Licht en Schaduw. UIT CHINA FEUILLETON. die over het grootsche werk der Veiligheidsbeweging uitgespreid ligt. Zoo nu en dan wordt men er toe gebracht een blik te werpen in het kleine vierkante hokje oponsstation, tusschen telegraafkantoor en 3de kl. wachtkamer ingesloten. De nivste- rieuse geluiden, die daaruit weerklin ken, dan eens bellen, dan weer het geratel van een slinger, dan wéér hel neervallen van een stuk metaal ol iets anders, lokken den wachtenden reiziger menigmaal tot een kijkje, doch niemand is het vergund nader te komen om den oorsprong van al dat gedoe te ontdekken. Als een anderen Cerberus staat de blok wachter voor zijn post; lang tijd om zijne waar digheid op te houden heeft hij echter niet, daar klinkt een bel, daar weel een andere, daar verandert de kleur der schijven in hun groene .kastjes en zoo van de eene zijde naar de an dere vliegende, hier vragende, daar antwoord gevend heeft hij den ge heelen omtrek in handen eii weet pre cies wat naar zijn stad in aantocht is, m. a. w. dat hokje is het centrale punt. j waaruit voor de veiligheid der treinen j gezorgd wordt. De Stationchef of j de ambtenaar die voor hem dienst doet is hier de bevelhebber en niets j mag geschieden zonder zijn voorken-1 nis. In den allereersten tijd van het spoorwegwezen, toen slechts enkele treinen per dag reden, was de taak van dien ambtenaar niet moeilijk, doch toen gaandeweg het vervoer zich uitbreidde en als gevolg daarvan meerdere treinen moesten loopen, werd zijn taak meer bezwarend; met liet tegenwoordige verkeer per spoor weg zoude zijn taak ondoenlijk zijn wanneer niet andere middelen hem in staat stelden om zijn taak naar behooren te verrichten. Waar het spoorwegverkeer zulk een hoogen vlucht nam. moest men naar middelen omzien om een druk ver voer te kunnen doen geschieden, zon der dat daardoor meer gevaar ont stond, en door middel der electrieite t, door middel van automatische toe stellen is men daarin zoo gelukkig geslaagd, dat een gevaar bijna ondenk baar is. Wissels en signalen zijn zoo danig met elkaar verbonden, dat de laatsten niet het sein „veilig" kunnen vertoonen, wanneer niet alle wissels goed liggen voor den binnenkomenden trein, terwijl het z. g. blokstelsel het achteroprijden van treinen onmogelijk maakt. Wat botsingen betreft, liet ge vaar daarvoor is geheel weggenomen, door het leggen van een dubbel spoor j op spoorwegen met druk vervoer, ter- wijl daar waar nog enkel spoor ligt, de regel geldt dat geen trein het sta-1 tion mag verlaten, voordat de stations chef per telegraaf bericht heelt ont vangen, dat de voorgaande trein in het volgende station is binnengeko men, of wel in tegenovergestelde lich ting, dat-geen trein naar zijn station onderweg is. Op den voorgrond stellende dat de machinist van een trein lijdelijke, ge hoorzaamheid verschuldigd is aan de signalen, willen wij beginnen met eene verklaring te geven van de optische seinen, omdat deze hoofdzakelijk voor het treinpersoneel gelden. Men heelt ze in soorten in de eerste plaats de Chineesche wandelaar. seinen van de spoorstaaf verwijderd De signalen worden bewogen door middel van staaldraad over rolletjes en dat zoodanig geconstrueerd is, dat bij het breken van den draad het se'in altijd „onveilig" aangeeft. Hier door kan nimmer een fout in de ge leiding een misverstand doen ontstaan. De afstands- en bloksignalen be staan uit een paal waaraan een z.g. signaalarm. De horizontale stand van dezen arm geeft algemeen onveilig aan, terwijl de schuine stand onder bloksignalen, die dienen om een trein 45° naar boven gericht, het sein te dekken in de tweede plaats deaf- „veilig" _aangee;t De schuine stand, standsignalen, die dienen ter beveili- onder _40o naar beneden gericht, is ging van stationsemplacementen, een vóórsignaal, het kruisingen, beweegbare bruggen enz.schuwin- de kruispuntsignalen, die bij kruisin- teekent gen van 2 lijnen aangeven voor welke rijden'*, richting de baan vrij is: de perron- het atskmdsignaal zelve „onveile stopsignalen, die dienen om een trein I aangeeft. op een bepaalde plaats op het station Ook perronstopslgnalen en signalen te doen stoppen, rangeersignalen enz: "P kruispunten werken m den zelt- Wanneer het zoo sterk mist dat de den zin signalen op 500 meter niet te zien Bovendien kunnen, behalve deze zifn. worden er zoogenaamde knal- signalen, ook nog seinen worden ge- De Uroote Chineesclie muur sluit het mongoolsehe hoogland van eigenlijk China af. Hij is 2.450 KM., dus 2.450.1 0 M. lang. Voor meer dan 21' 0 jaren (246 voor Christus) werd met den bouw ervan begonnen, en 1:09 jaar voor Christus was hij vol tooid, dus na 37 jaar. Later werd hij nog versterkt en vergroot, llij begint in het westen van Kansu bij Sulschon en zet zich in een wijden boog voort rondom het hoogland tot aan de golf van Petschïli en verder in noordoos telijke richting tot aan de Öunjari- rivier. De muur is aan de basis 40 voet breed, aan den top 25 voet, de hoogte bedraagt zoowat 35 voet. Op 200 schreden is telkens een bastion opgericht, die ongeveer 20 voet uit den muur naar voren springt. Aan de buitenzijde liep vroeger een tame lijk breede gracht, maar die is nu voor het grootste gedeelte met afval gevuld en slechts op een paar plant- sen, in den regentijd, met water ge vuld. De toestand, waarin de muur verkeert, is nog vrij goed. jeldt als waar voor den machinist en be- oorzichtïg" of „langzaam De machinist weet dan dat Chineesche moeder met haar kind. releveeren, dat rood „onveilig", wit een groene kast; aan de voorzijde daar- „veilig" en groen „voorzichtig, lang- i van vertoonen zich twee vensters,waar- zaam rijden" aangeven. [achter witte of roode schijven, boven Wanneer door verwisseling van eik venster bevindt zich een knopen spoor- of andere werken, het een of an- bovendien een klein bruin kastje met der baanvak tijdelijk langzaam bereden een wekkerknop, terwijl ter zijde een moet worden, dan zijn aan het begin j slinger (de muuckiekruk), de sierlijk en het einde van dat baanvak groene heid van het geheel tracht te ver borden geplaatst met de letters A hoogen. Deze toestellen zijn geplaatst op (aanvang) en E (einde). de stations en in de woningen langs Na de optische signalen komt nu j den weg die voor blokposten in aan- het eerst aan dc beurt het bloksysteem. nierking komen, en staan in ver- Op lijnen met druk verkeer kunnen j binding met de bij die woningen ge- de treinen elkander niet op stations-legen optiscne signalen, afstand volgen. Vaak is eene geringere De electrische stroom wordt door tusschenruimtegebiedeodnoodzakelijk 1 inductie opgewekt en loopt langs een en om dit mogelijk te maken en de geisoleerden draad van het eene blok treinen toch een voldoenden afstand te naar het andere, hierdoor naar de doen behouden, maakt men thans over aarde en gaat door de aarde weer het algemeen gebruik van het systeem, naar het eerste blok terug, uitgedacht door de bekende firma De beide vensters in de groene Siemens en Halske. Door de toepas- kast gelden elk voor ééne richting sing daarvan kan een trein oitnmer een wijzertje geeft de richting aan. een blok passeeren, wanneer niet de De posten langs den weg zijn tus voorafgaande trein het volgende blok schenblokken. die welke ter zijde van gepasseerd is. Het ligt niet op onzen stations gelegen zijn. noemt men sluit- weg de constructie te ontleden metblokposten. De taak van deze laat sten wfnfeapWrl!' kTt'ine geven met de hand, met vlaggen, met I alle technische bijzonderheden die voor I wijkt eenigszins af' van de gewone Signalen op ue rans 0eie_,u, ,i„„ iw ,.,i„ n.-. ki„u.,i„ u.„ busjes met ontplofbare stoffen, die lantaarns. den machinist doen weten dat hij een den leek weinig waarde hebben. Ge-blokposten. Waar de beambte aan De kleuren van vlaggen en lichten noeg zij het dat de eleetriciteit ook de gewone blokposten, nadat door onvei!i<r signaal nadert Zoodra het mogen wij als wel bekend veronder- hier weder hare machtige hulp ver- j den volgenden post het sein gegeven siouaaf veili*" wordt, worden de knal- stellen, doch willen wij hier nog eens leent. Het toestel zelf bevindt zich in is dat de door den eersten blokpost ge passeerde trein ook d..ar doorgegaan on het baanvak dus weder vrij is, ge legenheid heeft om het signaal veilig te zetten, kan de wachter van het sluitblok dat eerst doen wanneer de stationschef hem daartoe vergunning geeft, vandaar dat het signaal aan den sluitblokpost in de richting naar j het station altijd geblokkeerd is, j totdat de gevraagde vergunning van j den stationschef verkregen is. De normale stand van de schijven aan de gewone blokposten is wit, van de sluitblokposten en van het station zelve voor aankomst daarentegen rood. I Het blokstelsel, wij willen dat hier nog eens herhalen, dient dus om te voorkomen dat zich twee treinen in dezelfde richting tegelijk op een zelfde gedeelte van den weg (baanvak) be vinden. Nu rest ons nog eene verklaring te geven van de wijze waarop de wach ters langs den weg gewaarschuwd worden dat een trein in aantocht is. De stations, het zal wel overbodig zijn dit hier te zeggen, geven, behou dens de hiervoor genoemde trein.be- riehten voor lijnen met enkel spoor, elkander per telegraaf van het vertrek van een trein kennis. Om ook het bewakingspersoneel eene dergelijke mededeeling te doen, heeft men bij de wachterswoningen electrische klok ken geplaatst. Deze klokken, ook wêer jdoor geisoleerde draden met elkander verbonden, waarlangs de inductie- stroom de hamer in beweging brengt, j worden aan het station van vertrek afgeslagen drie minuten voor het i vertrek van den trein. Elke klok geeft een aantal dubbelslagen. Het éénmaal „afslaan" van de klok geeft het ver- trek aan van een trein in de richting l naar Amsterdam, het tweemaal „af slaan" in de richting van Amsterdam. Elke wachter hoort dus aan het slaan van de klok van welken kant de trein 'te wachten is en berekent dan uit den afstand tot het station na hoeveel minuten de trein zijn post zal be reikt hebben. Ook het alarmsein, aangevende dat men iets buitengewoons te wach ten is. wordt op deze klokken gege ven nl. door deze vijfmaal af te slaan, liet begin en het. einde van den dienst wordt aangeduid door de dub belslagen tienmaal te doen weer- j klinken. i Na wij dit alles weten zullen wij onze krachten eens beproeven tot het doen loopen van een trein van hier naar Amsterdam. Alleen reeds voor d beveiliging van het baanvak tusschen het station Haarlem en het aansluitingspunt van liet spoor naar de werkplaats, zijn 2 seinpalen, twee stopsignalen, en een rangeersignaal geplaatst. Op het traject HaarlemAmster dam zijn de klokposten geplaatst als volgt Station Haarlemstationsklok. seinhuis Jansweg. i brug Spaarne. Werkplaatssluitblok. Overweg Haarlemmerliedetus- (schenblok. Vinkebrugsluitblok (Halfweg. Station Halfwegstationsblok. Ooste 1 ij ke IJ dij ksl uitblokH alftveg Woning No. 5a—tusschenfcLok. Spieringhornersluis Overweg Sloterdijk Aansluiting naar Zaandam-tus- (schenblok. EenhoornsluisSluitblok Amster dam C.-S. seinhuis I Amsterdam C. S Westzijde. Station Amsterdam C.S.Stations klok. Yijfti n minuten voor het vertrek of de aankomst van eiken trein doet de stationschef, indien de brug over het Spaarne niet gesloten is, den brugwachter aldaar met drie wekker- seinen wekken. Dit sein is de order otn de brug te sluiten. De trein staat vóór het perron. Vijf minuten voor het vertrek van den trein wnnl n de truditioneele slagen op de stationsbei gegeven eene vriendelijke uitnoodigingaan publiek om zich van plaatsen voorzien drie minuten vóór het trek van den trein ziet men blokwachter met statigen tred naar het telegraafkantoor begeven, den ambtenaar van dat kantoor nis te geven dat het tijd is om trein at te slaan. De nog niet vergeten veelgeroeit „Kq Steen", die op zulk een ver kelijke manier zijn „de hoek in „past er op, heertje" kon uitbulde heeft het nimmer met den ornv van zijn lichaam kunnen overt brengen om naar het kantoor te gi en daar te vertellen voor ting een trein moest worden afg< gen. Vandaar dat hij er wat op vonden hadeen tik op de ee ruit van het telegraafkantoor voor een trein naar Rotterdam, tweede ruit voor een naar Arusten en een tik op de ruit van de i was het teeken dat men de Helder richting mocht afslaan. Ais een st nu niet meer begrepen hulde zijne nagedachtenis, heeft men gewoonte geruimen tijd trouw gevo Dit is echter re'eds sedert j veranderdhet personeel vari telegraafkantoor wordt nu monde gewaarschuwd. De beambte, deze waarschuwing gehoor geve draait den inductieknop eenmaal en vrooiijk weerklinkt het har niscli geluid over het perron en la den weg van post tot post. Nadat de stationschef zich - tuigd heeft, ook weer door het wezig zijn van een wit schijfje in toestel, dat hem met de Spaa brug verbindt en dat door den bi wachter niet wit gemaakt kan den dan nadat hij de brug behooi gesloten en opgezet heeft, doet den brugwachter en den sluitb wachter wekken. Daarna bedient zich van een blok dat hem verbi met het seinhuis aan den Jansi In dit toestel bevinden zich venstersvoor elk der sporen, waar een trein kan vertrekken, Door eene beweging met de indut kruk en het gelijktijdig neerdruk van den knop die boven elk ven zich bevindt, wordt een der rt schijven wit gemaakt; hierdoor de wisselwachier aan het seinhuis welk spoor een trein gaat vertrek en stelt hij dan dadelijk de wis voor het aangegeven spoor. (57o< volg i id <- VOORZICHTIG. MarieHeb je met George krakeeld AnnaWel neen 't is vee dicht bij mijn verjaardag. Schetsen van DEKA. 't Geheimzinnige stuk vleesch. Meen nu niet dat ik een zenuw schokkende, adem-benemende detec tie ve-historie ga vertellen, waarin T een Sherlock Holmes gelukt de her komst van 'n bloedig stuk menschen- vleesch na te gaan. Dergelijke dingen vallen in ons geliefd vaderlandje ge lukkig niet voor. Maar het geval was toch hoogst merkwaardig., Daarom vinde het hier een, plaats. Mijnheer en mevrouw Rompel dan konden er vrij goed komen, al waren ze niet rijk. Hij was ambtenaar ten stadhuize, zelfs oudste en eerstaan wezende ambtenaar. Zijn salaris had het zij hier onder de roos mede gedeeld het maximum bereikt, elke maand ontving hij de somma van 100! Reeds lang hadden zij er zich aar. gewend, hun uilgaven naar hunne in komsten te bepalen, ze woonden in een der buitenwijken van Amsterdam, en daar zij slechts met hun beidjes waren gebleven, konden zij er ook fat soenlijk van komen fatsoenlijk, maar ook niet meer Jonge groen ten of nieuwe vrucht zag je bij hen niet op tafel, maar wel bewees het menu voor het diner elk jaar éénmaal dat de jacht op groot of klein wild ge opend was. Rompel had nl. een vroe- geren buurman wonen in de buurt van de cendekooien of in een andere wild rijke streek, 't was een leuke, harte lijke vent, en eik jaar reisde er als tee ken van joviale vriendschap een doo- de eendvogel of zoo wat van Opdrecht naar Amsterdam. "t Was op een Zaterdagavond, tien uur; mijnheer Rompel was even uit- geloopen om zich voor den Zondag feestelijk te laten scheren; mevrouw zat op hem te wachten met warme broodjes, sucade-koek, mitsgaders een kop koffie, gelijk eiken Zaterdagavond plaats vond, en het dienstmeisje, An- nebet, stond in haar schoone japon netje in de blinkende keuken messen te slijpen, daarbij met veel gevoel het aandoenlijk lied van ,,de Zwaluw" ten beste gevend, zonder ooit verder te komen dan tot deze gewetensvraag aan den vogel: „Waarheen is uw vlucht, hoog in de lucht?" Ze zong zoo hard ze kon, om boven het rumoer van het niessenslijpen uit te komen, wellicht ook in de stille hoop dat het dier eindelijk eens de plaats zijner bestemming zou opgeven, en. hoorde daardoor het bescheiden schei letje niet, dat hoogst beleefd even door het gestucadoorde, 'helder geschuur de gangetje klonk. Toen de bedrijver daarvan, een boodschappenlooper van een veer. na een paar minuten nog niet was opengedaan, trok hij zóóveel harder, dat mevrouw Rompel, die over de krant in slaap was geval len, er zoo waar zelf van opschrikte. Maar Annebet moest eerst geheel met den Zwaluw hebben afgedaan, voor zij naar voren liep, en zoo kwam het dat de schel nog eens hevig rinkelde in het stille huisje. Zonder avondgroet wierp de man, brommend in zijn baard, het dienstmeisje een pak toe, dat kleverig aanvoelde, en verwijderde zich toen haastig, om den verloren tijd weer in te halen. Annebet kneep eens in het pak, niet uit nieuwsgierigheid, maar je wil dan toch weten wat er in is, en bracht hel daarop naar binnen. „Wat zit er in. Bet?" vroeg mevrouw, onbenullig, met slaperige oogjes in de verte starend over den bril, die naar het puntje van haar neus was gegle den. ,'k Weet niet, mevrouw. Zal ik es open maken?" „Ja, da's goed Bet, maar snij me niet de touwtjes door," zei ze bezorg:!- zuinig, „maak liever de knoopjes los." „O, der zit heelemaal niks om, me vrouw, dan een vies, nat krantenpa pier. Ik weet niet waar 't wel op lijkt, 't zal toch wel goed zijn?" Die vraag i'iep mevrouw Rompel in eens tot deharde werkelijkheid terug, waaraan zij een oogenblik door kof fiegeur, versche-broodlucht en een zaamheid was onttrokken. En met een poging om dapper te zijn; „Niet goed zijn? Waarom niet, malle meid, wat zou er nou in zitten. Toch de stekert niet?" Eenigszins gerustgesteld door de iro nie dier woorden, maar toch voorzich tig, haalde Annebet met de punten barer vingertjes het pak aan twee hoeken open en ontblootte daardoor al spoedig en met een lichte huive ring een groot stuk, bloederig, rood, vleesch. Mevrouw Rompel schoof wat achteruit, je kon niet weten, en Anne bet stamelde inet de handen in de zij; „Wat heb ik u nou gezegd", in wel ken vragend-uitroenenden zin een 'e- rugkeerende angst en tevredenheid omdat-ze-gelijk-had, om den voorrang streden. Zoo vond de heer Rompel beide vrouwen, toen hij tot hun opluchting even daarna schoongekrabd terug kwam. Om fe zeggen, dat hij niet vreemd opkeek hij liet aanschouwen van het vreemde present, dat als qen ongewoon I nièce-milieu midden op de tafel stond, sterk verlicht door do petroleumlamp, die cr juist boven hing, zou wat al te sterk zijn. Maar hij verloor toch geei oogenblik zijn gewone kalmte, die hij zich als oudste, eerstaanwezende ambtenaar op het kantoor en als hoofd van dit kleine, overheerschend vrou welijk gezin, had eigen gemaakt. Die kalmte bracht hem op het practische denkbeeld, de gescheurde krantensnip- pers weer aan elkaar te passen, en na eenig hoofdbreken kon lhj, en niet J voldoening en tot aller geruststelling j opmerken, dat de „Opdrechtsche j Nieuwsbode" tot omhulsel had ge diend. Nu helderde alles zich op. Welze ker, dat was een verrassing van dien hesten kerel daar. Trouwe vriend toch. hé? Maar wat zou het zijn? t Leek het meest op biefstuk, maar daar was het te glad voor. Annebet meende dat het een groote eendvogel was, omdat een korte stomp, waarin het stuk vleesch eindigde, als hij een hammcschijf het been, wel iets had van :n „vlerkie." Maar deze onder stelling werd door mijnheer Rompel met kracht verworpen, omdat naar hij op een toon van ondervinding op merkteeen eendvogel „wit" vleesch had. Mevrouw voegde er spottend aan toe. dat ze nog nooit gehoord had van een eendvogel met één vleugel. Zoo doende kwam men langzamerhand tot de vaststelling van wat het. ge-1 heimzinnige stuk vleesch niet was. Hiermede bleef echter nog onopgelost de vraag wat het dan wel was. Mijnheer Rompel hakte den knoop door, door het eenigszins stoute, haast roekelooze voorstel om het den vol genden dag. Zondag, maar eens te eten. De vrouwen vonden liet wel wat" griezelig, maar toen de heer des hui zes nog eens met zijn zwaarwichtig Opdreehtsch argument aankwam, stemden ze toe, Annebet om het te i braden, heiden om het mee op te eten. En ze hadden er geen spijt van, want het smaakte zoo goed, dat allen als om strijd verklaarden, zelden zoo'n koningsmaal gehad te hebben. Rompel vond het zaak zijn vriend even voor de aardige attentie te be danken, maar om geen mal figuur te maken je kon 't niet weten, mis schien had een ander 't gestuurd, en dan zou het bedankje voor een stillen wenk kunnen worden opgevat kleed de hij zijn dankbetuiging vragend in: ,„0f hij misschien afwist van 'n stuk vleesch, en of hij eens gauw wou schrij ven waar ze zoo lekker aan gesmuld hadden." liet antwoord liet niet lang op zich wachten en luidde aldus: Opdrecht, Najaar 1900. „Geachte 1-Ieer en Mevrouw! „De zending was inderdaad, zoo als ge vermoed hebt, van mij. Sedert eenige dagen is de jacht op klein wild hier geopend, doch aanvankelijk met niet veel geluk voor mij. Tyras, gij herinnert u den mooien, schranderen hond wel, kreeg nl. van mij een schot hagel in z'n lijf, dat ik bestemd had voor een koppel patrijzen en legde het tot mijn groot verdriet, spoedig na die verwonding af. Daar ik wist dat gij altijd veel van den hond gehouden hebt, zond ik u een stuk van hem. Mijn gewone jaarlijksche geschenk volgt later. Met hartelijke groeten, ook van mijn vrouw. Uw Als men plotseling, onvoorbereid, o]i dezen kalmen, genoeglijken Zondag hot echtpaar had medegedeeld dat zij reddeloos vergiftigd waren, konden zij niet meer verpletterd zijn geweest, dan toen de heer Rompel ontroerd en geschokt, dezen verschrikkelijke?* brief had voorgelezen. Ontzet staar- i den ze elkaar aan meer dan een mi nuut lang, tot Annebet, die toevallig voor de deur had staan luisteren, in luid geween uitbrak. Een hond opgegeten, verheel^ een hond. die smerige, oude, g hond, die ze zoo goed kende. Eindelijk barstten heide vrouw verontwaardiging los. Mevrouw pel meende dat zijn vrienden veel nadruk vooral op dat zijn gelijke onbehoorlijke aardighedei leen maar konden doen. Daar wai ander mensch, wie dan ook, niet staat toe, en Annebet zeide bij he ling, dat ze een fatsoenlijk meisje dat ze altijd hij fatsoenlijke mensi had gediend, dat ze verwacht had mijnheer en mevrouw Rompel fatsoenlijke menschen waren, en ze er maar op moesten rekenen di den volgenden morgen wegging. Dit gaf weer aanleiding tot een nen woordenstrijd, hij wijze van ii mezzo, tusschen mevrouw en de n omdat mevrouw verzekerde dat ze moest denken dat er niet meer dit boden waren, en dat ze met pit gaan kon. Beiden waren 't er ec over eens, dat mijnheer Rompel aanleidende oorzaak was. Hij ha dwongen om het op te eten, in p van eerst bedaard af te wachten. et rel Mijnheer Rompel had een hij der onpleizierigen nacht, en de zette zich weer net zoo in, toen schalksch briefje van zijn buur hem hij het ontbijt met de heug mededeeling kwam verassen, dal stuk vleescheen reerug wa- woest, dus wel het gewone jaa*rj sche geschenk. Toen bleef Annebet, en werdfc, drievoudig verbond weer bekrach was de vrede weer gesloten.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1900 | | pagina 6