Van Waanzin, Sport en Bier. ALLCOCK'S PLEISTERS 300 frs. voorschot te geven, kan niet op Dreyfns slaan. Men zon dan slechts 10 tot 20 frs. per stuk betalen. De verdwijning van „plans directeurs" kuDnen hem niet aangewreven wor den. De verdwijningen hielden aan tot 1897. Het stuk Ce canaille de D. sluit Dreyfus uit. Daar het op politiek terrein gebruikt is, moet dit stuk in rechte op zjj gelegen zijn. Men kan evenmin den brief C. C. C. tegen hem handhaven, omdat inlichtingen over deze vrouw toonen dat zij niet het minste geloof verdient. Deraange betreurt het, zich niet te kunnen bepalen tot het materieole onderzoek van de stnkken. Men zon ze aan een technisch onderzoek moeten onderwerpen, maar hij herinnert dat het onderzoek van het borderel nog op het gebied van de onderstellingen is. Hij is ech ter verplicht Mercier (Carrière?) stap voor stap te volgen. Demange spreekt nu van het stuk, geschreven door den agent A. (Schwartzkoppen), dat de woorden bevat „Wat Dreyfus betreft, is men kalm." Hij tracht aan ie toonen dat het in niets zijn schold bewijst, omdat men zich op dit oogenbhk overal met de Dreyfus zaak bezig houdt. DemaDge gaat alle stukken na en tracht al ie besehuldigingen die men er tegon Dreyfus uit opgediept heeft, te weerleggen. Hij gaat snel het stuk „Hanotanx retors" (sluwerd) na, en weerlegt de redeneeriogen van Lauth ten aanzien van dit stuk. Hij herin nert, dat de bnitenlandsche attaché's Sas door de bekendmaking van het orderel kennis kregen van de rede nen van de veroordeeling van Dreyfus, redenen welke zij tot dat tijdstip niet kenden. De eenige die toen wist dat Dreyfus onschuldig was, was Demange zelf, maar hij had er Diet over sproken. Demange gewaagt ook van de brie ven die B (Panizzardi) den 2den en 8en November aan den chef van zga ambassade heeft geschreven, en waarin Cuignet het bewijs ziet van de schuld van Dreyfns. Cuignet ziet er name'ijk de beves tiging in, dat Dreyfus in betrekking stond met den agent A. (Schwartz- koppen,) terwijl B. niets anders doet dan ontkennen dat Dreyfns in betrek king beeft gestaan tot zjjn land. Men kan deze feiten onmogelijk in twijfel trekken. Demange meent verplicht te zijn waarde te hechten aan de stuk ken die van vreemdelingen afkomstig zijn, waarop Mercier steunde, terwijl hij tegelijkertijd de rechters aanbeval ze te wantrouwen. De advocaat meent geloof te moeten slaan aan het woord van eer van vreemde officieren, die verklaarden niet in betrekking te heb ben gestaan tot Dreyfus. Die verkla ringen werden bevestigd van de tribune van een buiteniaudsch parlement. „Vergeet niet", zegt hg, „dat in de officieele verklaring die de mogend heid waartoe de agent B. behoort heeft afgelegd, gezegd wordt dat men nooit betrekkingen heeft gehad met Drey fns," maar sprak n'et van Esterhazy. Waarom Het bedroefde Frankryk weet nu wat er in het geheim dossier zit, en dat dossier toont met hoeveel zorg die officieeie verklaringen zijn vastgesteld, voordat zij gedaan wer den. De naam Esterhazy werd opzet telijk eu met voordacht niet genoemd. Pleiter gaat dan de zedelijke, tech nische en stoffelijke bewijzen na. Hij spreekt van de dicteeproef en herin nert dat da Paty gioote beteekenis aan dat tooueel hechtte. Verwarring ontstond by Drevfus eerst na den uitval van dn Pa'.y^ en Demange vraagt zich af hoe bij de aanwezigen bet denkbeeld beeft kunnen opkomen dat Dreyfus scholdig was. Om kwart voor tienen wordt de zitting geschorst. Er weerklinken eenige toejuichingen. Verscheiden menschen drukken Demange de hand. De houding van Dreyfus gedurende het pleidooi was gewoon. Hij kruiste de armen, het eene been over het an dere leg ende, of zat met de banden op de knieën, eu volgde met aandacht Demahge's redeneering. Zjjn pet had hij op den grond gelegd. De zitting wordt om tien aur her opend. Op de estrade merkt men op Lord Russell met Paléologue en gene raal Cbamoin aan zijn zijde. Demange spreekt van de huiszoe kingen in 1894, de volmaakt natuurlijke stappen van Mathieu Dreyfus bij Sandherr. Dau herinnert bij aan het getuigenis ran Henry, die uitriep: „Dat is de verrader!" Waarom,roept Demange uit, heeft Henry zicb in 1894 vergist, toen hij met vertoon van vrijmoedigheid zeide dat hij van een „man van eer" wist dat Dreyfus schuldig was. HQ merkt op dat deze man betaald werd. Bovendien heeft deze man Dreyfus nooit genoemd. Waarom heeft men hem niet onder vraagd Dat maakt de toepassing van de door hem gegeven inlichtingen op Dreyfus zonderliug verdacht. De rede nen, die men h&d om hem niet voor den krjjgsraad van 1894 te dagvaarden, bestonden niet meer. Sprekende van Dreyfus zegt bij Zou iemand die werkelijk een spion was, de hooghartige houding van Dreyfns tegenover zijn kameraden getoond hebben en zich beroemd heb ben zooals hy deed Hy weerlegt do kletspraatjes over het gedrag van Dreyfus en toout aan hoe weinig zijn blufjes te beteekenen hadden. Ver volgens spreekt Demange van de kinderachtige praatjes van Mertian de Müller, Dubreuil, Villon en Cer- nusky. Sprekende van Müller die be weert te Potsdam bij den Keizer een krant te hebben zien liggen met don naam van Dreyfus erop geschreven, zegt hy dat Müller door zyn gids kan bedrogen zyu. Overigens wordt hol woord kapitein in het Duitsch niet vertaald door het woord, dat hy gebruikte. Men moet dus geeu reke ning honden met dit getuigenis. Het getuigenis van Dubreuil dat op feiten die lang geleden zijn, betrekking heeft is volmaakt iu tegenspraak met dat van Lignolies. Ook het getoigenis van Villon, die beweerde in Maart 1894 in een ge sprek tnsschen Duitsche officieren Dreyfas te hebben hooren noemen als een van hun correspondenten, is niet veel zaaks. Het was trouwens onmogelyk dat dit gesprek in Maart gevoerd zou zyu, omdat de beschuldigingen tegen Drey fas betrekking hadden op feiten na Maart 1S94. Demange betoogt boe weinig geloof de verklaringen van Cernusky verdienen dien officieele in lichtingen, aan den raad verstrekt, af schilderen als een krankzinnige. Al die getQigenissen moeten „eza- menlyk op zij geschoven worden. Het eeoige bewys, zegt Demange, is bet borderel. Ik zal trachten aan te toonen, wie liet heeft kunnen leve ren, want om licht te verschaffen zou de in het borderel opgenoemde no ta's moeten hebben. Hjj herinuert aan het getuigenis van Deloye. Ik hoop u aan te toonen dat men ook de tech nische waarde van het borderel ter zyde zal moeten stellen en den grond zelf van de beschuldiging. Demange verzoekt zyn pleidooi mor- geu (vandaag) te mogeo voortzetten. De president vindt het goed. De zitting wordt oin eif uur tot Zaterdag (heden) verdaagd. B;j het heengaan drukt Dreyfns zyn verdediger de hand. Er gebeurde niets byzonders. Wy blgken gelukkig niet alleen slachtoffers te zyn van een ver gissing, waar wy de regeeringscom- missaris Carrière Donderdag de ter dood veroordeeling van Dreytus lieten eischen. Art. 76 van „Code Pénal" is in 1848 in dier voege gewyzigd, dat daaruit is gelicht de doodstraf eu deze is vervangen door „deportatie binnen een versterkte plaats, door da wet aan te wyzeu, buiten bet vasteland der Repubiiek." De eiscb luidt dus in gewone taal tot terugzending naar het Duivelseiland. Zeg het voort! HsaHemmer Halletjes Een Zaierdagavondpraatje. cccxcv. ..Morgen", zei Wouter kortaf, toen hij dezer dagen bij mij binnenkwam. „Ik kom je vertellen, dat ik weer thui9 ben en gereed als altijd om je te hel pen m 't beschouwen van Haorlemsohe zaken waar jij zoo geen verstand vaai hebt. Want dat. moet je tooit maar er ken nor. die pit breng ik ai- in. Jij bent. hoe zal ik heb zeggen,, te goedig, to week. Alles vind je best of bijna; best. Dat moet niet. Sla er op. hak er op in, geef Ja® een steek en Piet een> prik en Klaas een houw. Zoo is de ma nier. En daarom kom ik maar weer bij je, hoewel je mij niet altijd met de®1 noodigen eerbied] behandelt!" ,..Te bescheidenheid is nog altijd eve® groot", zei ik stekelig. „Maar we zullen op den eersten dag van ons weerzien geen ruzie maken. Hoe is het je buiten bevallen 1 Je ziet er uit als kool." ..Dat zal ik je zoo dadelijk vertellen, antwoordde hij. .Vertel me eens: is Haajrlem nog altijd Haarlem „Wat bedoel je daarmee?" „Staat er nog altijd een steiger bij de Groote Kerk?" „Ja." „Is heb geld voor de feestviering va® den Koninginnedag weer met moeite, bij elkaar gekomen?" ,.Ik kan het niet ontkennen." ..Mopperen de menschen nog altijd over de bestrating en ovor de gemeen tereiniging „Nog altijd". „Dan is Haarlem mijn oude Haar lem nog." zei Wouter met overtuiging. „En nu zal ik je eens vertellen, 'hoe ik Een suikeroom. De oud-machinist Flohr, een inwo ner van Bederkesa, by Geestemünde, schynt voorbestemd te zyo, de mil- lioenenerver dezer eeuw te worden. Een meuscheuleeftyd geleden is broer van zyn moedor van Würzberg naar Amerika getrokken, twee zus ters achterlatend. Hy beeft slechts eenmaal van zich laten hooren, daarna nooit meer. Dezer dagen heeft de burgemeester van zyn geboorteplaats een brief outvangen van den Duit- schen consul te Philadelphia, met bet bericht, dat daar een landverhuizer is gestorven die een vermogen heeft nage'.aton van 29 millioen dollar. Twee millioen v. aren gelegateerd aan het bediendenpersoneel, doch de rest was bestemd voor zyn twee zusters, of indien deze gestorven waren voor haar kinderen. Beide zusters waren gestorven, een ongehuwd, de andere lL-t twee kinderen na, een zoon, de oud-machinist Flohr, die gehuwd is doch geen kindereu heeft, en een dochter, die ook gehuwd is en bij Würzburg woont. Spoorwegongeluk. By Cairo is eeu trein, met soldaten gevuld, ontspoord. Men teit24gedoo- den en 30 gewonden. het buiten gemaakt heb. Maai- vooraf wil ik je nog vragen in welken toon. moet ik het je vertellen? In den vrien- dielijken conversatietoon of in den min tier vriendfel ijken toon dea- waar heid V' .Liever dan maar in den conversatie toon," zei ik, daar ik van vriendelijk heid! houd. .Goed," zei hij. „dan maar eerst in den conversatietoon om jou plezier te doen en daarna, in dien toon der waar heid tot mijn eigen voldoening." Toe® ging hij heel netjes zitten alsof hij op visite was. legde die handle®-op zijn knieën en begon op opgewekte manier, vriendelijk verhalend, met een klein 'glimlachje, de a een weinigje als en •de dubbele oo wat als en uitsprekende, het navolgende verhaal I /eh, mijn wèrde heer, we hebben j i nderdèd een allerèrdigste vacant ie doorgebracht. Ik moet zeggen we wè- ren het sèmieii niet eens, mijn. vrouw en ik. war we lieen zouden gen. Zwit serland is zoo vol en je ontmoet er meer Hollanders dia® Zwitsers, Tyrol is ook al abgeschmackt- en ncr den Rijn got natuurlijk niemand: meer I We èrzelde® tusochen het zuiden van Frankrijk en de Normandische eilanden, toen we op zekeren dag een brief kre gen van, een. goede kennis, die ons een pietsje ènaèdide op de Vehvwe, dat hij om zoo te zeggen ontdekt had:. Heerlijk eturd', schreef hij, vol-slègen rust, ear I nog heeleinèl' geen vreemden. Wedach- 'ton er dèdelijk over. Och. we weren al driemèl op de Nc-vmnndïsehe eilanden geweest e<n viermèl te Nizza. We kon den ea' dus geen nieuws meer vinden. Twee dègen lctcr wéren we op reis naar het pietsje op de Veluwe. Ik zeg n niet, hoe het heette, neen, neon,, par don, dat mag ik niet doen. Op mjjn Hohenschwangau 2S Aug. 99 Ik stel op den voorgrond, waarde lozer, dat ik niet uw coayespondent voor dit lieflijk oord ben. Ik moet iiierop den nadruk leggen, opdat gij er mij niet later een verwijt van zult kunnen, maken, wanneer ik van hier even tueel plaatsgrijpende aard bevingen of uitslaande branden geen melding maak en. liet Hohensehwan- gaiu'sehe politierapport, niet in ons bladi doe opnemen. Het is maar tijdelijk, dat ik hier tegen de hocge rotsen: zit te kijken, waarop Ludwig, de ongelukkige koning van het schoone Beieren, zijn trotsch kasteel Neu-Schwanstein deed bouwen. Als men ziet hoe de witte lijnen van het slot zich alfteekenen tegen den. dón keren achtergrond van pijnbosschen, als men de weelderige inrichting va® het kasteel ziet, de heerlijk mooie zangers zaal. de schitterende vertrekken, voor ;s konings particulier gebruik bestemd, dan vergeet men wat er in deze idylli sche omgeving werd geleden, door een man, die een groot en goed koning zou zijn geweest, als niet de waanzin, hem had aangegrepen in zijne ijzeren armen om hem steedis verder mede te voeiren naar het treurig© einde, dlat zijn slecht besteed leven besloot in het bekende drama aan het. Starnberger meer. In de schitterende omgeving der wereldbe roemde koningsloten, vergeet men. dat er achter hunne muren nog niet zoo heel lang geleden dingen zijn gebeurd, dia met het begrip Majes teit" .absoluut niet in overeenstemming te brengen waren, want, ail is ttte® meestal ge wc. cai van Ludwig te spre ken als van een ongelukkige, de inge wijden in de geheimen der familie Wit- telsbach, zullen u na zich met een angstigen blik overtuigd te hebben, dat niemand hen beluisteren, kan zeg gen. dat deze man eerst ongelukkig werd, nadat hij slacht geweest was en; dat hij zich zelven zijn toestand vaar dl© laatste jaren, tei wijten heeft gehad. Elke Beier zail u met den, grootst en, lof spreken van „Vater Maix," gij ziet aan hem, dat zijn hart wedler klopt bij die herinnering aan den landsvatter, maar zooira gij over zijn opvolger begint te spreken, staakt men het gesprek en spreekt, van het weer of van iets a-ndeis. Over koning Otfo, voor wien naar men weet than? Luitpold, een lid van een an diere linie der Witlelsbaohs, als Prins-Regent regeert, bewaart men: geheel het stilzwijgen. Nimmer hoort men van deze® ongelukkige® vorst spa-eken, die thans op een zijner kast ce len nabij München verblijf houdt-, of beterverpleegd wordt. Wanneer men hem eens toevalligerwijze, van zijn ko- eerewoo-rd heb ik het mijn vrouw moe ten beloven, liet veuv me te houden," omdat we ea- het volgende jèr zeker weer heengèn. Allerèrdigst was het ea-, u kunt u het niet veurstellen. Landelijk in alle op zichten. Van den hen af. die "s morgens zoo muzikèl kraait als, je dat in de stad nooit een hèn 'hocat- doen, tot de men schen toe. die zoo eenvoudig zijn en zoo wèr, zoo heel anders, dan in onze met schappij. Ooh, en dan die prachtige hei, zoo uitgestrekt en m.èjestueus. We konden er uren ver wandelen en altijd was het even mooi. En de tèfel, och zoo allerèrdigst primitief. Geen zwezerikje?. dat begrijpt u ön geen pudding a la Neasebode. mèr veel eieren en melk c® kè.s en vruchten en dan pannekoekon met spek. een naitiiuikuur kan ik u verzekeren 'S èvonds vroeg naar bed. dat begrijpt u. Gezellig was het, om "eens een prejtje te mèken met die een voudige landlieden. Ik kan u verklèren Vour een heel jèr heb ik weer gezond heid en levenslust opgedèn. En het. mooiste ishet kost je hier in een week neg niet, wat je in Nizza- per dag betèlt- Allerordigst, ik bc® heel darik- bèr. dat mij® vriend dat pietsje volu me heeft ontdekt. Mèr wèr het is, dat. hou ik beslist veur me. Dat moet u me nu niet kwèlijk nemen, dat is nu egoïsme van me. Mèr ik wil wel mijn. vriend' schrijven, of hiji zoo® allerliefst- plètsje ook veiur u ontdekken, wil." Hierop nam. Wouter de handen van, zijn knieën af, sloeg het eene been on gegeneerd' over het andere, leunde ge makkelijk achterover in zijn. stoel en zei„Heb je genoeg van het varhaal in den conservatietoo®. dlan zal Lk het nu geven in de® toon van de waarheid! Ik zal dan beginnen met je te verzeke ren, dat ik me nog nooit van mijn le- ningscliap speecht want nog steeds is hij koning barst hij in een onnoo- zel soli atari ached uit. Intussche®. tracht men nog. steeds te verbergen, dat Zijne Majesteit onge neeslijk krankzinnig i9, ai kent ook dea- in Münche® en te® platten land.© de volle waarheid. In. het kasteel Neu- Soh.wanstein vroeg onlangs eene Engel- sche bezoekster, toen zij ai die nutte- locze pracht, die onzinnig groote weelde daar zoo ongebruikt zag. aan den gelei der„Koammt tea- könig never here?" waarop die ambtenaar blijkbaar inge volge- zijne instructies antwoordde „Nieraals, ich denke qr ist ei® wenig krank!" Opvallend) is het onderscheid) tns schen het eve-ngenoemda kasteel en het slot Linderhof. waaraan koning Ludwig eveneens millioenen verspilde. Wel ia waar krijgt me® bij; het be zoek aan beide sloten do ..unheimische" sensatie van. te staan vooa- de resultat- ten van eenige in het water gesmeten millioenen-, maar op Neu-Sehwainsteiii- is ten minste nog eenige smaak, een systeem te ontdekken; op „Linderhof" daarentegen heeft, men massa's goud in smakelooze wanorde op elkander ge hoopt. Het is een rommel, schitterend van goud, de weelde van, een parvenu zonder smaak, die van louter „parvenu- elolz" zoekt waar hij nog mee-r schitter ring zou kunne® aanbrengen als zij® geheels huis reeds blinkt. En toch wals Ludwig noch een. par venu, noch een man zonder smaak, en. zeker niet trotsch. Smaak toonde hij zeker bij den bouw v*an Neu-Schwanstein, het witte feeën paleis in het Beiersche hoogland c-u het is bekend', dait zijne familie en vrien den en al de hovelingen schande riepen over zijn gebrek' aan trots tegenover de lakeien van zij® huis. Hij prefer reerd'c dc® omgang met dezen vare bo ven dien met- geleerden en menschen va® zijn rang en stand. Men ocxrdëelt verschillend over deze eigenaardigheid des konings; de een zoekt de oorzaak in 's konings mensckensobuwheid, die hem zelfs deed gebieden, dat de lakei van dienst een zwarten kap ovar -het gelaat moest dragen, terwijl weer an deren van oordeel zijn, dat een maar met zoo gelimiteerde geestvermogens zich te klein gevoelde in den omgang met beschaafde lieden e® daaa*omi zich zoo gaarne bewoog tuascheu de „kleine luyden." Zijn braspartijen, met dej knechts zijn berucht en eens moest men in zijn naa-m- een lakei ontslaan, die overal, waar men naar hem, -hooren wilde, van zijn „vriend Ludwig" sprak. I Toen daarentegen- eens een der Oosten- [■ijfcsohe aartshertogen da Koningin moeder wilde bezoeken, die met den koning op Neu-Schwanstein vertoefde, verwijderde Ludwig zich in het holst van den nacht en men zag hem niet weer vóór de hooge bezoeker weer ver trokken was. Nooit heeft men geweten, waar Zijne Majesteit zich intussche® niet do hem vergezellende lakeien en paarden heeft -schuil.' gehouden. Als men in Münche® een. beetjci rond- j wandelt en die bra-vei inwoners dier o.er- stad in lnmne eigen aardige gewoonten: va-n nabij beziet, dtin vraagt men, zich j af, hoe liet mogelijk was. dat Ludwig an deze gemoedelijke burgers zulk een afkeer had het is nl. bekend, da-t de koning vooral togen de inwoners dezer sta-d een bepaalden tegenzin liad en dat men hem ni6t dla-n met veel moeite en, dan nog hoogst zelden-, er toe kon. krij gen uit te rijden in zijne residentie. Max, de goede koning, Ludwig's voor ganger, verkeerde bij voorkeur onder! het publiek van de hoofdstad en hij was populair, zooals misschien neg nim- mer een vorst is geweest. Intusschen zal Luchvigs tegenzin, ook wel gevolg! zijn geweest van- zijn waanzin, want abnormaal moet ieder zijn, die zich in Münche® niet tehuis, of te® minste ,gemliit:hlioh" gevoelt; er is misschien' geen -stad ter wereld waar het leven zoo kalm, zoo genoegelijk zijn. gang gaat, de menschen zijn er vriendelijk, de straten zien er vroolij'k uit en de hui zen en openbare gebouwen, de. hotels en bierpaleizen zijn eir bijna allen zon- ven zoo allervreeselijkst veaveeld heb als in deze vacant ie. Ik had naar Val kenburg gewildl en ntijn vrouw liever naar Oosterbeek, maa-r daar vond' ik het walt duur. Toen, komt me daar die ezel ran een Va® Puffelen en schrijft ons, dat hij het. vorige jaar zooveel ge noegen had gehad in... neen, ik zal jou den. naam van de plaats ook niet noe men. ik schaam me dat ik in, zoo'n ne- jrerij bui geweest. Wat, Van Puffelen bezielde om me zoo'n zomerverblijf aan te rade®weet. ik nog altijd1 nietik denk voor 't naastdlat het. een soort an wraakneming was, omdat ik hem verleden jaar papieren, heb aangeraden, die kort nadat hij ze gekocht had' naai de laagte zijn gegaan. Je komt er op do volgende manier. Eerst met een boomeitrein naai- het naastbijzijnde station, dan twee uur rij den in oen. wagen zonder veeren, dan overvaren in een roeibootje en dan een halfuur wandolen. In clenzolfden tij;dl kun je naar Berlijn gaan. We hadden twee ka-mers, een soort, van pronkka!- mer van de menschen, heel laag, met kleine ruitjes en een alcoof, dat noem den ze ook een kamer. Daar washeele- maal geen licht. Voor ons speciale ge bruik was er een houten bank, die we buiten kenden zetten cn waar je na- een, half uur zoo'n pijn op kreeg, dat je niet meer kon blijven zitten; ik geloof ze ker, dlat het ding va-n voorwereldlijk ijzerhout was gemaakt. En op die bank, Fidelio, daar kon je zitten staren naar de hei. Ea' was in den heel en omtrek n.iets te zien, dan twee kerktorens op een paar uur af stand, de tien huizen, waaruit het ge hucht bestond! en de hei. Nu ja, de hei. Ik vind) de hei mooi, ik vind de hei heel mooi e® als je er voorbij spoort, dan zeg jewat een klerure® in dfie hei, der onderscheid, gebouwd) in een zeer fraaien stijl, dien men d'a.nkt aan dio vaak eigenaardiigo projecten, de ener gie en... het kapitaal van „Vater Max.". Und es schlingt ununterhroohen, I man er sich ©in- Freundc®kreis, Durch die zwei undJ fünfzig Wochen, Wenn man'? recht zu fühxen weisz'; Spiei und Tanz. Gesang. Theater, Gibt zur Arbeit frisch.es Blut Laszt den Wienern ihren Praten München, .Münche®, da iat's gut. Het is er missolüen, beter dan in al de andejrei Duitsche steden, beter wel licht dan in Berlijn, de parvenue ondier do wereldsteden, beter dan iu- Weeneu-, het. nagemaakt. Parijs, a-lleen drinkt men te Münchc-n beslist te veel bier. De massa's Spaten, Augustiner en an der gerstenat, die men hier" ziet- verzwel gen zijn ongelooflijk groot, veel te groot en het gevolg e.r van is dan ook, dat 9/10 van de bevolking Bieirbaaich.be- sitszer" is. Nu wil ik niet- beweren, dat je zon dor bier niet ook iets dergelijks kunt „bositzen", maar hier* zijn Spate® i n de andere brouwerijen- de aanlei- cfcnde ooizaak. Ik heb eens» met innige bewondering het verhaal gehoordi van een in Amsterdam- vertoeven den ingenieur uit München, die een paar zijner stadgenooten, dio eveneens tetr plaatse waren-, uitnoodigde ter viering van zijnen „N'almenstag" bijl Schalier. Zij zate® er va® 8 tot 10 uur e® Schil ler verkocht hun, in die twee- uur één en zestig glazen Miinchener. Het is niet onmogelijk, dat hun die 23 3/10 halve liters erg slecht bekomen zijn ondanks hun weerstandsvermogenwant liet Miinchener bier, dat men u in Holland verkoopt ia iets heel anders, dan dat, wat men u in Münche® voorzet. Ik wil natuurlijk niet spreken van. den veel te li ogen prijs, dien ruien- in Holland rekent voor de halve Liters va-n het bier uit de groote München er-brouwe rij en, doch wemsch etr op te wijzen-, dat de qualiteit. gansoh ander? is; voor de bicr-imporleurs en slijters in mijne „Heimat" zuilen wij maai- hopen-, dat het edele gerstenat door het transport veel te lijden heeft. In München krijgt men in liet klein ste e® meest onooglijke kroegje toch. altijd nog een. goed, schuimend en. koud glas bier. In Beieren ten platten lande kan de wijn allerslechtst en. liet- eten onge nietbaar zijn, het bier is er goed... mis schien wel omdat „der Herr Wirt" zelf mede chinkt en bier voor hem en al zijn laudgenooten (jen levensquaestie is. Er wordt zulk een. ontzettende zee bier gedronken, het bier neemt zulk een. groote plaats in de Beietrsche -samen leving, dat het mij- volstrekt niet ver baasd zou hebben-, wanneer ik een klein Münchenertje een zuigflesch met bier zou hebben zien ledigen. En als dit bij de zuigelingen in München geen usance is, dan is het om later des beter hunne schade te kunnen inhalen. Sprekende van München m-ag ik niet verzuimen een enkel woord te wijden aan dia „Allge-meine De-ut. Sport-Aus- stell-ung", dia va® Mei tot October ge houden wordt, op eeu- groot terrein aan d'e boorden van de wildl bruisend© Isar. Men ziet- er, nu ja., wat men op elke dergelijke tentoonstelling ziet, maar de ze heeft nog eene bijzondere aantrek kingskracht en vooral voer den vreemdeling omdat er hier in -het groote rijk van onze oostelijke buren takken va-n -sport- beoefend worden, die men in on-s dierbaar vaderla-n-di niet kent- of maart1 betrekkelijk weinig be oefent. Ik bedoel de jacht em de berg sport. De jacirt is nu wel ten- onzent-, niet een sport, die men niet kent. maar heel veel beoefenaars daarvan telt Ne-1 dcrland toch niet en wie er in Holland |ohiot op het gedierte van bosoli en veld. is in de meeste gevallen beroeps jager. Jagers, die; de jacht a-ls -sport be oefenen, zijn er maar weinig in het land aan die zee. De bergspojrt.neen, die kent me® bij ons niet uitgaa-ndt-Haarlem en Am sterdam, blaast en puft al. wanneer den top van den Blin-kert is bereikt en- waan t zich daajr al een bergbest-ijger va-n niet geringe beteekenis. Andei's is het rood en blauw on zwart en geel en. paars, enfin, wondermooi. Maar als je vier we ken naar de hei zit te1 turen, dia®, wordt het verschrikkelijk eentonig e® clan zou je wel eens willen, da-t die hei voor da verandering eens groen werd, met witte ruiten of wit met groene strepen, maar dat doet ze niet, geen quaestie van, ze blijft zooals ze is, en de torens in het oosten blijven in 't- oosten en alles'bleef zooals het wa-s, gisteren, zoo ails vandaag en mcr.gen als overmorgen 't Ylecsch was er niet tci eten en 't brood eigenlijk cok nic-t-: diait werd' eens» in de week aan li-uis gebakken en als het ver sell was, kon mijn maag het met- eens verdragen. De groenten waren maar zoo en zoo en dus leefden we hoofdzakelijk van melk en eieren. Mas- sxas eieren hadden we er. Zooveel ken den mijn wouw en ik er niet eten (en I we deden; het in allerlei vorm-en j van spiegelei ca-en af, tot advocaat toe) of die kip-pc®, ware® nog vlügge-r in. 't. leggen. Wat heeft zoo-'n kip in zoo'n negerij ook anders te; doen! Je begrijpt, d-a-t we vroeg naar bed gingen en zoo laat mogelijk opstonden. j Anders kwam de dag heelemaal niet om. Conservatie hadden we in 't geheel j niet. De dokter woonde een uur vei* I e® was bovendien altijd onderweg, om I zijn patiënten iu de verstrooiing te be zoeken. De schoolmeester ha-dj er zooveel aaidere baantjeis bij, dat hiji nooit tijd had voor tien, gemoedelijk praatje en een geestelijke wast binnen drie uur im den omtrek niet te vinden. Met die inboorlingen kon je over niets andieps praten da®, over het vee eu daar heb ik geen verstand1 van. Va-n de overige onderwerpen van gesprek hadden zij geen verstand Als je me vralagt- hoe we den. tijd zijn. doorgekomen, dlan kan ik het ja niet hier, waiar men genoegelijk dagen een klimt, bergop en bergaf gaat en b kwamen alpentouristen ia het eenj wel, wanneer een andier 'n twintig ter hooge-r is geweest dan zij. Oven ziet gij lien, in hunne practriche kies ding van ondooerdringbare „loden" stj do sierlijke lioed-, getooid met veero en zelfgeplukt-e alpenrozen «n edel wei; do lange bergstok in de liand en c don rug de zak mcit proviand. Op de ton toonstelling in Münoliei zonden tal vaan jagc/ry buiten ge woo fraaie colleoties geweien in, falbrikani|| e® handelaren etaleerden- buksen c patronen, kleeding voor jagers, proi andunanden enz., en achter in de gra te zaal is een keurig bergpanoram a o- gesteld, dat uit de verte werkelijk ee zeer realistische® indruk maakt. Maj geen decoratie-schilderwerk en get wassen beeld kan dien machtigen ij druk ook maar e-enigsarns weeïge vei dien het Beiersche Hoogland) mala-kt o den bezoeker hic-r heeft moeder Ni tuur in kwistigen oveavloed' a-lles geg- ven, wat een landscha-p schilderajditi kan doen zijn. berg en dal in do schooi stej groepeeringen, meren en rivierei watervallen en rotsen, uitgestrekte do» ■kere wouden en groene weiden, da-t a les in eene idyllische rust, die sleclu gestoord wordt door den zang der vi gels en den liohteni tred va® een- rèo de zaï-iv-ea-el berghicht-, dé- absolute nu dor omgeving, alles workt hiea- med om den bezoeker a-ls herboren wed* naar zijn haardstede te doen tenigke re®, vol van heerlijke herinneringen aa dit- schoone plekje aarde. INGEZONDEN MEDEEE- LINGEN. 30 cent** per regel. Groote Houtstraat 24 OUDSTE HUIS IN" Zijdenstoffen en Dames fournituren. Steeds liet nieuwste voorhanden, Touï?nures, in 12 soorten. M. J. VISSER. genezing bieden voor PIJHEN, VERSTUIKINGEN, of KHEUZINCEM. Zij worden in da geheele beschaafde wereld verkocht. Als huismiddel tegen alle KWALEN en PIJNLIJKE AANDOENINGEN zijn ALLCOCK'S PLEISTERS de beste. BIJ alle Apothekers verkrijgbaar. BelangriJ k Contulaal van ,1, rn tenigdr Stalen Getuigschrllt. AVMuHjam. 1 Dcc. !*w. (K DJ 0. F. COREY. V.S. Contul t-gaatCentraal Apotheek, Lange Houtstraat. Commissariaat van Politie te Haarlem. Inlichtingen omtrent de voorwerpen tijn dagelijks, behalve Zon- en Beestdogen, van 11 tot 1 uur voor de eigenaars te bekomen. Gevonden voorwerpen. Van I to en met 7 öept. '99. Een bir.derparapluie. Een witli kinderzak met zakdoek. Een basten keeshond. Een porteraouDaie met geld Een wandelstok. Een zwarte mante' Een pak boorlint. Een parapluie. Eei bril. Een witte liamesceintnur. Eei sleutel. Een scheermes. Een brui ebetiot mannejas. Een portemonoai met geld. Ainsterdauische effectei Een groote witte bond. Een goude kinderoorbelleïje. Eeu huzareosabe Een bond zwart met brnio. Ee zwarte kip. Een R.K; kerkboek. Ee ureikous. Eeu zak varkensvet. Eei paar zwarte kousen Eeu ieesboek.Eei knipmesje. Een bruin leder kinder schoentje. Een zilveren broche. Ee paar witte kiuder haodschoenen. losse sleutels. 2 sleutels aan een rin^ Drie strookeu soldeermetaal. Eei ieuige portemonnaie. Een roeiriem. zeggen. Ik moet veel -gedut hebben de ijzerharde bank. De heel© omgeviiij de rustige hoi, dei onbeweeglijke lcerl toa-ens, a-lles, maande dlan ook tot nu aan. V(ieem-d was in dïe omgeving ee gekleurde plaat iu bruinhouten lijst, di in de pronkkamer hing en. waarop M; zeppa wae afgebeeld, gebonden op et paai'd' door d'e steppen- rennende, moogt er om lachen als je wilt, maar heb meermalen verlangd, om ter a-fwi se-Iing va-n clie schrikkelijke i*ust, eca voor een half uurtjei Ma-zeppa. tc moge wezen. Zondags was h|et een klein beet minder erg. Dan verveelden zich dc ii boorlingen mèt ons. hetgeen altijd ee zekeren troost geeft. Eens heb ik g probeerd met hen mee te weaken bil nen een uur was ik voor drie dage half geknakt en kon al. dien tijd- heel maal niet meqr op c'ue ba-nk zitten. II( eenige wat er goeds van te zeggen- val wals cllat heit eu* goedkoop- wasi, zoo b spottelijk goedkoop ze,lfs, dlait je d'e indlruk kreeg, alsof de meuisahe® ea- ge! op toegaven-. „Maar waarom, ging je niet weg' yi-oeg ik. „Je behoefde er toch niet I hlijyen „En Va,n Puffelen de voldoening g ven, dat hij on? beet hajd gehad? Ned dank je wel-, dat nooit-, we hebben om vier weken uitgeleu-nd en nu heeft lii er geen pleiaier va®. Maar als ik in d eerste maanden met icmlalnd omgeaio gen mocht krijgen, dan recommaaidëe ik hem tot straf vast en- zeker die plaat op d'e Veluwe, waar wij, dezen zomö zijn geweest." De- lezers, voor zoover zij Woutfl kennen, zijn dus met deze gewaar schuwd. FIDELIO.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1899 | | pagina 6