Met hem is een van de veteranen
der liedertafel de beer
T. C. NIEPHAUS.
Bedaard, bescheiden, zich nooit op
den voorgrond dringend, maar altijd
tronw op zijn post, is de beer Niep-
haas een van de raderen, die het
werktuig in beweging honden. De
penvoerder te zQn van een groote
vereeniging is zelden een aangena
me en nooit een gemakkelijke betrek
king, maar dat is aan den heer Niep-
hans niet te zien. Hoe hjj naast zijn
andere bezigheden de massaas werk
van het secretariaat onder de knie
krijgt, is een raadsel, maar ook een
feit. Niephaas is een van die kost
bare medewerkers die het werk lief
Lebben om het werk zelf en niet om
de belooningen of de bedankjes, die
er aan verbonden zonden kunnen we
zen. Op het gebied van de admini
stratie der liedertafel is bij dan ook
de vraagbaak en men kan zeegen,
dat hij niets liever wezen wil. Vraat
hem iets en als hij het niet dadelp
weet zal hij het vast voor u opzoeken.
Naast hem staat de Penningmeester,
de heer
K. VAN EDEN.
De functie van bebeerscher der
schatkist in een liedertafel is niet al
tijd een even gemakkelijke bezigheid,
omdat het millioen dat hij voor haar
wel graag op de spaarbank hebben
zon, schittert door afwezigheid. Er
moet veel gedaan worden met niet
veel geld en wel zoo, dat aan't einde
van 't jaar debet en credit elkaar be
boorlp kunnen begroeten. Diekunst
is bij den heer Van Eien in goede
handen. Zuinig in de uitgaven, al'iji
er op uit hier en daar een guldenije,
een kwartje, laat het maar een dub
beitje wezen, te besparen, weet hij
wanneer er voor 't een of ander bjj
dragen noodig zp, heel handig de
rijksdaalders uit iemands zak in de
kas van de vereeniging te too veren.
Eq dat hjj daarbij zp opgeruimdheid
niet verliest, blijkt wel hieruit, dat hjj
in den regel zp rekening en verant
woording schrijft in dichtmaat.
Het vjjfde portret is van den heer
J. VAN BREEMEN Jzn.
Als we ons niet vergissen thans het
oudste lid in dienstjaren van de lie
dertafel. Sedert jaren maakt de heer
Van Breemen deel uit van het Be
stuur en bij repetitiën, uitvoeringen
en wedstrjden is hij altp getrouw
op 't appel geweest en heeft meege
werkt tot het succes van deliederta
fel. Er zp van die klinkbouten in
iedere vereeniging, waarmee zij als
het ware in elkander gehouden wor
den. Van Breemen is in Zang en
Vriendschap er een van.
Maar wie zoo leest van inspannende
repetitiën en van veel arbeid verei
schende bestnursfanctiën, zou welhaast
denken dat er geen plaats wordt in
geruimd aan ontspanning en vroolp
beid. Niets is minder waar dan dat.
De zangers zingen niet alleen ten
pleziere van donateurs en kunstlie
vende ledeD, maar vooral voor hun
eigen genot. Buiten het genoegen dat
de repetitiën reeds opleveren zp er
oog andere oogenblikken in het zan
«rersleven, die men niet licht vergeet.
Zro een was de avond van 20 Febr.
1890, toen baar de onderscheiding
werd verleend, zich Koninklijke
liedertafel te mogen noemen, zoo waren
er in den laatsten tij I zoovele bij
dikwijls moeielpe wedstrijden.
Wij zullen de onderscheidingen, die
zij verwierf, niet allen opsommen, maar
zeiden ?eeds, dat ze vooral na het op
treden van den heer Robert begonnen.
In l88é bij den wedstrp te Brussel
twee eerste prijzen, in 1886 te Ver-
viers, een tweeden, in 38'>2 teBrus
sel een tweeden, met een eervolle ver
melding, in 1893 een eersten prijs ie
Groningen, in 1895 een eersten prp
en eereprp te Luik, in 1897 en 1898
telkens den 2ien prijs te Amsterdam
en in 1899 te Nijmegen den eersten
prijs en den eereprp.
Zoo is haar staat van dienst in de
laatste jaren en het is er een waarop
de liedertafel met trots terug mag zien.
En wat uitspanning Da de iüspan
Ding betreft, daaraan lieten de zan
gers, die een vroolp volkje zp, het
zich niet ontbreken. Zelfs niet wanneer
de omstandigheden een enkelen keer
eens minder gunstig waren. Nog her
inneren we ons den Zondagmiddag in
1892, toen Zang en Vriendschap iü
de Nederlandsche afdeeling den 21en
prp behaalde, 't Had dien ganschen
dag geregend dat het goot. Brussels
boulevards zagen er uit als spiegels
De leden moesten eindeloos op hun
beurt van optreden wachten. Was 't
wonder, dat ze onder den indruk
kwamen en niet gaven wat ze konden.
Maar tegenover die natte herinne
ring staat het aangename terugden
keD aan het concours te Laik in 1895,
waar eeu compleet succes behaald
werd en waar de warmbloedige
Walen, verrukt o»er den zang vaD
onze liedertafel, schreeuwden, neen
bruldenVive la Hollande 1 Vive
Haarlem
Eq dan de wedstrijd te Groningen
in 1893! Diar was de strijd in de
hoogste afdeeling niet zoo zwaar, als
wel bij de anderen concoursen het
geval was geweest, maar het verplichte
koor was moeilijk en werd goed ge
zongen. Enkele leden van de lieder
tafel gevoelden zich toen zoo sterk,
dat zij met een zak vol gegomde eti-
quetten naar GroniDgen waren geko
men, waarop met vette letters te
lezen stond, dat Zing en Vriendschap
van Haarlem den eersten prijs in de
hoogste afdeeling verworven had. Eo
toen de uitspraak van de jury die ver
wachting niet beschaam ie, toen wer
den de etiquetten voor den dag ge
haald en onder dolle pret vastge
plakt en opgeplakt, waar ze maar
honden wilden. Eo daar de gom goed
was, wilden ze dat ongeveer overal.
Zoo vonden de verbaasde Groningers
den volgenden dag hunne deuren eo
maren, hunDe ruiten en rijtuigen vol
geplakt met deze papiertjes. Ja, op
de schoften van de paarden, waar
mede den volgenden dag een rijtoer
werd gemaakt, werden ze vastge
kleefd en maanden later, toeD
leden vau de liedertafel voor
zaken te Groningen kwamen, vonden
ze op verschi'lende plaatsen de pa
piertjes terug, die getuigden van hun
triomf.
Een aangename herinnering is voor
de liedertafel ook de overwinning te
Nijmegen. De zangers waren daar
niet heel gerust op. Er was in de
afdeeling een kwade concurrenteeD
Amsterdamsehe liedertafel onder
Roeske, een zeer goeden directeur.
Men wist dat deze haar beste beentje
vooruit zetten zou en dat bekende
zangers, Rigmans, Frans Palippeau,
Urlus, Poons, Jan Dijker zouden mee
werken, 's Middags in den tuin bij
het gebonw waar. gezongen zou wor
den kwamen de Haarlemsche zaDgers
zamen. Door de duQne waodeo heen
klonk het zingen van de Amsterdam
mers. En ze zongen mooi, dat was
niet te ontkennen. Hier en daar
ODder de Haarlemmers werd een
stemvork aangeslagen, om te hoo-
ren of ze op toon waren. SommigeD
giDgen eens wat dichterbij om te
luistereD, maar de directeur riep:
„Doet dat niet, heeren, 't geeft toch
niets en 't maakt jelui maar zenuw
achtig
De zangers kwamen naar buiten,
de Zing- en Vriendschappers giDgeD
op hun beurt uaar binnen, 't Was er
warm, neeu 't was er heet, een tem
peratuur precies geschikt om te zak
ken, maar daaraan hielp niets. Waren
er toen die vrees koesterden voordeD
albop, na de eerste twintig mateD
voelde ieder zanger dat het goed ging
en zag dat ook aan den heer Robert,
die onder zijn dirigeerstok goedkeu
rend lachte en gezichten trok want
onder zoo'n vuurproef gaan zelfs de
zenuwen van een directeur werken.
Eq toen na een korte pauze de jury
met vier tegen een stem den eersten
prijs toekende aan Zang en Vriend
schap, toen giDg er een gejaich op
dat geen eiode scheen te nemen. De
zangers feliciteerden elkander en den
heer Robert, de kalmsten waren dol
znlke oogenblikken vergeet een
zanger nooit en, wat men ook tegen
concoursen zeggen moge, een over
winning als deze is het cemeDt, dat
de vereeniging bijeenhoudt.
Zang en Vriendschap heeft tot dus
ver slechts vier voorzitters gehad, wat
niet veel is in een tij ivak van zeven
tig jaar. Het zijn de heeren J. E.
Schmitz, A Beernink, Ei. de Lanoy
en Mr. J. B. Loman. De drie eerste
hebben aan de Liedertafel vele diensten
bewezen en de heer Loman, de tegen
woordige voorzitter, zal, te oordeelen
naar de ambitie waarmee hij zijn taak
opneemt, blijken niet bij hen achter
te staan, wanneer hij den ty i gehad
zal hebben, dat te tooneD.
Moge het aanstaand concours een
volkomen succes wezen. De moeite
door velen aan de voorbereiding be
steed, is dat waard. Maar bovenal
moge de Koninklijke Liedertafel Zang
en Vriendschap, met zijn kranigen
Directeur, nog vele jaren lang, ten
voordeele van de zangkuust in Haar
lem en tot genoegen van de ingezetenen,
zoowel als van de leden zei ven, een
bloeiend bestaan leiden, onder gedurig
streven naar booger en beter
VereenigiDgen als dtze zijn nattig
io dubbelen zinzij diöDen den Zang
en bevorderen de Vriendschap in
Haarlem.