ALLCOCK'S PLEISTERS sell en hebben op "t eerste gezicht veel van een samenstelling van zeeplanten." Ten slotte over de expeditie zelve. ..Wij bevinden ons thans 18 Juni vóór Dongala. Ook de gouverneur van Makassar is met de „Zwaan" hier om zijne inspectiereis te doen. Eenige •dagen geleden waren wij te Samarinde om kolen in te nemen. Hoewel! de ko- k'iuiiimen nog lang niet ledig waren, moest er toch nieuwe voorraad bij, want, de veis gaat nu naar de Philippijnen. •dan naar Menado, Ambon, Ternate en natuurlijk ook over de omliggende kTei- ■nc eilanden Gisteravond werd, van Koet ei of Samarinda naar Dongala gaande, een iooding gedaan en bevon den, dat de diepte 2400 M. ia Bij de monding van de Mahakan kregen wij een loods aan boord, om de „Siboga" naar ^e kolenloods te brengen. Kolen- loods zeg ik daar. maar 't is eigenlijk een kolenmijn, want de kolen worden zoo uit de bergen met lorries naar het schip vervoerd. De huisjes aan de ri vier zijn op vlotten gebouwd. Wij, heb ben er een zien afdrijven, 't was zeker een verhuispartij, en cm rooi-regle- men kennen ze hier zeker niet." Het was een mooie zomeravond. In een schaduwrijke laan wandelden 3angzaam naast elkaar voort een brui degom en een bruid, sprekende over hei geluk, dat hun overmorgen wachtte, wanneer zij vóór het altaar voor altijd zouden worden vereenigd. Achter hen kwamen twee vrouwen, de moeder en de tante vau de jonge bruid, die er met haar vroolijk gelaat, omgolfd door blonde lokken, zoo geluk kig uitzag. Dc beide oude dames spraken over het verleden, vele oude herinneringen oproepende, nu zij zoo dicht bij den dag waren, die van hun kind een vrouw ■zou maken. Bij deze gedachte deed een •diepe ontroering ook hun stem beven. De moeder van Yvonne, reeds vroeg weduwe geworden, en haar zuster, tan- Ie Hortense. hadden twintig jaren door gebracht in onafgebroken zorg voor het meisje, dat hun eenige liefde was; zij [hadden, het gekoesterd, vertroeteld, ver wend naar hartelüst. Al die twintig jaren hadden zij te zamen in innige genegenheid geleefd op de aardige villa, waaruit overmor gen het meisje zou vertrekken. In dit huis hadden zij allerlei lief en allerlei leed ondervonden. En thans, om zich te1 troosten over het verlies van Yvon ne. hoopten zij reeds op den dag. waar op zij een lief klein kindje zouden mo gen verzorgen en wiegen onder hetzelf de lommer, waaronder ook Yvonne haar jougd ha dl doorgebracht. Bij de droefheid over de naderende scheiding kwam de vreugde over het geluk, dat het meisje ten deel zou val len. Zij had hem lief en hij haar even zeer de toekomst scheen zonder eenige schaduw. Tante Hortense was zenuw achtig en sprak zender ophouden, en haar zuster, evenals zij door herinne ringen bestormd, kon daar ook niet van zwijgen. Zoo wandelden allen, het hart meer dan vol van allerlei gedachten, voort. Daar sloeg de klok tien uur. helder klonk het geluid door de stille lucht. „Som Yvonne," riep tante, „wij, zul len Paul tot aan liet hek begeleiden, en dan gaan wij naar huis. Ge moet morgen frisch, zijn." „Tot overmorgen," zei Paul zacht, „en dan voor altijd te zarnen." Toen de twaalf slagen van midder nacht door de stilte weerklonken, zat Yvonne nog aan het venster van haar vertrek te peinzen. Slapen kon zij niet zij dacht aan de toekomst. Alles in den omtrek was rustig. Onbeweeglijk hingen de bladeren der boomen. ge sloten sliepen de bloemen. D'e vijver «««rletRiner ialleijes- Lett Zaterdayaiwidiiraotj CCCIXC. De electri9che tram, die de bloemen markt al van het Spaarne naar de Gasthuisvest had gejaagd, heeft ook de kermis van de Turfmarkt verdreven. Wie soms gevreesd mocht hebben, dat! er nu geen ruimte voor de kermis we- zen zou, heeft zich vergist. Er gaan veel makke schapen in een hok en de kermisklanten, al zien ze er soms wat tanig uit, zijp, van nature zooal geen schapen, dan toch handelbare men- sclien Dit pleit voor hun, goed hart. Vooral toon en, ze zich handelbaar te- gviiover de autoriteiten. Dit pleit voor hun gezond verstand. Zooals ieder leger zijn nasleep heeft, die niet op d'e rol staat, zoo heeft ook elke kermis een gevolg, dat er niet aan behoorde ie wezen. Het zijn de hard- loopers, de 1 icdj esza ngsters en zangers, de jongens met marmotjes en andere dieren. De politieverordening verbiedt ze uitdrukkelijk en de politie zit hen na waar ze kan. maar dat belet lien volstrekt niet, om ieder jaar alg het kermis is, weer getrouw op het aligne ment te verschijnen. Op zichzelf heb ik ti'gen, d'e kunstverrichtingen van die menschen in 't geheel niets. Wanneer} je op straat een man ziet staan, met ■con blauwen neus en waterige oogen, •die een kermisliecl zingt met een schor re stem, geaccompagneerd door de ge-1 barsten «opraanstem van een blceke vrouw die, met een vaal kind in haar ■omslagdoek, meteen do centen ophaalt, dan is het moeielijk een antwoord te geven op de "raag. wie het meest me delijden noodig heeft de man. die blijkbaar aan den drank is. de vrouw die er zoo armelijk en uitgeput uitziet, of lift. 'kind. dat in zoo'n zwervend le ven moet opgroeien. blonk als een zilveren spiegel en de flikkerende sterren schenen als zoovele oogen vriendelijk op het jonge meisje i neer te zien. Zoo zat zij te droomen. totdat de maan verbleekte en de sterren een voor oen verdwenen, de hemel in 't Oosten heldlër werd en zich een lichtpaarse streep aan den horizont vertoonde. Het werd reeds weer morgen. „Vreemd," zei zij biji zich zelve ,,'t of ik een waas voor mijn oogen heb ik kan niet goed zien ik heb zeker kou gevatik zal 't maar niet aan tante vertellen wat zou zij knorren." Het werd morgen, het werd dag, acht uur. negen uurnog was Yvonne niet verschenen. Steeds onrustiger liepen de beide ou de dames heen en weer, op haar te wachten. „Zou zij nog niet klaar zijn Eindelijk gingen ze naar boven ze schrokken, ze sliep nog. „Lui meisje, wat is dbit nu, sta. toch gauw op." ..Lui", klonk 'l antwoord, „het is nog uiet eens licht." ..Niet licht." de beide dames lachten. „Kijk dan hoe de zon aan den hemel staat." „Maar tante, ik zie toch niets." De moeder werd angstig. ..Ge ziet ons toch wel", zei de laatste,; terwijl zij het meisje naderde. ..Deze stak de hand uitik raak u aan. dat voel ik wel. maar ik zie uniet" „God in den hemel, zij is blind." riep de moedc-r, terwijl zij' angstig in Yvon ne's wijd. geopende, maar glanslooze oogen zag. Yvonne schrok, op zij opende haar oogen wijd. wreef ze uit, wendde zich naar alle richtingen en zei op onuit sprekelijk droeven toon: „Blind: ik zal Paul niet meer kunnen zien." Een zware, verschrikkelijke, verpletterende stilte volgde. De moeder bekwam het eerst eenigs- zins van den schrik „Het- kan niet." zei zij. ..men kan niet opeens blind' worden de dokter zal ons» wel gerust stellen." Terstond werd een dienstbode uit- gezonden om.' den dokter te roepen. Intusschen spanden de beide dames al haar krachten in om. hoewel zij in wendig geheel ontstteld; waren, haar kalmte te bewaren het arme meisje mocht haar angst niet bemerken. Zij trachten haar met vriendelijke woorden gerust te stellen, zij overtuig den haar bijna dat het niets was. hee- lemaal niets en dat zij zeer spoedig weer zou kunnen zien. Eindelijk kwam de dokter: hij on derzocht nauwkeurig de schoone blau we oogen en zei toen luide „Het is niets, hoor. met enkele was- schingen zult ge weer even, goed zien als gisteren 't is alleen erg onaanger naam, dat de genezing ©enigen tijd zal kosten .- uw huwelijk moet in elk geval worden uitgesteld." Yvonne drukte de hand' van den gr'jzen man, die diep bewogen was. „U belooft mij. dokter, dat ik weer zal kunnen zien Ik ben dus niet voor goed blind?" „Geduld maar, geduld." zei de dokter. Daarop verwijderde hij zich een wei nig van haar. nam de andere dames ter zijde en fluisterde: ..'t Is de zwar te staarde genezing zal zeer moeie lijk zijn. misschien onmogelijku mocht ik het niet verbergen, maar ver zwijgt het voor haar. zij is zoo gevoe lig, te gevoelig". Toen de dokter vertrokken was. door de beide dames uitgeleid, zagen zij el kaar aan en barstten in schreien uit „En wat het vreeselijkst is." zei tante, „hoe bedroefd wij ook zijn wij moeten ons vroolijk voordoen." „Wij waren gisteren te gelukkig," zei de moeder zacht. Een oogenblik later kwam de brui degom; hij had' het ongeluk zijner bruid reeds vernomen. Zwijgend hoor de hij uit den'mond van tante Horten-, Van dezen kant, den gevoeligên kant! zou ik zeggen, bekeken, moest de poli tie maar liever het drietal' met rust; laten en. hun d:e broodwinning niet be-1 lettenhet maakt, zou men zeggen, weinig verschil of Chrétienni een ker-i mislied zingt in de Sociëteit Vereen i- ging of deze straatzanger het buiten doet op de keien,. Alleen doet Chrétien ni het zeker mooier. Maar er is nog een andere kant aan het geval. Dezelfde liedjeszangers, die in het centrum van de stad stikken in hun eigen, noten en er als opgejaag de herten van, door gaan. zoodra het welwillend publiek hun toeroept „daar komt een klabak!" of „daan heb je 'n stille!", diezelfde zangers verwisselen in de buitenwijken en in dem omtrek de schaapsvacht met de wolvenhuid. Daar vragen ze niet meer, maar eisohen. Daar tracht d'e man niet meer te ver bergen, dat hij zooeven in het kroegje op den hoek, ..een neutje" genomen heeft daar tcont dc vrouw, dat ze ver rassende scheldwoorden tot haar be schikking heeft daar zetten ze beiden als ze er kans toe zien. den voet, tus- sclven de deur. Want daar is geen po litie. Alle beschikbare krachten zijn in de kermisdrukte geconcentreerd en de buitenwijken, moeten (ik mag het wel zeggen nu de kermis bijna voorbij is) in die week maar op zich zelven, passen. Dat weten de liedjeszangers wel en de hardlooper? en dc harmonicaspeler?; en de jongens met marmotjes. En daar; ligt d!an ook de reden van het verbod. Zij worden enkel en alleen van de ker-: mis geweerd om den overlast, dien ze den bewoners van de buitenwijken aan- d'oen. Maar de lastigsten zijn nog niet de zangers. Dat zijn de hardloopera, die in hun verschoten tricots door de straten rennen, de menschen aanhouden om een cent, al trippelende, met hen mee- ocpen en er in 't geheel geen been inzien, om iemand die deze sport soort se, wat de dokter had gezegd, en ver trok toen, belovende dien middag terug ie zullen komen. Weemoedig zag zij den jongen maai na, die met sleependen tred cn neerge bogen hoofd zich verwijderde. „Hij hadi haar lief, maar niet zoo veel. dat hij thans nog haar t,ot vrouw begeevt," zei de moeder, terwijl zij de bruidsjaponden sluier en de oranje bloesems. die op tafel lagen, wegborg. Het werd middag, het werd drie, het wc-rd vier uur: zoti Paul nog komen? Yvóhne zat in een leuningstoel: „Mama. waar blijft Paul toch. is hij er vandaag nog niet geweest". „Ja. kind. van morgen, maar, maar, je sliep." „En is hij' toen niet gebleven Hij moest naar den pastoor om te zeggen, dat het huwelijk wordt... niet zal... voorloopig niet zal plaatshebben." De stem der moeder beefde. Daar werd gescheld,. Yvonne sprong op„daar is hij". „Stil kind, je moet blijven zitten, ik zal zien". Het was inderdaad1 de brui degom. .Yvonne, mijn lieve bruid, ge weet, hoe ik u lief had; nu gij ziek zijt, be droefd, nu...houd ik nog meer van u dan vroeger. Ik zweer u, dat ik een gced echtgenoot voor u zal zijn wilt gij nog mijn vrouw worden Het huwelijk had. plaats, en d'e blin de jonge vrouw was met haar echtge noot gelukkig. Een jaar ging voorbijdaar kwam een kleine huisgenoot, een lief blond meisje, dat drie moeders vond' om het te verzorgen. Men hoopte nog steeds op de gene zing van Yvonne de dokter zei, dat het een zaak van tijd was. hoe lang? Men wist het niet, maar de hoop maak te den tijd minder lang. Op een zomermiddag zat de jonge moeder in een met kamperfoelie be groeid prieel. Zij wiegde haar lief meis je in haar armen, terwijl haar echtge noot met welgevallen naar haar keek. De oudere dames waren ijverig bezig om kousjes voor de kleine te haken. „Wat is zijl toch. lief." zei de geluk kige vader, zijn dochtertje over de har ren strijkendzij lijkt sprekend op haar moeder, Yvonne, je blonde haren, je blauwe oogen. De anderen glimlachten om dit klei ne bedrog zij was zwart, maar d'e moe der wilde het zoo graag blond hebben. Yvonne hief het kind op tot voor haar gelaat en trachtte de oogen daar op te vestigen. Opeens riep zij uit„Leugenaar, je ziet zoo goed als ik dat zij zwart is." Haar gezicht was teruggekomen. Let?®--®** e- Kun«$ Jacob Maris. Da begrafenis van Jacob Maris, is tbaos vastgesteld op Woerii&ag ».s. Depuliuiën van ral van schilder kundige genootschappen en kringen, o.&. van Amsterdam en Rotterdam; zullen bii de plechtigheid tegenwoordig zyD. Daartoe aan te wyzeri verlegen wGordigers van „Puichri Studio" zullen de slippen van het lijkkleed dragen. De president W. H. Mesdag zal een lybre-ie bonden. „Eigen Haard" bevat deze week een vervolg Aan bet geïllustreerde artikel over de Historiscb-GeneeskunUige Tentoonstelling te Arnhem een re productie naar de schilderij van Friant, „Worstelen"; en een opstel over de Havenwerken van Amsterdam, door W. Toose, inet verschillende afbeel dingen naar phutographische opnamen. Gerr*wad Een pjjaiijk iDCid-ent. Een der liberale afgevaardigden, de heer Hedderwick, interpelleerde mi met met zijn bijdrage steunen wil, uit te maken voor alles wat. leelijlk is. Ver trouwende op de gewiektheid van hun voet, zooaJs d'e dichter zeggen zou, war- gen ze zich. op de drukste punten, jai tot zelfs in de onmiddellijke nabijheid van het politiebureau en de politieman, die hen vatten wil, doet allicht dezelf de ervaring op als de inspecteur, die verleden jaar het tricot van den hard looper in de hand: hield-, terwijl de hard looper zelf er in een tien kilometer- I vaartje van door ging. De overlevering en de registers van de justitie verhalen, dat er onder deze hardloopea's menigeen is, die de lands wetten niet al. te best kent en zoo nu en dan, het eigendom van anderen in zijjn eigen; zak steekt. Maar overigens, wat een bestaan 'Altijd achterna gezeten door de politie als een soort vam gevaarlijk dierren nende in de zomerzon, in zweet en stof afgesnauwd dor dé menschen J gemin acht door ieder, die met nuttig werk i zijn kost verdient en dat alles ter wille van een schraal broodjewaarlijk, met veel minder inspanning en angst zou den deze harddra vers op t wee been en een veel gemakkelijker leven kunnen hebben, wanneer ze zich maar aan ge- regelden arbeid konden gewennen. 't Is waar, schatten zoud'en ze dan. evenmin verdienen, maar dat voorrecht hebben, maar heel enkele stervelingen. De groote geld winner op de kermis is Tewe. Er gaan over de dubbeltjes, die hij in de wacht- sleept, bijna, ongeloof lijke verhalen.Bijvoorbeeld dat hij- ver-I leden jaar zesduizend gulden schoon, dat wil zeggen na aftrek van staangeld, j van onkosten, heeft overgehouden. Knapper rekenmeesters dan ik hebben becijferd, dat hij in een uur. wanneer de caroussel vol is, kan ontvangen f 6IÖ. Gaat men dat nu vermenigvuldigen met het aantal uren dat hij draait, dan komt men tot duizelingwekkende sommen de lezer moet het zelf maar nister Chamberlain dezer dagen in het Lagerhuis over de Sierra- Leone aange legenheden. Hy verweet deo minister dat by langen tyd het rapport van sir David Chalmers, den commissaris, die op grond van zyn onderzoek der regeering en der administratie van de kolonie harde waarheden te slikken bad gegeven, bad achtergehouden e'n ren slotte dit stuk zelf iu de pers had bestreden. Sir David Chalmers, een magistraat die iu Engeland hoog aanzien geniet, die het beste deel van zyn leven aan Afnka's Westkust had doorgebracht en met dit onderzoek was belast door de Regeering, zou dus opgeofferd en verloochend zyn door een minister die tot eiken prys zijn administratie wilde redden. Minister Chamberlain stond op om te antwoorden. Hij bracht hulde aan den persoon van Sir David maar brak zyn onderzoek af. Terwijl hy sprak, gaf zyn zoon Austin aan den heer Buifour een briefje, om dat aan zyn vader te geven, wanneer by ©ven poosde. Maar Chamberlain sprak maar altijd door en hield niet op, totdat do interpellant hem in de rede viel. De minister zette zich, nam het briefje aan en las het. Zeer bleek stond bii op en deelde mede: „Sir David Chalmers is zoo juist overle den." De bespreking werd oogecbiik- telyk gestaakt. Een Internationaal geschil? Dinsdagavond zag de Eogelsche ka nonneerboot „Led?," üo Fransche vis- scherssmak, „L'Etoile de la Mor" van Boulogne op auderha! re mijl afstands van Dungeness,dus iD Engelscis water, visschen. De Leda stoomde dichtbij en men r iep de smak in bet Fransch toe, dat zij mee moest. De Franscii- mau stoorde er zich niet. aan en zeilde weg. Daarop volgde een jacht van de Leda op de smak die een twee uur geduurd heeft. Oöderwyl liet de offi cier der Leda met los kruit schieten uit een kanon eu met bet geweer. Toen ook dat uiet hielp liet bij eenige man schappen met scherp uit geweren in het tuig schieton om de zeilen te be schadigen. Volgens den Engelsclien luitenant, gebeurde dat op ongeveer 30 yards afstand, volgens den visscher op de Etoile op twee yards. Eindelijk draaide de smak by. 't B!e>' k loon, dat de roerganger, een jongeman van ue- gentieo, door het hoofd geschoten was. By het elektrische zoeklicht was het ook moeilijk senieten geweest. Dei Fransche visscher beweerde voor den coroner, dat l ij de seinen en scnoteu uitgelegd bad alstebeteekcnen.dat hjj weg moest gaan. Hy werd ver ootdeeld tot 10 p. st. boete wegens visscheu in verboden water en 5 p. st. wegens poging oui te ontsnappen. Bo vendien wordt zyn tuig vernietigd. De Amerikanen op de Philippij tien. Het gaat den Amerikanen op ds Pruhppyiioo hoe langer hoe slecht r. De „Voss. Ztg." ontvangt uit Hong kong o er den sta>.t vau zaken op de Philippijnen. e-in brief die welbcht wat pessimistisch is, om geen ar> Ier woord te gebruiken, maar die <lau ook deu toestand wel zoo ellendig mogelijk voorstelt. Over de bewegin gen der Amerikaaosche troepen heet. het in dit schrijven, dat, 'leze zich meest „achterwaarts concentreuren". De Amerikanen probeeren een Arne- rikanistische part, to. vormen onder de Philippiuos,maar deze vindt slechts aauhaugers ouder eenige notabelen ie Manilla, die het .altyd met -edereo overneerscher eens geweest zijn, vroe ger ook met de Spanjaardenuit de dienaren dezer heerenuit de bewoners van i:et kleine plaatsje Makabebe, dat Aguinaldo eens in brand heeft ge stoken ouuiat de bewoners bet met de Spanjaarden hielden en uit de oor spronkelijk Spaansche geestelijk beid eens uitrekenen, en al spreekt het van zelf. d'at de caroussel niet altijd vol is. even duidelijk is het, dat het Tewe- vak. heel wat voordeel iger is. dan bij voorbeeld' de sehoenlapperij of d'e gar- nalenvisscherij. Misgunnen we hem die zoete winsten nietAfgunst is altijd een groot kwaad, maar vooral en allermeest in kermistijd. Maar ook buiten den kermistijd is» er nog wel geld te verdienen en niet het minst in vakken, die met- kermis- en- ander e pret al heel weinig hebben uit te staan. Ziekenfondsen, begrafenis fondsen, levensverzekeringen verzekeren veelal den aandeelhouders een behoor lijke rente van hun kapitaal. De Haar- lèmsche begvafenisbossen. maken geen uitzondering op den regel. De meesten zijn in vorige eeuwen opgericht door wat we tegenwoordig lijkbezorgers noe men en daar de tarieven blijkbaar hoog genoeg genomen warenis het kapitaal, dat hier en daar ontstond, allengs aan gegroeid, zoodat. naar ik me heb laten vertellen, er wel van deze stichtingen zijn. die zich in 't bezit van een kapi taal van ander halven ton gouds mogen verheugen. Uit het gemeenteverslag is dat niet na te zien, maar wel kan men er uit gewaar worden, dat de rekening er niet slecht bijstaat. De Vrijwillige Liefdebeurs bijvoorbeeld' brengt onder hare uitgaven een post bel egging vain gelden van 23.800, en sluit hare re kening met een, voord'eelig saldo van f 2566.88. Aan rente van kapitalen boekt zij een som van f 9081.82. De Haarlem9che Begrafenis-societeit ver meldt daarvoor slechts f 3647.50, wat evenwel nog een aardig bedrag is wan neer men nagaat, dat- d'e kapitalen van deze bossen natuurlijk niet in specula tive fondéen mogen worden belegd, maar in solide papieren of in hypothe ken. die maar een lage rente geven. Misschien komt het dan ook door den gunstigen toestand van de geldmid delen. dat de 'directeur van deze bosr die ouder Amerikaanscne heerschappij huooe goederen terug hopen ie krij gen. Ja, en dan nog uit de kroegba zen. Want deze briefschrijver uit Hougkoug maakt de liefelijke opmer king dat de Amerikanen druk bezig zyu de dronkenschap in te voeren iu hun nieuwe bezitting. „Dat is het eenige besckavingssucces dat Uncle Sam in zyn jongste kolonie heeft." Als dat zoo doorgaat zal er nog eens eeu tyd komen, dat Amerika aan Spanje verzoekt, toch alsjeblieft maar weerde Philippijnen terug te nemeu. De Mormonen. Erg prettig schijnen de Mormonen het tegenwoordig in Amerika niet te hebbeu. Vooral in de staten Tennessee en Kentucky met, waar de bevolking verklaart genoeg te hebben van deze „ODgebonden booswichten". Vete hun ner bedehuizen werden deu laatstee tyd door hel volk vernieldde be stormers waren zoo verstandig de gebouwen niet in brand t.e steken, want dan hadden de assurantie-maal schappijen -'e schade vergoed. Do leiders der Mormonen werden geStée- uigd vu m Carier-courny (Kentucky) werden twee der ouderlingen Trurnac en Soow, byiia gehangen. Reeds had men hun net tuuw om den hals ge slagen en zou men hen aan een boom ophalen, toen Trom ar:, ra heel wat gesmeek, iu de gelegenheid werd ge steld nog iets te zeggen. Hij verklaarde toen in een welsprekend betoog dat hij uit Kentucky geboortig was en dus smeekte hy zyn landgeriooteu hem te sparen. De menigte stemde ten slotte toe, toch drong er op aan. dat de andere ouderling, Saow, die erkende Diet uit Kentucky te komen, zou worden gehangen. Truman echter weigerde toen bevrijd te wordon nooit zei de hy, was het. gebeurd dat een man uit Kentucky zijn kameraad iu den steek bad ^eiaten. Dit streelde de ijdelheid van de menigtezij n em- de hem toea een goed zoon van Ken tucky en liet beide ouderlingen vrjj, op voorwaarde dat zy den Staat zouden verlaten. Niettemin worden do gouverneurs vau alle zuidelijke staten door de Mormonen overstroomd met adressen om bescherming en het. hoofd een er ryke secte heeft iOOü dollars uitgeloofd voor hem door wiens getuigenis een ieder zal gestraft worden, die een Mormoon mishandeld heeft. De kerk zal 10,000 dol'ars ter he-clHkkuig steilea oui de ouderlingen ie bescher men. Ftufcrieis vooï* föamess. Palmen zoowel als varens zijn tegen- j woordig zeer gewilde kamerplanten en er zijn vele huisvrouwen, die er een eer in stellen haar planten een zoo frisch mogelijk aanzien tc geven. Palmen genieten over 't algemeen de voorkeur. Ofschoon kostbaarder dan varens, zijn ze die meerdere uitgaven wel waard, want bij eene zorgvuldige behandeling spannen zij, vergeleken met alle andere kamerplanten, de kroon. Mi schien zijn de volgende wenken ten opzichte van die kamerplant u welkom In de eerste plaats gaan palmen dik wijls zeer achteruit, doordat zij voort durend in donkere gangen of kamers staan. Zij moeten in het volle licht geplaatst worden, maar vooral niet in een heete zon. Men moet er aan denken, dat, of schoon. getemperd zonnelicht den paljn doet opleven en versterkt, sterk zonne licht van zeer nadeeligen invloed op de hei-der groene kleur der bladeren is. Het is uitstekend de bladeren van de plant dagelijks met lauw water af te sponzen en ze eeus of tweemaal per week in den tuin te brengen om ze daar te begieten. Natuurlijk moet men daarbij oordeel kundig te werk gaan en alleen dc plan ten goed van water voorzien, wanneer zij toon en het noodig te hebben. sen. in weerwil van het sombere doel van hunne instellingen, de wekelijksche bijeenkomsten gewoonlijk met opgewekt heid bezoeken. Zij oefenen dan ook in zooverre nog invloed op de maatschap pelijke toestanden uit (buiten hun ei genlijk doel om), clat ze liet vrijwel on mogelijk maken om op Zaterdag een vergadering te houden, of een concert of voorstelling te geven. De Zaterdag is de bosavond en er moet lieelwaf ge beuren. vóórdat de Bosjesman, zooals dircteur van deze bossen met lakens waardige oneerbiedigheid genoemd wor den. er toe kunnen komen, dien avond voor iets ande®s( te besteden. Ieder, die een Bes j'. -. man, onder zijn familie of kennissen heeft, weet dat bij ondervin ding. Het weer negeert hij- absoluut, 't Mag stormen als een orkaan, regenen dat het- giet en vriezen, dat het kraakt de Bosjesman gaat naar zijn bos. tot heil van de mensehheid. Verjaardagen' in zijn gezin waardeert hij hoog. maar wanneer ze op Zaterdag vallen daalt, al zegt hij het niet. de thermometer van zijn vreugde ettelijke graden. De Bosjesman is over het algemeen een handelbare diersoort. Hij sluit zich gemakkelijk bij zijn mede-Bosjesmannen aan en waar we in 't dagclijksch leven elkaar hoogstens bij den achter naam noemen, maar ook wel het stijve mijn heer gebruiken, daar is die bos een soort, van republiek van, vrijheid', gelijkheid' en broederschap en Jant, Piet, Keest en Klaast men er tegen elkander op los met een ongedwongenheid, waaraan zelfs een belangrijk verschil in leeftijd geen afbreuk kan doen. Misschien ligt daar het geheim van de aantrekkelijk heid der Bosvergaderingen voor de in- gewijdten. Knorrige, lastige, ruziemakende men sehen kunnen, dan ook in een Bos niet geduld worden. Wouter, die ai jaren lang op een vacature aast, zal dan ook ik zeg het u in vertrouwen nooit in aanmerking komen. Examens zijn- Wanneer men de palmen pas ont vangen heeft moeten zij gepot worden, terwijl de aarde zooveel mogelijk aan de wortels blijft zitten. Neem vooral een grooten pol en zoo diep mogelijk; de wortels van bijna alle palmen groeien naar beneden en spreiden zich niet in, de breedte uit, zoodat het zeer aan tö hevelen is d'e pot tweemaal zoo diep, als wijd te maken. De palmen moeten in. een goed poreusen pot staan, in voch tige aarde kunnen zij niet gezond blij ven. Leg bij het overplanten drie of vier stukjes houtskool of potscherven onder in den pot en daarover heen wat mos cf eenige andere vezelaeluigc stof, zoodat het onmogelijk is, dat de aarde onderaan te vochtig wordt. Leg daarover heen een laagje aaide, zet den palm er in en vul hem rondom) met aarde, begiet de palm) en plaats hem in een helder licht, doch niet in de zon. Laat hem. daar iets langer dan een week staan. Als de palmein eenmaal hun vaste plaats gekregen hebben geef ze dan geen water voordat d® oppervlakte der aarde droog ziet en aan de kanten van den, pot begint af te wijken; geef dan zoo veel water, dat de aarde keelemaal voch tig wordt, maar laat er niets van het overvloedige water in blijven. Begiet ze ten slotte eens per week nog beter om den anderen dag; neemt- dat wat- veel tijd dan moet toch vooral de gere gelde afsponzing van de bladeren niet vergeten worden. Een heldere, zachte spon9 moet men gebruiken, opdat men vooral de bladeren niet beschadigd. Op deze manier behandeld, zal de palm vrij blijven van kleine witte wor men. die soms de aard© besmetten. Is» de palm eenmaal daaraan lijdende, dan is het zeer aan te raden de* plant eens of herhaaldelijk met kalkwater te begieten. Planten moeten niet vaker dan eens in de twee jaar verpot worden. Eens of tweemaal per jaar moet de 'bovenste aarde' vernieuwd worden, zonder de wortels ©enigszins te beschadigen. Het is zeer aan tc bevelen iedere maand wat mest aan de aard© toe te voegen. RECEPTEN FLENSJES. Zes eieren flink kloppen, een half pond b'oem aanmengen met wat melk en heel weinig zoutdaaruit bakt men 16 flensjes. CHOCOLADE-PUDDING. Acht lepeltjes chocolade worden ge kookt met twee kopjes waterde dooiers van vier eieren worden geklopt met een ons suikerde chocolade en de geklopte eierdooiers door elkaar ge roerd. dan stijf gemaakt met 2 lood ge latine in 2 kopjes warm water opgelost door dat alles wordt het eiwit geklopt. INGEZONDEN MEDEDEfi- LING EN. 30 cent-» per regel. Denk er om dat genezing bieden voor PIJNEN, VERSTUIKINGEN, of KNEUZINCEH. Zij worden in di gelieele beschaafde wereld verkocht. Als huismiddel tegen alle KWALEN en PIJ.iLIJKE AANDOENINGEN zijn ALLCOCK'S PLEISTERS de beste. Bij alle Apothekers verkrijgbaar. Belangrijk nt.iUu r.n. ,u SM lm. Oetuigachri.-t Aksti i i>mi. i He i-, i. lioogllcllt.MUl nr. pj O, If. COKKV. S. CtoMll. gentCentraal Apotheek, Lange houtstraat. Groote Houtstraat 24. OUDSTE HUIS IN ZijdenstofFen en Dames- fournituren. Steeds liet nieuwste voorhanden. Toupnures, in 12 soorten. H. J. VISSER. voor d'e betrekking niet noodig. Qua drilleeren, whisten, omberen en trekjes spelen, kennen de meeste candidaten cn anders leeren ze het wel. Maar waar wel scherp op gelet wordt, dat is op soliditeit en moraliteit. Als ik Bosjes man was (wat helaas liet geval niet is) dan zou ik die qualiteit op mijn visite kaartje vermelden. En den kiesver- eenigingen. die eeuwig en. altijd hunne candidaten zoeken onder hunne voor zitters, secretarissen of andere bestuurs leden. zou ik willen toeroepen „zoekt voortaan liever in het Bos..." ik bedoel „in de Boesent" Wanneer de kermis afgeloopen is, hebben we een week om uit te blazen en beginnen dan weer aan de Raacts- verkiezerij. Behaalt dan wat niet onwaarschijnlijk is niemand dade lijk de volstrekte meerderheid, dan gaan weer aan de herstemming. Het begint vervelend, te worden. Maar toch, als rechtgeaard burger, snelle elk naar de stembus! Het.doet er wel niemen dal toe, of we belasting moeten beta len. tengevolge van Jans voorste! of van Piets denkbeeld, maar het is toch een aangenamer gewaarwording, wan neer Piet het doet, dien we zelf hebben helpen kiezen, dan Jan, dien we er uit hebben willen houd'en. Een examen bestaat voor Raadscan- dida-ten al evenmin als voor dc Bosjes mannen. Zelfs schrijft do wet niet voor, dat. een Raadslid een fatsoenlijk man nio-.t zijn in de Bossen is dat een ijze ren regel. In zoover staan de Bossen dus boven een Gemeenteraad. Mocht de lezer dit opvatten als een zachte wenk. dat ik dezen keer geen Candi da tuur voor den Raad wensch. dan heeft hij 't bij 't rechte einde. Ik zeg dit maar. vóórdat men vergeet mij een candidatuur aan te bieden. FIDELIO.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1899 | | pagina 6