NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD.
as
Haarlemsche Handelsvereeniging
181
De geschiedenis van Haarlem
17e Jaargang.
Maandag 4 September 1899
No 4964 b
HAARLEMS OAHBLAD
ABOITITEMHITTSPBIJS
/oor FTaarlem per 3 maanden1.20
•>i '1c. dorp« n in den omtrek waar een Agent gevestigd is (kom der
tremeentH), per 3 maanden1.30
fri-anro' door het geheele Rijkper 3 maanden. r1.65
-\ tV,ondei;!iike nummers0.05
tleïiiusfreord Zondagsblad, voor Haarlem, per 3 maanden. 0.80
de omstreken en franco per post
AJD V -Eif^TZEHNTTTTIlirsr
i roeels 50 Os.; iedere regel meer 10 Cts. Groote letters naar plaatsruimte
Abonnement aanzienlijk rabat.
Reclames 20 Cent per regel.
Abonnementen en Advertentiën worden aangenomen door onze Agenten
en door alle Boekhandelaren en Courantiers.
Dit biod verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen.
Bureaux. Kleine Houtstraat 14, Haarlem. Telefoonnummer 122.
Directeur-Uitgever J. C. PEEREBOO r-A.
Hoofdagenten voor het Buitenland: Compagnie Générale de Puhlicité Etrcmg'ere G. L. DA UBK <(r Co. ./O/.'.V F. loyfcs,
Parijn 3/his Fanhourg .1 {pnhnartre.
Met uitzondering van het Arrondissement Haarlem is het uitsluitend recht tot plaatsing van Advertentiën en Reclames betreffende Handel, Nijverheid en Geldwezen, opgedragen aan het
Algemeen Advertentie-Bureau A. DE LA MAR Azn. te Amsterdam.
BUITEN het Arrondissement Haarlem is de prys der Advertentiën van 1—5 regels 0,75, elke regel meer ƒ0,15 Reclames per regel ƒ0,30.
Agenten voor dit blad in den omtrek zijn Bloemendaal, Sandpoort ©n SchotenP. v. d. RAADT, Sandpoort; HeemstedeJ. LEUVEN, by de Tol; SpaarndamC. HARTEN DORPZandvoorl, G. ZWEMMER;
Veisen, W. J. RUIJTERBeverwijkJ. HOORNSHillegomARIE HOPMAN, Molenstraat. Genoemde Agenten nemen Abonnementen en Advertentiën aan.
Dit nummer bestaat uit
twee bladen.
GoedgeJc. bij Kon. Besluit van
12 Nov. 1892, No. 29.
De Haarlemsche Handelsvereen. telt
{thans ruim 650 leden, dat is veel, doch
jniet genoeg. Elke winkelier, elke han
delaar, zijn belang begrijpende, moet
zich aansluiten. De contributie bedraagt
slechts 2.50, terwijl de voordeelen
jroot zijn.
Rechtskundige adviseurs zijn de hee-
ren mrs. Th. de Haan Hugenholtz en
H. Pb. de Kanter, Spaarne 94, welke
gratis advies in handelszaken geven
aan de leden en voor hen gratis optre
den in faillissementen.
Voor incasso's, door bemiddeling der
advocaten gedaan, wordt 5 berekend.
Bankiers der vereeniging zijn de hee-
ren Laane van Bemmel, Kruisstraat
51.
Alle brieven of aanvragen (ook opga
ven voor het lidmaatschap) moeten ge
richt worden aan het bureau der ver-
eeniging, 22 Lange Begijnestraat.
Het is ons gelukt eene overeenkomst
te sluiten, waardoor het mogelijk is H.H.
leden nauwkeurige informaties te ver
schaffen omtrent alle firma's in Ne
derland.
IDe kosten dezer informaties bedragen
60 cents per adres, plus 5 cents voor
porto, en moeten vooruit betaald wor
den aan het bureau. Inform&tiën naar
binnen de stad wonende personen gra
tis.
Ruim 650 informatiën en rechtskun
dige adviezen werden in het afgeloopen
jaar verstrekt.
In Augustus zijn 21 vorderingen tot
een bedrag vaai 759.71^ betaald;
vorderingen worden afbetaald, 8 vorde
ringen zijn uitgesteld.
Volgens artikel 7 dient het Geheim
der Haandlijsten ongeschonden bewaard
te blijven.
H.H. Leden worden er op attent ge
maakt, dat pretentiën, buiten de stad
in te vorderen, niet worden behandeld,
tenzij portovergoeding (10 cte.) is bijge
voegd.
Het Bureau der vereemging is geves
tigd 22 Lange Begijnestraat en is ge
opend iederen werkdag van 's morgens
tot 1 en '8 middags van 2 tot 4 uur.
Dagelijks is een dear bestuursleden
«anwezig en bereid tot het geven van ad-
Ie gewenschte inlichtingen en wel Maan
dag en Vrijdag van 1112 uur v.m.,
de overige dagen van 34 um.
Het Bestuur van de Haarlemsche
Handelsvereeniging bericht aan de le-
SVl' den, dat C. VTSSKR, Haarlemmermeer
bij het stoomgemaal „Lynden" en ban
delende in Tabak, Sigaren en Manufao-
ituren, gevestigd was Barrevoetestraat
3, en dat omtrent hem informatiën zijn
te bekomen aan het Bureau.
HET BESTUUR.
tel
I,
sU
ng
(Jel
brain
uizeli
DOOB
W. P. J. OVERMEER.
Amanuensis der Gemeente-bibliotheek.
X.
Het laatst der 14e eeuw.
Het laatst der :4e eeuw heeft zich docil
kennen als een tijd van twist en tweedracht.
kwe.ke ook overgingen op de volgende eeuw.
De strijd tusschen de Hoekschen en Kabel-
jauwschen bralc niet alleen in de stad Haar-
los, doch ook in hare omstreken, en
I openlijk gevoerd tusschen de Heeren
Biederede en Simon va:i Zaanen ln
1377 werd laatstgenoemde heer genoodzaakt
Ie vluchten in zijn huis. 't welk zich in de
Koningstraat hevnnd tusschen de Jacubijne-
straat en Stoofsteeg en werd hierin door
eenigen der tegenpartij achtervolgd. Door
de groote schotdeuren welke neergelaten
we,'den, moesten do overige vijanden buiten
trill blijven en belegerden genoemde woning
In het buis zelf ontstoi d nu een verwoed
j gevecht, doch Simon van Zuanen behaalde
de overwinning en doodde '24 zijner ver
volgers, wier lijken daarna uit de vensters
werden geworpen Nadat het oproer ge
dempt was, bezocht Albrecht van Beieren
de stad, liet de schuldigen opsporen en
straffen en wist beide partijen te verzoenen.
De nu ingetreden vrede was slechts echter
in schijn en dit bleek ook later, bij
den dood van den Hertog in 1404,
toen de onlusten opnieuw uitbraken, doch
ia veel heviger mate als voorheen. Opnieuw
eilO^Wer<l Simon van Zaanen aangevallen en nu
Ledood en de burgerij trad nu mot elkaar
formeel gevecht. Deze opstand had
plaats den !en Augustus 1405 en vijf bur
gers lieten/T het leven bij, terwijl er onge-
300 de stad uit werden gejaagd Dat
het verzet hevig was, .blijkt dat het. over
sloeg op de in nabijheid liggende dorpen
en door de Kabeljanwsche Haarlemmers het
kasteel te Heemstede overmeesterd, geplun
derd en tot den grund toe afgebroken wei d.
Nadat de rust hersteld was, werden den
schuldigen boeten opgelegd ten voordeele
van den graaien tot herstel dei goederen
van ben, die het meest geleden hadden.
In 1378 lezen we van het «IOrstgild»
dat heden ten dage nog bestaat, doch waar-
niets bekend is omtrent haar werking
en inrichting. Volgens Ampzirig bestond het
54 personen, mannen, vrouwen, ge
trouwden en anderen. Van de inkomsten
van een belegd kapitaal, werd omstreeks
Kerstmis een maaltijd gehouden tot eene
vioolijke nagedachtenis der geboorte onzes
lleeren. Zoo noodig ware.' 13 personen, diu
den persoon onzes Heeren met zijne aposte
len voorstelden.
Door den hertog Albrecht werd in 1380
bepaald dat de benoeming van Schout en
Schepenen voortaan door den graaf zou
geschieden, terwijl hij in 1391 daarenboven
besloot dat niemand, zoo hij geen inwoner
was van Haarlem gelurende 10 jaren, in
aanmerking kon komen voor één der boven
genoemde betrekkingen
In 1385 op Bt.Maartensdag begon men met
den bouw van de vleeschhal cp den hoek van
de Warmoesstraat en de Spekstraat en
loopende tot achter het Karmelietenklooster.
De eerste ordonnantie hierop werd in 1385
uitgevaaidigd door hertog Albrecht. Deze
hal bleef bestaan tot 1604, toen ze ver
kocht werd voor 5745 ponden en vervangen
door eene nieuwe op de Groote Markt,
waarvan de eerste steen gelegd was den
6en Juni 1602.
In 't laatst der 14e eeuw woonden te
Haarlem eenige zusters van de 3e orde van
St Franciskus in een huis in de Zijlstraat,
het waren echter geen geproffesijde nonnen,
doch samenwonende devotarissen, die zich
hadden vereenigd tot eene geestelijke ver-
eeniging en aangeduid werden als beggijnen,
In 1385 moeten ze eene kapel gehad heb
ben, waar een priester het altaar bediende
en door één der zusters, hiervoor geloond
werd van de inkomsten van een stukje land.
De alom heerscnende kloostergeest te dien
tijde noodzaakte hen in I395 over te gaan
tot het kloosterleven en in dit jaar werd
vooj' hen een klooster gebouwd, latur be
kend onder den naam van Zijlklooster. Dit
grensde ten O aan de Smalle Oude Gracht,
ten Z. aan de Raaks, terwijl de hoofdingang
ten N. zich bevond in de Zijlstraat. In 1399
werd het geheele klooster met lijne bezit
tingen in bescherming genomen door Al
brecht van Beieren. In 1403 kregen
eigen priester tot biechtvader en werd hen
door de Cureit van Haarlem vergund het
Sacrament in hunne kapel te bewaren
en de dooden, met de daaibij belioorende
plechtigheden, op hun eigen kerkhof te doen
begraven. Het was hun vergund een am
bacht naar vei kiezing uit te voeren, doch
waven gebonden aan de Stedelijke keuren
op de wolreederij, voor zoover ze wollen
lakenen mochten weven. Zo kregen door de
vele schenkingen spoedig een vast inkomen.
In I4'28gingen ze over tot de orde van Sint
Augustinus en heeten van nu af »Kanone-.-
sen regulieren ten Zijl De beeldstoi merij
welke in 1566 plaats had, oefende echter
op het Zijlklooster geen invloed uit en tij
den shet beleg der Spanjaarden, toen de
voorwaarden tot de overgave der stad wa
ren aangenomen, werden alle mannen in dit
klooster verzameld. (13 Juli 1573).
Toen ze allen hier bijeen waren verscheen
de commissaris van Alva, (Philippus van dei-
Mate) ten einde hen aan te sporen tot be
taling der penningen waarop ze geschat
waren en de plundering der stad hierdoor
te voorkomen. Ze ontvingen nu onder iedere
gioep van 6 man een bol broods, doch waren
dikwijls verstoken van eten en drinken Ze
hieven hier zoolang in gijzeling tot de
schatting geind was. ('25 Juli).
Toen in 1581 de geestelijke goederen aan
de stad vervielen, kwamen de inwoonsters
zonder dak en brood Wel was hun een
pensioen toegekend, dat hen trouw uitbe
taald weid, doch dit was lang niet toerei
kend om in hun levensonderhoud te voorzien,
daar ze naar gelang hunner ouderdom een
toelage ontvingen van f9t>, f 60 of f 4*2
'sjaars Na dezen tijd zijn de gebouwen
van het Zijlklooster tot velschillende doel
einden gebezigd; in 1582 werd er een ge
deelte van verkocht en 't overblijvende be
woond door de Paltz giavin Arnalia, weduwe
van Hendrik van Brederode, die er haar
verblijf hield tot 1589
Een jaar hierna werd ook dit gedeelte
vei kocht en bleef nog alleen de Zijlkerk
over. Van deze kerk is aangeteekend dat
»het portaal met zijn erf» nog vele jaren
verhuurd werd voor f16 'sjaars en diende
verder tot passantenhuis voor militairen,
amanutiehuis en bergplaats en tot stalling
der paarden van de ruiterij. Toen in 1817
we stallen gebouwd werden op het
meer te herstellen was en werd dan ook
afgebioken in den winter van 18171818,
De lokalen van hot departement Haarlem
der Mij. tot nut van 't Algemeen beslaan
thans grootendeels het terrein van 't voor-
maligr Zijlklooster. De afvaart der Leidsche
schuiten werd in de vorige eeuw bepaald,
naar den tijd die de klok op genoemde kerk
aangat.
De resultaten by" het gebruik van
deze gezondneHswol verkregen,
moeten vooral by Rheumatiek of
Vliegende Jicht, zinkinten, kou in
borst, rug of maag, zeer verrassend
zyn en zyn er reeds verschillende
doctoreo, die deze wol als een probaat
middel daartegen aanwenden. (Zie
verder advertentie in dit nummer).
Een andere liefdadige instelling is de
Bakenesser kamers». De oude papieren, die
ueerendeels vergaan zijn, wijzen dan ook
lier niet veel van uil Ze werd in 1395
gesticht, bij testament van Dire van Bake-
nesse, door zijne nagelaten weduwe Lysebeth
Dirks en haar zoon Jan, om welke reden
ze soms Dirks- en dan weer eens Janskamer
op de Bakenes genaamd wordt Ze werd
gesticht in de wijde Appelaarsteeg en
dezelfde genoemde reden wordt deze steeg
in een brief van 1 Maart 144<>, de Dirks-
en in een anderen brief de Jans van Bake-
nes6esteeg genaamd.
Van de stichting af, schijnt dit hofp
bestendig te hebhen voortbestaan zonder
dat er merkwaardige voorvallen plaats
hadden, totdat in omstreeks 1600 door de
regeering de rieten daken vervangen werden
door harde. Hierbij zij opgemerkt dat de
regeering hiervoor geene subsidie gaf aan
de regenten, 't welk ze welgedaan hadaa;
het Sint Jacobsgasthuis, doch gelastten aan
bestuurderen van het hofje zooveel lande
rijen te verkoopen als noodig was. In 16"
werd het geheel verbouwd en werd de
voorpoort opgericht met het opschrift
MCCCXCV
gesticht
van Dirck van Bakenes
voor vrouvrei. acht en twee maal zes.
Het hofje bestond uit 13 woningen tot
1663, toen er twee van ingericht werden
tot regentenkamer. Do Bakenesserkamers
was eene inrichting voor gebrekkige oude
lieden en 't aantal hiervan was tot 1633
twintig. (Zie opschrift) Uit 't opschrift
blijkt dat het vrouwen waren en deze
genoten de volgende preuvesieder
6 stuivers weeks, samen f 105 'sjaars (fooien
voor kermis, nieuwejaar enz.) f90
boter en vleesch, 28U ton turf en 14<0
stuks brandhout, dut later weer verhoogd
word. Medicinale hulp ontvingen ze gratis.
(Wordt vervolgd).
BINNENLAND.
Het ongeluk op het Noord-
zeekanaal.
De Amsterdamsche justitie beeft
keunis gegeven dat net wrak van de
Willem niet mag gelicht worden, al
vorens zy ter plaatse van het ongeval
geweest is.
Ontsporing.
Vrijdagmorgen te ö1;, uur ontspoor
de vlak by het station D. P. te Rot
terdam de machine van den goederen
trein 1012, komende van Rozendaal.
Door een opdringenden geladen wagen
werden de volgende, zynde een baga-
ge-wageu en 5 ledige personenrijtui
gen, geheel \erbryzeld.
Gelukkig zyn de personen die den
trein begeleidden, ongedeerd gebleven.
De hoofdconducteur werd onder de
verbryzelde wagens gevonden, zonder
ander letsel dan een paar hoofdwon
den, de machinist en stoker waren bij
tyds van de machine gesprongen.
De weg was versperd de machi
ne stond dwars op de rails doch
spoedig was alles weder opgeruimd.
De schade aan materieel is groot.
Een onderzoek zal omtrent de oor
zaak licht moeten brengen. De wissel
stond goed.
Lana Sanitaria.
Geprepareerde Gezondheidswol.
Zooals het met meerdere artikelen
het geval is, zijn eu waren de Chinee-
zen de Europeesche beschaving som
tijds verre vooruit. We deuken siechts
aan de zy de-industrie, de fabricate
van lakken eu van Oost Indische
lukt enz.
Ook op bet gebied der geneeskun
de en het prepareeren van genees
middelen zijn er verschilleude zaken
te noemen, waarvan men te
naar de samenstelling heeft gezocht.
Dit schijnt ook het geval met bo
vengenoemde wol naar welks samen
stelling men reeds lang zocht en 't
slechts door eeu toeval door een mis
sionaris is gelukt, dit geheim te we
ten te komen, die niet geaarzeld heeft,
dit weer aau een zijner familieleden
Leïieren en Kunst.
Eigen Haard bevat deze week een
artikel van X over F. de Martens,
een der mannen die in de omgeving
vac den Russischen Czaar het meest
tot de voorbereiding der Vredescon
ferentie heeft meegewerkt (mei por
tret); voorts het vervolg van 'net geïl
lustreerde opstel over de havenwerken
van Amsterdam door W. Toose; en
een artikel van J. F. L. de Balbiao
Verster, genaamd ,,'t OnbekendeZuyt-
iandt" (de geschiedenis van twee tin
nen schotels).
De bekende violist Joseph Cramer
is Vrijdagmorgen te Bad Elster, in
Sachsen, na een ougesleldiieid van
bijna drie weken, overleden.
Zijn heengaan is voor de kuust een
groot verlies.
Sport en Wedstrijden.
Verkiezingen A. N. W. B
De verkiezingen voor bat algemeen
bestuur van den A. N. W. B zullen
dit jaar voor het eerst op de nieuwe
wyze plaats hebben, ter wijl elk biljot
in twee couverten zal gesloten worden.
Bondsledeu kuDnen vóór löSept.a.s.
bij den BoDdssecretaris alhier Candida
ten stellen-
terrein der kazerne, verviel deze laatste I toe te vertrouwen, die geneigd was
bestemming hier en de kerk was ook in I de fabricatie daarvan te ondernemen
zoo'n staat van verval geraakt dat ze niet 1 en het in den handel ie brengen.
ÜEagENüO &IEUWS
Het proees-Droyfus.
Generaal Roget vraagt den heer Pi-
cot walt Hij- denkt over den vreemden
officier, die, nadat hij in den ..Figaro"
een klinkende verloochening van Mer
ci er had gepubliceerd, nu genoodzaakt
is om te erkennen dat hij dë schrijver
is van een stuk waarvan hij het vader
schap had afgewezen.
De getuige antwoordt, dat hij slechts
de wooa-dem heeft herhaald die tot hem
zijn gesproken en dat hij dus de vraag
vam Roget niet heeft te beantwoorden.
Demange vraagt, of Roget de ver
gissing van den vreemden officier niet
vergeeflijk acht daar men den naam
van „rapport" had gegeven aan een
stuk dat niet het karakter droeg van
een rapport.
Roget antwoordt dat hiji noch be
schuldigt. noch verdedigt; hij; meaht
alleen op dat het vermelde gesprek
plaats had in Mei. op een tijdstip toen
de verslagen der enquête voor het Hof
van Cassatie reeds bekend waren. Ge
tuige zegt alleen tusschen beide te ko
men om de Fransclie officieren te ver
dedigen.
Generaal Deloye herinnert er aan
dat hij in hot. begin van 18S9 werd be
last met het inlichten valt het Hof vam.
Cassatie omtrent het nieuwe artillerie-
materiaal. Hij herhaalt de verklarin
gen, die hij voor het Hof van Cassatie
heeft afgelegd. Het is onmogelijk, dat
in 1894 een officier van den troep wat
ook over het korte kam on 120 heeft
kunnen med'edeelen. Deloye herinnert'
zich niet nauwkeurig in welk jaar heit
reglement op het korte lcamon 120 in.
den handlel is gebracht. In elk geval was,
er in 1S94 geen reglement op dit ka>-
non in den handel. Bijzonderheden over
de hydraulische rem konden op dat
tijdstip slechts een klein aantal officie
ren bekend zijn.
Een lid van den krijgsraad vraagt
of het voorloopige reglement op het
korte kanon 120, dat inlichtingen be
vatte ever de hydraulische rem. dezelf
de inlichtingen behelsde als het defi
nitieve handboek.
Deloye antwoordt, dat er geen groot
verschil tusschen is, en deze inlichtin
gen werden geleverd. Onder een plau
sibel voorwendsel kon een officier van
den staf zich de schiethandleiding ver
schaffen,.
Er volgt een lamge, vrij technische
gedachtenwisseling tusschen den getui
ge Deloye, leden van den krijgsraad en
den beschuldigde mei zijn verdedigers.
Dreyfus verklaart, dat hij niet voor
nemens is, te spreken over de woorden
vain, het borderel of gissingen te uiten.
Hij geieft een beknopt overzicht van
wat hij, wist omtrent het korte kanon
120. Te Bourges kende hij in '89 en '90
het beginsel van de rem met saamge-
perste lucht. Generaal Mercder heeft
herinnerd, dat hij in 1890 als inspec
teur-generaal Bourges is geweest en
moet zich dus herinneren dat hij voor
allo officieren. va.n de vuur weki n rich -
ting en die gieterij; een voordracht heeft
gehouden over de rem met saatmgeper-
te lucht. Yam die rem werd het wwone
schema meegedeeld, dat in den cursus
te Sa/int-Cvr meegedeeld wordt. Dat. is
alles wat Dreyfus wist vam de rem met
saamgeperste lucht.
Het korte kanon 120 heeft hij twee
maal gezien, maar hij, heeft het nooit
zien ham te eren of schieten. De bij den
staf gedetacheerd en hebben nooit de
schietschool gevolgd. De shrapnels heeft
hij slechts vluchtig bestudeerd.
Carrière deelt mee, dat de derde di
rectie van de artillerie bijeen is geweest
en een bundel heeft gemaakt van de
stukken waarom de verdedigers ge
vraagd hebben. Deloye zal de stukten
morgen aan den krijgsraad; vertoonen.
Hij verzoekt., daarvoor de deuren te
sin it en,.
Demange verzoekt verlof voor majoor
Hartman en Ducroc om de zitting met
gesloten deuren bij te wonen.
De krijgsraad besluit tot dë zitting
met. gesloten deuren en geeft aam Hart
man en Ducroc verlof, ze bij te wonen,
xvls er gelegenheid voor is, zal op de ge
heime zitting nog eem publieke volgen.
De zitting wordt om, kwart over el
ven gesloten.
De openbare zitting werd Donder
dag te balf tien geopend.
Zoodra Dreyfas plaats heeft geno
men treeft de president last om kapi
tein Lebrun-Renault binnen te laten.
(Beweging en spanning). Kapitein
Lebrun-Renault komt aanstonds vóór,
brengt het miliiair saluut, legt met
een korte beweging zijn kepi op de
tafel en wachtte tot de president hem
ondervraagt.
Deze zegt„Gij zyt op 15 Jan.
1895, by gelegenheid van de degra
natie van den beschuldigde, belast ge
weest met zyn overbrenging van de
Cherche Midi naar de militairs Scbool,
waar by eenige oogenblikken bleef.
Verhaal den krygsraad wat er voor
gevallen is."
Lebrun doet daarop zyn verhaal.
Hy vertelt, dat by er mee belast
was Dreyfus tot aan zyn degradatie
te bewaken. Dreyfus begon met zyn
onschuld te betuigen en zeide, dat hij
met. zyn fortnin er geen enkel belang
by kon hebben verraad te plegen. „Ik
ben onschuldig," zeide hy, „en binnen
vier jaar zal men myn onschuld erken
nen. De minister weet het.
Hy heeft het my door Du Paty la
ten zeggen, eenige dajren geleden in
mijn cel. Hij weet. dat, waoneer ik
stukken aan Duitschland geleverd heb
dat was om belangrijker documenten
te verkrijgen. De getuige zegt dat kapi
tein d'Attel aanwezig- was toen hem dit
werd gezegd en dat hy dadelijk toen
men Dreyfus kwam halen voor de
executieparade de woorden van Drey
fus aan andere officieren herhaald
beeft.
Lebrun Renault spreekt daarna over
artikelen in de bladen. Mercier zeide
ray, dat ik naar het Elyséo moest gaan
om aan den president.'ie herhalen wat
ik hem gezegd had. Toen ik by den
president kwam, zeide deze„Gij hebt
relaties gehad met journalisten, erzjjn
onbescheidenheden gepleegd".
Ik antwoordde: Ik heb wellicht
ournalisten gezien, maar ik hebniet
dirpct tot hen gesproken."
Mod sprak niet met, my over de
bekentenis en ik ging heen zonder
verwijten van den president te hebben
gehoord. Du Paty nam my mee en
stelde een nota voor de Agence Ha
vas op, waarin gezegd werd dat ik
volstrekt geen aanraking had gehad
met de pers.
Een bijzitter vraagt of Lebrun-
Renault zich niet herinnert Dreyfus
ie hebben hooren zeggen, dat de ge
leverde stukken slechts copieëo waren.
De getuige antwoordt dat hij hei
zich niet herinnert, maar Dreyfus kai
het wel gezegd hebben. Merciei beval
my naar het Elysée te gaan om over
de bekentenis te spreken maar men
liet my den tyd niet om te spreken.
Een lid van den krygsraad merkt
op, dat het jammer is dat Lebrun-
Renault er zelf niet over is begonnen.
Lebrun antwoordt, dat bij er den tyd
niet toe had, want de president scheen
zich meer bezig te houden met een zin
van Dreyfus over het schrift van het
borderel," dat door een blad was ge
publiceerd. De president was gewaar
schuwd dat ik komen zou. Ik was
verlegen, want ik had inij hooren
uitschelden voor „canaille" en „ellen
deling", wat niet aanmoedigend was
Antwoordende op vragen van De
mange zegt Lebrun dat Dreyfus tot
hem sprak en hem niet antwoordde.
Het is zyn taak niet de tegenstrijdig
heid van de bekentenis met de betui
ging „Ik ben onschuldig, binnen drie
jaren zal mijn onschuld aan den dag
komen" in overeenstemming te brengen.
Dat moet de verdediging maar doen
en Dreyfus moet zich maar verklaren.
„Ik heb deze zinsnede gehoord eu
daar is het mee uit. Ik heb haar her
haald zonder commentaar." Hy wei
gert te zeggen of hy de uitlating als
een bekentenis heeft beschouwd. Drey
fus beeft hem veel diugen gezegd.
„Zoo ik, vervolgt Lebruu, er proces
verbaal van heb opgemaakt, heeft dit
zyn reden hierin dat my niet opge
dragen was, Dreyfus aan 't praten te
brengen." Hy weet niet waarom Gon-
8e en Mercier hebben kunnen gelooven
met een bekentenis te doen te hebben
en hem naar het Elysée hebben ge
zonden.
Kapitein Antoine zegt dat hy da
delijk na de degradatie Attel is tegen
gekomen eu dat deze hem meedeelde
dat Dreyfas dingen tegen hem bad
gezegd, waaruit de forineele beken
tenis voortvloeide dat bijstukken had
geleverdtevens beweerde by dat e
stokken niet van belang wareu en het
doel was om er andere, belangrijker
voor in rail te kry'gen.
Dreyfus verklaart dat liy enkel met
Lebrun-Renault heeft gesproken.
Lebrun-Renault wordt teruggeroe
pen en erkent dat Atiel met met
Dreyfus heeft gesproken, maar in een
aangrenzende zaai de woorden van
Dreyfus gehoord heeft.
Op eeu opmerkiug van Labori, er
kent Mercier dat Altel geen verslag
deed van het incident aau zyu chefs.
Dreyfus zegt dat., terwijl hy vóór
de degradatie in de Militaire Öchool
was, Lebrun hem niet verliet. Het
is mogelijk dat Attel de aangrenzende
zaal is binnengekomenmaar, voor
zoo.er by het na vyf jaar nog met
zekerheid kan zeggen, was r geen
ander officier dau Lebruu in de zaal
gekomen, waar hy was.
Lebrun zegt dat Attel de zaal
binnenkwam.
Dreyfus antwoordt„Hij richtte tot
my niet het woord. Hy herinnert dat
hy reeds aan deu krygsraad verkla
ring heeft gegeveu van de woorden,
door hem gesproken. Hy geeft uiting
aan de aandoening, die hy na vyf
jaar gevoelt, als by ziet dat eeu t/e-
tuige, die woorden heeft geil rd,
welke begiutieu met eeu betuiging van
onschuld, deze woordeu aan zyu chefs
overbrengt,zonderden belang! ebbende
zelveu verklaring van die woordeu tu
vragen. Dat zyn maniereu waarvoor
rechtschapen lieden slechts veront
waardiging kunnen gevoelen." (Lang
durige beweging).
Labori vraagt Lebrun-Renault dau,
welke ainbteuaar die grove woordeu
over iiem gesproken had, terwijl hy
op het Elysée was.
Getuige - eg., dat hy het niet weet.
Labori verwondert er zich over, dat
getuige dit feit niet voor Let hof van
cassatie verteld heeft.
Luit-nam kolonel Guériu komt ge-
t igen. Hy vertelt: Ik was door ge
nei aal Saussier belast, de degradatie-
parade by te wonen eu hem verslag
te doen van wat er gebeuren zou.
Tegen kwart voor achten kwam de
gevangenis wagen met Dreyfus aan.
Dreylus stapte uit en werd Daar eeu
kamer gebracht, waar Lebrun Renault
oem bewaakte. Vyf minuten voor
uegei.en kwamen vier kanonniers en
de brigadier met den kapitein-adju-
daut van het garnizoen om Dreyfas
te geleiden naar de plaats waar hij
gedegradeerd zou worden. Ik bevond
Irny op dat oogenblik aau de deur van
het paviljoen. Op dat oogeüblik her
haalde Lebrun-Renault de woorden