NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD.
De Falsaris.
FEUILLETON.
26)
!?e jaargang.
Woensdag 14 Februari 1900.
Mo 5101
LEU'S DABBLAD
SÉUs*»
f 1.20
Voor Haarlem per 3 maanden.
Voor de dorpen in den omtrek waar een Agent gevestigd is (kom der
gemeente), per 3 maanden
Franco door het geheele Rijkpor 8 maanden
Afzonderlijke nummers
Geïllustreerd Zondagsblad, voor Haarlem, per 8 maanden0.30
„de omstreken en franco per post
1.30
1.65
0.05
A-nvw ^.-Tn^TJ-n-n-HrKr-
i 1—5 regels 50 Ots.; iedere regel meer 10 Cts. Groote letters naar plaateruimte.
Bij Abonnement aanzienlijk rabat
Reclames 20 Cent per regel.
Abonnementen en Ad verten tien worden aangenomen door onze Agenten
en door alle Boekhandelaren en Courantiere.
Dit blad verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen.
Bureaux: Kleine Houtstraat 14, Haarlem. Telefoonnummer 122.
Directeur: J. C. PEEREBOOM..
Hoofdagenten vooihet Buitenland: Compagnie Générale de Pnhlidtè Etrangère G. L. DA UBE Go. JOHN F. JONESSucc., Parijs 31 bis Faubourg Montma/rtre.
Met uitzondering van het Arrondissement Haarlem is het uitsluitend recht tot plaatsing van Advertentiën en Reclames betreffende Handel, Nijverheid en Geldwezen, opgedragen aan het
Algemeen Advertentie-Bureaa A. DE LA MAR Azn. te Amsterdam.
BUITEN het Arrondissement Haarlem is de prijs der Advertentiën van 1—5 regels f 0,75, elke regel meer f 0,15; Reclames per regel ƒ0,30.
Agenten voor dit blad in den omtrek zijn: BloemendaalSandpoort gd Schoten, P. v. d. RAADT, Sandpoort; HeemstedeJ. LEUVEN, bij de Tol; SpaarndamC. HARTENDORP; Zandvoort, G. ZWEMMER;
Veisen, W. J. RUIJTERBeverwijk, J. HOORNSHillegomARIE HOPMAN, Molenstraat. Genoemde Agenten nemen Abonnementen en Advertentiën aan.
„Haarlem's Dagblad" van 14 Fe-
[fcruari bevat o.a.Trausvaalsche
mail, Gevolgen van Mr. Troelstra's
jveroordeeling, Onze straatjeugd en
[nog wat, Uitspraak in zake het
[proces tusschen dou Staat en den
IHaarlemmermeerpólder, het aantal
scholieren te Haarlem, enz.
Burgemeester on Wethouders van
Haarlem,
Doen te weten, dat by hunne be-
[schikking van 1 Febr. j.l. aan Gebr.
1 Brakel vergunning is verleend tot
uitbreiding van eene smederij in het
Jperceel aan de Ged. Zjjdgracbl 10.
Haarlem, 12 Febr. 1900.
Burgemeester en Wethouders
voornoemd,
BOREEL.
De Secretaris.
J. W. v. BIL DERBEEK,
L. 8.
iratósek öëepaïëhti
Mogen wjj de jongste berichten uit
Natal gelooven, clan tredende Boereu
thaDs weder offensief op. Een korps
van zesduizend Boeren volgens
sommigen onder persoonlijk bevel van
Joubörr, zou de'Toegela overgetrok
ken zijn. om de Uja van
BULLER's TERUGTOCHT TE
BEDREIGEN.
Het is nog niet duidelijk, waar zy
de rivier zijn overgotrobken, maar de
Hoeren zullen wel de beste plaats
hebben nitgokozeu.
Deze beweging van de Boeren moet
niet verward worden met den inval
van Boeren in Zoelöeland, waar zij
Nkandhia ingenomen hebben en Es
kowo en Greytow n, twee weerlooze
plaatsen, jbedreigen. Het klinkt, zon
derling dat de Engelsche koloniale
troepen in Zoeloeland noordwaarts
zyn gerukt zonder de Boeren te ont
moeten. Het heet dat de Natalsche
regeering het voornemen heeft de
Zoeloes te wapenen. De militaire me
dewerker van de „Daily News" zegt
dat hijj dat. zou toejuichen, want. de
Boeren hebben immers ook wel Kaf
fers gewapend tegen de Engelschen
In verband met de herhaalde ver
zekeringen van Buller, dat by ni6t
voor den vyand maar wegens'terroin-
moeielykhedeu e. a., teruggetrokken
is, leze rnen eens het volgende tele
gram, dat de correspondent van do
„Morning Post" uit het kamp bij
Frere seint
Nadat Lyttelton den Yaalkrans
b9t.ct had, rapporteerde de generaal
dat er geen sterke stellingen van de
Boeren achter lagen, dat er geen ge
legenheid was voor het Engelsche
geschut, en dat de Boeren een moor
dend kruisvuur onderhielden. Lyttel
tons rapport liet Bullsr geen keuze:
de Vaslkraos moest on twimd worden,
maar een andere pogiDg van Boller
om Ladysmith te ontzetten, is elders
ophanden. Inmiddels erkent de bericht
gever dat Buller ernstige hindei palen
zal ontmoeten. De voor de uitvoering
van het plan noodzakelijke storm op
de Doorukloof zou 3000 levens hebboii
gekost, wat Buller dermate zou hebben
verzwakt, dat. hy waarschijnlijk niet
in staat zou zijo verder te gaan. Buller
heeft aan zijn 50 000 man inderdaad
I niet. genoeg100 000 man zou niet te
veel zyu. Daarbij komt no/ gebrek
i aan drinkwater, want de Boereu heb-
j' beo Hongerp.oort, waar goede water
voorraad is. gemaakt i.ot een versterkt
r kamp.
Tevens r ug een paar bijzonderheden
luit de jm'sta g»?,vechten iu Natal:
Li tegenstelling hiermede laten wij
bier volgen
BULLER's RAPPORT.
Maarschalk Roberts seint van de
Hodderrivior van 11 dezer, dait hij het
i volgende telegram van generaal Bul-
i Ier heeft ontvangen, gedagteekend van
9 Februari
j „Het was noodzakelijk na de bezet
ting van Vaal krans dezen heuvel te
versterken tot e.en steunpunt voor an
dere operaties, maar ik bevond), na het
twee dagen beproefd te hebben, dat
wegens de gesteldheid van den bodem
zulks niet doenlijk was. De heuvel was
bovendien blootgesteld aan het vuur
der zware kanonnen, diie waren opge
steld in posities, welke onze artillerie
stellingen beheerschten. Het is voor
troepen, die op Ladysmith aanrukken
over Harding of Mongers-drift noodig
om Vaalkrairs veilig bezet te houden.
Dienovereenkomstig zetten wij don
aanvall langs deze wegen niet voort,
daar wij dien niet veilig kunnen ma
ken."
Tij-ions den strijd om Vaalkraason-
j dérscheidde Ben Viljoen zich door
een buitengewoon moedig stuk. Een
maxim van de Boet en scheen verloren,
toeii Viljoen opdaagde «iet een nieuw
span paarden, waarmee hy den snel
Tuurder weghaalde ten spyt van den
regen van Engelsche granaten, waar
mee hy overstelpt werd.
Prins C ristiaan Victor ontsnapte
nauwelyks aan een wissen dood, toen
een granaat van de Boeren naby hem
ontplofte terwijl hy op een rots zat.
In Engeland blyft rnen
OOST INDISCH DOOF.
De „Daily News" komt in een breed
voerig artikel nog eens uiteenzetten,
da* de terugtocht van Buller niet zoo
ernstig is, als men in Londen, op
grond van het telegram van Boeren-
zijde, wel meent. „Buller's terugtocht
mag nog niet beschouwd worden als
het eind8 van de de: de poging om
Ladysmith te ontzettenhet incident
is nog niet gesloten en wy wachten elk
oogeoblik berichten, die den toestand
geheel anders zullen doen voorkomen."
De „Westm. Gazette" acht ge
lukkig voor het land dat er ten minste
ook nog een paar verstandige kran
ten zyu acht deze beschouwingen
verbazend optimistisch.
„Het is onmogelijk te zeggen, dat
Buller eenig vooruitzicht heeft op suc
ces. Allo troefkaarten zijn io handeu
der Boeren. Hunne troepen zyn goede
schatters, hunne stollingen uitstekend
verborgen, hunne verbindingen en
(daardoor hunne bewegingen kunnen
J door ons niet worden waargenomen,
(en zy strijden onder den invloed van
vroegere overwinningen.
„Wy kunnen, het is waar,dooreen
schynaanval den vijand in onzekerheid
lateu in welke richting de houfdaan-
val zal plaats hebben, doch slechts
voor korten tijd; want die richting
rooet duidelijk worden, voordat, de ge
heele macht kan worden in't gevecht
gebracht. Eu zoodra dat hoofddoel
van onzen aanval bekend is vergunt
de ongewone beweeglijkheid der Boe
ren hen, hunne macht snel teconcen-
treeren en daardoor een overmacht
van vuur te richten op onze troepen,
waartegen een vooruitrukken slechts
met groote vei liezen mogelijk is."
Verschillende Engelsche bladen
spreken hun verbazing er over uit, dat
GENERAAL WHITE
r.let getracht heeft Buller's poging bij
Vaalkrans te steunen door een uitval
uit Ladysmith te doen. Men schijnt
Diet te begrypeh, dat men daar „op"
of „af" is.
Vooral van White's cavalerie, zegt
de „Daily News", was iu dit geval
een zeer goed gebruik ie maken ge
weest, urn de Boeren te overrompelon.
De schrijver van deze opmerking
vergeet echter, dat de Boeren nog
steeds, oudauks hunne groote strijd
macht benoorden de Toegel aman
schappen ge- oog hebben, oui elke'-,
uitval uit Ladysmith te beletten. Zij
hebben de stad geheel omsingeld be
strijken eiken toegangsweg met hun
zwaar geschut, en doemen daardoor
White tot werkloosheid.
Wat White's cavalerie betreft
daar scbyot niet veel meer op ie re
kenen te zyn. De „Daily News", meent
dat er vier re/imentsn zyo in Lady
smith. Dg „Westra. Gazette" rekent
uit, dat er nominaal slechts drie en
een half regiment zijn, en zegt dat
deze regimenten met elkaar, ua de
reeds geleden verliezen, niet veel meer
dan vier eskadrons op de been kun
nen breugen. Bovendien zullen nog
tal van paarden gedood of door ziekte
gestorven zyu, en wie weet of White
niet reeds bezig is zyu cavalerie op te
eton. Wat er nu nog over is, kan ge
rust buiten staat geacht worden, om
aanvallend op te treden.
Toch schijnt White nog gepoogd
te hebben in den nacht van Woens
dag op Donderdag een aitval to doen,
om zich met Buller te vereeuigen
maar het was reeds te laat. De Eu-
gelschen waren de Toegela reeds over
getrokken, en White word genood
zaakt zyu zelfgekozen gevangenis we
der te gaan opzoekeD.
AAN DE WESTGRENS.
In antwoord op een desbetreffende
vraag d'oor een der leden vain bet Hoo
gerbiuis, verklaarde de minister van
oorlog, lord Lansdowne, dat lord Ro
berts in bet kamp aan de Modderri-
vier ia en het bevel over alle troepen
daar op zich heeft genomen.
De correspondent van de „Mor-
ning Pos!" te Modderrivier het-ft de
ware reden ontdekt waarom het korps
van Babington te laat kwam om de
Boereu, die den Koedoesberg bezet
liieldeD, te helpen omsingelenijzer-
draadversperringen hielden de ruiters
tegen. Do Boeren hadden een zeven-
ponder op den kam van den Koe
doesberg gesjouwd, en dat kanon be
rokkende "de Engelsehen hun voor
naamste verliezen. De Eugelsche iroo-
pen vermorsten hun tijd met te schie
ten op niet bezette vijandelijke stel
lingen, waarbij zij schansen van de
Boeren aanzagen voor Engelsche,
gelukuig zonder ernstige gèvoleon.
De bekaude golfspeler, IuitenanlT -.it,
sneuvelde.
UIT DE KAAPKOLONIE.
Naar de „Daily News" uifcNaauw-
poert verneemt, moesten de Eogelsebea
Windmolenkamp ontruimen. De En
gelsche voor .tosten tc S:achtersnek en
Holtingshoeve werden verdreven door
een sterke macht Boeren. Clements
verving French to Coiesberg.
De correspondent van de „Daily
News", Hales, werd in do buurt va.j
Rensburg door de Boeren gevangen.
ALGEMEENE BERICHTEN.
Hst ministerie van oorlog in Enge
land heeft de minimum lengte van
vrijwilligers voor alle wapens ver-
laa/d, zooi it ieder die geen dwerg is,
dienst kan nemen. Of dat in verband
staat niet den kol ;ssalen toevloed van
vrijwilligers waar Engelsche couran
ten op bluffen?
De Temps" verneemt uit Louden
De „Liverpool Post" beweert, djat-
Transvaal een. levée en masse der vrou
wen voorbereidt. Kruger en Joubert
doen alle moeite om liaar terug te hou
den en moesten beloven, dat men haar
de wapens zou lateu opnemen, indien
de Engelscben de Republiek binnen- j
vielen.
Da bladen melden dat de Japansehe j
Regeering aan bet- Britscbe gouverne
ment toestond vier 4.7-ineh-snelvum-
kanonmen over te nemen, die Japan bij
Armstrong beeft besteld. Enkele Euro-
peesche Staten hebben in denzelfden
geest gehandeld! met orders die zij. had
den geplaatst bijl de Vickers-Maxim-
maatschappij. De Britscke regeering
kan op deze wijze honderd' kanonnen
krijgen.
ENGELAND's MILITAIRE MAAT
REGELEN.
In het Hoogerhuis legde de minister
van oorlog, lord Lansdowne, Maandag
de toegezegde verklaring af omtrent de
militaire maatregelen, welke de Brit
scke Regeering denkt te nemen. Hij
zei de o.a.
De eerste plicht der Regeering is een
veldleger van 130,000 man te vormen,
waaruit verdere versterkingen voor Z.-
A. gelicht zouden kunnen wardten, De
Regeering is voornemens aan de per
manente sterkte Van het leger nog 12
nieuwe linie-infanterio bataljons toe te
voegen en Verder 36 batterijen veld
artillerie, 7 batterijen rijdende artille
rie, met eenige batterijen houwitsers te
vormen. Uit de reserve-eskadrons der
regimenten in de koloniën,zullen 4 nieu
we regimenteu cavalerie worden samen
gesteld! en nog 3 daarboven zouden ge
durende de lente en den zomer worden
opgericht.
De vrij willige dienstneming bij de
militie en de yeomanry zal sterker war
den aangemoedigd. De regeering rekent
er op door deze maatregelen 100.000
man van alle wapens meer te zullen
krijgen.
Men kan niet verwachten dat het
departement van oorlog tijdens den
oorlog groote organieke veranderingen
zou beproeven. Het is evenwel nog niet
zoover dat het land zijn toevlucht zou
moeten nemen tot conscriptie en daar
toe zal niet worden overgegaan, tenzij
alle andere pogingen schipbreuk heb
ben geleden. Nog altijd bieden zich
i spontaan en met groote geestdrift man-
nem aan, en ik acht dus het oogjenblik
niet geschikt om de loting in te voe
ren. Geen dwang, maar aanmoediging
is noodiig en de Regeering is voorne
mens alle mogelijke aanmoediging te
geven.
i In het Lagerhuis diende da onder
minister Wyndhaim een supplementai
re leger-begrooting in en legde hij. ver
der een gelijkluidende verklaring af als
.zijn chef iu het Hoogehuis.
IN DE FRANSCHE KAMER.
Minister Delcassé verklaarde, in
antwoord op een verzoek van den
heer Firraiu. Fa/ure, om te mogen inter-
'pelleeren over een mogelijke inmen
ging van Italië in den Zuid-Afrikaam-
seheu oorlog, dat hij deze interpellatie
niet kan aannemen. Niets geeft het
i recht een inmenging van Italië als
waarschijnlijk te beschouwen. Het is
thans niet den tijd voor redevoeringen,
maar voor waakzaamheid en niets zou
een bespreking zonder belang recht
vaardigen,, die niet zonder gevaar zou
kunnen zijn.
De behandeling der interpellatie
rweyd uitgesteld' tot na do begrooting.
Uit «le Mail.
DE AANVAL OP LADYSMITH.
De „Standard and Diggers News"
geeft het volgende verslag van dit
gevecht van zijn correspondent.
Vrijheid commando. Ladysmith, 7
Jan. In den aanval van gisteren
vochten al onze commando's, die er
deel aan namen, met een woestheid
en moed, die als wanhopig was, er.
niets dan de onneembare sterkten vau
den vyand en diens dappere verde
diging redde die van verovering. De
storm koorts had zich van de onzen
meester gemaakt, die in antwoord op
het bevel „voorwaarts" van de offi
eieren langs de geheele lyn gestadig
voortrnkteu als een warrelwind, zon
der zich te storen aan de duizenden
Lee Metford- en Maximkogeis, die in
de lacht gierden. Het was een schouw
spel nog nooit in Zuid-Afrika gezien,
en nauwelijks overtroffen in de krijgs
geschiedenis vao eenig volk. Door
hun verlangen om dicht bij ie komen,
stoorden de dappere republikeinen
zich niet aan den looden hagel ten
einde geen tijd verloren te laten gaan
en snel bewogen zij zich voort. In
sommige gevallen kwamen zij tot bin
nen 60 treden de vuurschietende ver
sterkingen, in andere gevallen tot
binnen 15 treden, terwijl velen (en
de meesten van dezen werden gedood)
dwars over de schansen sprongen, de
verdedigers neerschietende. Dit prach
tig wapenfeit was nauwelijks gedaan
of de troepen in de tweede linie van
verdediging en de forten begonnen
een doodeiyk vuur.
Onder de namen der helden, dieiu
gouden letters beboeren geschreven
to zijn door geheel ons land, is Igna
tius Vermaak van wyk 4, Vrijheid,
tijdelijk rerbondeu aan het Utrecht
commando. Deze grootsohe oude man,
omtrent 60 jaar oud, had do keuze
om in veiligheid achter te blijven,
maar weigerde, daar by een glorierijk
einde verkoos boven de veiligheid, die
zyn gryze baren bem verschaften. Hü
was waarnemend voldcornet iu zijn
wyk, en was iu de voorhoede van zyu
commando, zyn manschappen bren
gende tot by en over de schansen,
waar men bem, als een ware Hercu
les, een aantal geweren zag rukken
uit de handen zijner vijanden, die hem
trachtten met de bajonet te doorste
ken en te schieten. Hij zond drie ge
vangenen naar de achterhoede, die by
op deze wyzo ontwapend had, maar
de overmacht was te groot en hij
viel met een kogel door bet sleutel
been. En zoo stierf een groote krijgs
held.
Een treurige gebeurtenis is de dood
van deu jongen Slabbert, zoon van
den veldcornet van Wakkerstroom.
Zyn vader werd te Dundee gedood.
De Wakker8trooraers verloren daar
hun eersten veldcornet, en nn hun
tweede. Een andor die sneuvelde is
de heer F. S. Roos, 29, van bet de
partement van den staatssecretaris.
Gedurende de geheele 16 uren (het
gevecht duurde van 3 uur in den mor
gen tot 7 nar 's arouds) waren wy
onder een aanhoudend kruisvuur. De
Engolschen hadden al het voordeel
der positie, en zelfs hunne afstanden
waren afgemerkt. Do Vrijstaters scho
ten een groot aantal van den vyand
toen deze over den kop kwam om de
plek der gevallenen iri te nomen. Het
geschut schoot uitmuntend en bom ca
bom zag men in het midden der troe-
pon vallen, zocdra zy trachtten de
schansen to versterken. De mamion
rau Harrismith en Heilbron verdienen
grooten lof. Zij waren in sommige der
heetste hoekjes. Omtrent den middag
konden wij zien dat het onmogelijk
was om verder te rukken.
Wy bielden onze positie tot sche
mering en trokken toen in perfecte
I orde terug, onze dooden en gewonden
medenemende. De Harrismith mannen
liepen een fort storm en namen een
kanon en tien gevangenen, maar het
I bleek dat zy niet in staat waren het
kanon te vernielen wegens bet hevige
vuur. De gevangenen werden ontwa
pend en men liet ze op vrye voeten.
Onzf officieren worden gezegd groo
te onstuimigheid en dapperheid aan
den dag te hebben gelegd. Het is niet
moeielyk om aan elk commando den
lof te geven die het toekomt. De Ut
rechtenaars badden een goede kans
en maakten er prachtig gebruik van.
De Vrijbeidmanaen weifelden voor
geen oogenblik en onder hun com-
DOOR
CHARLES READE.
Deze wetenschap was veel waard1. Hij
verzocht Helen den terugkeer van de
tortelduiven die voor den regen ver
trokken. waren gade te slaan oon als
't mogelijk was nai te gaiam. uit welke
richting zajj kwamen.
HOOFDSTUK XXXY.
„Ik moet u iets laten zien, iets dat
mij zeer beaingsrigt ofschoon het erg
dwaas van mij is," zedde Helen op ze
keren dag. Zij ging, hem voor en bleef
eindlelij'k halverwege het strand staan,
wijzende naar een massa steeman, die
iu. een ovalen vormi op het zand ver
spreid lagen. Gedeeltelijk bedekt met
zeegras en kleine zeeschelpen vormden
«ij toch', hoeweil zdj niet op gelijken af
stand van elkaar lagen, een figuur, die
het meest op een visch zonder staart
Hazel keek er geruimien tijd naar.
„Zij liggen te dicht bij, zee om van
hier lev endewilden afkomstig te zijn.En
toch kunnen zij er ook--niet bij toeval
zijn gele omen. Wat ter wereld moet het
voorstellen? Wat zou het zijn? Het
eilandl was dus kleiner dan nu toen. die
steemen daar gelegd! weiden." Hij| nam
nu een. van de steenen op en beköek ze,
toen veegdie het zand er af en bevond
dat het voorwerp meer den vtormi van
een walvisckreep dan van een steen
had. Deze ontdekking maakte hem op
gewonden en op zijn knieën liggende
groef hdji het zand weg. Toen sprong hiji
op en bezag den Vorm nog eens nauw
keurig..
„Groote God," riep hiji plotseling uit,
„het is een schip 1"
„Een schip
„Ja," zeide hij| in het midden vari
het wrak staande, „onder onze voeten
liggen de bemanning en haar werk en
schatten begraven. Dit wrak moet hier
vele jaren gelegen hebben en toch al
weer niet zoo heel lang. Het is të groot
om in de zestiende eeuw gebouwd te
zijn en toch moot het gezonken zijn
toen het eiland) kleiner was. Het komt
mij voor, dat het 't wrak van een
Spaansch of Portugëesch schip is, waar-
^■chijnlijjk een van, die schepen, waarin
de zeeroovers en Ameri k aansohe boe
kaniers hun schatten veroverden. Hier
ligt het geraamte en daaronder de been
deren van da manschappen. Alles wat
wij dus gezegd hebben is lang geleden
al eens uitgesproken, wat wijl doen is
reeds gedaan en ons lijden hebben ook
anderen hier door gemaakt."
Zij zwegen beiden, zonderling bewo
gen bij het zien van de overblijfselen
van het schip. In hun verlatenheid1 gaf
Zelfs de dood hen het gevoel van dich
ter bij de memsohhedd te zijn.
Voordat zij) huiswaarts keerden op
perde Helen dat als zij eens gingen
graven zij wellicht iets bruikbaars zou
den vinden.
Maan- hiji schudde ontkennend het
hoofd. „Dat is onmogelijk. Het ijzer is
Ongetwijfeld reedh lang vergaan. Al
leen goud en zilver kan er nog te vin
den en dat is het opgraven niet waard
daarvoor is mijn tijd heusch te kost
baar. Giji hebt van daag twee schatten
ontdekt, schildpadeieren en een schip
dat naar mijn meening met de wat men
noemt kostbare metalen bevracht is
geweest. Welnu, de eieren zijn goud
waard, malar het goud zelf kan mij
niets schëlen. Het mag gerust blijtven
waar het is."'
Sin.de uenigen tijd nameen Helen's
krachten toe. Maar toen de regen ver
minderde en ziji eiken; dlag in de lucht
kwam, werd! den goeden invloed van
het klimaat merkbaarhaar gestel, en
zenuwen werden krachtiger en de eet
lust kwam terug, en dit aillcs volgens
Hazel tengevolge Van de sohildpadeie-
renkuur, ofschoon zij reeds lang her
steld was, voordat zij1 daarmede begon-
Zij at nu driemaal por dag en had
dit ook wel noodig, want zij was met
het opkomen van de zon op en tot aan
zonsondergang bezig.
Vier maanden waren reeds voorbij
gegaan. Maar in all dien tijd hadden
him van verlangen starende oogen
geen zeil aan den horizont ontdekt.
Hazel deed dikwijls de ronde over
het eiland, niet om het te verkennen,
want hij was met bijna elk plekje be
kend, maar om zich te overtuigen dlat
de signalen in orde waren.
Met dit doel ging hiji op een diag
naar de plek die ziji „de uitkijk" ge
doopt hadden. Het zal toen ongeveer
geweest zijn een uur voordat de zon
haiar hoogste punt bereikt had. Lang
voordat hij) den berg bereikte had) hij
den horizont reeds verkend, maar ner
gens wa.3 een vlekje of een zeil te be
kennen. Toen hij dus op de plaats zijner
bestemming aankwam keek hij niet in
de richting der zee maar naar zijn vlag
en zag dlat alles in orde wasjuist wil
de hij; weer den terugweg ondernemen
toen hij bij toeval en blik over den
oceaan wieap en heel in de verte een
schip bemerkte, dat in de richting van
het eilandl stevende.
HOOFDSTUK XXXVI.
Hij sprong op, wreef zijn oogen uit
en zag weer in dezelfde richting. Neen,
hij had zich niet vergist,
j Iets dat men zeer verlangt kamt al
tijd op een tijd dat men het 't minst
verwachtte. Een rilling deed hem van
1 het hoofd tot de voeten beven helder
denken kon hij niet.
j Op een draf snelde hij naar Helen
om haar het groote nieuws te vertellen.
Helen zag hem met groote oogen aam.
I „Een schip? riep rij overluid uit.
„Waar dlan? Waar?"
„Dicht bij het eiland. Het is nog
door de klippen aan ons oog onttrok
ken maar binnen een half uur zult gijl
het zien. God rij; gedanktMaakt alles
voor ons vertrek gereed HoeraDit is
onze laatste dag op het eiland"
„Beste vriend,'" zedde Helen, „rijt
gij er wel zeker van dat er eun schip in
aantocht is! Is het geen verbeelding
geweest. Of een visioen? Ik meende
laatst een schip in de lucht te bespeu
ren. Oriep zijl plotseling uit, bij het
zien van den boeg van een schip, dat
zoo dicht in, hun nabijheid scheen, dat
rij het wel kon grijpen; statig gleed
het voorbij de klippen.
Het doorkliefde snel de golven, maar1
bleef steeds rijn zelfden koers behou
den; maar toen het een paar mijl ge
vorderd was, begonnen de twee schip
breukelingen de droeve waarheid in te
zien. Het schip had geen plan het ei
land aan te doen. Hun signalen. Alles
was tevargeefsch geweest. De monsters
zagen hen wel, zagen ook him hoop en
vreugde en lieten hen aan hun lot over
De beide on gelukkigen zagen elkaar
met benevelde oogen aan, al vragend
aan elkander of zulk een daad bestaan
kon. Toen begonnen rij, met luide kre
ten het schip aan te roepen.
„Aha! mooi zoo! Goed gestuurdI
Roep niet meer beste; rij hebben ons
verstaan. Zijn zij blind of dronken?
Wat zouden rij mankeoren Ik rie nie
mand op het dek. Misschien ben ik te...
God vergeve mij, het schip is vastgeloo-
pen!"