Tweede Blad,
ïaarlem in 1830—1831.
Parijsche Brieven.
behoorende bij
„Hurlem't Dagblad"
van v
Bonderdag 7 Juni 1900.
No 5/95
Eene historische schels
uit ojiderscheidene bronnen,
door
W. P. J. O VERMEER.
XIII.
Aan bet slot ran bet vorige artikel
8'eben we gezien dat onzeschuttery
i bet Tyandelyk vuur werd bloot-
iteld, doch dit duurde slechts kort,
it toen ze op den Pellenberg had
;t gerat en zich gereed gemaakt
J aan het gevecht deel te nemen,
ierd de vjjand in zijn opmarsch ver
hinderd door een hevig vuur dat op
>m op de linker flank geopend werd.
Hierdoor werd aan het bataljon de
'tegenheid ontnomen zich met den
d te meten.
'De brigade trok hierop naar Lin
ten einde te rusten, maar werd
ierin spoedig gestoord, want niette-
mstaande er onderhandelingen ge
•d werden over een wapenstilstand,
inken eensklaps gedurende de
tge rust kanonschoten ait de
iehling van Leuven.
Het behoeft nauwelijks gezegd te
irden, dat iedereen in allerijl naar
wapens greep en in gesloten ge-
deren trok men de bergen op, welke
brigade voor 't oog van Leuven
lekten.
Het was alweder onze (de Haar
jmsche) schutterij, welke het eerst
Iff aankwam en de hoogte bezette,
te!jch dit onverwacht alarm had we-
Tom geen gevolg door het bericht
Jhet treffen van den wapenstil-
id.
De volgende woorden van lof, welke
jjlen Mr. H. Gerlings, onze schutterij
deze gelegenheid toezwaait, mogen
hier een plaats erlangen. Ge
leemde heer zegt: „iGt-usschen is
bij deze manoeuvres in de op-
erking gevallen, dat dit bataljon
DQttery zich door rnstige bedaard*
eid en orde onderscheidde, dieniet-
imin aan snelheid van uitvoering
els te wenschen overliet, leder man
'tod het gevoel, dat men op hem re
ende, en dat bij geroepen zou wor
op een gegeven oogenblik zijn
licht te doen."
Hebben we reeds meermalen het
akter en de vaderlandsliefde van
lie Haarlemsche voorgangers van
schoone zijde Ieeren keonen, we-
—Erom vinden we hier eene aanleiding
sime nagedachtenis in eere te ber
uiken, een feit dat zich doorloopeud
iordoet in onze stadshistorie.
Den Idden Augustus, des morgens
5 uur, ving de terugtocht naar
vaderland aan, doch het zou eerst
22sten Augustus 1834 wezen eer
den Haarlemsehen grond weder
itreden zou.
Den 20sten d. a. v. kwam het batal-
te Gilzen aan, dus was toen op
lerlandschen bodem, en bleef eeni-
tijd in het kantonneraent Cbaam
Gilzen.
Maar waarom kwam onze mobiele
buttery nu niet thuis? Waarom
testen die jonge mannen, welke
hun gezin en hunne werkzaam-
den onttrokken waren, zoolang aan
grenzen verblijven Deze vragen
rden van dag tot dag gedaan, het
igedald werd voortdurend sterker
werkte de ontevredenheid met den
[emeenen toestand maar al te zeer
de hand. Want bet kan niet ont-
nd worden dat de algemeeae toe
ind des lands redenen tot bezorgd-
id gaf.
Ten bewijze hiervan noem ik hier
opening van den finantieelen staat
lor den Minister van Financien, Mr.
N. van Tets, die onder meer zei
onder de ellende van het oogen-
te willen voorbij zien of de zorg
het toekomende te willen heelec"
■In toen de rede geBïüdigd was, had
Tweede Kamer de wezenlijke
trtuiging dat er werkelijk ellende
't oogenblik was en de zorg in
toekomst groot.
Een ooggetuige uit die dagen deelt
ide dat toen in den nacht van 10
11 April 18-33 „Vrederijk", een
rt van Vauxbal aan de Korte
nsstra&t alhier, over de Kazerne
ar het mindere publiek ook dans*
rtijen hield geheel afbrandde,
aandacht opnieuw op de kazerne
rd gevestigd, daar er zoo weinig
loschappen in gevestigd waren. De
rscbillende daarbij gevoerde ge-
ekken gaven nu juist geea groot
ibeeld van algemeene tevreden-
i met den gang der zaken,
ling men iD die dagen de Leidscbe
p langs, dan kon men den aan-
aw zien van een nieuwe katoenfa-
ik.
De heer Tbom&s Wilson bad een
riek gehad te Stalle by Brussel,
deze was in de eerste dagen
het oproer door het gepeupel
mield.
Üeemt men in aanmerking dat
«riem niet gewend was aan vele
ideien tot bevordering van bloei en
iltaart, dan zal het ons niet ver-
ioderen. dat er velen waren, die
ühteu dat deze fabriek een bron
welvaart worden zou voor vele
ie gezinnen.
üehter waren er een even groot
it&l Haarlemmers die bet fa-
tkswezen meer van nabij kenden,
niet in de algemeene vreugde
tlden, en uit deze inrichting in de
toekomst veel leed voor onze stad
zagetr geboren worden.
Laat ons thans echter weer tot ons
bataljon terogkeeren en bet eens toI-
gen na den tiendaagschen veldtocht
tot hun terugkeer in Haarlem op de
verschillende plaateen waar ze ver
toefden, en bierbij tevens de ver
schillende mutatiën, welke er onder
hen plaats hadden, vermelden.
Tot afwisseling echter wil »'k eerst
een artikel wijden aan een bekend
Haarlemmer oüder hen, n.l. wijlen den
len luit. Jhr. G. P. C. van Breugel,
temeer daar ik hiertoe welwillend
medewerking mocht erlangen.
(Wordt vervolgd).
(Particuliere Correspondentie voor
..Haarlem's Dagblad".)
Parijs, 29 Mei 1900.
III.
ik in m'n vorig .schrijven, de
vrees dat Nedorlandi wat de indusri'io
afdecling in. ecu der paleizen: op ele Es
planade des Invalides betreft, een niet
schitterend figuur zen maken, thans kan
ik mij van den aangenamen plicht kwij
ten, u- zoggen, dat die vrees ongegrond
wa.s en dat do HoUaaidschc afdeeling
een uitstekenden indruk maakt. Het
heeft wel lang geduurd voor onze af dee
ling hier gereed was, maar mi ze dan
ook voltooid is. bemerkt men dat Hol
land wat omvang aangaat niet veel bc-
teakciit. maar zooveel te meer wat. in
houd betreft. Het komt hier dan. ook
niet aan, op de hoegrootheid der inzeil,
ding, het is alleen de vraag, om door
het. ingezondene een eigen geest te too-
nen. Eli, dit heeft Nederland zeer zeker
bercilrt. 't. is eun kleine maar reine af
ding, waaruit iets eigens spreekt-.
Aau alks is in onze afdeeling zoag
besteed, aan de betimmorilig. aan de
stoffeering, aan de eta-leering: vandaar
dan ook dat wc zooveel laten- klaar wa
ren dan anderen.
Do uitstallingen, van België en Rus-
la,nd bv. konden, evengoed thuis behoor
ren onder Duitsohlandl of Oostenrijk,
omdat- alles hier op ellcaasr lijkt, maar
wanneer go onze afdeeling binnentreedt
voelt ge dat deze niet anders kan zijn
dan van Holland. Alles is sober en eeiir
voudig, gelijk het Hollands-hé ka-rakter
en door de zachte harmonie der kleu
ren wordt u getoond dat wii, ook hier
van onze natuurlijke bc garing van het
koloriet weten te getuigen.
Wat u aangenaam treft is de eenheid
ctie uit. alles spreekt, en, dat diei eenheid
er is komt omdat al les werd geleid door
één hand. d. w. z dat dé betimmering
en stoffeering geschiedde onder leiding
van do liecren, Joh. Mutters Jr.. bouw
rest or uit den Haag en K. Sluytcr-
0m leeraar te- Delft.
Do H oil andsdie afdeeling bevindt
zich bijinai aan het einde van, het in-
diustriepaleis, dat van, dc brug Ale-xan-
der 111 komend, aan uw rechterhand1
opriist. Ze is boven de Japansche af
deeling en loopt uit op het ..trottoir
roulaut". Aan. den ingang van 't groot
ste der drie vertrekken- voor Nederland
bestemd, vindt ge bij' het trottoir rou-1
lant ter versiering van de afdeeling!
prachtig gebrand, glas van dé firma J.
L. Schouten te Delft, vata welke firma
midden in dit eerste vertrek ook ecu
schip hangt van gebrand glas en dat i
's avonds verlicht wordt door 32 lamp
jes. Achter het glas van de firma Schou
ten komt een kleine maar sprekende
inzending van dc plateelbakkerij1 ..dc
Distel" te Amsterdam, aan- beide zij
den geflankeerd door aardewerk van dc
firma Hoeker uit, Amsterdam en de
Boer uit Work urn en. door tapijten van
d'a Kon. Deven.t erf abri ek.
Nalaat dc* tapijten, komen, drie hokjes
voor den kunsthandelaar vauWisselingh
met moderne meubelen, lampen, ge
bonden boeken, enz., alles ontwerpen
door kunstenaars van naam Dijssel-
hof. Lion Cachet* «n NieuwenJiuis. Het
moet, een, genot- wezen dergelijjke meu
bels, waaruit de geest van den, maker
spreekt, om u te hebben. Hoe foei-
leelijik zijn daar bij vergeleken onzeglim-
mendc op elkaar lijkende meubels/welke
do machine ons bij honderden en dui
zenden tegelijk biedt.
Naast de hokjes van v Wisselingh
krijgt, ge weelderige tapijten van die
firma W. Stevens te Rotterdam, die
■oer dén. leek, jai zoo mooi zijn als ech
te Smryraasche. Vervolgens vindt ge ge
bat tik te kleedjes van ..Battik" uit den,
Haag en, das/maast. een kleine, maar
aardig opgestelde inzending van faien
ce door dc* firma Brantjes te Purine*-
■ond. Dan hebt ge voor u de groot: in-
zendingen faiences van de fabriek Ro
zenburg en. van dc firma Joo>t- Tliooft i
Labouchère te Delft
Zaterdag jl., toen dc afdeeling fei-
telijilc werd! geopend, waren onder dé
genoodigden ook eeuige Fran schei des
kundigen, die in extase geraakten, over
beide inzendingen, maar vooral over
die \tm Rozenburg. Inderdaad kan dan
ook getuigd worden, dat op het. gc-bic-d
van faience. XedKrlandi hier in de voor
ste rijen komt. Er spreekt iets sterk
individueels uit deze inzending en het
doet u; goed: te zimdiat Holland: op
kunstnijverheid gebied zulke schoone
dingen weet te maken.
R-czoulmi'g heeft o. m. in haar inzen
ding oen vijftal prachtige vazen ter her
innering aan de Vredesconferentie met
de volgende voorstellingen erop: Vij
verberg en Huis ten Bosch, den Haag,
Nederlandsehe en Russische wapens en
Groenburgwal te Amsterdam. Deze va
zen alleen reedis zouden als aparte, in
zending voldoende zijn om een, gunstig
getuigenis af te leggen, voor het lioofd'
dat ze ontwierp en voor de hand1 die ae
maakte.
Achter de inzending van Joost Tliooft
Labouchère vindt ge een, faiencc-inzen-
ding van de firma E. Estie en Ca te.
Gouda, t n daarbij; een kunstig gewerkt
altaar uit de kerksieraden» fabriek van
Jansen to Tilburg. Teruggaande komt
achter de inzending van Rozenburg
fraai smeedwerk van de firma F. W.
Braat tc Delft, die ook het- hek in het
midden voor het vertrek heeft vervaar-,
digdl en die hierdoor getoond heeft dat
ook op dit gebied Nederland nog wel
iets goeds weet te prest-eeren. Dan
krijgt* ge een inzending meubels door
den architect H. P. Berlage ontworpen
voor do firma J. B. Hille van Amster
dam, en het laatste hokje wordt inge-,
nomen door de -faience fabrLk Hol
land" to Utrecht.
De zaal weer uitgaande m biji dc
nzending van dc firma Estie, dé trap
oploop-end, komt go inde Hindéloopcr-
kaanen', tèntoongesteld op aanstichting
van de commisic tot bevordering van
Friesche Nijverheid en ontworpen, door
d'e firma H. Tèkstra te Leeuwarden wat
ncubels bctieft, terwijl de tegels wer
den geleverd door dc- gebroeders Tichel
aar te Makkum.
Naast do Hindeloopcr vindt ge een
gewone Friesche kamer, daaimaast een
facade met mooi, gebogen glas van de
firma J. J. Bouvy te Dordrecht, en
daartegenover tapijten van. dc Amers-
fooatsche fabriek.
Hier achter hebt gij de inzending
an goud- zilver en koperwerk van dc
firma's. Hoeker én Zn.. Amsterdam,
an Kempen en Zn.. Vooaschoten, G.
B. Brom, Utrecht, Jansen, Til
burg, Th. H. Saakes en. G.
SéJibori, Aimst/aaxlhfu. en, kujnstftg bo-
werkt door kenners zeen* benvondcrd. ge-
ureven werk Van uw stadgenoot Zwcllo,
leeraar aan, de Kuavstnij've;heidschool.
re. Haan lön.
Alles woidt afgesloten dcor een ar
tistiek atelier voor de bouwmeesters
Joh. Mutters Jr. c-n lv. Sluyteimain <u
dcor eert zeer oigeiiaardig gebouwtjj
aaas- teekening van, den, architect Jozef
Cuypci-s, die ook do zeel* artistieke meu
belen, welke zich er in bevinden, ont
wierp het geheel geleverd door du fir
ma Cuyp-v s en Co. to Roermond.
De geheet? inzending van Holland
in dit gebouw is linmue afgezien, en
wij kunn.eö diis verder liet terrein af-
andelvn. Volgens onze belofte in dén
vorigen brief gedaan., zouden, wij thans
to besohrijiving geven van, de paviljoe
nen aan, dé1 Seine kadé - Rue. des Na
tions - -welke L-lof te wij dan ook nu
Vervulling zullen doen gaan.
Van uit hot dooi- ons verlaten indua-
triepaleis komend vinden we, na een
hooge houten hulpbrug to zijn overgo-
gaan., 't eerst aan onze rechterhand het
paviljoen, van Italië: een hoog trotsch
jebouw met vergn-ldciu koepel, c-n met
zulk ec-n ovérlading van versiering, dat
de scherpe lijn. van het geheel er door
er laren, gaat en het gebouw iets pron
kerigs krijgt Het tentoongestelde is
weer om van le watertanden
marmeren en bronzen- beelden, fijn por-
celein, gestikte en geweven kleeden. Bo
en cp de zalen wordt meer het leerrij
ke vertoond daar vindt ge afbeeldin-
van scholen en; landstreken, een
ten toonstelling1 van grondstoffen, welke
het land oplevert, verschillende geogra
fische opgaven etc. etc.
Naast Italië komt Turkijp met een,
eenvoudig wit paviljoen, dat door z'n
itrenghcid van lijn een scherpe tegen
stelling vormt met- hei grillig-gelïjnde
paleis van. Italië, 's Avonds als de lieh-
jes langs de randen aanzijn levert het
Turk sell e paviljoen, uit de verte- een too-
verachtig gezicht. In. het gebouw viudt
ge tapijten, oostersehe. reukwaren, si
garetten en le-kkernijen, dio echter even
goed in Parijs als in. Constantinopel
kunnen gebakken zijn. Door geheime
deurtjes kunt ge, natuurlijk tegen apar
te entree, komen naar vertrekken waar
op Oostersehe manier muziek gemaakt,
gedanst en, gezongen wordt.
Het- paviljoen van dc Vereenigdé Sta
ll is als een paleis zoo hoog; veel
bijizcn&ërs is er binnen, in. echter niet
te kijk. Er zijn een menigte vertrekjes,
waarin gij kunt gaan zitten lezen of
schrijven of luieren, al naar 't u belieft.
Oostenrijk heeft, een, paviljoen dat
herinnert aan de oude fraaie landhuizen,
welke, ge- vooral in onze duinstreek Veel
vindt. Het ziet- er wel netjes uit. van
binnen, maar alles is toch erg Duitseh,
zóó zwaar en daarbij 2»ó weinig betre
ken end. Er hangt bv. een hcele verza
meling schilderijen uit kunstscholen in
Oostenrijk in het genre peinture-Bo-
gaers. Wat hier wel aardig is, is de ver
zameling kranten, die u duidelijk toont
dat de journalistiek in Oostenrijk een
uitgebreid terrein, bewerkt. Vooral de
arbeiderspers is sterk vért egtnwoordigd
en vijf en twintig tal organen, waar
onder verscheidene socialistische.
Bosnië cn Herzegowina liebben èn
•en sierlijk paviljoen, èn een fraaie in
zending. De heele rangschikking heeft
iet-s zonnigs-Oosterscli daarbij is er een
toon-ecl, waoa op met beeldjes en paarden
en me-t geschilderd dbek u een panora
ma- van het- land gegeven wordt. De
grootste aantrekkelijkheid is wel liet
«pinnen, weven. en. boi-duren door in na
tionale kleediij gestoken jeugdige doch-
teren van het land.
Het paviljoen van Hongarije vonden
wij e enige in a len gesloten, hoewel het
al definitief geopend is. Voor dit ge
bouwtje moet men vooraf kaarten, aan
vragen bij den commissaris-generaal van,
Hongarije,een-omslachtigheid die maakt
dat het grootste deel der bezoekers het
paviljoen niet eens begeert te zien.
Naast het gebouw van Hongarije komt
het paviljoen van Engeland. Ook hier
gaat het met kaarten, maar dat go
schiedt vrij gemakkelijk aan den ee-
nen kant van het- gebouw haalt men de
kaart cn aan den anderen kant gaat
ra.cn het paleisje binnen. (Lat wea'keldjjk
een paleisje is door dc vorstelijke, voor
name pracht welke cr binnen is ten
toongesteld. Ge vindt er kostelijke oude
tapijten en prachtige schilderijen van
Reynolds en Turner, fraai ingelegde
banken, rijk bewerkte zilveren tafels,
meubels door kunstenaars ontworpen,
voorname porvel ei iwm vazen, kortom
van het beste wat (T op kunst cn kuns'
nijverheidgobierf voortgebracht kan wcr
den. Wat- het innerlijk betreft, is het
Engelschc paviljoen inderdaad een der
voornaamste. Het volk dat zoo'n baasje
is in 't vechten weet dus ook nog wel
op een beter gebied uit te blinken.
België heeft als paviljoen een typisch
gebouwtje lijkend op eender Vlaamsche
stadhuizen. Binnen vindt ge fotogra
fieën. van het laid, mooie gobelin's,
schilderijen van denVlaamschcn moester
Hans Mém ling.
Het paviljoen van Noorwegen, van
hout gebouwd, doet aan een Hollandsche
boerderij en een houtloods denken. Ge
vindt hier opgezette ijsberen, poppen
met sneeuwschoenen aan, gebreide net
ten, etc. etc*.
Duitschland komt met een vreeselijk
pronkerig paviljoen voer den dag, sterk
met goud! beladen en met ornamenten
vea-sierd. Van binnen is het al even-
zwaar degelijk en, pronkerig. man
meren trappen, zware bronzen beelden
zonder uitdrukking, vreeselijk glim.rn.o-
vig bindwerk, opgepoetste sehilderijc-n,
etc. etc. In geld! uitgedrukt is het üxut-
eehe paviljoen misschic-n het- rijkst-e,
maar het zwierigste cn mooiste in het
zekt-r niet.
Het zonnige Spanje laat u in zfmvoor
naam paviljoen prachtige tapijten en
wonder schoone beeldhouwwerk en be
wonderen
Monaco heeft een trotsch gebouw dat
van binnen weelderig is vcrsic-rd met
de fijnste bloemen, waarvan de heer
lijke geur u reeds tegen waait als ge
binnenkomt
Met een eigenaardig gevoemd \;.in
geschubd hout getimmerd paviljoen
komt Zweden hier uit. De uitstalling
van dit land is ook fraai - bontwerk,
sierlijk gedreven goud. afbeeldingen,
van het land. zooals het zich vertoont
bij Noorderlicht, etc. etc.
Griekenland! en- Servië elk met ecu
paviljoen in ongeveer gelijken stijl, la
ten u zien wat het land, oplevert delf
stoffen. tabak, kruiden, fijne houtwa
ren.
Wij- zijn mi aan het einde van de
Rue des Nations gekomen en om de
rest van. dc paviljoens te bezichtigen,
moeten wij, weer dënzelfdfen, weg tcong.
Tegenov.:! Zweden vindt ge dan bet- in
rijken stijl opgetrokken paviljoen van,
Rumc-r.ië mot smeedwerk, delfstoffen
cn. aardewerk. Dant komt het paviljoen
van Bulgarije niet ongeveer de/elfde
voortbrengselenvervolgens krijgt ge
het typische gebouwtje van Finland met
opgozett-a vogels, pijpen, kleeden, etc.
Tegenover België staat het eenvoiv-
dige gebouwtje van. Luxemburg met
zeep, wijn, glas. Dan Volgt Peazië met
prachtige tapijten, heerlijk riekende
oliën, mooie gesneden wapenen enz.
Ten slotte: Peru. nog gesloten. Portu
gal met veel voorwerpen, cp de visch-
teclt en kurkindustrie betrekking heb
bend, en Denemarken niet een eigen
aardig gebouwtje, dat ook nog gesloten
was toen wij kwamen aankloppen.
Zooals ik ui in, mijn vorig schrijven
meedeelde heeft Nederland! hier geen
eigen paviljoen, maar wel hebben wij
ueii voor onze Oo>t. Dit paviljoen of
liever drie paviljoenen, bevinden zich
aan een anderen kant van het tentoon
stellingsterrein. Ge komt er door dé
boven beschreven paviljoenen weer
langs te gaan en rechtuit tc loopen tot
ge den Eiffeltoren. aan uw linkerhand.'
hrbl. De brug voor den toren, de pont
d'Jena gaat ge over tot- go aan uw rech
terhand jufferkens in Hollandsche klec-
dij cacao van Blooker ziet bedienen.
Hier, bijna dadelijk over de brug hebt
ge de drie gebouwtjes Van onze Oost-
Indische bezittingen In het midden
staat de witte tempel, gegoten, naar
een dier beroemdste, antieke tempels uit
midden-Ja'va aan de kanten bevinden
zich twee Indische huizen, waarin ge
kunt zien, wat al schatten de Oost voor
ons heeft opgebracht en nog opbrengt.
Ge vindt er een rijken oogst van vruch
ten. van zaden, van oliën, pakken ta
bak. blokken prachtig hout. etc. etc.
Dit is zeker dat ook Holland liier
geen slecht figuur maakt. Ook op deze
inzending is een eigen cachet- gedrukt,
do heele opzet is ook hier heel anders
dan van dé andere koloniale afdeclin-
gen.
Voor ditmaal hebben wijt onze taak
weer geëindigd.slechts deze medcdceling
tot besluit eiken dag wordt de ten
toonstelling reeds door een 200.000 per
ron cn bezocht- en. Zondag bedroeg het
cijfer 400,000. we.1 een bewijs dus dat
dé groote. trek van vreemdelingen en
provincialen naar Parijs is begonnen.
V.
Waarom de klok stilstond.
„Onze bedienden zjjn gewoonlijk
eerlijke lui", zeide een juwelier u't
een klein landstadje, „en wjj ver
trouwen hen erenzeer als de bankiers
hun klerken, maar een paar jaar ge
leden heb ik er toch een verdacht."
„Ernstige redenen
„Ja. Zooals u weet. woon ik in een
plaatsje bjj zee, dat in den zomer
door tal van Londenaars wordt be
zocht. Indertijd, gedurende de maan
den Juli tot September, kreeg ik het
zoo druk, dat ik een bediende moest
hebben om mij achter den toonbank
behulpzaam te zpn en mijn klokken
op te winden. Ik wind namelijk de
klokken in den omtrek op, en de ge
schiedenis, die ik n ga verhaleo. heeft
betrekking op de kerkklok van Heig-
bam.
In het seizoen 1886 bad ik een be
diende nit Midland, een eerste klas
werkman. Ik was zeer terreden over
hem en stelde veel belang in zijn
werk. De eerste maand ging alles
goed, maar op een goeden dag kwain
er een briefkaart van den rector ran
Heigham, waaroit ik vernam, dat de
kerkklok stilstond, en aangezien bet
gaoscbe dorp gewoon was zich naar
die klok te regeleD, werd ik vrien
delijk verzocht er mijn speciale aan
dacht aan te wijden. Ik etanrdemön
bediende das dadelijk op de pony naar
Heigham, met de noodipe instructies,
en beval hem er voorat op te letten
of de klok goed liep, voor h® wegging.
Hij kwam woedend terug en ver
klaarde niets aan de klok, die den
vorigen morgen te tien nor was blij
ven stilstaan, te hebben kunnen ont
dekken.
Dat beviel me niet. Een klok staat
niet zonder oorzaak stilen niemand,
behalve de koster en wij, hadden
toegang tot de klokkekamer. Ik was
het niet eens met mijn bediende, die
beweerde, dat iemand er iets aan
moest hebben gedaan.
Twee dagen later kwam de zoon
van den koster, een onbeschaamde
rekel, die ergens op een Londensch
kantoor jongste klerk was geweest,
mijn winkel binnenstormen, en
schreeuwde in tegenwoordigheid van
mijn klanten„Die klok staat alweer
stil, de koster is woedend". Ik ant
woordde hem, dat de klok zou wor
den nagezien en gaf bem te kennen,
dat briefkaarten voor 't vervolg wen-
scbelijker waren dan mondelinge bood
schappen door middel van iemand die
ze niet met de behoorlijke discretie
kon overbrengen. ..O, o zou een brief
baart hebben gekregen, die gepeperd
genoeg was, als ik' niet juist dezen
kant uit had gemoeten en zoodoende
den rector de moeite van 't schrijven
bespaarde. En u bent toch niet van
plan mij te horen om den slinger aan
den gang te Drengen zeker?"
Ik wilde hem een scherp antwoord
geven, maar hy liep fluitend weg, en
natuurlijk lachten mijne klanten mij
nit, ornaat ze mij niet in staat achtten
een klok in orde te brengen. Ik was
buiten me zelf van kwaadheid en als
ik het niet zoo druk bad gehad, was
ik zelf naar Heigham gegaan. Ik gaf
aan mijn bediende bevel direct na
het diner naar Heigham te gaan en
te zorgen dat een tweede reis niet
vruchteloos was.
Te Tier uur kwam bij weer terug
en deelde me mede dat de klok om
tien uur weer had stilgestaan, maar
bij bad de fout niet kuDnen ontdek
ken. Het feit, dat de klok tweemaal
achter elkaar op hetzelfde uur stil
stond, bracht roe tot de overtuiging
dat er toch een font moest zijn en
bovendien een fout, die door een
expert gemakkelijk te vinden was.
Dat was maar gekheid er heen te
gaan, de klok op te winden en weer
heen te gaan.
Den volgenden morgen kwam de
kosterszoon weer in mijn winkei met
een brief van den rector: „Weer stil
gestaan". zei bij, „ik zal op antwoord
wachten".
Hjj was zoo beleedigeDd, dat ik
hem met genoegen de deor zou beb
ben uitgesmeten maar, me-zelf we
tende te bebeerschen. opende ik de
enveloppe. De rector maakte er me
attent op, dat de klok weer om tien
uur was blijven stilstaan en verzocht
me in beleefde termen te Heigham te
komen, omdat bij er zoo goed ais
zeker van was, dat ik de klok weer
goed zou maken.
Ik vreesde, dat. wanneer ik niet
ging, m\jn bediende en ik ais onbe
kwame of zorgelooze werklui zouden
worden uitgekreten. Ongelukkiger
wijs was mija vrouw de stad uit en,
niettegenstaande zijn vertrouwbaar
heid, durfde ik den winkel toch niet
aan iemand overlaten, die nog maar
een maand bij me was. Ik deelde den
rector das per brief mede, dat ik
persoonlijk den volgenden Dinsdag
vóór de opening van den wiDkelzou
komen als de klok bleef weigeren na
nog óón bezoek van mijn bediende.
De klok stond stil na dat bezoek
en ik liet mijn bediende meegaan.
W« lieteD de pony aan de zorgen
van een oaden man'over, traden de
kerk binnen en ooderzoebten oogen-
blikkelijk betunrwerk. Mijn bediende
lachtte, omdat bij, zooals bij zei, ge
lijk had. HÜ had alle raderen dik
wijls en langdurig onderzocht, zonder
iets te vinden.
Maar iD een paar minaten over
tuigde ik bem door een stuk steea
van tusscben twee tanden van het
uurrad te halen. Mijn bediende hield
echter vol, dat dat steentje er niet
was geweest toen bij het laatst het
uurwerk had onderzocht en bjj bleef
volhouden dat het daar met vijande
lijke bedoelingen was neergelegd.
Ik wilde den jongen man, die nog
geen enkel blijk van nalatigheid bad
gegeven, niet botweg tegenspreken,
verwijderde de steen en bracht de
klok aan het loopen, waarna we Heig
ham verlieten. Ik was vroolijk ge
stemd en had lust wat te gaan bab
belen, maar mijn bediende pruilde en
zat stil te peinzen tot we zoo ongeveer
een uur voorbij bet dorp waren toen
vroeg bij me het paard te doen stil
staan en verlof om uit te stappen.
„U zult me een uur of wat moeten
missen," zei b\j, „ik wil ongezien naar
de kerk teruggaan, als ik kan, eD
den ingang bewaken. Uknot het niet
weigeren, u kunt me wegjagen alsu
wilt, maar ik sta er op te gaan. Te
genspreken baatte niet en ik reed
das alleen weg, terwijl hij over een
bek klom en zich verwijderde in de
scbadnw der boomen.
Het was ongeveer balf acht, toen
ik weer thnis kwam. Toen ik de
voordeur opendeed en naar binnen
keek, schrok ik tevig, want al bet
gond- en zilverwerk was verdwenen.
Letterlijk alles was meegenomen,
en op den grond lagen opengebroken
doozen, die er de sporen van droegen,
dat ze in-der-ha&st van bun inhoud
waren beroofd. Men was er niet in
geslaagd een brandkast open te breken,
waarin een waarde van 200 pd. st
zich bevond, mijn baargeld, en arti-
kelen door klanten mij ter reparatie
gegeven. Dit troostte mij natuurlijk
een beetje, maar als ik berekende wat
mjj ontstolen was, dan kwam ik tot
de overtuiging dat ik een geruïneerd
man was.
Ik blies op mijn politie-boorn, zoo
bard dat men bet door de geheele
stad hooren kon, eo dadelijk kwamen
twee agenten aanloopen. Dadelijk
werd eeD oitvoerigonderzoek ingesteld,
dat aan het licht bracht, dat de dieven
binnengedrongen waren door den tuin,
waarna zjj de keukendeur geforceerd
hadden.
„Geen dief zou die zware dear
hebben kannen openbreken, als ze
niet zeker waren dat er niemand
thois was," zei een politie-agent. „Zjj
waren volkomen ingelicht omtrent
uwe huiselijke aangelegenbeien, mijn
heer."
Deze meeniDg werd later bevestigd
door detectieven. De knecht bleef bij
hen buiten verdenking, maar ze luis
terden scherp toe, toen ik over mijn
bediende sprak. Toen ze mij omtrent
hem ondervroegen, begon ik te twij
felen. Natuurlijk had bij me niet be
roofd, maar ik vond toch alle reden
te vermoeden dat bij het met de dieven
eens was.
De kerkklok was viermaal blijven
itiistaan en de fout bad dadelijk ont
dekt kannen worden. Maar bfi had
me genoodzaakt naar Heigham ie
gaan, terwijl mijo vrouw uit was en
mijn winkel was beroofd in den tijd
dat er niemand aanwezig was. Boven
dien, en dat zei meer, in plaats van
met me terug te keeren, was hij terug
gekomen onder voorwendsel een ge-
fantaseerden vijand te ontdekken en
zou vermoedelijk reeds mijlen ver van
Heigham zjjD. Het was allemaal zoo
duidelijk en uit-zicb-zelf-sprekend, dat
ik er mij orer verwonderde dat het
steentje mij nog niet eerier aan het
denken bsd gebracht.
De detectiven zeiden dat 't geval
duidelijk was. Mijn bediende hield
voeling mot een dievenbende, die, in
net karakter van onschuldige vreem
delingen in m\jn woonplaats waren
gekomen, en bet zou bet best zqc
ze zoo mogeiyk onmiddellijk te arres
teeren. 'JVee man werden naar Heig-
Ham gezonden, maar na een afwezig
heid van twee unr, kwam iemand
berichten dat bet spoor van mijn be
diende niet te vinden was. Blijkbaar
bad niemand hem op den weg naar
Heigham gezien, en de gebeele om
trek was vergeefs doorzocht. Men was
algemeen van geToeien dat b\j zich
vermomd had en zoodoende was ont
snapt.
Nog verscheidene politie-agenten
werden naar Heigham gezonden en
een van hen kwam met mijn bediende
terug. Ik bad mij voorgesteld dat de
man gekneveld en beschaamd zou
worden binnengeleid, en io plaats
daarvan liep bij geheel vrij. Voor ik
den tijd bad hierover mijn verwonde
ring kenbaar te maken, zei hij met
een van onderdrukte emotie trillende
stem Het schijnt dat u me verdacht
hebt."
Natuurlijk bevestigde ik dit.
De man verklaarde daarop dat hij
onschuldig was. en er was iets in zijn
toon, dat vertrouwen wekte. Ik vroeg
hem, waarom bij zoolang was wegge
bleven.
„Zou bet niet beter zyn als u met
ons meeging," vroeg de politie-be
ambte, „mijn chef heeft u een en
ander te laten zien."
Na een vergeefsche poging om
meer te weten te komen, begeleidde
ik hen naar bet politie-bureau en zoo
dra de chef mij gewaar werd, riep
bij„ik bea blij n te kunnen mede-
deelen, dat wij een groot deel van
den diefstal terughebben, kom binnen
en zie eens na wat er nog ontbreekt".
Te verbaasd om te spreken volgde
ik hem en zag een groote tafel, met
mijn goederen bedekt. „Een mooi
stukje werk. bé?u zei de chef, „uw
bediende deed neel verstandig naar
Heigham terag te keeren. Hq heeft
ons een boe' moeite bespaard".
„Ik kan niet begrijpen welke rol
by daarin dan heeft gespeeld."
„Ik zal het u zeggen. Hjj ging naar
het kerkbof te Heigham, over heg en
steg en verborg zich tijdig ic de na
bijheid van een graf, waar wel twee
man zich konden begraven. Ongeveer
half negen zag hy den zoon van den
koster de kerkdeur ingaan en naar
de klokkekamer. De jongen kwam
spoedig terug, na goed rondgekeken
te hebben of by onopgemerkt was
gebleven, bij sloot de deor open en
ging binnen. Een paar raiDoten later
werd hy gevolgd door iemaud in zo-
merkostuum die een valies droeg.
Een gewoon opmerker zou hebben
gedacht dat de jongen een bezoeker
het uurwerk liet zien, maar uw be
diende was geen gewoon opmerker;
hij had een doel. Hy wachtte das en
nadat bet tweetal was teruggekeerd
en uit elkaar gegaan maakte hy met
z\jn eigen sleutel de deor weer open
ec kwam binnen om te zien of er
niets beschadigd was. Hy vond alles
in orde, maar bleef desniettegen
staande toch verscholen in een don
kere hoek van de klokkekamer.
Oogeveer kwart voor tienen hoorde
bij voetstappen en door een spleet
glurende, zag hij den kosterszoon
weer de trap opkomen, gevolgd door
den Treemde. Zjj ginger, de klokke
kamer niet binnen, zy gingen naar
boven, zachtjes sprekend over een
rawe steen by de trapdeur.
Uw bediende wacbte geduldig,
meenende dat zy wel in de klokke
k arner zonden komen, wanneer ze weer
benedet waren maar ze gingen been,
ronder hem opgemerkt te hebben, en
hij. nieuwsgierig geworden, kiom de
trap op en zoebt naar de steen, waar
van ze gesproken hadden. Hij vond
er verscheidene, die hij onderzocht.
EeD lichtte hij op en Tiet hem bijna
van schrik ralleD, toen by eeD diepe