Een goede Jongen. j Om zes uw den volgenden morgen moest de compagnie aantreden voor een Hij was een goedje jongen, de held oefening- Onder bevel van den luiite- van ons varhaal. nanb haddien zaj| ziohi opgesteld en g)CD. PREDIKBEDRTE8, d>] Vóór tienen was hij) binnen cie ka zerne. Hij heette Freminet, Jean Freminet -wachtten nu op den kapitein; de miefes en was soldaat, in een klein garni- ten hadden er wedi zin in't was mooi zoen. van Frankrijk, zajtn vaderland. weer, droog en toohi niet warm. en Mem kon hem aanzien, dlab liiji Van ^ji zagen er vroolij'k uit. Vooral Fre- i boeren ai komst waszijn houding was mi net straalde van genoegen. Zijp co-1 verlegen, nuet zijn handen wist hij geen gen waren nog meer weggezonken, in raad en evenmin dorst hij; iomandJ aan stiUe vergenoegdheid1 en zijn mond was te k.ij'kfen met zijn kleine, lichtblauwe nog breeder dan anders, terwijl bijl er oogjes, die weggedoken lagen, in een aan dacht, hoe de kapitein zou komen, dik rood gezicht met platten neus en en misschien hem ter zijdl© roepen,, mis- broeden mond). Bchien ook wel voor het front beau be- Siuids hliji soldaat was. was zijp ver- danken. En dan zfcrai hiijl zijn kaaneral- legemheid er niet minden- op gewordenden uitlachen, dan was hij( de gevier- immiers zijn kameraden bespotten hean de en benijde man. of leenden heim met vriendelijk© woor- D'aaa' werdem stappen gehoordde den zijn zakgeld af, waarna zie lachend kapitein gevolgd' déor zijn oppasser, op zijn gezondheid dranken, zonder diat kwam er aan. hij c-n' zelf iets van kreeg. En in zijn Maar wat was dat? Freminet beefde meerderen zag bij, niets d'an, vreeselijke j en trilde Van angst, zalg hij, het goed menschel^ die alleen bestonden om Ja het was heb konijn, hetzelfde oudle, hem schrik aan te jagemi; vooral voor magers konijn, dat dei oppasser droeg, den kapitein beefde bij en als deze Hij, had toch ook niet gedacht, dat het hem aanzag met zijn, grijze oogen, wap het of de lebpen vöm twee geweren op hem waren gericht en lrlijj aanstonds doorboord zou neervallen. Freminet was al acht maanden in dienst en hij, was de ©enige van de com pagnie, die nog geen verlof hadl gjeliaid, hoewel hij op een paar diagen recht had gehad,. Wel hadden ze van huis geschreven, af hij nog niet eens kwam, wel hadl ook vader hean moed ingespro ken, door te schrijven, dat liiji den; kar pit ©in gerust moest vragen, want dat dbze lxoel vriendelijk zou zijn ais hij hem belest zóó mager was. Op twintig pas bleef de kapitein staan en zag mlet fonkelen,db ofcgeji randspoedig hadl hij: den man -gevon- dan, dien hiji zocht. „Freuiinet," klonk het scherp en d'c oogen vlamden den jongen te ge moet. Kapitein.'" „Is dat konijn van jou." „Tk heb het u gebracht, kapitein". ,,Ja), dat begrijip ik weil, maar wat moeit dat ,,U miag het honden, kapitein." .Vier dalgen arrest wegens gebrek maar eerst ver-telde, diat cp zijn vaders aan eerbied jegens je meerdere en neem hoeve veel liaaen en konijnen waren, dan. je konijn mee; oppasser geef het maar d'e goed© jongen dorst niet eens hem." de zes woorden zeggen, die nocdlig war ren om verlof te vragen, laat staan dlatn een heel verhaal van hazen en ko nijnen Op zekeren dag echter, toen de 00- gjen van den kapitein er ©en, oogenblik De arme Jean Freminet ging be vend. weg oan naj te denken over het verschil tussohen dankbaarheid1 en be leefdheid en nadat hiijl zijn straf hadJ uitgezeten., werd hij! door zijft kamiera- io den meer dan ooit te voren voor den wat minder gevaarlijk uitzagen, had j gek gehbud'en en, zagen de oogen, van hij den noodigen moed] geschept, een de kapitein er zoo schrikwekkend uit, paar mompelende woorden gesproken, ais hij te voren, nooit had opgemerkt- die gelukkig werden begrepen en... het'. Voor een. bevordering tot korporaal verlof werd toegestaan, kwam hij nooit in aanmerking. Twee dingen later, des avends om 9 1 Een jaar later was Freminet cip. uur om tien uur moest bij| weer in Madagascar. Hiji behoorde tot het le de kazerne zijn liep onze vriend door ger, dat zich dlaar onderscheidde- bij de straten van het garnizoenstad!je,zij|n de inneming va|n Tananarive. Maar hoofd nog vol van herinneringen, aiain zoover waren zij' nu nog niet, zij; waren de heerlijkheden van thuis en zijjn hart nil bezig op een afgelegen deel van het zwaar van het vooruitzicht de kazerne eiland een behoorlijken weg aan te teg- weer te moeten batreden, gen en hij), die vroeger bijl de exerci- Toen hiji in de straat was gekomen, ties steeds ttat de minst bruikbaren was waar de kapitein wetende, haalde hij!, gerekend, was nu een dier besten geble- zoover mogelijk van een d'er gaslanta.- ken voer dit werk, waar-bij, zijn ruwe rens, van onder zijn jas een wollig voor kracht en stevige gezondheid zoozeer te werp te Voorschijn dat even later bij, pas kwamen. Ziek was hij) nooit, otek de volgende lantaarn duidelijk te ken- hier niet, waar tientallen soldaten dloior nen wais als een groot, mager, langoorig kooirts werden aangetast, en hiiji begon konijn. Freminet stond er spoedig mee al aardig aan het leven i,n dit vreemde atil cp de stoep va-n des kapiteiins wonland te wennen. Bet eenig|e wat hem, ning, strekte de hand uit naar den) niet beviel, was de warmte en de bar- scheilknop, maar trok haiair terug. Zouba,arsche taai, mafer eindelijik hadl hij, hdj het doen? Hij; betastte he V beest. toch geleerdi, dat een aardappel een Zou die kapitein veel te hoog. sta|an om ovimbazahe was 011 dat hdj| ronono van een srildaat een konijn te ontvan- moest zeggen, alls hiji mielk wou helbbc-in. gen En het was zoo' oud en mager j Ook, en dlat was merkwaardig, ock beest, en maar een konijn. Als 't nu rij|n kapitein, die' man miet- de gevreesde nog een haias was. Maiar vader had ge- i oogen). was op Madagaskar, en wafe nog zegd, dat het best kon, dat de kapitein steeds de chef van Freminet. Maar hij; all blij zou zijn, als hiji wild) proefde maakte het zioo goed niet-, hij) was ziek, en vader wist het wel. Daarom maar soms was hiji een enkele dlag wat beter, moedig vooruit. Hij; trok alan die schel ©n kon zijn dienst doen, maar meest en hief te gelijk met de linkerhand het i&g" hij neer onder de sleepen de moeras- slap bengelend© dier omhoog. i koortsen, die hem hoe langer hoe meer „Juffrouw', zed hij met de rechter- j uitputten, hand saluete-rend) voor het meisje, dat! 1 Het was avond en dicht bij' de tent, opendeed,, „dit is voor den kapitein,1 waar do kapitein lag, zat Jean Fremi- omdat hij; mij twee dagen verlof heeft iet uit te rusten Van zijn dagtaak en gegeven en dlat wou vader niet onbo-e©° pijp te rocken, lobn.d' laten. Als hij; vralagb, van wienHij. dacht aan zijn, vaderland en tu- het is, da,n zeg jei nua-ar van Freminet." rein,de in dc, veirte, was liet hem of daar „Freminet" riep hij nog naar bin- dat inlandsch gehucht, dat tegen d|en nen. en keerde zich toen, om, hoogst te-horiz/on afstak, zijn geboorteplaats was vreden, dat hlijl zoo'n prachtige langjei ein of de palmboome-n. in wilgen verain- redlea'oering had gehoudlen,, maiar datderden en of die wilde, op zijn vader meisje had' er ook zoo ongevaarlijk uit- 1 geleek. gezien, heel anders dan. hij: zich de j Hij; dacht ook aan het oogen,blik, meid van dien kapitein had voorgesteld', toen, hij afscheid had genomen van de zij,n<en, hij. dalcht aan dien tijdl dien hij reeds in dienst was en aan. het kolnijn, dat hdj den barschen. kapitein had ge schonken en dlat later dooi' den canti- nehteuder opgegeten was. Onwillekeurig richtte hij1 ziijjn blik naar de tent naast hem de officier vun gezondheid kwami ex juist uit. Hij stond op, sailueferde en vroeg„Luite nant, mag ik vragen hoe is het met dien kapitein?' „Beroerd, jongen,bij| wterdt zwak en verliest zijn eetlust, hij, moest verseh vleesch hebben in plaats valn dat goed uit bussen, maar daar is hier geen aan komen aan" De luitenant liep, door em Freminet bleef even peinzend! stalan. Opeens greep hiji zijn geweer en snel de weg in de duisternis. De kapitein trachtte zich in zijn bed/ half op te richten „Luitenant." „Jai kapitein." .„Waar schieten ze V' „Ik hoor het ook kapitein, maar het is verweg en onzie mannen zijjn allen hier." „Eén is er weg luitenant," zei een oppasser.Freminet." „Wat moet die weg doen vroeg de luitenant, maar niemand antwoord de en een polos was alles weer stil in de tent, waar alleen een. kaars brandde. Daar op eens ging d'e voorhang der tent. apen en een soldaat kwam binnen. „Kapitein." „Beu jij het, Freminet?" „Ja kapitein, ik ben naar dat dorp; daar geweest, en ze hebben, op mie ge schoten, maar za hebben me niet kun nen raken, de dokter zei, u moest verseh; vleesch hebben, en nu heb ik een kip gehaald. Als het geien gebrek aan eer bied jegens een meerdere is, dan wou ik ze u wal geven." „Ik ben je heel diankbaaaj, goede jongen,, en al was liet den, konijn, dhn zou ik nog heel diankbaiar zijn." Freminet vfond, dat dé stem: van den, kapitein örg vreemd klonk, maar spoe dig zat hij| weer buitqn, te dlroomen Van zijn vaderland'. INGEZONDEN MEDE DEE LINGEN. 30 cents per regel. TelefoonnetHaarlet). <Ê/fo. ÓCO, eeA. Groots 3~toulslraal 78. sE&tosas KiEy^s. Dr. L3yds geïnterviewd. We lezen, in het „Berliner Taigfsblaitt" 'L volgende bel a ng wakk ende interview, dait een redacteurvan genoemd blad nipt Dr. Leyds. den gezant dar Zuicl-Afri- kaaaisohs Republiek, had. Op het dak van het Pal'asthotel wap pert de Transvaalsabe vlag. Dr. Leyds, de gezant valn Transvaal, de door de Engolischen zoo zeer gehate vertegen- j woordligm van dc: Boeren in Europa:, vertoeft te Berlijn en heeft zich dage- 1 ij:ka tegen, een storm van. bezoekers te j verdedigen, waarvan de strijld aan de [Tugela slechts weinig zal verschillen. In de hal van het PalavSlhotel zitten op fauteuils en divans alle personen, die den intcressanten man sprelcen willen; vertegenwoordigers vaar stads en buitenlandsdue bllaiden, groet© in dustrie, eleni, mijningen ieuii's, geleerden,, ook eenige dames wachten, tot de bourt aan hun komt, en ieder kwartier neemt het aantail wachtenden toe. Do telegyaafbeambte brengt telkens zijn spoedbestellingen, af eix toe komt va,n de eerste étage, waar dei geaant Em Zaterdagavondpraat je. CCCL. jDondlerdag geleefd! wederom niets Lij— ISlSf* llfê»J©9 zonders, Vrij|dag geleefd' zonder, iets j bijizonders, Zaterdag geleefd! zonder iets hijjzondiers en, Zondag geleefd zonder iets bijzoindlers,. Daarom is in den tred- J molen, van 't leven een Raadsverkiezing „Be ben maar bliji diat we! wem uit .©en geluk. Leve d,e Raadsverkiezing!" kiezen gaan," zei Wouter toen ik hem! „Bedaar,'' zei ik en overdrdjjf niet. dezer dagen op straat ontmoette. t-Een Raadsverkiezing is zeker een heel Ls al zoo lang geleden en er gebeurt j amusant geval, maar dhn toch een met hier zoo weinig. Noodt een moord.c&n vraagteekeni. De vs-aag is maar: „Schaam je", zei ik. jwaar haal je de candidatcn vandaan? „Nooit een moord gelukkig," zei j Wie zal bereid wezen, de plaats van Wouter onverstoorbaar. „Ock, geenijdon overleden heer Van de Steur in brand van eenige beteekenis meer so- i te nemen? Ei' is tegenwoordig" niet- veel dort de brandweer zoo uitstekend in or- liefltóbbeatij vooa* het Raadsheer schap,, da is, geen diefstal meier..." Jan, Piet en Klaas, die er over gepolst „Dat heeft zijp, natuurlijike reden, j wenden, bedanken vriendelijjb, maar zei ik, ,.je hebt in Haarlems Dagbla.d I d^-arom niet minder beslist. Waai- liaal kunnen lezen, dait er maar zoo weinig J° (!eu Raadslid vandiaan frjlkc ïnensvhein meer aijtn. Er va.lt inj „Daarover aanstonds," zei Wouter. Haarlem niets te stelen". j H eee ste vraag Lsuit welke maal- ,,Ovea*drijf niet, asjeblief", zei Wou-^happclijke klasse wil' je liet nieuwe ter. „Ei zijn hier nog getzet,on men- j B.aadslid gaan werven En daarbij' sclicn genoeg, maar ik geloof zeker, dat j e(:'^ !v'l me zoo hoopvol, maai' tegelijk vel en lang niet hoog genoeg wba'deu anos^ê'' aan dht- ik me plotseling her- Laiiigeslagen. Stvaks zal ik je vfertellen waarom. Maar ik keer tot mijn ondier- werp terug. Aardbevingen bob je hier ook niet eens, vloedgolven en windihoo- aen komen niet voor. Een Pikstarstcfrm isail het meest. Je kunt dus zeggen, dat ons leven te Haarlem gelijk ecu. kalm beekje voorbijl 'kabbelt. Derhalve is een Raadfeveakiezing waai' eetns •een feit, een .gebeurtenis. We makcai ons weer eens wairm, walt in detze dagen op, zich zelf al een heele verkwilduug ia, we oefentoi, in kiesvereenigingen ons in de uiterlijke welsprekendheid, maken ons kwaad op elkaar, waardoor later dé verzoening weer zooveel te aaugenaraer wordt en brengen eens variatie in den, eentonigen kalender van de' week; Maandag geleefd), niet bijzondeas. Dins dag geleefd, cok niets bijzonders, Woens dag geleefd ook ai niets bijzondm», innerde hoe hijt ook ecus plannen had gekoesterd onu een- Raaidszetel te, ver overen. Derhalve zei ik zoo beslist moe gelijk „Geen rentenier. In geen, geval een rentenier. De tijd is niet geschikt voor de caaididatuur van een rentenier. Boa harder je werkt, das te beter beu je geschikt voor lid van den. Raad. Wees grondwerker, pit- en graaf, delf ,en vjecfet, dan ben je veel meer ge schikt voor Raadslid dlaar, ails rentenier Een rentenier, nooit!!" „Het zaji dan 2100," zei Wouter, die zccals men weet zelf aenfeuiex is en. hij; slankte een zucht, die ik juist in het voorbijgagjn verraste. „Het rentenieren is anders een. veel zwaarder vak. dian je wel denkt. Uit welk vak wil jij een camdidaat halen?" „Uit dé rechitou," zei iilei„We hebben tegenwoordig gebrek aan een advocaat. woont, dc gezantschapssecretaris, Jhr. Va.n dei' Hoeven nalar de wachtenden, om met steedis dozelfdle beminnelijkheid epnige al te ougeduldagen te troosten, en inlichting te verstrekken over niet altijd, zeer bescheiden vragen, om daar na wedle.r spoedig te verdwijnen, altijd vrietndlel'ijik, altijd voorkomendl, ear vóór j liles steeds druk. Eindelijk staan ook wijl in de kleine kalmer op die eerste verdieping, waarin Dr. Leyds zijne bezoekers ontvangt. Do venster-s zien uit op, d'e König- ga-atzersta-aait, cp de tafel ligt een bcirg van telegrammen en kaartjes, en op de schrijftafel staian twee schrijfma chines op het oogenblik rustend, doch een hoep afgewerkte blieven be wijst, dat zij bedien reeds zeer weuk- zaotm geweest zijn. Dr. Leyds is een gjroote, slanke man met eien gehauiind gelaat. Zij|ne zeer heldere en nistig'e oogen, richten zich, wanheca' hij' sprcfeilct,onafgewend op den persoon, die tegenover beur zit, en 0111 zijn moaid, die door een lange blonde snor wordt bedekt, speelt aak ec-m iet wat ironisch lachje. Men bcmurkt dadelijk, dat men met een pea'socinlijkheid te dhen heeft. Achter de gewone; formaliteiten, waanniedle) de bezoeker begiroet. wordt, schijnt een ijzeren wilskraclit een, zx'o- alls het wezen motet, onverbiddelijke en vastberaden energie zich tel verbergen. „Neem mijl niet kwalijk, dat ik u moest laten wachtenaldus begint hij, liet gesprek. „Doch u kunt- u nauwelijks voorstellen, hoe ik in beslag wterdl geno men. Evenwel doet het mij, genoegen,, want mem heeft het goed miet ons vteor in Duitsehlamd!, vooral dé pers." „Mag ik u vragen, of Uwe Excellen tie. nu die Engel solren zich weder" orvcr d'e Tugela. hebben tctuggebrokkejii,, sjr'ocdig het einde van den krijg tege moet ziet? Natuurlijk met een voor de Boeren gunstig'en afloop Dr. Leyds schuddie het hoefd. „Zoo: spoedig zal liet wel oriet g;aia|n. Oveiri- gens, wij' weten ons heel' goed, te verde digen, doch wiji aij.n geen, ooir'ltogsznch- tig volk. Wij; zijp aangevallen en ver weren. ons; maar wanneer ons een vre de aalngebodenij wfordt, natuurlijk een voor ons goede vrede, dan zijp, wiji elk oogenb'lik bereid vrede to maken." „Wat verstaat Uwe Excellentie ten- den' een goedeer vrecüe. Buiten cle er kenning der SouVeremiteit van Uw volk, die natuurlijk als vanzelf sppe- kendé voorop wordt gesteld:?" De Souveireiuiteit diat is' natuur lijk Maar verder, (ik verzoek u wel to willen begrijpen, diat- ik miijp per soonlijke meaning zeg. wain.t, zooals u vveet-, ontbreekt mui! die mogelijkheid di recte inlichtingen van mijp land te krijgen.1) vca'diea' mc-ten ik toch, dlat de Vrijstaat op cenig gebied aanspraak kan maken, dat hem vroeger door d'e Engelschen is ontnomen. Is niet reeds dergelijk g&biedl bij ge- dleelten d'aor uwe troepen bezet? Zeker, maar er is- nog meer, dlat 011® vroeger dooir de Engelschen. ontstolen (sicis. En dlan.Dan Nu, ik weet, zooals ik gezegd heb, niet, hoe men in. Transvaal daarover j denkt-, maar ik geloof, dat Transvaal ook op eeaic haven aanspraak zou kun- I non maken. j Deze aanspraak is toch nieuw? I In- het geheel niet. Reeds vi'teeger I heeft zelfs een hooggeplaatst Ehgelsoh ambtenaar'. Sir Hercules Robinson, - laiber Lord Rosmeacl - dfezem wensdn als „legimited desrire' (oen rechtvaar dig verlangen, Red.) 'aa-ngoduidl Dat maakte hem in Engeland zeer verdacht. Maar wellicht is men nu in dezen tijd, daarop teruggekomen. En waar moet deze haven liggen Niet op Portugeesohi gebied1; dlaar moet alles onaangeroerd blijven. Ver der zuiidlelijk Overigens ik zeg' hielt nog maals, spreek ik alleen miijn-e meiening uit. Deze meening is echter voce liet pu bliek zeer zieker intereesalnt, Excellen tie! Mag ik bij deze gelegenheid miip, gelukwensoh voor de weder-verovering van den Spionkop uitspreken en dha.r a,an de waag vastkneopan, of het wer- kcilijik a.an tel [nemen is, hetgeen ik hoorde vertellen., dat de beide te!e>- gr-ammien, die de verovering en, de ont ruiming van dein Spionkop berichtten, oorspronkelijk één, telegram geweest zajln? D'r. Leyds slaat met de hand op- de tafel. Zoo was het! Volgens mijne -over tuiging was het zoo Ik hdb het eerste telegram int Pairiijp gelezen), cp daar krcieg ilc direct deze meaning. Ik vraag u, wie telegrafeert nuHet ia gfelukt, d'e stelling een. dag lang te behouden wanneer daarmede niet uitgedrukt moet wordein;, dat ziji na, dezen, chig we der ontruimd i&? Het Engel scha ovcirwi imiiugshea-i cht was d!us slechts een truc tot opheffing va® dien more'elen moed dieir natie ge weest Be geloof het bepaald. Als ik uwe Excellentie nog wagen mag, wat er waalr is van cle zending van d'en donsail Macuum. Men izegt, cla,t hij; een brief van Mac Kinl'ey aan President Krugcr biji zich; heefb, en dat hiji met Uwe Excellentie te Parijs een samenkomst had. Béide berichten zijp onjuist. Gij kunt het uit mijn naiaon tegenspreken. Maoiuimi heeft geen brief voor Khuger, en ik h-eib hem. in Parijs niet gezien, hoewel ik regelrecht- Van, d;aar kom, en hoewel het mij| bekend was, diat Mar cirunii zich in, Parijs ophield'. En de Amerikaansoha beweging ten gunste van. den. vrede? Meent gij,, dat. het hun gelukken ml', op Mac Kiinley een pressie uit te oefenen. Daaroveu' weet ik mi ets. Ik kan. daar over mijne mc,enlng ook niet zeggen. Heb -rijtuig van dien geizant is vooa- gekbanien. het schijnt t-ij,d om het- on derhoud' af te breken. Da'. Leyds staat- opt eon schudt den be>- zaeker krachtig de bandl Vóór het vertrok had ik nog gelegen heid met- een, der heea'en va,n het- ge zantschap over de; belegering van Lar dysnrith te spreken. Ook deze schudt bet hoofd, als vain, een spoedigen rie del gesproken wordt. Ik geloof data-r niet- erg aan. Het komt mij) voter, dlat de Engelschen La- dysmit-h; willen prijisgeveori en hunnei gansclre macilit concentreeran. Dit zal dan oen geweldigen beslis sen den slalg wezen? Daairop: wrjist alles. En hoe: denkt u over den, uitslag. Wij hebben aille recht het beste ba li-cpe-n. En dan mjbet u niet vergieten, dlat het heel' wat anders is, of mannen voor hun eigen huisl, vtotea' hun eigen land vefehte'n, dam wel of aangeworven, sold'aten, die na een lalnge zeereis, ent- mood'igd en vefrzwakt, op vreem den. bodemi aanjkomen, voor dearkbeel- deu moeten vechten, die zij] zelf veter een groot- gedeelte niet voor goed hou- dlen. Wiji zijn den, krijg niet begonnen, dloch wij, verdedigen ons. Het waren.' dezelfde woerden, dia ook Dtr. Leyds gesproken ha,d. De Commissie voor- de Strafveroadlenin- g'eneieu zuiver rechtsgeleerde- commis sie, is niet eens uit juristen sametn- gesteld kunnen wordtin. Zie je, ilc wou geen meester in de reeh-t-em, die alleen zijn specialiteit maakt van de muggen zifterij; en uetralang kam discussieeren over de vraag, of ergens in een volzin eau komma] mteet staan of een punt komma, maar een die een ruimen blik heeft-, een goeden kijk op- de dongen en die zich niet verbeeldt, dait h-ij| hét alleen weet. Zoo een zou ik er willen." „Heb je hem al gevonden vroeg Wouter, een beetje ironisch naar ik dacht. „Ik geloof Van ja, zei ik. ..Maar wat zou jij dan willen?" „Èeoi architect," zei Wouter. „We hebben in onzen Raad menscheu m'co- dig die verstand, hebben van bouwen. Ilc wil niet- zeggen, dat daarmee de af- deeling Publieke Werkeni gpedkooper w or dén- zou, ma-ar- we moCteu mensohen hebben die ons op eenigszins smakedij- ke manier kunnen vertellen wa-ar dé duiten blijiveir. Verder moet het een architect zijndie niet meent dat hij het alleen weet, malar ook het work van e-en andier weet te waardeeren." „Heb je hem al gevonden vroeg ik en zond,er dat ik het wilde klonk er wat ironiei in mijn stem, „lk giefloof van ja," zei Wouter. Maar daarbij houdt m,ijn verlanglijstje niet op. Ik wou ook nog' een dolkter in den Raad. We hebben mijpheor Van dan! Brig wel en die kaar zijn mondje ook wel. roeren (tusschen twee haakjeshij komt altijd te laat in de veagadiering en zal dus, alls hi ij miet oppast nooit presentiegeld krijgen) maar een is geen en er moeten er meer zijn-. Verbeeld je. Wouter, vérbeeddi je, dat we hier eens die pest kregen. Die lean mijnheer Van den Berg toch- miet alleen bevechten, j Dat element moet versterkt worden „Kerel je doet me rillen,'' zei ik. „D'e pestBrrr. Zeg toch- zulke akelige din gen niet. Do pest zullen we hieir ni-e-t- Ovrijgen." „Dat denk je. maar," zei Wouter „We hebben lrier inde-rt-ïjidl die cholera wel geha-d. 't Is nog maar een, jaar of wa t geleden, oor der burgem eester Jocr- dens. Er waren menschen in 't gfemeenr t-ebestuur, die toen eeai; choleracommiis- sie ins'bel'len wil dien, malar burgeamees- tea' Jordenszei: „Een drolera.commis sie? Malligheidd De choleracommissie ben ik." Daarmee liep dei za-a-k af. De lieer' Jordens bleef de zelf-gevormde ch oil eira com missie. Maar wa|t- gebeurt? Op eeiu nacht- krijgt in- eiem hotel ier- mand cholera en die burgemeester wordt opgebeld. „Och, kom,," zei de; oude heer, 't- zal wel geen chclera zijjn. Op eigen gezag liet de behandelende medicus den zieke in dc cbo-leraba-rak brengen en rapperteterde het geval aan. den inspec teur van 't geneeskundig staatstoe zicht. Deze ambtenaar doet- zijn werk en verschijnt op, een mid-dalg piotaeling iin de vérgadering vain, Burgemeester en Wethoud-ers. „We/est er zeker van, mijne heer-en," riep hdj) uit, ,'t was wel degelijk een geval, van, cholera. Hier heb ik chblcraibarillen genoeg om- heel Nederland te besmetten!" En. dat zeg gende haalde h!ij' een fleisohije uit zijar vestzak en schudde dat voor de neuzen van dia edelachtbare heerem heen en weer. Het effect was verrassend. Dé burgemeester viel haast- van zijn stoel, do wethouders kregen ail van 't zien van 't flesKjh.jei pijn in den buik en dei bode staarde met -ijizöiig em afschuw naar dien mijjnheer, die- zete maar den dood vaar heel Nc-ckclamd im zijn vest zak dlroeg. Maar laten we- op ons apro pos terugkomen-. Ik zei du-s, dat er een dokter noodig is in den, Raad." ,Er zal er géén voor t-a Icrijgen. we zen." Eea krantenjongen gestraft. Dei po-litierecihtbaink in Noord-Lon- den, heeft een krantenjongen tot een week gevangen isstraf verc-ordeeld;, om- dlat litij] biji het. ven tem van zijn bladen geroepen, had „Speciale oorlogseditie Vreeselijke veldslagOntzettende slach ting ondle'r de- E-nigelischiear;!" D'e rechter overwoog d ait d-ö la-aitstei ui troep- veron.t- ruatend kon werken op faanili-eig, die bloudvérwanten im heb leger hebben. De krantenjongens, dia de „reusach tige overwinningen!" rb-ndihaeruimem woad'en niet glestraft. Stoomvaart ber-ichten. Het stoomschip Bur gem. den Tex ran Amst. naar Batavia, verir. 1 Febr. van Genua. Het stoomschip Prinses Sophie van Batavia naar Amsterdam, arriveerde 2 Febr te Sue,3. Het stoomschip O ngaran, van Ba tavia naar Rotterdam, vertr. 2 Feb1-, van Padang. „Papperlapap," ze-i Wouter. „Meer dam we nolodig habbein. Van, de vijf en twintig die er in da la-atste vijf jaar bijgeko-men zijm zal er' wal een wezen,, die im, den Raiadl wil. Vergeet niet, dait hlijj eeidlert dia invoering valn het presetntiegld een rijksdataldier per con suit ontvange-e-n zal." „Van presentiegeld gesproken," zei ik. „Hoe zou het daarmee gaan? Tk heb gehoord, dat- geen valn de meer ge goede Raadsleden- -het aannemen zal." „Fidelio," amtwaordde h-ij|, „je weet wel, dat zekere weg, dien ik niet nad'er zal noemen, met goedle vo-orniemcn-s is gcpUwc-id. E- W",ren er d:iei zeid'en, dialt zé het geld aa,n Waldadigheidl naiar Vennogen zouden geven, ar waren, er anderen, d'io vea-klaarden dlat ze h'et- nooit valn hun levan zlcudan aannamen. Toen kwam er een op een. goed idlée. „Ma-nnon. broeders," zei lrij| laat ons hiet preaent-regeldl aannemen niaiar ar1 d'adle- iijk een femdsje van malken- om ar liajter een werkje miee t-oit stand te brengen, dat de gemeente niet doen, karn. De fon- jtain in; den. Hout- bijvoorbeeld/ sclrreib om aen opvolger. Welnu, laat- ons d'e preseintiegeldan bijeenbrengen, voordat j doel. Nemen we aan dat er 20 Raiads- vri*gad|eringen zijn, in,- aen, jaar, dam geeft dlat. vijftig gulden, presentiegeld per hoofd. Doen er nu vijjf en: twintig 1 leden mee, dan komt er per jaar een sommetje van twaialflronderdl en vijftig gulden bij|een, dalfc is vijfdluizend guil- 1 -d'em: in. 4 jaair." Ma-ar da.t. Raadslid- klbp- tc aan doovemans dleor. „Ochi -mee," zei den andeaé1 lcdlen, „-dlat kunnen we al- t-ij|d nog cloen:. Dan is het beter om het eersit maar in ontvan gat te' nemen, en dian later in, een, dergelijk fondlsj© té stcaten." Nu, d'aaa' weet- men alles va-n. D'e rijiksdaiaildri vte-rdwijint in de porteraomnaiie, smelt saimien, met ande re groote en klein ei zilverlingen, wan delt uit- dl© duisternis» van. den broekzak Het stoomschip Werkendam vand, Holland-Amerika Lyo, van Rotter dam naar Newyork, pass. 2 des nam. 2 u. 10 m. Wight. Het stoomschip Amsterdam, vand Holland—Amerika Lyn, van New York naar Rotterdam, pass. 2 des nam. 2 n. Scilly. ZONDAG 4 Februari 191 TE HAARLEM Groote Kerk. Voorm. 10 ure, Jonker. 's Avonds 6 ure, Moeton. Nieuwe Kerk. Voorm. 10 ure, Sivaan. Janskerk. Voorm. 10 ure, Barbas. Bal enesserkerk. (Voor de kinderec Voorm. 10 ure, Uitbrander. Eglise Wallonne. Voorm. 10 ure, Cremer de Paris, Collecte pour la Socioló Evangéliqo de France. Gerelormeerde Kerken. Ged. Oude Gracht. Voorro. 10 ure, Mulder. Nam. 5 ure, Mulder. Woocsdagaiood 8 i re, Mulder. Ridderstraat. Voorm. 10 ure, Ringnalda. 's Av. 6 ure, Ringnalda. Doopsgezinde Kerk. Voorm. 10 ore, Craandijk. 's Avonds 6 ure, FLesta. Kerk der .Broeder-gemeente' Voorm. 10 ure, de Blocg van Scht tinga. Luthersche Kerk. Voorm. 10 ure, Wernpe. Nam. 1 ure, Zondagsschool aan Nassau; aan. 'sAv. 6'/i ore, Poolman. Remonstr. Gereformeerden, Voorm. 10 ure, Tideman. Donderdagmiddag 12'/2 ure, Tidenm Huwelykswyding. Cbr. Geref. Gemeente. Zuidersiraat. Voorin. 10 ure en des nam. .1 '/1 ure Schotel. Woensdagavond 8 ure, dezelfde. Hersteld Apostolische Zendini Internationaal) Voorm. 10 uur en Namidd. 6 urn G od8dieustoef eningen. Betmebroek. Voorm. 10 ure, Gerth van Wijk Jt Avondmaal. Nam. 2*/j ure, Gerth van Wijk Jr.\ Dankzegging. Houtrijk en Po lanen. Voorm. 10 ure, Eeeringa. Doopsbediening. Heemstede. J Voorm. 10 ure, Kuijlman Santpoort. Voorm. 10 ure, Hesta. doops. pred. te Haarlem. IJmuiden. Voorm. 10 ure, Wesseldijk. '«Avonds 6 ure, Wesseldijk. Apost. Zendingsgememte. Voorm. 10 ure. Dinsdagav. 8 uur in Let, Tehuis voof] Zeeiieden, Bpellezing en to^ spraken. O RGELBE3PELIN& in do Groote- of St. Bavokerk alhiei op Dinsdag 6 Februari 1900, desn» middags van 1—2 uur door dei heer VV. EZERMAN. PROGRAMMA. 1. CoDcertfentaisie Palme. 2. Lied obne Worte Lux. 3. Sonate no. 8 Mendelsohn a. Con moto maestoso. b. Andante tranquillo. 4. Choral (Meistersm- ger)Wagner. 5. Ave Maria. Schubert. 't licht -vlaai de wij;de wereld! in en ails d eigenalar aiarr't rind' van 'b jaar f 50 in eens m/oet betatein voor't fonteinfondi dan zou htij; zeggen„neen maar, hoc ééns, dlalt is xnie tech wait al te kras. 11 gai n it de combi/nalbie." „De mensoh verandert- wel snel," •ik, „dat komt va/n al dis sneltreine en eilectrische trams, je Ihieibt tegöD woordig geen tijjd meer om jezelf t blijven. Maar van eleotrischet trams gè sprokenwordlt het niet eens tijidl, den electrician, in, d'eini Ra/ald) to biiengc met hiet ooig iop onze aianstaamde nieuw fabriek van eleictrisohi licht?" „Daan1 zeg ja zooi wat," zei Woutd „Ik daclilt a|l zoo, of 't niet goed fflJl wezen er ook een hni-seigénaaa" in l brengen, met het oog op de quaesfcit over die onbewoonbaarverklaring." „Eén sicQii tterendl iidée," zei ilc. „Ve volgens won. ik er een; bloemist in hel ben, vow het toezicht op da parket want je zult hiet gek vinden Woutt - in de bloemenstad zit -géén ankd bloemist in dén RaaJdl" „Vervolgens zon/ er éen scliipper ii ddn Raaidi moeten,, om in de quiaeei-i van de meting Van schepen voor 1 lichten, liefst een die mest laadt- aai dé reiniging." We keken elkaiap ontzet aan. „Ha jij wel ooit gedacht, Fidlelio, diat zooveel aan onzen Raaid ontbreekt! zei Wcm,tea-, atngsbig flnisterend. „Ik ben er on,tstedd' van," zei ik mt gebrotkeni siteimi, ^„Zosjni oaiVol'kdiigi RaadWalaa' moet heb 'heen, Woute waai' moot het helen,! Etn dian is 00 cxnze zefevaardlers-speciai l i teit, mijnhef Speelman, al' sedert ma arid en weg! Is ijselij-k." We ver/fcnken in sombai1 gemijmé FIDELIO.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1900 | | pagina 6