisectie wordt gedaan, de heer
Mes vroeg, of de vivisectie niet reeds
in den bijbel wordt gepredikt en be
toogde, dat z.i. beter honderd dieren
voor een menseh kannen lijden, dan
éen mensch voor honderd dieren. De
heer Van den Broek eindelijk bracht
den vooruitgang der operatieve tech
niek in de laatste tien jaar ter sprake,
dien by voor een deel aan de vivisec
tie toeschreef.
Op alleraardigste wyze beantwoord
de spreekster de gemaakte opmerkin
gen. Toen evenwel Adamas wilde
repliceeren, begon de vergadering met
de voeten te schuifelen en gingen er
velen heen, waarop de bijeenkomst
door den voorzitter, met een woord
van dank aan de spreekster, gesloten
werd.
Met ingang van 1 Mei zyn benoemd:
Tot bureelambtenaar der posteryen en
telegrafie 2e klasse, de klerk der
posteryen le klasse T. J. F. Carstens,
de adsistenten J. G. A. Lieffering en
!J. J. Verstege, allen werkzaam by
den controlear-magazyumeester by de
j posteryen en telegrafie alhier;
j tot bureelambtenaar der posteryen
en telegrafie 3e klasse ter herstellings
plaats van de rijkstelegraaf de assis
tent M. Snappenbrng, werkzaam ten
bureele van den controleur-magazyn-
meester by de posteryen en telegra
fie alhier.
Verplaatst met 1 Meide surnu
merairs der posteryen en telegrafie
mej. A J. van de Ven Sauveur, van
Colemborg naar Utrecht (postkantoor)
en H. Schipper van Bassum naar
Haarlem (postkantoor) onder intrek
king van hunne verplaatsing resp.
naar Haarlem (postkantoor) en Utrecht
(postkantoor).
Burgeravondschool.
Dinsdagavond waren wij in. de gele
genheid de tentoonstelling der teekenin-
gen, door de leerlingen der Burger
avondschool in dien afgeloopen cursus
vervaardigd, in genoemde school aan
de Nassau laan, directeur de lieer Hetr-
raan J. de Vries, te bezichtigen. In
een viertal lokalen waren de vruchten
van het teekeoonderwijs gerangschikt.
En dat dit onderwijs uitstekend is, be
wezen wel de keurig afgewerkte teeke
ningen, die tevens een bewijs gaven,
wat door jongelieden, die overdag han
denarbeid verrichten, kan worden ge
presteerd, wanneer zij zich de avondu
ren ten nutte maken om zich verder
in hun vak te bekwamen.
Het teekenonderwijs is gesplitst in
hand- on lijnteekenen. In de eerste
klasse wordt les gegeven in, plaat- en
natuurteekenen of wel in liet z.g. ele-
ra entair-teekenen. Mooi werk, door de
leerlingen' uitgevaörld), was dlaar ten
toongesteld. Ook het schabloon-werk
en de krijtteekemingm naar gips en
staande modellen, alsmede naar plan
ten door leerlingen der vierde klasse
vervaardigd, trokken zeer de aandhcht
door hunne fraaie afwerking. Van
schetsteekeningen. die de houtverbin
ding aangeven, wordt eveneens veel
werk gemaakt. Wij zagen o.a. eene
keurige teekening, die de verbinding
van een kozijn met eon vensterbank en
een raam aangeeft en geheel uit de
hand was get eekend. Het doel is dan
ook om het onderwijs zoo practisch mo
gelijk te maken). Zoo beweegt ieder
zich in zijn vak. De machine-bankwer
kers vervaardigen teekenimgen op het
gebied van werktuigkunde, de schil
ders daarentegen teekeningen, die in
hun vak te pas komen. Het lijnteeke:
i nen is verdeeld in bouwkundig cn ma-
j chineteekenen. In de 1ste klasse begin
nen de leerlingen met rechtlijnige fi
guren, om in de hoogere kLassen zich.
meer toe te leggen op het teekenen van.
meetkundige constructies en op teeke
ningen volgens de projectie-leer.
i Na het onderwijs in de projectieleer
splitsen de vaklieden zich en beginnen
de timmerlieden, metselaars etc. met het
bouwkundig, en de smeden met het
machine-teekenon, nadat zij zich eerst
nog een flink begrip gevormd hebben
van scheeve projectie.
Langzamerhand worden de teekenin
gen nu moeielijker; de vorderingen, die
dei leerlingen dam ook maken, kan men
het best nagaan, wanneer men die tee
keningen in de verschillende klassen
vervaardigd, met elkander vergelijkt, j
Vooral in de 4de klasse trekken zeer1
de aandacht de fraaie teekeningen van
veiligheidstoestellen, electrische moto
ren en stoommachines, terwijl in de j
timmerliedeai-afdeeling de keurig getee-
kende trappen en kappen uitmunten.
De tentoonstelling, die een bezoek
overwaard is, is tot heden-avond 9 uur
geopend.
BINNENLAND.
Parlementaire Praatjes. j
De rechterlijke colleges in den Haag
behooren niet tot de uitverkorenen,
wat hun huisvesting betreft. En het
FEUTLIJETON.
Lovice
Naar het Engelsch
van
Mrs. HUNGERFORD.
Mrs. Brown; die in| zulke groote
moeielijkheden verkeert.
Zij was dit niet van plan geweest,
toen zij aan den Rector zeide, da,t haar
maai wel tien pond aan Mrs. Brown
zou zenden, maar een weinig bekend
heid met het lijden der airmen werkt
soms meer uit döai een rede, hoe in
drukwekkend ook, zou kunnen doen.
HOOFDSTUK XIV.
De dag is bijna, verstreken. Reeds
kondigen flauwe strepen in 't Westen
de nadering van. den avond aan. Lady
Belton begint zich vermoeid! te gevoe
len- Maar met de lieftalligheid haar
eigen laat zij het niet merken en voort
durend ziet men haar nog in gesprek
met haar gasten.
„Ik ben bang, dat gij geen partner
hebt kunnen vindien," zegt zij, tot Lam
bert, die in haai- nabijheid staat eoi er
naar haar idéa niet heel gelukkig uit
ziet.
I „Ik geloof dat het spel reeds uit is,"
i antwoordt hij hoffelijk. En na een
paar woorden met haar gewisseld te
hebben, slaat hij zijwaarts af en de
richting van een kreupelbosclije in,
waar hij weet dat hij voor vreemde
oogen verborgen is.
Nu hij hier alleen is haalt hij een
brief uit zijn zak een brief, dien hij
dien morgen nauwkeurig gelezen heeft
en verslindt hem- met begeerige
oogen.
Terwijl hij leest neemt zijn gelaat een
steeds somberder ja zelfs wanhopiger
uitdrukking aan.
De brief luidt als volgt:
Castle Hall."
„Beste Godfrey,
„Het is alles geloopen zooals ik
dacht.
Die afschuwelijke vrouw heeft hem
ten langen laatste toch in haar netten
gevangen. Naar mijn idéé is een wedu
we tot alles in staat. Ik vrees, beste
jongen, dat je vooruitzichten totaal
verwoest zijn.
Zij is vreeselijk robust en ruw
ook. Daarbij loop je niet de minste
Hof. tot nu toe in de oude gebouwen
van het Binnenhof gehuisvest, zag ziah
verplicht naar een andere woning om
te zien nu de tijd dece monumenten
van antieke bouw'kunfcfc niett langer
spaar die.
Onder de wetsontwerpen het wa
ren er vele, mitsgaders conclusion enz.
die op die agenda der Tweede Ka
mer stonden, was er een- tot het toe
staan van een uitgaaf van 78.000 tot
aankoop van een huis voor het gerechts
hof op de Heerengracht. Werd dit ge
bouw een paar jaren gebruikt wat,
blijkens me-dedeelimg der Reg. zonder
veel koeten kon geschieden, terwijl bij
andere huizen veel meer veranderd zou
moeten worden dan zouden inmid
dels de zalen op het Binnenhof, thans
wegens gevaar ontruimd, weer in orde
zijn en de aangekochte woning bestemd
worden voor een anderen tak van rijks
dienst. Alvorens de Min. van Water-:
staat en die van Justitie deze toedich
ting, verklaring van nut en wensclie-
lijkheid, gaven, hadden de heerem Bou-
man en Kerdijk zich krachtig tegen
dezen kostbaren aankoop verzot, in de
meening dat men, op minder voorna
men stand, goedkooper terecht kon.
Een bezwaar dat voor den heer Ker
dijk gold en nader door den heer Vee
gen 9 werd aangedikt, was dat het vol
strekt niet vaststond, dat het Hof ooit
naar hot--Binnenhof zou kunnen terug
keert tn.
Die verzekering kon. de Reg. niot
geven.
En dit besliste dan ook het lot- van
het wetsontwerp, dat met 42 tegen 28
stemmen werd verworpen.
Bij do behandeling van een d'er con
clusies en wel naar aanleiding van
een adres met verzoek tot behoorlijke
regeling van het beheer en het onder
houd van de Linge was er een prin
cipieel verschil tusschen de Comm. v.
Rapp. en den Min. van Wat. De eerste
meende, dat de Staat als eigen aai- der
openbare vaarwaters verplicht is vaar
tuigen en andere gezonken voorwer
pen, voor de scheepvaart hinderlijk,
op te ruimen. De Min. achtte deze uit
spraak in het algemeen onjuist, omdat
de Staat niet steeds de beheerder is en
uit het eigendomsrecht niet het be
heer voortvloeit.
De conclusie word aan het slot den
zitting, want de beraadslaging was ge-
schorst voor de interpellatieKuyper,
verworpen met 42 tegen 38 stemmen.
Na de pa.uze, toen, de heer Kuyper
zijn interpellatie zou houden over do
On twapeniugs-conferen tie, warcci alle
tribunes en loges, ook die der diploma
ten, overvol met heeren en dames, da
laatsten zeer talrijk.
Zij moeten eenigszins teleurgesteld
zijn geweest bij den ledder der anti-re
volutionairen niet diens gewone gavemi
van welsprekendheid te vinden. Dr.
Kuyper was blijkbaar niet op dreef, on
gewoon breedsprakig en als gevolg daar
van minder veelzeggend dan gewoon
lijk, om het nu eens euphemistiach nit
te drukken.
De heer Kuyper stelde dam do vol
gende vragen:
lo. Behelst het gerucht waarheid, dab
op do lijst der genoodigdo Staten niet
kans dat hij eenige beschikkingen ten
opzichte van jou zal maken.
Hoe ongelukkig dat hij; nooit van je
heeft gehouden.
Misschien was jaloezie de oorzaak
hiervan.
In elk geval is dit dwaze engage
ment nu een feit geworden en moet jij
maar zien dat je door de wereld komt.
Maar denk er aan dat geld boven alles
noodzakelijk voor je is. Wat zal onze
kleine wereld opkijken als zij het en
gagement van dezen stokouden baro
net met deze niet zeer jonge weduwe
verneemt
Zij is dertig, dat staat vast. Wat kun
nen mannen toch dwaas doen 1 Wees nu
niet dom hoor GodfreyIk schrijf je
bijtijds ien in haast om je te zeggen
dat je je terstond met die juffrouw
Johns moet verloven, over wie je laatst
schroeft, voordat het bespottelijke en
gagement van je oom publiek is. Voor
bespottelijk had ik eigenlijk schandelijk
moeten zeggen. In elk geval, verzeker
je in je eigenbelang van die erfgename
voordat de dwaasheid van je oom be
kend wordt gemaakt. „Geld maakt den
man." Een wijsgeer heeft dit eens ge-
zegd."
Dan volgden er nog eenige raadgevin
gen, maar Lambert heeft den brief reeds
verfrommeld.
Waarom haid zij niet eerder geschre
ven De laatste weken heeft hij haar
voortdurend om tijding verzocht, maar
niets vernemende meende hij. dat- zijn
oom zijn trouwplannen opgegeven had.
En nu!
En rij schrijft even koel alsof rijn
heel verder leven niet van haar ante
woord afhing.
Zijn levenJa, het is rijn leven. Hot
is nu een onmogelijkheid, dat hij Lo
vice ooit kan trouwen. En rij voor zoo
ver het rijn geluk betreft, is rijn leven,
j Maar er bestaat ook iets dat „ge
mak" heet.
Bij dcc. Hemel! Zijn geheele levm
zich te moeten bekrimpen, arm te rijn,
afschuwelijk arm!
Neen, dat kan rij niet van hem ver
langen. Plotseling komt hij op een ge
lukkig idéé ja,, rij zal zelf inzien dat
armoede even onaangenaam voor haar
als voor hem is.
In rijn zelfzucht beseft hij niet dat
het veel harder voor haar dan voor hem
is voor haar die zoo fijngevoelig is
en hem zoo innig hef heeft, dat rij
terstond alle geriefelijkheden voor hem
zou opgeven.
Hij keert nu weer met rijn gedachten
tot den brief van rijn moeder terug,
die moeder wier karakter zoo precies
gelijk is aan luat zijne.
Hij begrijpt rijn toestand volkomen.
Het is buiten twijfel dat d'e oude man
v.-tn plan is zich als een zot aan te
stejUen, waardoor hij, Lambert, rijn
fortuin maar moet gaan zoeken en
van zijn leven maken wat hij kan.
Dat hij rijn engagement met Lovice
moet verbreken is rijn eerste gedachte
en wij zouden hem onrecht doen als wij
zeiden dat hij niet voor deze gedachte
terugdeinsde. Maar armoede met Lo
vice staat hem minder aan dan rijk
dom met.wel met iedereen. Hij ver-
wenscht zich zelf als dit idee bij hém-
opkomt, maar het is zeker dat juf
frouw Johns „iedereen" zall rijn. God-
dhnk is rij nog niet de rijhe maar rij
kan hem toch van veel nut zijn.
Hoe gelukkig dat hij haar bij gele
genheid van die otterjacht niet open
lijk beleedigde toen was liiji er vara
overtuigd dat zijn oom rijn dwaasheid!
zou opgeven en voelde hij rich zoo
zeker van Lovice.
Welnudie droom moet een einde
nemen zegt hij tot zichzelf, met een
zucht van diep zelfmedelijden. Hij moet
haar opgeven, haar, het eenige waar
hij in de wereld om geeft. Maar hoe
kan hij met haar breken Hoe dwaas
was hij geweest-, haar bespottelijke ja^
loersche vermoedens ten opzichte vara
juffrouw Johns, niet als een goedi mid
del aan te grijpen Zij jaloersch van dht
monsterDan zou hij met haar hebben
kunnen breken en op een eerlijke wijze.
In elk geval zou het als een reden hete-
ben kunnen gelden. Haar familie zou
niet heel boos op hem kunnen rijn en
het is bepaald onaangenaam het graaf
schap tegen rich te hebben, vooral
wanneer de bezittingen van. een vrouw,
die hem van dienst kan rijn, deel van.
dat graafschap uitmaken. Het is ver
velend dat haar, Juliana's goederen hier
gelegen zijn, maar dit is zeker rij rijn,
prachtig. Die gedachte troost hem en
daarenboven is hij niet verplicht hier
te wonen.
Hij moet wel krankzinnig geweest
zijn toen hij Lovice toestond haar far
miliö met het engagement bekend te
maken. Maar zij had er zoo op aange
drongen en hij was toen een beetje
zwak geweest. Als hij weer voor het
zelfde feit stond zou hij het nooit toe
staan. Zoo spreekt hij tot zichzelf nu
het bekoorlijke meisje zich niot in rijn
nabijheid bevindt. Zij, haar familiele
den, rijn bepaald onbeleefd tegen hem
geweest. Geen van hen heeft zich ver
waardigd over het engagement te spre-