NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD. )e Falsaris. am Jean-gas#, Woensdag 31 Januari 1900' mm 5089 HAAHLEM'S DAGBLAD -A.TB J~S Voor Haarlem per 8 maandenf 1.20 Voor de dorpen in den omtrek waar een Agent gevestigd is (kom der gemeente), per 8 maanden1.80 Franco door het geheele Kijk, per S maanden1.65 Afzonderlijke nummers0.05 Geïllustreerd Zondagsblad, voor Haarlem, per 3 maanden0.30 de omstreken en franco per post 0.871/2 Directeur Van 1—5 regels 50 Cts.; iedere regel meer 10 Cts. Groote letters naar plaatsnnnr Bij Abonnement aanzienlijk rabat. Reclames 20 Cent per regel. Abonnementen en Advertentiën worden aangenomen door onze Agenten en door alle Boekhandelaren en Couranti ere. Dit blad verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen. Bureaux: Kleine Houtstraat 14, Haarlem. Telefoonnummer 122. PEEREBOOM. Hoofdagenten voor het BuitenlandCompagnte Générale de PubUcité Etrangère G. L. BAUBE Co. JOHN F. JONES, Succ., Parijs 31bis Faubomg Montmartre. Het uitaandsring van hst Arrondisa©aa§nt3Kasrieaa is hst uitsluitend rscht tot plaatsing v*n Adv®rteötiën an RqcImms beitreffsnds Handel, Ngrarksid sn Gteldwwso. opgtdragar aas net AlgWMsn AdvertentteBurean A. DB LA MAP. Azn. te Asssterdwa* BUITEN hat Arrondissement H&arl^_jig__de_gri?8_de)^^dvgrt6ntiëojyag_j—j_regela_^!751jilkej^g^B(^r f 0,15Reclames per regal f 0,80. Atfsnten voor dit biaa m dsn omtrek zfin: BloemendaalSantpoort en SchotenP. v. d, RAADT, Santpoort; Heem stede, J. LEUVEN,bij d« tol; SpaarndamC. HARTENDORPZandvoart, G, ZWRMM' Vehen, W. J. RUIJTER; Beverwijk, J. HOORNS; Hillegom, ARIE HOP' .r DPMAN, Molenstraat. Oenosmde Aginttn d»e?u Abonnementen en Advertentièn aan. derde Bundel Platen en Por- Iretteu met bijschrift over den oorlog oZaid-Afrika is weder aan ons bureau lerkrg-baar. DE ADMINISTRATIE. etiacieel'e SericHtetta Onttrekking van grond aan den openbaren dienst. Burgemeester eu Wethouders vau priem, Brengen ter algemeene kennis, dat jn den Raad der gemeente wordt borgesteld, om aan den openbaren jenst te onttrekken Een gedeelte grond ter oppervlakte jq 3 50 M2. aan den Koudenborn, «geDOver de Infant.-kazerne, bestemd roor de plaatsing van eene kiosk voor jeo verkoop vau verfrisscbende dran- iea euz stukken te dezer zake betrek- :ing hebbende, zullen met ingang van j leden gedurende acht dagen ter plaat-1 eljjke secretarie (3de afdeeling) ter izage vau een ieder zfin uodorgelegd. Haarlem. 29 Jan. 1900. ÖverxicSit* verslagenheid over het nieuwe chec, dat het Eagelsche leger beeft tóen, uit zich onder de Engelschen 3 allerlei wijzen. In Londen schuift men in militaire logen alle schuld op de soldaten; nin weerwil van de verklaring van iuller zelf, dat de bevelvoerende fficier de ontruiming van Spionkop leeft gelast, beweert men daar, dat 6 soldaten tegen de bevelen hunner IficiereD in van de gevaarlijke stel- "o? hun biezen hebben gepakt. Elders beweert men weer dat is raarscbfinlfik in de kringen, die vfi- ttdig aaD de regeering zijn dat sir ledvors Balier tot den tweeden veld- lag aan de Toegela gedwongen wsrd oor politieke overwegingen, daar bet Cabinet vóór de opening van bet par ement de ontzetting van Ladysmith loodig bad. Over bet algemeen wordt Buller oor de groote Londensche bladen niet «paard. Bommigen hekelen het slot van zijn elocram, waarin de generaal erop loft dat de Boeren Warren op zijn pjgtocbt niet lastig vielen; de mill lire medewerker van de „Standard" laakt de opmerking dat de Boeren aartoe uitmuntende strategische re- enen hadden. Een paar weglatingen Bailer's telegram worden scherp fispt. Vooreerst dat bij den naam ao Woodgate's opvolger, die bevel Mft gegeven tot de ontruiming van Spionkop, verzwjjgt. Ten tweede Boiler alleen vau het korps van ■ren gewaagtwaar bleven die aoLytteiton en Duodonald. De vraag fordt, zoover bet Lyttelton's korps «treft, beantwoord door den corres- ondent van de „Daily News", wiens ilegratn van Woensdagavond de mi- lairecensoren pas Vrijdagavond door- L"' Hij seint dat Warren's troe- Dadat zij den Taba Myama ge deeltelijk hadden veroverd, geweldige moeite hadden om zichzelf te hand haven in de vermeesterde stellingen. In den hevigeo strijd van Woensdag hielden bet vuur uit de kanonnen van de Boeren, die prachtig bediend wer den, en ban even juist gericht ge weervuur deBritsche voorhoedes tegen. De Engelschen probeerden telkens vergeefs de Boeren te verjagen uit de stellingen die zij bezet bielden tus- schen de korpsen van Warren en Lytteltoa. De King's Rifles van laatstgenoemd korps, opgerukt van Potgietersdrift, slaagdeu erin den moeilijk beklimbaren zuidelijken kam van den Spionkop op te klouteren, na onderweg blootgesteld te zijn geweest aan het vuur van do Boeren in hun flank. Hijgend bereikten de mannen vau Lyttelton de steile spits, na nu en dan op handen en voeten te zfin voortgekropen. en toen de dapperen den top van den zuidelijken kam be reikt hadden, vielen ze hoera roepend plat neer. Toen de correspondent zfin telegram afzond, begonnen de zaken er al hachelijk uit te zieD. De telegrammen van de oorlogscor respondenten van de groote bladen beginnen nu langzamerhand aan te komen. Da correspondent van de Times in Spearmanskamp komt niet verder dan de zoogenaamde overrom peling van den Spionkop door Warren. De correspondent gééft de volgende bijzonderheden„Onze troepen ver lieten het kamp 's nachts om half twee. Onder geleide van een gids kwamen zij laögs een smal, steil voet pad om drie uur boveD. Toen ont dekte de bezetting van de Boeren de Engelschen, vuurde eenmaal en vluchtte. Uit een tweede lijn van schansen werd het vuur geopend, maar de Engelschen rokten gestadig j voort. Om vier uur werd de top be reikt. Een dichte ochtendnevel be- J dekte den Spionkop, maar trok om acht uur op. Toeu openden de Boe- j ren een geweldig geschut- en geweer-1 vuur, dat de Engelschen dwong terug te trekkeo. Ce toestand van de En gelschen was hachelijk, maar er daag den versterkingen op, de Engelsche kanonnen brachten die van de Boeren tot zwijgen, en de Engelschen rukten opnieuw langzaam voorwaarts. Volgens d9n correspondent van de Daily Mail in Spearmanskamp vonden Warren's mannen, toen zij de schansen vau de Boeren stormenderhand had den genomen, slechts één Boer en doorstaken dien met de bajonet. De vlucht van de Boeren was dermate overhaast, dat zij hun dekens achter lieten. Woensdagochtend ontwaarden de Engelschen een sterke stelling van de Boeren op den noordelijken kam van den Spionkop, van waar deze een maar al te goed gericht, geweldig vuur op de Engelschen openden. De militaire medewerkers van de bladen zfin verdeeld over de kwestie, of het beter is Ladysmith aan zijn lot over te laten, zoodat het vallen moet, of no.' een poging tot ontzet te wagen van den oostkant. De Times geeft zooals men weet den raad zoodra rnotrelfik vijftigduizend man te zenden, met gedeeltelijke mobilisee ring en uitzending van de vloot en tevens de uitzending van nog vijftig duizend man over zes maanden voor te bereiden. Het blad weigert een middel aan te wijz9n, waar men die troepen vandaan moet krijgendat behoort de regeering zelf te weten. De gedeeltelijke mobiliseering van de vloot zou moeten strekken om de ge vreesde inmenging van buiten landsche mogendheden tegen te houden. Iu verband hiermede trekt de aandacht een telegram aan de Times nit Berlijn. De correspondent daar, sprekende over een toost van den burgemeester van Keulen op den verjaardag van den Keizer, verklaart dat het geen twijfel lijdt, of DULTSCHLAND WAPENT ZICH zeer ijverig te land en ter zee. De correspondent van de Standard te Durban bevestigt dat de Boeren Boiler's oogmerken wisten, toen deze de Boven-Toegela overtrok. Dadelijk waren er dringende tele grammen gezonden naar Bloemfontein en Pretoria om zooveel mogelijk ver sterkingen te zenden, nadat de krijgs raad van de Boeren te Springfield had vastgesteld hoe men de Engelschen zou tegenhouden. Te Kaapstad is de treurmare van Spionkop met groote ontroering ont vangen. Men doet daar als eenig over blijvend middel aan de hand om La dysmith en Kimberley te behouden en den algemeenen opstand van het Hol landsere element in do Kaapkolonie tegen te gaan, eeD sterken inval in het hartje van Oraoje Vrijstaat. Maar tussehen plannetjes mak9n te Kaap stad en het uitvoeren daarvan door het Engelsche leger, komt nog een lastig ding, waarmede de Kaapsche mfinbe- zitters nogal eens vergeten rekening te houden, en dat is de koppigheid der Boeren om de Engelschen geen stap voorwaarts te gunnen. Want juist beeft generaal French we8r naar zfin opperbevelhebber generaal Roberts moeten seineD, dat bij een verkenning door hem naar het noorden gemaakt, hfi bjj Spitsfontein den vfiand sterk verschanst heeft gevonden- Overal verschanst DE SLAG VAN MAGERSFON- TEIN. (Door iemand die er in was). Het volgende is een uittreksel uit een privaten brief, waarin het recente gevecht tussehen Scholtznek en Mod- derrivier beschreven wordt: Wonderbaarlijk, vreeselfik en onver staanbaar In deze 19de eeuw, iu een tjjd waarin men vrede en godsdienst predikt, eeu eeuw, die zich beroemt op bare menscbelfikheid hoe is het mogelfikZal ik ooit kunnen verge ten de verschrikkelijkheden van de eerste dagen dez r week de 10de, de llde en 12de December Ik heb mfi steeds den oorlog voorgesteld ais iets vreesolijks, maar mijn sterkste verbeeldingskracht heeft zulke vree- selfikheden zich nooit voorgesteld Zulk een wonderlijke Zondagmiddag heb ik nimmer doorgebracht. Het eerste schot van den erooten bloedi- gen slag van Magersfontein was ge vuurd Het vreedzame landschap werd als door een toovermacht ver anderd, en men gevoelde spoedig dat er iets vreoselfiks aan het komen was. Groote troepen burgers, ernstig en vastberaden, galoppeerden naar hunne verschillende positiën ammunitiewa- gens en zware kanonnen trokken i donderend voorbfi. Alles was in be weging en opgewondenheid. Do zware, ontzaggelijke kanonnen deden de lucht dreunen van kogels en bommen, maar daar zij ver van onze positie vuurden, i lag het burgerleger stil en wachtte j betere kansen af. Van drie tot zeven uur in den namiddag bombardeerden zfi op ons los en tegen zonsondergang 'hielden zfi op, en een groote stilte daaldo op de aarde nederDien nacht legden wfi ons neder, maar onze paarden waren gezadeld en onze ge weren geladen Kort na 2 uur in den morgen wa ren wij allen op weg naar onze po sities, en toen begon een der laagste en vreeselfikste dagen dien ik ooit gekend heb. Het ontzettend vuur is niet te beschrijven. Generaal Cronjó zocht zijne stelliugen uit, en de Ea- gelschen, die nog naar onze positie raaddeD, onderhieidea een allerontzet- tendst kanonvuur op onze kopjes Onze groote kanonnen antwoordden en tegea 1 aor was het vuaroorver- doovend. Vroeg in den dag deden de Engel schen bun eersten aanvalde Maxim ratelde en knapte, en het gefiait der Engelsche salvo's klonk schel in de lucht, maar daarboven kwam het scherpe gekraak van de doodelijke Mauser's uit. Keer op keer wierpen de Britsebe bataljons zich op onze positie, en keer op keer wierpen onze dappere burgers hen met vreeselfik verlies terug. De Republikeinen wa ren heiden. Zonder baatjes, met op gerolde hemdsmouwen, uauien onze mannen, oude grijsaards en baarde- lcoze joDgt-lui bedaard ea kalm korrel eu vuurden. De eerste voorname gebeurtenis in den slag was het naar de achterhoede brengen als gevangenen van 40 arme Hooglanders, die er treurig, verslagen en gedaau uitzagen. Toen kwam het i bericht dat de Seandinaviers in moei-, jlfik heden waren. Hoe de dappere i j Ficksburgers onder een ware hel van bommen uitsprongen en d6n vfiand i terugjoegen, is een onderwerp dat door onze toekomstige dich?ers zal bezongen worden. Toen kwam de treurige processie van onze gewonden voorbfi. Eerst een man met een ge broken arm, daarop een man met zware bloedvlekken op zfin dfi, dan weer een arme kreuneudG kerel, met weggeschoten linkerbeen, op zfin paard rondrijdende om naar de ambulance te zoeken. Hoe hfi dat paard bereed i3 mfi een raadsel. Dan weder een flinke jonge kerel, zfin herzenen ge kreukt door een kogel, en vreeselfik vechtende met zfin dragers. Dan werd een kbine Potchefstroomer, niet meer dan zestien, voorbfi gedragen. Zfin linkerbeen was erg beschadigd, maar hfi lag zeer kalm en lispelde terwfil hfi voorhfiging„Dit is daarom me zoo zeer nie, maar ik is vreeselfik dorst". Hfi had reeds twee uren in de brandende zou gelegen voor hulp ge komen was. En daarop volgde de treurige processie onzer dooden OmtreDt vier uur begonnen de groote kanonnen te bedaren, en de Mausers en Lee Metfords waren aan zich zelve overgelaten. Toen kregen onze Maxim-NordenfeIdt8 een kans. Wfi konden de Engelschen in alle richtingen zien vluchten, vooral de paardenruiters. De dappere Hooglan ders trachtten keer op keer om door. onze hardnekkig stand houdende liniën te breken, maar slechts om te vallen en niet weer op te staan. De zon ging onder, en het Britsche leger was j teruggeslagen. Dinsdagmorgen was het gezicht vreeselfikl Twintig verscbrikkelfiko uren hadden onze mannen geknield of gehurkt gelegen in hnnne loopgra-1 ven en het was niet zonder moeite dat zfi hunne verstfifde ledematen uit de loopgraven konden trekken eu voor; onze stelling rondloopen. Daar lag,; dood en schrikwekkend, de bloem van bet Engelsche leger. Een officier til den wfi op binnen 15 passen van onze liniën. Hfi kwam daar, zfia hoed zwaaiende en uitroepende: „nu, ke rels, zfin wfi er," toen bfi uederviel met drie kogels in zfin hart Vfiftig treden van onze loopgraven lagen de Schotsche regimenten werkeifik io boopea, sommigen van hen dool, een aantal stervende en anderen in hun doodstrfid bepaald Rhodes vervloe kende, die dit alles op hen gebracht had... Groote mannen lagen dood in; elke mogelfike houding. Hier en daar hadden kleine klompjes tezamen ver gaderd in wat schuiling beloofde te zfin; die schuiliDg bleek valsch te zfin en allen lagen dood. Om een; kleine miershoop vond ik 4 lange Hooglanders den eeuwigen sl -ap sla pen... Elke Hooglander had een kleine graaf bfi zich om schansen op te wer j pen. I Ik heb gelezen van de glorie van i den oorlog, en ik heb er in geloofd,1 maar na deze ondervinding ben ik overtuigd dat er geen glorie in oorlog kan zfin bet is in alles een gruwel. Daar lag onze vfiand, afzichtelfik in' den dood, en binnen onze iia ën was' er geen gejuich over de schitterende overwinning, maar eerder een merk bare stilte over al bet vreeselyke er; van, terwfil men nog vaster besloot om geen vfiand toe te laten zfin voet biüDen onze liniën te zetten. HET HOLLANDSCHE KORPS IN TRANSVAAL. Het Hollandsche vrijwilligerskorps in Zuid Afrika heeft behoefte aan steun. Van verschillende kanten is moeite gedaan daarvoor geld bfieen te brengen. Een beperkt getal menschen zocht men daartoe aan, en dank vooral der mildheid van enkelen, kon er eenigen tfid geleden f 12000 naar Pre toria worden gezonden. Dezer dagen nu ontving het comité, bestaande uit de heeren mr. W. K. L. Walree te Amsterdam c.s., dat zich tot afdoening van deze zaak ge vormd bad, den volgenden brief van de commissie van Nederlanders en Oud-Nederlanders te Pretoria, uit haar naam onderteekend door de hee ren M. E. de Wildt, voorzitter en Th. Steinmetz, Secretaris. „Toen de oorlog onvermfidelfik bleek, vormde zich te Pretoria een commissie, met bet doel den steun te organiseeren, dien Nederlanders en Oud-Nederlanders zouden kunnen verleenen in de moeilfike tfiden die kwamen. „Een bereden korps werd gevormd, bestemd voor den velddienst, en bo vendien ontstond er eeo ander korps, dat de vele en veelal ondankbare plichten van den garnizoensdienst op zich nam, zooals bewaking van den spoorweg, van gevangenen 'en derge lijke. „In den slag bfi Elandslaagte op 21 October leed het Hollander Korps zware verliezen; zes sneuvelden, twee overleden later aan hon wonden, velen werden gewond en gevangen geno men. „Zfi die overbleven, gaven er de voorkeur aan in kleine groepen zich aan te sluiten bfi de burgercomman- do's in Transvaal en den Oranje- Vrfistaat. „Voor de tfidelfike ondersteuning vau families der afwezigen, voor de wellicht blfivende ondersteuning van wedawen en weezen, die er na helaaa reeds zfin, is geld noodig. „Ook moeteu onze mannen in 't veld nu en dan van noodige zaken voorzien worden, waar het krfigscom- missariaat wel eens te kort schiet. „De inzameling, hier gehouden, waar de inkomsten vau velen zfiu opge houden ef belangrfik verminderd, voor zag nauwelfiks in de behoeften van heden, veel minder in die van de toekomst. „'t Is dan ook met eau gevoel van groote dankbaarheid, dat onze com missie uwe milde bfidrage ontving Diet alleen om de materieele hulp, die zoo zeer gewensche was, maar ook als bewfis, dat Holland met ons voelt, waar wfi Nederlanders eo Oud Neder landers van Noord- en Zuid Nederland ons nuttig trachten te maken io den zwaren strfid, dien Zuid-Afrika door worstelt." Hoezeer de hulp gewaardeerd wordt en noodig is, blijkt uit een brief, dien dr. H. P. N. Muller uit PretoriroQt- vangen heeft. VERLIEZEN TE LADYSMITH. Generaal White (zegt de „Volks stem"), heeft aan geueraal Joubert uittreksels gezonden ait zfin militai ren dagboek met verzoek dat de kom- maodant-goneraal dozelve zal aanzen den naar het Britsche krfigs-departe- ment (daar de communicatie van ge neraal White afgesneden is.) De uit treksels loopen van 2den to' 17den November, en melden dat 860 soldaten gedurende dat tfidperk gedood en ge wond werden Het gevecht te Mod derspruit kostte de belegerde macht en verlies van 800 dood en gewond, zoodat het Britsche verlies tot 17 No vember tussehen 1,600 en 1,700 was te Ladysmith alleen. FEUILLETON. DOOR CHARLES READE. is geen ons gered," zeide Wylie [Wstelooa. „Eeai Bcxnderdl zestig pond 'Ju verloren gegaan." nGiroote God,!" «De eene storm niaj dien anderen kwam schap teisteren, en langen tijd hield et zioh goedik veronderstel dat da zijn gaan kieren, want wiji heb- nergens een lek kunnen omtdlak- 6tt) en Wyjie wierp Arthur een vfeei- Bteekenenden blik toa ■■Het doet er niet toe, wat de oor- ia," zeidie de 'oude koopman. „De quaes tie isWas het schip ver- Hrd Jot op dje laatste shilling." ,ba,t is goed Van je gedaan, Arthur. iMaar toch, is het onaangenaam. Er etenige weken verloopen \*oor- lat de maatschappijen mij het beta- 9a het grootste gedeelte van het goud moet binnenkort per wissel vol daan worden." ,.De rest in contanten?" „In contanten en in koopwaar1." „Trek maar een wissel op de Engel- sdhe bank op mijn naam." Deze enkele woorden deden den jon gen koopman herademen. Hij, was zoo Verheugd), dat hiji niet durfde te ant woorden uit vrees de achterdocht van dein ouden man op te wekken. Maar nog voordat hij) recht van zijn vreugde kon genieten werd hem een ijöbad toegediend dlotor de komst van den heer Burtenshaiw. „Laat hem even wadi ten," zeide Ar thur overluid en wierp dien ouden Pen- fold 'n voelbeteekenendein blik toe dien dé eenvoudige man maar al te goed: be greep. Zijin Vader overhandigde hem een cheque en liet het aan 'hem over de som in te vullen. Toom Arthur Imjpl vajder uitgeleide had gedaan slaakte hijj een zucht vQn verlichting en ging de cheque invullen. Burbenshaw trad binnen en zeide: „Ik wilde ui even komen zeggen, dat de bank met vijftig duizend pond ge noegen aal nemen." „Ik weiger die concessief. Mijnbeer Penfold, wees zoa goed' even met dese cheque naai- de Engelsche bank te gaan. Het is een bedrag van 81.647.10 pond sterling; de intrest is berekend tot op vandaag. Betaal den heer Burtemsbaiw de som uit, dan zal kijt u zijn re^u geven od als hij het Lever heeft breng het naar de bank. Dan zal die toeloop misschien verminderen." Daarop sloot hij zijn deur en uitge put in zijn stoel zinkend mompelde hij „Goddanknu ben ik voor een paar uur van die twee af. Nu Wylie, spreek op." „Ik heb het gaudl in de Shannon in gescheept, terwijl de vracht Voor lood doorging". „En het lood aan boord van de Pro serpine „Ja, mijnheer." „En zonder achterdocht op te wek ken V' „Niet geheel." „Groote God? Wie dan?" „Een klerk van de firma White ver trouwde de zaak niet precies, geloof ik. Hij noemde zioh James Seatom." Wardlau's gelaat nam een ernstige uitdrukking aan en schreef dien naam van den klerk op. Toom verzocht hij Wylie voort te gaan. „Vertel mij allies tot in de kleinste bijzonderheden. Ik zal er wel over oordeel em of zij. eerndge waarde hebben ja dan neen. Je sloegt dus een lek in het schip?" „Zeg dat niet, zeg dat niet, mijiu- heer!" riep Wylie uit. „De muren heb ben soms o oren" en op luider toon ver volgde hij„Er kwam een lék in het schip, dat noch de kapitein noch ik konden stoppen. Ik en mij|n mannen d'aichiten dat de naden door het weer waren gaan kieren." „Wacht even. Werd er toon geen achterdocht opgewekt." „Niet onder het volk; en al was dit wel zoo, heb ik ze het wel uit het hoofd gepraat en omgekocht. Ze logeeren met mij in hetzelfde huis en zij zijn allen eerlijk, maak u over hen maar niet be zorgd." „Maar je zeidet, niet onder het volk. Maar1 wie kunnen wij) dan wel te vree zen hebben?" „Wel, niemand Een van de passa giers had het wel is waar niet op mij voorzien, maar wat doet dat er toe?" „Wel, heep. veel verschrikkelijk veel. Wie was die man?" „Hij noemde zich Jannes Hazeü, pre dikant van beroep. Hij vatte achter docht op; uit een polar woorden die hij afluisterde en uit een ontdekking, die hij deed^ besloet 'hij dlat wij Enge land nooit terug zouden zien. Ik voor j mij geloof, dat hij; 't ook aan het jonge meisje vertelde." „Was er ook een dhme ondier de pas sagiers?' •„Ja, ongelukkig genoeg mijnheer, want het was oen allerliefst meisje. Zij. was op weg naar Engeland om tè her stellen of te sterven, zoo vertelde on ze geneesheer mij." „Welnu, zij komt er niet op aan. Die geestelijke verontrust mij. Eeu klerk te Sydney en een passagier koes terden dus aohterdocht. Dat zijn al twee getuigen." „Neen, slechts één." „Hoe kom je daar toe?" „Wed die klerk en de geestelijke wa ren één en dezelfde." Wardlau staarde hem stom van ver ba-ring aan. „De geneesheer, tien matreeën, het kamermeisje van dé jtnge dame bevon den zich mot mij in de groote boot do geestelijke, het zieke meisje en vijf matrozen in den kotter. Wij zeilden tot dien avond naast elkaar i i d|e rich ting van Juan Fernandeztoen kwam er een mist opzetten waardoor wij den. kot' ar uit het oog verloren. Ik veran derde toen van idéé en stuurde tegen den wind m om in het vaarwater Van andere schepen te komen. Het scheelde niet veel of wij kwamen in een horigen storm om, maar werden nog bijtijd» door een Amerikaansoh schip opgepikt d'at ons naar Buetnos-Ayrea bracht, waar wij sdheep gangen voor Engeland, Wel te verstaan de enkelen van ons die er overgebleven waren, nl. drie nnatr> zon en ik. Maar ik hadi enkele ken tel kenen van de andétren meegenomen om de vreemdelingen van mijn schipbreuk overtuigen. En dit allee is de oprechte waarheid." „Mooi, mooi! Miaiar, die andere boot met dien geestelijke aan boord, die onü verdacht, wat is dhervan geworden. Zij zullen ook opgenomen worden". „Daar is weinig kans van. Zij waa zoo ver uit don koers van andere saho- pen en om u de waarheid te zeggen, mijnheer..." Hier zweeg hij: even en schonk zich een glaasje oognao in on voor de eerste maal beef die bet glas in rijn hand. „Da een af andere diwanh had het grootste deel van de proviand aan boord van de groote boot gebradht en dat Icwelt mij zoo en doet mij 's nachts geen oog sluiten. Wij probeerden cms te ven te redden maar lieten den anderen geen kansje over. Ik heb u al verteld dlat er een zieke jonge dame aan boord

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1900 | | pagina 1