Een goede Jongen.
j Om zes uw den volgenden morgen
moest de compagnie aantreden voor een
Hij was een goedje jongen, de held oefening- Onder bevel van den luiite-
van ons varhaal. nanb haddien zaj| ziohi opgesteld en
g)CD.
PREDIKBEDRTE8,
d>]
Vóór tienen was hij) binnen cie ka
zerne.
Hij heette Freminet, Jean Freminet -wachtten nu op den kapitein; de miefes
en was soldaat, in een klein garni- ten hadden er wedi zin in't was mooi
zoen. van Frankrijk, zajtn vaderland. weer, droog en toohi niet warm. en
Mem kon hem aanzien, dlab liiji Van ^ji zagen er vroolij'k uit. Vooral Fre- i
boeren ai komst waszijn houding was mi net straalde van genoegen. Zijp co-1
verlegen, nuet zijn handen wist hij geen gen waren nog meer weggezonken, in
raad en evenmin dorst hij; iomandJ aan stiUe vergenoegdheid1 en zijn mond was
te k.ij'kfen met zijn kleine, lichtblauwe nog breeder dan anders, terwijl bijl er
oogjes, die weggedoken lagen, in een aan dacht, hoe de kapitein zou komen,
dik rood gezicht met platten neus en en misschien hem ter zijdl© roepen,, mis-
broeden mond). Bchien ook wel voor het front beau be-
Siuids hliji soldaat was. was zijp ver- danken. En dan zfcrai hiijl zijn kaaneral-
legemheid er niet minden- op gewordenden uitlachen, dan was hij( de gevier-
immiers zijn kameraden bespotten hean de en benijde man.
of leenden heim met vriendelijk© woor- D'aaa' werdem stappen gehoordde
den zijn zakgeld af, waarna zie lachend kapitein gevolgd' déor zijn oppasser,
op zijn gezondheid dranken, zonder diat kwam er aan.
hij c-n' zelf iets van kreeg. En in zijn Maar wat was dat? Freminet beefde
meerderen zag bij, niets d'an, vreeselijke j en trilde Van angst, zalg hij, het goed
menschel^ die alleen bestonden om Ja het was heb konijn, hetzelfde oudle,
hem schrik aan te jagemi; vooral voor magers konijn, dat dei oppasser droeg,
den kapitein beefde bij en als deze Hij, had toch ook niet gedacht, dat het
hem aanzag met zijn, grijze oogen, wap
het of de lebpen vöm twee geweren op
hem waren gericht en lrlijj aanstonds
doorboord zou neervallen.
Freminet was al acht maanden in
dienst en hij, was de ©enige van de com
pagnie, die nog geen verlof hadl gjeliaid,
hoewel hij op een paar diagen recht
had gehad,. Wel hadden ze van huis
geschreven, af hij nog niet eens kwam,
wel hadl ook vader hean moed ingespro
ken, door te schrijven, dat liiji den; kar
pit ©in gerust moest vragen, want dat
dbze lxoel vriendelijk zou zijn ais hij hem
belest zóó mager was.
Op twintig pas bleef de kapitein
staan en zag mlet fonkelen,db ofcgeji
randspoedig hadl hij: den man -gevon-
dan, dien hiji zocht.
„Freuiinet," klonk het scherp en d'c
oogen vlamden den jongen te ge moet.
Kapitein.'"
„Is dat konijn van jou."
„Tk heb het u gebracht, kapitein".
,,Ja), dat begrijip ik weil, maar wat
moeit dat
,,U miag het honden, kapitein."
.Vier dalgen arrest wegens gebrek
maar eerst ver-telde, diat cp zijn vaders aan eerbied jegens je meerdere en neem
hoeve veel liaaen en konijnen waren, dan. je konijn mee; oppasser geef het
maar d'e goed© jongen dorst niet eens hem."
de zes woorden zeggen, die nocdlig war
ren om verlof te vragen, laat staan
dlatn een heel verhaal van hazen en ko
nijnen
Op zekeren dag echter, toen de 00-
gjen van den kapitein er ©en, oogenblik
De arme Jean Freminet ging be
vend. weg oan naj te denken over het
verschil tussohen dankbaarheid1 en be
leefdheid en nadat hiijl zijn straf hadJ
uitgezeten., werd hij! door zijft kamiera-
io den meer dan ooit te voren voor den
wat minder gevaarlijk uitzagen, had j gek gehbud'en en, zagen de oogen, van
hij den noodigen moed] geschept, een de kapitein er zoo schrikwekkend uit,
paar mompelende woorden gesproken, ais hij te voren, nooit had opgemerkt-
die gelukkig werden begrepen en... het'. Voor een. bevordering tot korporaal
verlof werd toegestaan, kwam hij nooit in aanmerking.
Twee dingen later, des avends om 9 1 Een jaar later was Freminet cip.
uur om tien uur moest bij| weer in Madagascar. Hiji behoorde tot het le
de kazerne zijn liep onze vriend door ger, dat zich dlaar onderscheidde- bij
de straten van het garnizoenstad!je,zij|n de inneming va|n Tananarive. Maar
hoofd nog vol van herinneringen, aiain zoover waren zij' nu nog niet, zij; waren
de heerlijkheden van thuis en zijjn hart nil bezig op een afgelegen deel van het
zwaar van het vooruitzicht de kazerne eiland een behoorlijken weg aan te teg-
weer te moeten batreden, gen en hij), die vroeger bijl de exerci-
Toen hiji in de straat was gekomen, ties steeds ttat de minst bruikbaren was
waar de kapitein wetende, haalde hij!, gerekend, was nu een dier besten geble-
zoover mogelijk van een d'er gaslanta.- ken voer dit werk, waar-bij, zijn ruwe
rens, van onder zijn jas een wollig voor kracht en stevige gezondheid zoozeer te
werp te Voorschijn dat even later bij, pas kwamen. Ziek was hij) nooit, otek
de volgende lantaarn duidelijk te ken- hier niet, waar tientallen soldaten dloior
nen wais als een groot, mager, langoorig kooirts werden aangetast, en hiiji begon
konijn. Freminet stond er spoedig mee al aardig aan het leven i,n dit vreemde
atil cp de stoep va-n des kapiteiins wonland te wennen. Bet eenig|e wat hem,
ning, strekte de hand uit naar den) niet beviel, was de warmte en de bar-
scheilknop, maar trok haiair terug. Zouba,arsche taai, mafer eindelijik hadl hij,
hdj het doen? Hij; betastte he V beest. toch geleerdi, dat een aardappel een
Zou die kapitein veel te hoog. sta|an om ovimbazahe was 011 dat hdj| ronono
van een srildaat een konijn te ontvan- moest zeggen, alls hiji mielk wou helbbc-in.
gen En het was zoo' oud en mager j Ook, en dlat was merkwaardig, ock
beest, en maar een konijn. Als 't nu rij|n kapitein, die' man miet- de gevreesde
nog een haias was. Maiar vader had ge- i oogen). was op Madagaskar, en wafe nog
zegd, dat het best kon, dat de kapitein steeds de chef van Freminet. Maar hij;
all blij zou zijn, als hiji wild) proefde maakte het zioo goed niet-, hij) was ziek,
en vader wist het wel. Daarom maar soms was hiji een enkele dlag wat beter,
moedig vooruit. Hij; trok alan die schel ©n kon zijn dienst doen, maar meest
en hief te gelijk met de linkerhand het i&g" hij neer onder de sleepen de moeras-
slap bengelend© dier omhoog. i koortsen, die hem hoe langer hoe meer
„Juffrouw', zed hij met de rechter- j uitputten,
hand saluete-rend) voor het meisje, dat! 1 Het was avond en dicht bij' de tent,
opendeed,, „dit is voor den kapitein,1 waar do kapitein lag, zat Jean Fremi-
omdat hij; mij twee dagen verlof heeft iet uit te rusten Van zijn dagtaak en
gegeven en dlat wou vader niet onbo-e©° pijp te rocken,
lobn.d' laten. Als hij; vralagb, van wienHij. dacht aan zijn, vaderland en tu-
het is, da,n zeg jei nua-ar van Freminet." rein,de in dc, veirte, was liet hem of daar
„Freminet" riep hij nog naar bin- dat inlandsch gehucht, dat tegen d|en
nen. en keerde zich toen, om, hoogst te-horiz/on afstak, zijn geboorteplaats was
vreden, dat hlijl zoo'n prachtige langjei ein of de palmboome-n. in wilgen verain-
redlea'oering had gehoudlen,, maiar datderden en of die wilde, op zijn vader
meisje had' er ook zoo ongevaarlijk uit- 1 geleek.
gezien, heel anders dan. hij: zich de j Hij; dacht ook aan het oogen,blik,
meid van dien kapitein had voorgesteld', toen, hij afscheid had genomen van de
zij,n<en, hij. dalcht aan dien tijdl dien hij
reeds in dienst was en aan. het kolnijn,
dat hdj den barschen. kapitein had ge
schonken en dlat later dooi' den canti-
nehteuder opgegeten was.
Onwillekeurig richtte hij1 ziijjn blik
naar de tent naast hem de officier
vun gezondheid kwami ex juist uit. Hij
stond op, sailueferde en vroeg„Luite
nant, mag ik vragen hoe is het met dien
kapitein?'
„Beroerd, jongen,bij| wterdt zwak en
verliest zijn eetlust, hij, moest verseh
vleesch hebben in plaats valn dat goed
uit bussen, maar daar is hier geen aan
komen aan"
De luitenant liep, door em Freminet
bleef even peinzend! stalan.
Opeens greep hiji zijn geweer en snel
de weg in de duisternis.
De kapitein trachtte zich in zijn bed/
half op te richten
„Luitenant."
„Jai kapitein."
.„Waar schieten ze V'
„Ik hoor het ook kapitein, maar het
is verweg en onzie mannen zijjn allen
hier."
„Eén is er weg luitenant," zei een
oppasser.Freminet."
„Wat moet die weg doen vroeg
de luitenant, maar niemand antwoord
de en een polos was alles weer stil in
de tent, waar alleen een. kaars brandde.
Daar op eens ging d'e voorhang der
tent. apen en een soldaat kwam binnen.
„Kapitein."
„Beu jij het, Freminet?"
„Ja kapitein, ik ben naar dat dorp;
daar geweest, en ze hebben, op mie ge
schoten, maar za hebben me niet kun
nen raken, de dokter zei, u moest verseh;
vleesch hebben, en nu heb ik een kip
gehaald. Als het geien gebrek aan eer
bied jegens een meerdere is, dan wou
ik ze u wal geven."
„Ik ben je heel diankbaaaj, goede
jongen,, en al was liet den, konijn, dhn
zou ik nog heel diankbaiar zijn."
Freminet vfond, dat dé stem: van den,
kapitein örg vreemd klonk, maar spoe
dig zat hij| weer buitqn, te dlroomen
Van zijn vaderland'.
INGEZONDEN MEDE DEE
LINGEN.
30 cents per regel.
TelefoonnetHaarlet).
<Ê/fo. ÓCO,
eeA.
Groots 3~toulslraal 78.
sE&tosas KiEy^s.
Dr. L3yds geïnterviewd.
We lezen, in het „Berliner Taigfsblaitt"
'L volgende bel a ng wakk ende interview,
dait een redacteurvan genoemd blad nipt
Dr. Leyds. den gezant dar Zuicl-Afri-
kaaaisohs Republiek, had.
Op het dak van het Pal'asthotel wap
pert de Transvaalsabe vlag. Dr. Leyds,
de gezant valn Transvaal, de door de
Engolischen zoo zeer gehate vertegen-
j woordligm van dc: Boeren in Europa:,
vertoeft te Berlijn en heeft zich dage-
1 ij:ka tegen, een storm van. bezoekers te
j verdedigen, waarvan de strijld aan de
[Tugela slechts weinig zal verschillen.
In de hal van het PalavSlhotel zitten
op fauteuils en divans alle personen,
die den intcressanten man sprelcen
willen; vertegenwoordigers vaar stads
en buitenlandsdue bllaiden, groet© in
dustrie, eleni, mijningen ieuii's, geleerden,,
ook eenige dames wachten, tot de
bourt aan hun komt, en ieder kwartier
neemt het aantail wachtenden toe.
Do telegyaafbeambte brengt telkens
zijn spoedbestellingen, af eix toe komt
va,n de eerste étage, waar dei geaant
Em Zaterdagavondpraat je.
CCCL.
jDondlerdag geleefd! wederom niets Lij—
ISlSf* llfê»J©9 zonders, Vrij|dag geleefd' zonder, iets
j bijizonders, Zaterdag geleefd! zonder iets
hijjzondiers en, Zondag geleefd zonder
iets bijzoindlers,. Daarom is in den tred-
J molen, van 't leven een Raadsverkiezing
„Be ben maar bliji diat we! wem uit .©en geluk. Leve d,e Raadsverkiezing!"
kiezen gaan," zei Wouter toen ik hem! „Bedaar,'' zei ik en overdrdjjf niet.
dezer dagen op straat ontmoette. t-Een Raadsverkiezing is zeker een heel
Ls al zoo lang geleden en er gebeurt j amusant geval, maar dhn toch een met
hier zoo weinig. Noodt een moord.c&n vraagteekeni. De vs-aag is maar:
„Schaam je", zei ik. jwaar haal je de candidatcn vandaan?
„Nooit een moord gelukkig," zei j Wie zal bereid wezen, de plaats van
Wouter onverstoorbaar. „Ock, geenijdon overleden heer Van de Steur in
brand van eenige beteekenis meer so- i te nemen? Ei' is tegenwoordig" niet- veel
dort de brandweer zoo uitstekend in or- liefltóbbeatij vooa* het Raadsheer schap,,
da is, geen diefstal meier..." Jan, Piet en Klaas, die er over gepolst
„Dat heeft zijp, natuurlijike reden, j wenden, bedanken vriendelijjb, maar
zei ik, ,.je hebt in Haarlems Dagbla.d I d^-arom niet minder beslist. Waai- liaal
kunnen lezen, dait er maar zoo weinig J° (!eu Raadslid vandiaan
frjlkc ïnensvhein meer aijtn. Er va.lt inj „Daarover aanstonds," zei Wouter.
Haarlem niets te stelen". j H eee ste vraag Lsuit welke maal-
,,Ovea*drijf niet, asjeblief", zei Wou-^happclijke klasse wil' je liet nieuwe
ter. „Ei zijn hier nog getzet,on men- j B.aadslid gaan werven En daarbij'
sclicn genoeg, maar ik geloof zeker, dat j e(:'^ !v'l me zoo hoopvol, maai' tegelijk
vel en lang niet hoog genoeg wba'deu anos^ê'' aan dht- ik me plotseling her-
Laiiigeslagen. Stvaks zal ik je vfertellen
waarom. Maar ik keer tot mijn ondier-
werp terug. Aardbevingen bob je hier
ook niet eens, vloedgolven en windihoo-
aen komen niet voor. Een Pikstarstcfrm
isail het meest. Je kunt dus zeggen, dat
ons leven te Haarlem gelijk ecu. kalm
beekje voorbijl 'kabbelt. Derhalve is een
Raadfeveakiezing waai' eetns •een feit,
een .gebeurtenis. We makcai ons weer
eens wairm, walt in detze dagen op, zich
zelf al een heele verkwilduug ia, we
oefentoi, in kiesvereenigingen ons in de
uiterlijke welsprekendheid, maken ons
kwaad op elkaar, waardoor later dé
verzoening weer zooveel te aaugenaraer
wordt en brengen eens variatie in den,
eentonigen kalender van de' week;
Maandag geleefd), niet bijzondeas. Dins
dag geleefd, cok niets bijzonders, Woens
dag geleefd ook ai niets bijzondm»,
innerde hoe hijt ook ecus plannen had
gekoesterd onu een- Raaidszetel te, ver
overen. Derhalve zei ik zoo beslist moe
gelijk „Geen rentenier. In geen, geval
een rentenier. De tijd is niet geschikt
voor de caaididatuur van een rentenier.
Boa harder je werkt, das te beter beu
je geschikt voor lid van den. Raad.
Wees grondwerker, pit- en graaf, delf
,en vjecfet, dan ben je veel meer ge
schikt voor Raadslid dlaar, ails rentenier
Een rentenier, nooit!!"
„Het zaji dan 2100," zei Wouter, die
zccals men weet zelf aenfeuiex is en.
hij; slankte een zucht, die ik juist in het
voorbijgagjn verraste. „Het rentenieren
is anders een. veel zwaarder vak. dian
je wel denkt. Uit welk vak wil jij een
camdidaat halen?"
„Uit dé rechitou," zei iilei„We hebben
tegenwoordig gebrek aan een advocaat.
woont, dc gezantschapssecretaris, Jhr.
Va.n dei' Hoeven nalar de wachtenden,
om met steedis dozelfdle beminnelijkheid
epnige al te ougeduldagen te troosten,
en inlichting te verstrekken over niet
altijd, zeer bescheiden vragen, om daar
na wedle.r spoedig te verdwijnen, altijd
vrietndlel'ijik, altijd voorkomendl, ear vóór j
liles steeds druk.
Eindelijk staan ook wijl in de kleine
kalmer op die eerste verdieping, waarin
Dr. Leyds zijne bezoekers ontvangt.
Do venster-s zien uit op, d'e König-
ga-atzersta-aait, cp de tafel ligt een bcirg
van telegrammen en kaartjes, en op
de schrijftafel staian twee schrijfma
chines op het oogenblik rustend,
doch een hoep afgewerkte blieven be
wijst, dat zij bedien reeds zeer weuk-
zaotm geweest zijn.
Dr. Leyds is een gjroote, slanke man
met eien gehauiind gelaat. Zij|ne zeer
heldere en nistig'e oogen, richten zich,
wanheca' hij' sprcfeilct,onafgewend op den
persoon, die tegenover beur zit, en 0111
zijn moaid, die door een lange blonde
snor wordt bedekt, speelt aak ec-m iet
wat ironisch lachje.
Men bcmurkt dadelijk, dat men met
een pea'socinlijkheid te dhen heeft.
Achter de gewone; formaliteiten,
waanniedle) de bezoeker begiroet. wordt,
schijnt een ijzeren wilskraclit een, zx'o-
alls het wezen motet, onverbiddelijke en
vastberaden energie zich tel verbergen.
„Neem mijl niet kwalijk, dat ik u
moest laten wachtenaldus begint hij,
liet gesprek. „Doch u kunt- u nauwelijks
voorstellen, hoe ik in beslag wterdl geno
men. Evenwel doet het mij, genoegen,,
want mem heeft het goed miet ons vteor
in Duitsehlamd!, vooral dé pers."
„Mag ik u vragen, of Uwe Excellen
tie. nu die Engel solren zich weder" orvcr
d'e Tugela. hebben tctuggebrokkejii,,
sjr'ocdig het einde van den krijg tege
moet ziet? Natuurlijk met een voor de
Boeren gunstig'en afloop
Dr. Leyds schuddie het hoefd. „Zoo:
spoedig zal liet wel oriet g;aia|n. Oveiri-
gens, wij' weten ons heel' goed, te verde
digen, doch wiji aij.n geen, ooir'ltogsznch-
tig volk. Wij; zijp aangevallen en ver
weren. ons; maar wanneer ons een vre
de aalngebodenij wfordt, natuurlijk een
voor ons goede vrede, dan zijp, wiji elk
oogenb'lik bereid vrede to maken."
„Wat verstaat Uwe Excellentie ten-
den' een goedeer vrecüe. Buiten cle er
kenning der SouVeremiteit van Uw
volk, die natuurlijk als vanzelf sppe-
kendé voorop wordt gesteld:?"
De Souveireiuiteit diat is' natuur
lijk Maar verder, (ik verzoek u wel
to willen begrijpen, diat- ik miijp per
soonlijke meaning zeg. wain.t, zooals u
vveet-, ontbreekt mui! die mogelijkheid di
recte inlichtingen van mijp land te
krijgen.1) vca'diea' mc-ten ik toch, dlat de
Vrijstaat op cenig gebied aanspraak
kan maken, dat hem vroeger door d'e
Engelschen is ontnomen.
Is niet reeds dergelijk g&biedl bij ge-
dleelten d'aor uwe troepen bezet?
Zeker, maar er is- nog meer, dlat 011®
vroeger dooir de Engelschen. ontstolen
(sicis. En dlan.Dan
Nu, ik weet, zooals ik gezegd heb,
niet, hoe men in. Transvaal daarover
j denkt-, maar ik geloof, dat Transvaal
ook op eeaic haven aanspraak zou kun-
I non maken.
j Deze aanspraak is toch nieuw?
I In- het geheel niet. Reeds vi'teeger
I heeft zelfs een hooggeplaatst Ehgelsoh
ambtenaar'. Sir Hercules Robinson, -
laiber Lord Rosmeacl - dfezem wensdn
als „legimited desrire' (oen rechtvaar
dig verlangen, Red.) 'aa-ngoduidl
Dat maakte hem in Engeland zeer
verdacht. Maar wellicht is men nu in
dezen tijd, daarop teruggekomen.
En waar moet deze haven liggen
Niet op Portugeesohi gebied1; dlaar
moet alles onaangeroerd blijven. Ver
der zuiidlelijk Overigens ik zeg' hielt nog
maals, spreek ik alleen miijn-e meiening
uit.
Deze meening is echter voce liet pu
bliek zeer zieker intereesalnt, Excellen
tie! Mag ik bij deze gelegenheid miip,
gelukwensoh voor de weder-verovering
van den Spionkop uitspreken en dha.r
a,an de waag vastkneopan, of het wer-
kcilijik a.an tel [nemen is, hetgeen ik
hoorde vertellen., dat de beide te!e>-
gr-ammien, die de verovering en, de ont
ruiming van dein Spionkop berichtten,
oorspronkelijk één, telegram geweest
zajln?
D'r. Leyds slaat met de hand op- de
tafel. Zoo was het! Volgens mijne -over
tuiging was het zoo Ik hdb het eerste
telegram int Pairiijp gelezen), cp daar
krcieg ilc direct deze meaning. Ik vraag
u, wie telegrafeert nuHet ia gfelukt,
d'e stelling een. dag lang te behouden
wanneer daarmede niet uitgedrukt
moet wordein;, dat ziji na, dezen, chig we
der ontruimd i&?
Het Engel scha ovcirwi imiiugshea-i cht
was d!us slechts een truc tot opheffing
va® dien more'elen moed dieir natie ge
weest
Be geloof het bepaald.
Als ik uwe Excellentie nog wagen
mag, wat er waalr is van cle zending
van d'en donsail Macuum. Men izegt,
cla,t hij; een brief van Mac Kinl'ey aan
President Krugcr biji zich; heefb, en dat
hiji met Uwe Excellentie te Parijs een
samenkomst had.
Béide berichten zijp onjuist. Gij
kunt het uit mijn naiaon tegenspreken.
Maoiuimi heeft geen brief voor Khuger,
en ik h-eib hem. in Parijs niet gezien,
hoewel ik regelrecht- Van, d;aar kom, en
hoewel het mij| bekend was, diat Mar
cirunii zich in, Parijs ophield'.
En de Amerikaansoha beweging ten
gunste van. den. vrede? Meent gij,, dat.
het hun gelukken ml', op Mac Kiinley
een pressie uit te oefenen.
Daaroveu' weet ik mi ets. Ik kan. daar
over mijne mc,enlng ook niet zeggen.
Heb -rijtuig van dien geizant is vooa-
gekbanien. het schijnt t-ij,d om het- on
derhoud' af te breken.
Da'. Leyds staat- opt eon schudt den be>-
zaeker krachtig de bandl
Vóór het vertrok had ik nog gelegen
heid met- een, der heea'en va,n het- ge
zantschap over de; belegering van Lar
dysnrith te spreken. Ook deze schudt
bet hoofd, als vain, een spoedigen rie
del gesproken wordt.
Ik geloof data-r niet- erg aan. Het
komt mij) voter, dlat de Engelschen La-
dysmit-h; willen prijisgeveori en hunnei
gansclre macilit concentreeran.
Dit zal dan oen geweldigen beslis
sen den slalg wezen?
Daairop: wrjist alles.
En hoe: denkt u over den, uitslag.
Wij hebben aille recht het beste ba
li-cpe-n. En dan mjbet u niet vergieten,
dlat het heel' wat anders is, of mannen
voor hun eigen huisl, vtotea' hun eigen
land vefehte'n, dam wel of aangeworven,
sold'aten, die na een lalnge zeereis, ent-
mood'igd en vefrzwakt, op vreem
den. bodemi aanjkomen, voor dearkbeel-
deu moeten vechten, die zij] zelf veter
een groot- gedeelte niet voor goed hou-
dlen. Wiji zijn den, krijg niet begonnen,
dloch wij, verdedigen ons.
Het waren.' dezelfde woerden, dia ook
Dtr. Leyds gesproken ha,d.
De Commissie voor- de Strafveroadlenin-
g'eneieu zuiver rechtsgeleerde- commis
sie, is niet eens uit juristen sametn-
gesteld kunnen wordtin. Zie je, ilc wou
geen meester in de reeh-t-em, die alleen
zijn specialiteit maakt van de muggen
zifterij; en uetralang kam discussieeren
over de vraag, of ergens in een volzin
eau komma] mteet staan of een punt
komma, maar een die een ruimen blik
heeft-, een goeden kijk op- de dongen
en die zich niet verbeeldt, dait h-ij| hét
alleen weet. Zoo een zou ik er willen."
„Heb je hem al gevonden vroeg
Wouter, een beetje ironisch naar ik
dacht.
„Ik geloof Van ja, zei ik. ..Maar wat
zou jij dan willen?"
„Èeoi architect," zei Wouter. „We
hebben in onzen Raad menscheu m'co-
dig die verstand, hebben van bouwen.
Ilc wil niet- zeggen, dat daarmee de af-
deeling Publieke Werkeni gpedkooper
w or dén- zou, ma-ar- we moCteu mensohen
hebben die ons op eenigszins smakedij-
ke manier kunnen vertellen wa-ar dé
duiten blijiveir. Verder moet het een
architect zijndie niet meent dat hij
het alleen weet, malar ook het work
van e-en andier weet te waardeeren."
„Heb je hem al gevonden vroeg ik
en zond,er dat ik het wilde klonk er
wat ironiei in mijn stem,
„lk giefloof van ja," zei Wouter. Maar
daarbij houdt m,ijn verlanglijstje niet
op. Ik wou ook nog' een dolkter in den
Raad. We hebben mijpheor Van dan!
Brig wel en die kaar zijn mondje ook
wel. roeren (tusschen twee haakjeshij
komt altijd te laat in de veagadiering
en zal dus, alls hi ij miet oppast nooit
presentiegeld krijgen) maar een is geen
en er moeten er meer zijn-. Verbeeld je.
Wouter, vérbeeddi je, dat we hier eens
die pest kregen. Die lean mijnheer Van
den Berg toch- miet alleen bevechten, j
Dat element moet versterkt worden
„Kerel je doet me rillen,'' zei ik. „D'e
pestBrrr. Zeg toch- zulke akelige din
gen niet. Do pest zullen we hieir ni-e-t-
Ovrijgen."
„Dat denk je. maar," zei Wouter
„We hebben lrier inde-rt-ïjidl die cholera
wel geha-d. 't Is nog maar een, jaar of
wa t geleden, oor der burgem eester Jocr-
dens. Er waren menschen in 't gfemeenr
t-ebestuur, die toen eeai; choleracommiis-
sie ins'bel'len wil dien, malar burgeamees-
tea' Jordenszei: „Een drolera.commis
sie? Malligheidd De choleracommissie
ben ik." Daarmee liep dei za-a-k af. De
lieer' Jordens bleef de zelf-gevormde
ch oil eira com missie. Maar wa|t- gebeurt?
Op eeiu nacht- krijgt in- eiem hotel ier-
mand cholera en die burgemeester wordt
opgebeld. „Och, kom,," zei de; oude heer,
't- zal wel geen chclera zijjn. Op eigen
gezag liet de behandelende medicus den
zieke in dc cbo-leraba-rak brengen en
rapperteterde het geval aan. den inspec
teur van 't geneeskundig staatstoe
zicht. Deze ambtenaar doet- zijn werk
en verschijnt op, een mid-dalg piotaeling
iin de vérgadering vain, Burgemeester
en Wethoud-ers. „We/est er zeker van,
mijne heer-en," riep hdj) uit, ,'t was wel
degelijk een geval, van, cholera. Hier
heb ik chblcraibarillen genoeg om- heel
Nederland te besmetten!" En. dat zeg
gende haalde h!ij' een fleisohije uit zijar
vestzak en schudde dat voor de neuzen
van dia edelachtbare heerem heen en
weer. Het effect was verrassend. Dé
burgemeester viel haast- van zijn stoel,
do wethouders kregen ail van 't zien
van 't flesKjh.jei pijn in den buik en dei
bode staarde met -ijizöiig em afschuw
naar dien mijjnheer, die- zete maar den
dood vaar heel Nc-ckclamd im zijn vest
zak dlroeg. Maar laten we- op ons apro
pos terugkomen-. Ik zei du-s, dat er een
dokter noodig is in den, Raad."
,Er zal er géén voor t-a Icrijgen. we
zen."
Eea krantenjongen gestraft.
Dei po-litierecihtbaink in Noord-Lon-
den, heeft een krantenjongen tot een
week gevangen isstraf verc-ordeeld;, om-
dlat litij] biji het. ven tem van zijn bladen
geroepen, had „Speciale oorlogseditie
Vreeselijke veldslagOntzettende slach
ting ondle'r de- E-nigelischiear;!" D'e rechter
overwoog d ait d-ö la-aitstei ui troep- veron.t-
ruatend kon werken op faanili-eig, die
bloudvérwanten im heb leger hebben.
De krantenjongens, dia de „reusach
tige overwinningen!" rb-ndihaeruimem
woad'en niet glestraft.
Stoomvaart ber-ichten.
Het stoomschip Bur gem. den Tex
ran Amst. naar Batavia, verir. 1 Febr.
van Genua.
Het stoomschip Prinses Sophie van
Batavia naar Amsterdam, arriveerde
2 Febr te Sue,3.
Het stoomschip O ngaran, van Ba
tavia naar Rotterdam, vertr. 2 Feb1-,
van Padang.
„Papperlapap," ze-i Wouter. „Meer
dam we nolodig habbein. Van, de vijf en
twintig die er in da la-atste vijf jaar
bijgeko-men zijm zal er' wal een wezen,,
die im, den Raiadl wil. Vergeet niet,
dait hlijj eeidlert dia invoering valn
het presetntiegld een rijksdataldier per
con suit ontvange-e-n zal."
„Van presentiegeld gesproken," zei
ik. „Hoe zou het daarmee gaan? Tk
heb gehoord, dat- geen valn de meer ge
goede Raadsleden- -het aannemen zal."
„Fidelio," amtwaordde h-ij|, „je weet
wel, dat zekere weg, dien ik niet nad'er
zal noemen, met goedle vo-orniemcn-s is
gcpUwc-id. E- W",ren er d:iei zeid'en, dialt
zé het geld aa,n Waldadigheidl naiar
Vennogen zouden geven, ar waren, er
anderen, d'io vea-klaarden dlat ze h'et-
nooit valn hun levan zlcudan aannamen.
Toen kwam er een op een. goed idlée.
„Ma-nnon. broeders," zei lrij| laat ons hiet
preaent-regeldl aannemen niaiar ar1 d'adle-
iijk een femdsje van malken- om ar liajter
een werkje miee t-oit stand te brengen,
dat de gemeente niet doen, karn. De fon-
jtain in; den. Hout- bijvoorbeeld/ sclrreib
om aen opvolger. Welnu, laat- ons d'e
preseintiegeldan bijeenbrengen, voordat
j doel. Nemen we aan dat er 20 Raiads-
vri*gad|eringen zijn, in,- aen, jaar, dam
geeft dlat. vijftig gulden, presentiegeld
per hoofd. Doen er nu vijjf en: twintig
1 leden mee, dan komt er per jaar een
sommetje van twaialflronderdl en vijftig
gulden bij|een, dalfc is vijfdluizend guil-
1 -d'em: in. 4 jaair." Ma-ar da.t. Raadslid- klbp-
tc aan doovemans dleor. „Ochi -mee," zei
den andeaé1 lcdlen, „-dlat kunnen we al-
t-ij|d nog cloen:. Dan is het beter om het
eersit maar in ontvan gat te' nemen, en
dian later in, een, dergelijk fondlsj© té
stcaten." Nu, d'aaa' weet- men alles
va-n. D'e rijiksdaiaildri vte-rdwijint in de
porteraomnaiie, smelt saimien, met ande
re groote en klein ei zilverlingen, wan
delt uit- dl© duisternis» van. den broekzak
Het stoomschip Werkendam vand,
Holland-Amerika Lyo, van Rotter
dam naar Newyork, pass. 2
des nam. 2 u. 10 m. Wight.
Het stoomschip Amsterdam, vand
Holland—Amerika Lyn, van New
York naar Rotterdam, pass. 2
des nam. 2 n. Scilly.
ZONDAG 4 Februari 191
TE HAARLEM
Groote Kerk.
Voorm. 10 ure, Jonker.
's Avonds 6 ure, Moeton.
Nieuwe Kerk.
Voorm. 10 ure, Sivaan.
Janskerk.
Voorm. 10 ure, Barbas.
Bal enesserkerk. (Voor de kinderec
Voorm. 10 ure, Uitbrander.
Eglise Wallonne.
Voorm. 10 ure, Cremer
de Paris,
Collecte pour la Socioló Evangéliqo
de France.
Gerelormeerde Kerken.
Ged. Oude Gracht.
Voorro. 10 ure, Mulder.
Nam. 5 ure, Mulder.
Woocsdagaiood 8 i re, Mulder.
Ridderstraat.
Voorm. 10 ure, Ringnalda.
's Av. 6 ure, Ringnalda.
Doopsgezinde Kerk.
Voorm. 10 ore, Craandijk.
's Avonds 6 ure, FLesta.
Kerk der .Broeder-gemeente'
Voorm. 10 ure, de Blocg van Scht
tinga.
Luthersche Kerk.
Voorm. 10 ure, Wernpe.
Nam. 1 ure, Zondagsschool aan
Nassau; aan.
'sAv. 6'/i ore, Poolman.
Remonstr. Gereformeerden,
Voorm. 10 ure, Tideman.
Donderdagmiddag 12'/2 ure, Tidenm
Huwelykswyding.
Cbr. Geref. Gemeente.
Zuidersiraat.
Voorin. 10 ure en des nam. .1 '/1 ure
Schotel.
Woensdagavond 8 ure, dezelfde.
Hersteld Apostolische Zendini
Internationaal)
Voorm. 10 uur en Namidd. 6 urn
G od8dieustoef eningen.
Betmebroek.
Voorm. 10 ure, Gerth van Wijk Jt
Avondmaal.
Nam. 2*/j ure, Gerth van Wijk Jr.\
Dankzegging.
Houtrijk en Po lanen.
Voorm. 10 ure, Eeeringa.
Doopsbediening.
Heemstede. J
Voorm. 10 ure, Kuijlman
Santpoort.
Voorm. 10 ure, Hesta.
doops. pred. te Haarlem.
IJmuiden.
Voorm. 10 ure, Wesseldijk.
'«Avonds 6 ure, Wesseldijk.
Apost. Zendingsgememte.
Voorm. 10 ure.
Dinsdagav. 8 uur in Let, Tehuis voof]
Zeeiieden, Bpellezing en to^
spraken.
O RGELBE3PELIN&
in do Groote- of St. Bavokerk alhiei
op Dinsdag 6 Februari 1900, desn»
middags van 1—2 uur door dei
heer VV. EZERMAN.
PROGRAMMA.
1. CoDcertfentaisie Palme.
2. Lied obne Worte Lux.
3. Sonate no. 8 Mendelsohn
a. Con moto maestoso.
b. Andante tranquillo.
4. Choral (Meistersm-
ger)Wagner.
5. Ave Maria. Schubert.
't licht -vlaai de wij;de wereld! in en ails d
eigenalar aiarr't rind' van 'b jaar f 50 in
eens m/oet betatein voor't fonteinfondi
dan zou htij; zeggen„neen maar, hoc
ééns, dlalt is xnie tech wait al te kras. 11
gai n it de combi/nalbie."
„De mensoh verandert- wel snel,"
•ik, „dat komt va/n al dis sneltreine
en eilectrische trams, je Ihieibt tegöD
woordig geen tijjd meer om jezelf t
blijven. Maar van eleotrischet trams gè
sprokenwordlt het niet eens tijidl,
den electrician, in, d'eini Ra/ald) to biiengc
met hiet ooig iop onze aianstaamde nieuw
fabriek van eleictrisohi licht?"
„Daan1 zeg ja zooi wat," zei Woutd
„Ik daclilt a|l zoo, of 't niet goed fflJl
wezen er ook een hni-seigénaaa" in l
brengen, met het oog op de quaesfcit
over die onbewoonbaarverklaring."
„Eén sicQii tterendl iidée," zei ilc. „Ve
volgens won. ik er een; bloemist in hel
ben, vow het toezicht op da parket
want je zult hiet gek vinden Woutt
- in de bloemenstad zit -géén ankd
bloemist in dén RaaJdl"
„Vervolgens zon/ er éen scliipper ii
ddn Raaidi moeten,, om in de quiaeei-i
van de meting Van schepen voor 1
lichten, liefst een die mest laadt- aai
dé reiniging."
We keken elkaiap ontzet aan. „Ha
jij wel ooit gedacht, Fidlelio, diat
zooveel aan onzen Raaid ontbreekt!
zei Wcm,tea-, atngsbig flnisterend.
„Ik ben er on,tstedd' van," zei ik mt
gebrotkeni siteimi, ^„Zosjni oaiVol'kdiigi
RaadWalaa' moet heb 'heen, Woute
waai' moot het helen,! Etn dian is 00
cxnze zefevaardlers-speciai l i teit, mijnhef
Speelman, al' sedert ma arid en weg!
Is ijselij-k."
We ver/fcnken in sombai1 gemijmé
FIDELIO.