Magazijn van Gastoeslellen, Maatschappij s Levensverzekering ITlt de Mail. Kijkjes in en bij de Rechtszaal. Praatjes over Natuurkunde en Geneeskunde. Prijsraadsel, Merk Haariemsche Gasfabriek. IT estesteeg. Zuivere Besclmit, W. J. VAN TI EL, In antwoord op een verzoek om uit- rniling van ons allen, welk telegram luidt: „Geen uitrulling, niet onze schold." De brief eindigt hiermede: Wilt u het eeu en ander uit dezen brief pnbliceeren, zoo is het goed, maar doe het dan niet onder myn naam, al zgn de feiten ook waar, het zoo mg kwaad kannen doen in de huidige behandeling, die beter is dan de vroegere. Ontleend aan „Ons Land". De Scandinaviërs. Naar wjj vernemen heeft de Britscbe militaire overheid aan de Scandina viërs, die in den slag te Magersfon- teiu aan de Republikeinsche zjjde vochten en gevangengenomen werden, a-n^eboden dat zy vrijgelaten kon den worden, indien zy huD eerewoord wilden geven, om niet weder voor de Republieken t.o gaan vecht6n. Zg heb ben echter allen als céa man gewei gerd hun vrgheid op deze voorwaarde te koopen, ea verkiezen liever krggs gevangenen te big ven, dan te beloven niet weder voor do Republieken te aullGO gaan vechten. Men denke er F.7in dat de Scandinaviërs ook tot de „verdrukte uitlanders" behoorden, en dal de Gecharterde persorganen na den slag van Magersfontoin hebbjo verteld, dat do Scandinaviërs varbit- ter-I waren op de Republikeinen, om dat ze voorgeschoven werden op de gevaarlijkste posities! Hoe de kolonisten hebben to lijden. „Ons Land" publiceert twee brie ven, den eene uit Qaeenstown, den andere uit Srpycsburg, In de mede- deoliog van Qneensiowo wordt ge klaagd over oe vei» diefstallen van V96 vooral door kaffers. De Boeren zyn geheel machteloos, en al vinden zij ook dö vellen van ban gestolen .schapen, er is geen politie die de dieven kan opsporen eo vangen. Maar wat doet de Kaapsche politie dan i Van Molteno hoort men gedurig klachten dat de Kaapse-fle politie het vee van kolonisten van hun plaatsen wegneemt. Waarom wordt uo politie niet gebruikt tor bescherming der koloniale boeren Naturellen werden in de Transkei georganiseerd en ge wapend om een ioval van Republi keinsche zijde tegen te gaan, de blanke kolonisten van Qaeenstown daaren tegen zijn onbeschermd tegen de aan vallen door naturellen uit da Transkei, t Da brief van Steynsburg is in zeer gematigde bewoordingen, doch Ue feiten die genoemd worden spreken voor zicbzelven. Da schrijver zegt nadrukkelijk, dat. om een Hol landschep Afrikaander naam te dragen, aanlei ding genoeg is om zich rustig ge dragende kolonisten onder verdenking te plaatsen en ze op debeschaldigiDg van onvertrouwbare kaffers van hun persoonlijke vrybeid op gruwzame wyze te ontrooveu. deu van. *t Ha^rlemscih'e politiecorps. Ik zal niet asggtau:, dat eij altijd t'ör sdiittöreaid figuua' raak en, maar' diact- is lom schuld! niet Meermalen! -ge beurt liet, dJafc zij bo acht -una' „vim wacht" zijn gekomen, dat wil zeggen, vaax 'a avonds tien uuï tot dien mor gen acht in dienst zij,n geweest en dus mateur juist even d'en tijd hébben gehaicl, om -zicihl wat op te fiibsdien en, to on t bijten. Daar staan zrij| dan. te wachten totdat hun zaak aan de beurt is', wat gauw heit geval wezen., maar ook wel lang dtreai kan. Is heit wonder, dlat zij er al' spoedig niet heel opgewekt irueea' ui tzieai en, worstelend tegen den slaap, hun beurt afwachten. Dan is ea* de deurwaarder. Met de zwa<rtel gekleeds jas aaax, waflrtugsobeai, een wi-ttiö das stemmig uit komt' leij- kem, ia hiijj chiik in de weer, verzamelt daigvaaa-dingeai en schiet nul en cÜai wanneer er gebeld wordt, als «em, bruin visoh naar dö raadikamer waar de- leden van da rechtbank bij^em-komen vóór d'i opening van. do zitting. Om da dirie maanden vervatageai de- drie- deurwaar ders, die wiji in het aarondissemeait be zitten, elkander in deze functie en dat is maar goed), wamt juist dit gedeelte van hun werkkring brengt weinig voor deel aan un, kost verbazend' veel tijd. Waai.tugeo' men nagaat, dat in de drie maanden va/11, dienst do deurwaarder zelf al de dagvaardingen moet rond brengen bij beld'aagdoni en getuigen, dan kan men nagaan, dat in dien tijd voor de particuliere- praktijk (en daar van m-oet een deurwaarder het ton. slotte toch maar Leibbem) weinig tijd! overblijft. Intusschen geloof ik niet, dat we daarom db» deurwaarder al te zeer be- lioevein te beklagen. Hij: kan, wanneer hij zijn zaken goed behartigt, een heel /rdlig bestalaau hebben ein in elik ge val is hij, Donderdagmorgen zijn plicht rv uil en de. heetwajt meer op zijn ge mak, dan de metnschen wier dagvaar dingen hiji in ontvangst neemt en die voordat ziji in d;e rechtszaal verschij nen, herhaalde malen naiar een deur oopen waarop- een groote nul geschil derd staat. Over d.-s balustrade hangen een paar journalist en. in afwaclitang dab die zit ting zal beginnen en schrijjvem, in hun- boek jts de najinen van beklaagden eax getuigen over. Daar roept de deur waarder „Publiek!" een teukten, dlat de zitting kan beginnen. Verkerk gaat de breeds ta'ap af 011 opent de straat deur. En daar plotseling klinkt bene den luid gestommel1. Als een golf van ïchcn bruist liet publiek d!e trap cp, in wilde haast begeerig naar cle ■ooa sts plaatsen eai stormt do publieke, ribiuna op. waar eien -rij:ks»eMwadi-te.r :ie aanmaning- doet licoren..petten ■i', sigaar uit den mond!" Dan begint het défilé van de li el aas vaak zoo lange rij van strafzaken V. "Wanneer men Donderdagmorgen vóór d.fl strafzitting de groote trap op klimt en "de vestibule binnengaat, dan hc.crsch-t cr in. de hal een levendig toouöel Daar slaat dicht bij dé deur de con ei erge Verkerk, - Verkerk, die toen hij nog bij de recherche was. zoo dik wijls don eed als getuige heeft afge legd. dat wij zijn voornamen Abrajmi Mattheus al van buiten kennen. Het onverschilligs jasje waarmee Verkende vroeger rondliep, zoo weinig mogelijk ia "t oog loopende om. zooveel mogelijk dieven te vangen, heeft- nui plaats ge maakt voor een deftige1, zwart geklei de. Met zijn kalm gezicht, waarop dé trekken als uit hout gesneden schijnen te wuziein-. liicjlpb Ven kerk' dijn deur- waar der van dienst om de dagvaardin gen in ontvangst lo nemen een, ali zegt iiij luob niet, we. kunnen er zeker vinn wezen, dat Mjl onder de melnseihon, die hxan hun dagvaarding komen overhan-| digen, m enigen bekendis vindt. Men heeft zich wel eens ea' over v Oaasd, ddt Verkerk, die groots maoi v dé reclrerche, zoo plotseling uit heb politiecorps is gegaan op een. leeftijd), dat. hij nog Volkomen in staat was, het leven dxm dieven zuur genoeg Ie, ma ken, Maar Verkerk wist wel wat en waarom hiji het deedl „Kijk," zei hij,, .als ik nog tien jaar in; de. politie blijf, ben ik afgewerkt. Dan krijg ik ee.11 aensioentje waar ik niet van leven kan ni moet cr dit of dat bij doen orni aan de. koet te komen. Ik ga er in-aöa- lie ver uit nu ik nog wat Hinders krijgen ka.11." En Verkerk zag het goed in. óijn tegenwoordig vti-k slijt clen mensch aeel wat minder, dan dat van. de re- •heroba Als concierge van ons Paleis van Justitie kan hij, bij wijze van, ■•pieken, honderd jaar oud! worden en ils men hem aanziet is liet duidelijk, iat hij' daar plan. op heeft. Als 't niet ukt zal het aan hom niet liggen. Da aijiksvddwaohf is dezen keer iterlc vert egenwoordigd. Ter gelegen- ïeid van de strafzitting zij.11 de veld- vachters van allo kaarten, komen op lagen, wakkere kerels meestal, die de wosdoeoiars maar goedl doen, met niet n don weg te komen, Daaa* is Ahna). iki majoor,, 'v^trgrijsd' ijn don dumsrf-, act een kranig militair voorkomen, de: fa.n van Benjiebroek. wiens uiterlijk oe.L verondcratol len, dat zijai. wieg in ndië heeft gestaan, van der Mark, diiei ot levende bewijjg is. dlat men zondca- nevel, of baard oen. flink politiemian, 'eaen kan en verder vtrscli il 1 endje lo- ÏJT s t e r ia a a Ir. (Door een jonge Dame). Ik tvcn, dat het nu eindelgk eens ging dooien. Die verst verveelt ine meer dan ik zeggen kan. En dan nog dat mooie, heldere weer! Men moet schaatsenrijden voor zijn fatsoen. Overal is jjs, de heele wereld rijdt, de menschen z,jn als door waanziD aangegrepen. Als ik mgn zin kon volgen, dan gaf ik mijn schaatsen cadeau en zette nooit meer een voet op bet gs. Ik kan niet goed rijden en daarom heb ik er eigenlijk een bekei aan. Als kind was ik doodsbang om te vallen, en ik heb 'net dientenge volge nooit flink geleerd. Nu ben ik „in de wereld", en dus kan ik niet van de ijsbaan wegblijven, zegt mama. ,,'t Is een gezonde be weging, het schaatsenrijden, het wekt den eetlust op. Suze A., Jo B. en Alida C. gaan immers ook en di9 kun nen het. evenmin." Ik begrijp mama best. Het schaatsenrijden is een ge zonde beweging, het wekt den eet lust op ja, dat is waar, maar het geen dan volgt in mama's gedachten- gang verzuimt, ze te zeggen, op bet ijs beb je gelegenheid om kennis te maken met „geschikte" jongelui en „Suze A., Jo B. en Alida C. gaan immers ook en zg kunnen het even min." Dat beteekent zooveel als„die meisjes zgn verstandiger en jij bent dom, want jjj laat do kansen om een goed huwelijk te doen ongebruikt." Och, al'8 moeders zijn in dit opzicht ongeveer hetzelfde. Het heeft lang geduurd, voordat ik het ijs sterk genoeg vond. Ik stelde het rij len van den eenen dag op den anderen uit, niet omdat ik bang was er doorheen te zullen zakken, maar omdat ik hoopte, dat het zou gaan dooien. Ik vind hot onverantwoor delijk om op het ijs te gaan als het nog niet sterk ismen noodzaakt anderen hun leven te wagen om ons te redden, als we er doorheen zakken. Dat klinkt heel mooi. Ik deed ïederen avond een schietgebedje, dat er ver andering van weer zou komen. In plaats van te gaan dooien is hot hoe langer hoe harder gaan vriezen, en voor doorzakken bestoud niet het minste gevaar meer. Met kar en paard kon men over het ijs rijden, toen ik voor het eerst mgn schaatsen te voor schijn haalde en netjes aangekleed naar de „g'sclub" ging. Nu beo ik al acht dagen, 's middags van half drio tot vier uur een beklagenswaardig slachtoffer. ledoreD middag zeg ik tot mozelven ik ben toch wel dwaas, dat ik mgn te aatsen niet in het vuur gooien het ijs laat voor hetgeen het is. Maar de zon s.'Liiut zio mooi en iedereen looj.t met schaatsen vooruit dan maar weer, 't zal dan toch wel eens gaan dooien. Heel opgewekt kom ik, met een paar vriendinnen, die ik onderweg ben tegengekomen, op de baan. We zoeken een bank op, om onze schaatsen te laten aanbinden. Er is op het oogenblik maar één man, dieniemand „onder handen" heeft. Laat hg jou maar eerst helpen, zegt Louise tegen Kitty. Neen, jij bent de oudste, jij gaat ▼oor. Neen, als we het van de oudste af doen, dan gaat Dora (dat ben ik) voor. Dora is er echter niets op gesteld, om de eerste te zijn. Het ijs ziet er gedacht glad uit. En het is zoo vol, dat ze met angst aan het oogenblik denkt, dat ze zich daartusschen zal moeten begeven. Ik wil liever nog even rusten, antwoord ik. Louise en Kitty worden das eerst geholpen en door 'den man van het heliinkje af op de baan geleid. Met een paar slagon waren ze uit het gezicht verdwenen. Nu ben ik aan de beurt. Mgn ooren en handen zgn intusschen al gaan tintelen van de kou. De man zet eerst mgn linkervoet op zgn knie, en daarna zijn knie op mgn voet, om op mgn verzoek, de banden flink stevig aan te trekken. Mgn eDkels zgn wat zwak en als mgn schaatsen niet heel vast zgn aange bonden, zwik ik telkens om. De man heeft extra goed zgn best gedaan, met dit gevolg, dat ik het wel zou willen uitschreeuwen van d« pijn. Is 't zoo stijf genoeg, juffrouw?" O, ja, best, antwoord ik, met een benauwd gezicht, naar mgn arme voeten kijkend. Ik geef hem een kleinigheid, waarmee hg bigkbaar zeer tevreden is, want bg biedt welwillend aan raii op de baan te belpeD. Dank je, ik zal hier nog even blijven zitten. Da pijn is bij ca onhoudbaar. Maar ik zet mgn tanden op elkaar en Igd in stilte. Ik trek eens aan de banden, snuit mijn neus en, kgk rond of er jongelui zgn, van wie ik verwachten mag, dat ze mij zullen vragen of ze een toertje mot me mogen rijden. Daar ontdek ik den jongen H. Hg- komt Yeel bij ons aan huis. Ik mag er dus op rekenen, dat hij zoo beleefd zal zijn. mg aan te spreken. Hij nadert meer gd meer de bank, waarop ik zit te kleumen. Wil je er mg nu eens even af helpen, vraag ik aan den man, die mgn schaatsen heeft aangebonden. Hg is bezig mot een dame naast mg te belpeD. Direct, juffrouw. Een minuutje, dan ben ik tot nwen dienst. Maar in dat minuutje is H. voorbij gezwierd, zonder mg te hebben op gemerkt. Ik had zoo gehoopt, mij op zijn weg te plaatsen, desnoods op ge vaar af van door hem omver te wor den goreden dan bad hij zich over mg moeten ontfermen. De dame naast mij is klaar en wordt op de baan gezet. Tot mijn groot ge noegen bemerk ik, dat ze er niets van kan. Ziezoo juffrouw, kom nou maai eens hier, zegt de baanveger. Stevig pakt bij mg onder den arm vast ea breDgt mij op het ijs. Nauwelijks laat bg me los of ik verlies mgn evenwicht en tuimelt 't onderste boven. Hou je roer recht, juffrouw, zegt de man, mg ophelpend. 't Us is van daag gladjes. Jawel, dat voel ik ook. Ik tracht stevig te staan, doe vlug langs den ka-it. eea paar voorzichtige slaagjes, welke mo een eindje doen afdrijven uit de buurt van de bank, omdat ik bot niet noodig vond den schaatsen- opbbder te toonon, welk een sukkel ik ben, en houd dan stil. De pijn aan mgn voeten is vreeselgk. Ik beb geen gevoel in mijn handen. Mijn lichaam L door en door kond en toch moet ik een gezicht zetteu, alsof ik geen heerlijker vermaak daa het schaatsen rijden ken. Ik kgk de baan op en af met het hoofd rechtop, bak eens met den rechterkant eerst van mijn rech ter- en dan van mijn linkerschaats in het ijs, zooals ik dat goede rijders menigmaal beb zien doen en snuit dan nog maar eens mijn neus. Dat kan men op het ijs nooit te veel te doen. Vervolgens kgk ik op mijn horloge, d*t ik in mijn leer en armband draag. Neen, tyd óm naar huis te gaan is het lang niet. Ik kgk ook alleen maar, om mgzelve een houding te geven. Als je zoo dGelloos aan den kant blijft staan, is 't net alsof je 't niet kent. Ik benijd die beeren, dames en kinderen, die langs mg heen gigden, zonder zich in te spannen. Ben je du al moe, Dora? hoor ik me toeroepen. Nog lang niet I Ik begin pas. Moed gevat. Ik kan daar toch niet blijven staan, tot ze mg komen af halen. Ik zet mij dus in bewoging. Gaat boven verwachting goed. Een twee; een twee. Daar komt er een vlak achter mij aansuizen. Ik sta doodsangsten uit, dat ik omver zal gereden worden. Lk durf niet omkijken, want dan is mgn val gewis God dank, dat is goed afgeloopen. Een officier zwiert me voorbij. Hij verstaat de kunst en ik bad das niet bang be hoeven 13 wezen, door hem aange reden te worden. lk zet mijn tocht voort. Maar 0, die pijn aan mijn voeten! De banden knelleo onhoudbaar. Ik moet weer eens stilstaan. Ik zou wel willen huilen. Diar komt H. aan. Hg heeft me ge zien en rijdt naar 1110 toe. Met een zti aai is hg by me. Ik viud hem in den zomer niet erg aardig, maar in den winter op bet ijs is by eeneDgel. Ik ben nog nooit zoo vriendelijk legen hem tewecst. 't Doet me plezier dat ik u einde lijk ook eens op het ijs zie, juffrouw Dora, zegt hy opgewekt. Ja, mama heeft me niet langer kunnen thuishouden. Ze is zoo ver schrikkelijk bang voor ongelukken, en als ik baar zin volgde, ging ik niet ryden, voordat het ys vijftig centi meter dik was. Mama rijdt zelve niet en weet dus niet, welk een genot het is. Ja, een genot is het en ik hoop, dat het nog eenige weken zoo blijrfc doorvriezen. Hé ja, ik ook. Mag ik eens een baantje met u rijden O, heel graag. Maar ik kan het niet erg goed. Dat zal wel gaan. Willen we elkaar kruislings vasthouden, of wilt u achter me rijden Liever kruislings, dat geeft meer steun. Wij kruisen de armen en legden de handen in elkaar. Yooruit dan maar. Ja, vooruit maar 1 Dat is gemakke lijker gezegd dan gedaan. De kramp in mijn voetsn is zoo hevig, dat ik het niet meer kan uithouden. Zondt u niet eventjes die eene schaats wat losser willen doen O zeker, zegt H., stilhoudende. Nu weet ik heel goed, dat een heer niets zoo vreeselyks vindt al3 midden op de baan do schaatsen van een dame op te hinden. Hij moet zjjn band schoenen uittrokken, bij maakt zyn knie nat en zyu handen vuil, maar het was mij eenvoudig onmogelijk zoo'n py'n te dragen. E. helpt mg met een vroolijk ge zicht, maar vorwensebt mij inwendig. Is 'fc nu beter O, Je, veel beter. Dank n. 't Is niéts beter, eo doordat de banden losser zijn gemaakt, gaan mijn voeten gloeien. O, was ik maar thuis gebleven! We houden elkaar weer vast. Ik leun stofk voorover en zwik herhaaldelijk om. steeds m\jn neus op halende, omdat ik geen hand vrij heb om mijn zakdoek te gebruiken. LI moet wat breeder uitslaan, dan zult u gemakkelijker rijden. Ik sla breeder uit, maar dat bevalt me niet, want ik kan inijn beenen haast niet weer naar mij toehalen, waardoor ik telkens dreig te vallen. Da stevige arm van H. houdt me echter tegen. Ik zie niets of niemand, mijn oogen zijn strak naar den grond gericht. Ik vertrouw op H., dat we tegen niemand zullen aanrijden. 't Is prachtig ijs, vindt u niet? Ja, verruk Pasop, pasop, niet te woest! Bijna lag ik op den grond. En zoo geanimeerd, vervolgt H. Ik heb het nog zelden zoo vol gezien. lk geef geen antwoord, want. ik doorleef angstige oogenbiikken. Mgn krachten zgn bjjna uitgeput. Plotseling kom ik tot bet bewustzijn, dat ik met al miju gewicht op H. lenn. Ik richt me iets mser*op, maar dat is gevaar lijk. Gelukkig zijn wy aan het eind der baan. H. zet den achterkant van zyn schaats in bet ijs en stuit ons zoo in onze vaart. Hij brengt me op miju verzoek naar ceu bank, ik bedank hem en spoedig is hy verdwenen. Hg zal wel zorgen mii vooreerst niet weer te zien. Ik maak mgn schaatsen los, laat ze weer aanbinden, houdt een praatje met den een en den ander, werd nog eeu paar keer de baan op en af ge sleept, noch voor mijn plezier, noch voor d<t van mijn cavaliers, die ik allen aan mgn schaatsen liet knoeien en dankte den hemel, toen ik zag, dat het tijd was om naar buis te gaan. Gaat u nu al weg? Ja, ik durf niet laat thuiskomen, anuers maken papa en mama zich ongerust. Nu, tot morgen dan. Tot morgenDe hamol geve, dat het van nacht zoo dooit, dat er morgen geen ys meer te zien is, deck ik by ray zelve en wankel op zeer pijnigke voeten naar huis. Als ik 's middags schaatsen heb gereden, ben ik 's avonds voor niets te gebruiken. Ik gloei en ril tegelgk. Myn gezicht is rood en gezwollen, van den wind. Ik ben zoo moe en sty f, dat iedere beweging me te veel is. Om segen uur ga ik naar mijn kamer, en als ik den volgenden mor gen gewekt word, is mgn eerste vraag Dooit het En als het antwoord ontkennend luidt, draai ik me nijdig om. Wanneer zal dat vriezen ophouden. IY. Het tooneël stelt voor de spreek kamer van een dokter. Tydstip waarop de hanieling plaats vindt, tusschen één 6n twee. Een dam9 treedt binnen. Dokier. Dag mevrouw 1 Wel, zie ik u zelf ook eens als patient? Hoe gaat het? Dame. Neen, ik zelf ben gelukkig nog gezond, maar ik kom u eens spreken over myn zwager, dat wil zeggen, naar aanleiding van zyu ziekte wou ik u iets vragen. Dolder. En dat is, Mevrouw Dame. Ja, ziet u, ik ben bang dat u me zult uitlachen. Ik heb altijd veel belang gesteld in de geneeskunde en als ik een jongen was geweest zou ik zeker dokter zyn geworden. Nu wou ik zoo graag iets meer weten van mijn zwagers ziekte. hebtwtl gezesd wat het is en u is al zoo vrieDÖelyk geweest me er wat meer van te vertellen, maar dat is me niet genoeg. Ik wou er zoo graag nog meer van weten. Zoudt u me niet een boek daarover kunnen leenen Dokter. Z6ker, Mevrouw, maar ik vrees dat u er niet veel aan zult hebben. Hier is een Pransch boek over zenuwziekten, de Franschen ge bruiken minder Latysche termen dan de Duitschers, dus u zult met een goede dictionuaire er wel komen. Dame. Dank u wel. Dag dokter. Dokterdie heeft gezien dat het reeds laat is geworden. Dag Mevrouw Een week later. Dame. Dokter, ik kom u het boek terugbrengen. Wat eeu sreleerdheid, ik begrijp er niets van I Ik kan de woorden wel vertalen, maar er wordt zooveel bekend ondersteld, wat ik niet weet, dat ik me van die tabes dorsa- lis toch geen goed begrip heb kun nen vormen. Dokter. Juist Mevrouw, u weet niets van anatomie, en ook niets van pbys- iologie. Ea als u niet weet hoe oen orgaan, b. v. het ruggemerg gebouwd is en wat bij eea gezond m8csekzija werk is, hos kunt u dan begrijpen hoe bij een ziekte van dat orgaan de verschijnselen zyn. En dat is bij alle ziekten van alle organen bet geval. Het is niet voor niets dat de studie in de geneeskunde zoo lang duurt en dat er eenige jaren sai voorbereiding worden besteed, voordat men tot dé eigenlijke geneeskunde komt. Dame. Ja, dat zal wel zoo zijn, maar hoe is het dan mogelijk, dat sommigen die toch niet in de medicijnen heb ben gestudeerd, wel wat er van kun nen begrij pen en er zolfs ever sehry ven (De dokter zet een vragend gezicht). Ja, ik bedoel in romans en verhalen, daar vindt men toch vaak beschrij vingen van ziekten, van de oorzaken er van en wat de dokter doet om den patient te genezen. Dokter(glimlachend). Zeker, Me vrouw. Dame. En waar halen die schrijvers en schrijfsters dat vandaan Do\ier Meestal uit iian verbeelding. Ia romans worden ziekten gefam-tar st-eixt die met db werkelijkheid niets gemeen hebban. Ik veracht of ininaichb diain,v de schivijv-etra niet ooru, och n-csu.. Peir slot komt het er ook niefa veel op aan als liot publiek ina-ar begrijipL, dolt ■liet fantasia is, Hat doet er niets toe als in een roman met ©au stiveikking, zooals bv. in Hilda van Suyteaibwg ie mand), een kraamvrouw, sterft ajaja ae)n onmog'elijiko ziökte. Onmogelijk omdat die ziekte van te ren door d)o kraa-mvivouw was gean nonceerd, en ennd'at dlei dokter niet de minste poging aanwendde omi z-a te- bestrijden.. Zoo'n ziekte zal meat te ver geefs in con, desbetreffend handboek kon en ook niet in werkelijkheid ontmoeten. E.n zoo is liet miet aMeirlei ijcom Ik lees mi en dam ook nog wel eens romans, an aöer zelden ben ik in staat uit do verschijnselen die do een of a/ncÜare zieke held of heldin daarin vertoont ook maar bij benade ring te begrijpen wat er aan det hand is. De schrijver fahtasota-t maar. Er zijn wel. soman igen. wior besohriji- vingem tot in de minste bijzonderheidan juist zijn-, en die! men als zocdlanig zou kunnen gébruiken. Dit is- bv. bij Zola- 't geval. Misschien heeft Zöla bij zijin romans wei do hulp Vain ©en medicus, di verbetert wat onjuist is, maar waarom dieet niet iedere schrijver dlat Als ik zelf een. stuk solui ijf, een roman, téfèüii too'iiioelstulc, waarin e<eiu notaris voorkomt of can rechter, dan, zal ik toch altijd inlichtingen gaan. inwinnen omtrent de "verrichtingen Vam diei iniein- .-xheor. en. als ik een straattooineel in: Constant.! nop el beschrijf zal ik toch op- de hoogte dienen te zijp; vam hot léven, op straat I.11 die sta/dl. Ik ontken niet, dat het moei dijk schijnt te zijp ot meinach in e.on ro man- aan een goed beschreven ziekte te doen lijjdëjn'. Ik heb ml. cetim bezoek go- had Van esem kennis die novellen schreef en diio- mijl kwam vragen, om een bs- sohrijviing v'atn dezelfde ziekte die u zoo i.mteircKSCErt, Ik gaf hem -een book mee. Nu zijp, twee hoofclvea-sdrijlnsefen na die aandoening ta constatoeren, aan de lende on aan. dte oogen,. Toch laat die kon,nis' van me .dei ziekt© vast stellen na een onderzoek van, da borsfc door een professor. Schijnbaar doet- dli t alles er nieiU toe. Maar als -het publiek telkens leesb vam een geneeskundige, die voorspelt, dlat do zieke nog 2d uur te leven heeft, of 'die e&m stervende redlb miet bot in geven van een poedertje of 'druppel tjes. of dat «F/n, dokter machteloos staat tegen over ietg dat zeer goedl te verbo- terein of te genezen is door cmae be kaai,deling, dam komt er ©e/n tegenstel ling tusseh&n. dei uitgobreidiheidi Vatn 't wrakeiijllc modlisoh kunnen on het bo- grip dat bet puibliek hiervam heeft, dio niet anders dan schadelijk kan weaken, op het onderling vertroawen- Van mo di scheur stand! en publiek. Wel Mevrouw, ik héb daar 'erin- hoela speech gehouden. U hebt zelf gezien^ het is moeiolijk geneeskunde ta kieren uit 0117.0 boeken-, het is onmogelijk 20 to leierein, uil- romans. Ik zo-ui u raden, houd u er buiten', evenals ik in© bak ten politiek of ii.C'0-gere wiskunde houd. Daana: Dag Dokt/cir. DokterDag" Mevrouw. uitsluitend voor Gcabonneerdcn op „Haarlem's Dagblad" en hunne huisgeno'oten. Aan den door ons uitgeschroven bons-wedstryd is door een groot aan tal kinderen deelgenomen. De prys is toegekend aan den jongeheer of de jongejuffrouw CORNET, Roiland- straat no. 8, die 136 bons bad inge zameld. De pryswinner of winster wordt verzocht zich a. s. Donderdagmiddag 12 uur aan ons bureau te vervoegen, ten einde zyn of haar prijs in ont vangst te uernen, na zich vooraf aan ons bureau to hebben aangemeld. Ditmaal willen wij weder eens een prijsraadsel geven. Mijn geheel bestaat uit één woord van 17 letters en kwam in den laatsteu tijd veel Ier sprake. 6, 15,10, 8, 13 is de naam van een bekend Duitsch componist. 1. 12, li, 3 is de naam vari eeu rivier in Zuid-Afrika. •1, 2 3, 10, 12, 4 wordt door'mili tairen gedragen en 14, 2, 7, 17 door burgers. 5. 7, 9, 1, 16, 8 is een land op liet Balkau-Öcluereiland. Oplossingen worden ingewacht, tot en met a. s. Maandag in de brieven bus aan ons bureau, Kleine Hout straat 14. Onder de goede oplossers zal wor den verloot: een Roman (gebonden) of een jongens- of meisjesboek, naar gelang van den leeftijd des winners. Tweede Hoilandsclie gevestigd tc HAARLEM. Soeiigckeord by KoniHklyk Besluit Opgericht in 187®. Sluit alle verzekeringtin gegrond op de levens- en sterltekansea der menschen. Is eene zuivere onderlinge Maatschappij. Hare tarieven zyn berekend volgens de nieuwste betrouwbare gegevens. Inlichtingen en prospectussen verkrijgbaar ten kantore der Maatschappij, Jansweg 42, en bij den Inspecteur den Heer E. C. IIOUBOLT. Pietcr Kicsstraat 56. P. G OTTER Co., Handelaars in alle soorten Brandstoffen, KantoorKenaustraat 12. leveren prima kwaliteit grove Kachelkolen, benevens de meest bekroonde Bruinkolen-Briquets Zij geven de beste doof kolen, daarom het voordeeligst in denbrand. In- de Magazijnen der Gasfabriek zijn steeds voorradig de beste soorten van Gashaarden, Badkachels, Gaskomforen en Keukenfornui zen, tegen de laagst mogelijke prijzen, die zoowel in koop als in huur verkrijgbaar zijn. Tevens wordt herinnerd, dat de prijs voor gasgebruik tot ver warming of industrieele doeleinden 7 Cent per kub. meter bedraagt, terwijl verdere inlichtingen gaarne zullen worden verstrekt. (zonder zeep- of soda-deelen) is zeer aan te bevelen voor kinderen en ouden, voor zwakken en zieken. GROOTE RONDE BESCHUIT, 10 stuks a 10 Gts. KLEINE 20 a 10 KEUKEN 12 j alO j LANGE y> 20 a 10 Dagelijksch verscli. Steeds verkrijgbaar bij Brood- en Beschuitbakker, Margarethastraat 48.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1900 | | pagina 6