Licht en Schaduw.
UIT CHINA
FEUILLETON.
die over het grootsche werk der
Veiligheidsbeweging uitgespreid ligt.
Zoo nu en dan wordt men er toe
gebracht een blik te werpen in het
kleine vierkante hokje oponsstation,
tusschen telegraafkantoor en 3de kl.
wachtkamer ingesloten. De nivste-
rieuse geluiden, die daaruit weerklin
ken, dan eens bellen, dan weer het
geratel van een slinger, dan wéér hel
neervallen van een stuk metaal ol
iets anders, lokken den wachtenden
reiziger menigmaal tot een kijkje,
doch niemand is het vergund nader
te komen om den oorsprong van al dat
gedoe te ontdekken. Als een anderen
Cerberus staat de blok wachter voor
zijn post; lang tijd om zijne waar
digheid op te houden heeft hij echter
niet, daar klinkt een bel, daar weel
een andere, daar verandert de kleur
der schijven in hun groene .kastjes en
zoo van de eene zijde naar de an
dere vliegende, hier vragende, daar
antwoord gevend heeft hij den ge
heelen omtrek in handen eii weet pre
cies wat naar zijn stad in aantocht is,
m. a. w. dat hokje is het centrale punt. j
waaruit voor de veiligheid der treinen j
gezorgd wordt. De Stationchef of j
de ambtenaar die voor hem dienst
doet is hier de bevelhebber en niets j
mag geschieden zonder zijn voorken-1
nis.
In den allereersten tijd van het
spoorwegwezen, toen slechts enkele
treinen per dag reden, was de taak
van dien ambtenaar niet moeilijk,
doch toen gaandeweg het vervoer zich
uitbreidde en als gevolg daarvan
meerdere treinen moesten loopen,
werd zijn taak meer bezwarend; met
liet tegenwoordige verkeer per spoor
weg zoude zijn taak ondoenlijk zijn
wanneer niet andere middelen hem
in staat stelden om zijn taak naar
behooren te verrichten.
Waar het spoorwegverkeer zulk een
hoogen vlucht nam. moest men naar
middelen omzien om een druk ver
voer te kunnen doen geschieden, zon
der dat daardoor meer gevaar ont
stond, en door middel der electrieite t,
door middel van automatische toe
stellen is men daarin zoo gelukkig
geslaagd, dat een gevaar bijna ondenk
baar is. Wissels en signalen zijn zoo
danig met elkaar verbonden, dat de
laatsten niet het sein „veilig" kunnen
vertoonen, wanneer niet alle wissels
goed liggen voor den binnenkomenden
trein, terwijl het z. g. blokstelsel het
achteroprijden van treinen onmogelijk
maakt. Wat botsingen betreft, liet ge
vaar daarvoor is geheel weggenomen,
door het leggen van een dubbel spoor j
op spoorwegen met druk vervoer, ter-
wijl daar waar nog enkel spoor ligt,
de regel geldt dat geen trein het sta-1
tion mag verlaten, voordat de stations
chef per telegraaf bericht heelt ont
vangen, dat de voorgaande trein in
het volgende station is binnengeko
men, of wel in tegenovergestelde lich
ting, dat-geen trein naar zijn station
onderweg is.
Op den voorgrond stellende dat de
machinist van een trein lijdelijke, ge
hoorzaamheid verschuldigd is aan de
signalen, willen wij beginnen met eene
verklaring te geven van de optische
seinen, omdat deze hoofdzakelijk voor
het treinpersoneel gelden. Men heelt
ze in soorten in de eerste plaats de
Chineesche wandelaar.
seinen van de spoorstaaf verwijderd
De signalen worden bewogen door
middel van staaldraad over rolletjes
en dat zoodanig geconstrueerd is, dat
bij het breken van den draad het
se'in altijd „onveilig" aangeeft. Hier
door kan nimmer een fout in de ge
leiding een misverstand doen ontstaan.
De afstands- en bloksignalen be
staan uit een paal waaraan een z.g.
signaalarm. De horizontale stand van
dezen arm geeft algemeen onveilig
aan, terwijl de schuine stand onder
bloksignalen, die dienen om een trein 45° naar boven gericht, het sein
te dekken in de tweede plaats deaf- „veilig" _aangee;t De schuine stand,
standsignalen, die dienen ter beveili- onder _40o naar beneden gericht, is
ging van stationsemplacementen, een vóórsignaal, het
kruisingen, beweegbare bruggen enz.schuwin-
de kruispuntsignalen, die bij kruisin- teekent
gen van 2 lijnen aangeven voor welke rijden'*,
richting de baan vrij is: de perron- het atskmdsignaal zelve „onveile
stopsignalen, die dienen om een trein I aangeeft.
op een bepaalde plaats op het station Ook perronstopslgnalen en signalen
te doen stoppen, rangeersignalen enz: "P kruispunten werken m den zelt-
Wanneer het zoo sterk mist dat de den zin
signalen op 500 meter niet te zien Bovendien kunnen, behalve deze
zifn. worden er zoogenaamde knal- signalen, ook nog seinen worden ge-
De Uroote Chineesclie muur
sluit het mongoolsehe hoogland van
eigenlijk China af. Hij is 2.450 KM.,
dus 2.450.1 0 M. lang. Voor meer dan
21' 0 jaren (246 voor Christus) werd
met den bouw ervan begonnen, en
1:09 jaar voor Christus was hij vol
tooid, dus na 37 jaar. Later werd hij
nog versterkt en vergroot, llij begint
in het westen van Kansu bij Sulschon
en zet zich in een wijden boog voort
rondom het hoogland tot aan de golf
van Petschïli en verder in noordoos
telijke richting tot aan de Öunjari-
rivier. De muur is aan de basis 40
voet breed, aan den top 25 voet, de
hoogte bedraagt zoowat 35 voet. Op
200 schreden is telkens een bastion
opgericht, die ongeveer 20 voet uit
den muur naar voren springt. Aan
de buitenzijde liep vroeger een tame
lijk breede gracht, maar die is nu
voor het grootste gedeelte met afval
gevuld en slechts op een paar plant-
sen, in den regentijd, met water ge
vuld. De toestand, waarin de muur
verkeert, is nog vrij goed.
jeldt als waar
voor den machinist en be-
oorzichtïg" of „langzaam
De machinist weet dan dat
Chineesche moeder met haar kind.
releveeren, dat rood „onveilig", wit een groene kast; aan de voorzijde daar-
„veilig" en groen „voorzichtig, lang- i van vertoonen zich twee vensters,waar-
zaam rijden" aangeven. [achter witte of roode schijven, boven
Wanneer door verwisseling van eik venster bevindt zich een knopen
spoor- of andere werken, het een of an- bovendien een klein bruin kastje met
der baanvak tijdelijk langzaam bereden een wekkerknop, terwijl ter zijde een
moet worden, dan zijn aan het begin j slinger (de muuckiekruk), de sierlijk
en het einde van dat baanvak groene heid van het geheel tracht te ver
borden geplaatst met de letters A hoogen. Deze toestellen zijn geplaatst op
(aanvang) en E (einde). de stations en in de woningen langs
Na de optische signalen komt nu j den weg die voor blokposten in aan-
het eerst aan dc beurt het bloksysteem. nierking komen, en staan in ver-
Op lijnen met druk verkeer kunnen j binding met de bij die woningen ge-
de treinen elkander niet op stations-legen optiscne signalen,
afstand volgen. Vaak is eene geringere De electrische stroom wordt door
tusschenruimtegebiedeodnoodzakelijk 1 inductie opgewekt en loopt langs een
en om dit mogelijk te maken en de geisoleerden draad van het eene blok
treinen toch een voldoenden afstand te naar het andere, hierdoor naar de
doen behouden, maakt men thans over aarde en gaat door de aarde weer
het algemeen gebruik van het systeem, naar het eerste blok terug,
uitgedacht door de bekende firma De beide vensters in de groene
Siemens en Halske. Door de toepas- kast gelden elk voor ééne richting
sing daarvan kan een trein oitnmer een wijzertje geeft de richting aan.
een blok passeeren, wanneer niet de De posten langs den weg zijn tus
voorafgaande trein het volgende blok schenblokken. die welke ter zijde van
gepasseerd is. Het ligt niet op onzen stations gelegen zijn. noemt men sluit-
weg de constructie te ontleden metblokposten. De taak van deze laat sten
wfnfeapWrl!' kTt'ine geven met de hand, met vlaggen, met I alle technische bijzonderheden die voor I wijkt eenigszins af' van de gewone
Signalen op ue rans 0eie_,u, ,i„„ iw ,.,i„ n.-. ki„u.,i„ u.„
busjes met ontplofbare stoffen, die lantaarns.
den machinist doen weten dat hij een
den leek weinig waarde hebben. Ge-blokposten. Waar de beambte aan
De kleuren van vlaggen en lichten noeg zij het dat de eleetriciteit ook de gewone blokposten, nadat door
onvei!i<r signaal nadert Zoodra het mogen wij als wel bekend veronder- hier weder hare machtige hulp ver- j den volgenden post het sein gegeven
siouaaf veili*" wordt, worden de knal- stellen, doch willen wij hier nog eens leent. Het toestel zelf bevindt zich in is dat de door den eersten blokpost ge
passeerde trein ook d..ar doorgegaan
on het baanvak dus weder vrij is, ge
legenheid heeft om het signaal veilig
te zetten, kan de wachter van het
sluitblok dat eerst doen wanneer de
stationschef hem daartoe vergunning
geeft, vandaar dat het signaal aan
den sluitblokpost in de richting naar
j het station altijd geblokkeerd is,
j totdat de gevraagde vergunning van
j den stationschef verkregen is. De
normale stand van de schijven aan
de gewone blokposten is wit, van de
sluitblokposten en van het station
zelve voor aankomst daarentegen rood.
I Het blokstelsel, wij willen dat hier
nog eens herhalen, dient dus om te
voorkomen dat zich twee treinen in
dezelfde richting tegelijk op een zelfde
gedeelte van den weg (baanvak) be
vinden.
Nu rest ons nog eene verklaring te
geven van de wijze waarop de wach
ters langs den weg gewaarschuwd
worden dat een trein in aantocht is.
De stations, het zal wel overbodig
zijn dit hier te zeggen, geven, behou
dens de hiervoor genoemde trein.be-
riehten voor lijnen met enkel spoor,
elkander per telegraaf van het vertrek
van een trein kennis. Om ook het
bewakingspersoneel eene dergelijke
mededeeling te doen, heeft men bij de
wachterswoningen electrische klok
ken geplaatst. Deze klokken, ook wêer
jdoor geisoleerde draden met elkander
verbonden, waarlangs de inductie-
stroom de hamer in beweging brengt,
j worden aan het station van vertrek
afgeslagen drie minuten voor het
i vertrek van den trein. Elke klok geeft
een aantal dubbelslagen. Het éénmaal
„afslaan" van de klok geeft het ver-
trek aan van een trein in de richting
l naar Amsterdam, het tweemaal „af
slaan" in de richting van Amsterdam.
Elke wachter hoort dus aan het slaan
van de klok van welken kant de trein
'te wachten is en berekent dan uit den
afstand tot het station na hoeveel
minuten de trein zijn post zal be
reikt hebben.
Ook het alarmsein, aangevende
dat men iets buitengewoons te wach
ten is. wordt op deze klokken gege
ven nl. door deze vijfmaal af te slaan,
liet begin en het. einde van den
dienst wordt aangeduid door de dub
belslagen tienmaal te doen weer-
j klinken.
i Na wij dit alles weten zullen wij
onze krachten eens beproeven tot
het doen loopen van een trein van
hier naar Amsterdam.
Alleen reeds voor d beveiliging
van het baanvak tusschen het station
Haarlem en het aansluitingspunt van
liet spoor naar de werkplaats, zijn 2
seinpalen, twee stopsignalen, en een
rangeersignaal geplaatst.
Op het traject HaarlemAmster
dam zijn de klokposten geplaatst als
volgt
Station Haarlemstationsklok.
seinhuis Jansweg. i
brug Spaarne.
Werkplaatssluitblok.
Overweg Haarlemmerliedetus-
(schenblok.
Vinkebrugsluitblok
(Halfweg.
Station Halfwegstationsblok.
Ooste 1 ij ke IJ dij ksl uitblokH alftveg
Woning No. 5a—tusschenfcLok.
Spieringhornersluis
Overweg Sloterdijk
Aansluiting naar Zaandam-tus-
(schenblok.
EenhoornsluisSluitblok Amster
dam C.-S.
seinhuis I Amsterdam C. S
Westzijde.
Station Amsterdam C.S.Stations
klok.
Yijfti n minuten voor het vertrek
of de aankomst van eiken trein doet
de stationschef, indien de brug over
het Spaarne niet gesloten is, den
brugwachter aldaar met drie wekker-
seinen wekken. Dit sein is de order
otn de brug te sluiten.
De trein staat vóór het perron. Vijf
minuten voor het vertrek van den
trein wnnl n de truditioneele
slagen op de stationsbei gegeven
eene vriendelijke uitnoodigingaan
publiek om zich van plaatsen
voorzien drie minuten vóór het
trek van den trein ziet men
blokwachter met statigen tred
naar het telegraafkantoor begeven,
den ambtenaar van dat kantoor
nis te geven dat het tijd is om
trein at te slaan.
De nog niet vergeten veelgeroeit
„Kq Steen", die op zulk een ver
kelijke manier zijn „de hoek in
„past er op, heertje" kon uitbulde
heeft het nimmer met den ornv
van zijn lichaam kunnen overt
brengen om naar het kantoor te gi
en daar te vertellen voor
ting een trein moest worden afg<
gen. Vandaar dat hij er wat op
vonden hadeen tik op de ee
ruit van het telegraafkantoor
voor een trein naar Rotterdam,
tweede ruit voor een naar Arusten
en een tik op de ruit van de i
was het teeken dat men de Helder
richting mocht afslaan. Ais een st
nu niet meer begrepen hulde
zijne nagedachtenis, heeft men
gewoonte geruimen tijd trouw gevo
Dit is echter re'eds sedert j
veranderdhet personeel vari
telegraafkantoor wordt nu monde
gewaarschuwd. De beambte,
deze waarschuwing gehoor geve
draait den inductieknop eenmaal
en vrooiijk weerklinkt het har
niscli geluid over het perron en la
den weg van post tot post.
Nadat de stationschef zich -
tuigd heeft, ook weer door het
wezig zijn van een wit schijfje in
toestel, dat hem met de Spaa
brug verbindt en dat door den bi
wachter niet wit gemaakt kan
den dan nadat hij de brug behooi
gesloten en opgezet heeft, doet
den brugwachter en den sluitb
wachter wekken. Daarna bedient
zich van een blok dat hem verbi
met het seinhuis aan den Jansi
In dit toestel bevinden zich
venstersvoor elk der sporen,
waar een trein kan vertrekken,
Door eene beweging met de indut
kruk en het gelijktijdig neerdruk
van den knop die boven elk ven
zich bevindt, wordt een der rt
schijven wit gemaakt; hierdoor
de wisselwachier aan het seinhuis
welk spoor een trein gaat vertrek
en stelt hij dan dadelijk de wis
voor het aangegeven spoor.
(57o< volg i
id
<-
VOORZICHTIG.
MarieHeb je met George
krakeeld
AnnaWel neen 't is vee
dicht bij mijn verjaardag.
Schetsen van DEKA.
't Geheimzinnige stuk vleesch.
Meen nu niet dat ik een zenuw
schokkende, adem-benemende detec
tie ve-historie ga vertellen, waarin T
een Sherlock Holmes gelukt de her
komst van 'n bloedig stuk menschen-
vleesch na te gaan. Dergelijke dingen
vallen in ons geliefd vaderlandje ge
lukkig niet voor. Maar het geval was
toch hoogst merkwaardig., Daarom
vinde het hier een, plaats.
Mijnheer en mevrouw Rompel dan
konden er vrij goed komen, al waren
ze niet rijk. Hij was ambtenaar ten
stadhuize, zelfs oudste en eerstaan
wezende ambtenaar. Zijn salaris had
het zij hier onder de roos mede
gedeeld het maximum bereikt, elke
maand ontving hij de somma van
100!
Reeds lang hadden zij er zich aar.
gewend, hun uilgaven naar hunne in
komsten te bepalen, ze woonden in
een der buitenwijken van Amsterdam,
en daar zij slechts met hun beidjes
waren gebleven, konden zij er ook fat
soenlijk van komen fatsoenlijk,
maar ook niet meer Jonge groen
ten of nieuwe vrucht zag je bij hen
niet op tafel, maar wel bewees het
menu voor het diner elk jaar éénmaal
dat de jacht op groot of klein wild ge
opend was. Rompel had nl. een vroe-
geren buurman wonen in de buurt van
de cendekooien of in een andere wild
rijke streek, 't was een leuke, harte
lijke vent, en eik jaar reisde er als tee
ken van joviale vriendschap een doo-
de eendvogel of zoo wat van Opdrecht
naar Amsterdam.
"t Was op een Zaterdagavond, tien
uur; mijnheer Rompel was even uit-
geloopen om zich voor den Zondag
feestelijk te laten scheren; mevrouw
zat op hem te wachten met warme
broodjes, sucade-koek, mitsgaders een
kop koffie, gelijk eiken Zaterdagavond
plaats vond, en het dienstmeisje, An-
nebet, stond in haar schoone japon
netje in de blinkende keuken messen
te slijpen, daarbij met veel gevoel het
aandoenlijk lied van ,,de Zwaluw"
ten beste gevend, zonder ooit verder
te komen dan tot deze gewetensvraag
aan den vogel: „Waarheen is uw
vlucht, hoog in de lucht?"
Ze zong zoo hard ze kon, om boven
het rumoer van het niessenslijpen uit
te komen, wellicht ook in de stille hoop
dat het dier eindelijk eens de plaats
zijner bestemming zou opgeven, en.
hoorde daardoor het bescheiden schei
letje niet, dat hoogst beleefd even door
het gestucadoorde, 'helder geschuur
de gangetje klonk. Toen de bedrijver
daarvan, een boodschappenlooper
van een veer. na een paar minuten
nog niet was opengedaan, trok hij
zóóveel harder, dat mevrouw Rompel,
die over de krant in slaap was geval
len, er zoo waar zelf van opschrikte.
Maar Annebet moest eerst geheel met
den Zwaluw hebben afgedaan, voor
zij naar voren liep, en zoo kwam het
dat de schel nog eens hevig rinkelde
in het stille huisje. Zonder avondgroet
wierp de man, brommend in zijn
baard, het dienstmeisje een pak toe,
dat kleverig aanvoelde, en verwijderde
zich toen haastig, om den verloren tijd
weer in te halen.
Annebet kneep eens in het pak, niet
uit nieuwsgierigheid, maar je wil dan
toch weten wat er in is, en bracht hel
daarop naar binnen.
„Wat zit er in. Bet?" vroeg mevrouw,
onbenullig, met slaperige oogjes in de
verte starend over den bril, die naar
het puntje van haar neus was gegle
den.
,'k Weet niet, mevrouw. Zal ik es
open maken?"
„Ja, da's goed Bet, maar snij me
niet de touwtjes door," zei ze bezorg:!-
zuinig, „maak liever de knoopjes los."
„O, der zit heelemaal niks om, me
vrouw, dan een vies, nat krantenpa
pier. Ik weet niet waar 't wel op lijkt,
't zal toch wel goed zijn?"
Die vraag i'iep mevrouw Rompel in
eens tot deharde werkelijkheid terug,
waaraan zij een oogenblik door kof
fiegeur, versche-broodlucht en een
zaamheid was onttrokken.
En met een poging om dapper te
zijn; „Niet goed zijn? Waarom niet,
malle meid, wat zou er nou in zitten.
Toch de stekert niet?"
Eenigszins gerustgesteld door de iro
nie dier woorden, maar toch voorzich
tig, haalde Annebet met de punten
barer vingertjes het pak aan twee
hoeken open en ontblootte daardoor
al spoedig en met een lichte huive
ring een groot stuk, bloederig, rood,
vleesch. Mevrouw Rompel schoof wat
achteruit, je kon niet weten, en Anne
bet stamelde inet de handen in de zij;
„Wat heb ik u nou gezegd", in wel
ken vragend-uitroenenden zin een 'e-
rugkeerende angst en tevredenheid
omdat-ze-gelijk-had, om den voorrang
streden.
Zoo vond de heer Rompel beide
vrouwen, toen hij tot hun opluchting
even daarna schoongekrabd terug
kwam.
Om fe zeggen, dat hij niet vreemd
opkeek hij liet aanschouwen van het
vreemde present, dat als qen ongewoon
I nièce-milieu midden op de tafel stond,
sterk verlicht door do petroleumlamp,
die cr juist boven hing, zou wat al te
sterk zijn. Maar hij verloor toch geei
oogenblik zijn gewone kalmte, die hij
zich als oudste, eerstaanwezende
ambtenaar op het kantoor en als hoofd
van dit kleine, overheerschend vrou
welijk gezin, had eigen gemaakt. Die
kalmte bracht hem op het practische
denkbeeld, de gescheurde krantensnip-
pers weer aan elkaar te passen, en na
eenig hoofdbreken kon lhj, en niet J
voldoening en tot aller geruststelling j
opmerken, dat de „Opdrechtsche j
Nieuwsbode" tot omhulsel had ge
diend.
Nu helderde alles zich op. Welze
ker, dat was een verrassing van dien
hesten kerel daar. Trouwe vriend toch.
hé? Maar wat zou het zijn?
t Leek het meest op biefstuk, maar
daar was het te glad voor. Annebet
meende dat het een groote eendvogel
was, omdat een korte stomp, waarin
het stuk vleesch eindigde, als hij een
hammcschijf het been, wel iets had
van :n „vlerkie." Maar deze onder
stelling werd door mijnheer Rompel
met kracht verworpen, omdat naar
hij op een toon van ondervinding op
merkteeen eendvogel „wit" vleesch
had. Mevrouw voegde er spottend aan
toe. dat ze nog nooit gehoord had van
een eendvogel met één vleugel. Zoo
doende kwam men langzamerhand
tot de vaststelling van wat het. ge-1
heimzinnige stuk vleesch niet was.
Hiermede bleef echter nog onopgelost
de vraag wat het dan wel was.
Mijnheer Rompel hakte den knoop
door, door het eenigszins stoute, haast
roekelooze voorstel om het den vol
genden dag. Zondag, maar eens te
eten. De vrouwen vonden liet wel wat"
griezelig, maar toen de heer des hui
zes nog eens met zijn zwaarwichtig
Opdreehtsch argument aankwam,
stemden ze toe, Annebet om het te
i braden, heiden om het mee op te eten.
En ze hadden er geen spijt van, want
het smaakte zoo goed, dat allen als
om strijd verklaarden, zelden zoo'n
koningsmaal gehad te hebben.
Rompel vond het zaak zijn vriend
even voor de aardige attentie te be
danken, maar om geen mal figuur te
maken je kon 't niet weten, mis
schien had een ander 't gestuurd, en
dan zou het bedankje voor een stillen
wenk kunnen worden opgevat kleed
de hij zijn dankbetuiging vragend in:
,„0f hij misschien afwist van 'n stuk
vleesch, en of hij eens gauw wou schrij
ven waar ze zoo lekker aan gesmuld
hadden."
liet antwoord liet niet lang op zich
wachten en luidde aldus:
Opdrecht, Najaar 1900.
„Geachte 1-Ieer en Mevrouw!
„De zending was inderdaad, zoo
als ge vermoed hebt, van mij. Sedert
eenige dagen is de jacht op klein wild
hier geopend, doch aanvankelijk met
niet veel geluk voor mij. Tyras, gij
herinnert u den mooien, schranderen
hond wel, kreeg nl. van mij een schot
hagel in z'n lijf, dat ik bestemd had
voor een koppel patrijzen en legde het
tot mijn groot verdriet, spoedig na die
verwonding af. Daar ik wist dat gij
altijd veel van den hond gehouden
hebt, zond ik u een stuk van hem. Mijn
gewone jaarlijksche geschenk volgt
later.
Met hartelijke groeten, ook van mijn
vrouw.
Uw
Als men plotseling, onvoorbereid,
o]i dezen kalmen, genoeglijken Zondag
hot echtpaar had medegedeeld dat zij
reddeloos vergiftigd waren, konden zij
niet meer verpletterd zijn geweest,
dan toen de heer Rompel ontroerd en
geschokt, dezen verschrikkelijke?*
brief had voorgelezen. Ontzet staar-
i den ze elkaar aan meer dan een mi
nuut lang, tot Annebet, die toevallig
voor de deur had staan luisteren, in
luid geween uitbrak.
Een hond opgegeten, verheel^
een hond. die smerige, oude, g
hond, die ze zoo goed kende.
Eindelijk barstten heide vrouw
verontwaardiging los. Mevrouw
pel meende dat zijn vrienden
veel nadruk vooral op dat zijn
gelijke onbehoorlijke aardighedei
leen maar konden doen. Daar wai
ander mensch, wie dan ook, niet
staat toe, en Annebet zeide bij he
ling, dat ze een fatsoenlijk meisje
dat ze altijd hij fatsoenlijke mensi
had gediend, dat ze verwacht had
mijnheer en mevrouw Rompel
fatsoenlijke menschen waren, en
ze er maar op moesten rekenen di
den volgenden morgen wegging.
Dit gaf weer aanleiding tot een
nen woordenstrijd, hij wijze van ii
mezzo, tusschen mevrouw en de n
omdat mevrouw verzekerde dat ze
moest denken dat er niet meer dit
boden waren, en dat ze met pit
gaan kon. Beiden waren 't er ec
over eens, dat mijnheer Rompel
aanleidende oorzaak was. Hij ha
dwongen om het op te eten, in p
van eerst bedaard af te wachten.
et
rel
Mijnheer Rompel had een hij
der onpleizierigen nacht, en de
zette zich weer net zoo in, toen
schalksch briefje van zijn buur
hem hij het ontbijt met de heug
mededeeling kwam verassen, dal
stuk vleescheen reerug wa-
woest, dus wel het gewone jaa*rj
sche geschenk.
Toen bleef Annebet, en werdfc,
drievoudig verbond weer bekrach
was de vrede weer gesloten.