NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD.
Hearlemsche Handelsvereniging
De geschiedenis van Haarlem
17e Jaargang.
Maandag 14 Augustus 1899.
Mo 4947 b
^JBO]ÏT3>Tï!l3syr!: JÏIIiTTS^JRX J"S
Voor Haarlem per 8 maanden. 1.20
Vnnr de dorpen' in den omtrek waar een Agent gevestigd is (kom der
gemeente», per 8 maandenB 1.30
Vfiinco. door het geheéle Kijk, per 3 maanden 1.65
Afzonderlijke nummers0.06
Geïllustreerd Zondagsblad, voor Haarlem, per 3 maanden0.80
de omstreken en franco per pos» O.ST^j^
^x)"V"EEEea?EiTa?iE]isr:
i - 5 regels 50 Cis.iedere regel meer 10 Cts. Groote letters naar plaatsruimte.
Rij Abonnement, aanzienlijk rabat.
Reclames 20 Cent per regel.
Abonnementen en Advertentien worden aangenomen door onze Agenten
en door alle Boekhandelaren en Courantiers.
Dit blad verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen.
Bureaux. Kleine Houtstraat 14, Haarlem. Telefoonnummer 122.
Directeur-Uitgever J. C. PE.EREBOOM.
Hoofdagenten voor het Buümlav'.
■nnagnk Générale de Pvhh'dté FArangére G. L. PA UB'f? Co. JOHN F. JONES, Sua:.Parijs 3Ibis Favhmtrg
Met uitzondering van het Arrondissement Haarlem is het uitsluitend recht tot plaatsing van Advertentiën en Reclames betreffende Handel, Nijverheid en Geldwezen, opgedragen aan het
Algemeen Advertentie-Bureau A. DB LA MAR Azn. te Amsterdam.
BUITEN het Arrondissement Haarlem is de prijs der Advertentiën van 1—5 regels ƒ0,75, elke regel meer ƒ0,15; Reclames per regel ƒ0,30.
Agenten voor dit blad in den omtrek zyn BloemendaalSandpoort en SchotenP. v. d. RAADT, Sandpoort; Heemstede, J. LEUVEN, by de Tol; Spaarndam, C. HARTENDORP; Zandvoort, G. ZWEMMER;
W. J. RUIJTERBeverwijk, J. HOORNSHillegom. ARIE HOPMAN, Molenstraat. Genoemde Agenten nemen Abonnementen en Advertentiën aan.
Dit nummer bestaat uit
twee bladen.
Qoedgek. lij Kon. Besluit van
12 Nov. 1892No. 29.
De Haarlemsche Handelarereen. telt
thans ruim 650 leden, dat ia veel, doch
niet genoeg. Elke winkelier, elke han
delaar, zijn belang begrijpende, moet
zich aansluiten. De contributie bedraagt
slechts 2.50, terwijl de voordeelen
groot zijn.
Rechtskundige adviseurs zijn de hee-
ren mrs. Th. de Haan Hugenholtz en
H, Pb. de Kanter, Spaarne 94, welke
gratis advies in handelstaken geven
aan de leden en voor hen gratis optre
den in faillissementen.
Voor incasso's, door bemiddeling der
advocaten gedaan, wordt 5 berekend.
Bankiers der rereeniging zijndehee-
ren Laane van Betmimel, Kruisstraat
51.
Alle brieven of aanvragen (ook opgar
ven voor het lidmaatschap) moeten ge
richt worden aan het bureau der ver-
eeniging, 22 Lange Begijnestraat.
Heb is ons gelukt eene overeenkomst
te sluiten, waardoor het mogelijk ia H.H.
leden nauwkeurige informaties te ver
schaffen omtrent alle firma's in Ne
derland.
De kosten dezer informaties bedragen
60 cents per adres, plus 5 cents voor
porto, en moeten vooruit betaald wor
den aan het bureau. Information naar
binnen de stad wonende personen gra
tis.
Ruim 650 informatiën en rechtskun
dige adviezen werden in het afgeloopem
jaar verstrekt.
In Juli zijn 35 vorderingen tot een
bedrag van 1003,78 betaald; 9 vordet-
ringen worden afbetaald; 6 vordierin-
gen zijn uitgesteld.
Volgens artikel 7 dient het Geheim
der Maandlijsten ongeschonden bewaard
te blijven.
H.H. Leden worden er op attent ge
maakt, dat preïentiën, buiten de stad
in te vorderen, niet worden behandeld,
tenzij port.overgoeding (10 cts.) ia bijge
voegd.
Het Bureau der vereeniging is geves
tigd 22 Lange Begijnestraat en is ge
opend ieder en werkdag van 's morgens
9 tot 1 en 's middags van 2 tot 4 uur.
Dagelijks is een der bestuursleden
manwezig en bereid tot het geven van al
le gewenschte inlichtingen en wel Maan
dag en Vrijdag van 1112 uur v.m..
de overige dagen van 34 mn.
Het Bestuur van de Haarlemsche
Handelsvereeniging bericht aan de le
den, dat C. VISSER, Haarlemmermeer
bij het stoomgemaal „Lynd'en" en han
delende in Tabak, Sigaren en Manufac
turen, gevestigd! was Barrevoetestraat-
3, en dat omtrent hem. informatiën zijn
te bekomen aan het Bureau.
HET BESTUUR.
DOOR
W. P. J. O VERMEER,
Amanuensis der Gemeente-bibliotheek.
De Haarlemmerhout.
VII.
Richten we onze schreden verder,
dau komen we aan het Sociëteitsgebouw
van ,.Trou moet Blycken," dat daar in
1844 is gebouwd en in 1870 eenigszins
veranderd, terwijl toen het voorplein
tusschen het gebouw en de Dreef ver
ruimd werd. In hare nabijheid' treffen
we de muziektent aan, van waaruit we
evenals in den tuin van het Bronge
bouw, dikwijls vergast- worden op. een
concert. De fontein werd in 1870 daar
geplaatst en plechtig ingewijd op> den
15en Mei, terwijl ze, ter eere van dien
feestdag, voor het eerst sprong. Het
jaar 1861 was voor den Haarlemmer
hout een jaar van buitengewone drukte,
'Hij werd' toen bezocht door vele
hooge en Koninklijke bezoekers. Ten
eerste werd er van wege Haarlemi's ge
meentebestuur in den Hertenkamp eene
tentoonstelling gehouden van bloemen,
levende planten en verdere voortbreng
selen van tuinbouw, en ten tweede
hield de Nederlandsche Maatschappij
ter bevordering van Nijverheid er eene
a.gemeene nationale tentoonstelling, die
door den toenmaligen Prins van Oranje
op plechtige wijze geopend werd. Het
verdient hierbij wel vermelding, welke
muziekkorpsen onze stad toen de eer
aandeden, van een bezoek. Het waren
de kapellen van de stedelijke schutte
rijen van Haarlem, Amsterdam en
Utrecht, van het 2e regiment Dragon
ders uit Haarlem, van de Grenadiers
en Jagers uit 's-Gravenhage, van de
veld-artillerie uit Utrecht, van het 16e
inie-regiment Oostenrijksche infante
rie, van het 33ste Oost-Pruisische fu
se lierregiment uit Keulen en van het
regiment Guides uit Brussel. Daaren
boven werden er orgelconcerten in de
Groote Kerk gegeven en gaf eene „pha
lange lyrique-belge" uit Brussel, eenige
uitvoeringen. Z. M. Willem m bezocht
den 13en Juli de alg. nat. tentoonstel
ling en de reeds gesloten bloementen
toonstelling in den Hertenkamp; ter
wijl twee dagen hierna Koningin Sophie
de tentoonstelling miet een bezoek
kwam vereeren. De Koning van Beieren
kwam den 17en Augustus. De medailles
en diploma's, uitgeloofd' op de tentoon
stelling, werden den 14en November
op plechtige wijze aan de bekroonden,
in de Groote Kerk ter hand gesteld'.
De afdeeling „Haarlem en Omstre
ken" van de Hollandsche Maatschap
pij: vam landbouw hield in 1872, eene
tentoonstelling in dön Hetrtenkamp,
van paarden, runderen, varkens, scha.-
pen enz., en. vierde 't volgende jaar haar
25jarig bestaan op feestelijke wijze door
het houden eener bloemententoonstel
ling en een harddraverij.
Was in de vorige eeuwen de Haar
lemmerhout niet toegankelijk voor de
rijtuigen van gewone menschen en
mochten alleen de bevoorrechten al rijr
den de genieten van het heerli jke nai-
tuurschoon, door het plan-Zocher kwam
hierin verandering. Er werden rijjwe-
gen aangelegd, waaronder ook een, diö
zich van de Dreef aansloot bij de oude
Gasthuislaan. Deze weg bleek spoedig
de kortste verbinding te zijn naar
Heemstede, maar was niet te verkiezen,
aangezien de zandweg, zoowel voor rij
tuigen als wandelaars, vele bezwaren,
opleverde. Het was dus hoogst ge-
wenscht, dat hier verbetering zou kot-
men. Dei gemeente Heemstede diende
dan ook in 1856 een voorstel in bij
Haarlem's gemeentebestuur, om te ver
zoeken, dat Haarlem den weg, tusschen
de Sociëteit en de Blauwbrug, zou har
den, daar ze door het slechten der wal
len toch overvloed van puin had'. De
gemeente Heemstede zou dan verder
zorgen voor het onderhoud van den weg.
Doch hoe aannemelijk dit voorstel
ook scheen, Haarlemi besloot hier niet
direct op en kwam later met een ant
woord voor den dag, waarin ze te ken
nen gaf, dat ze het benoodigde puin
zou leveren, verder 1000 zou geven en
het B1 auwbruggetje in orde brengen
zou. Voor de rest en het onderhoud
moest Heemstede zorgen. Zoo kwam
dan in 1857 de grintweg tot stand',
welke later weder eene groote verbete
ring onderging, doordat men overging
tot bestrating.
Wandelen we thans den Kleinen.
Houtweg terug naar de Kleine Hout
poort, ten einde na. deze bezichtigd te
hebben, afscheid te nemen van den
Haarlemmerhout en weder den draad
der geschiedenis op te vatten. Op den
Kleinen Houtweg treft ons bijzonder
de schoongelegen en prachtig onderhou
den plaats „Buitenrust", waar Flora,
zoo rijk vertegenwoordigd is, en „West-
rust" welks gevel met zijn bloemenver
siering op den hoek der Baan een prach
tig effect maakt, afgescheiden nog van
de prachtige schakeeringen der bloemen
om bet huis. En thans naderen we de
plaats waar vroeger de Kleine Hout
poort stond. En we komen al weder op
onzen grooten en verdienstelijken Amp-
sriing terug, die ze aldus bezingt
„De poorten in het Zuid en naar den
Hout gelegen,
Die daarom van den Hout den name
billijk kregen,
Hoe heerlijk zijn ze wel. zoo groot als
klein genaamd
De kleine maakt zie al, ja overal be-
beschaamd."
En in het Kabinet van Nederland
sche en Kleefsche oudheden lezen we
er o.a. het volgende van „Alleg is
..naar een antieke, naar een hechte
..bouworde, onzen voorvaderen eigen,
„opgetimmerd, en nog heden in dezelf-
..de gedaante en welstand, als bij, hare
„stichting in het jaar 1571, en dus nog
,een jaar vóór het bekende beleg' der
,stad Haarlem ondernomen." (Dl. H.
P»g- 49).
Voorwaar, het is jammer, dat deze
oude herinnering aan onze voorvaderen
weinige jaren geleden verdwenen is,
daar ze tot het laatst toe het bewijs ge
geven heeft, hoe onze voorouders de
bouwkunst verstonden. In bet jaar 1420
was op dezelfde plaats reeds een poort
van dien naam, doch in 1571 werd er
door Pieter Jansen Berkhout, een an
dere gebouwd', naar een teekening van
den bekenden schilder Maerten van
Heemskerok; (deze werd in 1498 te
Heemskerk geboren, en heeft zich te
Haarlem, na eenige jaren in het bui
tenland vertoefd te hebben, metter
woon gevestigd tot zijn dood in 1574).
De poort besloeg een vierkant en was
opgetrokken van baksteen, terwijl de
kantstukken en gewelfribben van berg
steen waren. Boven den doorgang over
de straat, waren drie verdiepingen,
waarvan er één met een houten zolde
ring en de beide overigen met gewel
ven waren afgesloten.
Vier torens versierden de hoeken, die
ter hoogte van de derde verdieping
reikten. De buiten het gebouw omloo-
pende gang en poort stelden deze torens
met elkaar in verbinding.
Aan de Singelzijde bevonden zich
twee steen en beeren, waarin twee groo
te gedenksteen en waren gemetseld; de
een stelde 't wapen van Holland voor en
beiden droegen het jaartal 1571, het
jaar der stichting van de poort. De
poort vóór de brug bestond uit drie
gemetselde bogen, terwijl vlak vóór bet
gebouw een beweegbaar gedeelte lag,
da.t als 't opgehaald was, dienen kon als
deur en al zoo den toegang afsluiten. De
aan beide zijden geplaatste steen en
borstweringen werden in 1630 weggei-
broken en vervangen door ijzeren leu
ningen. Het hekwerk dat zich aan het
einde der brug bevond en meer als sie
raad diende dan wel practisch nut had.
is gebleven tot in 1840. Daar de poort
schade bekomen had' gedurende het
Spaansche beleg in 15721573, werd
ze in 1578 hersteld.
Dr. Ekaimai zegt in zijn. beleg van
Haarlem„Deze poort doet zich op
„eenigen afstand altijd schilderachtig
„tusschen het geboomte voor, en het is
„te bejammeren, dat zij; nie]t recht
over den Kleinen Houtweg en de Klei-
,,ne Houtstraat gelegen is."
Doch gelijk men tegenwoordig vele
oude gebouwen doet verdwijnen of mo
derniseert, zoo is ook de Kleine Hout
poort dien weg opgegaan.
In 1861 diende een lid' van den
Haarlem schen gemeenteraad een voor
stel in, om haar te sloopen, d'och door
krachtdadige hulp van de commissie
der Koninklijke Academie van Weten
schappen,voor de overblijfselen der ou
de Vaderla.ndsche kunst, en van het
Koninklijk Oudheidkundig Genoot
schap, benevens van Hofdijk en Alber-
dingk Thijm, bleef ze nog voor ons ge
spaard. In haar geheel Weef de poort
echter niet, want de twee steen en bee
ren werden weggebroken en vervangen
door twee commiezen-wachthuisjes, wel-
"ke bouw een scherp contrast vormde
met de lijnen van 't oude gebouw. Doch
de doodsengel, die reeds boven de poort
gezweefd had, kwam in 1872 weder,
terug, om nu met zekerder handl haar
prooi te treffen. Want in October 1872
besloot de gemeenteraad alhier, bij het
opmaken der begrooting voor het vol
gendel jaar, de Klleine Houtpoort t©
doen afbreken.
Hieraan werd dan ook gevolg gege
ven en de poort het volgende jaar voor
afbraak verkocht aan den heer Johan-
nus Jacobus Homan alhier, voor 2075.
Zoo werd in korten tijd een historische
zeldzaamheid door menschenhanden go-
sloopt, waartoe de tand des tijds in
300 jaar niet bijl machte was geweest,
dank zij de echt oud-Holland sche bouw
kunst.
De windvaan, die op het spits toe-
loopende dak stond, is overgebracht
naar het weeshuis der Doopsgezinden
aan den Kleinen Houtweg.
(Wordt vervolgd).
eilanden St. Enstatins en Saba.
Waren die gevolgen ernstig, dan
vermoedt men dat het bestuur van
Curasao wel telegraphiscb bericht
zon tiebben gezonden, hoewel 't ook
mogelyk is. dat 'tnog niet op de
hoogte is by gemis van telegrafische
gemeeuschap tusschen genoemde
eilanden en Curasao.
SIRNENLA^a
De orkaan in West Iadiè.
Bij het departement van koloniën
waren tot gistermiddag nog geen be
richten ontvangen omtrent «ie gevol
gen van een orkaan in West-Indiö
voor de aan Nederland behooreude
Verbetering der controle.
De Minister van Financiën heeft,
ter verbetering van controle op het be
heer van gemeente-ontvangers, ook
de ontvangers der re istratie aange
schreven, betalingen aan gemeente
ontvangers van bedragen, hooger dan
f 100, ter kennis te brengen van het
gemeente-bestUQr.
Dergelijke aanschrijving werd inder
tijd gericht aan de betaalmeesters en
de ontvangers der directe belastingen.
De gemeen te-bestaren zijn met dezen
maatregel in kennis gesteld.
Onze nieuwe postzegels.
De Westminster-Gazette is zeer in
genomen met onze nieuwe postzegels.
Het blad roemt de beeltenis van Ko
ningin Wilhelmina als zeer welgelij
kend. Zjj is niet lauger afgebeeld als
een meisje, maar m al de glorie van
een joDge vrouw en in volle kronings-
kleedij. „De postzegels," zoo vervolgt
de Gazette, „zijn fraai uitgevoerd, en
zij zullen, met hunne nieuwe kleuren
voor de verschillende waarde soorten,
ongetwijfeld in den smaak vallen van
den critischen verzamelaar."
Ho© eertijds een gouverneur-
generaal reisde.
Wij deelden met eeji enkel woord me
de, de schitterende inrichting der vier
hutten, die aan boord van de „Koning
in Regentes", waar-mede de nieuwe gou
verneur-generaal van Ned.-Indië ver
trekt, in gereedheid worden gebracht.
In aansluiting hiermede is het mis
schien wel eens aardig voor onze
lezers om te hooren hoe een. gou
verneur-generaal in het begin de
zer eeuw naar Indië werd over
gevoerd. Hooren, wij dus, wat een oud
zeeofficier ons verhaalt, van den over
tocht van den gouv.gen. Van den Bosch
in 1829, a/b. van Z. M. „Rupel".
„Toen een twaalftal onzer officieren
met onzen eersten officier in een rijr
tuig met 4 paarden aan. Den Helder
aankwam, lag de „Rupel" nog in het
dok door ijs ingesloten. Wij hadden
echter de eer den volgenden dag aan
boor van het schip voorgesteld te wor
den aan Zijne Excellentie, die over wa9
gekomen om de localiteit voor zijne far
milie en talrijk gevolg naar wensch te
doen inrichten. Een aantal hutten werd
in de kerk en onder het halfdek go-
bouwd en netjes behangen, welk be
hangsel drie dagen later reeds in flar
den hing en geheel bedorven was door
het zeewater.
(Om fijngevoelige lezers niet te kwet
sen, zij hier opgemerkt, dat de „kerk"
aan boord van een oorlogsschip is de
ruimte, grenzend aan het eigenlijke ver
blijf van den commandant.)
Het fregat was bemand' met 280
koppen. De gouverneur en zijn gevolg
maakten 28 personen uitvoorts moes
ten er koeien, en een. ezelin mede en
dus ook bet noodige voedsel voor diei die
ren. Toen alles geladen was, had de
„Rupel" veel van een arke Noachs.
Den lsten Juli kwam de gouverneur
op de reede van Tessel met familie en
gevolg aan boord; die familie bestond
uit hem zelf, zijne echtgenoote, vier
zonen en een dochter, die later de echt
genoote werd van den heer Verschoor,
den eersten ambtenaar, die zijne Ex
cellentie vergezeldie. De overige ambte
naren waren de heeren Mout on Hassel-
man, De Munnik, de kapitein der ar
tillerie Guyot, de predikant Roellet,
voorts twee kameniers, een Haagsche
en een Zwitsersche, een min, twee be
dienden en een hofmeester.
Den 24sten Juli liep de wind ooste
lijk en zeilden wiji uit. Een paar dagen
brachten wij op de reede van Plymouth
door, en vervolgden den 3lsten de reis.
De tegenwoordigheid van den gouver
neur-generaal met zijn gevolg gaf aan
deze reis nogal eenige afwisseling. Da
gelijks toch werd een officier en een
adelborst, aan zijn tafel genoodigd waar
op allerlei lekkernijen werden opge-
discht, onder andere soep van ezels en
ongeboren haaien, beide zeer smakelijke
gerechten.
Den 14en September ontdekten wij;
de Hanekam van Kaap Trio en na den
volgenden dag het Suikerbrood gepas
seerd te hebben, vertoonde zich de
schoon e baai en de reede van Rio de
Janeiro, waar vele vreemde eskaders
geankerd lagen. De gouverneur en fa
milie gingen aan den wal en bewoon
den er eenige dagen een villa nabij, de
stad. Toen zij| weder de rei9 zouden
voortzetten, werd bij het lichten van
het anker bespeurd, dat de koning van
het spil gebarsten was, ten gevolge
waarvan wijl nog 14 dagen te Rio moes
ten blijven. Dit was ons niet onaange
naam, want de fraaie omstreken der
stad waren zoo uitstekend1 voor uit-
stapjes.
De groote baai met haar altijd1 groe
ne eilanden, de bevallige inhammen,
de prachtige bergen en heuvelen in den
omtrek, en vooral ook de talrijke ne
gers, die hier soms als lastdieren (sic!)
gebruikt worden, verhoogen het schil
derachtige van het schouwspel, dat deze
stad met hare tropische omgeving op
levert-, Een gaar dagen vóór ons ver
trek was de stad en haven geheel ver
licht-, nadat dien ga-nschen dag het. kar
non had gebulderd ter eere van Z M.
Keizer Don .Pedro, welke dien dag zijn
geboortefeest, vierde.
Den 2en Januari 1830 kwaimien wij
op de reede van Batavia. Daar lag reeds
het fregait de „Bellona," dat den com
missaris-generaal Du Bus de Ghisignies
naar Holland zou terugvoeren.
Men ziet dus: een reis van 162 da
gen, behalve de 23 dagen, dat op de
reede van Tessel op gunstigen wind werd
gewacht. Het aantal wachtdiagen alleen
is in dezen tijd reeds voldoende om-
den tegenwoordigen gouverneur-gene
raal naar zijne bestemming over te
voeren. Mochten sommige lezers de on
geboren baaien-schotel voor een geoor
loofd zeemansgrapje houden, dan kan
ik hun verklaren, dat gebakken,, onge
boren haaien een zeer smakelijk eten
is. Ik had het voorrecht eenige jaren
geleden een groote haai van pl. m. 5
M. lengte te vangen in de Indische
watejgi. Bij opening bleek het mon
ster 23 jonge, levende haaien te be
vatten. Gelijk vanzelf spreekt, waren
de aardige beestjes spoedig vooruit on
der de matrozen. Ik hield er een ach
ter, die een knoop in zijn staart had,
en zette het als rariteit op sterk water.
Tot mijn spijt bleek het preparaat be
dorven te zijn bij terugkomst in het
vaderland1.
Do overige haaien werden door het
volk vooruit gebakken en' men gaf mij
een proefje, dat zeer fijn van smaak
was. Echter kon ik niet besluiten i
der dan dit proefje te gaan.
Herinneringen van den gep. kapt-
t/zee, jhr. de Yagnes van Brakell. (F.
N. van Kampen, 1870).
Te Noordwyk aan Zee hebben de
badgasten en eenige inwoners aan de
badplaats een reddingsvlot geschon
ken, voorzien van alles wat bg mo
gelijke ongevallen een redding moge
lijk kan maken. B\j een proeftocht
was de boot, bediend door hec op strand
aanwezige personeel, in een oogenblik
door de branding, zoodat gemakkelijk
drenkelingen gered hadden kunDen
worden.
Een onverbeterlijke.
Iemand het doet er niet toe wie
had in een kroeg te Groningen,
waaraan tevens een kruidenierszaakjé
verbonden is, achtereenvolg ns zes
borrels naar binnen gespeeld. Onge
lukkig had de man geen geld en dus
was goede raad duur. Er kwam raad.
Want er was „volk" in het annexe
kruidenierszaakje, en terwijl de kroeg
houdster naar deze afdeeling ging.
wipte „de man zonder geld" de deur
uit. Maar de kroeghoudster l ad blijk
baar zoo iets vermoed. Wam pas had
bij den drempel van de deur der af
deeling „drank" overschreden, of zij
was de deur van de afdeeling „krui
denierswaren" uit, en had zich meester
gemaakt van zijn pet. Daarop hij aan
het schelden, zij er tegen in. Een
standje. Een meneer komt voorbij,
vraagt wat er gaande is, en als hg
op de hoogte gebracht is,
gaat hij den winkel in, legt een gnl-
den neer met hei verzoek, daarvan
30 cents het wegens zes borrels
verschuldigde af te houden eo de
pet terug te geven. Het mooiste kwaui
echter, toen de held van dit verhaal
op dit oogenblik het hoofd naar bin
nen stak en op medelydenden toon
sprak„Och, meneer, iaot 't wief
raaor zenven stuver ofhaolen, dan kan
'k nog eine koopen I"
Mislukt.
Zekere P. 8., vau Groningen af
komstig, doch in den laatsten tyd te
Breinen woonachtig, heeft getracht,
een in eerstgemelde plaats gevestigde
hypotheekbank voor f2000 op te
lichten. Hg ging daarbij aldus te
werk.
Op het kantoor van de bedoelde
bank gaf hij voor te beeten De Vries
en te Dorkwerd te wODen. lïy had
hier ossen gekocht en het kantoor van
ziin notaris, waar hg het benoodigde
geld wilde opnemen, gesloten gevon
den. Daarom wenschte hij op zijne
landerijen te Dorkwerd een hypotheek
van f2000 te nemen.
Aau de hypotheekbank was men
tot deze transactie bereid, en verzocht
den zich noemenden De V. op een
bepaalden tgd terug te komen' voor
het opmaken der akte. Doch men ver*
tronwd het zaakje blijkbaar maar
half, en toen De V. op het afgespro
ken uur kwam, was daar ook, quasi
als commissaris der bank, een in
specteur van politie. Deze pseudo-
commissaris vroeg den cliënt natuur
lijk het een en ander eo in do ont
vangen antwoorder! vond hg reden,
met De V. wat nader kennis te ma
ken, met dit gevolg, dat mcu bleek
te doen te hebben niet met een land
eigenaar uit Dorkwerd, maar met P.
S. bovengenoemd, die, al had hij ook
geen ossen gekocht, naar 't schijnt
iuderdaad om geld verlegen was, doch
het trachtte te verkrijgen op eene
yvgze, die in een land van goede
justitie niet geoorloofd is. Vandaar
dat hij aangehouden is, met zyn vrouw
A. de B., omdat men moot nagaan, iu
hoeverre zij by de zaak betrokken is.
Zeehonden.
Een inwoner uit "Western ieiand
overviel Maandag jl. op een der zand
banken nabij de Lauwers dertien
zeehonden en hoewel hg alleen was,
wist hg zoo behendig op te treden,
dat hg er acht bemachtigde en doodde.
koloniën.
De Siboga expeditie.
De „Java-Bode" ontvangt een frag
ment uit een brief over de Sibogar
expeditie. Het betreft een walvisoh-
vangst.
„Op Solor heeft prof. Weber de ge
raamten van vijf soorten van walvisch-
k op pen gekocht. Dat hebben de geleer
den in Holland zeker ook nooit gedacht,
dat er in ons Indië nog walvissóhen
rondzwemmen d.ie dieren worden dan
ook alleen daar gevangen. De baai,
waaraan de kampong ligt. is voor deze
vissolierij uitstekend gelegen. De groo-
ste walvisch dien men heeft gevangen,
is elf vadem lang; die, welken men bij
onze aankomst in de baai binnenbracht,
was negen vadem lang. Het was aardig
de verdeeling van bet monster onder de
bevolking bij te wonen. D'e halfwilde
mannen en vrouwen slurpten het bloed
zoo maar op en aten het tandvleesch',
dat aan de baleinplaten, zat, ook rauw
op. Daarbij lieten zij een akelig gejank;
en gebrul hooren. Het vleesch op den
rug sneden zij natuurlijk 't. eerst weg,
zoodat in de buikholte al 't bloed bij
eenkwam. en ieder wilde daarvan wat
hebben. Natuurlijk tjommelt er wel eens
een, die er vóór staat, in het bloed,
en dan moet u zoo'n man of vrouw zien,
geheel rood geverfd door 't bloed. Het
was een lachwekkend gezicht!"
Dan over de diepzeevisschen. „Die
visschen hebben een grooten kop, groo
te oogen en een staart als die van een
muis. Zij zijn 3 a 5 dM. lang."
Vervolgens over de vischvangst, be
ter vischoogst, van de Sibogarexpcditie.
„De straat van Makassar is zeer rijk
aan zeedieren en vissc-hen. Sommigen
hebben leuke vormen en. bijna, allen
prachtige kleuren, heldere en toch zach
te. De zeedieren hebben blauwe, roode
bont gekleurde tinten, prachtig, maar
moeielijk te beschrijven. Eenige vis-