rechtbank; dag in allen geval gansch anders was. In 't begin, toen de zaak bp den gouvernear van Parijs kwam, waren de inlichtingen ongunstig, maar het tegen hem aangevoerde moest men later laten vallen. Dreyfus, zegt Cor- dier, was zeer nieuwsgierig van aard, vermoedde dat bij niet lang bij den staf zou blyveü en wenscbte dus zoo gauw mogelijk op de hoogte Yan alles te komon, ten einde een goed figuur te maken als hij bi) zijn regiment kwam. Hij blufte graag, iets waar van hij nu wel spijt zal hebben. Op eeD vraag vau den president zegt Cordier nog ten opzichte van de aanwezigheid van Esterhazy bij den informatiedienst dat hij zich nog zeer goed herinnert dat in 1878 Henry en Esterhazy in het bureau van dien dienst gesprekken hielden. Na dien tijd werd Esterhazy echter niet meer bij den informatiedienst ge bruikt wanneer dat toch geschied is, dan moet het clandest'eu zijn gebeurd. Sprekend over do vermissingen aan de pyrotecbnische inrichtiog te Bour- ges herinnert Cordier er aan dat in 1894 een vuurwerkmaker, Tnomas ge naamd, gevangen werd genomen en veroordeeld wegens verraad. Zyn ge vangenneming ging echter onopge merkt voorbii en de brieveu waarin aan Thomas de teekeningen van gra naten werden gevraagd, werden on derscbept. Cordier gelooft dan ook dat de vermissingen te Bourges niet aan Dreyfus kunnen worden toegeschre- ven en bij zegt dat dit ook de mee ning was van Sandherr. j Hij geeft verder nog inlichtingen over andere vermissingen die in 1894 plaats haddenmen had daarbij te j doen met een gedecoreerd heer van 45 jaar die verraad pleegde en zelf de stukkeu naar de vreemde ambas-1 sade bracht. Cordier doet opmerken dat het signalement dat van dien per-1 soon is gegeven, volstrekt niet op dat j van Dreyfus gelijkt, maar veeleer op dat van een ander officier van wien men den naam kent en die niet meer vervolgd of veroordeeld kan worden. Terugkomend op de berichten om trent verraad gepleegd door stafoffi cieren, zegt Cordier dat die berichten kwamen van den agent Guénée, wiens verklaringen echter Diet de waarde hebben van geloofsartikelen. Hy be treurt den dood van Guéuée, wiens getuigenis de rechters zou hebben gesticht en ingelicht over de fabricatie van heel wat zaken. (Beweging.) Voorts deelt hg nog eenige_ bijzon derheden mede over betgeen hij noemt „de onderneming Richard, Cuers, La- joux en Cie", die beoogde, Duitsche agenten by den Franschen spioonen- dienst te doen overgaan en bij spreekt nog over bet onderhoud te Bazel. Cordier verzekert dat in de statis tische afdeeling van hst bureau van den informatiedienst harmonie heeft geheerscht totdat Henry kwam. Deze was aan kolonel Sandherr opgedron gen. Henry had zeer hooge relaties voornamelijk met le grand chef (Bois- deffre)sommigen vreesden hem, an deren zochten zyn gezelschap en ge neraal Gonse wantrouwde hem. Enkele officieren sloten zich aan by Henry, anderen bij Sandherr. Voorts geeft hy inlichtingen over de verhouding tusschen Henry en Picquart. Henry was gepiqueerd omdat hij door Picquart werd verdrongen. Eindelijk spreekt Cordier nog over de gevangenneming van Dreyfus. Hy zegt dat men met name aim Dreyfus ten laste had gelegd dat hy in den spiegel had gekeken. Maar dat kwam doordien Dreyfus beweging merkte in het spiegelbeeld en hy daarin nog een ander hoofd zag dan het zyae. Ook waren er, achter een por- tière, twee ooren die luisterden. Cordier verdedigt zich tegen de aan vallen die op hem gericht zjjn en antwoordt, op een vraag van den pre sident, dat hy zich houdt aan zijn verklaring voor het Hof omtrent de stappen die de familie Dreyfus by Sandherr deed. Hij heeft daarin geen poging tot omkoopiDg gezien. Labori zegt dat hij een telegram heeft ontvangen, get. Pages, waarbij j vermeld wordt dat aan deo president een brief is gezonden over de betrek- j kingen die Sandherr met de familie j Dreyfus zou hebben gehad. Labori t leest dat telegram voor waarin nog staat: „Ik moet verklaren dat kolonel Sandherr my beslist verzekerd heeft noch vóór, noch na de veroordeeling een geldaanbieding te hebben gekre- f gen." Dreyfus legt een verklaring af over het tooneel van 15 October, vooraf- aan zyn gevangenneming. Hy zegt dat dit geheel fantastisch was en dat bij er niets van begreep. .Toen ik heenging, liep het hoofd my om en ik weet dan ook niets meer van de bijzonderheden." Lanth krijgt nu het woord en wijst op de bewering van Cordier dat er geen anti-semieten in den generalen staf waren. Dat is waar, zegt by, maar Cordier zal erkennen dat er een uitzondering was, nl. liy zelf (Cordier) die eiken dag de „Libre Parole" las, herhaaldelijk zyn antipathie tegen de Joden te kennen gar en dat vooral deed toen er sprake was van de plaat sing van Dreyfus bij den informartie- dienst. Ten opzichte van bet stuk cette canaille de\ D zegt Lauth, dat dit niet weder opgeplakt is en volstrekt niet beschouwd werd als een antiqui teit Voorts weerspreekt hy de twist gesprekken tusschen officieren op het bureau van den informatiedienst. Cordier repliceert daarna en zegt „Ja, ik was anti-semiet, maar niet zóó dat ik een valsche getuigenis te gen een Jood kon afleggen. By de rectificaties van Lauih zegt hy te blij ven by wat hy gezegd heeft al geeft by enkele kleine bijzonderheden toe en verzekert dat hy, als hoofd van den informatie dienst op de hoogte was van den gansc.hen dienst, en dat Lauth niets meer was dan zyn adjunct. Lauth zegt een brief te hebben ontvangen van mevrouw Sandherr waarin de beweringen van Cordier worden tegengesproken omtrent de tegenwoordigheid vau Sandherr aan het ministerie op den aangegeven tyd. Hij legt dien brief ovor. Daarna antwoordt Roget. Na een opmerking van den president zegt Roget: „Goed, dan zal ik wachten, mijnheer de president, totdat Cordier zich nader verklaart en ik zal alleen over de zaak-Dreyfus spreken." Hy vraagt daarna aan Cordier, wat in zyn verklaring ODjuist is. „Alles," zegt Cordier. Roget legt daarna een lange verklaring af over de pogingen tot diefstal ten nadeele van het bureau van inlichtingen door een zekeren Le- mercier-Picard, die herkend werd als een zekere Letiman Maïse. Cordier ontkent, dat hij in verbin ding heeft gestaan tot menschen zon der vaderland, by heeft Lemercier nooit gekend. „Ik heb zyo photogra- phie gezien, maar toen was by al dood." Cordier protesteert tegen som mige gedeelten van de verklaring van Roget voor bet Hof van Cassatie. „Men heeft my door den modder gesleurd om de waarde van myn ver klaring te verminderen." De president verklaart d::t het inci dent, dat buiten de zaak-Dreyfus om gaat, gesloten is, Daarna verklaart Roget aangaande de fultes van stukkeu in 1896, over de granaat-Robin en de ontdekking van den dader in 1898. „Eerst in 1896 en in 1898 kreeg men er kennis van, hetgeen de verklaring van Freystaet- ter zeer verzwakt." (Beweging). Hij spreekt daarna over de fuites, waarover Cordier gesproken had. Deze heeft willen vaststellen dat de verdwijning van stukken voortduurde na de veroordeeling van Dreyfus. Ro get tracht de onjuistheid van de ver klaring van Cordier op dit punt vast te stellen. Hy merkt dan op dat Pic quart heeft gezegd dat er vermissin gen omtrent een tabel van approviaD- deeriDg waren geconstateerd na de veroordeeling van Dreyfus. Dat is ODjuist. Iu 1896 werd er iets vermist' omtreDt een tabel over de oorlogsstuk ken. Die tabel was in 1894 gemaakt. Andere zaken werden in 1S98 ver mist; het betrof toen een document van den informatiedienst, een aantee- kening van den Duitschen generalen staf over de samenstelling van een van onze invatiecorpsen. De byzon- derheden waren te nauwkeurig omj niet van het ministerie te komen, maar onder die bijzonderheden was er een van 1889 dat sedert dien was gewij zigd. Dreyfus antwoordt- aan Roget, dat hij nooit heeft medegewerkt aan, die sa.- menstelüng van liet plan 13, waarop Roget zinspeelt. Dat is in 1894 ge-' maakt- en Dreyfus zegt, dat hij daar- aan slechte? een onbeduidend, aandeel heeft gehad, namelijk het toezicht opj het drukken van eenige tabellen. Hij voegt hieraan toe, dat Roget gesproken heeft van een. brief van kapitein Remn- tat en dat hij' graag dien brief zou willen zien. Kolonel Fleur, die eenige opmerkin gen van kolonel Cordier weerlegt, zegt, „Den 23en Augustus 1S95 hebt gij. mij Daarna, krijgt hij verlof voor goed heen gezegd: Dreyus is schuldig, maar er. te gaan. moeten er nog anderen zijn zij zijn Gallichet, een journalist, brengt een I met hun drieën.'' woord over van Cordier. Deze had hem) Cordier haalt de schoudei-s op en er-'gezegd: Wij hebben Dreyfus op hee kent den '23en Augustus 1898, achtter daad betrapt. dagen vóór de gevangenneming van Cordier zegt, dait hij niet ontleent Henry, tot Fleur te hebben gezegd, dat aan Dreyfus' schuld) geloofd te hebben, er een valsohiheid gepleegd was bij den'Hij hoeft dat uitgelegd en verteld' hoe pnerailen staf. Maar dat had! hij ai veel:zijn oordeel veranderd) is. Demange wijst op verschillende te genstrijdigheden tusschen het rapport van Belhonime tn zijp. verklaringen van dezen dag. Heden voortzetting om half zeven. De porrespondent tol Rennesj van den „Petit Bleu" zegt, dat de brieven vroeger aan anderen verteld. ^erciep*, die tusschenbeiden komt, I zegt, dat Iniji het eens is met Oordier ten, aanzien van den stap. van Mathieu Dreyfus bij Sandherr. Deze kwalm bij Merci er en zeide naai' aanleiding van dit onderhoud, dat Mathieu op hem den indruk maakte vain een braven kerel, die bereid was tot alle opofferingen om j door Esterhazy aan Roget gezonden., zijn broeder te redden. i aanbiedingen zijn va.n geld, aan Ester- I Nu legt de Freyc-inet getuigenis af. halzy gedaan, wanneer hij wilde beken- I Hij hoopt, dat de rust in den lande nen. dat liiji de schrijver is van heb hersteld zal worden. Van zijn onder- borderel, een brief waarin zijn aanstaan - j houd met Jaimomtj vertelt hij aldusdo zelfmoord wordt, voorspeld en eenige Jamont kwam hem op het departement geheime stukken. opzoeken. Freyoinet had na zijn ont- slag vele beleefdheidsbezoeken gekregen.1 De militaire gouverneur van Parijs I Hij deele Jamont mede, hoe hij met generaal Brugère, heeft den chef van zijn bezoekers gesproken had naar ge- den geneeskundigen militairen dienst lang van hun zienswijze. Hij sprak opgedragen, Du Paty de Clam te be toon met Jamont over de zaak en over ztoelcen, om een onderzoek in te stellen den veldtocht, die nu al twee jaap in de naar zijn. gezondheidstoestand en te zien pers vajn, de geheels wereld gevoerd ondier welke omstandigheden hij met wordt. Met betrekking tot de zaak vrucht ondervraagd zal kunnen, worden, kwam. hij er toe te zeggen, dat de Fran- De uitslag van. dit ond'erzJoek is nog sche agenten in het buitenland de re- niet bekend. geering bericht hadden, d'at er op aan- Du Paty zal worden ondervraagd Joior stichting van particulieren gewerkt kapitein Tavernier, in tegenwoordig- werd voor dlieni veldtocht, die Frey- heid van mr. Demange. cinet is .er zeker van in Frankrijk j zelf zeer belangeloos is, maar misschien j jjet heet., dat deze week niog het ge in in dcc- in het buitenland'. In bijzon- tuigenverhoor zou eindigen Zaterdag derheden kon de Frey cinet niet tre~ reed|3 jiet requisitoir mede als ge- den, aangezien hij daarvan niets wist. vo]? va,n deii wenach van Labori om Op een ander oogenblik. gelooft, hij,eon t0 komen. Hij gevoelt heeft hij ook de som gentoemd, welke ioh niet aj te best en vreest andera hij gehoord had van menschen, die be- niet tot jiefc uitspreken van zijn plei- weerden op de hoogte te zijn. Die dooi te kunnen komen. Zoo werd Dins- schattmg had hij' echter* nooit tot de zijne gemaakt, en bovendien werden met die som niet de uitgaven bedoeld, maar de heole arbeid van de campag ne van den aanvang af. Zoover zijn ge heugen ging is dat. de. heele inhoud van zijn gesprek met Jamont.. Op verzoek van een der leden vain ■den krijgsraad legt de Fveycinet uit, welke rol hij gespeeld had) in het kabi net, waarin hij minister van oorlog was. Hij, hadl er zich toe bepaald, de beslissing van de regeering te laten uit voeren, toen het Hof van Cassatie de revisie ha.d uitgesproken. Demange vraagt nu den president, de Freycinet de verklaringen te laten herhalen, dlie hij in de Kamer had' af gelegd over het geringe belang, da.t men. aan die onbescheidenheden en de mees te gevallen van verraad, moest hechten. Freycinet herhaalt, zoo veel. ails zijn weinig zeker geheugen hem toelaat, de bedoelde redevoering voor een deel. Freyc-inet vreest, dat het vertrouwen, van do soldaten in hun. chefs za.1 ver dwijnen, hij vralagt zich af, wat daar van het resultaat, zou zijn, indien er erwikkelingen met het buitenland ontstonden. (Beweging). Hij bezweert! zijn landgenote ten, die zich door een stel zal worden veranderd, zoodat niet bet gerecht, maar een door patroons J en arbeiders te benoemen commissie zal beslissen in zake eventueele moeie- lykheden het voorstel zelf betreffend. 3o. Het recht der patroons, om zelf het werk te regelen, mag niet in stryd komen met bestaande overeen komsten." De bedoeÜDg was, dat dit voorstel door de commissies van beide partyen zou worden aangenomen en door ben aan de hoofdbesturen voorgelegd. De commissie der arbeiders nam bet voorstel aan. Het gerucht liep, dat de commissie der patroons bet voorstel verworpen bad, maar uit een nader schrijven van den beer Busch blijkt, dat de patroonscommissie nog geen besluit nam en men alle hoop beeft dat ook zij tot het aannemen van dit voorstel zullen overgaan. Een ramp. Een verschrikkelijk ongeluk wordt uit Chicago gemeld. Het stalen ge raamte van het nieawe Colosseum is ingestort. Men zeide dat er ongevesr honderd menscben op die plek waren, toen bet ongeluk gebeurdedat aan tal schijnt overdreven te zyn, maar toch werden 12 of 15 personen gedood en 12 gekwetst. Opleiding van Indische amb- ten aren. Uitf; Batavia wordt aaD bet JELbld. gemeld, dat in een vergadering van den Iodischen Bond besloten is om een verzoekschrift tot de Koningin te richten, tot behoud van de afdeeling B van het gymnasium Willem III. De ontevredenheid was algemeen. dag aila do laatste dag genoemd.; Bei* na.rd Lazare, gaf echter Donderdag op. Generaal Mercier. Een gerucht uit Parijs meldt dat in den eorstvolgenden ministerraad zal worden geteekend een presidentieel besluit, watrby tegen de volgende week de Senaat als Hoog Hof van Justi tie wordt bijeengeroepen. Yolgeossom migen zou dit zyn in verband met de ontdekte samenzwering tegen de Re publiek, volgens andereu voor de ver volging van Mercier voor een misdrijf tegen de veiligheid van den staat, te weten de opneming van de valsche lezing van liet telegram van Paniz- zardi aan zyn regeeriog in het geheim dossier, dat aan den krijgsraad van 1894 is overgelegd. Zekerheid is omtrent dit gerucht tot dusver niet verkregen. Het scbynt dat generaal Mercier voorloopig met rost zal worden gela ten. De regeering acht zich, beweert de „Irid. Beige", gehouden door bet Kamerbesluit omtrent de vervolging van Mercier, uitgelokt door het kabi net-Dupuy. Een aantal Paryscbe edelen hartstocht laten medesleep eu bladen betoogt tegenover dit standpunt, zich goed! rekenschap te geven vam de dat liet besluit van de Kamer alleen gevaren, die het vad.erla.ndl daardoor geldt voor de mededeeling der geheime loopt. De wederzij dsch a beschuld'igin- stukken aan den krijgsraad en Mercier gen. die ions een, slechten naam bezon- zorg beeft gedragen nog een aantal gen, moeten ophouden. (Beweging). La- andere misdrijven op zyn verantwoor- ten wij ons voornemen om met eerbied ding te nemen waarvoor een onmid de uitspraak te aanvaarden, die een tijdvak van ailgemeene verzoening Zal openen. Mijn woorden komen uit een hart, dat zijn vaderland groot en ge ëerd wil zien. (Levendige en langdurige opschudding). Hij erkent diat inlichtin gen over de deückingstroepen en de ge heimen der bewapening belangrijk zijn. De President weigert, die Freycinet naar zijn meening te vragen over de beschuldigingen, door zekere- bladen in gebracht tegen Scheur er, Trarieux, enz. De President zegt, dart: Labori ellen hartstocht in het debat, wil brengen. Freycinet erkent uit eigen beweging, dat hij het karakter van Scheurer ze-er hoog stelt.. Behiomxne houdt cle conclusies van- zijn rapport vol en zegt, dat hij; eerst zail gelooven, dat het borderel van Es- dellyke vervolging mogelyk en nood zak el yk is. Het belegerde buis. In de Rue Cbabrol blyffc de toe stand nog altyd dezelfde. "Vooral bet gebrek aan water do6t zich nijpend gevoelen. De belegerden hebben een gat gebroken in een der zijmuren iu de hoop in het aangrenzende buis bij een waterleiding te komen, doch zij zyn er niet in INGEZONDEN MEDEDEE- LINGEN. 30 cents per regel. De Deenscbe uitgeslotenen. Opnieuw worden pogingen gedaan tot een overeeukomst in zake de Deen scbe arbeidersuitsluiting. De beer Busch, jurist, door de patroons geko zen in de Kamer van Eenheid, deed terhazy is, als deze het opnieuw vdor j het volgende voorstel hem schrijft. Het schrift vam. Dreyfus, „lo. De werkgeversvereniging geeft kent hij- niet. j een verklaring, dat eventueele werk- Labori verdedigt zich tegen liet ver- plaatsreglementen niet in strijd zullen wijt, dat hiji hartstocht, in het debat- wil komen me" de overeenkomst, door de brengen. Hij bedankt de Freycinet voor heeren Ring, Heide en Trier voorge- d'iens verklaring betreffende Scheurer- steld. Mochten de partyen bet hierover Kestnei-, later oneens worden, dan zal de zaak Na zijn getuigenis gaat de Freyci-door een scheidsgerecht worden be- net naast Billot zitten en. 'onderhoudt slist. zich met dezen enkele oogen,blikken. 2o. De slotformule in genoemd voor- SpoHl esi Wedstrijden. Wedrennen te Bergen. Namens de Kennemer Sportclub wordt ons verzocht bet volgende op te Demen Naast de aangifte van 33 paarden voor de drie harddraverynummers kan tbans gemeld worden eene evenzeer buitengewone insehry ving voor de wedrennummers. Aangifte werd gedaan voor I. Uilen vlak-prys Handicap. Vlakke baan, 1700 M. 1 Patty, 2. Malcadjick, 3. Horton, 4. Arak/ 5. "YVarda, 6. Alarm II, 7. Sultan III. II. Scbuipenvlakprys. Handicap. Vlakke baan, 3200 M. 1. Frisson, 2. Cauanore, 3. Lady Hamilton II, 4. Rosita, 5. Z8thus, 6. Figaro, 7. Colin Coop, 8. Primrose Day II, 9. Zillah, 10. Langmoor, 11. Selim. III. Verbrandepanprys. Verkoops- hordenren 2400 M. 1. Langmoor, 2. Lady Tinny, 3. Resits, 4. War da, 5. Ens, 6. C. Oint ment, 7. Caleidoscope, 8. Antelope, 9. Goody Alice, 10. Lais. Dat de aangifte voor de rennum- mers zooveel grooter is dan de vorige maal, bewyst, wat wy op 2 Juli 1.1. reeds van verschillende ryders ver namen, dat de baan in uitnemende conditie is. Men prijst dan ook alge meen zeer den veerkraebtigen bodem. Trouwens niet alleen by de ryders kreeg de Bergerbaan reeds een goe den naam in den lande, ook de be zoekers waren algemeen zeer met de inrichting ingenomen. ,Zy biedt bet groote voordeel, dat op alle gedeelten van bat ruime t6rr6in do ritten geheel kunnen worden gevolgd, zonder eenige storende belemmering. Wielrjjdersoptocht Koningin nedag. Waar wy Dinsdag de regelen mede deelden, vastgesteld voor de deelne mers aan den wieleroptocht, komt het ods niet ondienstig voor bet publiek speet niet te vernemen, waai* liijj te vinden was. Zij stond eene poos in ge peins. en zeide vervolgens „Weet gij, bijt geval, ook een goed! procureur. Job?" „Da,t zou ik rnieenen mijn nieuwe heer is ei* een," antwoordde Job. „Zoo waarlijkIs hij een goede?" vroeg Mrs. Bennbch. „Gij bedoelt een knappe, een slim me?" vroeg Job. „Ja." „O, dan is hij een opperbeste," ant woordde Job, Tlon dea- aarzelen „Zoudt gij denken dat hij eene zaak vo-oi* mij. zou. willen besturen vroeg d© weduwe. „Voor geld! doet, hij alles iic bedoel natuurlijk, gij weet dat het zijn. plicht is dat te doen," antwoordde Job, die bijna een, weinig meer zeide dlam hij voornemens was. „Wil ik hem gaan roepen. „Als 't u belieft,"' zeide Mrs. Ben- noch„en ik had gaarne dat gij' hem maar over mij spa-aakt, omdat gij toch alles er van weet, niet waar?" „Juist ik wou dat ik het niet wist." „Ik ook, de hemel ia mijn getuige," en Job had berouw over hetgeen hij zoo even gezegd bad. Bin aeoi) weinige minuten kwam Job bij Mrs. Bcnnoch, die hij in het voor huis gelaten had, terug, en verzocht haar den trap op, naar cle kanier van zijn heer te gaan, waarheen hij haar meteen geleidde. Mr. Falcon, de heer in wiens tegen woordigheid Mrs. Benmoch gebraiolit werd, was een man van omstreeks vijf en dertig jaar, met- oogen als die van jden vogel, welks naam hij droeg, en I een neus, niet ongelijk aan den sna vel van denzelfden vogel. Niet dat Mr, Falcon er lcwaod uitzag, juist het te gendeel de dames, die op zulk een punt de beste autoriteiten zijn, von den hem een zeer knap man. Doorbo rende donkere oogen, een kromme neus, -itzwart krullend haar, eene blanke ge laatskleur, een, fijn besneden mond! zulk een. gezicht, gevoegd bij eene Wél- gemaakte gestalte, was verleidelijk ge noeg. Wel is waar was zijn voorhoofd, hoewel blank, nauwelijks hoog genoeg; de oogen, hoewel goed van kleur, vorm en glans, waren niet in staat de zach tere aandoeningen uit te drukken.en de mond, hoe fijn, besneden ook, was aan de hoeken eenigszins opgetrokken, met eene uitdrukking, die niet zoozeer verachtelijk of trotsch' was als wel wreed. Over 't geheel zou een gelaat kundige geaarzeld! hebben cle vriend schap van Mr. Falcon aan, te nemen, of zich zijne vijandschap' op den hals te halen. „Wees zoo goed plaats te nemen, me vrouw", zeide de procureur, haar met ongedwongen e welgemanierdheid! een stoel aanbiedendd. en haar met dien, volkom enen eerbied, zonder den min sten zweem van slaafschbeid, behande lende, clie voor iemand) van gemeenc afkomst onbereikbaar is. „Job heeft u zeker gezegd wie ik ben begon. Mrs. Bennoeh, beschroom der dan zij: zich ooit gevoeld had. Mr. Falcion boog toestemmend. Nu verhaalde Mrs. Bennoeh. hare ge schiedenis zoo: goedi als zij- kon. Falcon maakte in dier haast eenige aanteeke- ningen terwijl' zijl sprak, en hielp haar nu en, dan. zoo: verwonderlijk in haar verhaal voort, door kleine gapingen, die zij er in liet, aan te vullen, dat zij meer dan eens ophield1 en zeidi©: „Maar misschien, weet gij alles reeds, mijnheer Volstrekt, niet, "Volstrekt niet", was het antwoord. En zoo was het ook, want hij had niets van het geval gehoord' tot op dit oogenblik. Maar een, procureur is zoo gewoon met dragelijke zaken te^ dbetni te hebben zoo gewoon cliën ten, lange, verwarde geschiedenissen te hooren ver halen, waarbij zij| gtooten nadruk leg gen op gedeelten, die niets ter zake doen, eii andere, waarop: de geheel© zaak wettelijk draait, overslaan of ver geten, dat hij bijna als door instinct het punt waar het op neerkomt soms ziet zoodra de eerste ruwe omtrek hem er van gegeven is. „Die Weazel is zeker een slim ventje in zijne soort?" vroeg hij-. „Hij in cle slechtste schurk die er leeft, geloof ik, mijnheer", antwoordde cle weduwe. „O, pain opzeicle de procureur, glim- laichend', waarbij lis) zijne witte tandksn liet zien, „dat moet gij: niet- zeggen, mijne waarde mevrouw, of hiji zal u eene aictie wegens laster aandoen. Daar enboven weet gij: immers dat hiji uw overleden echtgenoot die bezitting be zorgd heeft?" „Ik had liever dat hij diat niet ge daan had); ons heeft het- geen geluk aangebracht, on een braaf heer is er dooi* geruïneerd." „Mijnheer Littlegood, hè „Ja mijnheer en wOt ik nu verlang is, dat mijnheer Littlegood tot voogd over mijn zoon benoemd wordt, ails hij zoo goed wil zijn.". 1 „Hij, mevrouw1? dat is onmoge lijk; dei Kanselier zou denken dat wiji gek waren, ais wiji zoo iets vroegen." „Dat kbrnt omdat dë Kanselier mijn heer Littlegood. niet kent," antwoord de Mrs. Bennoeh. Het kostte Falcon groote moeite Mrs. Bennoeh le overtuigen dat het ge heel. vanchtelloos was aan dit haar ge liefkoosd plaai te danken; maar einde lijk was zij' genoodzaakt toe te geven toen hij hlaar vea*zekerde| dat! gelen rechtsgeleerde lea* wereld1 haar zou wil len bijstaan om zulk een verzoek in te leveren. „Welnu, mijnheer, in ieder gevl wil ik dien slechten., akeligen. Weazel) niet tot voogd benoemd hebben", riep zij' eindelijk uit. „O, dat is een ander geval," ant woordde Falcon, bevredigend. „Het is volstrekt niet noodig hem te nemen als gij ca* tegen hebt". „Wilt gij mij beloven, dat hiji het niet worden zal?" vïtoeg zij. „Ik geloof dat ik u dit wel beloven kan, omdat de Kanselier zeker niet gaarne een voogd tegen uw zin, zou benoemenmaar wij moeten, een an der hebben om in zijne plaats voor te stellen. Wie zal het wezen?" zeide hij. I Mrs. Bennoeh wist niemand ter we er op te wyzen, dat ook dit zooveel kan bydragen tot het welslagen van den optocht. Laat men toch zorgen, dat byv. onder het rijden de deelne mers niet worden gestoord, want komt er eenmaal wanorde, dan breidt zich dit door den geheelen stoet uit, en het gevolg zou wezen, dat dekykershun eigen pleizier bedierven, en bovendien oorzaak zouden zyn van veel ngemak. Voorts zy nog meegedeeld, dat de deelnemers des avonds vrye toegang hebben tot den tuin van het Bronge bouw, by de muziek, het vuurwerk en het bal. Ook wordt ons vanwege de commis- sio van den optocht verzocht te berich ten, dat zy, die morgen (31 Augs.) nog ;aan den op'ocht wenschen deel te nemen, zich alsdan om 1 uur met hun versierd rywiel aan 't Brongebouw dienen aan te melden. In ons verslag over de Maandag ge houden vergaderirg van deeloemers aan den wieleroptocht staat, dat de aan wezigen lid werden van de Feestcom missie Koninginnedag, dit moet na- tuurlyk zynvan de Vereeniging Koninginnedag. _De heer J. A. Vermeer heeft in zjjn winkel van fijae galanterieën in de Groote Houtstraat een keurige feestétalage gemaakt. Het is een relief pleisterbeeld van Koningin Wilhel- mina, sierlyk gearrangeerd tusschen bloemeu en oranje, een kykje ten volle waard. Het buitengewoon concert, dat Haarlemsch Muziekkorps Dinsdag avond in het park van 't Brongebouw gaf, heeft een groot succes behaald. De leden waren iu grooten getale opgekomen en de directeur, de heer Kriens, heeft hieraan en aan het her haald applaus opoieuw kunnen op merken, dat hy en zyn korps op hoogen prys worden geschat. Hem werd een fraaie lauwerkrans aange boden, naar wy vernamen afkomstig van den heer mr. W. Jager Gerlings. Museum van Kunstn li verheid.» Het Museum van Kunstuyverheid zal morgen, wegens den verjaardag van H. M. de Koningin, gesloten zyn. D-; boekery verbonden aan het Museum vau Kunstnyverheid, zal 1 September weder voor het publiek geopend zyn; zooals bekend is kan men uit genoemde boekerij, boek- en plaatwerken ontbieden die betrekking hebben op de kunstgeschiedenis van de meest verschillende tydperken, alsook op het gebied der décoratieve kunsten en dor kunstambachten. Deze boek- en plaatwerken worden koste loos toegezonden, de aanvragers heb ben alleen de onkosten der vracht heen en terug te voldoen, om zicli aan do bepalingen van het reglement te houden. Belangstellenden kunnen zich ver voegen tot den heer E. von Saher te Haarlem, die kosteloos het prospectus der boekory toezendt. SSEMEftlTS* Zitting van Woensdag SO Aug. 1899. Zekere A. van. Heulen, stond op 11 Augustus op den hoek vain de Oude- gracht bij het Verwulft naai* de Ame- tt'ikaansohe sneeuwvlokken tent te kij ken, toen hij öenstklaps zijn hox-loge miste. Door cl'e ijverige recherche wer den spoedig een drietal verdachten op gespoord. Heden stonden' zij, nu achtereenvol gens terecht. De eerste was Jelinus Grcionevëld), een 22jarig persoon, met een ongunstig uiterlijk, woonachtig te Amsterdam, doch thans in. verzekerde bewaring. Als verdediger wa.s hem toe gevoegd Mr. Moens. Voordat het ver hoor der getuigen, een aanvang na.ru, vroeg de verdediger het woord' en ver zocht de Rechtbank in het belang van het onderzoek Voeging van deze zaak en die van do beide andere beklaagden, die hierna zou worden behandeld, te bevelen, daar in beide zaken, eendg ver band bestond. Het O. M*. a-n Lwoiorddë, daJt er «togen schijn lijk verband tusschen beide zaken was, doch dat dezen be klaagde diefstal, aan de beide anderen heling was ten; laiste 'gelegd, en ver zocht Si© rechtbank niet op. het verzoek in te gaan en de zaken gescheiden te houden. Na re- en dupliek besliste de rechtbank, dat de zaken, vam elkander zouden gescheiden, blijven. reld te bedenken want weinig men schen hadden zulk een beperkten kring van bekenden ails zij. en clan nog wa.- ren. de personen, die zij; kende, niet zoo als zij als vbogd. over haar veelbeloven- dën zoon zou wenschen, of zoo als de Kanselier goedkeuren zou. Eindelijk, na. eenig aarzelen, zeide zij „Zoudt gij er tegen hebben heit te zijn, mijnheer?" Falcon betuigde dat hij werkelijk ge heel verrast, was; sprak van korte ken nismaking ernstige verantwoorde lijkheid enz., enz., maar eindigde met toe- tei stemmen zijne bezwaren ten- zijde te zetten zoo- hij1 er had' En aldus ging de weduwe een weinig geruster heen. En toen. Mr, Falcon; dien' namiddag in zijne cabriolet in« het park reed, met Job achterop, dacht hij dat het wel een goed eai voordeelig baantje wezen kon, voogd ovea* dien erfgenaam vatn drie duizend pond. 's jaars te zijn. Twee dagen later bracht Falcon Mrs. Bennoeh een bezoek, en zag, behalve de weduwe, hare dochter Rosa. (Wordt verroifd).

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1899 | | pagina 2