NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD. Hearlemsche Handelsvereniging De geschiedenis van Haarlem 17e Jaargang. Maandag 14 Augustus 1899. Mo 4947 b ^JBO]ÏT3>Tï!l3syr!: JÏIIiTTS^JRX J"S Voor Haarlem per 8 maanden. 1.20 Vnnr de dorpen' in den omtrek waar een Agent gevestigd is (kom der gemeente», per 8 maandenB 1.30 Vfiinco. door het geheéle Kijk, per 3 maanden 1.65 Afzonderlijke nummers0.06 Geïllustreerd Zondagsblad, voor Haarlem, per 3 maanden0.80 de omstreken en franco per pos» O.ST^j^ ^x)"V"EEEea?EiTa?iE]isr: i - 5 regels 50 Cis.iedere regel meer 10 Cts. Groote letters naar plaatsruimte. Rij Abonnement, aanzienlijk rabat. Reclames 20 Cent per regel. Abonnementen en Advertentien worden aangenomen door onze Agenten en door alle Boekhandelaren en Courantiers. Dit blad verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen. Bureaux. Kleine Houtstraat 14, Haarlem. Telefoonnummer 122. Directeur-Uitgever J. C. PE.EREBOOM. Hoofdagenten voor het Buümlav'. ■nnagnk Générale de Pvhh'dté FArangére G. L. PA UB'f? Co. JOHN F. JONES, Sua:.Parijs 3Ibis Favhmtrg Met uitzondering van het Arrondissement Haarlem is het uitsluitend recht tot plaatsing van Advertentiën en Reclames betreffende Handel, Nijverheid en Geldwezen, opgedragen aan het Algemeen Advertentie-Bureau A. DB LA MAR Azn. te Amsterdam. BUITEN het Arrondissement Haarlem is de prijs der Advertentiën van 1—5 regels ƒ0,75, elke regel meer ƒ0,15; Reclames per regel ƒ0,30. Agenten voor dit blad in den omtrek zyn BloemendaalSandpoort en SchotenP. v. d. RAADT, Sandpoort; Heemstede, J. LEUVEN, by de Tol; Spaarndam, C. HARTENDORP; Zandvoort, G. ZWEMMER; W. J. RUIJTERBeverwijk, J. HOORNSHillegom. ARIE HOPMAN, Molenstraat. Genoemde Agenten nemen Abonnementen en Advertentiën aan. Dit nummer bestaat uit twee bladen. Qoedgek. lij Kon. Besluit van 12 Nov. 1892No. 29. De Haarlemsche Handelarereen. telt thans ruim 650 leden, dat ia veel, doch niet genoeg. Elke winkelier, elke han delaar, zijn belang begrijpende, moet zich aansluiten. De contributie bedraagt slechts 2.50, terwijl de voordeelen groot zijn. Rechtskundige adviseurs zijn de hee- ren mrs. Th. de Haan Hugenholtz en H, Pb. de Kanter, Spaarne 94, welke gratis advies in handelstaken geven aan de leden en voor hen gratis optre den in faillissementen. Voor incasso's, door bemiddeling der advocaten gedaan, wordt 5 berekend. Bankiers der rereeniging zijndehee- ren Laane van Betmimel, Kruisstraat 51. Alle brieven of aanvragen (ook opgar ven voor het lidmaatschap) moeten ge richt worden aan het bureau der ver- eeniging, 22 Lange Begijnestraat. Heb is ons gelukt eene overeenkomst te sluiten, waardoor het mogelijk ia H.H. leden nauwkeurige informaties te ver schaffen omtrent alle firma's in Ne derland. De kosten dezer informaties bedragen 60 cents per adres, plus 5 cents voor porto, en moeten vooruit betaald wor den aan het bureau. Information naar binnen de stad wonende personen gra tis. Ruim 650 informatiën en rechtskun dige adviezen werden in het afgeloopem jaar verstrekt. In Juli zijn 35 vorderingen tot een bedrag van 1003,78 betaald; 9 vordet- ringen worden afbetaald; 6 vordierin- gen zijn uitgesteld. Volgens artikel 7 dient het Geheim der Maandlijsten ongeschonden bewaard te blijven. H.H. Leden worden er op attent ge maakt, dat preïentiën, buiten de stad in te vorderen, niet worden behandeld, tenzij port.overgoeding (10 cts.) ia bijge voegd. Het Bureau der vereeniging is geves tigd 22 Lange Begijnestraat en is ge opend ieder en werkdag van 's morgens 9 tot 1 en 's middags van 2 tot 4 uur. Dagelijks is een der bestuursleden manwezig en bereid tot het geven van al le gewenschte inlichtingen en wel Maan dag en Vrijdag van 1112 uur v.m.. de overige dagen van 34 mn. Het Bestuur van de Haarlemsche Handelsvereeniging bericht aan de le den, dat C. VISSER, Haarlemmermeer bij het stoomgemaal „Lynd'en" en han delende in Tabak, Sigaren en Manufac turen, gevestigd! was Barrevoetestraat- 3, en dat omtrent hem. informatiën zijn te bekomen aan het Bureau. HET BESTUUR. DOOR W. P. J. O VERMEER, Amanuensis der Gemeente-bibliotheek. De Haarlemmerhout. VII. Richten we onze schreden verder, dau komen we aan het Sociëteitsgebouw van ,.Trou moet Blycken," dat daar in 1844 is gebouwd en in 1870 eenigszins veranderd, terwijl toen het voorplein tusschen het gebouw en de Dreef ver ruimd werd. In hare nabijheid' treffen we de muziektent aan, van waaruit we evenals in den tuin van het Bronge bouw, dikwijls vergast- worden op. een concert. De fontein werd in 1870 daar geplaatst en plechtig ingewijd op> den 15en Mei, terwijl ze, ter eere van dien feestdag, voor het eerst sprong. Het jaar 1861 was voor den Haarlemmer hout een jaar van buitengewone drukte, 'Hij werd' toen bezocht door vele hooge en Koninklijke bezoekers. Ten eerste werd er van wege Haarlemi's ge meentebestuur in den Hertenkamp eene tentoonstelling gehouden van bloemen, levende planten en verdere voortbreng selen van tuinbouw, en ten tweede hield de Nederlandsche Maatschappij ter bevordering van Nijverheid er eene a.gemeene nationale tentoonstelling, die door den toenmaligen Prins van Oranje op plechtige wijze geopend werd. Het verdient hierbij wel vermelding, welke muziekkorpsen onze stad toen de eer aandeden, van een bezoek. Het waren de kapellen van de stedelijke schutte rijen van Haarlem, Amsterdam en Utrecht, van het 2e regiment Dragon ders uit Haarlem, van de Grenadiers en Jagers uit 's-Gravenhage, van de veld-artillerie uit Utrecht, van het 16e inie-regiment Oostenrijksche infante rie, van het 33ste Oost-Pruisische fu se lierregiment uit Keulen en van het regiment Guides uit Brussel. Daaren boven werden er orgelconcerten in de Groote Kerk gegeven en gaf eene „pha lange lyrique-belge" uit Brussel, eenige uitvoeringen. Z. M. Willem m bezocht den 13en Juli de alg. nat. tentoonstel ling en de reeds gesloten bloementen toonstelling in den Hertenkamp; ter wijl twee dagen hierna Koningin Sophie de tentoonstelling miet een bezoek kwam vereeren. De Koning van Beieren kwam den 17en Augustus. De medailles en diploma's, uitgeloofd' op de tentoon stelling, werden den 14en November op plechtige wijze aan de bekroonden, in de Groote Kerk ter hand gesteld'. De afdeeling „Haarlem en Omstre ken" van de Hollandsche Maatschap pij: vam landbouw hield in 1872, eene tentoonstelling in dön Hetrtenkamp, van paarden, runderen, varkens, scha.- pen enz., en. vierde 't volgende jaar haar 25jarig bestaan op feestelijke wijze door het houden eener bloemententoonstel ling en een harddraverij. Was in de vorige eeuwen de Haar lemmerhout niet toegankelijk voor de rijtuigen van gewone menschen en mochten alleen de bevoorrechten al rijr den de genieten van het heerli jke nai- tuurschoon, door het plan-Zocher kwam hierin verandering. Er werden rijjwe- gen aangelegd, waaronder ook een, diö zich van de Dreef aansloot bij de oude Gasthuislaan. Deze weg bleek spoedig de kortste verbinding te zijn naar Heemstede, maar was niet te verkiezen, aangezien de zandweg, zoowel voor rij tuigen als wandelaars, vele bezwaren, opleverde. Het was dus hoogst ge- wenscht, dat hier verbetering zou kot- men. Dei gemeente Heemstede diende dan ook in 1856 een voorstel in bij Haarlem's gemeentebestuur, om te ver zoeken, dat Haarlem den weg, tusschen de Sociëteit en de Blauwbrug, zou har den, daar ze door het slechten der wal len toch overvloed van puin had'. De gemeente Heemstede zou dan verder zorgen voor het onderhoud van den weg. Doch hoe aannemelijk dit voorstel ook scheen, Haarlemi besloot hier niet direct op en kwam later met een ant woord voor den dag, waarin ze te ken nen gaf, dat ze het benoodigde puin zou leveren, verder 1000 zou geven en het B1 auwbruggetje in orde brengen zou. Voor de rest en het onderhoud moest Heemstede zorgen. Zoo kwam dan in 1857 de grintweg tot stand', welke later weder eene groote verbete ring onderging, doordat men overging tot bestrating. Wandelen we thans den Kleinen. Houtweg terug naar de Kleine Hout poort, ten einde na. deze bezichtigd te hebben, afscheid te nemen van den Haarlemmerhout en weder den draad der geschiedenis op te vatten. Op den Kleinen Houtweg treft ons bijzonder de schoongelegen en prachtig onderhou den plaats „Buitenrust", waar Flora, zoo rijk vertegenwoordigd is, en „West- rust" welks gevel met zijn bloemenver siering op den hoek der Baan een prach tig effect maakt, afgescheiden nog van de prachtige schakeeringen der bloemen om bet huis. En thans naderen we de plaats waar vroeger de Kleine Hout poort stond. En we komen al weder op onzen grooten en verdienstelijken Amp- sriing terug, die ze aldus bezingt „De poorten in het Zuid en naar den Hout gelegen, Die daarom van den Hout den name billijk kregen, Hoe heerlijk zijn ze wel. zoo groot als klein genaamd De kleine maakt zie al, ja overal be- beschaamd." En in het Kabinet van Nederland sche en Kleefsche oudheden lezen we er o.a. het volgende van „Alleg is ..naar een antieke, naar een hechte ..bouworde, onzen voorvaderen eigen, „opgetimmerd, en nog heden in dezelf- ..de gedaante en welstand, als bij, hare „stichting in het jaar 1571, en dus nog ,een jaar vóór het bekende beleg' der ,stad Haarlem ondernomen." (Dl. H. P»g- 49). Voorwaar, het is jammer, dat deze oude herinnering aan onze voorvaderen weinige jaren geleden verdwenen is, daar ze tot het laatst toe het bewijs ge geven heeft, hoe onze voorouders de bouwkunst verstonden. In bet jaar 1420 was op dezelfde plaats reeds een poort van dien naam, doch in 1571 werd er door Pieter Jansen Berkhout, een an dere gebouwd', naar een teekening van den bekenden schilder Maerten van Heemskerok; (deze werd in 1498 te Heemskerk geboren, en heeft zich te Haarlem, na eenige jaren in het bui tenland vertoefd te hebben, metter woon gevestigd tot zijn dood in 1574). De poort besloeg een vierkant en was opgetrokken van baksteen, terwijl de kantstukken en gewelfribben van berg steen waren. Boven den doorgang over de straat, waren drie verdiepingen, waarvan er één met een houten zolde ring en de beide overigen met gewel ven waren afgesloten. Vier torens versierden de hoeken, die ter hoogte van de derde verdieping reikten. De buiten het gebouw omloo- pende gang en poort stelden deze torens met elkaar in verbinding. Aan de Singelzijde bevonden zich twee steen en beeren, waarin twee groo te gedenksteen en waren gemetseld; de een stelde 't wapen van Holland voor en beiden droegen het jaartal 1571, het jaar der stichting van de poort. De poort vóór de brug bestond uit drie gemetselde bogen, terwijl vlak vóór bet gebouw een beweegbaar gedeelte lag, da.t als 't opgehaald was, dienen kon als deur en al zoo den toegang afsluiten. De aan beide zijden geplaatste steen en borstweringen werden in 1630 weggei- broken en vervangen door ijzeren leu ningen. Het hekwerk dat zich aan het einde der brug bevond en meer als sie raad diende dan wel practisch nut had. is gebleven tot in 1840. Daar de poort schade bekomen had' gedurende het Spaansche beleg in 15721573, werd ze in 1578 hersteld. Dr. Ekaimai zegt in zijn. beleg van Haarlem„Deze poort doet zich op „eenigen afstand altijd schilderachtig „tusschen het geboomte voor, en het is „te bejammeren, dat zij; nie]t recht over den Kleinen Houtweg en de Klei- ,,ne Houtstraat gelegen is." Doch gelijk men tegenwoordig vele oude gebouwen doet verdwijnen of mo derniseert, zoo is ook de Kleine Hout poort dien weg opgegaan. In 1861 diende een lid' van den Haarlem schen gemeenteraad een voor stel in, om haar te sloopen, d'och door krachtdadige hulp van de commissie der Koninklijke Academie van Weten schappen,voor de overblijfselen der ou de Vaderla.ndsche kunst, en van het Koninklijk Oudheidkundig Genoot schap, benevens van Hofdijk en Alber- dingk Thijm, bleef ze nog voor ons ge spaard. In haar geheel Weef de poort echter niet, want de twee steen en bee ren werden weggebroken en vervangen door twee commiezen-wachthuisjes, wel- "ke bouw een scherp contrast vormde met de lijnen van 't oude gebouw. Doch de doodsengel, die reeds boven de poort gezweefd had, kwam in 1872 weder, terug, om nu met zekerder handl haar prooi te treffen. Want in October 1872 besloot de gemeenteraad alhier, bij het opmaken der begrooting voor het vol gendel jaar, de Klleine Houtpoort t© doen afbreken. Hieraan werd dan ook gevolg gege ven en de poort het volgende jaar voor afbraak verkocht aan den heer Johan- nus Jacobus Homan alhier, voor 2075. Zoo werd in korten tijd een historische zeldzaamheid door menschenhanden go- sloopt, waartoe de tand des tijds in 300 jaar niet bijl machte was geweest, dank zij de echt oud-Holland sche bouw kunst. De windvaan, die op het spits toe- loopende dak stond, is overgebracht naar het weeshuis der Doopsgezinden aan den Kleinen Houtweg. (Wordt vervolgd). eilanden St. Enstatins en Saba. Waren die gevolgen ernstig, dan vermoedt men dat het bestuur van Curasao wel telegraphiscb bericht zon tiebben gezonden, hoewel 't ook mogelyk is. dat 'tnog niet op de hoogte is by gemis van telegrafische gemeeuschap tusschen genoemde eilanden en Curasao. SIRNENLA^a De orkaan in West Iadiè. Bij het departement van koloniën waren tot gistermiddag nog geen be richten ontvangen omtrent «ie gevol gen van een orkaan in West-Indiö voor de aan Nederland behooreude Verbetering der controle. De Minister van Financiën heeft, ter verbetering van controle op het be heer van gemeente-ontvangers, ook de ontvangers der re istratie aange schreven, betalingen aan gemeente ontvangers van bedragen, hooger dan f 100, ter kennis te brengen van het gemeente-bestUQr. Dergelijke aanschrijving werd inder tijd gericht aan de betaalmeesters en de ontvangers der directe belastingen. De gemeen te-bestaren zijn met dezen maatregel in kennis gesteld. Onze nieuwe postzegels. De Westminster-Gazette is zeer in genomen met onze nieuwe postzegels. Het blad roemt de beeltenis van Ko ningin Wilhelmina als zeer welgelij kend. Zjj is niet lauger afgebeeld als een meisje, maar m al de glorie van een joDge vrouw en in volle kronings- kleedij. „De postzegels," zoo vervolgt de Gazette, „zijn fraai uitgevoerd, en zij zullen, met hunne nieuwe kleuren voor de verschillende waarde soorten, ongetwijfeld in den smaak vallen van den critischen verzamelaar." Ho© eertijds een gouverneur- generaal reisde. Wij deelden met eeji enkel woord me de, de schitterende inrichting der vier hutten, die aan boord van de „Koning in Regentes", waar-mede de nieuwe gou verneur-generaal van Ned.-Indië ver trekt, in gereedheid worden gebracht. In aansluiting hiermede is het mis schien wel eens aardig voor onze lezers om te hooren hoe een. gou verneur-generaal in het begin de zer eeuw naar Indië werd over gevoerd. Hooren, wij dus, wat een oud zeeofficier ons verhaalt, van den over tocht van den gouv.gen. Van den Bosch in 1829, a/b. van Z. M. „Rupel". „Toen een twaalftal onzer officieren met onzen eersten officier in een rijr tuig met 4 paarden aan. Den Helder aankwam, lag de „Rupel" nog in het dok door ijs ingesloten. Wij hadden echter de eer den volgenden dag aan boor van het schip voorgesteld te wor den aan Zijne Excellentie, die over wa9 gekomen om de localiteit voor zijne far milie en talrijk gevolg naar wensch te doen inrichten. Een aantal hutten werd in de kerk en onder het halfdek go- bouwd en netjes behangen, welk be hangsel drie dagen later reeds in flar den hing en geheel bedorven was door het zeewater. (Om fijngevoelige lezers niet te kwet sen, zij hier opgemerkt, dat de „kerk" aan boord van een oorlogsschip is de ruimte, grenzend aan het eigenlijke ver blijf van den commandant.) Het fregat was bemand' met 280 koppen. De gouverneur en zijn gevolg maakten 28 personen uitvoorts moes ten er koeien, en een. ezelin mede en dus ook bet noodige voedsel voor diei die ren. Toen alles geladen was, had de „Rupel" veel van een arke Noachs. Den lsten Juli kwam de gouverneur op de reede van Tessel met familie en gevolg aan boord; die familie bestond uit hem zelf, zijne echtgenoote, vier zonen en een dochter, die later de echt genoote werd van den heer Verschoor, den eersten ambtenaar, die zijne Ex cellentie vergezeldie. De overige ambte naren waren de heeren Mout on Hassel- man, De Munnik, de kapitein der ar tillerie Guyot, de predikant Roellet, voorts twee kameniers, een Haagsche en een Zwitsersche, een min, twee be dienden en een hofmeester. Den 24sten Juli liep de wind ooste lijk en zeilden wiji uit. Een paar dagen brachten wij op de reede van Plymouth door, en vervolgden den 3lsten de reis. De tegenwoordigheid van den gouver neur-generaal met zijn gevolg gaf aan deze reis nogal eenige afwisseling. Da gelijks toch werd een officier en een adelborst, aan zijn tafel genoodigd waar op allerlei lekkernijen werden opge- discht, onder andere soep van ezels en ongeboren haaien, beide zeer smakelijke gerechten. Den 14en September ontdekten wij; de Hanekam van Kaap Trio en na den volgenden dag het Suikerbrood gepas seerd te hebben, vertoonde zich de schoon e baai en de reede van Rio de Janeiro, waar vele vreemde eskaders geankerd lagen. De gouverneur en fa milie gingen aan den wal en bewoon den er eenige dagen een villa nabij, de stad. Toen zij| weder de rei9 zouden voortzetten, werd bij het lichten van het anker bespeurd, dat de koning van het spil gebarsten was, ten gevolge waarvan wijl nog 14 dagen te Rio moes ten blijven. Dit was ons niet onaange naam, want de fraaie omstreken der stad waren zoo uitstekend1 voor uit- stapjes. De groote baai met haar altijd1 groe ne eilanden, de bevallige inhammen, de prachtige bergen en heuvelen in den omtrek, en vooral ook de talrijke ne gers, die hier soms als lastdieren (sic!) gebruikt worden, verhoogen het schil derachtige van het schouwspel, dat deze stad met hare tropische omgeving op levert-, Een gaar dagen vóór ons ver trek was de stad en haven geheel ver licht-, nadat dien ga-nschen dag het. kar non had gebulderd ter eere van Z M. Keizer Don .Pedro, welke dien dag zijn geboortefeest, vierde. Den 2en Januari 1830 kwaimien wij op de reede van Batavia. Daar lag reeds het fregait de „Bellona," dat den com missaris-generaal Du Bus de Ghisignies naar Holland zou terugvoeren. Men ziet dus: een reis van 162 da gen, behalve de 23 dagen, dat op de reede van Tessel op gunstigen wind werd gewacht. Het aantal wachtdiagen alleen is in dezen tijd reeds voldoende om- den tegenwoordigen gouverneur-gene raal naar zijne bestemming over te voeren. Mochten sommige lezers de on geboren baaien-schotel voor een geoor loofd zeemansgrapje houden, dan kan ik hun verklaren, dat gebakken,, onge boren haaien een zeer smakelijk eten is. Ik had het voorrecht eenige jaren geleden een groote haai van pl. m. 5 M. lengte te vangen in de Indische watejgi. Bij opening bleek het mon ster 23 jonge, levende haaien te be vatten. Gelijk vanzelf spreekt, waren de aardige beestjes spoedig vooruit on der de matrozen. Ik hield er een ach ter, die een knoop in zijn staart had, en zette het als rariteit op sterk water. Tot mijn spijt bleek het preparaat be dorven te zijn bij terugkomst in het vaderland1. Do overige haaien werden door het volk vooruit gebakken en' men gaf mij een proefje, dat zeer fijn van smaak was. Echter kon ik niet besluiten i der dan dit proefje te gaan. Herinneringen van den gep. kapt- t/zee, jhr. de Yagnes van Brakell. (F. N. van Kampen, 1870). Te Noordwyk aan Zee hebben de badgasten en eenige inwoners aan de badplaats een reddingsvlot geschon ken, voorzien van alles wat bg mo gelijke ongevallen een redding moge lijk kan maken. B\j een proeftocht was de boot, bediend door hec op strand aanwezige personeel, in een oogenblik door de branding, zoodat gemakkelijk drenkelingen gered hadden kunDen worden. Een onverbeterlijke. Iemand het doet er niet toe wie had in een kroeg te Groningen, waaraan tevens een kruidenierszaakjé verbonden is, achtereenvolg ns zes borrels naar binnen gespeeld. Onge lukkig had de man geen geld en dus was goede raad duur. Er kwam raad. Want er was „volk" in het annexe kruidenierszaakje, en terwijl de kroeg houdster naar deze afdeeling ging. wipte „de man zonder geld" de deur uit. Maar de kroeghoudster l ad blijk baar zoo iets vermoed. Wam pas had bij den drempel van de deur der af deeling „drank" overschreden, of zij was de deur van de afdeeling „krui denierswaren" uit, en had zich meester gemaakt van zijn pet. Daarop hij aan het schelden, zij er tegen in. Een standje. Een meneer komt voorbij, vraagt wat er gaande is, en als hg op de hoogte gebracht is, gaat hij den winkel in, legt een gnl- den neer met hei verzoek, daarvan 30 cents het wegens zes borrels verschuldigde af te houden eo de pet terug te geven. Het mooiste kwaui echter, toen de held van dit verhaal op dit oogenblik het hoofd naar bin nen stak en op medelydenden toon sprak„Och, meneer, iaot 't wief raaor zenven stuver ofhaolen, dan kan 'k nog eine koopen I" Mislukt. Zekere P. 8., vau Groningen af komstig, doch in den laatsten tyd te Breinen woonachtig, heeft getracht, een in eerstgemelde plaats gevestigde hypotheekbank voor f2000 op te lichten. Hg ging daarbij aldus te werk. Op het kantoor van de bedoelde bank gaf hij voor te beeten De Vries en te Dorkwerd te wODen. lïy had hier ossen gekocht en het kantoor van ziin notaris, waar hg het benoodigde geld wilde opnemen, gesloten gevon den. Daarom wenschte hij op zijne landerijen te Dorkwerd een hypotheek van f2000 te nemen. Aau de hypotheekbank was men tot deze transactie bereid, en verzocht den zich noemenden De V. op een bepaalden tgd terug te komen' voor het opmaken der akte. Doch men ver* tronwd het zaakje blijkbaar maar half, en toen De V. op het afgespro ken uur kwam, was daar ook, quasi als commissaris der bank, een in specteur van politie. Deze pseudo- commissaris vroeg den cliënt natuur lijk het een en ander eo in do ont vangen antwoorder! vond hg reden, met De V. wat nader kennis te ma ken, met dit gevolg, dat mcu bleek te doen te hebben niet met een land eigenaar uit Dorkwerd, maar met P. S. bovengenoemd, die, al had hij ook geen ossen gekocht, naar 't schijnt iuderdaad om geld verlegen was, doch het trachtte te verkrijgen op eene yvgze, die in een land van goede justitie niet geoorloofd is. Vandaar dat hij aangehouden is, met zyn vrouw A. de B., omdat men moot nagaan, iu hoeverre zij by de zaak betrokken is. Zeehonden. Een inwoner uit "Western ieiand overviel Maandag jl. op een der zand banken nabij de Lauwers dertien zeehonden en hoewel hg alleen was, wist hg zoo behendig op te treden, dat hg er acht bemachtigde en doodde. koloniën. De Siboga expeditie. De „Java-Bode" ontvangt een frag ment uit een brief over de Sibogar expeditie. Het betreft een walvisoh- vangst. „Op Solor heeft prof. Weber de ge raamten van vijf soorten van walvisch- k op pen gekocht. Dat hebben de geleer den in Holland zeker ook nooit gedacht, dat er in ons Indië nog walvissóhen rondzwemmen d.ie dieren worden dan ook alleen daar gevangen. De baai, waaraan de kampong ligt. is voor deze vissolierij uitstekend gelegen. De groo- ste walvisch dien men heeft gevangen, is elf vadem lang; die, welken men bij onze aankomst in de baai binnenbracht, was negen vadem lang. Het was aardig de verdeeling van bet monster onder de bevolking bij te wonen. D'e halfwilde mannen en vrouwen slurpten het bloed zoo maar op en aten het tandvleesch', dat aan de baleinplaten, zat, ook rauw op. Daarbij lieten zij een akelig gejank; en gebrul hooren. Het vleesch op den rug sneden zij natuurlijk 't. eerst weg, zoodat in de buikholte al 't bloed bij eenkwam. en ieder wilde daarvan wat hebben. Natuurlijk tjommelt er wel eens een, die er vóór staat, in het bloed, en dan moet u zoo'n man of vrouw zien, geheel rood geverfd door 't bloed. Het was een lachwekkend gezicht!" Dan over de diepzeevisschen. „Die visschen hebben een grooten kop, groo te oogen en een staart als die van een muis. Zij zijn 3 a 5 dM. lang." Vervolgens over de vischvangst, be ter vischoogst, van de Sibogarexpcditie. „De straat van Makassar is zeer rijk aan zeedieren en vissc-hen. Sommigen hebben leuke vormen en. bijna, allen prachtige kleuren, heldere en toch zach te. De zeedieren hebben blauwe, roode bont gekleurde tinten, prachtig, maar moeielijk te beschrijven. Eenige vis-

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1899 | | pagina 5