NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD.
18a
Woensdag 31 Mei 1889
■a 4883
HAARLEM'S DAGBLAD
^BonsrisrEiiviEnsrTSFE.icrs:
Voor Haarlem per 3 maandenf 1.20
Voor de dorpen in den omtrek waar een Agent gevestigd is (kom der
gemeente), per 8 maanden1.80
Franco door het geheele Rijk, por 3 maanden1.65
Afzonderlijke nummers0.05
Geïllustreerd Zondagsblad, voor Haarlem, per 3 maanden0.30
de omstreken en franco per post0.371/2
AD'TUBTElsrTIEOSr:
Van 1—5 regels 50 Cts.; iedere regel meer 10 Cts. Groote letters naar plaatsruimte.
Bij Abonnement aanzienlijk rabat.
Reclames 20 Cent per regel.
Abonnementen en Advertentiön worden aangenomen door onze Agenteu
en door alle Boekhandelaren en Courantiers.
Dit blad verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen.
Bureaux: Kleine Houtstraat 14, Haarlem. Telefoonnummer 122.
Directeur-Uitgever J. C. PEEREBOOM.
Hoofdagenten voor liet Buitenland: Convpagyiie Générale de Publicité Etrang'ere G. L. DAUBE Co. JOHN F. JONES, Succ.. Parijs 31bis Faubourg Montmartre.
Met uitzondering van het Arrondissement Haarlem is het uitsluitend recht tot plsatskig van Adrertentiën en Reclames betredende Handel, Nijverheid en Geldwezeo, opgedragen aan hot
Algemeen Advertentie-Bureau A. DE LA MAR Azn. te Amsterdam.
BUITEN het Arrondissement Haarlem is de prijs der Advertentiën van 1—5 regels f 0,75, elke regel meer ƒ0,15; Reclames per regei 0,80.
Agenten voor d]t|biad in den omtrek zpnbloemendaalSantpoort en SchotenP. v. d. RAADT, Bandpoort.; Heemstede. J. LEUVEN,bij de tol; Spaarndam, C. HARTENDORPZandvoort, G. ZWEMMER
HOPMAN, Molenstraat. Genoemde Agenten nemen 4 4 J 4i«-
Velsen, W. J. RUIJTER; BeverwijkJ. EOORNBfhllegom, ARIE
Abonnementen en Advertentiën aan.
STADSNIEUWS
Eerste en tweede pagina.
Haarlem30 Mei 1899.
Vooruitgang.
Maandagavond vergaderde afdeeling
III van de kiesvereeniging Vooruit- j
gang in café Montagne, onder voor- j
zitterschap van dr. J. Timmer. Voor'
de eersto maal geschiedde dit onder
het nieuwe legleuient. Toen zich nu
twee leden der biesvereeniging, uit
een andere afdeeliog, kwamen aan- j
melden voor toelatiog, ontstond er
verschil over de vraag, of dit al dan j
niet gebeuren en aau hen een advi-i
seerei.de stem verleend worden kon.
Met meerderheid van stemmen werd
hiertoe ten slotte besloten.
De in dit district aftredende leden
Mr. A. A. van der Mersch, J. A.
Lodewijbs, Mr. J. de Clercq van
Weel én Dr. H. D. Tjeenk Willink,
werden allen opnieuw gecandideerd.
Uitvoerig werd nu gesproken over het
nieuwe reglement der kiesvereeniging,
waardoor (aangezien voor deze ver
kiezing geen algcmeene vergadering
wordt gehouden) niet al de leden der
kiesvereeniging, maar slechts die van
een der drie afdeelingen beslissen over
de candidal uur van Raadsleden, die
dan toch ten slotte de geheele ge
meente vertegenwoordigen.
Op dien grond drong de heer Mr.
A. C. Waller er op aan, dat zoo spoe
dig mogelyk het reglement zal worden
herzien èn wat aangaat het toelaten
tot de afdeeliugsvergaderingen èn wat
betreft het weder in eere herstellen
van de algemeeue vergaderingen.
Deze opmerking zal ter kennis van
het algemeen bestaur der kiesvereeni
ging worden gebracht.
Heden (Dinsdag)avond vergadert nu
afd. 1, voorzitter de beer Mr. Th. de
Haan Hngenholtz; in dit district tre
den af de heeren Winkler, Roog en
van den Berg.
B|j beschikking van Z. E. den
Minister van Justitie, is met ingang
van 1 Juni a. s. benoemd tot tijdelijk
bewaarder 3de rang in liet Huis van
Bewaring' tevens Strafgevangenis al
hier, P. Zylstra, Gemeente- eu Onbez.
Rijksveldwachter te öliedrecht.
De bekende Geertruida Sikman
werd laatst uit de Ryks werkinrich
ting te Leiden ootslageu, hoewel de
Minister van Justitie machtiging had
verleend om haar na het eindigen
van haar straft yd daar te blijven ver
plegen, omdat y ernstig ziek was
zy wenschte van het aanbod echter
geen gebruik te maken en wilde liever
to Haarlem vt rpletvd worden en werd
dan ook naar ei St. Elisabeths Gast
huis alhier getransporteerd. Maandag
middag wen! zy wegens haar onheb
belijk gelrag daaruit ontslagen,
niettegenstaande zy niet hersteld was
en strompelde zjj onder geleide van
een pohtieageut naar het politiebureau
aan de Hout brug. Op belofte van
beterschap werd zy later weder in
het gasthuis opgenomen.
Nu het buitengoed Hartenlust te
Bloeinendaal verkocht is voor hotel-
pension, verkeert het publiek in de
meeuing, dat het buiten toegankelijk is.
Evenwel is dat het geval niet.
Wegens mogelijke beschadiging blijft
Hartenlust voor 't algemeen verkeer
nog gesloten, totdat de onderneming
in exploitatie komt. We! zullen eerst
daags voor enkele bevoorrechten toe
gangskaarten bij het consortium, dat
eigenaar van tiet goed wörd, te
verkrijgen zyn.
Derepetitiëu voor de dames, die deel
zullen uitmaken van het koor voor de
opvoering der Opera „Alceste", zul
len dezer dagen een aan rang nemen
ooder leiding van don heer W. Ro
bert. Tachtig dames hebben de tot
haar gerichte invitatie aangenomen.
Kamer van Koophandel.
Aan het verslag over 1898 van de
Kamer van Koophandel en Fabrieken
alhier ontleenen wij nog een klacht
van de Haarlemsclie Machinefabriek,
dat zich bij haar het gemis doet gevoe
len van personen, geschikt om haren
tak van bedrijf in het buitenland te
exploit eer en. Wij vestigen hierop de
aandacht van aankomende werktuig
kundigen.
Verschillende industrieën worden in
het verslag opgegeven als te zijn „be
vredigend", een uitdrukking die voor
statistische doeleinden a,l zeer weinig te
gebruiken is. Van bloei gewagen de
sigarenfabriek van den heer S. Bertram,
de lijnwaadpakkerij van den heer C.
Eekhout, do meubelfabriek van den
lieer A. M. Ran doe.
Aan het Postkantoor zijn in 't afge-
loopen jaar vervoerd 1.837.678 gefran
keerde en 8.800 ongefrankeerde blie
ven. Kan dit Laatste, zeer hooge, cijfer
ook een gevolg zijn van het zeer gering
aantal depots van postzegels en brief
kaarten in de stad? Het aantal aange-
teekende brieven bedroeg 19.151 en dat
van die met aangegeven geldswaarde
4.734, inhoudende een bedrag van
f 1.724.600.984. Gedrukte stukken wer
den er 1.581.253 en dag- en weekbla
den 1.947.587 verzonden. Gestort werd
voor binnen- en buitenlaudsclie post
wissels f 991.202.35 en uitbetaald'
f 1,021.031.18|d:e ingevorderde qui-
tantiën bedroegen f 448.416.95 en de
betaalde f 380.831.71^. Aan frankeer
zegels werd verkocht voor een som van
f 199.443.76. Er werden 21.332 inlagen
op spaarbankboekjes gedaan tot een be
drag van f 644.848.49 en 9800 terug
betalingen te zamen f 544.221.58izoo
dat er ruim f 160.000 meer is inge
bracht, dan uitgenomen.
Telken jare trekt het onze aandacht,
dat hoewel de Kamer in haren naam
den koophandel voorop zet in haar
jaarverslag van dienzelfden koophandel
nauwelijks wordt gerapt. Van een vra
genlijst, gelijk die gezonden wordt aan
de industrieelen, schijnt geen sprake to-
zijn. Althans in het verslag blijkt daar
van niet. Hoe weinig aandacht ge
schonken wordt aan den kleinhandel
en winkelnering, blijkt wel uit de vol
gende phrasen, die alles zijn, wat het
verslag daarvan. mededeelt
„Volgens ons gedane' opgaven zou
„na eenig onderzoek naar den toestand'
„van kleinhandel en winkelnering ge-
„durende 1898 en na. vele be9chouwin-
,,gon dit tot uitkomst hebben opgele-
„verd, dat die toestand over het a.lge-
„rneen wel wat te wenschen heeft over
gelaten. Althans in den kleinhandel
„was het er verre van af, dat daarin
..veel vertier of levendigheid viel waar
„te nemen. De omzet in verschillende
„handelsartikelen bleef cp gelijke hoog-
„te als in vorige jaren. Verandering van
„cenig aanbelang was daarin vooreerst-
„niet te wachten.
„Ten aanzien van de winkelnering
„werd evenals vroeger gewezen op het
„jaarlijks toenemend aantal winkels en
„neringen, waardoor de concurrentie'
„hoe langer hoe meer toeneemt en het
„voor lang reeds bestaande zaken of
„winkels telkens moeilijker wordt aan
„zoo groote mededinging op den duur
„liet hoofd te bieden.
I „Ook de toenemende gewoonte van
I „vele ingezetenen om hunne inkoopen
I „buiten de stad en in grootere gemeen-
„ten te do n, ja zelfs om goederen, o.a.
..manufacturen, uit het buitenland te
„betrekkeu, is een groot nadeel voor
„onzen winkelstand en houdt den bloei
„van verschillende zaken tegen.''
Do onzekerheid van den eersten vol
zin springt in 't oog en de onvolledig
heid van den slotzin tevens. Er had
moeten bijstaan, dat voorall ook de
lange credïeten de winkelnering ern
stig Denadeelen, meer wellicht dan de
concurrentie, hoe ernstig diei ook wezen
mag. Wist de Kamer van Koophandel'
een middel aan de hand te doen, om
de eersten in de gemeente te bewegen,
op korten termijn te betalen, dan zou
zij den winkelstand een dienst hebben
bewezen.
Dit wat den kleinhandel aangaat.
Naar opgaven over den groothandel
zoekt men in het verslag te vergeefs.
Er schijnt toch wel iets van dien aard
in onze gemeente te bestaan. Althans
de directie der Hollandsche Crediet- en
Depositobank, in lietzelfdo verslag ge
wagende van den bloei van haar incas
sobedrijf, zegt „dat de toestand van
„den handel in deze gemeente, over het
„algemeen gunstig is."
Dat zij hiermee den kleinhandel zou
bedoelen is niet waarschijnlijk, aange
zien ettelijke bladzijden vroeger in het
zelfde verslag alle vertier of levendig
heid aan den kleinhandel wordt ont
zegd.
Ten slotte zij er opnieuw de aandacht
op gevestigd, dat ook het overzicht over
de industrie, hoe uitvoerig ook, toch
verre van volledig is. Van de 11 boek
drukkerijen (die 10 of meer werklieden
hebben) zijn er maar 5 in 't verslag
vermeld; van de 3 fabrieken voor mi
nerale wateren maar een, van de zes
tabakskerverijen drie. De 21 kleeren-
was9cherijen zijn geheel voorbijgezien.
Zal dus het. jaarverslag van de Ka
mer van Koophandel inderdaad wezen
wat het bedoelt te zijn, een behoorlijk
overzicht van den toestand van handel
en nijverheid in deze gemeente, dan
zullen er opgaven over den groothandel
in moeten worden gedaan, de rubrieken
kleinhandel en winkelnering uitvoeri
ger moeten worden behandeld en zal
zelfs de afdeeling der fabrieksnijverheid!
uitbreiding moeten ondergaan.
Nederl. Vegetariërsbond.
Maandagavond werd in de bovenzaal
van het Brongebouw eene voordracht
gehouden over „de Ethische en sociale
beteeken is van het Vegetarisme", door
onzen vroeger en stadgenoot, den heer
D. de Clercq van Nunspeet, een vol
bloed vegetariër, een man, die door zijn
flink postuur en met do kleur der ge-
j zondlieid op het gelaat een voorbeeld
kan zijn voor alle anti-vegetariërs.
Nadat de voorzitter, dei heer Westen
dorp een inleidend woord, waarin spre
ker op het doel der vereeniging wees,
had! uitgesproken, kreeg de heer de
Clercq het woord. Spreker verplaatste
zich op materialistisch en rationalis
tisch standpunt en verdedigde de leer
van Darwin. De men9ch moet niet den
ken, dat hij de kroon der schepping is,
hij is niets anders dan eon hoog ont
wikkelde diersoort. Vervolgens verde
digde spreker ook de wet van oorzaak
en gevolg, waardoor de mensch meer
tot zelfontwikkeling komt en gevolg
trekkingen kan maken. De mensch be
hoort tot die soort van dieren, die door
samenwerking met natuurgenooten in
stand blijft en daardoor tracht tot hoo-
gere ontwikkeling te komen. Die sa
menwerking vinden we overal door de
geheele levende natuur. Hierbij deed
spreker eeuige aanhalingen uit het boek
je „De onafhankelijke moraal." Driel
hoofdfactoren, die voor do gezellig le
vende of kudde-, zon- en dagdieren
noodig zijn. zijn lucht, licht en ruimte.
En hiernaar moeten wij streven. Het
beginsel der gezellig levende dieren is
liefde. En het. is ook het hoofdbeginsel,
waarvoor het socialisme strijdt, om
zwakkeren bij te staan. Het kapitalisme
doet juist het tegendeel en ziet door
concurrentie en kinderarbeid de zwak
keren te verdrukken, maar neemt daar
door hun steunpilaren weg. De kapita
listische maatschappij is dan ook tot
ondergang gedoemd, terwijl de socialis
tische steeds sterker moot worden.
Vervolgens besprak dë heer de Clercq
het wonen,' het Ideeden, het werken en
het amuseeren en. het voeden. Wanneer
wij die goed dierlijk willen, doen, dan
moeten drie groote elementen vervuld
zijn. Dan moeten wij rekening houden,
dat wij zondieren zijn, die ruimte
moeten hebben benevens licht en lucht.
Wanneer wij rondzien, bemerken wij
dat dit niet altijd zoo is. Wij moeten
dus hervormend optreden. Ieder lid in
do samenleving moet dezelfde woning
hebben. Uit de groote steden kan dus
nooit iets goeds voorkomen. Alles is
daar verkeerd, in abnormale omstandig
heden leven zij. de maatschappij is daar
anti-sociaal. Hier moet dringend veran
dering in komen. Frederik van Eed en
schrijft reeds daarover; evenzoo Morel
in Frankrijk. (Laatstgenoemde schreef
de ontvolking toe aan de ophooping in
de groote steden). Wat do kleeding be
treft, deze is te eng, veel te warm,
geen lucht en licht doorlatende. Bij het
omhulsel moeten wij dan ook een her
vormenden weg inslaan en spreker raad
de all dames aan lid te worden van
de Hervorm-kleeding-vereeniging te den
Haag.
Wat do arbeid aangaat, ook deze is
niet goed geregeld. Wij moesten geen
zwakken man zwaar werk laten ver
richten en te lang laten arbeiden, zoo
als in onze kapitalistische of roofdieren-
maatschappij het geval is. Neen wij
moesten zorgen voor onzen medewerker,
dat hij niet te lange werkuren heeft
cn dat de arbeid in overeenstemming
is met hetgeen, waarvoor de mensch
geschikt is. Met de ontspanning is het
ook zoo geheel anders dan in den tijd
j der oude Grieken, die zich overdag tot
I lichaamsontwikkeling ontspanden. Nu
bestaat de ontspanning uit het bijwo
nen van wielrijdersfeesten en het drin
ken van alcohol. Allen moeten dan ook
medewerken om hierin verandering te
brengen.
De voeding is van veel meer gewicht.
Alvorens hierover te spreken, wees
spreker op de slechte gewoonte, die de
dames hebben aangenomen door zich te"
tooien met veer en of vogels. Men moet
eerbied hebben voor elke uiting van
het leven. En die eerbied wordt ge
krenkt door het dooden van de dieren.
Spreker drong dan ook bij de dames
aan op het veranderen van de mode
door geen veer en meer te dragen. Nu
Werd het voedsel behandeld; het ge
bit en andere organen besproken en
kwam spreker tot de conclusie, dat wat
de inrichting van ons geheele lichaam
betreft wij nooit anders dan vruchten-
eters geweest zijn.
In plantaardig dieet hebben wij alles
wat wij noodig hebbenalleen door
onnatuurlijke toebereiding met. krui
den en sauzen zijn wij er toe gekomen
vleesch te eten, want kreeg men een
rauw stukje vleesch voor zich dan zou
men er hartelijk voor bedanken daarin
te bijten, zei de spreker.
Maar door die toebereiding met krui
den, krijgen wij dorst en drinken dan
meestal alcohol.
Zoodoende roept de eene verkeerd
heid de andere te voorschijn en komen
wij hoe langer hoe verder van onze
eigen instinctmatige natuur.
En dat het vleescheten gezond zou
zijn, daarvan blijkt het tegendeel, waait
dan moesten alle rijken toonbeelden zijn
va.n gezondheid en dat is helaas niet
het geval. Ten slotte besprak de heer
de Clercq de economische zijde van de
quaestie, en toonde met verschillende
tabellen aan hoe zoowel voor het indi
vidu als voor de samenleving het vruch-
tenvocdsel het goedkoopst is, tevens er
op wijzende hoeveel meer menchen van
1 H.A. bouwgrond konden leven, wan
neer het vegetarisme overal was inge
voerd. Door bebouwing van al die H.A.
zou dan tevens dë quaestie van werke
loosheid en de sociale quaestie al een
aardig eind zijn opgelost. (Applaus). Na>
nogmaals er op gewezen to hebben, dat
vleesch veel cluurder is dan plamtaar-
dig voedsel, besloot spreker zijne rede
mot een warm opwekkend woord aan
allen om vegetariër te worden.
Met luid applaus werd deze rede be
groet, waarna de vergadering omstreeks
10 uur werd! gesloten.
BINNENLAND
Uit de „Staatscourant".
Koninklijke Besluiten.
Aan G. A. A. Middelberg, direc
teur der Ned. Zuidafrikaansche Spoor
wegmaatschappij wonende te Baarn,
verlof verleend tot het aannemen van
het ordeteeken van ridder 3de klasse
in de Kroonorde, hem door den Ko
ning van Pruisen geschonken.
Aan dea heer rar. W. Tonckens,
gouveineur van Suriname, op zyn
verzoek, met ingang van den dag
waarop hy de kolonie zal verlaten,
tot herstel van gezondheid, een bui-
tenlandsch verlof verleend voor den
tyd van zes maanden.
De met verlof hier to lande aanwe
zige kapitein der infanterie van het
leger in Ned.-Iudië M. A. vau Hee
keren, ter zake van lichaamsgebreken,
met ingang van 1 Juli 1899, eervol
uit den militairen dieust ontslagen,
met toekenning van pensioen.
Zondag namiddag heeft de presideut
der vredesconferentie, de heer Staal
mevrouw Waszklewicz—van Schilf-
gaarde ten gehoore ontvangen, die
hem, mede uit naam van het hoofd
comité voor de vredesmauifestatie, de
verkleinde reproductie van bet adres
van het Nederlandsche volk aan den
Czaar heeft aangeboden.
De heer Staal zeide onder meer
dat de verschillende manifestaties, ook
de internationale vrouwendomonstratie
er veel toe haddeu bijgedragen som
mige gouvernementen minder sceptisch
te stemmen.
Het vergaan van de „Prins
Maurits".
Reuter seint uit Caracas van 29
Mei:
„De „Prins Maurits" van den Ko
ninklijken Westindischen Maildienst
is Maandag ter hoogte van Cumana
vergaan. Er zijn geen menschen om
gekomen."
Uit informaties bij do directie in
gewonnen, bleek dat by haar een
gelijkluidend bericht was ingekomen
over New-York. Bijzonderheden zya
nog niet bekend.
Het stoomschip „Prins Maurits",
kapt. Duif, vertrok l Mei van Am
sterdam naar Paramaribo, waar het
19 Mei arriveerde en vanwaar het
later naar New-York vertrok.
Het is een in 1884 van ijzer ge
bouwd stoomschip, groot 1310 ton.
De bemanning bestond uit 36 man.
Naar men meldt is het vaarwater
waar het schip is gestrand, kust van
Venezuela, niet bijzonder gevaarlijk,
en krygt de gezagvoerder omtrent de
te volgeu route zeer bepaalde orders,
doch wordt dit aan den kapitein over
gelaten.
Men vermoedt dat de stranding des
nachts heeft plaats gehad en een
sterke strooming daarvan de oorzaak
is geweest.
FE! iLI,ETON.
ILovice.
Naar het Eugelsch
VAN
MRS. 11UNGERFORD.
34)
„Waarom heb je dan zoo'n plezier?"
JUi .rouw Crichton is er ingeslaagd haar
japon te bevrijden.
„Wel om Grant natuurlijk. O! als
je hem gezien liadt I" En opnieuw barst
hij in lachen uit.
„En dan zijn handschoenenBij den
Hemel! Zij zijn nu grijs! Zij hebben
eens een ander kleurtje gekregen I"
„juigby," zegt Lovi zich met een wan
trouwende uitdrukking op 't- gelaat naar
hem toekeerend, „heb jij er schuld aan
dat het busje uit de ventiel losgeraakt
is? Wat deedt gij toen wij afreden?"
„Wel, toen was ik bezig mijn plan
netje te volvoeren. Dat was de mop."
„Ik zie niet in welke mop," zegt Lou
voedend.
„Niet. Dat zal Grant denk ik ook
niet. Als hij niet zoo'n groote ezel was
zou hij gezien hebben hoe ik het busje
den verkeerden kant opdraaide voordat
hij afreed; maar ik veronderstel dat
zijn oogen als altijd...'
„Den verkeerden kant uit? Hoe be
doel je dat vraagt Lou wantrouwig.
„Precies wat ik gezegd heb."
„Wil je daarmee zeggen dat jij er
schuld aan hadt dat kapitein Grant's
banden slap werden?"
„Juist", antwoordt Digby op bemin
lijken toon.
„En mag ik vragen waarom je dat
clëe>dt
„Och, louter voor de grap, om de
lucht er uit te latenmaar ook nog
om een andere reden, d!ie evenwel niet
dë moeite waard is om vermeld te wor
den."
Lou's nieuwsgierigheid is natuurlijk
dadelijk opgewekt.
„Die tweede reden moet wel afschu
welijk geweest zijn. Vertel haar mij."
Digby ziet haar vast in 't gelaat.
„Jij waart de tweede aanleiding!"
Tableau.
„Digby
„Wel, je wildet dat ik 't je vertelde;
maar ik was wel bang dat je 't aardige
van de grap niet apprecieeren zoudt."
„Je bent afschuwelijk!" mompelt
Lou.
„Best, dan staan wij gelijk. Ik zou
wel eens willen weten of je zoo ook
over Grant denkt."
juffrouw Crichton maakt een mine
alsof zij af wil stappen.
„Och, Louise, je behoeft mij niet zoo
verpletterend te behandelen, vooral niet
wanneer jij de schuldige bent."
„Ikverontwaardigd.
„Natuurlijk jij...
Als jij geen smachtende blikken op
Grant hadt geworpen zou ik zijn machi
ne niet onbruikbaar hebben gemaakt,
waardoor hij nu vloekend op den weg
moet blijven staan."
„Het is jammer, dlat je je fatsoen
niet beter kunt bewaren en wat die
smachtende blikken betreft jij bent hot j
die zc..."
„Naar jou zendt!" valt Digby haar
haastig in de rede. „Maar je wilt ze
nooit zien. Nu, wacht even Lou. Ik
wilde je niet beleedigen," hij pakt haar
achterwiel vast zoodat zij onmogelijk
door kan rijden, „mijn oogen rusten
altijd vol bewondering op je. Ik zweer
je dat ik niets anders wilde zeggen,"
voegt hij er aan toe als juffrouw Crich
ton haar rijwiel met een ruk aan zijn
handen onttrekt; „ik heb je iets te
vertellen... Ik... heb de betrekking bij
uen hertog gekregen."
Hij heeft zijn stem laten dalen en
staat zoo dat hij haar recht in 't gelaat
kan zien.
Een allerliefst blosje bedekt haar
wangen, als hij haar zoo doordringend!
aanziet.
„Het kan mij niet schelen of je haar
gekregen hebt ja dan neenzegt zij
haar oogen plotseling neerslaand.
„Kan 't je werkelijk niet schelen,
Lou?
Alia vroolijkheid is uit zijn stem ver
dwenen en ditmaal is hij ernstig en
verspreidt zich een uitdrukking van
teleurstelling over zijn gelaat. Terwijl
hij spreekt legt hij zijn beide handen
op haar schouders.
„Och, ik weet 't nietantwoordt Lou
koppig. „Wat beteekent het voor mij
of je er vijftig of één hebt gekregen
„Als ik er vijftig had zou ik ze aan
je voeten leggen, maar ik heb er slechts
één.
Het ia wel een groot verschil, maar
ik Died je haar toch aan."
Beiden zwijgen eenigen tijd, dan.
glijdt er een guitig lachje over Lou's
gelaat.
„Ik ben bang, dat ik niet weet wat
er mee aan te vangen. Ik heb mij nooit
op den landbouw toegelegd."
„Maar denk je niet dat ik 't jou zou
kunnen leeren?" vraagt hij.
„Wij zouden bitter weinig vorderin
gen maken, als wij iederen dag kibbe
len. Ik vrees dat ik iemand te hulp zou
moeten roepen," zegt Lou plagend.
„Denk je, dat Grant je zou kunnen
leeren
Dan. niet in staat zijnde er langer
een grap van te maken, zegt hij drif-
„Heeft die kerel je ten huwelijk ge
vraagd?"
„Ik geloof niet dat kapitein Grant
't aangenaam zal vinden een kerel ge
noemd te worden antwoordt Lou haar
kinnetje hooghartig optrekkend.
„Juist een reden voor mij om het
te doen.
Welnu, ben je niet van plan mijn
vraag te beantwoorden?"
Stilte volgt.
„Die zwijgt stemt toe," zegt Digby
langzaam „ik besluit hier dus uit dat
je met hem verloofd zijt. In dat geval
feliciteer ik je en vind het beter voor
je hier op hem te wachten. Binnen
twintig minuten zal hij wel hier zijn
voegt hij er sarcastisch aan toe.
Zijn gelaat is bleek en er ligt een
toornige uitdrukking in zijn oogen als
hij zijn hoed afneemt en zich omkeert
om zich te verwijderen.
Lou's gelaat drukt groote verlegen
heid uit.
Zij kan den dag, waarop hij haar op
dezelfde wijze verliet, maar niet vergo-
j ten zij is er van overtuigd dat het
toen dezelfde hoed was en besluit hem
bij de eersto de beste gelegenheid te ver-
branden. Neen, hij mag niet weer zoo
heengaan.
„Ik ben niet geëngageerd met kapi
tein Grant," roept zij hem boos achter
na.
Oogenbl i kkotijk keert hij tot haar
terug.
„Is d'ait de waarheid?" vraagt hij
ernstig.
„Ja," zegt zij met stokkende stem
Dan heerscht er weer stilte. Geen van
beiden weet het gesprek voort te zet
ten. Digby is eindelijk de eerste die
spreekt.
„Die kerel heeft je parasol gebruikt,"
zegt hij op het vernielde voorwerp in
quaestie wijzend.
Bij die zinspeling op haar parasol
keert Lou's vroolijkheid terug en barst
zij in lachen uit.
„O Digby, als je eens hadt gezien,
hoeveel moeite 't hem kostte» haar op
te houden; hij viel bijna..."
(Wordt vervolgd).