Tweede Blad, De schold van dei Geneesheer. behoorende bij 5iHa»rS3mi's Dagblad" van Donderdag 27 Sept. 1900. Mo. 5290. Officieele Berichten. BURGEMEESTER en WETHOU DERS van. Haarlem, Doen te weten, dat bij hunne be schikking van 18 September jl., lo. aan D. van Aken vergunning is verleend tot oprichting van eena slachterij en rookerij in het perceel aan het Krom. no. 29. 2o. aan W. M. van Deursen, vergun ning is verleend tot oprichting van eene vleeschroOkerij in het perceel aan de Kennem er straat. Haarlem, 25 September 1900. Hurg. en Weth. voornoemd, BOREEL. De Secretaris, PIJNACKER. BURGEMEESTER EN WETHOU DERS van Haarlem, Doen te weten, dat van heden op alle werkdagen, van des voormiddags 10 tot des namiddags 4 uur, tot 9 Octo ber e. k. 's namiddags ten 1 ure, ter gemeente-secretarie (7e afdeeling) ter visie is nedergelegd, het ingekomen verzoekschrift met de bijlagen van lo. W. Peereboom om vergunning tot oprichting van eene inrichting tot op wekking van electrieiteit, waarbij als beweegkracht een gasmotor zal wor den gebezigd in het percéel aan de Nieuwe Gracht no. 33. 2o. J. J. Bak Co., om vergunning tot oprichting van eene drogerij en bergplaats van konijnen- en geitenvel- len in bet perceel aan den Burgwal, no. 49. 3o. S. Bootsman om vergunning tot oprichting van eene slachterij en roo kerij in het perceel aan den Schoter- weg, no. 44. 4o. van G. Posen, om vergunning tot oprichting van eene koek-, banket- en suikerbakkerij op den zolder van het perceel aan de Barteljorisstraat no. 40. 5o. van Wed. A. W. Leuven en Zn. om vergunning tot uitbreiding van hunne lij stenzagerij, door de bestaan de gasmotor van 1 1/4 paardenkracht te vervangen door een van 4 paarden kracht in het perceel aan dc Smede- straat no. 3436, en dat op den veer tienden dag na lieden, zijnde 9 Octo ber e.k., en wel des namiddags ten 1 ure op het Raadhuis der gemeente de gelegenheid zal worden gegeven, om ten overstaan van het Gemeentebe stuur of een of meer zijner leden, be zwaren tegen het uitbreiden der in richting in te brengen. Haarlem, 25 September 1900. Burg. en Weth. voornoemd, BOREEL. De Secretaris. PIJNACKER. BURGEMEESTER EN' WET HOUDERS van Haarlem geven bij dezs kennis aan de verlofgangers van de militie te land, in deze ge meente verblijf houdende, aan wie uitstel van opkomst voor de inspec tie is verleend, dat het onderzoek over hen zal plaats hebben op den Doelen alhier, op Donderdag, den 6en: December 1900, des voormid dags ten ll£ uur en dat zij alzoo op den bepaalden tijd en plaats zich zullen moeten laten vinden, gekleed in uniform en voorzien van de verdere kleeding en uitrus tingsstukken, hun bij vertrek mot verlof medegegeven, benevens van het zakboekje en den verlofpas. Haarlem, 25 September 1900. Rurg. en Weth. voornoemd, BOREEL. De Secretaris. PIJNACKER. Binnenland. In naam der beschaving. Naar aanleiding van den 24-uurs- wedstrijd schrijft het weekblad ,,De Amsterdammer" ,,Het nut van sport wordt door wei nigen langer ontkend het nut van sportwedstrijden daarentegen is zeer betwistbaar. Zeker, onschuldig zijn al die wedstrijden, waarbij in hoofdzaak behendigheid door oefening verkregen, wordt gevorderd maar meestal nadee- lig voor velen der deelnemers zijn wed strijden, die liet alleruiterste vragen van de physieke kracht en in 't bijzon der voor zoover deze afhankelijk is van het weerstandsvermógen der meer leederc lïcüaamsdeelen. En nu is het ongetwijfeld opmerkelijk, dat in onzen tijd van het recht van den sterkste, juist door de sport er een soort van cul tus van de lichaamskracht is ontstaan, waarbij, evenals in dat recht van den sterkste op moreel gebied, het dierlijke element over de beschaving dreigt te triompheerenzoodat er alle gevaar bestaat, dat men van een teruggang zal moeten spreken. Zonderling dat de leidende personen in onze beschaafde wereld zich niet verzetten tegen dergelijke ontedeling van het vermaak. Zien de mannen, wlen het geestelijke ter harte gaat, dan niet in, hoe zulk een verheerlij king van niets dan lichaamskracht, deze beleedigende geringschatting van den mensehelijken geest, zoodat zelfs het leven waardeloos wordt geacht in vergelijking met de eer, verbonden aan het behalen van de dierlijkste vic tories, een noodiottigen invloed op de waardij van de hoogere en verzachting der zeden moet oefenen, zoolang het publiek door sportwedstrijden van dien aard wordt beziggehouden, zonder iets te vernemen van een krachtig en aan houdend protest. De kerk, de medische kringen, de dragers der beschaving, en aan wie zal men daarbij eerder denken dan aan de pers, zij hebben, dunkt ons, in deze een roeping te vervullen, wel wat al te zeer vergelen. Of is hun hulp reeds niet meer noodig, en beginnen de sportkringen zelf verzadigd te raken van de afschuwelijkheden, die onder hun patronaat worden bedreven, zoo dat zij den tijd gekomen oordeelen, om paal en perk te stellen aan de schade lijke en schandelijke overdrijving van wat onder den naam van sportwed strijd wordt te aanschouwen gege ven? Indien men dat eens van de Neder- landsc-he sportwereld ervaren mocht Welk een gunstig tijdstip voor haar, om een daad te verrichten, die haar naam zal verhoogen onder alle be schaafden van de natiën dezer aarde. Zij heeft in den Parijschen wedstrijd het voorrecht gehad twee mannen te zien „zegepralen" die tot de haren behooren. Niemand zal haar dus kun nen verdenken, dat zij uit gebrek aan strijdvaardige wielrijders, zich afkee- rig betoont van de excessen, waarin een deel van liet menschdom zulk een welbehagen vindt. Wanneer nu de Nederlandsche sport verenigingen eens een beweging wek ten tot bestrijding van dit euvel, dat met. alle echte beschaving spot. Indien zij eens begonnen met een schrijven te riekten aan alle zusterverenigingen om er op te wijzen hoe de sportwed strijd te Parijs weder heeft in 't licht gesteld, dat zulke wedstrijden, worden zij niet door rede en gevoel binnen de perken van bet geoorloofde gehouden, menschonteerend zijn, zoowel voor hen die er aan deelnemen, als hen die ze beschermen en in 't aanzijn.roepen. Indien de Nederlandesche sportvere nigingen zulke „vier-en-twintig-uurs- wedstrijden", in naam der beschaving, in welker dienst toch ook de sport be hoort te staan, In den ban dedenen dat met kracht van redenen, zouden ze niet duizendmaal grooter glorie be halen dan nu van Cordang op haar afstraalt Ziedaar een zaak, ten opzichte waar van een klein volk, naar het te recht zoo dikwijls herinnerd koninklijk woord, groot kan zijn. Van Nederland ga de beweging uit om de sport-wed- strijden te brengen onder de tucht der beschaving." Volksleger. In zijn beantwoording van bet Ka merverslag omtrent de Legerwet, zegt de minister van oorlog het niet eens te z.ijn met de redenen waarom het Zwït- sersche volksleger als voorbeeld wordt aangeprezen. Al dadelijk betreft dit de beschou wing omtrent de toestanden in Zwit serland, waar, volgens de leden hier aan het woord, het leger, wat indeeling in tactische eenheden en bevelvoering betreft, overeenkomt met de staande legers elders. Dit is juist, wat de bedoelde indee ling aangaat, maar ten aanzien van de bevelvoering bestaal in werkelijkheid een zeer groot verschil. Weliswaar vindt men in het Zwitsersche leger in het algemeen dezelfde rangen en gra den als in de overige legers den ge- neraalsrang uitgezonderd, die in Zwit serland in tijd van vrede niet beslaat, terwijl alleen in geval van oorlog één generaal als opperbevelhebber wordt benoemd maai- het groote verschil bestaat "hierin, dat in dit land slechts een zeer kleine kern van eigenlijk be- roepskader aanwezig is en de bevel voering voor het grootste gedeelte be rust bij 't kader, uit de dienstplichtigen voortgekomen. Hier strekt dus zooda nig kader niet tot aanvulling van het beroepskader bij het op oorlogsvoet brengen der onderdeden, hetgeen in andere legers geschiedt, omdat het uit een financieel oogpunt niet mogelijk is het geheele voor de oorlogssterkte benoodigde kader uit beroepskader te doen bestaan. Feitelijk is er dus in Zwitserland bij de verschillende tacti sche ondei'deelen voor de bevelvoering geen ander dan het hier bedoelde, uit de dienstplichtigen gevormde kader aanwezig. Of dit tot een krachtige be velvoering in tijd van oorlog zal leiden, mag betwijfeld worden. Verder wordt in het Kamerverslag betoogd, dat ieder man behoorlijk wordt geoefend. Maar hierin ligt juist de kern van het meeningsversch.il om trent het Zwitsersche stelsel, namelijk in de vraag, of de oefening voldoende is, niet voor vredestoestanden en ma noeuvres in vredestijd, maar voor het' gebruik in den oorlog. En het zijn niet, zooals wordt aangevoerd, alleen be roepsofficieren, welke die vraag ont kennend beantwoorden bij welke of ficieren, volgens de leden hier aan het woord een vooroordeel tegen de volks legers zon bestaan maar ook Zwit sersche officieren, niet tot de beroeps- olficieren behoorende, hebben ernsti- gen twijfel aangaande de waarde van het hier bedoelde stelsel van legervor ming uitgesproken. De meening, dat in Zwitserland met een minimum van kosten een maxi mum van weerbaarheid wordt verkre gen, kan de Minister dan ook alleen in dien zin opvatten, dat met de beschik bare hulpmiddelen de hoogst moge lijke mate van weerbaarheid wordt verkregen, welke met die hulpmiddelen te bereiken is. Het is den Minister voorts niet dui delijk, waarop zich de meening grondt, dat het bestaan van een volksleger bij de bevolking meer lust tot vrijwillige dienstneming zou wekken. In Zwitserland bestaat die categorie van militairen in eigenlijken zin niet. Evenmin kan hij in-*: - dat het aan tal officieren en onderofficieren bij 't scheppen van een volksleger zou kun nen plaats hebben; naar de meening van den Minister zou dit echter zeer ten nadeele van het gehalte van het le ger strekken. Dat daarbij dan moer dan één rang ook bij het ondergeschikte kader zou kunnen vervallen moet bepaald wor den tegengesproken. Zoom'- nok reeds hierboven werd gezegd bestaan bij het Zwitsersche- leger hier als voorbeeld genomen nagenoeg dezelfde rangen en graden als in andere legers. En wat nn betreft den wensch, door sommige leden te kennen gegeven om, bij wijze van overg ui- -v, erf regel, het beroepskader te verminderen en den generaalsrang af te schaffen, moge, voor zoover "t eerste aangaat, dienen, dat de minister reeds een vermindering in de sterkteverhoudïng van het be roepskader heeft aangebracht, door bij de ontwórbi?'1 or-vinisatiè bij verschil lende tactische onderdeelen het aantal luitenants, onderofficieren en korpo raals van dat kader to verminderen in vergelijking met de bestaande vredes-1 organisatie. Daardoor alleen is het mo gelijk geworden tot eene belangrijke uitbreiding der levende strijdkrachten te geraken zonder aanzienlijke verzwa ring der financieele lasten. Verdere ver mindering zou intusschen niet raad zaam zijn. Tot opheffing van den generaals rang wenscht de Minister niet over te gaan. De belangrijke werkkring de zer titularissen vordert een daaraan geëvenredigden rang. Dat, volgens de meening van som mige leden, de uniformen van ons le ger tot de kostbare, bontgekleurde zou den behooren, is, zoo algemeen gesteld, door hem met bevreemding ontwaard. Bij vergelijking met buitenlandsche uniformen is hem altijd juist de een voud en geringe kleurenrijkdom van onze uniformenopgevallen. Zelfs is wel eens het beweren vernomen, dat de uniform juist te eenvoudig zou zijn en werd daaraan voor een deel de min dere lust tot vrijwillige dienstneming toegeschreven. De Minister herhaalt, dat hij zicli geheel aansluit hij hetgeen door an dere leden in het Voorloopig Verslag tegen de wenschen naar een volksleger wordt aangevoerd. Zooals daar wordt opgemerkt, zal de voorgestelde ennood- kelijke contingentsverhooging geen zwaarder persoonlij kei lasten op de natie leggen, dan die men in 1861 meen de te mogen vorderen. Te Helder is bij het beproeven eener nieuwe machine een onderdeel er van gesprongen, waardoor de aannemer A. Bos ernstige kwetsuren aan het hoofd en de linkerhand bekwam. Rechtszaken. f 20.000. Dinsdag stond voor de Amsterdam- sche rechtbank terecht Wilhelm Daub, oud 47 jaar, ontslagen kantoorlooper bij de firma H. G. Th. Crone, beklaagd van verduistering van een bedrag van f 20,000, dat aan hem op 22 Mei was ter hand gesteld om daarmede wissels te betalen ten kantore van de Neder landsche Handelmaatschappij. Uit het verhoor van den beklaagde bleek, dat bij op den bcwusten mor gen was uitgezonden met verschillen de wissels ter incasseering en ter af gifte voor acceptatie, benevens met 20 bankbiljetten van 1000. In plaats van in de gewone loopers- portefeuille borg hij het geld en de wis sels in zijn zakpoi'tefeuillc en toen ging hij onmiddellijk naar een vrouw in de Reguliersdwarsstraat, genaamd Maria Bach. Men kwam overeen nadat hij haar het geld had laten zien, er te zamen van door te gaan, En zoo geschiedde het. Beklaagde geeft voor uit wraak tegen de firma te hebben gehandeld, omdat hij door zijn patroon niet goed behan deld werd. Omtrent hetgeen door hem met het geld en de wissels werd gedaan, deelt bekl. het volgende mede. Aan een zekeren in de Reguliers- dwarsstraat aanwezigen August Mac- kers gaf hij zijn portefeuille met de niet geincasseerde wissels, met de op dracht die te bezorgen aan het kan toor. Voor zijn bemoeiingen kreeg Mac- kers een bankbiljet van 1000. Aan zekeren Eduard maakte bekl. .twee dergelijke bankbiljetten cadeau. Toen werd de reis aanvaard, voor loopig per rijtuig tot Haarlem. Daar' aangekomen, werden gekocht gouden sieraden, een mantel voor de vrouw, een pak kleeren, schoenen, overhem den en nog veel meer. Een vrouw, die bekl. en Maria Bach den weg wees naai- den goudsmid krjeg daarvoor o.a. ten geschenke een zilve ren taartschepper en taartschotói met zilveren hengsel. Op reis kreeg Maria Bach een bankbiljet van 1000 en twee bankbiljetten van f 60. Van Haarlem ging men naar Zandvoort. In een lo gement in de Bakkersstraat ging men eten en drinken en nam men zijn in trek; Bekl. zond van daar aan zijn schoonzoon een aangeteekenden brief met twee bankbiljetten van f 1000. De- zo brief werd door de politie aangehou den, toen beklaagde den volgenden dag te Zandvoort werd gearresteerd. Op den man werd toen nog een be drag van f 7130 gevonden, en op de vrouw, die mede werd gearresteerd f 7200. liet O. M. eischte een gevangenis stra? van 2 jaar en 6 maanden tegen bekl. Letteren en Kunst. Voor het concours van mannen-zang vereenigingen, dat op 21 en 22 October in de zalen van „Kunstmin" te Dord recht zal worden gehouden, hebben zich voor de le, 2e en 3e afdeeling res pectievelijk aangemeld 6, 6 en 12 ver eenigingen,gezamenlijk een 1200 a 1300 zangers tellende, cn daaronder zijn er meerdere, wier naam in den lande goed hekend staat. Bij den uitgever en muziekhande laar Joh. C. AL van Masirigt, te Arn hem, is verschenen „Mijn land is een land der zeegecomponeerd voor vierstemmig mannenkoor door G. A. Heinze, Op. 97. Dit jongste opus van den nestor onzer NederL toonkunste naars, is opgedragen aan de liederta fel Apollo" te Amsterdam en zijn di recteur, den heer Fr. Roeske, en wordt door genoemde liedertafel het eerst ten gehoore gebracht op de feestelijke bij eenkomst, te houden bij gelegenheid van den tachtigsten verjaardag van haar eerelid, den heer G. A. Heinze, op 1 October a. s. NederL Tooneelvereeniging. Multaluli's Vorstenschool. De kracht die uitgaat van het dra ma van Douwes Dekker tot het groote publiek, is nog altijd onverminderd. Dat heb ik met genoegen geconsta teerd, toen ik dezer dagen te Amster dam in den Hollandschen schouw burg een opvoering ervan bijwoonde. Een goed gevulde zaal en een kalm genietend publiek, dat niet verviel in onbeteekenende„ manifestatie-achtige applausjes, telkens als men meent dat aan den schrijver van het stuk, of wel licht ook aan de beginselen, waarvoor men zich propagandist gevoelt, ver plicht te zijn. Eerst als hei scherm daalde barstten da aanwezigen los in lang-aanhoj,idend, hartelijk applaus, dat vele malen het doek nóg eens deed hijschen. Gelukkig niet na de bekende passage uit den mooien dialoog van Koningin Louise tegen haar moeder, in het eerste bedrijf: Het Volk Is laag gezonken, moeder! Ziel en hart Gaan onder, bij aanhoudend stoilijk [lijden. Dc gloed van hooger geestdrift wordt [gedoofd, Als 't leven slechts één kamp is met [het lage, Als niet te sterven 's levens eenig doel [is, En uitgesteld bezwijken hoogste prijs! Wat is den arme 't schoon der lente? LNiets! Wat is hem poëzie? Wat, liefde? Niets! Dat alles mag hem niets zijn. Alle [vlucht Is hem verboden door de werklijkheid, Die met 'n ijz'ren vuist hem perst in 't [slijk, En elke poging tot verzet, bestraft Met honger Want Koningin Louise is de vorstin die voelt de nooden en wenschen van haar volk, en nu tracht ze te leeren kennen door persoonlijke aanraking met de kenmerkende leden ervan. Ook ditmaal ontkwam ik niet aan de verwondering, die telkens weer bij de aanschouwing van dit drama over mij komt, nl. dat zóó'n vrouw, zulk een waarlijke vorstin van geest en hart liefde kou gevoelen (ik zeg niet „kon huwen", want vorstelijke huwelijken zijn vaak het gevolg van politiek of an- derszins) voor een Koning als deze is, die, nu ja, een edel mensch is, dat bewijst liij bij verschillende gelegen heden, maar ook niet meer dan een edel mensch. De vorst die 's nachts den kleermaker uit z'n bed laat halen om met dezen een nieuw plan voor de epauletten van het leger te bespreken, kan ik niettegenstaande dit blijk van geestes-nietigheid, wel met een wel willend oog beschouwen, maar hij kan voor mij nooit meer worden de geestelijke echtgenoot der vorstin, de geestelijke koning, waartoe hij aan het eind van het drama, als een klein kind dat snikkend beterschap be looft staat te komen. Mevrouw W. Schwab was als konin gin zeer goed. Uit vreeze iets van die hoogheid te verliezen bij het betrek kelijk gemeenzame verkeer met de la gere klassen, vergat zij zoo'nu en dan wel eens 't gevoel; dat was jammer, an ders was hare vertolking onberispe lijk geweest. Deze opmerking klinke dus allerminst als aanmerking. Ook de heer H. Schwab vertolkte zijn moei lijke rol naar behooren, en van de an deren niets dan goeds, behalve mis schien de heer R. Brouwer, die Han- na's verloofde speelde, maar bij het opzeggen' van het mooie gedicht op de Poëzie, allerminst den indruk maakte de eigen maker er van te zijn. Hij zeg de het zeer tam op. In het bijzonder nog een woord van hulde aan mevr. van der Horst (Man na) en de heeren van Kuyk (van Huis de) en Ternoóy Apèl (von Schuken- scheuer-Schiefschalheim). D. K. Henrik Ibsen, de groote Noorsche dichter, is in ons land weinig en in zijn werken nog minder bekend. Toch ver dienen deze door ieder ontwikkeld mensch gelezen te worden. Men moge ir.èt of tégen hem zijn, zijn schoone gedachten geven zooveel te genieten, dat als men enkele zijner werken gele zen heeft, men alles zal willen lezen. Het getal zijner in onze taal bewerkte schouwspelen is echter zeer klein. Zeer toe te juichen is dan ook de binnenkort te verschijnen studie van. den heer J. B. Meerkerk, Directeur der I-I. B. S. te Sappemeer, nl. „Eene In leiding tot de Werken van Henrik Ib sen. Deze inleiding bedoelt een kort be grip te geven van den ontzaglijken ïijkdom van Ibsen's werken en geeft o. a. vertalingen uit enkele zijner hoofdwerken, als Iiedda Gabler,Bouw kunstenaar Solners, Kleine Eyolf, John Gabriel Borkman. Als wij dooden ont waken, e. a. Het boek zal in de maand October verschijnen te Groningen bij den uitgever P. Noordhoff. Naar wij vernemen bestaat bij den Raad van beheer van de Kon. Ver. „Het Ned. Tooneel" het voornemen, af te tre den, aangezien de leden financieel voor de toekomst beducht zijn, nu de Haag- scho Schouwburg, door het optreden af te schrijven. Hij bracht er slechts twee noodzakelijke veranderingen in aan door 't begin haren naam in plaats van den zijnen te zetten en aan 't slot dezen zin te gebruiken ik zal jou hierbij met mijne kracht en de intelligentie van den man, jij zult mij met jou vrouwelijke slimheid bijstaan. Elk der beide bondgenooten nam nu zijn brief en verborg dien zorg vuldig, waarna z& elkander de hand drukten. Daar er in de eerste plaats gezorgd moet worden, zei Helene, dat je de vergiffenis van Margarete krijgt, raad ik je om voor eenigen tijd te verdwijnen. Ga waarheen je wilt, je tegenwoordigheid zou voor de verwachte verzoening en het huwelijk van mijn broeder slechts nadeelig kunnen zijn. Ik zal reeds morgen vertrek ken, verklaarde hij, inziende, dat ze gelijk had, en eerst terugko men, als je mij terugroept. Inderdaad ging hij den volgen den dag naar Blois. Verder wilde hij zich niet verwijderen, om op het eerste teelten zijner nicht te rug le kunnen keeren. En nog denzelfden dag dacht He- van den heer Brondgeest, niet meer voor het Nederfandsch Tooneel be- schikbaar is. Sport en Wedstrijden, Voetbal. Zoo langzamerhand naderen wij weer het najaar. De zomersportfeesten' en wedstrijden als Lawn-Tennis, Cric ket, Zwem- Roei- en Wielerwedstrij-' den zijn weer haast achter den rug en de voetbal plunje wordt weer voor den dag gehaald. In enkele plaatsen hebben reeds on derlinge wedstrijden plaats gehad. De eerste wedstrijd voor de Nederlandsche competitie zal hier ter stede gespeeld worden op Zondag 7 October a.s. Dan treedt onze bekende eerste klas* se-club „Haarlem" in het strijdperk met het niet minder sterke „R. A. P." van Amsterdam. Voorwaar een prach-, tige aanvangswedstrijd, waarvan de sportliefhebbers kunnen profiteeren. Cricket A. C. C. versus H. C. C Zondag ontmoetten deze clubs el kaar voor de tweede maal iu dit sei zoen. Deze wedstrijd was voor de Haag- sche het meest belangrijk, daar liet van den uitslag zou afhangen of zij haar seizoen als tweede moest eindigen, of haai- kans op het kampioenschap zou behouden. De Hagenaars gaan het eerst aan bat, doch worden weldra door v. d. Berg en Rincker uitgebowld en met een 34 magere runs naar huis gezonden. A. C. C. kon het in haar eerste innings evenwel niet veel hooger brengen en behaalde 51 runs. De Hagenaars, voor de tweede maal ingaande, brengen het thans tot 47 runs, zoodat do Amster< dammers een 30tal runs noodig had den om te winnen. Ze konden daar echter niet in sla gen, tot spijt van de aanwezigo Haar lemmers, die waarschijnlijk thans nog met den Haag zullen moeten kampen om de eerste plaats. De uitslag van den wedstrijd is nog twijfelachtig. De scorers hadden zich blijkbaar niet te nauwkeurig van hun taak gekweten, zoodat zij een verschil hadden van één punt. Hiervan hangt hét thans af, of de wedstrijd in een overwinning van de Haagscho of wel in een gelijk spel is geëindigd. De boeken zijn ter hand gesteld van het Bondsbestuur, dat in dit geval zal beslissen. Uit de Arbeiderswereld. BINNENLAND. Naar de Tel. verneemt, bestaat er kans dat te A'dam een voorschotbank voor de roosjesslijpers-eïgenwerkmakers op gericht wordt. Deze kleinindustrieelen, werkman en werkgever tegelijk, die bijna zonder uitzondering niet kleine kapitaaltjes moeten werken, zijn nu dikwijls genoodzaakt, om, zich kapi taal voor nieuwe inkoopen van ruw te verschaffen, hun fabrikaat tegen na- deelige prijzen van de hand te zetten. Door een voorschotbank, die hun te gen matige rente aan bedrijfskapitaal helpt, zou dus menigeen hunner ge baat worden Te Zaandam is in een vergadering waarnaar 17 vereenigingen, vak- cn politieke vereenigingen van verschil-, lende richting afgevaardigden hadden gezonden, een commissie van 7 ledea benoemd die de bakkers zal bijstaan in hun strijd voor afschaffing van den arbeid op Zondag. Tot leden dezer com missie zijn benoemd, B. Labruyère, G, Schuit, J. Rot, P. Kruiver, A. Klaver, J. Kat en G. B. van Mierlo, respectie velijk vertegenwoordigende de volgen de vereenigingen: Patrimonium, R. K. Volksbond, Kiesver. Nederland en O- ranje, lloutwerkersveresniging, ver. S. D. A. P., Scbeeps- en Bootwerkersver, Sigaren en Tabaksbewerkersbond, afd. Zaandam. De staking van de opperlieden aan het in aanbouw zijnd rijstpakhuis van de firma Klaas Blans te Zaandam ia geëindigd. Toegestaan is een loon van 20 cent per uur. De stakingstijd wordt door den patroon voor de helft vergoed. BUITENLAND. Van de Compagnie Parisienne zijn nu weer 400 koetsiers in staking ge gaan. Gemengd Nieuws. Teleplionen. Uit officieele statische opgaven blijkt, dat Stockholm en zijn voorste den ruim 40,000 telephonen rijk zijn, dat is ongeveer één telephoon voor elk huisgezin. Een prachtige dienst met goedkoop tarief is oorzaak hiervan; voor een stuiver kan men spreken niet lene een onderhoud over Margare te met haren broeder te houden. Des avonds bracht ze de zaak tei sprake. Uenaud zat peinzend naast haar aan eene kleine tafel en las. Helene, die hem onafgebroken ga desloeg, had echter bespeurd, dal hij in 't laatste halfuur het blad niet had omgeslagen, terwijl zijne oogen onafgewend op hetzelfde blad staarden; klaarblijkelijk zweefden zijne gedachten ver weg. Plotseling vroeg het jonge meisje Je leert het zeker van buiten Hij schrikte op, alsof hij uit een droom ontwaakte, en vroeg stot terend Wat dan? Wel, het blad, waarop je reeds, zoo lang tuurt. Hij bloosde en geraakte in ver warring. Waaraan dacht je?'ging ze voort. Sedert eenigen tijd scnijn je nog treuriger te zijn dan anders en daarbij bespeur ik bij je eene zenuwachtige opgewondenheid, die je anders vreemd was. Heb je ver driet en ergernis, die je voor mij verborgen wilt houden? Volstrekt- niet! Je maakt jet feuilleton. Roman uit het Duitsck DOOB JUL. MiRY. 25) Een woord van haar zou voldoen de zijn om het gebouw omver te werpen, dat ik heb opgetrokken. Ik zou dus van hare luimen af hangen, en ook jij bent niet meer vrij, je bent haar slaaf geworden. Zoo noodig zou je mij opofferen 9m haar genoegen te doen. Ik stel je daarom voor het verbond, dat we bij jou terugkeer sloten, als van nul en geener waarde te beschou wen. Hij was naar haar toegekomen en had met ijzeren greep haren arm gevat, zoodat ze bleek werd van pijn, maar geen geluid kwam over hare lippen. Ik begrijp je, sprak hij op dof fen toon. Margarete bemint Renaud rde verbintenis is niet onmoge lijk en daar jou de honig thans door eene andere hand wordt aan geboden, wil jij je van mij losma ken om met niemand den buit te behoeven te deelen. Maar daar van komt niets, hoor je Neen, niets, want ik blijf Blijf, sprak ze, en bespaar me jou grofheden en beleedigingen. Maar daar je geen vertrouwen in mij stelt en ik vrees dat de harts tocht, dien je niet durft bekennen, je zoo van elk weerstandsvermo gen kon berooven, dat je me op een goeden dag zoudt verraden, daar we in één woord elkander niet vertrouwen, wil ik je pen mid del aan de hand doen om het ver loren vertrouwen opnieuw te be vestigen, een middel, waardoor jij meester over mij wordt, zooals ik meesteres over jou zal zijn. Wat wil je zeggen? Stem je toe Ja, wat het ook zijn moge. Dan zul je dadelijk alles begrij pen, zei ze, en ging bij dezelfde tafel zitten, waar Savinien straks naar haar dictaat had geschreven. Daar wierp ze eenige regels op een blad papier, terwijl Savinien haar werk met verbazing gade sloeg. Van tijd tot tijd hief Helene het hoofd op, alsof ze over iets na dacht, dan boog ze het hoofd weer voorover en schreef verder. Ein delijk zag hij, dat ze liet geschre vene onderteekende, waarop ze hem het papier overhandigde. Ze was zeer bleek en hare oogen schit terden. Lees, zei ze, en als je gelezen hebt, schrijf dan denzelfden brief aan mij, zet jou naam er onder en geef hem aan mij. Zoo zullen we met elkanac-r verbonden zijn, hoe de zaken ook mogen loopen, en wij zullen elkander moeten vertrou wen, tot onze plannen gelukt zijn. Hij nam den brief en las dien door hij luidde Savinien Er moet tussc-hen ons beiden een band bestaan, die ons aan elkander bindt en in ge val van nood als eene bedreiging kan dienen, welke we beiden even zeer te vreezen hebben. Behoud dezen brief en als je ooit zoudt moeten vreezen, dat ik het gege ven woord zou breken, bedien je dan van dien brief tegen mij. Als ik hem zie, zal ik onze overeen komst, onzen gemeenschappelij-1 ken eed, om elkander met de daad to ondersteunen, welke hinderpa len wij ook op onzen weg ontmoe ten en welke misdaden wij ook moeten begaan om deze hinderpa len uit den weg te ruimen, nooit kunnen loochenen Wij, jij en ik, wij haten dé armoede, waarin we verkeeren. Deze armoede heeft ons lot slechte menschen gemaakt. In onze nabijheid, op „Landepereuse", zijn ontzaglijke rijkdommen opge hoopt, wier bezit ons de positie zou verschaffen, waarop we aan spraak mogen maken. Wij moeten deze schatten bezitten en zullen ze veroveren. Jij zult mij daarbij met je kracht en de intelligentie van den man, ik zal jou met mijne vrouwelijke slimheid bijstaan. Schrijf een gelijk!uidenden brief aan mij en onderteelten dien. Zeer goed, zei Savinien glim lachend. Daar is werkelijk op al les gerekend. Je hebt er geene bezwaren tegen in te brengen-? Volstrekt nietik ben hst in tegendeel geheel met je eens, ant woordde hij en ging, zonder eene nieuwe uitnoodiging af te wach ten, bij de tafel zitten om den brief

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1900 | | pagina 5