PREDIKBEÜRTEK ALLCOCK'S PLEISTERS dagen. Volwassenen lain non. voorname lijk als zij veel water drinken, tot. 60 dagen toe vasten. Dr. Schaffer nam een 47jar;ge vrouw waar, die, .nadat zij 43 dagen lang liad geweigerd te eten, stierf. Zij dronk slechts water. Heb lichaamsgewicht, hetwelk een jaar vóór den dood 65 KG. was geweest, vermin derde tot 45 K.G.de pols. de zintui gen. de ademhaling en de temperatuur bleven normaal. De vrouw, die aan melancholie leed en vaak pogingen tot zelfmoord had gedaan, stierf, zooals zij gewild had, rustig en kalm, nauwelijks door haar bloedverwanten opgemerkt,1 zonder klagen of smarten den vrijwil- ligen en heldhaftig doorgevoerden hon gerdood. (Mdbl. tegen Verv.) Dreyfus. Kapitein Dreyfus is opnieuw licht ongesteld. Zijn geneesheer heeft hem dieet voorgeschreven en verzekert dat hy met een dag of twee, drie, weer geheel in orde zal zyn. Een encycliek van den Pans. De „Daily Telegraph" verneemt uit Rome: Men verzekert in Vaticaan- sche kringen, dat de paus voornemens is, eerstdaags een krachtige encycliek uit te vaardigen, waarin hij met na druk opkomt tegen het vervolgen van de Kerk door de Italiaausche regee ring, hetgeeu zyu toppunt bereikte in de grootste vernedering haar on langs aangedaan, toen Italië met al zyn diplomatieke middelea den paus belette, zich op de Haagsche vredes conferentie te laten vertegenwoordi gen, hetgeeu Leo XÏ1I gelijkstelt met schending van Italië's eigen wetten, want de garautiewet van J871 schryft voor, den paus te behandelen als sou- vereiu. Engeland en. Transvaal. Uit Kaapstad komt de bevestiging van het beric'nt, dat de Britsebe agent te Pretoria de Transvaalsche regee ring een dépêche van de ryksregee- ring betreffende de gemengde commis sie heeft overhandigd. De Afrikander party is voor hel aannemen van het onderzoek. De Düïtsche schryver Wedekind. die vervolgd werd wegens majesteits schennis, door het plaitsen van twee gedichten in het tijdschrift „Simpli- cissimus", betrekking hebbende op de reis van Keizer Wilhelm naar Palestina, is te Leipzig veroordeeld tot zes maanden gevangenisstraf, met aftrek van de preventieve hechtenis, zijnde één maand. De gele koorts. Uit New-York wordt emeld dat de laatste berichten uit Virginië over gele koorts, wijzen op verbetering van den toestandgeeu nieuwe gevallen, geen sterfgevallen hebben zich voor gedaan. Iets over dum dum kogels. Het is wel interessant iets omtrent deze kogels te vernemen. De Eugelschen hebben het geweer stelsel Lee-Metford, kal. 7,7 ui.M. De aanv. snelheid bedraagt 6L0 M., de dracht ruim '2400 M bij eeu arbeids vermogen van 263 K. G. M. Tegen Indische Grensdacunea in Ciiritral gebezigd, ia 1897, gaven deze gewereu onvoldoende uitkomsten, zoo dat de Engelsche soldaten de nikkelen punten afslepen, totdat de looden kern goed zichtbaar werd. In dezen vorm, werden zy bij het treffen van lichaams deelen geheel plat, maar zoo onregel matig, dat de verwondingen door deze Haarlemmer Halletjes Aeil Zaterdagavond])raatje. CCCXO. De Vereeniging tot Verfraaiing hier beeft in de laatste 2 jaar niet te klagen over gebrek aan steun. En het mooiste is, dat .ze voor dien steun niet eens dankjo behoeft te zeggen, omdat de steuners dien ongevraagd verleenen. Ik geloof bijvoorbeeld niet, dat het .Be stuur van Verfraaiing aan vele winke liers hier ter stede gevraagd! zal' heb ben „Och toe, bouwen, jullie ma eens nieuwe winkels, om do stadi te ver fraaien De winkeliers hebben dat ze ker wel uit eigen beweging gedaan. Evenzeer acht ik het onwaarschijnlijk, dat de Binnenlandsche Maatschappij tot exploitatie van onroerende go&clerren Duir.cndaal zou hebben gekocht op ver zoek ,van Verfraaiing. Toch heeft zij door den aankoop en het openstellen van het buiten, voor 't publiek, aan de verfraaiing van de omstreken een groo- ten dienst 'bewezen. De exploitatie van Hartenlust gaat ook buiten „Verfraai ing" om, maar is toch ook weer een verfraaiing van de omgeving. En zoo zijn er honderd dingen, met de opsom ming waarvan ik mijn lezers niet £al vervelen. Maar als ik van Hartenlust spreek, dan overvalt me meteen een gevoel van angst. De eigenaars van dat prachtige buiten, nog niet voldaan on verzade- lijken die ze zijn met dat bezit, heb ben, naar verluidt, 't oog gericht opeen stuk va n het Bloemendaalsche bosch, en hebben onderhandeld (of onderhan delen nog) met mejuffrouw Crommelin over den aankoop daarvan. Het Bloe- mendaalsche Bosch Saxenburg zooals de officieele Bloemendalers zeggen grenst aan het overbosch van Harten lust. zoodat de eigenaars daarvan qpk inderdaad belang kunnen hebben bij het bezit van het Bloemendaalsche bosch. Dergelijke uitbreiding, noemt men in de wereld waarin men grond koopt en verkoopt: „zijn bezitting af ronden." zacht-neuzige (soft-nosed) projectielen inderdaad verschrikkelijk waren. De Eügelscbe regeering liet ze na deze gunstige uitkomsten officieel aanmaken, voorzien van een nog dun nere nikkelen mantel en kort looden b idem. Davis meende, dat ze in een Europeescben oorlog wel verboden zonden worden De Duifsche onderzoeker von Bruns heeft met dergelyke kogels op de schietbanen by Tübingen proeven ge nomen, die de vreeselyke werking bevestigden. Gewone harde kogels geven eene cilindervormige verwonding. De Durn- Dnm-kogel geeft verwondiugen met franjes en smalle strooken, in- eu nit- gang is onherkenbaar, het is een ver minking, ontzettend zoowel bij bet treffan van beenderen (geheels ver splintering) als zachte deelen. De lengte en breedte der onregel matige wonden bedragen 11—13 cM., zoodat men kan nagaan, hoe sterk de kogel van een kaliber van ruim 7 mM. als 't ware uiteenspat. De oorzaak ligt in de groote snel heid en de weekheid van het metaal, dat in reepen gescheurd wordt bjj het treffen van het lichaam. De kogel kan slechts 1 mensch bui ten gevecht stellen (de harde kogels 3 en meer). De uitwerking op groote afstanden is dan ook gering, zoodat het zeer de vraag is, of zy in Afrika tegeaover de Transvalers dezeifde uitkomsten zouden hebben als tegenover wilde stammen, die zoo dicht by kwamen, dat de Engelsche soldaten de verbrij zelende werking ten vol ie toepassen. Toegepast dus tegenover taktiscb geoefende troepen zuilen de verliezen vermoedelijk numeriek minder worden, en ook op afstanden van 1000—1500 M. minder vreeselyk. Op afstanden beneden 500 M. gelykt dit schieten op een waar „moorden". Na het gebruik dezer kogels giDgen er stemmen op, om tegen deze con structie te protesteeren, en om daar aan tegemoet te komen, werd o. a. tegen de Derwischeo in Boven-Egypte een kogel gebruikt, welke echter mede ontzettend in uitwerking wasalleen moet gezegd worden, dat ze iets min der is dan de eerst gebezigde. Het verschil bestaat daarin, dat ze van een kanaaltje voorzien zyn, 2 mM. in lengte. Hunne uitwerking is bijzonder ver nielend bij het treffen van met vocht gevulde organen, zooals het hart, de blaas enz. Veol humaner dan de Dam Dum kogel is dit projectiel dus niet. Intussch8n, strijdig niet het oorlogs recht, in beginsel, is bet wenschelyk, dat niet alleen ontplofbare kogels, maar ook deze soortsn, welke onnoo- dige verwoestingen aanrichten, waar tegen de geneeskundige dienst niets vermag, worden verboden verboden niet alleen in oorlogen tusschen be schaafde volkeren, maar ook tegenover onbeschaafde natiën, die, niet bewa pend en uitgerust als hun vijaod, op korten afstand een vreeselykeu dood tegemoet loopeu. Moge dus het voorbeeld van Enge land geen navolging vindon, en zelfs Late men daarmede Diet, tevreden zijn maar een krachtig protest uitgaan van de andere Ryken, by voorkeur van de tooDgevenden, om aan deze proeven en proefnemingen, welke iuderdaad mensch-onteerend zyo, paal en perk te stelleD. Mocbt de afgeloopeu vredes confe rentie of wel bare voortzetting in een niet al te lang tijdsverloop daartoe het hunne bijdragen, opdat er kracht uitga, niet alleen van mond maar ook in daad-werkelyk effect Zoo staat het dan te vreezen, dat Saxenburg ons als publieke uitspan ningsplaats zal worden ontnomen. Het gerucht daarvan liep al een week of izes geleden, maar ik heb het niet willen, gelooven. 't Was in de stoomtram van Nijmegen naar Berg en Dal, dat ik er het eerst van hoorde. „Kom," dacht ik. „hoe zouden ze dat nu hier weten, terwijl ik er in Haarlem niets van ge hoord heb!" En bij mijn terugkomst in- formeerende, vond ik niemand, die het gerucht wist te bevestigen. Ik heradem de, totdat het gerucht weer den kop opstak en dezen, keer met grooter durf en zelfvertrouwen. Nu 'zou ik nog wel ,weer willen ger looven, d'at het niet waar is, maai' dat gaat helaas niet ,meer. De menschen, die ons in het Bloemiendaadschc Bosch: van heet water voor thee of koffie plachten te voorzien, voor een kleinig heid en van pannekoekera en sla voor iels meei' dan dat, hebben aanzegging gekregen, dat ze dit jaar hun handel voor het laatst hebben gedreven. Mijn zegsman, die deze Jobstijding hoorde, zag ook, hoe men bezig was met het uitzetten Van paaltjes, altijd een nood lottig teeken, dat een bestaande toe stand op het punt is om veranderd te worden. Hij meent ei* juffrouw Crom melin zelf ook bij) te hebben gezien, maar daarin kan liij. naai' zijn eigen erkenning, zich vergissen. Er mag dus misschien nog een stuk van het Bloemendaalsche bosch over schieten, het is mogelijk, dat we jn dat 3tuk nog zullen mogen blijven wande len, maar het Bloemendaalsche Bosch, ons Bloemendaalsche Bosch, gaat voor ons verloren. Ze gaan weg, die heerlij ke zitjes onder de hooge hoornen, waar we smakelijk thee dronken of koffie, of wel een glaasje niet al te ,koud bier ,of een onschuldig glas limonade. Ze zullen verdwijnen, die wip en -die schommel, waar onze kinderen zich vermaakten zonder het ooit moe te worden. We «ul- Idn ze niet meer zien, die toon eel tjes van uitgelaten vreugde van volwassen menschen, die op een zeldzamen vacan- tiedag, stuivertje wisselden of krijger tje speelden tusschen de boomen, hij- Een jacht op de Gorilla. Uit het schetsboek van een Afrika- reiziger. Een onzer drijvers, die een kleine twintig meters voor ons uitliep, liet eensklaps een kreet hooren, veel gelij kend op het schrille krijten van een papegaaieen geluid, dat gewoonlijk door de Papoeae's voortgebracht wordt ter waarschuwing. Op hetzelfde oogen- blik stond iedereen, als bij instinct stal. De inboorling, die het teeken. gegeven had, kwam kruipend terug. „Wat is er?" vroeg het opperhoofd. „Een gorilla," mompelde de man, zijn vinger aan het voorhoofd brengend;. ..In welke richting?" De man wees naar den rechter kant. „Voor die boomen," zed hiji. „Wacht een oogenbiik," zei de chef op korten, bevelenden toon, een toon, dien hiji altijd tegenover zijne mindere 'aansloeg, als hij onverbiddellijk wilde gehoorzaamd zijn. Zich vervolgens tot mij wendend, sprak hij zachter ..Dat de blanke kapitein mij volge." Het opperhoofd had zich langzaam' en stil ter aarde gebogen, en kroop in do lichting hem. door den krijgsman; aangewezen. Ik volgde hem en ik moet verklaren, dat ik op dat oogenbiik alles behalve op mijn gemak was. Gedurende vijf minuten, die mij wel uren toeschenen, zag ik, hoe de hoofd man, zonder het minste gedruisch te maken, zachtkens voortschoof, terwijl hij met de hand de struiken op zijde duwde en za zóó lang vasthield, tot ook ik doorgekropen, was; eensklaps hield hij stil, richtte zich. ten halve op, en door het dikke gebladerte heen, was zijn blik star gevestigd op één enkel punt voor ons; mijn hart sloeg alsof het breken moest. Hij gaf mij een tee ken te naderen. Ik keek... en de haren rezen mij te berge. Op een grooten tak zat een enorme gorilla, met wijde neus gaten, deze openende, als rook hij het gevaar. Het was de eerste maal. dat ik dit vreemde en verschrikkelijke dier zag. Het was, alsof hij van het gevaar be- wu§t -waswant zijn oog was met wil de woede gericht op de struiken, waar achter wij verscholen waren; hij scheen te berekenen, op welke manier ons het bost te kunnen aanpakken. De oude Jen ga, die aan dergelijk schouwspel ge woon scheep! .te zijn, -vertrok geen spierwat mij aangaat, ik was als vast genageld door den schrik ik had; niet gedacht een dier te ontmoeten, dat zoo'p vreeselijken aanblik opleverde. Het is eeoi van de weinige keeren, dat ik gemerkt heb, dat de verbeelding soms niet scheppen kan, hetgeen da werkelijkheid is. Recht opstaande, de breede borst met zijn stevige vuisten slaande, slaakte het dier kreten, waartusschen nien men- scheliike Manken meende te hooren; grommende, volle tonen, ontsnapten zijne keel, tonen, overgaande ,ini eene razende uiting van vroede, evenals don derslagen, die wegsterven in de verte, na eerst in volle kracht te zijn uitge barsten. Eensklaps hoorde men weer het ge schetter van een papegaai. De gorilla keek verwonderd op onwillekeurig keek ik zelf naai' het gebladerde boven mij, ten einde te zien waar de vogel zat. die op het oogenbiik zongik zag niets doch toen ik den kreet nogmaals hoor de, bemerkte ik. dat het Jenga was, die op deze manier zijne gezellen riep. Toch scheen de gorilla zich niet te laten bedriegen, want het geluid ver dubbelde slechts zijne woede. Onze makkers waren allen, stil voort-j sluipend, bij ons gekomen. .Hoofdman", zei Otcnee zoo zacht, dat ik liet nauwelijks hoorde, „het- gend van de buitengewone beweging. Het Bloemendaalsche Bosch. Dorado voor ieder die eens prettig, huiselijk en goedkoop uit wou zijn. het Bloemen daalsche Bosch gaat voor ons verloren Baedeker (want het stond in Bae deker) zal uit zijn reisgids .moeten schrappen, dat- er een landelijk diner in 't. Bloemendaalsche Bosch te krij gen is. t Kraantjelek en het Kolkje zullen, er wel bij; varen, maar liet Bloemendaal sche Bosch zullen zij nooit kunnen ver vangen. En waar ik in het begin sprak van vooruitgang, daar is dit helaas, als schadepost op de .rekening van ons zo mergenot te boeken. En toch, in, weerwil van de aanzeg ging aan. den. -man van het heete wa ter. in 'weerwil van de noodlottige paal tjes, in weerwil zelfs van de vermoede lijke tegenwoordigheid van de eigena resse, in weerwil van dat .alles koester' ik nog een flauwe hoop, dat het on heil zou zijn te keeren. We hebben de Verfra aiïngsvereeniging nog. Kan ziji niet iets doen om het Bloemendaalsche Bosch als publieke uitspanningsplaats te .behouden? Het gerucht gaat. dat de "maatschappij: Hartenlust aan mejuf frouw Crommelin, in ruil voor een stuk van 'haar bosch, een stuk weiland zou afstaan. Het schijnt mij .niet volslagen onmogelijk, dat het bestuur van Ver fraaiing de eigenaresse van het bosch zou weten te overtuigen, dat het sap pigste stuk weiland haar nooit zooveel genoegen zou opleveren als de weten schap, dab het publiek uit Haarlem en omstreken, uit Noord-Holland, ja uit Nederland, haar dankbaar zou zijn wan neer zij het Bloemendaalsche Bosch liet zooals het nu is. Misschien is het nog niet te laat Ik noemde een en andermaal de Vereeniging tot Verfraaiing. Welbeke- ken is die naam niet juist. De vereeni ging draagt den titel van Vereeniging tot Verfraaiing van Haarlem en omlig gende Gemeenten en tot bevordering van het Vreemdelingenverkeer. We denken juist in deze dagen meer aan "vreemdelingenverkeer, dan anders. Of brengt niet de kermis-een heelen stroom beest heeft ons reeds lang bemerkt." ..Waaraan ziet ge dat vroeg ik, den adem. bijna inhoudend. „Ziet go niet, hoe zijn neusgaten kwellen, cm zijn vurig oog steeds ge richt is op de struiken, waarachter we ons verbergen?" vroeg hij. „Maar als hij weet, dat we zoo dicht bij zijn, waarom valt hij ons dan niet aan? Zou hij bang zijn?" „Wat? Een gorilla bang?" Die ge dachte zult ge niet lang hebben." „Waar wacht hij dan op?" Nauwelijks had ik deze woorden ges- sproken et' het. opperhoofd legde me door een, energiek gebaar het zwijgen op. Het gebrul van den, gorilla werd storker en verontrustender het was merkbaar, dat er iets bijzonders ge beurde. Het vreeselijko dier bewoog zich onrustig heen ,en weer, doch ging n iet van zijn plaats eai voor de zo-oveel- sfce mgal vroeg ik me af, waarom! wei direct niet een schot op d'em kolossalen aap zouden lossen. Reeds cenige malen had ik mijn ges- weer op het dier gericht, doch telkens werd mij belet te schieten. Ik zou spoe dig bemerken waarom dit gebeurde. Otonee gaf me een teeken eens naar den grond te kijken; ik gehoorzaamde machinaal en, sidderend van schrik en afgrijzen, bemerkte ik een tweeden go- rillakop. die halverwege tusschen een hoop bladeren uitstak. „Dat is het wijfje," mompelde Oto nee. „begrijpt u nu waarom de aap ons niet aanvalt Hij is nu tot het toppunt van woede, omdat, in weerwil van zijn kreten, het wijfje hem niet begrijpt." ..Wat wil hij dan „Hij zou willen, dat het wijfje onder de struiken wegkroop, en, dan dan komt hij met ons afrekenen maar daar het wijfje waarschijnlijk een jong heeft, wil ze in moederlijke voorzichtigheid 't gevaar overzien, en vooraf bespieden, naar wecken kant zij de vlucht moet nemen." Na cenige seconden scheen ze toch tot een besluit te zijn gekomen; zij sprong eensklaps van uit haar schuil plaats. verwelkomd door een vreeselijk gebrulen als liad ze geraden waar het gevaar school, sloop ze juist tegenover onze schuilplaats .in het struikgewas. Ik was als versteen van angst ge weest bij het zien dier twee verschrik kelijke dieren. Nu sprong de gorilla Van zijn plaats af en bromde, doch niet zoo woe dend mooi'; het .wijfje was in veilig heid, en het scheen alsof hij; ons met rust wilde l'a.ten en haar volgen, hoewel hij nog gloeiende blikken wierp naar onze hinderlaag. „Pas op, zei Otonee. „zoud't ge dit dier willen schieten?" Ik knikte „ja," „Dan. moeten we voor den dag ko men, a ndera ontsnapt hij ons." Wij traden voort en toen het dier ons zag hield het stil. „Schiet niet vóór jk het zeg," zei Otonee snel. Het was geerr oogenbiik om opheldering te Vragen, doch ik richtte het geweer ein wachtte. Het dier was geen vijftig pas van mij afik was zeker van mijn schot, doch ;k weerstond de verleiding. Ik heb mij bij: al mijne reizen in binn en- Afrik a. tot stelregel genomen altijd op jacht de wenken der inlanders, zooveel met mijne veiligheid overeenkwam, in acht te nemen. De gorilla wilde op vier pooten weg- loopen. doch ons ziende, stond .hij, op eenmaal op zijn achterpooten hij brul de vreeselijkhet was alsof het woud sidderde en met uitpuilende oogen, het groote. witte, angstwekkende gebit too- nende, trad hij, op ons toe. terwijl hij zich weer de breede borst met de ste vige vuisten sloeg. Het scheen, dat deze beweging hem vreemdelingen in de stad. kramers, wa felbakkers, artisten, de laatsten twee- en vierbeenig Nu weet ik wel, dat die er dooi' de Vereeniging niet worden, in gehaald. Misschien zou het bestuur van Verfraaiing, als het kon. dit vreemde lingenverkeer zelfs wel uit de gemeente willen weren, maar daarvan van de verdwijning der kermis is nu voor eerst geen sprake. 't Kan toch wonderlijk loopen. Een jaar of wat geleden, toen 'enkele leden van den Raad regelmatig eens per jaar op do kermis stormliepen, d'aeht menig een „een volgend jaar zal de Raad wel tot afschaffing besluiten". Eh de ker misvrienden hielden hun hart vast. Zet kunnen het nu gerust weer loslaten, want .de kermis staat .vaster op de bee- nen, dan ooit. Dat heeft de verpachting van de standplaatsen, gedaan. Toen: de ze werden, gegund zonder inschrijving en een honderd guild, of wat opbrachten, was de gemeentekas niet zoo bij! de kermis geïnteresseerd als tegenwoordig, nu er eenige duizenden uit geklopt wor den. In deze benarde tijden, nu we lang niet in onzen schik zijn over de nieuwe belasting, zal zich de Raad wel zesmaal bedenken vóórdat hij een ont- vangpost als deze vrijwillig laat varen. En waarom ook? Laat wie er plezier in heeft, kermis vieren en zelf zorgen, dat hij er maat in houdt. Dat is een kunst, die we elkaar wel eiken dag on der het oog mogen brengen, maar met de kermis komt zij het meest van pas. Als men hoort van menschen, die zich de kleeren van 't lijf zouden ver- koopon of verpanden om toch maar voor al zonder ophouden te kunnen feestvie ren, en die de heele kermisweek in één doorgaanden feestroes doorbrengen, dan is er waarlijk reden te over om' maat houden aan te raden. Maar aan den overkant zijn er ook. aan wie de juiste maat wel eens onder 't oog kan worden gebracht. Er zijn er, die in de kermis week met angstige nauwgezetheid iede re straat, ieder plein mijden, waar ze maar iets (hoe weinig ook) van de ker mis opmerken, De Groote Markt is een gruwel in hun- oog. de Gedempte Ou degracht een vloekwaardig oord. Zij be- vooral in oogenblikken van drift eigen was; want in die tion minuten, dat wij hem bespied hadden, was dit reeds de dorde maal, dat hij dezelfde manoeu vre herhaalde. Het geluid dat hij voort bracht kon ik niet beter vergelijken, dan met liet doffe geroffel eener ,met zwart laken overdekte trom. Zwaar klonken de slagen op zijne borst, en dc woede straalde uit de glin sterende donkerbruine oogen. Jenga..gaf een teeken, dat ik het eerst schieten zou. „Kan ik schieten?" vroeg ik. „Wacht tot hij| over dien dooden palm komt dóch schiet goed, anders zijt gij. een kind des doods." De ,boom, dien hij bedoelde, was geen twintig meter van ons af. Met zorg mikte ik... do gorilla naderde. Nauwelijks was het dier over den ouden palm, gekropen, of mijn soliot ging af, en zonder een kreet te slaken, viel .het reusachtige beest necler. Ik had cone ontplofbare patroon ge bruikt, en wilde mc van de uitwerking overtuigen, maar Otonee weerhield me. ..Wees voorzichtig, riep 'hij, misschien is hij nog niet dood, en een greep met zijn machtige knuisten is voldoende, u den buik open te rijten en te dóoden." De raad was voorzichtig en ik on derwierp er miji aan. Toch was ik overtuigd, dat de gorilla geen seconde na mijn schot meer ge leefd' had. De gorilla bewoog zich niet meer, hij was wel degelijk dood. Jenga liet uit voorzichtigheid nog even door een van zijne lieden met -de lans naar het dier stooten, doch het was nutteloos, er was geen .leven meer in. Toen ik aan de inlanders de schrik kelijke wonde door mijn kogel veroor zaakt. liet zien, begonnen de dragers onder elkander te mompelen, terwijl ze met sclirik naar mijn buks keken. „Wat zeggen ze toch?" vroeg ik aan Otonee. „Ze zeggen, dat ze u wel twee vrou wen en tien. slaven zouden willen ge ven. om zoo'n geweer te bezitten." Hetgeen ik daar hoorde, was jriets naar mijn smaak, want hoewie reizi gers zijn er niet in Cent raai-Afrika ver moord, omdat ze zoo'n mooi wapen hadden. Ik wendde daarom direct een middel .aan, dat mij en mijne wapens in veiligheid moest stellen. Ik had. bij mijn voorraad ammunitie enkele losse patronen en de buks aan den hoofdman Jenga overgevende, plaatste ik mij op twee meter afstand van hem, en beval hem op mij te schieten. Daar hij weifelde, riep ik hem toe: „Schiet gerust, zooals ik beveel. Die karabijn is betooverd, slechts mijne hand kaai daarmee treffen." De oude hoofdtnan schouderde, mik te, trok afmen hoorde slechts .het doffe geluidi der cartouche en Jenga,, zichtbaar verschrokkengaf me direct mijn wapemi terug, terwijl de andere inlanders mijl vol angst en bewondering aankeken. Het bijgeloof is daar zoo ingeworteld dat ik zeker weet, dat geen mijner ge zellen de buks zelfs zou hebben durven aanraken. Ik kon dus genist zijn. Het is de eenigste maal, dat ik den gorilla gejaagd heb. doch vergeten zal ik het nooit Ik woon builen de stad, zri eene dame, en ik wou een goeden houd hebben. Jawel, mevrouw, zei de honden- koopman. Maar het moet er natuurlyk niet een wezen, die ons den heelen nacht wakker houdt en om Diemendal blaft. wandelen in die week de Wilhelmina- straat méér. dan ze anders doen in een heel jaar. Nu kan ik me voorstel len, dat er menschen zijn, wier gehoor zenuwen niet tegen het lawaai van Te- we bestand zijn. maar in hoever zij er hinder van hebben om op den dag. als •het er stil is in de tent, een kijkje te nemen van de merkwaardige weelde, die er aan den buitenkant op ten, .toon gespreid, wordt, ia me nooit duidelijk kunnen worden. En .het zien van de vreemdelingen, die we in da kermis dagen op onze straten aantreffen, zal ons waarlijk .geen, kwaad doen. Ik zou zeker niet in hunne, woonwagens of kra men op visite willen gaan, maar ander9 'kan .men niet van. hen zeggen, daan dat- de meesten arme tobbers zijn, die met een onrustig, zwervend' leven een vrij mager broodje trachten te verdienen.. Uitgezonderd de firmant va.n de in richting-Te we, die' naar ik me heb laten vertellen, in Haarlem's deftigste .hotel logeert. En zoo ben ik) dam weer tot mijn uitgangspunt, het vreemdelingenver keer teruggekomen. Ook in die tak van haar werk krijgt de langnamige ver eeniging, .die ik hierboven noemde, van alle kanten ongevraagden en kosteloo- zen steun. Of wordt bet vreemdelingen verkeer niet bevorderd doca.' dc electri- sche trams naar Zandvoort en door de stad? Voorwaar, wanneer ons in Haar lem iets ontbreekt, dan zijn bet niet de vervoerm'iddelen. Maai' we moeten ook de vreemdelin gen hebben. En een van onze Raads leden bracht mij onlangs de gelukkige tijding, dat langzamerhand dc gezeten lieden weer naar Haarlem het oog rich ten .om er zich te vestigen. Ik boop, dat hij zich hierin niet vergist men ge looft zoo gaarne wat men hoopt want we weten nog wel, dat het op een' oogenbiik scheen alsof Arnhem en den Haag, den Haag vooral ons te machtig werden. Alle verbeteringen in een stad. een mooie tram, een goede waterlei ding, mettertijd goedkooper gas, zijn aantrekkingspunten .voor de gewensch- te categorie van menschen, die kunnen wónen waar ze willen en die veel geld Neen, mevrouw. Hy moet groot en sterk en waaksch wezen, begrijp je Ja, mevrouw. Grimmig, maar toch zoo zacht als een lam voor my, weet je? Ja, mevrouw. Eq hy moet op iederen land- looper, die aanscbelt, aanvliegen en bem wegjageD. Ja, ice-rjuw. Maar een arm, maar eerlyk man, die werk zoekt, moet hy stil zyn gang laten gaan. Ja, mevrouw. Als er 'snachts eon inbreker komt, moet de hond bem oogenbiik- kelyk aanvliegen. Ja, mevrouw. Maar hy moet een buurman, die mii 's avonds komt bezoeken niet aan vallen. NeeD, mevrouw. En natuurlyk moet hy niet hin derlijk zyn voor de menschen, die op alle ure.i van den nacht myu man komeu halen, want die is dokter moet je weten. Neen, mevrouw. Ik zie wel wat u hebben moet. U moet eon bond hebben, die gedachtenlezer is. Ja, dat kan wel wezen. Kun je me er zoo een bezorgen Eet spy't me, mevrouw, maar dat soort is juist uitverkocht. INGEZONDEN MEDEDEE- LINGEN. 30 cents p©r regel. Denk er om dit genezing bieden voor PIJNEN, VERSTUIKINGEN, of KNEUZINCEN. Zij worden in de geheele beschaafde wereld verkocht. Als huismiddel tegen alle KWALEN en PIJNLIJKE AAKD0ENINCEN zi,n ALLCOCK'S PLEISTERS de beste Bij alle Apothekers verkrijgbaar. Agan: -Centraal Apotheek Lange Houtstraa'. Groote Houtstraat 24. OUDSTE HUIS IN Zijdenstoffen en Dames- fournituren. Steeds liet nieuwste voorhanden. Tournures, in 12 soorten. H. J. VISSER. op ZONDAG 6 Aug. 1898. TE HAARLEM. Groote Kerk. Voorm. 7 ure? Voorm. 10 ure. Knottenbelt. 's Av. 6 ure, Siuaan. Nieuwe Kerk. Voorm. 10 ure, Van Lennep. Janskerk. Voorm. 10 ure, Veen. Bakenesserkerk. (Voor de kinderen). Voorm. 10 ure, Hilbrander. Het stoomschip Malang, van Rot terdam naar Java, arriv. 3 Aug. te Padang. Het stoomschip Merapivan Java naar Rotterdam, vertr. 4 Aug. van Perim. Het stoomschip Frinses Sophie, van Amst. naar Batavia, vettr. 3 Aug. van Genua. Het dubbelschroefstooraschip Rot ierdam, van de Holland Amerika Lijn, van Rotterdam naar New-York. pass. 4 Aug. des av. 6 u. 15 min. Lizard vei-teren. Evenwel, de tijd is voorbij dat het. spreekwoord waar wasgoede wijn be hoeft geen krans. Hoe zal, zeggen we te genwoordig in onfeen tijd van reclame, hoe zal het publiek weten dat de wijn goed is. wanneer we het. niet wereld kundig maken naar alle kanten Door heel Nederland moeten zo weten de voordeel en, de genoegens en gemakken, die Haarlem in zooveel opzichten ople vert. En daarbij denk ik aan de Ver eeniging die zich naast de verfraaiing die bevordering van 'b vi-eem delingen- verkeer ten doel stelt. Hier is 'het ter rein. groot, ja, ik wil gelooven, moeielijk te overzien. Maar toch zal heb vruchten opleveren en het zaad, dat er op uitge strooid wordt, kan/ lang onder den grond blijven, ten laatste kan bet niet anders dan weilig opschieten. In andere gemeenten wordt dat zaad uitgestrooid/ in dien voa-m van keurige reclaim ©boek jes, waarin met pen en teeken stift alles •staat opgesomd, wat den gegoede kan overreden om er te komen wonen. Nij megen, Groningen, Apeldoorn, Arn hem geven hierin het goede voorbeeld. Nijmegen stelt zelfs kosteloos gidsen beschikbaar. In deze richting is voor onze Haarlemsche vereeniging nog veel te doen. Ten slotte moet ik, tot mijn leedwe zen, waarschuwen voor een soort Van vreemdelingenverkeer, die onze burgerij bij de a.s. kermis heelwat geld kan kos ten. Ik bedoel de zakkenrollers. Ver leden jaar kermis zijn er bij de politie niet minder dan 36 aangiften gedaan van zakkenrollerij- De politie doet wat ze kan, maar ze kan niet alles verhinde ren of voorkomen. Lezeressen, en lezers, weest zelf voorzichtig. Bergt portemon- naie en horloge behoorlijk weg en weest vooral m het gedrang op uwe qui vive. Want niemand geeft u het eens gesto- lene terug; ge krijgt bet noch vergoed van het gemeentebestuur, noch van de politie, noch. óok van uwen toegenegen FIDELIO.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1899 | | pagina 6