Magazijn van Gastoeslellen,
Maatschappij s Levensverzekering
ITlt de Mail.
Kijkjes in en bij de
Rechtszaal.
Praatjes over Natuurkunde en
Geneeskunde.
Prijsraadsel,
Merk
Haariemsche Gasfabriek.
IT estesteeg.
Zuivere Besclmit,
W. J. VAN TI EL,
In antwoord op een verzoek om uit-
rniling van ons allen, welk telegram
luidt: „Geen uitrulling, niet onze
schold."
De brief eindigt hiermede:
Wilt u het eeu en ander uit dezen
brief pnbliceeren, zoo is het goed,
maar doe het dan niet onder myn
naam, al zgn de feiten ook waar, het
zoo mg kwaad kannen doen in de
huidige behandeling, die beter is dan
de vroegere.
Ontleend aan „Ons Land".
De Scandinaviërs.
Naar wjj vernemen heeft de Britscbe
militaire overheid aan de Scandina
viërs, die in den slag te Magersfon-
teiu aan de Republikeinsche zjjde
vochten en gevangengenomen werden,
a-n^eboden dat zy vrijgelaten kon
den worden, indien zy huD eerewoord
wilden geven, om niet weder voor de
Republieken t.o gaan vecht6n. Zg heb
ben echter allen als céa man gewei
gerd hun vrgheid op deze voorwaarde
te koopen, ea verkiezen liever krggs
gevangenen te big ven, dan te beloven
niet weder voor do Republieken te
aullGO gaan vechten. Men denke er
F.7in dat de Scandinaviërs ook tot de
„verdrukte uitlanders" behoorden, en
dal de Gecharterde persorganen na
den slag van Magersfontoin hebbjo
verteld, dat do Scandinaviërs varbit-
ter-I waren op de Republikeinen, om
dat ze voorgeschoven werden op de
gevaarlijkste posities!
Hoe de kolonisten hebben
to lijden.
„Ons Land" publiceert twee brie
ven, den eene uit Qaeenstown, den
andere uit Srpycsburg, In de mede-
deoliog van Qneensiowo wordt ge
klaagd over oe vei» diefstallen van
V96 vooral door kaffers. De Boeren
zyn geheel machteloos, en al vinden
zij ook dö vellen van ban gestolen
.schapen, er is geen politie die de
dieven kan opsporen eo vangen. Maar
wat doet de Kaapsche politie dan i
Van Molteno hoort men gedurig
klachten dat de Kaapse-fle politie het
vee van kolonisten van hun plaatsen
wegneemt. Waarom wordt uo politie
niet gebruikt tor bescherming der
koloniale boeren Naturellen werden
in de Transkei georganiseerd en ge
wapend om een ioval van Republi
keinsche zijde tegen te gaan, de blanke
kolonisten van Qaeenstown daaren
tegen zijn onbeschermd tegen de aan
vallen door naturellen uit da Transkei, t
Da brief van Steynsburg is in zeer
gematigde bewoordingen, doch Ue
feiten die genoemd worden spreken
voor zicbzelven. Da schrijver zegt
nadrukkelijk, dat. om een Hol landschep
Afrikaander naam te dragen, aanlei
ding genoeg is om zich rustig ge
dragende kolonisten onder verdenking
te plaatsen en ze op debeschaldigiDg
van onvertrouwbare kaffers van hun
persoonlijke vrybeid op gruwzame
wyze te ontrooveu.
deu van. *t Ha^rlemscih'e politiecorps.
Ik zal niet asggtau:, dat eij altijd t'ör
sdiittöreaid figuua' raak en, maar' diact-
is lom schuld! niet Meermalen! -ge
beurt liet, dJafc zij bo acht -una' „vim
wacht" zijn gekomen, dat wil zeggen,
vaax 'a avonds tien uuï tot dien mor
gen acht in dienst zij,n geweest en dus
mateur juist even d'en tijd hébben gehaicl,
om -zicihl wat op te fiibsdien en, to on t
bijten. Daar staan zrij| dan. te wachten
totdat hun zaak aan de beurt is', wat
gauw heit geval wezen., maar ook wel
lang dtreai kan. Is heit wonder, dlat
zij er al' spoedig niet heel opgewekt
irueea' ui tzieai en, worstelend tegen den
slaap, hun beurt afwachten.
Dan is ea* de deurwaarder. Met de
zwa<rtel gekleeds jas aaax, waflrtugsobeai,
een wi-ttiö das stemmig uit komt' leij-
kem, ia hiijj chiik in de weer, verzamelt
daigvaaa-dingeai en schiet nul en cÜai
wanneer er gebeld wordt, als «em, bruin
visoh naar dö raadikamer waar de- leden
van da rechtbank bij^em-komen vóór d'i
opening van. do zitting. Om da dirie
maanden vervatageai de- drie- deurwaar
ders, die wiji in het aarondissemeait be
zitten, elkander in deze functie en dat
is maar goed), wamt juist dit gedeelte
van hun werkkring brengt weinig voor
deel aan un, kost verbazend' veel tijd.
Waai.tugeo' men nagaat, dat in de drie
maanden va/11, dienst do deurwaarder
zelf al de dagvaardingen moet rond
brengen bij beld'aagdoni en getuigen,
dan kan men nagaan, dat in dien tijd
voor de particuliere- praktijk (en daar
van m-oet een deurwaarder het ton.
slotte toch maar Leibbem) weinig tijd!
overblijft.
Intusschen geloof ik niet, dat we
daarom db» deurwaarder al te zeer be-
lioevein te beklagen. Hij: kan, wanneer
hij zijn zaken goed behartigt, een heel
/rdlig bestalaau hebben ein in elik ge
val is hij, Donderdagmorgen zijn plicht
rv uil en de. heetwajt meer op zijn ge
mak, dan de metnschen wier dagvaar
dingen hiji in ontvangst neemt en die
voordat ziji in d;e rechtszaal verschij
nen, herhaalde malen naiar een deur
oopen waarop- een groote nul geschil
derd staat.
Over d.-s balustrade hangen een paar
journalist en. in afwaclitang dab die zit
ting zal beginnen en schrijjvem, in hun-
boek jts de najinen van beklaagden
eax getuigen over. Daar roept de deur
waarder „Publiek!" een teukten, dlat
de zitting kan beginnen. Verkerk gaat
de breeds ta'ap af 011 opent de straat
deur. En daar plotseling klinkt bene
den luid gestommel1. Als een golf van
ïchcn bruist liet publiek d!e trap
cp, in wilde haast begeerig naar cle
■ooa sts plaatsen eai stormt do publieke,
ribiuna op. waar eien -rij:ks»eMwadi-te.r
:ie aanmaning- doet licoren..petten
■i', sigaar uit den mond!"
Dan begint het défilé van de li el aas
vaak zoo lange rij van strafzaken
V.
"Wanneer men Donderdagmorgen
vóór d.fl strafzitting de groote trap op
klimt en "de vestibule binnengaat, dan
hc.crsch-t cr in. de hal een levendig
toouöel
Daar slaat dicht bij dé deur de con
ei erge Verkerk, - Verkerk, die toen
hij nog bij de recherche was. zoo dik
wijls don eed als getuige heeft afge
legd. dat wij zijn voornamen Abrajmi
Mattheus al van buiten kennen. Het
onverschilligs jasje waarmee Verkende
vroeger rondliep, zoo weinig mogelijk
ia "t oog loopende om. zooveel mogelijk
dieven te vangen, heeft- nui plaats ge
maakt voor een deftige1, zwart geklei
de. Met zijn kalm gezicht, waarop dé
trekken als uit hout gesneden schijnen
te wuziein-. liicjlpb Ven kerk' dijn deur-
waar der van dienst om de dagvaardin
gen in ontvangst lo nemen een, ali zegt
iiij luob niet, we. kunnen er zeker vinn
wezen, dat Mjl onder de melnseihon, die
hxan hun dagvaarding komen overhan-|
digen, m enigen bekendis vindt.
Men heeft zich wel eens ea' over v
Oaasd, ddt Verkerk, die groots maoi v
dé reclrerche, zoo plotseling uit heb
politiecorps is gegaan op een. leeftijd),
dat. hij nog Volkomen in staat was, het
leven dxm dieven zuur genoeg Ie, ma
ken, Maar Verkerk wist wel wat en
waarom hiji het deedl „Kijk," zei hij,,
.als ik nog tien jaar in; de. politie blijf,
ben ik afgewerkt. Dan krijg ik ee.11
aensioentje waar ik niet van leven kan
ni moet cr dit of dat bij doen orni aan
de. koet te komen. Ik ga er in-aöa- lie
ver uit nu ik nog wat Hinders krijgen
ka.11." En Verkerk zag het goed in.
óijn tegenwoordig vti-k slijt clen mensch
aeel wat minder, dan dat van. de re-
•heroba Als concierge van ons Paleis
van Justitie kan hij, bij wijze van,
■•pieken, honderd jaar oud! worden en
ils men hem aanziet is liet duidelijk,
iat hij' daar plan. op heeft. Als 't niet
ukt zal het aan hom niet liggen.
Da aijiksvddwaohf is dezen keer
iterlc vert egenwoordigd. Ter gelegen-
ïeid van de strafzitting zij.11 de veld-
vachters van allo kaarten, komen op
lagen, wakkere kerels meestal, die de
wosdoeoiars maar goedl doen, met niet
n don weg te komen, Daaa* is Ahna).
iki majoor,, 'v^trgrijsd' ijn don dumsrf-,
act een kranig militair voorkomen, de:
fa.n van Benjiebroek. wiens uiterlijk
oe.L verondcratol len, dat zijai. wieg in
ndië heeft gestaan, van der Mark, diiei
ot levende bewijjg is. dlat men zondca-
nevel, of baard oen. flink politiemian,
'eaen kan en verder vtrscli il 1 endje lo-
ÏJT s t e r ia a a Ir.
(Door een jonge Dame).
Ik tvcn, dat het nu eindelgk eens
ging dooien. Die verst verveelt ine
meer dan ik zeggen kan. En dan nog
dat mooie, heldere weer! Men moet
schaatsenrijden voor zijn fatsoen.
Overal is jjs, de heele wereld rijdt,
de menschen z,jn als door waanziD
aangegrepen. Als ik mgn zin kon
volgen, dan gaf ik mijn schaatsen
cadeau en zette nooit meer een voet
op bet gs. Ik kan niet goed rijden en
daarom heb ik er eigenlijk een bekei
aan. Als kind was ik doodsbang om
te vallen, en ik heb 'net dientenge
volge nooit flink geleerd.
Nu ben ik „in de wereld", en dus
kan ik niet van de ijsbaan wegblijven,
zegt mama. ,,'t Is een gezonde be
weging, het schaatsenrijden, het wekt
den eetlust op. Suze A., Jo B. en
Alida C. gaan immers ook en di9 kun
nen het. evenmin." Ik begrijp mama
best. Het schaatsenrijden is een ge
zonde beweging, het wekt den eet
lust op ja, dat is waar, maar het
geen dan volgt in mama's gedachten-
gang verzuimt, ze te zeggen, op bet ijs
beb je gelegenheid om kennis te maken
met „geschikte" jongelui en
„Suze A., Jo B. en Alida C. gaan
immers ook en zg kunnen het even
min." Dat beteekent zooveel als„die
meisjes zgn verstandiger en jij bent
dom, want jjj laat do kansen om een
goed huwelijk te doen ongebruikt."
Och, al'8 moeders zijn in dit opzicht
ongeveer hetzelfde.
Het heeft lang geduurd, voordat
ik het ijs sterk genoeg vond. Ik stelde
het rij len van den eenen dag op den
anderen uit, niet omdat ik bang was
er doorheen te zullen zakken, maar
omdat ik hoopte, dat het zou gaan
dooien. Ik vind hot onverantwoor
delijk om op het ijs te gaan als het
nog niet sterk ismen noodzaakt
anderen hun leven te wagen om ons
te redden, als we er doorheen zakken.
Dat klinkt heel mooi. Ik deed ïederen
avond een schietgebedje, dat er ver
andering van weer zou komen.
In plaats van te gaan dooien is hot
hoe langer hoe harder gaan vriezen,
en voor doorzakken bestoud niet het
minste gevaar meer. Met kar en paard
kon men over het ijs rijden, toen ik
voor het eerst mgn schaatsen te voor
schijn haalde en netjes aangekleed
naar de „g'sclub" ging. Nu beo ik al
acht dagen, 's middags van half drio
tot vier uur een beklagenswaardig
slachtoffer.
ledoreD middag zeg ik tot mozelven
ik ben toch wel dwaas, dat ik mgn
te aatsen niet in het vuur gooien het
ijs laat voor hetgeen het is. Maar de
zon s.'Liiut zio mooi en iedereen looj.t
met schaatsen vooruit dan maar
weer, 't zal dan toch wel eens gaan
dooien.
Heel opgewekt kom ik, met een
paar vriendinnen, die ik onderweg
ben tegengekomen, op de baan. We
zoeken een bank op, om onze schaatsen
te laten aanbinden. Er is op het
oogenblik maar één man, dieniemand
„onder handen" heeft.
Laat hg jou maar eerst helpen,
zegt Louise tegen Kitty.
Neen, jij bent de oudste, jij gaat
▼oor.
Neen, als we het van de oudste
af doen, dan gaat Dora (dat ben ik)
voor.
Dora is er echter niets op gesteld,
om de eerste te zijn. Het ijs ziet er
gedacht glad uit. En het is zoo vol,
dat ze met angst aan het oogenblik
denkt, dat ze zich daartusschen zal
moeten begeven.
Ik wil liever nog even rusten,
antwoord ik. Louise en Kitty worden
das eerst geholpen en door 'den man
van het heliinkje af op de baan geleid.
Met een paar slagon waren ze uit
het gezicht verdwenen. Nu ben ik aan
de beurt. Mgn ooren en handen zgn
intusschen al gaan tintelen van de
kou. De man zet eerst mgn linkervoet
op zgn knie, en daarna zijn knie op
mgn voet, om op mgn verzoek, de
banden flink stevig aan te trekken.
Mgn eDkels zgn wat zwak en als mgn
schaatsen niet heel vast zgn aange
bonden, zwik ik telkens om. De man
heeft extra goed zgn best gedaan,
met dit gevolg, dat ik het wel zou
willen uitschreeuwen van d« pijn.
Is 't zoo stijf genoeg, juffrouw?"
O, ja, best, antwoord ik, met
een benauwd gezicht, naar mgn arme
voeten kijkend. Ik geef hem een
kleinigheid, waarmee hg bigkbaar zeer
tevreden is, want bg biedt welwillend
aan raii op de baan te belpeD.
Dank je, ik zal hier nog even
blijven zitten.
Da pijn is bij ca onhoudbaar. Maar
ik zet mgn tanden op elkaar en Igd
in stilte. Ik trek eens aan de banden,
snuit mijn neus en, kgk rond of er
jongelui zgn, van wie ik verwachten
mag, dat ze mij zullen vragen of ze
een toertje mot me mogen rijden.
Daar ontdek ik den jongen H. Hg-
komt Yeel bij ons aan huis. Ik mag
er dus op rekenen, dat hij zoo beleefd
zal zijn. mg aan te spreken. Hij nadert
meer gd meer de bank, waarop ik zit
te kleumen.
Wil je er mg nu eens even af
helpen, vraag ik aan den man, die
mgn schaatsen heeft aangebonden.
Hg is bezig mot een dame naast
mg te belpeD.
Direct, juffrouw. Een minuutje,
dan ben ik tot nwen dienst.
Maar in dat minuutje is H. voorbij
gezwierd, zonder mg te hebben op
gemerkt. Ik had zoo gehoopt, mij op
zijn weg te plaatsen, desnoods op ge
vaar af van door hem omver te wor
den goreden dan bad hij zich over
mg moeten ontfermen.
De dame naast mij is klaar en wordt
op de baan gezet. Tot mijn groot ge
noegen bemerk ik, dat ze er niets
van kan.
Ziezoo juffrouw, kom nou maai
eens hier, zegt de baanveger. Stevig
pakt bij mg onder den arm vast ea
breDgt mij op het ijs. Nauwelijks laat
bg me los of ik verlies mgn evenwicht
en tuimelt 't onderste boven.
Hou je roer recht, juffrouw, zegt
de man, mg ophelpend. 't Us is van
daag gladjes.
Jawel, dat voel ik ook. Ik tracht
stevig te staan, doe vlug langs den
ka-it. eea paar voorzichtige slaagjes,
welke mo een eindje doen afdrijven
uit de buurt van de bank, omdat ik
bot niet noodig vond den schaatsen-
opbbder te toonon, welk een sukkel
ik ben, en houd dan stil. De pijn aan
mgn voeten is vreeselgk. Ik beb geen
gevoel in mijn handen. Mijn lichaam
L door en door kond en toch moet
ik een gezicht zetteu, alsof ik geen
heerlijker vermaak daa het schaatsen
rijden ken. Ik kgk de baan op en af
met het hoofd rechtop, bak eens met
den rechterkant eerst van mijn rech
ter- en dan van mijn linkerschaats in
het ijs, zooals ik dat goede rijders
menigmaal beb zien doen en snuit dan
nog maar eens mijn neus. Dat kan
men op het ijs nooit te veel te doen.
Vervolgens kgk ik op mijn horloge,
d*t ik in mijn leer en armband draag.
Neen, tyd óm naar huis te gaan is
het lang niet. Ik kgk ook alleen maar,
om mgzelve een houding te geven.
Als je zoo dGelloos aan den kant
blijft staan, is 't net alsof je 't niet
kent.
Ik benijd die beeren, dames en
kinderen, die langs mg heen gigden,
zonder zich in te spannen.
Ben je du al moe, Dora? hoor
ik me toeroepen.
Nog lang niet I Ik begin pas.
Moed gevat. Ik kan daar toch niet
blijven staan, tot ze mg komen af
halen. Ik zet mij dus in bewoging.
Gaat boven verwachting goed. Een
twee; een twee. Daar komt er een
vlak achter mij aansuizen. Ik sta
doodsangsten uit, dat ik omver zal
gereden worden. Lk durf niet omkijken,
want dan is mgn val gewis God
dank, dat is goed afgeloopen. Een
officier zwiert me voorbij. Hij verstaat
de kunst en ik bad das niet bang be
hoeven 13 wezen, door hem aange
reden te worden.
lk zet mijn tocht voort. Maar 0,
die pijn aan mijn voeten! De banden
knelleo onhoudbaar. Ik moet weer
eens stilstaan. Ik zou wel willen huilen.
Diar komt H. aan. Hg heeft me ge
zien en rijdt naar 1110 toe. Met een
zti aai is hg by me. Ik viud hem in
den zomer niet erg aardig, maar in
den winter op bet ijs is by eeneDgel.
Ik ben nog nooit zoo vriendelijk legen
hem tewecst.
't Doet me plezier dat ik u einde
lijk ook eens op het ijs zie, juffrouw
Dora, zegt hy opgewekt.
Ja, mama heeft me niet langer
kunnen thuishouden. Ze is zoo ver
schrikkelijk bang voor ongelukken,
en als ik baar zin volgde, ging ik niet
ryden, voordat het ys vijftig centi
meter dik was. Mama rijdt zelve niet
en weet dus niet, welk een genot
het is.
Ja, een genot is het en ik hoop,
dat het nog eenige weken zoo blijrfc
doorvriezen.
Hé ja, ik ook.
Mag ik eens een baantje met u
rijden
O, heel graag. Maar ik kan het
niet erg goed.
Dat zal wel gaan. Willen we
elkaar kruislings vasthouden, of wilt
u achter me rijden
Liever kruislings, dat geeft meer
steun.
Wij kruisen de armen en legden de
handen in elkaar.
Yooruit dan maar.
Ja, vooruit maar 1 Dat is gemakke
lijker gezegd dan gedaan. De kramp
in mijn voetsn is zoo hevig, dat ik
het niet meer kan uithouden.
Zondt u niet eventjes die eene
schaats wat losser willen doen
O zeker, zegt H., stilhoudende.
Nu weet ik heel goed, dat een heer
niets zoo vreeselyks vindt al3 midden
op de baan do schaatsen van een
dame op te hinden. Hij moet zjjn band
schoenen uittrokken, bij maakt zyn
knie nat en zyu handen vuil, maar
het was mij eenvoudig onmogelijk
zoo'n py'n te dragen.
E. helpt mg met een vroolijk ge
zicht, maar vorwensebt mij inwendig.
Is 'fc nu beter
O, Je, veel beter. Dank n.
't Is niéts beter, eo doordat de
banden losser zijn gemaakt, gaan mijn
voeten gloeien. O, was ik maar thuis
gebleven! We houden elkaar weer
vast. Ik leun stofk voorover en zwik
herhaaldelijk om. steeds m\jn neus op
halende, omdat ik geen hand vrij heb
om mijn zakdoek te gebruiken.
LI moet wat breeder uitslaan,
dan zult u gemakkelijker rijden.
Ik sla breeder uit, maar dat bevalt
me niet, want ik kan inijn beenen
haast niet weer naar mij toehalen,
waardoor ik telkens dreig te vallen.
Da stevige arm van H. houdt me
echter tegen. Ik zie niets of niemand,
mijn oogen zijn strak naar den grond
gericht. Ik vertrouw op H., dat we
tegen niemand zullen aanrijden.
't Is prachtig ijs, vindt u niet?
Ja, verruk
Pasop, pasop, niet te woest! Bijna
lag ik op den grond.
En zoo geanimeerd, vervolgt H.
Ik heb het nog zelden zoo vol gezien.
lk geef geen antwoord, want. ik
doorleef angstige oogenbiikken. Mgn
krachten zgn bjjna uitgeput. Plotseling
kom ik tot bet bewustzijn, dat ik met
al miju gewicht op H. lenn. Ik richt
me iets mser*op, maar dat is gevaar
lijk. Gelukkig zijn wy aan het eind
der baan. H. zet den achterkant van
zyn schaats in bet ijs en stuit ons zoo
in onze vaart. Hij brengt me op miju
verzoek naar ceu bank, ik bedank
hem en spoedig is hy verdwenen. Hg
zal wel zorgen mii vooreerst niet weer
te zien.
Ik maak mgn schaatsen los, laat
ze weer aanbinden, houdt een praatje
met den een en den ander, werd nog
eeu paar keer de baan op en af ge
sleept, noch voor mijn plezier, noch
voor d<t van mijn cavaliers, die ik
allen aan mgn schaatsen liet knoeien
en dankte den hemel, toen ik zag,
dat het tijd was om naar buis te gaan.
Gaat u nu al weg?
Ja, ik durf niet laat thuiskomen,
anuers maken papa en mama zich
ongerust.
Nu, tot morgen dan.
Tot morgenDe hamol geve,
dat het van nacht zoo dooit, dat er
morgen geen ys meer te zien is, deck
ik by ray zelve en wankel op zeer
pijnigke voeten naar huis.
Als ik 's middags schaatsen heb
gereden, ben ik 's avonds voor niets
te gebruiken. Ik gloei en ril tegelgk.
Myn gezicht is rood en gezwollen,
van den wind. Ik ben zoo moe en
sty f, dat iedere beweging me te veel
is. Om segen uur ga ik naar mijn
kamer, en als ik den volgenden mor
gen gewekt word, is mgn eerste
vraag
Dooit het
En als het antwoord ontkennend
luidt, draai ik me nijdig om. Wanneer
zal dat vriezen ophouden.
IY.
Het tooneël stelt voor de spreek
kamer van een dokter. Tydstip waarop
de hanieling plaats vindt, tusschen
één 6n twee.
Een dam9 treedt binnen.
Dokier. Dag mevrouw 1 Wel, zie
ik u zelf ook eens als patient? Hoe
gaat het?
Dame. Neen, ik zelf ben gelukkig
nog gezond, maar ik kom u eens
spreken over myn zwager, dat wil
zeggen, naar aanleiding van zyu ziekte
wou ik u iets vragen.
Dolder. En dat is, Mevrouw
Dame. Ja, ziet u, ik ben bang dat
u me zult uitlachen. Ik heb altijd veel
belang gesteld in de geneeskunde en
als ik een jongen was geweest zou
ik zeker dokter zyn geworden. Nu
wou ik zoo graag iets meer weten
van mijn zwagers ziekte. hebtwtl
gezesd wat het is en u is al zoo
vrieDÖelyk geweest me er wat meer
van te vertellen, maar dat is me niet
genoeg. Ik wou er zoo graag nog
meer van weten. Zoudt u me niet een
boek daarover kunnen leenen
Dokter. Z6ker, Mevrouw, maar ik
vrees dat u er niet veel aan zult
hebben. Hier is een Pransch boek
over zenuwziekten, de Franschen ge
bruiken minder Latysche termen
dan de Duitschers, dus u zult met
een goede dictionuaire er wel komen.
Dame. Dank u wel. Dag dokter.
Dokterdie heeft gezien dat het
reeds laat is geworden. Dag Mevrouw
Een week later.
Dame. Dokter, ik kom u het boek
terugbrengen. Wat eeu sreleerdheid,
ik begrijp er niets van I Ik kan de
woorden wel vertalen, maar er wordt
zooveel bekend ondersteld, wat ik niet
weet, dat ik me van die tabes dorsa-
lis toch geen goed begrip heb kun
nen vormen.
Dokter. Juist Mevrouw, u weet niets
van anatomie, en ook niets van pbys-
iologie. Ea als u niet weet hoe oen
orgaan, b. v. het ruggemerg gebouwd
is en wat bij eea gezond m8csekzija
werk is, hos kunt u dan begrijpen
hoe bij een ziekte van dat orgaan de
verschijnselen zyn. En dat is bij alle
ziekten van alle organen bet geval.
Het is niet voor niets dat de studie
in de geneeskunde zoo lang duurt en
dat er eenige jaren sai voorbereiding
worden besteed, voordat men tot dé
eigenlijke geneeskunde komt.
Dame. Ja, dat zal wel zoo zijn, maar
hoe is het dan mogelijk, dat sommigen
die toch niet in de medicijnen heb
ben gestudeerd, wel wat er van kun
nen begrij pen en er zolfs ever sehry ven
(De dokter zet een vragend gezicht).
Ja, ik bedoel in romans en verhalen,
daar vindt men toch vaak beschrij
vingen van ziekten, van de oorzaken
er van en wat de dokter doet om den
patient te genezen.
Dokter(glimlachend). Zeker, Me
vrouw.
Dame. En waar halen die schrijvers
en schrijfsters dat vandaan
Do\ier Meestal uit iian verbeelding.
Ia romans worden ziekten gefam-tar
st-eixt die met db werkelijkheid niets
gemeen hebban. Ik veracht of ininaichb
diain,v de schivijv-etra niet ooru, och n-csu..
Peir slot komt het er ook niefa veel op
aan als liot publiek ina-ar begrijipL, dolt
■liet fantasia is, Hat doet er niets toe
als in een roman met ©au stiveikking,
zooals bv. in Hilda van Suyteaibwg ie
mand), een kraamvrouw, sterft ajaja ae)n
onmog'elijiko ziökte.
Onmogelijk omdat die ziekte van te
ren door d)o kraa-mvivouw was gean
nonceerd, en ennd'at dlei dokter niet de
minste poging aanwendde omi z-a te-
bestrijden.. Zoo'n ziekte zal meat te ver
geefs in con, desbetreffend handboek
kon en ook niet in werkelijkheid
ontmoeten. E.n zoo is liet miet aMeirlei
ijcom Ik lees mi en dam ook nog
wel eens romans, an aöer zelden ben
ik in staat uit do verschijnselen die
do een of a/ncÜare zieke held of heldin
daarin vertoont ook maar bij benade
ring te begrijpen wat er aan det hand
is. De schrijver fahtasota-t maar.
Er zijn wel. soman igen. wior besohriji-
vingem tot in de minste bijzonderheidan
juist zijn-, en die! men als zocdlanig zou
kunnen gébruiken. Dit is- bv. bij Zola-
't geval. Misschien heeft Zöla bij zijin
romans wei do hulp Vain ©en medicus,
di verbetert wat onjuist is, maar
waarom dieet niet iedere schrijver dlat
Als ik zelf een. stuk solui ijf, een roman,
téfèüii too'iiioelstulc, waarin e<eiu notaris
voorkomt of can rechter, dan, zal ik
toch altijd inlichtingen gaan. inwinnen
omtrent de "verrichtingen Vam diei iniein-
.-xheor. en. als ik een straattooineel in:
Constant.! nop el beschrijf zal ik toch op-
de hoogte dienen te zijp; vam hot léven,
op straat I.11 die sta/dl.
Ik ontken niet, dat het moei dijk
schijnt te zijp ot meinach in e.on ro
man- aan een goed beschreven ziekte te
doen lijjdëjn'. Ik heb ml. cetim bezoek go-
had Van esem kennis die novellen schreef
en diio- mijl kwam vragen, om een bs-
sohrijviing v'atn dezelfde ziekte die u
zoo i.mteircKSCErt, Ik gaf hem -een book
mee. Nu zijp, twee hoofclvea-sdrijlnsefen
na die aandoening ta constatoeren,
aan de lende on aan. dte oogen,. Toch
laat die kon,nis' van me .dei ziekt© vast
stellen na een onderzoek van, da borsfc
door een professor.
Schijnbaar doet- dli t alles er nieiU toe.
Maar als -het publiek telkens leesb
vam een geneeskundige, die voorspelt,
dlat do zieke nog 2d uur te leven heeft,
of 'die e&m stervende redlb miet bot in
geven van een poedertje of 'druppel
tjes. of dat «F/n, dokter machteloos staat
tegen over ietg dat zeer goedl te verbo-
terein of te genezen is door cmae be
kaai,deling, dam komt er ©e/n tegenstel
ling tusseh&n. dei uitgobreidiheidi Vatn 't
wrakeiijllc modlisoh kunnen on het bo-
grip dat bet puibliek hiervam heeft, dio
niet anders dan schadelijk kan weaken,
op het onderling vertroawen- Van mo
di scheur stand! en publiek.
Wel Mevrouw, ik héb daar 'erin- hoela
speech gehouden. U hebt zelf gezien^
het is moeiolijk geneeskunde ta kieren
uit 0117.0 boeken-, het is onmogelijk 20
to leierein, uil- romans. Ik zo-ui u raden,
houd u er buiten', evenals ik in© bak
ten politiek of ii.C'0-gere wiskunde houd.
Daana: Dag Dokt/cir.
DokterDag" Mevrouw.
uitsluitend voor Gcabonneerdcn op
„Haarlem's Dagblad" en hunne
huisgeno'oten.
Aan den door ons uitgeschroven
bons-wedstryd is door een groot aan
tal kinderen deelgenomen. De prys
is toegekend aan den jongeheer of
de jongejuffrouw CORNET, Roiland-
straat no. 8, die 136 bons bad inge
zameld.
De pryswinner of winster wordt
verzocht zich a. s. Donderdagmiddag
12 uur aan ons bureau te vervoegen,
ten einde zyn of haar prijs in ont
vangst te uernen, na zich vooraf aan
ons bureau to hebben aangemeld.
Ditmaal willen wij weder eens een
prijsraadsel geven.
Mijn geheel bestaat uit één woord
van 17 letters en kwam in den laatsteu
tijd veel Ier sprake.
6, 15,10, 8, 13 is de naam van een
bekend Duitsch componist.
1. 12, li, 3 is de naam vari eeu
rivier in Zuid-Afrika.
•1, 2 3, 10, 12, 4 wordt door'mili
tairen gedragen en
14, 2, 7, 17 door burgers.
5. 7, 9, 1, 16, 8 is een land op liet
Balkau-Öcluereiland.
Oplossingen worden ingewacht, tot
en met a. s. Maandag in de brieven
bus aan ons bureau, Kleine Hout
straat 14.
Onder de goede oplossers zal wor
den verloot: een Roman (gebonden)
of een jongens- of meisjesboek, naar
gelang van den leeftijd des winners.
Tweede Hoilandsclie
gevestigd tc HAARLEM.
Soeiigckeord by KoniHklyk Besluit Opgericht in 187®.
Sluit alle verzekeringtin gegrond op de levens- en sterltekansea
der menschen.
Is eene zuivere onderlinge Maatschappij.
Hare tarieven zyn berekend volgens de nieuwste betrouwbare
gegevens.
Inlichtingen en prospectussen verkrijgbaar ten kantore der
Maatschappij, Jansweg 42, en bij den Inspecteur den Heer E. C.
IIOUBOLT. Pietcr Kicsstraat 56.
P. G OTTER Co.,
Handelaars in alle soorten Brandstoffen,
KantoorKenaustraat 12.
leveren prima kwaliteit grove Kachelkolen,
benevens de meest bekroonde Bruinkolen-Briquets
Zij geven de beste doof kolen, daarom het voordeeligst in denbrand.
In- de Magazijnen der Gasfabriek zijn steeds voorradig de beste
soorten van Gashaarden, Badkachels, Gaskomforen en Keukenfornui
zen, tegen de laagst mogelijke prijzen, die zoowel in koop als in huur
verkrijgbaar zijn.
Tevens wordt herinnerd, dat de prijs voor gasgebruik tot ver
warming of industrieele doeleinden 7 Cent per kub. meter bedraagt,
terwijl verdere inlichtingen gaarne zullen worden verstrekt.
(zonder zeep- of soda-deelen) is zeer aan te bevelen voor kinderen
en ouden, voor zwakken en zieken.
GROOTE RONDE BESCHUIT, 10 stuks a 10 Gts.
KLEINE 20 a 10
KEUKEN 12 j alO j
LANGE y> 20 a 10
Dagelijksch verscli. Steeds verkrijgbaar bij
Brood- en Beschuitbakker, Margarethastraat 48.