NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD. 18a Woensdag 31 Mei 1889 ■a 4883 HAARLEM'S DAGBLAD ^BonsrisrEiiviEnsrTSFE.icrs: Voor Haarlem per 3 maandenf 1.20 Voor de dorpen in den omtrek waar een Agent gevestigd is (kom der gemeente), per 8 maanden1.80 Franco door het geheele Rijk, por 3 maanden1.65 Afzonderlijke nummers0.05 Geïllustreerd Zondagsblad, voor Haarlem, per 3 maanden0.30 de omstreken en franco per post0.371/2 AD'TUBTElsrTIEOSr: Van 1—5 regels 50 Cts.; iedere regel meer 10 Cts. Groote letters naar plaatsruimte. Bij Abonnement aanzienlijk rabat. Reclames 20 Cent per regel. Abonnementen en Advertentiön worden aangenomen door onze Agenteu en door alle Boekhandelaren en Courantiers. Dit blad verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen. Bureaux: Kleine Houtstraat 14, Haarlem. Telefoonnummer 122. Directeur-Uitgever J. C. PEEREBOOM. Hoofdagenten voor liet Buitenland: Convpagyiie Générale de Publicité Etrang'ere G. L. DAUBE Co. JOHN F. JONES, Succ.. Parijs 31bis Faubourg Montmartre. Met uitzondering van het Arrondissement Haarlem is het uitsluitend recht tot plsatskig van Adrertentiën en Reclames betredende Handel, Nijverheid en Geldwezeo, opgedragen aan hot Algemeen Advertentie-Bureau A. DE LA MAR Azn. te Amsterdam. BUITEN het Arrondissement Haarlem is de prijs der Advertentiën van 1—5 regels f 0,75, elke regel meer ƒ0,15; Reclames per regei 0,80. Agenten voor d]t|biad in den omtrek zpnbloemendaalSantpoort en SchotenP. v. d. RAADT, Bandpoort.; Heemstede. J. LEUVEN,bij de tol; Spaarndam, C. HARTENDORPZandvoort, G. ZWEMMER HOPMAN, Molenstraat. Genoemde Agenten nemen 4 4 J 4i«- Velsen, W. J. RUIJTER; BeverwijkJ. EOORNBfhllegom, ARIE Abonnementen en Advertentiën aan. STADSNIEUWS Eerste en tweede pagina. Haarlem30 Mei 1899. Vooruitgang. Maandagavond vergaderde afdeeling III van de kiesvereeniging Vooruit- j gang in café Montagne, onder voor- j zitterschap van dr. J. Timmer. Voor' de eersto maal geschiedde dit onder het nieuwe legleuient. Toen zich nu twee leden der biesvereeniging, uit een andere afdeeliog, kwamen aan- j melden voor toelatiog, ontstond er verschil over de vraag, of dit al dan j niet gebeuren en aau hen een advi-i seerei.de stem verleend worden kon. Met meerderheid van stemmen werd hiertoe ten slotte besloten. De in dit district aftredende leden Mr. A. A. van der Mersch, J. A. Lodewijbs, Mr. J. de Clercq van Weel én Dr. H. D. Tjeenk Willink, werden allen opnieuw gecandideerd. Uitvoerig werd nu gesproken over het nieuwe reglement der kiesvereeniging, waardoor (aangezien voor deze ver kiezing geen algcmeene vergadering wordt gehouden) niet al de leden der kiesvereeniging, maar slechts die van een der drie afdeelingen beslissen over de candidal uur van Raadsleden, die dan toch ten slotte de geheele ge meente vertegenwoordigen. Op dien grond drong de heer Mr. A. C. Waller er op aan, dat zoo spoe dig mogelyk het reglement zal worden herzien èn wat aangaat het toelaten tot de afdeeliugsvergaderingen èn wat betreft het weder in eere herstellen van de algemeeue vergaderingen. Deze opmerking zal ter kennis van het algemeen bestaur der kiesvereeni ging worden gebracht. Heden (Dinsdag)avond vergadert nu afd. 1, voorzitter de beer Mr. Th. de Haan Hngenholtz; in dit district tre den af de heeren Winkler, Roog en van den Berg. B|j beschikking van Z. E. den Minister van Justitie, is met ingang van 1 Juni a. s. benoemd tot tijdelijk bewaarder 3de rang in liet Huis van Bewaring' tevens Strafgevangenis al hier, P. Zylstra, Gemeente- eu Onbez. Rijksveldwachter te öliedrecht. De bekende Geertruida Sikman werd laatst uit de Ryks werkinrich ting te Leiden ootslageu, hoewel de Minister van Justitie machtiging had verleend om haar na het eindigen van haar straft yd daar te blijven ver plegen, omdat y ernstig ziek was zy wenschte van het aanbod echter geen gebruik te maken en wilde liever to Haarlem vt rpletvd worden en werd dan ook naar ei St. Elisabeths Gast huis alhier getransporteerd. Maandag middag wen! zy wegens haar onheb belijk gelrag daaruit ontslagen, niettegenstaande zy niet hersteld was en strompelde zjj onder geleide van een pohtieageut naar het politiebureau aan de Hout brug. Op belofte van beterschap werd zy later weder in het gasthuis opgenomen. Nu het buitengoed Hartenlust te Bloeinendaal verkocht is voor hotel- pension, verkeert het publiek in de meeuing, dat het buiten toegankelijk is. Evenwel is dat het geval niet. Wegens mogelijke beschadiging blijft Hartenlust voor 't algemeen verkeer nog gesloten, totdat de onderneming in exploitatie komt. We! zullen eerst daags voor enkele bevoorrechten toe gangskaarten bij het consortium, dat eigenaar van tiet goed wörd, te verkrijgen zyn. Derepetitiëu voor de dames, die deel zullen uitmaken van het koor voor de opvoering der Opera „Alceste", zul len dezer dagen een aan rang nemen ooder leiding van don heer W. Ro bert. Tachtig dames hebben de tot haar gerichte invitatie aangenomen. Kamer van Koophandel. Aan het verslag over 1898 van de Kamer van Koophandel en Fabrieken alhier ontleenen wij nog een klacht van de Haarlemsclie Machinefabriek, dat zich bij haar het gemis doet gevoe len van personen, geschikt om haren tak van bedrijf in het buitenland te exploit eer en. Wij vestigen hierop de aandacht van aankomende werktuig kundigen. Verschillende industrieën worden in het verslag opgegeven als te zijn „be vredigend", een uitdrukking die voor statistische doeleinden a,l zeer weinig te gebruiken is. Van bloei gewagen de sigarenfabriek van den heer S. Bertram, de lijnwaadpakkerij van den heer C. Eekhout, do meubelfabriek van den lieer A. M. Ran doe. Aan het Postkantoor zijn in 't afge- loopen jaar vervoerd 1.837.678 gefran keerde en 8.800 ongefrankeerde blie ven. Kan dit Laatste, zeer hooge, cijfer ook een gevolg zijn van het zeer gering aantal depots van postzegels en brief kaarten in de stad? Het aantal aange- teekende brieven bedroeg 19.151 en dat van die met aangegeven geldswaarde 4.734, inhoudende een bedrag van f 1.724.600.984. Gedrukte stukken wer den er 1.581.253 en dag- en weekbla den 1.947.587 verzonden. Gestort werd voor binnen- en buitenlaudsclie post wissels f 991.202.35 en uitbetaald' f 1,021.031.18|d:e ingevorderde qui- tantiën bedroegen f 448.416.95 en de betaalde f 380.831.71^. Aan frankeer zegels werd verkocht voor een som van f 199.443.76. Er werden 21.332 inlagen op spaarbankboekjes gedaan tot een be drag van f 644.848.49 en 9800 terug betalingen te zamen f 544.221.58izoo dat er ruim f 160.000 meer is inge bracht, dan uitgenomen. Telken jare trekt het onze aandacht, dat hoewel de Kamer in haren naam den koophandel voorop zet in haar jaarverslag van dienzelfden koophandel nauwelijks wordt gerapt. Van een vra genlijst, gelijk die gezonden wordt aan de industrieelen, schijnt geen sprake to- zijn. Althans in het verslag blijkt daar van niet. Hoe weinig aandacht ge schonken wordt aan den kleinhandel en winkelnering, blijkt wel uit de vol gende phrasen, die alles zijn, wat het verslag daarvan. mededeelt „Volgens ons gedane' opgaven zou „na eenig onderzoek naar den toestand' „van kleinhandel en winkelnering ge- „durende 1898 en na. vele be9chouwin- ,,gon dit tot uitkomst hebben opgele- „verd, dat die toestand over het a.lge- „rneen wel wat te wenschen heeft over gelaten. Althans in den kleinhandel „was het er verre van af, dat daarin ..veel vertier of levendigheid viel waar „te nemen. De omzet in verschillende „handelsartikelen bleef cp gelijke hoog- „te als in vorige jaren. Verandering van „cenig aanbelang was daarin vooreerst- „niet te wachten. „Ten aanzien van de winkelnering „werd evenals vroeger gewezen op het „jaarlijks toenemend aantal winkels en „neringen, waardoor de concurrentie' „hoe langer hoe meer toeneemt en het „voor lang reeds bestaande zaken of „winkels telkens moeilijker wordt aan „zoo groote mededinging op den duur „liet hoofd te bieden. I „Ook de toenemende gewoonte van I „vele ingezetenen om hunne inkoopen I „buiten de stad en in grootere gemeen- „ten te do n, ja zelfs om goederen, o.a. ..manufacturen, uit het buitenland te „betrekkeu, is een groot nadeel voor „onzen winkelstand en houdt den bloei „van verschillende zaken tegen.'' Do onzekerheid van den eersten vol zin springt in 't oog en de onvolledig heid van den slotzin tevens. Er had moeten bijstaan, dat voorall ook de lange credïeten de winkelnering ern stig Denadeelen, meer wellicht dan de concurrentie, hoe ernstig diei ook wezen mag. Wist de Kamer van Koophandel' een middel aan de hand te doen, om de eersten in de gemeente te bewegen, op korten termijn te betalen, dan zou zij den winkelstand een dienst hebben bewezen. Dit wat den kleinhandel aangaat. Naar opgaven over den groothandel zoekt men in het verslag te vergeefs. Er schijnt toch wel iets van dien aard in onze gemeente te bestaan. Althans de directie der Hollandsche Crediet- en Depositobank, in lietzelfdo verslag ge wagende van den bloei van haar incas sobedrijf, zegt „dat de toestand van „den handel in deze gemeente, over het „algemeen gunstig is." Dat zij hiermee den kleinhandel zou bedoelen is niet waarschijnlijk, aange zien ettelijke bladzijden vroeger in het zelfde verslag alle vertier of levendig heid aan den kleinhandel wordt ont zegd. Ten slotte zij er opnieuw de aandacht op gevestigd, dat ook het overzicht over de industrie, hoe uitvoerig ook, toch verre van volledig is. Van de 11 boek drukkerijen (die 10 of meer werklieden hebben) zijn er maar 5 in 't verslag vermeld; van de 3 fabrieken voor mi nerale wateren maar een, van de zes tabakskerverijen drie. De 21 kleeren- was9cherijen zijn geheel voorbijgezien. Zal dus het. jaarverslag van de Ka mer van Koophandel inderdaad wezen wat het bedoelt te zijn, een behoorlijk overzicht van den toestand van handel en nijverheid in deze gemeente, dan zullen er opgaven over den groothandel in moeten worden gedaan, de rubrieken kleinhandel en winkelnering uitvoeri ger moeten worden behandeld en zal zelfs de afdeeling der fabrieksnijverheid! uitbreiding moeten ondergaan. Nederl. Vegetariërsbond. Maandagavond werd in de bovenzaal van het Brongebouw eene voordracht gehouden over „de Ethische en sociale beteeken is van het Vegetarisme", door onzen vroeger en stadgenoot, den heer D. de Clercq van Nunspeet, een vol bloed vegetariër, een man, die door zijn flink postuur en met do kleur der ge- j zondlieid op het gelaat een voorbeeld kan zijn voor alle anti-vegetariërs. Nadat de voorzitter, dei heer Westen dorp een inleidend woord, waarin spre ker op het doel der vereeniging wees, had! uitgesproken, kreeg de heer de Clercq het woord. Spreker verplaatste zich op materialistisch en rationalis tisch standpunt en verdedigde de leer van Darwin. De men9ch moet niet den ken, dat hij de kroon der schepping is, hij is niets anders dan eon hoog ont wikkelde diersoort. Vervolgens verde digde spreker ook de wet van oorzaak en gevolg, waardoor de mensch meer tot zelfontwikkeling komt en gevolg trekkingen kan maken. De mensch be hoort tot die soort van dieren, die door samenwerking met natuurgenooten in stand blijft en daardoor tracht tot hoo- gere ontwikkeling te komen. Die sa menwerking vinden we overal door de geheele levende natuur. Hierbij deed spreker eeuige aanhalingen uit het boek je „De onafhankelijke moraal." Driel hoofdfactoren, die voor do gezellig le vende of kudde-, zon- en dagdieren noodig zijn. zijn lucht, licht en ruimte. En hiernaar moeten wij streven. Het beginsel der gezellig levende dieren is liefde. En het. is ook het hoofdbeginsel, waarvoor het socialisme strijdt, om zwakkeren bij te staan. Het kapitalisme doet juist het tegendeel en ziet door concurrentie en kinderarbeid de zwak keren te verdrukken, maar neemt daar door hun steunpilaren weg. De kapita listische maatschappij is dan ook tot ondergang gedoemd, terwijl de socialis tische steeds sterker moot worden. Vervolgens besprak dë heer de Clercq het wonen,' het Ideeden, het werken en het amuseeren en. het voeden. Wanneer wij die goed dierlijk willen, doen, dan moeten drie groote elementen vervuld zijn. Dan moeten wij rekening houden, dat wij zondieren zijn, die ruimte moeten hebben benevens licht en lucht. Wanneer wij rondzien, bemerken wij dat dit niet altijd zoo is. Wij moeten dus hervormend optreden. Ieder lid in do samenleving moet dezelfde woning hebben. Uit de groote steden kan dus nooit iets goeds voorkomen. Alles is daar verkeerd, in abnormale omstandig heden leven zij. de maatschappij is daar anti-sociaal. Hier moet dringend veran dering in komen. Frederik van Eed en schrijft reeds daarover; evenzoo Morel in Frankrijk. (Laatstgenoemde schreef de ontvolking toe aan de ophooping in de groote steden). Wat do kleeding be treft, deze is te eng, veel te warm, geen lucht en licht doorlatende. Bij het omhulsel moeten wij dan ook een her vormenden weg inslaan en spreker raad de all dames aan lid te worden van de Hervorm-kleeding-vereeniging te den Haag. Wat do arbeid aangaat, ook deze is niet goed geregeld. Wij moesten geen zwakken man zwaar werk laten ver richten en te lang laten arbeiden, zoo als in onze kapitalistische of roofdieren- maatschappij het geval is. Neen wij moesten zorgen voor onzen medewerker, dat hij niet te lange werkuren heeft cn dat de arbeid in overeenstemming is met hetgeen, waarvoor de mensch geschikt is. Met de ontspanning is het ook zoo geheel anders dan in den tijd j der oude Grieken, die zich overdag tot I lichaamsontwikkeling ontspanden. Nu bestaat de ontspanning uit het bijwo nen van wielrijdersfeesten en het drin ken van alcohol. Allen moeten dan ook medewerken om hierin verandering te brengen. De voeding is van veel meer gewicht. Alvorens hierover te spreken, wees spreker op de slechte gewoonte, die de dames hebben aangenomen door zich te" tooien met veer en of vogels. Men moet eerbied hebben voor elke uiting van het leven. En die eerbied wordt ge krenkt door het dooden van de dieren. Spreker drong dan ook bij de dames aan op het veranderen van de mode door geen veer en meer te dragen. Nu Werd het voedsel behandeld; het ge bit en andere organen besproken en kwam spreker tot de conclusie, dat wat de inrichting van ons geheele lichaam betreft wij nooit anders dan vruchten- eters geweest zijn. In plantaardig dieet hebben wij alles wat wij noodig hebbenalleen door onnatuurlijke toebereiding met. krui den en sauzen zijn wij er toe gekomen vleesch te eten, want kreeg men een rauw stukje vleesch voor zich dan zou men er hartelijk voor bedanken daarin te bijten, zei de spreker. Maar door die toebereiding met krui den, krijgen wij dorst en drinken dan meestal alcohol. Zoodoende roept de eene verkeerd heid de andere te voorschijn en komen wij hoe langer hoe verder van onze eigen instinctmatige natuur. En dat het vleescheten gezond zou zijn, daarvan blijkt het tegendeel, waait dan moesten alle rijken toonbeelden zijn va.n gezondheid en dat is helaas niet het geval. Ten slotte besprak de heer de Clercq de economische zijde van de quaestie, en toonde met verschillende tabellen aan hoe zoowel voor het indi vidu als voor de samenleving het vruch- tenvocdsel het goedkoopst is, tevens er op wijzende hoeveel meer menchen van 1 H.A. bouwgrond konden leven, wan neer het vegetarisme overal was inge voerd. Door bebouwing van al die H.A. zou dan tevens dë quaestie van werke loosheid en de sociale quaestie al een aardig eind zijn opgelost. (Applaus). Na> nogmaals er op gewezen to hebben, dat vleesch veel cluurder is dan plamtaar- dig voedsel, besloot spreker zijne rede mot een warm opwekkend woord aan allen om vegetariër te worden. Met luid applaus werd deze rede be groet, waarna de vergadering omstreeks 10 uur werd! gesloten. BINNENLAND Uit de „Staatscourant". Koninklijke Besluiten. Aan G. A. A. Middelberg, direc teur der Ned. Zuidafrikaansche Spoor wegmaatschappij wonende te Baarn, verlof verleend tot het aannemen van het ordeteeken van ridder 3de klasse in de Kroonorde, hem door den Ko ning van Pruisen geschonken. Aan dea heer rar. W. Tonckens, gouveineur van Suriname, op zyn verzoek, met ingang van den dag waarop hy de kolonie zal verlaten, tot herstel van gezondheid, een bui- tenlandsch verlof verleend voor den tyd van zes maanden. De met verlof hier to lande aanwe zige kapitein der infanterie van het leger in Ned.-Iudië M. A. vau Hee keren, ter zake van lichaamsgebreken, met ingang van 1 Juli 1899, eervol uit den militairen dieust ontslagen, met toekenning van pensioen. Zondag namiddag heeft de presideut der vredesconferentie, de heer Staal mevrouw Waszklewicz—van Schilf- gaarde ten gehoore ontvangen, die hem, mede uit naam van het hoofd comité voor de vredesmauifestatie, de verkleinde reproductie van bet adres van het Nederlandsche volk aan den Czaar heeft aangeboden. De heer Staal zeide onder meer dat de verschillende manifestaties, ook de internationale vrouwendomonstratie er veel toe haddeu bijgedragen som mige gouvernementen minder sceptisch te stemmen. Het vergaan van de „Prins Maurits". Reuter seint uit Caracas van 29 Mei: „De „Prins Maurits" van den Ko ninklijken Westindischen Maildienst is Maandag ter hoogte van Cumana vergaan. Er zijn geen menschen om gekomen." Uit informaties bij do directie in gewonnen, bleek dat by haar een gelijkluidend bericht was ingekomen over New-York. Bijzonderheden zya nog niet bekend. Het stoomschip „Prins Maurits", kapt. Duif, vertrok l Mei van Am sterdam naar Paramaribo, waar het 19 Mei arriveerde en vanwaar het later naar New-York vertrok. Het is een in 1884 van ijzer ge bouwd stoomschip, groot 1310 ton. De bemanning bestond uit 36 man. Naar men meldt is het vaarwater waar het schip is gestrand, kust van Venezuela, niet bijzonder gevaarlijk, en krygt de gezagvoerder omtrent de te volgeu route zeer bepaalde orders, doch wordt dit aan den kapitein over gelaten. Men vermoedt dat de stranding des nachts heeft plaats gehad en een sterke strooming daarvan de oorzaak is geweest. FE! iLI,ETON. ILovice. Naar het Eugelsch VAN MRS. 11UNGERFORD. 34) „Waarom heb je dan zoo'n plezier?" JUi .rouw Crichton is er ingeslaagd haar japon te bevrijden. „Wel om Grant natuurlijk. O! als je hem gezien liadt I" En opnieuw barst hij in lachen uit. „En dan zijn handschoenenBij den Hemel! Zij zijn nu grijs! Zij hebben eens een ander kleurtje gekregen I" „juigby," zegt Lovi zich met een wan trouwende uitdrukking op 't- gelaat naar hem toekeerend, „heb jij er schuld aan dat het busje uit de ventiel losgeraakt is? Wat deedt gij toen wij afreden?" „Wel, toen was ik bezig mijn plan netje te volvoeren. Dat was de mop." „Ik zie niet in welke mop," zegt Lou voedend. „Niet. Dat zal Grant denk ik ook niet. Als hij niet zoo'n groote ezel was zou hij gezien hebben hoe ik het busje den verkeerden kant opdraaide voordat hij afreed; maar ik veronderstel dat zijn oogen als altijd...' „Den verkeerden kant uit? Hoe be doel je dat vraagt Lou wantrouwig. „Precies wat ik gezegd heb." „Wil je daarmee zeggen dat jij er schuld aan hadt dat kapitein Grant's banden slap werden?" „Juist", antwoordt Digby op bemin lijken toon. „En mag ik vragen waarom je dat clëe>dt „Och, louter voor de grap, om de lucht er uit te latenmaar ook nog om een andere reden, d!ie evenwel niet dë moeite waard is om vermeld te wor den." Lou's nieuwsgierigheid is natuurlijk dadelijk opgewekt. „Die tweede reden moet wel afschu welijk geweest zijn. Vertel haar mij." Digby ziet haar vast in 't gelaat. „Jij waart de tweede aanleiding!" Tableau. „Digby „Wel, je wildet dat ik 't je vertelde; maar ik was wel bang dat je 't aardige van de grap niet apprecieeren zoudt." „Je bent afschuwelijk!" mompelt Lou. „Best, dan staan wij gelijk. Ik zou wel eens willen weten of je zoo ook over Grant denkt." juffrouw Crichton maakt een mine alsof zij af wil stappen. „Och, Louise, je behoeft mij niet zoo verpletterend te behandelen, vooral niet wanneer jij de schuldige bent." „Ikverontwaardigd. „Natuurlijk jij... Als jij geen smachtende blikken op Grant hadt geworpen zou ik zijn machi ne niet onbruikbaar hebben gemaakt, waardoor hij nu vloekend op den weg moet blijven staan." „Het is jammer, dlat je je fatsoen niet beter kunt bewaren en wat die smachtende blikken betreft jij bent hot j die zc..." „Naar jou zendt!" valt Digby haar haastig in de rede. „Maar je wilt ze nooit zien. Nu, wacht even Lou. Ik wilde je niet beleedigen," hij pakt haar achterwiel vast zoodat zij onmogelijk door kan rijden, „mijn oogen rusten altijd vol bewondering op je. Ik zweer je dat ik niets anders wilde zeggen," voegt hij er aan toe als juffrouw Crich ton haar rijwiel met een ruk aan zijn handen onttrekt; „ik heb je iets te vertellen... Ik... heb de betrekking bij uen hertog gekregen." Hij heeft zijn stem laten dalen en staat zoo dat hij haar recht in 't gelaat kan zien. Een allerliefst blosje bedekt haar wangen, als hij haar zoo doordringend! aanziet. „Het kan mij niet schelen of je haar gekregen hebt ja dan neenzegt zij haar oogen plotseling neerslaand. „Kan 't je werkelijk niet schelen, Lou? Alia vroolijkheid is uit zijn stem ver dwenen en ditmaal is hij ernstig en verspreidt zich een uitdrukking van teleurstelling over zijn gelaat. Terwijl hij spreekt legt hij zijn beide handen op haar schouders. „Och, ik weet 't nietantwoordt Lou koppig. „Wat beteekent het voor mij of je er vijftig of één hebt gekregen „Als ik er vijftig had zou ik ze aan je voeten leggen, maar ik heb er slechts één. Het ia wel een groot verschil, maar ik Died je haar toch aan." Beiden zwijgen eenigen tijd, dan. glijdt er een guitig lachje over Lou's gelaat. „Ik ben bang, dat ik niet weet wat er mee aan te vangen. Ik heb mij nooit op den landbouw toegelegd." „Maar denk je niet dat ik 't jou zou kunnen leeren?" vraagt hij. „Wij zouden bitter weinig vorderin gen maken, als wij iederen dag kibbe len. Ik vrees dat ik iemand te hulp zou moeten roepen," zegt Lou plagend. „Denk je, dat Grant je zou kunnen leeren Dan. niet in staat zijnde er langer een grap van te maken, zegt hij drif- „Heeft die kerel je ten huwelijk ge vraagd?" „Ik geloof niet dat kapitein Grant 't aangenaam zal vinden een kerel ge noemd te worden antwoordt Lou haar kinnetje hooghartig optrekkend. „Juist een reden voor mij om het te doen. Welnu, ben je niet van plan mijn vraag te beantwoorden?" Stilte volgt. „Die zwijgt stemt toe," zegt Digby langzaam „ik besluit hier dus uit dat je met hem verloofd zijt. In dat geval feliciteer ik je en vind het beter voor je hier op hem te wachten. Binnen twintig minuten zal hij wel hier zijn voegt hij er sarcastisch aan toe. Zijn gelaat is bleek en er ligt een toornige uitdrukking in zijn oogen als hij zijn hoed afneemt en zich omkeert om zich te verwijderen. Lou's gelaat drukt groote verlegen heid uit. Zij kan den dag, waarop hij haar op dezelfde wijze verliet, maar niet vergo- j ten zij is er van overtuigd dat het toen dezelfde hoed was en besluit hem bij de eersto de beste gelegenheid te ver- branden. Neen, hij mag niet weer zoo heengaan. „Ik ben niet geëngageerd met kapi tein Grant," roept zij hem boos achter na. Oogenbl i kkotijk keert hij tot haar terug. „Is d'ait de waarheid?" vraagt hij ernstig. „Ja," zegt zij met stokkende stem Dan heerscht er weer stilte. Geen van beiden weet het gesprek voort te zet ten. Digby is eindelijk de eerste die spreekt. „Die kerel heeft je parasol gebruikt," zegt hij op het vernielde voorwerp in quaestie wijzend. Bij die zinspeling op haar parasol keert Lou's vroolijkheid terug en barst zij in lachen uit. „O Digby, als je eens hadt gezien, hoeveel moeite 't hem kostte» haar op te houden; hij viel bijna..." (Wordt vervolgd).

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1899 | | pagina 1