ALLCOCK'S PLEISTERS
sell en hebben op "t eerste gezicht veel
van een samenstelling van zeeplanten."
Ten slotte over de expeditie zelve.
..Wij bevinden ons thans 18 Juni
vóór Dongala. Ook de gouverneur
van Makassar is met de „Zwaan" hier
om zijne inspectiereis te doen. Eenige
•dagen geleden waren wij te Samarinde
om kolen in te nemen. Hoewel! de ko-
k'iuiiimen nog lang niet ledig waren,
moest er toch nieuwe voorraad bij, want,
de veis gaat nu naar de Philippijnen.
•dan naar Menado, Ambon, Ternate en
natuurlijk ook over de omliggende kTei-
■nc eilanden Gisteravond werd, van
Koet ei of Samarinda naar Dongala
gaande, een iooding gedaan en bevon
den, dat de diepte 2400 M. ia Bij de
monding van de Mahakan kregen wij
een loods aan boord, om de „Siboga"
naar ^e kolenloods te brengen. Kolen-
loods zeg ik daar. maar 't is eigenlijk
een kolenmijn, want de kolen worden
zoo uit de bergen met lorries naar het
schip vervoerd. De huisjes aan de ri
vier zijn op vlotten gebouwd. Wij, heb
ben er een zien afdrijven, 't was zeker
een verhuispartij, en cm rooi-regle-
men kennen ze hier zeker niet."
Het was een mooie zomeravond.
In een schaduwrijke laan wandelden
3angzaam naast elkaar voort een brui
degom en een bruid, sprekende over
hei geluk, dat hun overmorgen wachtte,
wanneer zij vóór het altaar voor altijd
zouden worden vereenigd.
Achter hen kwamen twee vrouwen,
de moeder en de tante vau de jonge
bruid, die er met haar vroolijk gelaat,
omgolfd door blonde lokken, zoo geluk
kig uitzag.
Dc beide oude dames spraken over
het verleden, vele oude herinneringen
oproepende, nu zij zoo dicht bij den
dag waren, die van hun kind een vrouw
■zou maken. Bij deze gedachte deed een
•diepe ontroering ook hun stem beven.
De moeder van Yvonne, reeds vroeg
weduwe geworden, en haar zuster, tan-
Ie Hortense. hadden twintig jaren door
gebracht in onafgebroken zorg voor het
meisje, dat hun eenige liefde was; zij
[hadden, het gekoesterd, vertroeteld, ver
wend naar hartelüst.
Al die twintig jaren hadden zij te
zamen in innige genegenheid geleefd
op de aardige villa, waaruit overmor
gen het meisje zou vertrekken. In dit
huis hadden zij allerlei lief en allerlei
leed ondervonden. En thans, om zich
te1 troosten over het verlies van Yvon
ne. hoopten zij reeds op den dag. waar
op zij een lief klein kindje zouden mo
gen verzorgen en wiegen onder hetzelf
de lommer, waaronder ook Yvonne haar
jougd ha dl doorgebracht.
Bij de droefheid over de naderende
scheiding kwam de vreugde over het
geluk, dat het meisje ten deel zou val
len. Zij had hem lief en hij haar even
zeer de toekomst scheen zonder eenige
schaduw. Tante Hortense was zenuw
achtig en sprak zender ophouden, en
haar zuster, evenals zij door herinne
ringen bestormd, kon daar ook niet van
zwijgen.
Zoo wandelden allen, het hart meer
dan vol van allerlei gedachten, voort.
Daar sloeg de klok tien uur. helder
klonk het geluid door de stille lucht.
„Som Yvonne," riep tante, „wij, zul
len Paul tot aan liet hek begeleiden,
en dan gaan wij naar huis. Ge moet
morgen frisch, zijn."
„Tot overmorgen," zei Paul zacht, „en
dan voor altijd te zarnen."
Toen de twaalf slagen van midder
nacht door de stilte weerklonken, zat
Yvonne nog aan het venster van haar
vertrek te peinzen. Slapen kon zij niet
zij dacht aan de toekomst. Alles in
den omtrek was rustig. Onbeweeglijk
hingen de bladeren der boomen. ge
sloten sliepen de bloemen. D'e vijver
«««rletRiner ialleijes-
Lett Zaterdayaiwidiiraotj
CCCIXC.
De electri9che tram, die de bloemen
markt al van het Spaarne naar de
Gasthuisvest had gejaagd, heeft ook de
kermis van de Turfmarkt verdreven.
Wie soms gevreesd mocht hebben, dat!
er nu geen ruimte voor de kermis we-
zen zou, heeft zich vergist. Er gaan
veel makke schapen in een hok en de
kermisklanten, al zien ze er soms wat
tanig uit, zijp, van nature zooal geen
schapen, dan toch handelbare men-
sclien Dit pleit voor hun, goed hart.
Vooral toon en, ze zich handelbaar te-
gviiover de autoriteiten. Dit pleit voor
hun gezond verstand.
Zooals ieder leger zijn nasleep heeft,
die niet op d'e rol staat, zoo heeft ook
elke kermis een gevolg, dat er niet aan
behoorde ie wezen. Het zijn de hard-
loopers, de 1 icdj esza ngsters en zangers,
de jongens met marmotjes en andere
dieren. De politieverordening verbiedt
ze uitdrukkelijk en de politie zit hen
na waar ze kan. maar dat belet lien
volstrekt niet, om ieder jaar alg het
kermis is, weer getrouw op het aligne
ment te verschijnen. Op zichzelf heb
ik ti'gen, d'e kunstverrichtingen van die
menschen in 't geheel niets. Wanneer}
je op straat een man ziet staan, met
■con blauwen neus en waterige oogen,
•die een kermisliecl zingt met een schor
re stem, geaccompagneerd door de ge-1
barsten «opraanstem van een blceke
vrouw die, met een vaal kind in haar
■omslagdoek, meteen do centen ophaalt,
dan is het moeielijk een antwoord te
geven op de "raag. wie het meest me
delijden noodig heeft de man. die
blijkbaar aan den drank is. de vrouw
die er zoo armelijk en uitgeput uitziet,
of lift. 'kind. dat in zoo'n zwervend le
ven moet opgroeien.
blonk als een zilveren spiegel en de
flikkerende sterren schenen als zoovele
oogen vriendelijk op het jonge meisje i
neer te zien.
Zoo zat zij te droomen. totdat de
maan verbleekte en de sterren een voor
oen verdwenen, de hemel in 't Oosten
heldlër werd en zich een lichtpaarse
streep aan den horizont vertoonde.
Het werd reeds weer morgen.
„Vreemd," zei zij biji zich zelve ,,'t
of ik een waas voor mijn oogen heb
ik kan niet goed zien ik heb zeker
kou gevatik zal 't maar niet aan tante
vertellen wat zou zij knorren."
Het werd morgen, het werd dag, acht
uur. negen uurnog was Yvonne niet
verschenen.
Steeds onrustiger liepen de beide ou
de dames heen en weer, op haar te
wachten.
„Zou zij nog niet klaar zijn
Eindelijk gingen ze naar boven ze
schrokken, ze sliep nog.
„Lui meisje, wat is dbit nu, sta. toch
gauw op."
..Lui", klonk 'l antwoord, „het is
nog uiet eens licht."
..Niet licht." de beide dames lachten.
„Kijk dan hoe de zon aan den hemel
staat."
„Maar tante, ik zie toch niets."
De moeder werd angstig.
..Ge ziet ons toch wel", zei de laatste,;
terwijl zij het meisje naderde.
..Deze stak de hand uitik raak u
aan. dat voel ik wel. maar ik zie uniet"
„God in den hemel, zij is blind." riep
de moedc-r, terwijl zij' angstig in Yvon
ne's wijd. geopende, maar glanslooze
oogen zag.
Yvonne schrok, op zij opende haar
oogen wijd. wreef ze uit, wendde zich
naar alle richtingen en zei op onuit
sprekelijk droeven toon: „Blind: ik
zal Paul niet meer kunnen zien." Een
zware, verschrikkelijke, verpletterende
stilte volgde.
De moeder bekwam het eerst eenigs-
zins van den schrik
„Het- kan niet." zei zij. ..men kan
niet opeens blind' worden de dokter
zal ons» wel gerust stellen."
Terstond werd een dienstbode uit-
gezonden om.' den dokter te roepen.
Intusschen spanden de beide dames
al haar krachten in om. hoewel zij in
wendig geheel ontstteld; waren, haar
kalmte te bewaren het arme meisje
mocht haar angst niet bemerken.
Zij trachten haar met vriendelijke
woorden gerust te stellen, zij overtuig
den haar bijna dat het niets was. hee-
lemaal niets en dat zij zeer spoedig
weer zou kunnen zien.
Eindelijk kwam de dokter: hij on
derzocht nauwkeurig de schoone blau
we oogen en zei toen luide
„Het is niets, hoor. met enkele was-
schingen zult ge weer even, goed zien
als gisteren 't is alleen erg onaanger
naam, dat de genezing ©enigen tijd zal
kosten .- uw huwelijk moet in elk geval
worden uitgesteld."
Yvonne drukte de hand' van den
gr'jzen man, die diep bewogen was.
„U belooft mij. dokter, dat ik weer
zal kunnen zien Ik ben dus niet voor
goed blind?"
„Geduld maar, geduld." zei de dokter.
Daarop verwijderde hij zich een wei
nig van haar. nam de andere dames
ter zijde en fluisterde: ..'t Is de zwar
te staarde genezing zal zeer moeie
lijk zijn. misschien onmogelijku
mocht ik het niet verbergen, maar ver
zwijgt het voor haar. zij is zoo gevoe
lig, te gevoelig".
Toen de dokter vertrokken was. door
de beide dames uitgeleid, zagen zij el
kaar aan en barstten in schreien uit
„En wat het vreeselijkst is." zei tante,
„hoe bedroefd wij ook zijn wij moeten
ons vroolijk voordoen."
„Wij waren gisteren te gelukkig,"
zei de moeder zacht.
Een oogenblik later kwam de brui
degom; hij had' het ongeluk zijner
bruid reeds vernomen. Zwijgend hoor
de hij uit den'mond van tante Horten-,
Van dezen kant, den gevoeligên kant!
zou ik zeggen, bekeken, moest de poli
tie maar liever het drietal' met rust;
laten en. hun d:e broodwinning niet be-1
lettenhet maakt, zou men zeggen,
weinig verschil of Chrétienni een ker-i
mislied zingt in de Sociëteit Vereen i-
ging of deze straatzanger het buiten
doet op de keien,. Alleen doet Chrétien
ni het zeker mooier.
Maar er is nog een andere kant aan
het geval. Dezelfde liedjeszangers, die
in het centrum van de stad stikken
in hun eigen, noten en er als opgejaag
de herten van, door gaan. zoodra het
welwillend publiek hun toeroept „daar
komt een klabak!" of „daan heb je 'n
stille!", diezelfde zangers verwisselen
in de buitenwijken en in dem omtrek
de schaapsvacht met de wolvenhuid.
Daar vragen ze niet meer, maar eisohen.
Daar tracht d'e man niet meer te ver
bergen, dat hij zooeven in het kroegje
op den hoek, ..een neutje" genomen
heeft daar tcont dc vrouw, dat ze ver
rassende scheldwoorden tot haar be
schikking heeft daar zetten ze beiden
als ze er kans toe zien. den voet, tus-
sclven de deur. Want daar is geen po
litie. Alle beschikbare krachten zijn in
de kermisdrukte geconcentreerd en de
buitenwijken, moeten (ik mag het wel
zeggen nu de kermis bijna voorbij is)
in die week maar op zich zelven, passen.
Dat weten de liedjeszangers wel en
de hardlooper? en dc harmonicaspeler?;
en de jongens met marmotjes. En daar;
ligt d!an ook de reden van het verbod.
Zij worden enkel en alleen van de ker-:
mis geweerd om den overlast, dien ze
den bewoners van de buitenwijken aan-
d'oen.
Maar de lastigsten zijn nog niet de
zangers. Dat zijn de hardloopera, die in
hun verschoten tricots door de straten
rennen, de menschen aanhouden om
een cent, al trippelende, met hen mee-
ocpen en er in 't geheel geen been
inzien, om iemand die deze sport soort
se, wat de dokter had gezegd, en ver
trok toen, belovende dien middag terug
ie zullen komen.
Weemoedig zag zij den jongen maai
na, die met sleependen tred cn neerge
bogen hoofd zich verwijderde.
„Hij hadi haar lief, maar niet zoo
veel. dat hij thans nog haar t,ot vrouw
begeevt," zei de moeder, terwijl zij de
bruidsjaponden sluier en de oranje
bloesems. die op tafel lagen, wegborg.
Het werd middag, het werd drie, het
wc-rd vier uur: zoti Paul nog komen?
Yvóhne zat in een leuningstoel:
„Mama. waar blijft Paul toch. is hij er
vandaag nog niet geweest".
„Ja. kind. van morgen, maar, maar,
je sliep."
„En is hij' toen niet gebleven
Hij moest naar den pastoor om te
zeggen, dat het huwelijk wordt... niet
zal... voorloopig niet zal plaatshebben."
De stem der moeder beefde.
Daar werd gescheld,.
Yvonne sprong op„daar is hij".
„Stil kind, je moet blijven zitten, ik
zal zien". Het was inderdaad1 de brui
degom.
.Yvonne, mijn lieve bruid, ge weet,
hoe ik u lief had; nu gij ziek zijt, be
droefd, nu...houd ik nog meer van u
dan vroeger. Ik zweer u, dat ik een
gced echtgenoot voor u zal zijn wilt
gij nog mijn vrouw worden
Het huwelijk had. plaats, en d'e blin
de jonge vrouw was met haar echtge
noot gelukkig.
Een jaar ging voorbijdaar kwam
een kleine huisgenoot, een lief blond
meisje, dat drie moeders vond' om het
te verzorgen.
Men hoopte nog steeds op de gene
zing van Yvonne de dokter zei, dat
het een zaak van tijd was. hoe lang?
Men wist het niet, maar de hoop maak
te den tijd minder lang.
Op een zomermiddag zat de jonge
moeder in een met kamperfoelie be
groeid prieel. Zij wiegde haar lief meis
je in haar armen, terwijl haar echtge
noot met welgevallen naar haar keek.
De oudere dames waren ijverig bezig
om kousjes voor de kleine te haken.
„Wat is zijl toch. lief." zei de geluk
kige vader, zijn dochtertje over de har
ren strijkendzij lijkt sprekend op haar
moeder, Yvonne, je blonde haren, je
blauwe oogen.
De anderen glimlachten om dit klei
ne bedrog zij was zwart, maar d'e moe
der wilde het zoo graag blond hebben.
Yvonne hief het kind op tot voor
haar gelaat en trachtte de oogen daar
op te vestigen.
Opeens riep zij uit„Leugenaar, je
ziet zoo goed als ik dat zij zwart is."
Haar gezicht was teruggekomen.
Let?®--®** e- Kun«$
Jacob Maris.
Da begrafenis van Jacob Maris, is
tbaos vastgesteld op Woerii&ag ».s.
Depuliuiën van ral van schilder
kundige genootschappen en kringen,
o.&. van Amsterdam en Rotterdam;
zullen bii de plechtigheid tegenwoordig
zyD. Daartoe aan te wyzeri verlegen
wGordigers van „Puichri Studio"
zullen de slippen van het lijkkleed
dragen. De president W. H. Mesdag
zal een lybre-ie bonden.
„Eigen Haard" bevat deze week een
vervolg Aan bet geïllustreerde artikel
over de Historiscb-GeneeskunUige
Tentoonstelling te Arnhem een re
productie naar de schilderij van Friant,
„Worstelen"; en een opstel over de
Havenwerken van Amsterdam, door
W. Toose, inet verschillende afbeel
dingen naar phutographische opnamen.
Gerr*wad
Een pjjaiijk iDCid-ent.
Een der liberale afgevaardigden, de
heer Hedderwick, interpelleerde mi
met met zijn bijdrage steunen wil, uit
te maken voor alles wat. leelijlk is. Ver
trouwende op de gewiektheid van hun
voet, zooaJs d'e dichter zeggen zou, war-
gen ze zich. op de drukste punten, jai
tot zelfs in de onmiddellijke nabijheid
van het politiebureau en de politieman,
die hen vatten wil, doet allicht dezelf
de ervaring op als de inspecteur, die
verleden jaar het tricot van den hard
looper in de hand: hield-, terwijl de hard
looper zelf er in een tien kilometer-
I vaartje van door ging.
De overlevering en de registers van
de justitie verhalen, dat er onder deze
hardloopea's menigeen is, die de lands
wetten niet al. te best kent en zoo nu
en dan, het eigendom van anderen in
zijjn eigen; zak steekt.
Maar overigens, wat een bestaan
'Altijd achterna gezeten door de politie
als een soort vam gevaarlijk dierren
nende in de zomerzon, in zweet en stof
afgesnauwd dor dé menschen J gemin
acht door ieder, die met nuttig werk
i zijn kost verdient en dat alles ter wille
van een schraal broodjewaarlijk, met
veel minder inspanning en angst zou
den deze harddra vers op t wee been en
een veel gemakkelijker leven kunnen
hebben, wanneer ze zich maar aan ge-
regelden arbeid konden gewennen.
't Is waar, schatten zoud'en ze dan.
evenmin verdienen, maar dat voorrecht
hebben, maar heel enkele stervelingen.
De groote geld winner op de kermis is
Tewe. Er gaan over de dubbeltjes, die
hij in de wacht- sleept, bijna, ongeloof
lijke verhalen.Bijvoorbeeld dat hij- ver-I
leden jaar zesduizend gulden schoon,
dat wil zeggen na aftrek van staangeld, j
van onkosten, heeft overgehouden.
Knapper rekenmeesters dan ik hebben
becijferd, dat hij in een uur. wanneer de
caroussel vol is, kan ontvangen f 6IÖ.
Gaat men dat nu vermenigvuldigen
met het aantal uren dat hij draait,
dan komt men tot duizelingwekkende
sommen de lezer moet het zelf maar
nister Chamberlain dezer dagen in het
Lagerhuis over de Sierra- Leone aange
legenheden. Hy verweet deo minister
dat by langen tyd het rapport van
sir David Chalmers, den commissaris,
die op grond van zyn onderzoek der
regeering en der administratie van de
kolonie harde waarheden te slikken
bad gegeven, bad achtergehouden e'n
ren slotte dit stuk zelf iu de pers
had bestreden.
Sir David Chalmers, een magistraat
die iu Engeland hoog aanzien geniet,
die het beste deel van zyn leven aan
Afnka's Westkust had doorgebracht
en met dit onderzoek was belast door
de Regeering, zou dus opgeofferd en
verloochend zyn door een minister die
tot eiken prys zijn administratie wilde
redden.
Minister Chamberlain stond op om
te antwoorden. Hij bracht hulde aan
den persoon van Sir David maar brak
zyn onderzoek af. Terwijl hy sprak,
gaf zyn zoon Austin aan den heer
Buifour een briefje, om dat aan zyn
vader te geven, wanneer by ©ven
poosde. Maar Chamberlain sprak
maar altijd door en hield niet op,
totdat do interpellant hem in de rede
viel. De minister zette zich, nam het
briefje aan en las het. Zeer bleek
stond bii op en deelde mede: „Sir
David Chalmers is zoo juist overle
den." De bespreking werd oogecbiik-
telyk gestaakt.
Een Internationaal geschil?
Dinsdagavond zag de Eogelsche ka
nonneerboot „Led?," üo Fransche vis-
scherssmak, „L'Etoile de la Mor" van
Boulogne op auderha! re mijl afstands
van Dungeness,dus iD Engelscis water,
visschen. De Leda stoomde dichtbij
en men r iep de smak in bet Fransch
toe, dat zij mee moest. De Franscii-
mau stoorde er zich niet. aan en zeilde
weg. Daarop volgde een jacht van de
Leda op de smak die een twee uur
geduurd heeft. Oöderwyl liet de offi
cier der Leda met los kruit schieten
uit een kanon eu met bet geweer. Toen
ook dat uiet hielp liet bij eenige man
schappen met scherp uit geweren in
het tuig schieton om de zeilen te be
schadigen. Volgens den Engelsclien
luitenant, gebeurde dat op ongeveer
30 yards afstand, volgens den visscher
op de Etoile op twee yards. Eindelijk
draaide de smak by. 't B!e>' k loon, dat
de roerganger, een jongeman van ue-
gentieo, door het hoofd geschoten was.
By het elektrische zoeklicht was het
ook moeilijk senieten geweest. Dei
Fransche visscher beweerde voor den
coroner, dat l ij de seinen en scnoteu
uitgelegd bad alstebeteekcnen.dat
hjj weg moest gaan. Hy werd ver
ootdeeld tot 10 p. st. boete wegens
visscheu in verboden water en 5 p. st.
wegens poging oui te ontsnappen. Bo
vendien wordt zyn tuig vernietigd.
De Amerikanen op de
Philippij tien.
Het gaat den Amerikanen op ds
Pruhppyiioo hoe langer hoe slecht r.
De „Voss. Ztg." ontvangt uit Hong
kong o er den sta>.t vau zaken op de
Philippijnen. e-in brief die welbcht
wat pessimistisch is, om geen ar> Ier
woord te gebruiken, maar die <lau
ook deu toestand wel zoo ellendig
mogelijk voorstelt. Over de bewegin
gen der Amerikaaosche troepen heet.
het in dit schrijven, dat, 'leze zich
meest „achterwaarts concentreuren".
De Amerikanen probeeren een Arne-
rikanistische part, to. vormen onder
de Philippiuos,maar deze vindt slechts
aauhaugers ouder eenige notabelen ie
Manilla, die het .altyd met -edereo
overneerscher eens geweest zijn, vroe
ger ook met de Spanjaardenuit de
dienaren dezer heerenuit de bewoners
van i:et kleine plaatsje Makabebe,
dat Aguinaldo eens in brand heeft ge
stoken ouuiat de bewoners bet met
de Spanjaarden hielden en uit de oor
spronkelijk Spaansche geestelijk beid
eens uitrekenen, en al spreekt het
van zelf. d'at de caroussel niet altijd vol
is. even duidelijk is het, dat het Tewe-
vak. heel wat voordeel iger is. dan bij
voorbeeld' de sehoenlapperij of d'e gar-
nalenvisscherij.
Misgunnen we hem die zoete winsten
nietAfgunst is altijd een groot kwaad,
maar vooral en allermeest in kermistijd.
Maar ook buiten den kermistijd is» er
nog wel geld te verdienen en niet het
minst in vakken, die met- kermis- en-
ander e pret al heel weinig hebben uit
te staan. Ziekenfondsen, begrafenis
fondsen, levensverzekeringen verzekeren
veelal den aandeelhouders een behoor
lijke rente van hun kapitaal. De Haar-
lèmsche begvafenisbossen. maken geen
uitzondering op den regel. De meesten
zijn in vorige eeuwen opgericht door
wat we tegenwoordig lijkbezorgers noe
men en daar de tarieven blijkbaar hoog
genoeg genomen warenis het kapitaal,
dat hier en daar ontstond, allengs aan
gegroeid, zoodat. naar ik me heb laten
vertellen, er wel van deze stichtingen
zijn. die zich in 't bezit van een kapi
taal van ander halven ton gouds mogen
verheugen. Uit het gemeenteverslag is
dat niet na te zien, maar wel kan men
er uit gewaar worden, dat de rekening
er niet slecht bijstaat. De Vrijwillige
Liefdebeurs bijvoorbeeld' brengt onder
hare uitgaven een post bel egging vain
gelden van 23.800, en sluit hare re
kening met een, voord'eelig saldo van
f 2566.88. Aan rente van kapitalen
boekt zij een som van f 9081.82. De
Haarlem9che Begrafenis-societeit ver
meldt daarvoor slechts f 3647.50, wat
evenwel nog een aardig bedrag is wan
neer men nagaat, dat- d'e kapitalen van
deze bossen natuurlijk niet in specula
tive fondéen mogen worden belegd,
maar in solide papieren of in hypothe
ken. die maar een lage rente geven.
Misschien komt het dan ook door
den gunstigen toestand van de geldmid
delen. dat de 'directeur van deze bosr
die ouder Amerikaanscne heerschappij
huooe goederen terug hopen ie krij
gen. Ja, en dan nog uit de kroegba
zen. Want deze briefschrijver uit
Hougkoug maakt de liefelijke opmer
king dat de Amerikanen druk bezig
zyu de dronkenschap in te voeren iu
hun nieuwe bezitting. „Dat is het
eenige besckavingssucces dat Uncle
Sam in zyn jongste kolonie heeft."
Als dat zoo doorgaat zal er nog
eens eeu tyd komen, dat Amerika aan
Spanje verzoekt, toch alsjeblieft maar
weerde Philippijnen terug te nemeu.
De Mormonen.
Erg prettig schijnen de Mormonen
het tegenwoordig in Amerika niet te
hebbeu. Vooral in de staten Tennessee
en Kentucky met, waar de bevolking
verklaart genoeg te hebben van deze
„ODgebonden booswichten". Vete hun
ner bedehuizen werden deu laatstee
tyd door hel volk vernieldde be
stormers waren zoo verstandig de
gebouwen niet in brand t.e steken,
want dan hadden de assurantie-maal
schappijen -'e schade vergoed. Do
leiders der Mormonen werden geStée-
uigd vu m Carier-courny (Kentucky)
werden twee der ouderlingen Trurnac
en Soow, byiia gehangen. Reeds had
men hun net tuuw om den hals ge
slagen en zou men hen aan een boom
ophalen, toen Trom ar:, ra heel wat
gesmeek, iu de gelegenheid werd ge
steld nog iets te zeggen. Hij verklaarde
toen in een welsprekend betoog dat
hij uit Kentucky geboortig was en
dus smeekte hy zyn landgeriooteu hem
te sparen. De menigte stemde ten
slotte toe, toch drong er op aan. dat
de andere ouderling, Saow, die erkende
Diet uit Kentucky te komen, zou
worden gehangen. Truman echter
weigerde toen bevrijd te wordon nooit
zei de hy, was het. gebeurd dat een
man uit Kentucky zijn kameraad iu
den steek bad ^eiaten. Dit streelde
de ijdelheid van de menigtezij n em-
de hem toea een goed zoon van Ken
tucky en liet beide ouderlingen vrjj,
op voorwaarde dat zy den Staat zouden
verlaten.
Niettemin worden do gouverneurs
vau alle zuidelijke staten door de
Mormonen overstroomd met adressen
om bescherming en het. hoofd een er
ryke secte heeft iOOü dollars uitgeloofd
voor hem door wiens getuigenis een
ieder zal gestraft worden, die een
Mormoon mishandeld heeft. De kerk
zal 10,000 dol'ars ter he-clHkkuig
steilea oui de ouderlingen ie bescher
men.
Ftufcrieis vooï* föamess.
Palmen zoowel als varens zijn tegen- j
woordig zeer gewilde kamerplanten en
er zijn vele huisvrouwen, die er een
eer in stellen haar planten een zoo
frisch mogelijk aanzien tc geven.
Palmen genieten over 't algemeen
de voorkeur. Ofschoon kostbaarder dan
varens, zijn ze die meerdere uitgaven
wel waard, want bij eene zorgvuldige
behandeling spannen zij, vergeleken met
alle andere kamerplanten, de kroon.
Mi schien zijn de volgende wenken ten
opzichte van die kamerplant u welkom
In de eerste plaats gaan palmen dik
wijls zeer achteruit, doordat zij voort
durend in donkere gangen of kamers
staan. Zij moeten in het volle licht
geplaatst worden, maar vooral niet in
een heete zon.
Men moet er aan denken, dat, of
schoon. getemperd zonnelicht den paljn
doet opleven en versterkt, sterk zonne
licht van zeer nadeeligen invloed op de
hei-der groene kleur der bladeren is.
Het is uitstekend de bladeren van de
plant dagelijks met lauw water af te
sponzen en ze eeus of tweemaal per
week in den tuin te brengen om ze
daar te begieten.
Natuurlijk moet men daarbij oordeel
kundig te werk gaan en alleen dc plan
ten goed van water voorzien, wanneer
zij toon en het noodig te hebben.
sen. in weerwil van het sombere doel
van hunne instellingen, de wekelijksche
bijeenkomsten gewoonlijk met opgewekt
heid bezoeken. Zij oefenen dan ook in
zooverre nog invloed op de maatschap
pelijke toestanden uit (buiten hun ei
genlijk doel om), clat ze liet vrijwel on
mogelijk maken om op Zaterdag een
vergadering te houden, of een concert
of voorstelling te geven. De Zaterdag
is de bosavond en er moet lieelwaf ge
beuren. vóórdat de Bosjesman, zooals
dircteur van deze bossen met lakens
waardige oneerbiedigheid genoemd wor
den. er toe kunnen komen, dien avond
voor iets ande®s( te besteden. Ieder, die
een Bes j'. -. man, onder zijn familie of
kennissen heeft, weet dat bij ondervin
ding. Het weer negeert hij- absoluut,
't Mag stormen als een orkaan, regenen
dat het- giet en vriezen, dat het kraakt
de Bosjesman gaat naar zijn bos. tot
heil van de mensehheid. Verjaardagen'
in zijn gezin waardeert hij hoog. maar
wanneer ze op Zaterdag vallen daalt,
al zegt hij het niet. de thermometer
van zijn vreugde ettelijke graden.
De Bosjesman is over het algemeen
een handelbare diersoort. Hij sluit zich
gemakkelijk bij zijn mede-Bosjesmannen
aan en waar we in 't dagclijksch leven
elkaar hoogstens bij den achter naam
noemen, maar ook wel het stijve mijn
heer gebruiken, daar is die bos een soort,
van republiek van, vrijheid', gelijkheid'
en broederschap en Jant, Piet, Keest
en Klaast men er tegen elkander op
los met een ongedwongenheid, waaraan
zelfs een belangrijk verschil in leeftijd
geen afbreuk kan doen. Misschien ligt
daar het geheim van de aantrekkelijk
heid der Bosvergaderingen voor de in-
gewijdten.
Knorrige, lastige, ruziemakende men
sehen kunnen, dan ook in een Bos niet
geduld worden. Wouter, die ai jaren
lang op een vacature aast, zal dan ook
ik zeg het u in vertrouwen nooit
in aanmerking komen. Examens zijn-
Wanneer men de palmen pas ont
vangen heeft moeten zij gepot worden,
terwijl de aarde zooveel mogelijk aan
de wortels blijft zitten. Neem vooral
een grooten pol en zoo diep mogelijk;
de wortels van bijna alle palmen groeien
naar beneden en spreiden zich niet in,
de breedte uit, zoodat het zeer aan tö
hevelen is d'e pot tweemaal zoo diep, als
wijd te maken. De palmen moeten in.
een goed poreusen pot staan, in voch
tige aarde kunnen zij niet gezond blij
ven. Leg bij het overplanten drie of
vier stukjes houtskool of potscherven
onder in den pot en daarover heen wat
mos cf eenige andere vezelaeluigc stof,
zoodat het onmogelijk is, dat de aarde
onderaan te vochtig wordt.
Leg daarover heen een laagje aaide,
zet den palm er in en vul hem rondom)
met aarde, begiet de palm) en plaats
hem in een helder licht, doch niet in
de zon. Laat hem. daar iets langer dan
een week staan.
Als de palmein eenmaal hun vaste
plaats gekregen hebben geef ze dan geen
water voordat d® oppervlakte der aarde
droog ziet en aan de kanten van den,
pot begint af te wijken; geef dan zoo
veel water, dat de aarde keelemaal voch
tig wordt, maar laat er niets van het
overvloedige water in blijven. Begiet
ze ten slotte eens per week nog beter
om den anderen dag; neemt- dat wat-
veel tijd dan moet toch vooral de gere
gelde afsponzing van de bladeren niet
vergeten worden. Een heldere, zachte
spon9 moet men gebruiken, opdat men
vooral de bladeren niet beschadigd.
Op deze manier behandeld, zal de
palm vrij blijven van kleine witte wor
men. die soms de aard© besmetten.
Is» de palm eenmaal daaraan lijdende,
dan is het zeer aan te raden de* plant
eens of herhaaldelijk met kalkwater te
begieten.
Planten moeten niet vaker dan eens
in de twee jaar verpot worden. Eens of
tweemaal per jaar moet de 'bovenste
aarde' vernieuwd worden, zonder de
wortels ©enigszins te beschadigen. Het
is zeer aan tc bevelen iedere maand
wat mest aan de aard© toe te voegen.
RECEPTEN
FLENSJES.
Zes eieren flink kloppen, een half pond
b'oem aanmengen met wat melk en
heel weinig zoutdaaruit bakt men
16 flensjes.
CHOCOLADE-PUDDING.
Acht lepeltjes chocolade worden ge
kookt met twee kopjes waterde
dooiers van vier eieren worden geklopt
met een ons suikerde chocolade en de
geklopte eierdooiers door elkaar ge
roerd. dan stijf gemaakt met 2 lood ge
latine in 2 kopjes warm water opgelost
door dat alles wordt het eiwit geklopt.
INGEZONDEN MEDEDEfi-
LING EN.
30 cent-» per regel.
Denk er om dat
genezing bieden voor
PIJNEN, VERSTUIKINGEN, of KNEUZINCEH.
Zij worden in di gelieele beschaafde wereld
verkocht. Als huismiddel tegen alle
KWALEN en PIJ.iLIJKE AANDOENINGEN
zijn ALLCOCK'S PLEISTERS de beste.
Bij alle Apothekers verkrijgbaar.
Belangrijk nt.iUu r.n. ,u SM lm.
Oetuigachri.-t Aksti i i>mi. i He i-, i.
lioogllcllt.MUl nr. pj O, If. COKKV. S. CtoMll.
gentCentraal Apotheek, Lange houtstraat.
Groote Houtstraat 24.
OUDSTE HUIS IN
ZijdenstofFen en Dames-
fournituren.
Steeds liet nieuwste voorhanden.
Toupnures,
in 12 soorten.
H. J. VISSER.
voor d'e betrekking niet noodig. Qua
drilleeren, whisten, omberen en trekjes
spelen, kennen de meeste candidaten cn
anders leeren ze het wel. Maar waar
wel scherp op gelet wordt, dat is op
soliditeit en moraliteit. Als ik Bosjes
man was (wat helaas liet geval niet is)
dan zou ik die qualiteit op mijn visite
kaartje vermelden. En den kiesver-
eenigingen. die eeuwig en. altijd hunne
candidaten zoeken onder hunne voor
zitters, secretarissen of andere bestuurs
leden. zou ik willen toeroepen „zoekt
voortaan liever in het Bos..." ik bedoel
„in de Boesent"
Wanneer de kermis afgeloopen is,
hebben we een week om uit te blazen
en beginnen dan weer aan de Raacts-
verkiezerij. Behaalt dan wat niet
onwaarschijnlijk is niemand dade
lijk de volstrekte meerderheid, dan
gaan weer aan de herstemming. Het
begint vervelend, te worden. Maar toch,
als rechtgeaard burger, snelle elk naar
de stembus! Het.doet er wel niemen
dal toe, of we belasting moeten beta
len. tengevolge van Jans voorste! of
van Piets denkbeeld, maar het is toch
een aangenamer gewaarwording, wan
neer Piet het doet, dien we zelf hebben
helpen kiezen, dan Jan, dien we er uit
hebben willen houd'en.
Een examen bestaat voor Raadscan-
dida-ten al evenmin als voor dc Bosjes
mannen. Zelfs schrijft do wet niet voor,
dat. een Raadslid een fatsoenlijk man
nio-.t zijn in de Bossen is dat een ijze
ren regel. In zoover staan de Bossen
dus boven een Gemeenteraad. Mocht
de lezer dit opvatten als een zachte
wenk. dat ik dezen keer geen Candi
da tuur voor den Raad wensch. dan
heeft hij 't bij 't rechte einde. Ik zeg dit
maar. vóórdat men vergeet mij een
candidatuur aan te bieden.
FIDELIO.