NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD. 14> Il« Jaargang Donderdag 4 Mei 1899. •o 4E62 HAARLEM'S DAGBLAD A 'ROlsriSrEEM'-EJNrTSFB.TJ'S: Voor Haarlem per 3 maanden1.20 Voor de dorpen in den omtrek waar een Agent gevestigd is (kom der gemeente), per 3 maanden1.30 Franco door het geheele Rijk, per 8 maanden„1.65 Afzonderlijke nummers0.05 Geïllustreerd Zondagsblad, voor Haarlem, per 3 maanden0.30 de omstreken en franco per post 0.371/2 AT-IV m I-?.' I 1 hl NP I I Hl NT- Van 1—5 regels 50 Cts.; iedere regel meer 10 Cts. Groote letters naar plaatsruimte By Abonnement aanzienlijk rabat. Reclames 20 Cent per regel. Abonnementen en Advertentiën worden aangenomen door onze Agenten en door alle Boekhandelaren en Courantiers. Dit blad verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen. Bureaux: Kleine Houtstraat 14, Haarlem. Telefoonnummer 122. Directeur-Uitgever J. C. PEEREBOOM. Hoofdagenten voor liet Buitenland: Compagnie Générale de Pablicité Etrang'ere G. L. DAUBE Co. JOHN F. JONES, Succ., Parijs Slbis Faubourg Montmartre. Met uitzondering van het Arrondissement Haarlem is h®t uitsluitend recht tot plaatsing van Advertentiën en Reclames betreffende Handel, Nijverheid gen Geldwezen, opgedragen aan het Algemeen Advertentie-Bureau A. DE LA MAR Azn. te Amsterdam. BUITEN het Arrondissement Haarlem is de prys der Advertentiën van 1—5 regels ƒ0,75, elke regel meer ƒ0,15; Reclames per regel ƒ0,80. Agenten .voor *dit blad in den omtrek zijn: Bloemen daal, Santpoort en Schoten, P. v. d. RAADT, Zandpoort; HeemstedeJ. LEUVEN,bij de tol; Spaarnda. -n, C. HARTENDORPZandvoort, G. ZWEMMER Yeisen, }W. J. RUIJTER; BeverwijkJ. HOORNS; Hillegom, ARIE HOPMAN, Molenstraat Genoemde Agenten nemen Abonnementen eD Advertentiën aan. Politiek Overzicht. De Engelsche ondersecretaris van buitenlandsche zaken Brodrick l eeft op de vraag van den afgevaardigde William Redmond Maandag in het Lagerhuis geantwoord: „H.Ms. regee ring heeft geen gelegenheid gehad bezwaar te maken tegen de tegen woordigheid van een vertegenwoordi ger van de Z. A. Republiek, omdat het voorstel om een uitnoodiging aan Transvaal te zenden, niet gedaan is." Redmond vroeg daarop„Als het gedaan wordt, zal er dan eenig oe- zwaar worden gemaakt?" Brodrick antwoordde echter niet, en daarmede was het afgeloopen. Redmond's interpellatie lokte Dins dag weinig opmerkingen in de pers uit. De Daily Chronicle vindt Bro- drick's verklaring, dat de Z.-A. Re publiek niet uitgenoodigd is. merk waardig tegenover de omstandigheid,' dat zelfs Bnlgarye genoodigd is, het welk in elk opzicht een deel van het Turksche ryk uitmaakt, terwyl Trans vaal veel zelfstandiger is. In het Engelsche Lagerhuis is Dins dag de begroeting van financiën in tweede lezing met 280 tegen 155 stem men aangenomen. De „Times" gaat steeds voort met te stoken tegen de Zuid-Afrikaansche Republiek, ter wille zoo het heet van die arme, verdrukte uitlanders. Het' nummer van Dinsdag bevat de briefwisseling tusschen de Transvaalsche regeering en de Johannesburgsche geld mannen, een afzonderlijk artikel nopens de petitie van de uitlanders aan de Koningin, benevens een hoofdartikel dat over bedde dingen handelt. In het hoofdartikel zegt de „Times" dat zij' het bewezen acht dlat de Transvaalsche regeering de onderhandelingen met de Johannesburgsche financiers heeft aan geknoopt om die vermogende uitlanders te scheiden van de arme, maar die poging heeft jammerlijk gefaald. De „Times" zegt met nadruk dat iedereen, Chamberlain incluis, de desbetreffende voorstellen van Kruger humbug acht, hetgeen ze dan nader tracht aan te toonen. In het slot wordt de positie van de uitlanders nagegaan en vraagt in ver band daarmee het Jingo-blad: „Kunnen wij. toelaten dat die En- gelschen vergeefs Engelands hulp inroe pen tegen de uit boeren bestaande oli garchie van oen, onbeduidende repu bliek, die haar betrekkelijke onafhan kelijkheid heeft te danken aanl onze grootmoedigheid of onze zwakheid 1 Zoo ja, dan kunnen de gevolgen onver wacht zijn, ook buiten Zuid-Afrika. Zelf9 vreemde kapitalisten beroepen zich op Engeland om een eind te maken aan hun onhoudbaren toestand. Wij heb ben in onze politiek ten aanzien van de uitlanders de vrije hand." Ook de „Daily Clironicle" spreekt in een hoofdartikel weer over de grieven van de uitlanders en over heft verzoek schrift van de uitlanders dat Chamber- Lain Vrijdag heeft ontvangen, gelijk liij Maandagavond in het Lagerhuis mee deelde, er bij voegende dat volgens Milneris verklaring die handteekeningen meerendeels echt waren. De „Chro nicle" blijft hieraan twijfelen, ofschoon ze vasthoudt aan haar meening dab de Transvaalsche uitlanders hun bur- gerrechten behooren te krijgen, mits de onafhankelijkheid) van die Republiek word't gewaarborgd. Kruger's tegen voorstel vindt die „Chronicle" ontoerei kend. maar de uitlanders moeten met eerbiediging van de grondwet vrijmoe dig herstel van de grieven trachten te verkrijgen- Mocht het blijken dat zij weer arglistiglijk knoeiden, dan zou den zij het pleit weer verliezen, gelijk in 1895. Maandag is de Volksraad te Pretoria door president Kruger geopend. In zij ne openingsrede verklaarde deze, dat de handel in het eerste kwartaal aan zienlijk was toegenomen, en de be trekkingen met de vreemde mogend heden volmaakt vrienctecha.ppelijk war ren. De president geloofde vast, dait er weldra een bevredigende oplossing van de vraag over de internationale ver houding tusschen de Republiek en En geland gevonden zal worden. Doordat de N. Z. A 8. M. 2,000.000 pond ster ling aan den staat had terugbetaald, zou er voorloopig geen leening noodig wezen. De president zeide ook neg, dat er onderhandelingen geopend waren voor de benoeming van een bevoegde financieels oommissie. De onderhandelingen tusschen dein- surgenten op de Filippijnen met de Amerikanen duren neg voort. Volgens een bericht door het „Evening Journal" te New-York uit Manila ontvangen, heeft de Amerikaan sche majoor Ar- gueflles Dinsdag als afgevaardigde d'er Filipino's aan generaal Otis een voor stel van Aguinaldo overgebracht. Dat- voorstel is feitelijk hetzelfde als dat generaal Lima verleden week heeft ge daan. Otis wees het voorstel van Agui naldo af, en zeide tot Argueïles, dat de Filipino's niet meer bij dè Amerika nen hoefden aan te komen, als zij niet bereid waren de edschen der Amerika nen aan te nemen. Stadsnieuws. Eerste en derde pagina. Haarlem3 Mei 1899. Museum van Kunstnijverheid. Het Museum vau Kunstnijverheid alhier werd gedurende de maand 'April bezocht door 1097 personen. De {tentoonstelling der afgietsels van de Hindoe-oudheden zal gedurende de maand Mei nog geopend blijven. Ruiterij contra voetvolk. i Een dronken huzaar in de Kruis straat. Van links naar rechts, van rechts naar links. Op eenigen afstand vier infanteristen. De huzaar joelt, de infanterie lacht zachtjes. Een in- fanterie-luitenant in 't gezicht. De huzaar ziet niets, de infanterie in postnnr. Een kort bevel in 't passee- ren„brengt dien man naar de ka zerne Een infanterist in de richting van zyn natuurlijken tegenvoeter, grijpt naar bem. De rniterii obstinaat. „Geen infanterie aan myn body, dan liever naar meneertje De infanterie af. Een korporaal niet bereden passeert. In zyne nog niet gestilde woede schreeuwt de ruiter hem na: „kom maar op, jij met je strepen, als je een man bent". De gegradueerde ziet niets, hoort niets, verdwijnt in de Ridderstraat. Publiek lacht 1 De huzaar zwaait naar de Klever laan. Rast heerscht weder in de Kruisstraat. Hedenmorgen omstreeks 8unr had een zekere Klabouw, werkzaam in de fabriek der Haarlerasche Katoen Maatschappij het ongeluk met zijn arm tusschen de machine te geraken, waardoor dit lichaamsdeel geheel ver brijzeld werd. Dadelijk werd een rytnig besteld, waarmede de ongelukkige naar het St. Elizabeths Gasthuis werd vervoerd. Anti-vivisectie. Op verzoek van de nieuwe afd. Haarlem en omstreken van den Ned. Bond tot bestrijding der vivisectie trad Dinsdagavond in de bovenzaal van het Brongebouw mej. Marie JuDgius als spreekster op. Haar on derwerp heetteonder de bestrijding van maatschappelijk kwaad behoort ook die der vivisectie te worden op genomen. Na een openingswoord door den voorzitter, den heer J. Westendorp, begon mej. Jnngius met eene be schouwing, over wat kwaad is. Alle kwaad, zeide zij, vloeit voort nit zelfliefde, uit toegeven aan egoïsme, in strijd met altruïsme. Eu onder dat kwaad behoort ook de vivisectie, die geen afzonderlijk kwaad is, maar aan raking heeft met tal van andere vor men van maatschappelijk kwaad, welke alle hun oorsprong hebben in misbrnik van macht tegenover den zwakkere. Bestaat daarvoor reeds groot gevaar waar sterkere menschen dagelijks in contact komen met zwak kere menschen, nog veel erger ge dragen we ons tegenover het dier. Niet alleen exploiteeren wij hun levens kracht en arbeidstijd, maar door de vivisectie maken we ons ook meester van elke levenstrilling en iederen bloeddroppel. Zoo is vivisectie misbrnik van macht en exploitatie van het macbtelooze en spr. droeg eenige staaltjes voor van vivisectie uit het verslag eener engel sche enquête en uit het bekende werkje „die Folterkammer der Wis- i senschaft". Ons tegenstanders der vivisectie, riep zy uit, beschuldigt men van sentimentaliteit, maar ik j zegzy zyn de sentimenteelen. voor hun lief eigen zelf. Vroeger werden als waardeloos goed beschouwd slaven, krankzinnigen, gevangenen. Wat was toen voor den hooggeplaatste een slaaf? Wat is voor ons een dier? Onze kring van sympathieën is nog te klein om zich daartoe uit te strekken. Toch mag men de vivisectoren zeiven niet hard vallen, de vivisectie is voor hen dikwjjls hnn brood, roem, eer of belang. Wyzelven moeten niet wil len genezen worden ten koste van zulke martelingen. Men mag ons aan matigend noemen, juist de vivisectie is een zaak voor de leeken. Zy zyn het geweest, die den sla venhandel hebben doen afschaffen, niet de slavenhouderszy waren bet, die tot opheffing der pijnbank hebben gedrongen, niet de inquisiteurs. Wil den de leeken voor hnnne genezing geen gebruik meer maken van de vivisec tie, dan zouden de j,hysiologen daar mee wel moeten ophouden en andere wegen zoeken. Reeds hebben in ons land 42 medici zich absoluut en 77 voorwaardelijk tegen de vivisectie verklaard. Om goed te zyn is kennen en lief hebben noodig. De gewoonte der vivi sectie is het gevolg van gebrekkig kenneu en niet voldoende liefhebben. Gelegenheid werd gegeven tot debat. Daarvan maakte iemand, zich noe mende Adamas, gebruik, die gelegen heid zag, zyne anarchistische denk beelden naar aanleiding van 't gespro kene te verkondigen. De heer W. L. Schram vroeg, of in ons land veel aan vivisectie wordt gedaan, de heer Mes vroeg, of de vivisectie niet reeds in den bijbel wordt gepredikt en be toogde, dat z.i. beter honderd dieren voor een menseh kannen lijden, dan éen mensch voor honderd dieren. De heer Van den Broek eindelijk bracht den vooruitgang der operatieve tech niek in de laatste tien jaar ter sprake, dien by voor een deel aan de vivisec tie toeschreef. Op alleraardigste wyze beantwoord de spreekster de gemaakte opmerkin gen. Toen evenwel Adamas wilde repliceeren, begon de vergadering met de voeten te schuifelen en gingen er velen heen, waarop de bijeenkomst door den voorzitter, met een woord van dank aan de spreekster, gesloten werd. Met ingang van 1 Mei zyn benoemd: Tot bureelambtenaar der posteryen en telegrafie 2e klasse, de klerk der posteryen le klasse T. J. F. Carstens, de adsistenten J. G. A. Lieffering en !J. J. Verstege, allen werkzaam by den controlear-magazyumeester by de j posteryen en telegrafie alhier; j tot bureelambtenaar der posteryen en telegrafie 3e klasse ter herstellings plaats van de rijkstelegraaf de assis tent M. Snappenbrng, werkzaam ten bureele van den controleur-magazyn- meester by de posteryen en telegra fie alhier. Verplaatst met 1 Meide surnu merairs der posteryen en telegrafie mej. A J. van de Ven Sauveur, van Colemborg naar Utrecht (postkantoor) en H. Schipper van Bassum naar Haarlem (postkantoor) onder intrek king van hunne verplaatsing resp. naar Haarlem (postkantoor) en Utrecht (postkantoor). Burgeravondschool. Dinsdagavond waren wij in. de gele genheid de tentoonstelling der teekenin- gen, door de leerlingen der Burger avondschool in dien afgeloopen cursus vervaardigd, in genoemde school aan de Nassau laan, directeur de lieer Hetr- raan J. de Vries, te bezichtigen. In een viertal lokalen waren de vruchten van het teekeoonderwijs gerangschikt. En dat dit onderwijs uitstekend is, be wezen wel de keurig afgewerkte teeke ningen, die tevens een bewijs gaven, wat door jongelieden, die overdag han denarbeid verrichten, kan worden ge presteerd, wanneer zij zich de avondu ren ten nutte maken om zich verder in hun vak te bekwamen. Het teekenonderwijs is gesplitst in hand- on lijnteekenen. In de eerste klasse wordt les gegeven in, plaat- en natuurteekenen of wel in liet z.g. ele- ra entair-teekenen. Mooi werk, door de leerlingen' uitgevaörld), was dlaar ten toongesteld. Ook het schabloon-werk en de krijtteekemingm naar gips en staande modellen, alsmede naar plan ten door leerlingen der vierde klasse vervaardigd, trokken zeer de aandhcht door hunne fraaie afwerking. Van schetsteekeningen. die de houtverbin ding aangeven, wordt eveneens veel werk gemaakt. Wij zagen o.a. eene keurige teekening, die de verbinding van een kozijn met eon vensterbank en een raam aangeeft en geheel uit de hand was get eekend. Het doel is dan ook om het onderwijs zoo practisch mo gelijk te maken). Zoo beweegt ieder zich in zijn vak. De machine-bankwer kers vervaardigen teekenimgen op het gebied van werktuigkunde, de schil ders daarentegen teekeningen, die in hun vak te pas komen. Het lijnteeke: i nen is verdeeld in bouwkundig cn ma- j chineteekenen. In de 1ste klasse begin nen de leerlingen met rechtlijnige fi guren, om in de hoogere kLassen zich. meer toe te leggen op het teekenen van. meetkundige constructies en op teeke ningen volgens de projectie-leer. i Na het onderwijs in de projectieleer splitsen de vaklieden zich en beginnen de timmerlieden, metselaars etc. met het bouwkundig, en de smeden met het machine-teekenon, nadat zij zich eerst nog een flink begrip gevormd hebben van scheeve projectie. Langzamerhand worden de teekenin gen nu moeielijker; de vorderingen, die dei leerlingen dam ook maken, kan men het best nagaan, wanneer men die tee keningen in de verschillende klassen vervaardigd, met elkander vergelijkt, j Vooral in de 4de klasse trekken zeer1 de aandacht de fraaie teekeningen van veiligheidstoestellen, electrische moto ren en stoommachines, terwijl in de j timmerliedeai-afdeeling de keurig getee- kende trappen en kappen uitmunten. De tentoonstelling, die een bezoek overwaard is, is tot heden-avond 9 uur geopend. BINNENLAND. Parlementaire Praatjes. j De rechterlijke colleges in den Haag behooren niet tot de uitverkorenen, wat hun huisvesting betreft. En het FEUTLIJETON. Lovice Naar het Engelsch van Mrs. HUNGERFORD. Mrs. Brown; die in| zulke groote moeielijkheden verkeert. Zij was dit niet van plan geweest, toen zij aan den Rector zeide, da,t haar maai wel tien pond aan Mrs. Brown zou zenden, maar een weinig bekend heid met het lijden der airmen werkt soms meer uit döai een rede, hoe in drukwekkend ook, zou kunnen doen. HOOFDSTUK XIV. De dag is bijna, verstreken. Reeds kondigen flauwe strepen in 't Westen de nadering van. den avond aan. Lady Belton begint zich vermoeid! te gevoe len- Maar met de lieftalligheid haar eigen laat zij het niet merken en voort durend ziet men haar nog in gesprek met haar gasten. „Ik ben bang, dat gij geen partner hebt kunnen vindien," zegt zij, tot Lam bert, die in haai- nabijheid staat eoi er naar haar idéa niet heel gelukkig uit ziet. I „Ik geloof dat het spel reeds uit is," i antwoordt hij hoffelijk. En na een paar woorden met haar gewisseld te hebben, slaat hij zijwaarts af en de richting van een kreupelbosclije in, waar hij weet dat hij voor vreemde oogen verborgen is. Nu hij hier alleen is haalt hij een brief uit zijn zak een brief, dien hij dien morgen nauwkeurig gelezen heeft en verslindt hem- met begeerige oogen. Terwijl hij leest neemt zijn gelaat een steeds somberder ja zelfs wanhopiger uitdrukking aan. De brief luidt als volgt: Castle Hall." „Beste Godfrey, „Het is alles geloopen zooals ik dacht. Die afschuwelijke vrouw heeft hem ten langen laatste toch in haar netten gevangen. Naar mijn idéé is een wedu we tot alles in staat. Ik vrees, beste jongen, dat je vooruitzichten totaal verwoest zijn. Zij is vreeselijk robust en ruw ook. Daarbij loop je niet de minste Hof. tot nu toe in de oude gebouwen van het Binnenhof gehuisvest, zag ziah verplicht naar een andere woning om te zien nu de tijd dece monumenten van antieke bouw'kunfcfc niett langer spaar die. Onder de wetsontwerpen het wa ren er vele, mitsgaders conclusion enz. die op die agenda der Tweede Ka mer stonden, was er een- tot het toe staan van een uitgaaf van 78.000 tot aankoop van een huis voor het gerechts hof op de Heerengracht. Werd dit ge bouw een paar jaren gebruikt wat, blijkens me-dedeelimg der Reg. zonder veel koeten kon geschieden, terwijl bij andere huizen veel meer veranderd zou moeten worden dan zouden inmid dels de zalen op het Binnenhof, thans wegens gevaar ontruimd, weer in orde zijn en de aangekochte woning bestemd worden voor een anderen tak van rijks dienst. Alvorens de Min. van Water-: staat en die van Justitie deze toedich ting, verklaring van nut en wensclie- lijkheid, gaven, hadden de heerem Bou- man en Kerdijk zich krachtig tegen dezen kostbaren aankoop verzot, in de meening dat men, op minder voorna men stand, goedkooper terecht kon. Een bezwaar dat voor den heer Ker dijk gold en nader door den heer Vee gen 9 werd aangedikt, was dat het vol strekt niet vaststond, dat het Hof ooit naar hot--Binnenhof zou kunnen terug keert tn. Die verzekering kon. de Reg. niot geven. En dit besliste dan ook het lot- van het wetsontwerp, dat met 42 tegen 28 stemmen werd verworpen. Bij do behandeling van een d'er con clusies en wel naar aanleiding van een adres met verzoek tot behoorlijke regeling van het beheer en het onder houd van de Linge was er een prin cipieel verschil tusschen de Comm. v. Rapp. en den Min. van Wat. De eerste meende, dat de Staat als eigen aai- der openbare vaarwaters verplicht is vaar tuigen en andere gezonken voorwer pen, voor de scheepvaart hinderlijk, op te ruimen. De Min. achtte deze uit spraak in het algemeen onjuist, omdat de Staat niet steeds de beheerder is en uit het eigendomsrecht niet het be heer voortvloeit. De conclusie word aan het slot den zitting, want de beraadslaging was ge- schorst voor de interpellatieKuyper, verworpen met 42 tegen 38 stemmen. Na de pa.uze, toen, de heer Kuyper zijn interpellatie zou houden over do On twapeniugs-conferen tie, warcci alle tribunes en loges, ook die der diploma ten, overvol met heeren en dames, da laatsten zeer talrijk. Zij moeten eenigszins teleurgesteld zijn geweest bij den ledder der anti-re volutionairen niet diens gewone gavemi van welsprekendheid te vinden. Dr. Kuyper was blijkbaar niet op dreef, on gewoon breedsprakig en als gevolg daar van minder veelzeggend dan gewoon lijk, om het nu eens euphemistiach nit te drukken. De heer Kuyper stelde dam do vol gende vragen: lo. Behelst het gerucht waarheid, dab op do lijst der genoodigdo Staten niet kans dat hij eenige beschikkingen ten opzichte van jou zal maken. Hoe ongelukkig dat hij; nooit van je heeft gehouden. Misschien was jaloezie de oorzaak hiervan. In elk geval is dit dwaze engage ment nu een feit geworden en moet jij maar zien dat je door de wereld komt. Maar denk er aan dat geld boven alles noodzakelijk voor je is. Wat zal onze kleine wereld opkijken als zij het en gagement van dezen stokouden baro net met deze niet zeer jonge weduwe verneemt Zij is dertig, dat staat vast. Wat kun nen mannen toch dwaas doen 1 Wees nu niet dom hoor GodfreyIk schrijf je bijtijds ien in haast om je te zeggen dat je je terstond met die juffrouw Johns moet verloven, over wie je laatst schroeft, voordat het bespottelijke en gagement van je oom publiek is. Voor bespottelijk had ik eigenlijk schandelijk moeten zeggen. In elk geval, verzeker je in je eigenbelang van die erfgename voordat de dwaasheid van je oom be kend wordt gemaakt. „Geld maakt den man." Een wijsgeer heeft dit eens ge- zegd." Dan volgden er nog eenige raadgevin gen, maar Lambert heeft den brief reeds verfrommeld. Waarom haid zij niet eerder geschre ven De laatste weken heeft hij haar voortdurend om tijding verzocht, maar niets vernemende meende hij. dat- zijn oom zijn trouwplannen opgegeven had. En nu! En rij schrijft even koel alsof rijn heel verder leven niet van haar ante woord afhing. Zijn levenJa, het is rijn leven. Hot is nu een onmogelijkheid, dat hij Lo vice ooit kan trouwen. En rij voor zoo ver het rijn geluk betreft, is rijn leven, j Maar er bestaat ook iets dat „ge mak" heet. Bij dcc. Hemel! Zijn geheele levm zich te moeten bekrimpen, arm te rijn, afschuwelijk arm! Neen, dat kan rij niet van hem ver langen. Plotseling komt hij op een ge lukkig idéé ja,, rij zal zelf inzien dat armoede even onaangenaam voor haar als voor hem is. In rijn zelfzucht beseft hij niet dat het veel harder voor haar dan voor hem is voor haar die zoo fijngevoelig is en hem zoo innig hef heeft, dat rij terstond alle geriefelijkheden voor hem zou opgeven. Hij keert nu weer met rijn gedachten tot den brief van rijn moeder terug, die moeder wier karakter zoo precies gelijk is aan luat zijne. Hij begrijpt rijn toestand volkomen. Het is buiten twijfel dat d'e oude man v.-tn plan is zich als een zot aan te stejUen, waardoor hij, Lambert, rijn fortuin maar moet gaan zoeken en van zijn leven maken wat hij kan. Dat hij rijn engagement met Lovice moet verbreken is rijn eerste gedachte en wij zouden hem onrecht doen als wij zeiden dat hij niet voor deze gedachte terugdeinsde. Maar armoede met Lo vice staat hem minder aan dan rijk dom met.wel met iedereen. Hij ver- wenscht zich zelf als dit idee bij hém- opkomt, maar het is zeker dat juf frouw Johns „iedereen" zall rijn. God- dhnk is rij nog niet de rijhe maar rij kan hem toch van veel nut zijn. Hoe gelukkig dat hij haar bij gele genheid van die otterjacht niet open lijk beleedigde toen was liiji er vara overtuigd dat zijn oom rijn dwaasheid! zou opgeven en voelde hij rich zoo zeker van Lovice. Welnudie droom moet een einde nemen zegt hij tot zichzelf, met een zucht van diep zelfmedelijden. Hij moet haar opgeven, haar, het eenige waar hij in de wereld om geeft. Maar hoe kan hij met haar breken Hoe dwaas was hij geweest-, haar bespottelijke ja^ loersche vermoedens ten opzichte vara juffrouw Johns, niet als een goedi mid del aan te grijpen Zij jaloersch van dht monsterDan zou hij met haar hebben kunnen breken en op een eerlijke wijze. In elk geval zou het als een reden hete- ben kunnen gelden. Haar familie zou niet heel boos op hem kunnen rijn en het is bepaald onaangenaam het graaf schap tegen rich te hebben, vooral wanneer de bezittingen van. een vrouw, die hem van dienst kan rijn, deel van. dat graafschap uitmaken. Het is ver velend dat haar, Juliana's goederen hier gelegen zijn, maar dit is zeker rij rijn, prachtig. Die gedachte troost hem en daarenboven is hij niet verplicht hier te wonen. Hij moet wel krankzinnig geweest zijn toen hij Lovice toestond haar far miliö met het engagement bekend te maken. Maar zij had er zoo op aange drongen en hij was toen een beetje zwak geweest. Als hij weer voor het zelfde feit stond zou hij het nooit toe staan. Zoo spreekt hij tot zichzelf nu het bekoorlijke meisje zich niot in rijn nabijheid bevindt. Zij, haar familiele den, rijn bepaald onbeleefd tegen hem geweest. Geen van hen heeft zich ver waardigd over het engagement te spre-

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1899 | | pagina 1