NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD.
)e Falsaris.
am Jean-gas#,
Woensdag 31 Januari 1900'
mm 5089
HAAHLEM'S DAGBLAD
-A.TB J~S
Voor Haarlem per 8 maandenf 1.20
Voor de dorpen in den omtrek waar een Agent gevestigd is (kom der
gemeente), per 8 maanden1.80
Franco door het geheele Kijk, per S maanden1.65
Afzonderlijke nummers0.05
Geïllustreerd Zondagsblad, voor Haarlem, per 3 maanden0.30
de omstreken en franco per post 0.871/2
Directeur
Van 1—5 regels 50 Cts.; iedere regel meer 10 Cts. Groote letters naar plaatsnnnr
Bij Abonnement aanzienlijk rabat.
Reclames 20 Cent per regel.
Abonnementen en Advertentiën worden aangenomen door onze Agenten
en door alle Boekhandelaren en Couranti ere.
Dit blad verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen.
Bureaux: Kleine Houtstraat 14, Haarlem. Telefoonnummer 122.
PEEREBOOM.
Hoofdagenten voor het BuitenlandCompagnte Générale de PubUcité Etrangère G. L. BAUBE Co. JOHN F. JONES, Succ., Parijs 31bis Faubomg Montmartre.
Het uitaandsring van hst Arrondisa©aa§nt3Kasrieaa is hst uitsluitend rscht tot plaatsing v*n Adv®rteötiën an RqcImms beitreffsnds Handel, Ngrarksid sn Gteldwwso. opgtdragar aas net
AlgWMsn AdvertentteBurean A. DB LA MAP. Azn. te Asssterdwa*
BUITEN hat Arrondissement H&arl^_jig__de_gri?8_de)^^dvgrt6ntiëojyag_j—j_regela_^!751jilkej^g^B(^r f 0,15Reclames per regal f 0,80.
Atfsnten voor dit biaa m dsn omtrek zfin: BloemendaalSantpoort en SchotenP. v. d, RAADT, Santpoort; Heem stede, J. LEUVEN,bij d« tol; SpaarndamC. HARTENDORPZandvoart, G, ZWRMM'
Vehen, W. J. RUIJTER; Beverwijk, J. HOORNS; Hillegom, ARIE HOP' .r
DPMAN, Molenstraat. Oenosmde Aginttn d»e?u Abonnementen en Advertentièn aan.
derde Bundel Platen en Por-
Iretteu met bijschrift over den oorlog
oZaid-Afrika is weder aan ons bureau
lerkrg-baar.
DE ADMINISTRATIE.
etiacieel'e SericHtetta
Onttrekking van grond aan den
openbaren dienst.
Burgemeester eu Wethouders vau
priem,
Brengen ter algemeene kennis, dat
jn den Raad der gemeente wordt
borgesteld, om aan den openbaren
jenst te onttrekken
Een gedeelte grond ter oppervlakte
jq 3 50 M2. aan den Koudenborn,
«geDOver de Infant.-kazerne, bestemd
roor de plaatsing van eene kiosk voor
jeo verkoop vau verfrisscbende dran-
iea euz
stukken te dezer zake betrek-
:ing hebbende, zullen met ingang van j
leden gedurende acht dagen ter plaat-1
eljjke secretarie (3de afdeeling) ter
izage vau een ieder zfin uodorgelegd.
Haarlem. 29 Jan. 1900.
ÖverxicSit*
verslagenheid over het nieuwe
chec, dat het Eagelsche leger beeft
tóen, uit zich onder de Engelschen
3 allerlei wijzen.
In Londen schuift men in militaire
logen alle schuld op de soldaten;
nin weerwil van de verklaring van
iuller zelf, dat de bevelvoerende
fficier de ontruiming van Spionkop
leeft gelast, beweert men daar, dat
6 soldaten tegen de bevelen hunner
IficiereD in van de gevaarlijke stel-
"o? hun biezen hebben gepakt.
Elders beweert men weer dat is
raarscbfinlfik in de kringen, die vfi-
ttdig aaD de regeering zijn dat sir
ledvors Balier tot den tweeden veld-
lag aan de Toegela gedwongen wsrd
oor politieke overwegingen, daar bet
Cabinet vóór de opening van bet par
ement de ontzetting van Ladysmith
loodig bad.
Over bet algemeen wordt Buller
oor de groote Londensche bladen niet
«paard.
Bommigen hekelen het slot van zijn
elocram, waarin de generaal erop
loft dat de Boeren Warren op zijn
pjgtocbt niet lastig vielen; de mill
lire medewerker van de „Standard"
laakt de opmerking dat de Boeren
aartoe uitmuntende strategische re-
enen hadden. Een paar weglatingen
Bailer's telegram worden scherp
fispt. Vooreerst dat bij den naam
ao Woodgate's opvolger, die bevel
Mft gegeven tot de ontruiming van
Spionkop, verzwjjgt. Ten tweede
Boiler alleen vau het korps van
■ren gewaagtwaar bleven die
aoLytteiton en Duodonald. De vraag
fordt, zoover bet Lyttelton's korps
«treft, beantwoord door den corres-
ondent van de „Daily News", wiens
ilegratn van Woensdagavond de mi-
lairecensoren pas Vrijdagavond door-
L"' Hij seint dat Warren's troe-
Dadat zij den Taba Myama ge
deeltelijk hadden veroverd, geweldige
moeite hadden om zichzelf te hand
haven in de vermeesterde stellingen.
In den hevigeo strijd van Woensdag
hielden bet vuur uit de kanonnen van
de Boeren, die prachtig bediend wer
den, en ban even juist gericht ge
weervuur deBritsche voorhoedes tegen.
De Engelschen probeerden telkens
vergeefs de Boeren te verjagen uit de
stellingen die zij bezet bielden tus-
schen de korpsen van Warren en
Lytteltoa. De King's Rifles van
laatstgenoemd korps, opgerukt van
Potgietersdrift, slaagdeu erin den
moeilijk beklimbaren zuidelijken kam
van den Spionkop op te klouteren, na
onderweg blootgesteld te zijn geweest
aan het vuur van do Boeren in hun
flank. Hijgend bereikten de mannen
vau Lyttelton de steile spits, na nu
en dan op handen en voeten te zfin
voortgekropen. en toen de dapperen
den top van den zuidelijken kam be
reikt hadden, vielen ze hoera roepend
plat neer.
Toen de correspondent zfin telegram
afzond, begonnen de zaken er al
hachelijk uit te zieD.
De telegrammen van de oorlogscor
respondenten van de groote bladen
beginnen nu langzamerhand aan te
komen. Da correspondent van de
Times in Spearmanskamp komt niet
verder dan de zoogenaamde overrom
peling van den Spionkop door Warren.
De correspondent gééft de volgende
bijzonderheden„Onze troepen ver
lieten het kamp 's nachts om half
twee. Onder geleide van een gids
kwamen zij laögs een smal, steil voet
pad om drie uur boveD. Toen ont
dekte de bezetting van de Boeren
de Engelschen, vuurde eenmaal en
vluchtte. Uit een tweede lijn van
schansen werd het vuur geopend,
maar de Engelschen rokten gestadig j
voort. Om vier uur werd de top be
reikt. Een dichte ochtendnevel be- J
dekte den Spionkop, maar trok om
acht uur op. Toeu openden de Boe- j
ren een geweldig geschut- en geweer-1
vuur, dat de Engelschen dwong terug
te trekkeo. Ce toestand van de En
gelschen was hachelijk, maar er daag
den versterkingen op, de Engelsche
kanonnen brachten die van de Boeren
tot zwijgen, en de Engelschen rukten
opnieuw langzaam voorwaarts.
Volgens d9n correspondent van de
Daily Mail in Spearmanskamp vonden
Warren's mannen, toen zij de schansen
vau de Boeren stormenderhand had
den genomen, slechts één Boer en
doorstaken dien met de bajonet. De
vlucht van de Boeren was dermate
overhaast, dat zij hun dekens achter
lieten. Woensdagochtend ontwaarden
de Engelschen een sterke stelling van
de Boeren op den noordelijken kam
van den Spionkop, van waar deze een
maar al te goed gericht, geweldig
vuur op de Engelschen openden.
De militaire medewerkers van de
bladen zfin verdeeld over de kwestie,
of het beter is Ladysmith aan zijn
lot over te laten, zoodat het vallen
moet, of no.' een poging tot ontzet te
wagen van den oostkant. De Times
geeft zooals men weet den raad
zoodra rnotrelfik vijftigduizend man te
zenden, met gedeeltelijke mobilisee
ring en uitzending van de vloot en
tevens de uitzending van nog vijftig
duizend man over zes maanden voor
te bereiden. Het blad weigert een
middel aan te wijz9n, waar men die
troepen vandaan moet krijgendat
behoort de regeering zelf te weten.
De gedeeltelijke mobiliseering van de
vloot zou moeten strekken om de ge
vreesde inmenging van buiten landsche
mogendheden tegen te houden. Iu
verband hiermede trekt de aandacht
een telegram aan de Times nit Berlijn.
De correspondent daar, sprekende over
een toost van den burgemeester van
Keulen op den verjaardag van den
Keizer, verklaart dat het geen twijfel
lijdt, of
DULTSCHLAND WAPENT ZICH
zeer ijverig te land en ter zee.
De correspondent van de Standard
te Durban bevestigt dat de Boeren
Boiler's oogmerken wisten, toen deze
de Boven-Toegela overtrok.
Dadelijk waren er dringende tele
grammen gezonden naar Bloemfontein
en Pretoria om zooveel mogelijk ver
sterkingen te zenden, nadat de krijgs
raad van de Boeren te Springfield
had vastgesteld hoe men de Engelschen
zou tegenhouden.
Te Kaapstad is de treurmare van
Spionkop met groote ontroering ont
vangen. Men doet daar als eenig over
blijvend middel aan de hand om La
dysmith en Kimberley te behouden en
den algemeenen opstand van het Hol
landsere element in do Kaapkolonie
tegen te gaan, eeD sterken inval in het
hartje van Oraoje Vrijstaat. Maar
tussehen plannetjes mak9n te Kaap
stad en het uitvoeren daarvan door het
Engelsche leger, komt nog een lastig
ding, waarmede de Kaapsche mfinbe-
zitters nogal eens vergeten rekening
te houden, en dat is de koppigheid
der Boeren om de Engelschen geen
stap voorwaarts te gunnen. Want
juist beeft generaal French we8r naar
zfin opperbevelhebber generaal Roberts
moeten seineD, dat bij een verkenning
door hem naar het noorden gemaakt,
hfi bjj Spitsfontein den vfiand sterk
verschanst heeft gevonden- Overal
verschanst
DE SLAG VAN MAGERSFON-
TEIN.
(Door iemand die er in was).
Het volgende is een uittreksel uit
een privaten brief, waarin het recente
gevecht tussehen Scholtznek en Mod-
derrivier beschreven wordt:
Wonderbaarlijk, vreeselfik en onver
staanbaar In deze 19de eeuw, iu een
tjjd waarin men vrede en godsdienst
predikt, eeu eeuw, die zich beroemt
op bare menscbelfikheid hoe is het
mogelfikZal ik ooit kunnen verge
ten de verschrikkelijkheden van de
eerste dagen dez r week de 10de,
de llde en 12de December Ik heb
mfi steeds den oorlog voorgesteld ais
iets vreesolijks, maar mijn sterkste
verbeeldingskracht heeft zulke vree-
selfikheden zich nooit voorgesteld
Zulk een wonderlijke Zondagmiddag
heb ik nimmer doorgebracht. Het
eerste schot van den erooten bloedi-
gen slag van Magersfontein was ge
vuurd Het vreedzame landschap
werd als door een toovermacht ver
anderd, en men gevoelde spoedig dat
er iets vreoselfiks aan het komen was.
Groote troepen burgers, ernstig en
vastberaden, galoppeerden naar hunne
verschillende positiën ammunitiewa-
gens en zware kanonnen trokken
i donderend voorbfi. Alles was in be
weging en opgewondenheid. Do zware,
ontzaggelijke kanonnen deden de lucht
dreunen van kogels en bommen, maar
daar zij ver van onze positie vuurden,
i lag het burgerleger stil en wachtte
j betere kansen af. Van drie tot zeven
uur in den namiddag bombardeerden
zfi op ons los en tegen zonsondergang
'hielden zfi op, en een groote stilte
daaldo op de aarde nederDien
nacht legden wfi ons neder, maar onze
paarden waren gezadeld en onze ge
weren geladen
Kort na 2 uur in den morgen wa
ren wij allen op weg naar onze po
sities, en toen begon een der laagste
en vreeselfikste dagen dien ik ooit
gekend heb. Het ontzettend vuur is
niet te beschrijven. Generaal Cronjó
zocht zijne stelliugen uit, en de Ea-
gelschen, die nog naar onze positie
raaddeD, onderhieidea een allerontzet-
tendst kanonvuur op onze kopjes
Onze groote kanonnen antwoordden
en tegea 1 aor was het vuaroorver-
doovend.
Vroeg in den dag deden de Engel
schen bun eersten aanvalde Maxim
ratelde en knapte, en het gefiait der
Engelsche salvo's klonk schel in de
lucht, maar daarboven kwam het
scherpe gekraak van de doodelijke
Mauser's uit. Keer op keer wierpen
de Britsebe bataljons zich op onze
positie, en keer op keer wierpen onze
dappere burgers hen met vreeselfik
verlies terug. De Republikeinen wa
ren heiden. Zonder baatjes, met op
gerolde hemdsmouwen, uauien onze
mannen, oude grijsaards en baarde-
lcoze joDgt-lui bedaard ea kalm korrel
eu vuurden.
De eerste voorname gebeurtenis in
den slag was het naar de achterhoede
brengen als gevangenen van 40 arme
Hooglanders, die er treurig, verslagen
en gedaau uitzagen. Toen kwam het
i bericht dat de Seandinaviers in moei-,
jlfik heden waren. Hoe de dappere i
j Ficksburgers onder een ware hel van
bommen uitsprongen en d6n vfiand
i terugjoegen, is een onderwerp dat
door onze toekomstige dich?ers zal
bezongen worden. Toen kwam de
treurige processie van onze gewonden
voorbfi. Eerst een man met een ge
broken arm, daarop een man met
zware bloedvlekken op zfin dfi, dan
weer een arme kreuneudG kerel, met
weggeschoten linkerbeen, op zfin paard
rondrijdende om naar de ambulance
te zoeken. Hoe hfi dat paard bereed
i3 mfi een raadsel. Dan weder een
flinke jonge kerel, zfin herzenen ge
kreukt door een kogel, en vreeselfik
vechtende met zfin dragers. Dan werd
een kbine Potchefstroomer, niet meer
dan zestien, voorbfi gedragen. Zfin
linkerbeen was erg beschadigd, maar
hfi lag zeer kalm en lispelde terwfil
hfi voorhfiging„Dit is daarom me
zoo zeer nie, maar ik is vreeselfik
dorst". Hfi had reeds twee uren in de
brandende zou gelegen voor hulp ge
komen was. En daarop volgde de
treurige processie onzer dooden
OmtreDt vier uur begonnen de groote
kanonnen te bedaren, en de Mausers
en Lee Metfords waren aan zich
zelve overgelaten. Toen kregen onze
Maxim-NordenfeIdt8 een kans.
Wfi konden de Engelschen in alle
richtingen zien vluchten, vooral de
paardenruiters. De dappere Hooglan
ders trachtten keer op keer om door.
onze hardnekkig stand houdende liniën
te breken, maar slechts om te vallen
en niet weer op te staan. De zon
ging onder, en het Britsche leger was j
teruggeslagen.
Dinsdagmorgen was het gezicht
vreeselfikl Twintig verscbrikkelfiko
uren hadden onze mannen geknield
of gehurkt gelegen in hnnne loopgra-1
ven en het was niet zonder moeite
dat zfi hunne verstfifde ledematen uit
de loopgraven konden trekken eu voor;
onze stelling rondloopen. Daar lag,;
dood en schrikwekkend, de bloem van
bet Engelsche leger. Een officier til
den wfi op binnen 15 passen van onze
liniën. Hfi kwam daar, zfia hoed
zwaaiende en uitroepende: „nu, ke
rels, zfin wfi er," toen bfi uederviel
met drie kogels in zfin hart Vfiftig
treden van onze loopgraven lagen de
Schotsche regimenten werkeifik io
boopea, sommigen van hen dool, een
aantal stervende en anderen in hun
doodstrfid bepaald Rhodes vervloe
kende, die dit alles op hen gebracht
had... Groote mannen lagen dood in;
elke mogelfike houding. Hier en daar
hadden kleine klompjes tezamen ver
gaderd in wat schuiling beloofde te
zfin; die schuiliDg bleek valsch te
zfin en allen lagen dood. Om een;
kleine miershoop vond ik 4 lange
Hooglanders den eeuwigen sl -ap sla
pen... Elke Hooglander had een kleine
graaf bfi zich om schansen op te wer j
pen. I
Ik heb gelezen van de glorie van i
den oorlog, en ik heb er in geloofd,1
maar na deze ondervinding ben ik
overtuigd dat er geen glorie in oorlog
kan zfin bet is in alles een gruwel.
Daar lag onze vfiand, afzichtelfik in'
den dood, en binnen onze iia ën was'
er geen gejuich over de schitterende
overwinning, maar eerder een merk
bare stilte over al bet vreeselyke er;
van, terwfil men nog vaster besloot
om geen vfiand toe te laten zfin voet
biüDen onze liniën te zetten.
HET HOLLANDSCHE KORPS
IN TRANSVAAL.
Het Hollandsche vrijwilligerskorps
in Zuid Afrika heeft behoefte aan
steun. Van verschillende kanten is
moeite gedaan daarvoor geld bfieen te
brengen. Een beperkt getal menschen
zocht men daartoe aan, en dank vooral
der mildheid van enkelen, kon er
eenigen tfid geleden f 12000 naar Pre
toria worden gezonden.
Dezer dagen nu ontving het comité,
bestaande uit de heeren mr. W. K.
L. Walree te Amsterdam c.s., dat
zich tot afdoening van deze zaak ge
vormd bad, den volgenden brief van
de commissie van Nederlanders en
Oud-Nederlanders te Pretoria, uit
haar naam onderteekend door de hee
ren M. E. de Wildt, voorzitter en Th.
Steinmetz, Secretaris.
„Toen de oorlog onvermfidelfik
bleek, vormde zich te Pretoria een
commissie, met bet doel den steun te
organiseeren, dien Nederlanders en
Oud-Nederlanders zouden kunnen
verleenen in de moeilfike tfiden die
kwamen.
„Een bereden korps werd gevormd,
bestemd voor den velddienst, en bo
vendien ontstond er eeo ander korps,
dat de vele en veelal ondankbare
plichten van den garnizoensdienst op
zich nam, zooals bewaking van den
spoorweg, van gevangenen 'en derge
lijke.
„In den slag bfi Elandslaagte op
21 October leed het Hollander Korps
zware verliezen; zes sneuvelden, twee
overleden later aan hon wonden, velen
werden gewond en gevangen geno
men.
„Zfi die overbleven, gaven er de
voorkeur aan in kleine groepen zich
aan te sluiten bfi de burgercomman-
do's in Transvaal en den Oranje-
Vrfistaat.
„Voor de tfidelfike ondersteuning
vau families der afwezigen, voor de
wellicht blfivende ondersteuning van
wedawen en weezen, die er na helaaa
reeds zfin, is geld noodig.
„Ook moeteu onze mannen in 't
veld nu en dan van noodige zaken
voorzien worden, waar het krfigscom-
missariaat wel eens te kort schiet.
„De inzameling, hier gehouden, waar
de inkomsten vau velen zfiu opge
houden ef belangrfik verminderd, voor
zag nauwelfiks in de behoeften van
heden, veel minder in die van de
toekomst.
„'t Is dan ook met eau gevoel van
groote dankbaarheid, dat onze com
missie uwe milde bfidrage ontving
Diet alleen om de materieele hulp, die
zoo zeer gewensche was, maar ook
als bewfis, dat Holland met ons voelt,
waar wfi Nederlanders eo Oud Neder
landers van Noord- en Zuid Nederland
ons nuttig trachten te maken io den
zwaren strfid, dien Zuid-Afrika door
worstelt."
Hoezeer de hulp gewaardeerd wordt
en noodig is, blijkt uit een brief, dien
dr. H. P. N. Muller uit PretoriroQt-
vangen heeft.
VERLIEZEN TE LADYSMITH.
Generaal White (zegt de „Volks
stem"), heeft aan geueraal Joubert
uittreksels gezonden ait zfin militai
ren dagboek met verzoek dat de kom-
maodant-goneraal dozelve zal aanzen
den naar het Britsche krfigs-departe-
ment (daar de communicatie van ge
neraal White afgesneden is.) De uit
treksels loopen van 2den to' 17den
November, en melden dat 860 soldaten
gedurende dat tfidperk gedood en ge
wond werden Het gevecht te Mod
derspruit kostte de belegerde macht
en verlies van 800 dood en gewond,
zoodat het Britsche verlies tot 17 No
vember tussehen 1,600 en 1,700 was
te Ladysmith alleen.
FEUILLETON.
DOOR
CHARLES READE.
is geen ons gered," zeide Wylie
[Wstelooa. „Eeai Bcxnderdl zestig pond
'Ju verloren gegaan."
nGiroote God,!"
«De eene storm niaj dien anderen kwam
schap teisteren, en langen tijd hield
et zioh goedik veronderstel dat da
zijn gaan kieren, want wiji heb-
nergens een lek kunnen omtdlak-
6tt) en Wyjie wierp Arthur een vfeei-
Bteekenenden blik toa
■■Het doet er niet toe, wat de oor-
ia," zeidie de 'oude koopman. „De
quaes tie isWas het schip ver-
Hrd
Jot op dje laatste shilling."
,ba,t is goed Van je gedaan, Arthur.
iMaar toch, is het onaangenaam. Er
etenige weken verloopen \*oor-
lat de maatschappijen mij het beta-
9a het grootste gedeelte van het
goud moet binnenkort per wissel vol
daan worden."
,.De rest in contanten?"
„In contanten en in koopwaar1."
„Trek maar een wissel op de Engel-
sdhe bank op mijn naam."
Deze enkele woorden deden den jon
gen koopman herademen. Hij, was zoo
Verheugd), dat hiji niet durfde te ant
woorden uit vrees de achterdocht van
dein ouden man op te wekken.
Maar nog voordat hij) recht van zijn
vreugde kon genieten werd hem een
ijöbad toegediend dlotor de komst van
den heer Burtenshaiw.
„Laat hem even wadi ten," zeide Ar
thur overluid en wierp dien ouden Pen-
fold 'n voelbeteekenendein blik toe dien
dé eenvoudige man maar al te goed: be
greep.
Zijin Vader overhandigde hem een
cheque en liet het aan 'hem over de
som in te vullen.
Toom Arthur Imjpl vajder uitgeleide
had gedaan slaakte hijj een zucht vQn
verlichting en ging de cheque invullen.
Burbenshaw trad binnen en zeide:
„Ik wilde ui even komen zeggen, dat
de bank met vijftig duizend pond ge
noegen aal nemen."
„Ik weiger die concessief. Mijnbeer
Penfold, wees zoa goed' even met dese
cheque naai- de Engelsche bank te gaan.
Het is een bedrag van 81.647.10 pond
sterling; de intrest is berekend tot
op vandaag.
Betaal den heer Burtemsbaiw de som
uit, dan zal kijt u zijn re^u geven od als
hij het Lever heeft breng het naar de
bank. Dan zal die toeloop misschien
verminderen."
Daarop sloot hij zijn deur en uitge
put in zijn stoel zinkend mompelde hij
„Goddanknu ben ik voor een paar
uur van die twee af. Nu Wylie, spreek
op."
„Ik heb het gaudl in de Shannon in
gescheept, terwijl de vracht Voor lood
doorging".
„En het lood aan boord van de Pro
serpine
„Ja, mijnheer."
„En zonder achterdocht op te wek
ken V'
„Niet geheel."
„Groote God? Wie dan?"
„Een klerk van de firma White ver
trouwde de zaak niet precies, geloof ik.
Hij noemde zioh James Seatom."
Wardlau's gelaat nam een ernstige
uitdrukking aan en schreef dien naam
van den klerk op. Toom verzocht hij
Wylie voort te gaan. „Vertel mij allies
tot in de kleinste bijzonderheden. Ik
zal er wel over oordeel em of zij. eerndge
waarde hebben ja dan neen. Je sloegt
dus een lek in het schip?"
„Zeg dat niet, zeg dat niet, mijiu-
heer!" riep Wylie uit. „De muren heb
ben soms o oren" en op luider toon ver
volgde hij„Er kwam een lék in het
schip, dat noch de kapitein noch ik
konden stoppen. Ik en mij|n mannen
d'aichiten dat de naden door het weer
waren gaan kieren."
„Wacht even. Werd er toon geen
achterdocht opgewekt."
„Niet onder het volk; en al was dit
wel zoo, heb ik ze het wel uit het hoofd
gepraat en omgekocht. Ze logeeren met
mij in hetzelfde huis en zij zijn allen
eerlijk, maak u over hen maar niet be
zorgd."
„Maar je zeidet, niet onder het volk.
Maar1 wie kunnen wij) dan wel te vree
zen hebben?"
„Wel, niemand Een van de passa
giers had het wel is waar niet op mij
voorzien, maar wat doet dat er toe?"
„Wel, heep. veel verschrikkelijk
veel. Wie was die man?"
„Hij noemde zich Jannes Hazeü, pre
dikant van beroep. Hij vatte achter
docht op; uit een polar woorden die
hij afluisterde en uit een ontdekking,
die hij deed^ besloet 'hij dlat wij Enge
land nooit terug zouden zien. Ik voor j
mij geloof, dat hij; 't ook aan het jonge
meisje vertelde."
„Was er ook een dhme ondier de pas
sagiers?'
•„Ja, ongelukkig genoeg mijnheer,
want het was oen allerliefst meisje. Zij.
was op weg naar Engeland om tè her
stellen of te sterven, zoo vertelde on
ze geneesheer mij."
„Welnu, zij komt er niet op aan.
Die geestelijke verontrust mij. Eeu
klerk te Sydney en een passagier koes
terden dus aohterdocht. Dat zijn al
twee getuigen."
„Neen, slechts één."
„Hoe kom je daar toe?"
„Wed die klerk en de geestelijke wa
ren één en dezelfde."
Wardlau staarde hem stom van ver
ba-ring aan.
„De geneesheer, tien matreeën, het
kamermeisje van dé jtnge dame bevon
den zich mot mij in de groote boot
do geestelijke, het zieke meisje en vijf
matrozen in den kotter. Wij zeilden
tot dien avond naast elkaar i i d|e rich
ting van Juan Fernandeztoen kwam
er een mist opzetten waardoor wij den.
kot' ar uit het oog verloren. Ik veran
derde toen van idéé en stuurde tegen
den wind m om in het vaarwater Van
andere schepen te komen. Het scheelde
niet veel of wij kwamen in een horigen
storm om, maar werden nog bijtijd»
door een Amerikaansoh schip opgepikt
d'at ons naar Buetnos-Ayrea bracht,
waar wij sdheep gangen voor Engeland,
Wel te verstaan de enkelen van ons die
er overgebleven waren, nl. drie nnatr>
zon en ik. Maar ik hadi enkele ken tel
kenen van de andétren meegenomen om
de vreemdelingen van mijn schipbreuk
overtuigen. En dit allee is de oprechte
waarheid."
„Mooi, mooi! Miaiar, die andere boot
met dien geestelijke aan boord, die onü
verdacht, wat is dhervan geworden. Zij
zullen ook opgenomen worden".
„Daar is weinig kans van. Zij waa
zoo ver uit don koers van andere saho-
pen en om u de waarheid te zeggen,
mijnheer..." Hier zweeg hij: even en
schonk zich een glaasje oognao in on
voor de eerste maal beef die bet glas in
rijn hand.
„Da een af andere diwanh had het
grootste deel van de proviand aan
boord van de groote boot gebradht en
dat Icwelt mij zoo en doet mij 's nachts
geen oog sluiten. Wij probeerden cms te
ven te redden maar lieten den anderen
geen kansje over. Ik heb u al verteld
dlat er een zieke jonge dame aan boord