NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD.
Meestgelezen. Dagblad, in Haarlem, en Omstreken.
De scMd van den
üreneesleer.
18e Jaargang.
Vrijdag 14 September 1900.
No. 5279
HAARLEM'S DABBLAB
ABONNEMENTSPRIJS
Voor Haarlem per 3 maanden 1.20
Voor de dorpen in den omtrek waar een Agent gevestigd is (kom der gemeente),
per 3 maanden 1.30
Franco door liet geheele Rijk, per 3 maanden1.65
Afzonderlijke nummers0.02f£
Geïllustreerd Zondagsblad, voor Haarlem, per 3 maanden0.37J£
M de omstreken en franco per post 0.45
ADVERTENTIËN:
Van 1—5 regels 50 Cts.; iedere regel meer 10 Cts. Buiten het Arrondissement Haarlem
is de prijs der Advertentiën van 1—5 regels 0.75, elke regel meer 0.15.
Groote letters naar plaatsruimte. Bij Abonnement aanzienlijk rabat.
Reclames 30 Cent per regel.
Bureaux: Gebouw Het Spaarne, Kampersingel 70, vlak bij de Turfmarkt.
Telefoonnummer der Redactie COO. Telefoonnummer dor Administratie 122.
Intercommunale aansluiting.
Uitgave der Vennootschap Lourens Coster. Directeur: J. C. PEEREBOOM.
Abonnementen en Advertentiën worden aangenomen door onze Agenten en door alle Boekbandelaren en Courantiers. Met uitzondering van bet Arrondissement Haarlem is het uitsluitend recht tot plaatsing van Advertentiën
en Reclames betreffende Handel, Nijverheid, en Geldwezen, opgedragen aan het Algemeen Advertentie-Bureau A. DE LA MAR Azn. te Amsterdam,
JDit blad -verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen
Hoofdagenten voor het Buitenland: Compagnie Générale de PublicHé Etrangère G. L. DAUBE Co. JOHN F. JONES, Succ., Parijs 31Faubourg Montmartrc.
„Haarlem's Dagblad" Tan 14 Sept.
beyat o. a.: President Krnger te
Iionrengo Marques, Prins Tsjing
en Li Hung Tsjang als vredes-
onderhandelaars, Nabetrachting
van den Gemeenteraad, Haarlem-
scke Toynbeevereeniging, Inter
nationale Arbeidsvereeniging, De
Engelsclie Jingo-pers, Eenvalsche
munter, Ongegronde klachtent enz.
NABETRACHTING
van den
gemeenteraad.
Wanneer er een geheime vergade
ring door den Raad gehouden moet
worden, dan heeft onze Burgemeester
de gewoonte, die na afloop van de
agenda te openen, ten gerieve van de
verslaggevers, die dan naar huis kun
nen gaan. Gisteren is dat evenwel niet
gebeurd. Nauwelijks was de vergade
ring geopend of ze werd weer gesloten
en de Raad hield zijn onder-onsje.
Eigenlijk druk ik me niet goed uit
ilc had van een onder-ons moeten spre
ken. Het duurde namelijk ruim ander
half uur. De leden van den Raad heb
ben dus blijkbaar over gewichtiger on
derwerpen gesproken, dan over el-
kaars gezondheid en het mooie weer.
Het waarschijnlijkste is"wel, dat de
gemeente-reiniging het onderwerp van
discours is geweest. En zoo ja, dan
is uit de beraadslaging een m. i. ver
standig besluit geboren, want de Raad
heeft den tijdelijken directeur van de
reiniging niet willen benoemen en
daarmee als 't ware geconstateerd, dat
hij geen toorn meer koesterde tegen
over de ambtenaren van dien tak van
dienst. Ja zelfs werden de verdiensten
van Boerkoel geprezen, onder anderen
door den Schürmann, die vroeger
heel wat oorlogzuchtiger tegenover
hen gestemd was.
Maar, zooals ik al eens gezegd heb
hij is niet van de kwaadste en wanneer
hij vandaag uit pure boosheid iemand
wel zou kunnen verslinden, dan is hij
morgen niet eens meer van plan om
hem zelfs maar aan zijn haren te
trekken.
De dienst van de reiniging blijft dus
vooreerst, zooals ze tot nog toe is.
Waarom zou ze ook niet? Alles gaat
goed op de reiniging, men leeft er met
elkander in vrede en vriendschap en
de eenige, die er een beetje schuin
wordt aangekeken is de heer Van Ui-
den, de pachter van de reiniging te
Leiden. Ambtenaren en werklieden
zien en het is niet onverklaarbaar
met eenige vrees de mogelijkheid van
verpachting tegemoet, omdat daarbij
hunne* positie op losse schroeven zou
komen te staan. Het is daarom ver
gefelijk, als is 't niet beleefd, dat wan
neer de heer Van Ulden op de reini
ging verschijnt, zijn komst wordt aan
gekondigd door de van mond tot mond
gaande mededeéüng „daar is Leiden's
ontzet 1"
Misschien zou iemand na dit debat
de ondeugende opmerking kunnen ma
ken, dat wanneer de gemeente-reini
ging ook zonder hoofdopzichter goed
marcheert, zulk een titularis eigenlijk
overbodig is. Deze opmerking zou bij-
voorbeeld hebben kunnen komen uit
den mond van den heer Hofland, die
niet heel veel gevoelt voor toezicht. Hij
vond het bijvoorbeeld niet noodig, dat
Van Waard, de plantsoenwachter, die
met 1 October eervol ontslag krijgt,
zou worden vervangen door een ander.
Er waren werklieden van de plantsoe
nen bij den heer Hofland geweest, die
hem dat hadden meegedeeld.
Ik denk gunstig genoeg over de
werklieden van de plantsoenen om te
gelooven, dat zij zonder baas even
hard zullen werken als met een baas,
maar over 't algemeen kan men toch
zeggen, dat niemand bijzonder op con
trole gesteld is. De soldaat ziet maar
liefst den rug van zijn korporaal, de
majoor zou het best kunnen stellen
(althans naar zijn eigen meening) bui
ten de bevelen van zijn generaal. Zoo
gaat het overaliedereen vindt het
noodig dat gezag door, maar niet over
hem uitgeoefend wordt. En daarom is
dunkt mij de opinie van de werklie
den in dit geval niet van groot aanbe
lang.
Wan meer beteekenis mag het hee-
teu, dat twee van de sociaal-democra
tische leden thans zitting hebben in
speciale Raadscommissiën. Tot dus
ver waren zij nog in geen enkele com
missie benoemd, want dat de heer Hof
land deel uitmaakt van de commissie
voor de bezwaarschriften telt niet mee.
Het lidmaatschap daarvan wordt door
de Raadsleden zeiven meer als eene
straf, dan als een genoegen beschouwd.
Nu zit evenwel de heer Hofland ook in
de commissie voor de gemeentebedrij-
van èn de heer Modoo in die voor de
openbare werken.
Het verdient tevens vermelding, dat
de heer De Breuk geen benoeming
heeft willen aanvaarden in de com
missie ter voorbereiding van den bouw
van de gemeentelijke lichtfabrieken.
Een zeer verstandig besluit daar de
heer De Breuk de handen al vol ge
noeg heeft.
De merkwaardigste benoeming is ze
ker wel die van den heer Leupen in de
commissie voor den bouw van het
abattoir. Immers, hij heeft tegen dien
bouw gestemd en men kan dus begrij
pen, met welk een enthousiasme hij nu
den bouw zal helpen voorbereiden. In
elk geval is er dan nu een dwarskijker
in de commissie, die kan trachten te
voorkomen, dat het abattoir al te veel
geld gaat kosten.
De heer Van de Ivamp heeft een suc
cesje behaald. Vroeger stemde hij al
tijd tegen de begrooting van het St.ads-
Armen-Ziekenhuis, omdat naar zijne
meening de post voor de spijzen uit
getrokken te laag was. Die post is nu
verhoogd. Waaruit volgt, dat de heer
Van de Kamp thans vóór stemde.
Het leven van een Raadslid heeft ook
aangename oogenblikken.
Mag ik evenwel de verzekering van
der zake kundigen gelooven, dan zijn
de onaangename momenten talrijker.
Politiek Overzicht.
Nadat eenigen tijd geleden de ge
ruchten de ronde deden, dat Ivruger
en Ste3Ti in de richting van de Dela-
goabaai gevlucht waren, komt thans
uit Lourengo Iiferquez het bericht, dat
de Staatspresident zich aldaar be
vindt. Van Steyn is in dit telegram
geen sprake.
Het bericht is reeds nader bevestigd
door de mededeeling, dat de Staatspre
sident zich met verscheiden Transvaal-
sche ambtenaren ten huize van de con
sul Pott bevindt, en naar men wil zich
den 24en met de Herzog naar Europa
zal begeven, 't Is dus volstrekt geen
vlucht, zooals de Engelsche bladen 't
wel willen doen voorkomen, maar
vermoedelijk zal Oom Paul in Europa
zijn persoonlijken invloed willen aan
wenden om steun te verzoeken voor
zijn Republiek.
Buller zet zijn tocht noordwaarts
van Lijdenburg krachtig voort. Het is
uit de telegrammen van lord Roberts
gebleken, dat Lyttelton en lan Ha
milton Zaterdag de Boerenstelling
aanvielen tusschen Lijdenburg en
Spitskop, met het gevolg dat de Bueren
op Spitskop terugtrokken.
De Boeren troldien langs een smal
voetpad terug. Waarschijnlijk zullen
zij in Noordelijke richting trekken, zoo
zij tenminste bekend zijn met den
tocht van French, die van Carolina
over Barberton langs de Komati-rivier
oprukt, en volgens „Central News"
reeds te Barberton is aangekomen en
60 Engelsche officieren heeft bevrijd.
Deze gevechten worden in het N.-
Ooslen geleverd, en onderwijl houden
de Boeren bijna in alle andere cleelen
van de Republiek de Engelschen bo
zig.
Clery meldt, dat hij op den Gen Sep
tember bij Rooikop, in de nabijheid
van Standerton (in het Z. O. der Zuid-
Afrikaansche Republiek) op een Boe-
renafdeeling stootte, die hem tot een
gevecht dwong, waarin vier man ge
dood werden en kapitein Molyneux
van de Bengaalsche cavalerie ernstig
werd gewond.
Hildyard heeft voortdurend scher
mutselingen met de Boeren in Walc-
kerstroom, len noorden van Natal. In
een dier gevechten, bij Doornkop, werd
majoor I-ïilliard van liet korps officie
ren van gezondheid, ernstig gewond.
Methuen, die in den omtrek van
Mafeking is wordt voortdurend ver
ontrust door Boerentroepjes. ÏIij is
thans opgerukt van Mafeking naar
Lichtenbu rg.
Clements, die belast is met het toe
zicht in liet district Krugersdorp, komt
dagelijks in aanraking met Bcerenaf-
deehngen die zijn troepen beschieten.
Verder vinden wij in de Engelsche
bladen de volgende berichten over aan
vallen der Boeren: op een kleine af-
deeling, Oostelijk van Middelburg en
op Paget's troepen bij Warmbad. The-
ron en De Wet maken het terrein rond
om Johannesburg onveilig, en Fourie
heeft- alweer een poging om hem bij
Ladybrand te pakken, doen misluk
ken.
We kunnen dus, terwijl de zaken
nog zóó staan, niet aannemen, dat het
niet officieele telegram uit Pretoria,
meldende dat Botha onderhandelingen
heeft aangeknoopt voor de overgave
waarheid bevat.
Zou 't ook een truc kunnen zijn om
de Boeren, die 't de Engelschen in de
overige deelen van Transvaal zoo las
tig maken, te ontmoedigen?
Met Li-Hoeng-Tsjang is thans ook
Prins Tsjing door den Keizer aangewe
zen als gevolmachtigd vredesonder-
handelaar.
Prins Tsjing is reeds vroeger ge
noemd als een der mannen van wien
men geloofde, dat hij geneigd was
tot hervormingen en niet behoorde tot
de Chineesche nationalisten, de vreem
den-hatende paleiskliek.
Dat de onderhandelingen tusschen
de gezanten en de gevolmachtigden
der Chineesche regeering reeds zouden
zijn begonnen, acht de „Times" onmo
gelijk. Het schijnt, naar het blad zegt,
dan ook minstens voorbarig als ae
Fransche pers nu reeds juicht over
het gelukken van het plan, om de po-
Ftieke actie te beginnen, voordat graaf
Waldersee zal zijn aangekomen, en
daardoor diens komst tot een sinecure
te maken.
I)e^„Times" kan niet aannemen, dat
Mac Donald, of de Britsche Regecring,
of ei.f>:ge andere mogendheid, onder
handel r.gen zou aanknoopen met
Tsjing o.- met Li-IIoeng-Tsjang of met
i.eingen anderen Chineeschen :nauda-
riju, i'Ov lang China niet een Lavredi-
genuen grondslag voor die onderhan
delingen heeft aangenomen. De voort
durend aan den dag komende gebeur
tenissen en omstandigheden maken 't
steeds duidelijker, dat geen goede en
duurzame oplossing kan worden ver
wacht, zoolang de Keizerin het g^zag
behoudt, dat zij zich onrechtmatig toe-
geëindigd heeft.
De Pelcingsche correspondent van de
„Times'", aarzelt niet over haar het
schuldig uit te spreken. II,j beweert,
dat de Keizerin en prins Toean het plan
opmaakten om de gezanten te ver
moorden, dat zij bevel gaven tot den
aanval op de legaties, en dal zij de
aanvallen op de Christenen en de
vreemde troepen heeft bevolen. Met
zulk een vrouw, of met hare f.evol
machtigden te onderhandelen, a htde
„Times" onmogelijk voor mogendhe
den die zich christelijk of beschaafd
noemen.
Dezelfde correspondent geeft in een
telegram van 31 Augustus een beschou
wing over de overlieersching van den
Russisohen invloed en over Japan's on
derworpenheid daaraan. Hij zegt, dat
Rusland's doordringen in Peking
(Manisjoerije?) en het blijven daar, ge
heel het karakter van duurzaamheid
aannemen.
De Japanners zijn ontevreden over
de geringe sterkte van de Britscke le
germacht.
Buitenlandsch Nieuws.
Het Fransclio ministerie.
Het „Journal des Débats" brengt een
onverwachte tijding. 1-Iet ministerie
zou zijn ontslag nemen, vóórdat de
kamers weer bijeenkomen en hen tot
heengaan dwingen. Verschillende mi
nisters moeten met dit plan erg op
hebben. Deze regeering, zoo rede^ee-
ren zij, is geconstitueerd voor een
bepaald omschreven doel en dat is
thans bereikt. De „Zaak" is geëindigd
de Republiek is tegeu aanvallen bevei
ligd en de tentoonstelling is nu zoo
goed als afgeloopen.
Waarvoor zou nu het ministerie nog
langer aanblijven? Te meer, omdat de
regeering, door thans af te treden, het
land een goeden dienst zal bewijzen...
en zich zelf uit allerlei moeilijkheden
halen. Tallooze interpellation dreigen
reeds, en het laat zich aanzien dat in
de Kamer weer heftige tooneelen zul
len voorvallen. Om nu die alle te voor
komen zal het ministerie aan Loubet
voorstellen, hun nog vóór het eind
der vacantia ontslag te verleenen, en
een nieuw ministerie te benoemen, dat
bij de opening van de Kamers eene
verklaring' moet afleggen over de re
denen die het vorige kabinet tot zijne
ontslagneming brachten. Daardoor
feuilleton.
Roman uit het Duitsch
DOOS
JUL. ïü^RSr.
14)
Maar na deze mededeeling kreeg
ook de arts het woord, en ik zal u nu
de woorden van den dokter overbren
gen, die over zich zeiven heeft nage
dacht en zich van de eigen ziel, het
eigen lichaam zocht los te maken om
mij te bewijzen, dat hij, ofschoon hij
schuldig was, het tegen zijn wil en
onwetend geworden is. En de on
bekende leverde nu een heel betoog,
waaruit moest blijken, dat Jean Van-
dale onder den invloed van den waan
zin had gehandeld, en hij eindigde met
de volgende woorden, die hij uitsprak
zachtkens, als eene klacht: Het is een
bekende waarheid, dat de natuur geene
sprongen maakt, maar de teleurstel
lingen met zoo zachte overgangen tot
elkander brengt, dat ze in elkander
vloeien on het onmogelijk is de lijn van
scheiding nauwkeurig vast te stellen.
En deze stelling wordt nergens beter
bewaarheid, meneer de procureur, dan
bij verstand en waanzin!
Er ontstond wederom eene lange
pauze. De onbekende scheen diep ter
neergedrukt te zijn. Blijkbaar vergat
hij langzamerhand wat hij misschien
nog te zeggen had, de plaats, waar hij
zich bevond, den man, die liein gade
sloeg en geen oog van hem afwendde.
Wat de vreemde had verteld, had
den staatsprocureur noch geroerd,
noch overtuigd; integendeel, de zeker
heid, welke hij thans had gekregen,
dat Christine Richardier Jean Van-
dale nooit had bemind, versterkte nog
het gevoel van afschuw, dat de mis
daad hem had ingeboezemd. Hij stond
op, ging naar den onbekende, die. dat
niet scheen te bemerken, en sprak:
Gij wilt in 't belang van Jean Van-
dale de krankzinnigheid en ontoere
kenbaarheid laten gelden, met andere
woorden bewijzen, dat zijn wil geen
deel heeft gehad aan de misdaad. Be
antwoord mij thans eene vraag: hoe
zulen de zoon en de dochter van de
vermoorde, Martial cn Margarete Ri
chardier, over de misdaad en den be
drijver denken, als ze twintig jaar
oud geworden zijn?
De vreemde gaf geen antwoord,
maar liet onder den druk dezer woor
den het hoofd nog dieper op de borst
zinken. Nu schrikte hij even, want d'-
Aigurande bad hem de hand op den
schouder gelegd en zei:
Gij zijt Jean Vandalel
Het gebogen lichaam van den man
rilde als van de koorts en bet hoofd
zonk telkens dieper.
Ge zijt Jean Vandale! herhaalde
de staatsprocureur.
Ja, kwam het over de lippen van
den ander, cn toch zeide ik u straks
de waarheid. Jean Vandale is dood.
Als ik mij onder dezen naam bij u
had laten aandienen, zoudt ge mij
niet hebben ontvangen.
Ik had u dadelijk in hechtenis la
ten nemen, zooals mijn plicht mij ge
bood.
En wat zult ge thans doen?
Bedenk, dat ik u nog niet alles gezegd
heb. Tot dusver heb ik mij alleen be
schuldigd, nu moet ge ook mijne recht
vaardiging hooren. Ik ben uit waan
zin een misdadiger en ben een onge
lukkig, zeer ongelukkig mensch.
Ik lieb noch over u te oordeelen,
noch voor u partij te kiezen. En op
den knop der electrische schel druk
kend, vroeg hij den binnentredenden
bediende: Heb je gedaan, wat ik je ge
last had?
Ja, meneer de procureur; maar er
was alleen een wachtmeester op post,
zoodat hij eerst na eenige minuten
met een zijner manschappen hier kan
zijn.
Goed; meld het me dan dadelijk.
De deur viel achter den bediende
dicht, en Jeani Vandale haalde ver
ruimd adem.
Ge zult me dus nog aanhooren
en dan misschien een.e andere mee
ning omtrent mij krijgen, begon hij
opnieuw op zachten toon.
Ge hebt eene afschuwelijke mis
daad gepleegd, want ge hebt niet al
leen eene vrouw gedood, waarop ge
niet de minste aanspraken had. maar
ge hebt bovendien hare eer vernie
tigd. Ge hebt den echtgenoot aanlei
ding gegeven oni aan haar te twijfe
len, die hij voor trouw en rechtscha
pen had gehouden, en zult de kinde
ren dwingen om hunne moeder te ver
geten. Eene afschuwelijke misdaad,
grooter dan elke andere, want we
hebben hier naast de physische de
moreele.
Spreek nog langer op deze wijze,
ja, doe dat! Ge zult mijne gewetens
wroegingen niet vermeerderen, mij
niet nog ellendiger kunnen maken,
dan ik reeds ben. En toch heb ik
u nog veel te zeggen, meneer de pro
cureur, en ik smeek u mij nog aan
te willen hooren. Ik moet u immers
nog zeggen, waarom ik lafhartig
vluchtte, toen ik mij bij het lijk be
vond, bij het slachtoffer van mijne
daad, de daad van een waanzinnige.
En zonder een antwoord af te wach
ten vervolgde hij op zeer gejaagden
toon: Ik was laf, ik weet het maar al
te goed. Ik had moeten sterven, doch
toen mijn bewustzijn terugkeerde, was
ik niet meer dezelfde mensch, ik was
een ander, dien ilc nog niet kende;
de beide wonden, waardoor mijn
worden dan alle interpellation en
er worden er verwacht over de werk
stakingen, over de ongelukken die op
de tentoonstelling hebben plaats ge
had, over de kwestie Voulet-Chanoine,
en over allerlei incidenten die zich in
den vacantietijd hebben voorgedaan
van de baan geschoven, de debat
ten kunnen zich bepalen tot de algemee-
ne politiek, voornamelijk over China,
en daarna zou dan de Kamer van het
jaar eens op tijd met de begrooiing
kunnen beginnen.
In het nieu e ministerie zullen gee
ne leden van de tegenwoordige regee
ring cn geen socialisten meer zitting
nemen.
De ramp in Texas.
Met d<a schattingen der New-York-
sche bladen hebben wij geleerd voor
zichtig te zijn. De „Evening News"
stelt het aantal slachtoffers van de
ramp in Texas op 10,000 en de schade
aan eigendommen op 50 millioen dol
lars, waarbij nog geen rekening is
gehouden met het vernielen van den
katoenoogst.die den schadepost met
nog wel 12 millioen dol' zou kun-
neu doen stijgen. Aan Newyork-
sche beurs wordt gesproken van 5000
menschenlevens die verloren zijn ge
gaan en 10 mill, materieele schade.
Uit Galveston zelf komen de treu
rigste berichten; na de ramp volgden
hongersnood en gebrek aan drinkwa
ter; de arme bevolking is aan het
plunderen geslagen en president Mc
Kinley beval het departement van
oorlog de grootste haast te maken
met het zenden van rantsoenen en
voor de ongelukkige bewoners.
In de stad lag een compagnie solda
ten in de San-Tacinto-kazerne in gar
nizoen; men vreest dat de geheele
compagnie omgekomen is. Men komt
handen en werktuigen te kort om al
die lijken een behoorlijke begrafenis
te geven en men kan nu dagelijks
scheepjes in zee zien gaan, die de lij
ken in volle zee overboord zetten.
Men gelooft dat Galveston als han
delsstad totaal geruineerd is. Niet
slechts zijn al haar handelsetablisse
menten, electrische werken, spoor-en
tramwegen verdwenen, doch de ver
zekeringmaatschappijen zullen de
reusachtige schade, door zulk een bui
tengewoon natuurverschijnsel veroor
zaakt, niet wilen vergoeden en de
stoomvaartmaatschappij cn zullen
haar schepen niet weer in een haven
wilen riskeeren, waar zij zooveel ge
vaar loopen."
liet blijkt nu dat het Meteorolo
gisch Instituut Galveston gewaar
schuwd had voor den aankomenden
storm, Vrijdag reeds. De kracht van
den wind tijdens den orkaan was 134
M. per seconde volgens de instrumen
ten. maar deze werden weggeblazen.
Het is dus niet mogelijk de maximum
snelheid na te gaan.
Men berekent dat de handelswijk
geheel, de andere wijken der stad voor
twee derde vernield of ernstig bescha
digd zijn, en men gelooft vrij algemeen
dat Galveston niet weer opgebouwd
zal worden op de tegenwoordige
plaats ,daar een herhaling van de
ramp altijd mogelijk blijft: de stad
lag zoo ongunstig mogelijk.
Stadsnieuws
HAABLEM. 13 Swt. 1900.
Haarlemsclie ïoyubee-
Vereeniging.
In ons nummer van Zaterdag haal
den we een en ander aan uit het jaar
verslag van de Haarleinsche Toynbee-
Vereeniging. Dat jaarverslag geeft ons
aanleiding nog eens met een enkel
woord, en wel met een woord van war-,
me aanbeveling, terug te komen opi
deze nuttige vereeniging.
Het mag ais bekend worden veron
dersteld, dat het doel van den grooten
stichter, naar wien de vereeniging zich
noemt, geweest is de verschillende
maatschappelijke lagen nader tot el
kaar te brengen, opdat de meer bevoor-'
rechten van hun meerdere kennis en
ontwikkeling zouden afstaan aan de!
minder door de fortuin begunstigden,,
die weer op hun beurt de anderen een'
duidelijken blik zouden kunnen doen'
slaan in hun eigen leven van moeilij
ken strijd en harden arbeid.
In de allereerste plaats hebben de
arbeiders er belang bij. Om in onzen
tijd van zwaren strijd om het bestaan
het hoofd boven water te houden, is
het een kwestie van allereerste nood
zakelijkheid dat de arbeiders zich zoo
veel mogelijk toerusten met kennis.!
Kennis toch is macht, en waar op zoo
inderdaad gemakkelijke wijze de gele
genheid geboden wordt om zich ken
nis te verschaffen, is het te betreuren,'
dat nog zoo weinig arbeiders daarvan'
gebruik maken. Niet alleen van stof-i
fel ijk, iuaar ook van hoog zedelijk be-i
lang is het dat de arbeiders de som
van hun weten vermeerderen, hun ge-,
zichtskring wijder wordt. Hoe meer'
men weet, hoe krachtiger de drang tot
meer-willen-weten wordt, cn dat is de
beste waarborg om als zedelijk mensch'
vooruit te gaan.
En zouden de brooddronkenheid eiu^
baldadigheid, de ruwe toon van onbe
schaafdheid en ae drankellende niet
h ierdoor in groote mate worden bestre
den
Maar er zijn nog anderen, die ook
met zeer veel profijt voor zich zelf
plaats kunnen nemen In de rijen van
hen, die in Toynbee's geest willen
werkzaam zijn. Dat zijn de meer be-'
voorrechten. Immers, hoe zullen ze
anders zich een ooi-deel kunnen vor
men over de maatschappelijke vraag-!
stukken onzer dagen, als ze niet door
eigen aanschouwing ieeren kennen helj
leven van den arbeider, als ze zich niet
zelf in aanraking brengen met dié
kringen, waarom het geheele maat
schappelijke vraagstuk draait.
En niet alleen nut, doch ook genoe
gen, heerlijk genoegen is hier voor ben
weggelegd.
Wij hebben verschillende werkende
leden van de Toynbec-vereeniging,
leidsters of leiders van clubs of cursus
sen gesproken, en allen waren een
stemmig van oordeel, dat het een genot
was zijn krachten aan dit werk te wij
den. Wel weten wij, dat niet ieder in'
staat is les te geven of clubs te leiden,!
doch zedelijken, en, wat vooral noodig
is, finantieelen steun, kan wel ieder
verleenen. en heusch, deze goede daad
vindt in zichzelf de belooning.
Gaarne zon de vereeniging haar
bloed wegstroomde, redden mij van
krankzinnigheid en nu zag ik eerst
volkomen duidelijk, wat ik had ge
daan de ontzettende misdaad, die
ik had gepleegd! Ik begreep, dat ik in
een aanval van waanzin een moord
pleegde en dat men mij van de maat
schappij zou afzonderen als een ge
vaarlijk mensch, die op den een of an
deren dag weer iemand kon dooden.
Men zou mij in de gevangenis of in
het krankzinnigengesticht brengen en
't zou mij onmogelijk zijn dat te dra
gen. En in de ontzetting van 't eerste
oogenblik, door eene plotselinge laf
heid overmeesterd, ontvluchtte ik, al
leen om maar niets meer van mijne
omgeving te zien, om het sombere vi
sioen te ontloopen, waarin mij de ge
opende deur van het krankzinnigen
gesticht werd getoond! Ik was niet
meer waanzinnig, ik zag en kon reeds
ctënken en oordeelen.
Nu begon Vandale luide te snikken,
terwijl hij beide handen voor 't gelaat
had geslagen. Dit duurde heel lang.
Maar plotseling hielden de tranen op
tusschen de vingers door te vloeien
en ook het krampachtig snikken ver
stomde.
Vandale hief het hoofd op, terwijl
hij vervolgde:
Voor ge mij in hechtenis laat ne
men, meneer de procureur ik wist
aan welk gevaar ik mij blootstelde,
toen ik mij hier heen begaf, moet
ge vernemen, dat, wanneer ik mijne
vrijheid behoud, mijn geheele leven
gewijd zal zijn aan berouw cn liet
streven om het gepleegde onrecht te
vergoeden. Op welke wijze ik het'
kwaad, dat ik heb veroorzaakt, zal
herstellen, weet ik zelf nog niet. God;
die in de verborgen schuilhoeken vanj
mijn hart leest, zal middelen en wegen
vindon om mijne offervaardigheid op
de proef te stellen; mijn leveu za(
voortaan eene onafgebroken reeks van,
opofferingen zijn. Tot mijnen dood
wil ik den last van 't vergoten bloed
op mijn hart dragen. Wanneer ilc vrij
en ongehinderd kan blijven kan ik
door mijne wetenschap, die elk uur
grooter wordt, nuttig zijn, kan ik der
geheele menschheid door mijn werk
en mijne intelligentie diensten bewij-J
zen. Legt de door u vertegenwoordig
de maatschappij echter de hand op
mij, om mij te straffen, dan maakt za
alle geschiktheid en kracht in mij
werkeloos; zij straft mij, zonder uit
mijn berouw, uit mijne diepe versla
genheid eenig voordeel te trekken, en
van uit de gevangeniscel zal ik het'
bedreven kwaad niet weer goed ma-
kon. Om u dat te zeggen, kwam ik tot
u, meneer de staatsprocureur, want
ik ben geen gewone misdadiger; ilc
blijf er pertinent bij, dat ik aan den
moord, dien ilc heb gepleegd, en dien
ik nog veel meer veroordeel dan gij
kunt doen, volkomen onschuldig ben.
Alleen de waanzin heeft mijne" hand
gericht.