NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD. De Falsaris. FEUILLETON. 26) !?e jaargang. Woensdag 14 Februari 1900. Mo 5101 LEU'S DABBLAD SÉUs*» f 1.20 Voor Haarlem per 3 maanden. Voor de dorpen in den omtrek waar een Agent gevestigd is (kom der gemeente), per 3 maanden Franco door het geheele Rijkpor 8 maanden Afzonderlijke nummers Geïllustreerd Zondagsblad, voor Haarlem, per 8 maanden0.30 „de omstreken en franco per post 1.30 1.65 0.05 A-nvw ^.-Tn^TJ-n-n-HrKr- i 1—5 regels 50 Ots.; iedere regel meer 10 Cts. Groote letters naar plaateruimte. Bij Abonnement aanzienlijk rabat Reclames 20 Cent per regel. Abonnementen en Ad verten tien worden aangenomen door onze Agenten en door alle Boekhandelaren en Courantiere. Dit blad verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen. Bureaux: Kleine Houtstraat 14, Haarlem. Telefoonnummer 122. Directeur: J. C. PEEREBOOM.. Hoofdagenten vooihet Buitenland: Compagnie Générale de Pnhlidtè Etrangère G. L. DA UBE Go. JOHN F. JONESSucc., Parijs 31 bis Faubourg Montma/rtre. Met uitzondering van het Arrondissement Haarlem is het uitsluitend recht tot plaatsing van Advertentiën en Reclames betreffende Handel, Nijverheid en Geldwezen, opgedragen aan het Algemeen Advertentie-Bureaa A. DE LA MAR Azn. te Amsterdam. BUITEN het Arrondissement Haarlem is de prijs der Advertentiën van 1—5 regels f 0,75, elke regel meer f 0,15; Reclames per regel ƒ0,30. Agenten voor dit blad in den omtrek zijn: BloemendaalSandpoort gd Schoten, P. v. d. RAADT, Sandpoort; HeemstedeJ. LEUVEN, bij de Tol; SpaarndamC. HARTENDORP; Zandvoort, G. ZWEMMER; Veisen, W. J. RUIJTERBeverwijk, J. HOORNSHillegomARIE HOPMAN, Molenstraat. Genoemde Agenten nemen Abonnementen en Advertentiën aan. „Haarlem's Dagblad" van 14 Fe- [fcruari bevat o.a.Trausvaalsche mail, Gevolgen van Mr. Troelstra's jveroordeeling, Onze straatjeugd en [nog wat, Uitspraak in zake het [proces tusschen dou Staat en den IHaarlemmermeerpólder, het aantal scholieren te Haarlem, enz. Burgemeester on Wethouders van Haarlem, Doen te weten, dat by hunne be- [schikking van 1 Febr. j.l. aan Gebr. 1 Brakel vergunning is verleend tot uitbreiding van eene smederij in het Jperceel aan de Ged. Zjjdgracbl 10. Haarlem, 12 Febr. 1900. Burgemeester en Wethouders voornoemd, BOREEL. De Secretaris. J. W. v. BIL DERBEEK, L. 8. iratósek öëepaïëhti Mogen wjj de jongste berichten uit Natal gelooven, clan tredende Boereu thaDs weder offensief op. Een korps van zesduizend Boeren volgens sommigen onder persoonlijk bevel van Joubörr, zou de'Toegela overgetrok ken zijn. om de Uja van BULLER's TERUGTOCHT TE BEDREIGEN. Het is nog niet duidelijk, waar zy de rivier zijn overgotrobken, maar de Hoeren zullen wel de beste plaats hebben nitgokozeu. Deze beweging van de Boeren moet niet verward worden met den inval van Boeren in Zoelöeland, waar zij Nkandhia ingenomen hebben en Es kowo en Greytow n, twee weerlooze plaatsen, jbedreigen. Het klinkt, zon derling dat de Engelsche koloniale troepen in Zoeloeland noordwaarts zyn gerukt zonder de Boeren te ont moeten. Het heet dat de Natalsche regeering het voornemen heeft de Zoeloes te wapenen. De militaire me dewerker van de „Daily News" zegt dat hijj dat. zou toejuichen, want. de Boeren hebben immers ook wel Kaf fers gewapend tegen de Engelschen In verband met de herhaalde ver zekeringen van Buller, dat by ni6t voor den vyand maar wegens'terroin- moeielykhedeu e. a., teruggetrokken is, leze rnen eens het volgende tele gram, dat de correspondent van do „Morning Post" uit het kamp bij Frere seint Nadat Lyttelton den Yaalkrans b9t.ct had, rapporteerde de generaal dat er geen sterke stellingen van de Boeren achter lagen, dat er geen ge legenheid was voor het Engelsche geschut, en dat de Boeren een moor dend kruisvuur onderhielden. Lyttel tons rapport liet Bullsr geen keuze: de Vaslkraos moest on twimd worden, maar een andere pogiDg van Boller om Ladysmith te ontzetten, is elders ophanden. Inmiddels erkent de bericht gever dat Buller ernstige hindei palen zal ontmoeten. De voor de uitvoering van het plan noodzakelijke storm op de Doorukloof zou 3000 levens hebboii gekost, wat Buller dermate zou hebben verzwakt, dat. hy waarschijnlijk niet in staat zou zijo verder te gaan. Buller heeft aan zijn 50 000 man inderdaad I niet. genoeg100 000 man zou niet te veel zyu. Daarbij komt no/ gebrek i aan drinkwater, want de Boereu heb- j' beo Hongerp.oort, waar goede water voorraad is. gemaakt i.ot een versterkt r kamp. Tevens r ug een paar bijzonderheden luit de jm'sta g»?,vechten iu Natal: Li tegenstelling hiermede laten wij bier volgen BULLER's RAPPORT. Maarschalk Roberts seint van de Hodderrivior van 11 dezer, dait hij het i volgende telegram van generaal Bul- i Ier heeft ontvangen, gedagteekend van 9 Februari j „Het was noodzakelijk na de bezet ting van Vaal krans dezen heuvel te versterken tot e.en steunpunt voor an dere operaties, maar ik bevond), na het twee dagen beproefd te hebben, dat wegens de gesteldheid van den bodem zulks niet doenlijk was. De heuvel was bovendien blootgesteld aan het vuur der zware kanonnen, diie waren opge steld in posities, welke onze artillerie stellingen beheerschten. Het is voor troepen, die op Ladysmith aanrukken over Harding of Mongers-drift noodig om Vaalkrairs veilig bezet te houden. Dienovereenkomstig zetten wij don aanvall langs deze wegen niet voort, daar wij dien niet veilig kunnen ma ken." Tij-ions den strijd om Vaalkraason- j dérscheidde Ben Viljoen zich door een buitengewoon moedig stuk. Een maxim van de Boet en scheen verloren, toeii Viljoen opdaagde «iet een nieuw span paarden, waarmee hy den snel Tuurder weghaalde ten spyt van den regen van Engelsche granaten, waar mee hy overstelpt werd. Prins C ristiaan Victor ontsnapte nauwelyks aan een wissen dood, toen een granaat van de Boeren naby hem ontplofte terwijl hy op een rots zat. In Engeland blyft rnen OOST INDISCH DOOF. De „Daily News" komt in een breed voerig artikel nog eens uiteenzetten, da* de terugtocht van Buller niet zoo ernstig is, als men in Londen, op grond van het telegram van Boeren- zijde, wel meent. „Buller's terugtocht mag nog niet beschouwd worden als het eind8 van de de: de poging om Ladysmith te ontzettenhet incident is nog niet gesloten en wy wachten elk oogeoblik berichten, die den toestand geheel anders zullen doen voorkomen." De „Westm. Gazette" acht ge lukkig voor het land dat er ten minste ook nog een paar verstandige kran ten zyu acht deze beschouwingen verbazend optimistisch. „Het is onmogelijk te zeggen, dat Buller eenig vooruitzicht heeft op suc ces. Allo troefkaarten zijn io handeu der Boeren. Hunne troepen zyn goede schatters, hunne stollingen uitstekend verborgen, hunne verbindingen en (daardoor hunne bewegingen kunnen J door ons niet worden waargenomen, (en zy strijden onder den invloed van vroegere overwinningen. „Wy kunnen, het is waar,dooreen schynaanval den vijand in onzekerheid lateu in welke richting de houfdaan- val zal plaats hebben, doch slechts voor korten tijd; want die richting rooet duidelijk worden, voordat, de ge heele macht kan worden in't gevecht gebracht. Eu zoodra dat hoofddoel van onzen aanval bekend is vergunt de ongewone beweeglijkheid der Boe ren hen, hunne macht snel teconcen- treeren en daardoor een overmacht van vuur te richten op onze troepen, waartegen een vooruitrukken slechts met groote vei liezen mogelijk is." Verschillende Engelsche bladen spreken hun verbazing er over uit, dat GENERAAL WHITE r.let getracht heeft Buller's poging bij Vaalkrans te steunen door een uitval uit Ladysmith te doen. Men schijnt Diet te begrypeh, dat men daar „op" of „af" is. Vooral van White's cavalerie, zegt de „Daily News", was iu dit geval een zeer goed gebruik ie maken ge weest, urn de Boeren te overrompelon. De schrijver van deze opmerking vergeet echter, dat de Boeren nog steeds, oudauks hunne groote strijd macht benoorden de Toegel aman schappen ge- oog hebben, oui elke'-, uitval uit Ladysmith te beletten. Zij hebben de stad geheel omsingeld be strijken eiken toegangsweg met hun zwaar geschut, en doemen daardoor White tot werkloosheid. Wat White's cavalerie betreft daar scbyot niet veel meer op ie re kenen te zyn. De „Daily News", meent dat er vier re/imentsn zyo in Lady smith. Dg „Westra. Gazette" rekent uit, dat er nominaal slechts drie en een half regiment zijn, en zegt dat deze regimenten met elkaar, ua de reeds geleden verliezen, niet veel meer dan vier eskadrons op de been kun nen breugen. Bovendien zullen nog tal van paarden gedood of door ziekte gestorven zyu, en wie weet of White niet reeds bezig is zyu cavalerie op te eton. Wat er nu nog over is, kan ge rust buiten staat geacht worden, om aanvallend op te treden. Toch schijnt White nog gepoogd te hebben in den nacht van Woens dag op Donderdag een aitval to doen, om zich met Buller te vereeuigen maar het was reeds te laat. De Eu- gelschen waren de Toegela reeds over getrokken, en White word genood zaakt zyu zelfgekozen gevangenis we der te gaan opzoekeD. AAN DE WESTGRENS. In antwoord op een desbetreffende vraag d'oor een der leden vain bet Hoo gerbiuis, verklaarde de minister van oorlog, lord Lansdowne, dat lord Ro berts in bet kamp aan de Modderri- vier ia en het bevel over alle troepen daar op zich heeft genomen. De correspondent van de „Mor- ning Pos!" te Modderrivier het-ft de ware reden ontdekt waarom het korps van Babington te laat kwam om de Boereu, die den Koedoesberg bezet liieldeD, te helpen omsingelenijzer- draadversperringen hielden de ruiters tegen. Do Boeren hadden een zeven- ponder op den kam van den Koe doesberg gesjouwd, en dat kanon be rokkende "de Engelsehen hun voor naamste verliezen. De Eugelsche iroo- pen vermorsten hun tijd met te schie ten op niet bezette vijandelijke stel lingen, waarbij zij schansen van de Boeren aanzagen voor Engelsche, gelukuig zonder ernstige gèvoleon. De bekaude golfspeler, IuitenanlT -.it, sneuvelde. UIT DE KAAPKOLONIE. Naar de „Daily News" uifcNaauw- poert verneemt, moesten de Eogelsebea Windmolenkamp ontruimen. De En gelsche voor .tosten tc S:achtersnek en Holtingshoeve werden verdreven door een sterke macht Boeren. Clements verving French to Coiesberg. De correspondent van de „Daily News", Hales, werd in do buurt va.j Rensburg door de Boeren gevangen. ALGEMEENE BERICHTEN. Hst ministerie van oorlog in Enge land heeft de minimum lengte van vrijwilligers voor alle wapens ver- laa/d, zooi it ieder die geen dwerg is, dienst kan nemen. Of dat in verband staat niet den kol ;ssalen toevloed van vrijwilligers waar Engelsche couran ten op bluffen? De Temps" verneemt uit Louden De „Liverpool Post" beweert, djat- Transvaal een. levée en masse der vrou wen voorbereidt. Kruger en Joubert doen alle moeite om liaar terug te hou den en moesten beloven, dat men haar de wapens zou lateu opnemen, indien de Engelscben de Republiek binnen- j vielen. Da bladen melden dat de Japansehe j Regeering aan bet- Britscbe gouverne ment toestond vier 4.7-ineh-snelvum- kanonmen over te nemen, die Japan bij Armstrong beeft besteld. Enkele Euro- peesche Staten hebben in denzelfden geest gehandeld! met orders die zij. had den geplaatst bijl de Vickers-Maxim- maatschappij. De Britscke regeering kan op deze wijze honderd' kanonnen krijgen. ENGELAND's MILITAIRE MAAT REGELEN. In het Hoogerhuis legde de minister van oorlog, lord Lansdowne, Maandag de toegezegde verklaring af omtrent de militaire maatregelen, welke de Brit scke Regeering denkt te nemen. Hij zei de o.a. De eerste plicht der Regeering is een veldleger van 130,000 man te vormen, waaruit verdere versterkingen voor Z.- A. gelicht zouden kunnen wardten, De Regeering is voornemens aan de per manente sterkte Van het leger nog 12 nieuwe linie-infanterio bataljons toe te voegen en Verder 36 batterijen veld artillerie, 7 batterijen rijdende artille rie, met eenige batterijen houwitsers te vormen. Uit de reserve-eskadrons der regimenten in de koloniën,zullen 4 nieu we regimenteu cavalerie worden samen gesteld! en nog 3 daarboven zouden ge durende de lente en den zomer worden opgericht. De vrij willige dienstneming bij de militie en de yeomanry zal sterker war den aangemoedigd. De regeering rekent er op door deze maatregelen 100.000 man van alle wapens meer te zullen krijgen. Men kan niet verwachten dat het departement van oorlog tijdens den oorlog groote organieke veranderingen zou beproeven. Het is evenwel nog niet zoover dat het land zijn toevlucht zou moeten nemen tot conscriptie en daar toe zal niet worden overgegaan, tenzij alle andere pogingen schipbreuk heb ben geleden. Nog altijd bieden zich i spontaan en met groote geestdrift man- nem aan, en ik acht dus het oogjenblik niet geschikt om de loting in te voe ren. Geen dwang, maar aanmoediging is noodiig en de Regeering is voorne mens alle mogelijke aanmoediging te geven. i In het Lagerhuis diende da onder minister Wyndhaim een supplementai re leger-begrooting in en legde hij. ver der een gelijkluidende verklaring af als .zijn chef iu het Hoogehuis. IN DE FRANSCHE KAMER. Minister Delcassé verklaarde, in antwoord op een verzoek van den heer Firraiu. Fa/ure, om te mogen inter- 'pelleeren over een mogelijke inmen ging van Italië in den Zuid-Afrikaam- seheu oorlog, dat hij deze interpellatie niet kan aannemen. Niets geeft het i recht een inmenging van Italië als waarschijnlijk te beschouwen. Het is thans niet den tijd voor redevoeringen, maar voor waakzaamheid en niets zou een bespreking zonder belang recht vaardigen,, die niet zonder gevaar zou kunnen zijn. De behandeling der interpellatie rweyd uitgesteld' tot na do begrooting. Uit «le Mail. DE AANVAL OP LADYSMITH. De „Standard and Diggers News" geeft het volgende verslag van dit gevecht van zijn correspondent. Vrijheid commando. Ladysmith, 7 Jan. In den aanval van gisteren vochten al onze commando's, die er deel aan namen, met een woestheid en moed, die als wanhopig was, er. niets dan de onneembare sterkten vau den vyand en diens dappere verde diging redde die van verovering. De storm koorts had zich van de onzen meester gemaakt, die in antwoord op het bevel „voorwaarts" van de offi eieren langs de geheele lyn gestadig voortrnkteu als een warrelwind, zon der zich te storen aan de duizenden Lee Metford- en Maximkogeis, die in de lacht gierden. Het was een schouw spel nog nooit in Zuid-Afrika gezien, en nauwelijks overtroffen in de krijgs geschiedenis vao eenig volk. Door hun verlangen om dicht bij ie komen, stoorden de dappere republikeinen zich niet aan den looden hagel ten einde geen tijd verloren te laten gaan en snel bewogen zij zich voort. In sommige gevallen kwamen zij tot bin nen 60 treden de vuurschietende ver sterkingen, in andere gevallen tot binnen 15 treden, terwijl velen (en de meesten van dezen werden gedood) dwars over de schansen sprongen, de verdedigers neerschietende. Dit prach tig wapenfeit was nauwelijks gedaan of de troepen in de tweede linie van verdediging en de forten begonnen een doodeiyk vuur. Onder de namen der helden, dieiu gouden letters beboeren geschreven to zijn door geheel ons land, is Igna tius Vermaak van wyk 4, Vrijheid, tijdelijk rerbondeu aan het Utrecht commando. Deze grootsohe oude man, omtrent 60 jaar oud, had do keuze om in veiligheid achter te blijven, maar weigerde, daar by een glorierijk einde verkoos boven de veiligheid, die zyn gryze baren bem verschaften. Hü was waarnemend voldcornet iu zijn wyk, en was iu de voorhoede van zyu commando, zyn manschappen bren gende tot by en over de schansen, waar men bem, als een ware Hercu les, een aantal geweren zag rukken uit de handen zijner vijanden, die hem trachtten met de bajonet te doorste ken en te schieten. Hij zond drie ge vangenen naar de achterhoede, die by op deze wyzo ontwapend had, maar de overmacht was te groot en hij viel met een kogel door bet sleutel been. En zoo stierf een groote krijgs held. Een treurige gebeurtenis is de dood van deu jongen Slabbert, zoon van den veldcornet van Wakkerstroom. Zyn vader werd te Dundee gedood. De Wakker8trooraers verloren daar hun eersten veldcornet, en nn hun tweede. Een andor die sneuvelde is de heer F. S. Roos, 29, van bet de partement van den staatssecretaris. Gedurende de geheele 16 uren (het gevecht duurde van 3 uur in den mor gen tot 7 nar 's arouds) waren wy onder een aanhoudend kruisvuur. De Engolschen hadden al het voordeel der positie, en zelfs hunne afstanden waren afgemerkt. Do Vrijstaters scho ten een groot aantal van den vyand toen deze over den kop kwam om de plek der gevallenen iri te nomen. Het geschut schoot uitmuntend en bom ca bom zag men in het midden der troe- pon vallen, zocdra zy trachtten de schansen to versterken. De mamion rau Harrismith en Heilbron verdienen grooten lof. Zij waren in sommige der heetste hoekjes. Omtrent den middag konden wij zien dat het onmogelijk was om verder te rukken. Wy bielden onze positie tot sche mering en trokken toen in perfecte I orde terug, onze dooden en gewonden medenemende. De Harrismith mannen liepen een fort storm en namen een kanon en tien gevangenen, maar het I bleek dat zy niet in staat waren het kanon te vernielen wegens bet hevige vuur. De gevangenen werden ontwa pend en men liet ze op vrye voeten. Onzf officieren worden gezegd groo te onstuimigheid en dapperheid aan den dag te hebben gelegd. Het is niet moeielyk om aan elk commando den lof te geven die het toekomt. De Ut rechtenaars badden een goede kans en maakten er prachtig gebruik van. De Vrijbeidmanaen weifelden voor geen oogenblik en onder hun com- DOOR CHARLES READE. Deze wetenschap was veel waard1. Hij verzocht Helen den terugkeer van de tortelduiven die voor den regen ver trokken. waren gade te slaan oon als 't mogelijk was nai te gaiam. uit welke richting zajj kwamen. HOOFDSTUK XXXY. „Ik moet u iets laten zien, iets dat mij zeer beaingsrigt ofschoon het erg dwaas van mij is," zedde Helen op ze keren dag. Zij ging, hem voor en bleef eindlelij'k halverwege het strand staan, wijzende naar een massa steeman, die iu. een ovalen vormi op het zand ver spreid lagen. Gedeeltelijk bedekt met zeegras en kleine zeeschelpen vormden «ij toch', hoeweil zdj niet op gelijken af stand van elkaar lagen, een figuur, die het meest op een visch zonder staart Hazel keek er geruimien tijd naar. „Zij liggen te dicht bij, zee om van hier lev endewilden afkomstig te zijn.En toch kunnen zij er ook--niet bij toeval zijn gele omen. Wat ter wereld moet het voorstellen? Wat zou het zijn? Het eilandl was dus kleiner dan nu toen. die steemen daar gelegd! weiden." Hij| nam nu een. van de steenen op en beköek ze, toen veegdie het zand er af en bevond dat het voorwerp meer den vtormi van een walvisckreep dan van een steen had. Deze ontdekking maakte hem op gewonden en op zijn knieën liggende groef hdji het zand weg. Toen sprong hiji op en bezag den Vorm nog eens nauw keurig.. „Groote God," riep hiji plotseling uit, „het is een schip 1" „Een schip „Ja," zeide hij| in het midden vari het wrak staande, „onder onze voeten liggen de bemanning en haar werk en schatten begraven. Dit wrak moet hier vele jaren gelegen hebben en toch al weer niet zoo heel lang. Het is të groot om in de zestiende eeuw gebouwd te zijn en toch moot het gezonken zijn toen het eiland) kleiner was. Het komt mij voor, dat het 't wrak van een Spaansch of Portugëesch schip is, waar- ^■chijnlijjk een van, die schepen, waarin de zeeroovers en Ameri k aansohe boe kaniers hun schatten veroverden. Hier ligt het geraamte en daaronder de been deren van da manschappen. Alles wat wij dus gezegd hebben is lang geleden al eens uitgesproken, wat wijl doen is reeds gedaan en ons lijden hebben ook anderen hier door gemaakt." Zij zwegen beiden, zonderling bewo gen bij het zien van de overblijfselen van het schip. In hun verlatenheid1 gaf Zelfs de dood hen het gevoel van dich ter bij de memsohhedd te zijn. Voordat zij) huiswaarts keerden op perde Helen dat als zij eens gingen graven zij wellicht iets bruikbaars zou den vinden. Maan- hiji schudde ontkennend het hoofd. „Dat is onmogelijk. Het ijzer is Ongetwijfeld reedh lang vergaan. Al leen goud en zilver kan er nog te vin den en dat is het opgraven niet waard daarvoor is mijn tijd heusch te kost baar. Giji hebt van daag twee schatten ontdekt, schildpadeieren en een schip dat naar mijn meening met de wat men noemt kostbare metalen bevracht is geweest. Welnu, de eieren zijn goud waard, malar het goud zelf kan mij niets schëlen. Het mag gerust blijtven waar het is."' Sin.de uenigen tijd nameen Helen's krachten toe. Maar toen de regen ver minderde en ziji eiken; dlag in de lucht kwam, werd! den goeden invloed van het klimaat merkbaarhaar gestel, en zenuwen werden krachtiger en de eet lust kwam terug, en dit aillcs volgens Hazel tengevolge Van de sohildpadeie- renkuur, ofschoon zij reeds lang her steld was, voordat zij1 daarmede begon- Zij at nu driemaal por dag en had dit ook wel noodig, want zij was met het opkomen van de zon op en tot aan zonsondergang bezig. Vier maanden waren reeds voorbij gegaan. Maar in all dien tijd hadden him van verlangen starende oogen geen zeil aan den horizont ontdekt. Hazel deed dikwijls de ronde over het eiland, niet om het te verkennen, want hij was met bijna elk plekje be kend, maar om zich te overtuigen dlat de signalen in orde waren. Met dit doel ging hiji op een diag naar de plek die ziji „de uitkijk" ge doopt hadden. Het zal toen ongeveer geweest zijn een uur voordat de zon haiar hoogste punt bereikt had. Lang voordat hij) den berg bereikte had) hij den horizont reeds verkend, maar ner gens wa.3 een vlekje of een zeil te be kennen. Toen hij dus op de plaats zijner bestemming aankwam keek hij niet in de richting der zee maar naar zijn vlag en zag dlat alles in orde wasjuist wil de hij; weer den terugweg ondernemen toen hij bij toeval en blik over den oceaan wieap en heel in de verte een schip bemerkte, dat in de richting van het eilandl stevende. HOOFDSTUK XXXVI. Hij sprong op, wreef zijn oogen uit en zag weer in dezelfde richting. Neen, hij had zich niet vergist, j Iets dat men zeer verlangt kamt al tijd op een tijd dat men het 't minst verwachtte. Een rilling deed hem van 1 het hoofd tot de voeten beven helder denken kon hij niet. j Op een draf snelde hij naar Helen om haar het groote nieuws te vertellen. Helen zag hem met groote oogen aam. I „Een schip? riep rij overluid uit. „Waar dlan? Waar?" „Dicht bij het eiland. Het is nog door de klippen aan ons oog onttrok ken maar binnen een half uur zult gijl het zien. God rij; gedanktMaakt alles voor ons vertrek gereed HoeraDit is onze laatste dag op het eiland" „Beste vriend,'" zedde Helen, „rijt gij er wel zeker van dat er eun schip in aantocht is! Is het geen verbeelding geweest. Of een visioen? Ik meende laatst een schip in de lucht te bespeu ren. Oriep zijl plotseling uit, bij het zien van den boeg van een schip, dat zoo dicht in, hun nabijheid scheen, dat rij het wel kon grijpen; statig gleed het voorbij de klippen. Het doorkliefde snel de golven, maar1 bleef steeds rijn zelfden koers behou den; maar toen het een paar mijl ge vorderd was, begonnen de twee schip breukelingen de droeve waarheid in te zien. Het schip had geen plan het ei land aan te doen. Hun signalen. Alles was tevargeefsch geweest. De monsters zagen hen wel, zagen ook him hoop en vreugde en lieten hen aan hun lot over De beide on gelukkigen zagen elkaar met benevelde oogen aan, al vragend aan elkander of zulk een daad bestaan kon. Toen begonnen rij, met luide kre ten het schip aan te roepen. „Aha! mooi zoo! Goed gestuurdI Roep niet meer beste; rij hebben ons verstaan. Zijn zij blind of dronken? Wat zouden rij mankeoren Ik rie nie mand op het dek. Misschien ben ik te... God vergeve mij, het schip is vastgeloo- pen!"

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1900 | | pagina 1