Tweede Blad,
De schold van dei
Geneesheer.
behoorende bij
5iHa»rS3mi's Dagblad"
van
Donderdag 27 Sept. 1900.
Mo. 5290.
Officieele Berichten.
BURGEMEESTER en WETHOU
DERS van. Haarlem,
Doen te weten, dat bij hunne be
schikking van 18 September jl., lo. aan
D. van Aken vergunning is verleend
tot oprichting van eena slachterij en
rookerij in het perceel aan het Krom.
no. 29.
2o. aan W. M. van Deursen, vergun
ning is verleend tot oprichting van
eene vleeschroOkerij in het perceel aan
de Kennem er straat.
Haarlem, 25 September 1900.
Hurg. en Weth. voornoemd,
BOREEL.
De Secretaris,
PIJNACKER.
BURGEMEESTER EN WETHOU
DERS van Haarlem,
Doen te weten, dat van heden op alle
werkdagen, van des voormiddags 10
tot des namiddags 4 uur, tot 9 Octo
ber e. k. 's namiddags ten 1 ure, ter
gemeente-secretarie (7e afdeeling) ter
visie is nedergelegd, het ingekomen
verzoekschrift met de bijlagen van lo.
W. Peereboom om vergunning tot
oprichting van eene inrichting tot op
wekking van electrieiteit, waarbij als
beweegkracht een gasmotor zal wor
den gebezigd in het percéel aan de
Nieuwe Gracht no. 33.
2o. J. J. Bak Co., om vergunning
tot oprichting van eene drogerij en
bergplaats van konijnen- en geitenvel-
len in bet perceel aan den Burgwal, no.
49.
3o. S. Bootsman om vergunning tot
oprichting van eene slachterij en roo
kerij in het perceel aan den Schoter-
weg, no. 44.
4o. van G. Posen, om vergunning tot
oprichting van eene koek-, banket- en
suikerbakkerij op den zolder van het
perceel aan de Barteljorisstraat no. 40.
5o. van Wed. A. W. Leuven en Zn.
om vergunning tot uitbreiding van
hunne lij stenzagerij, door de bestaan
de gasmotor van 1 1/4 paardenkracht
te vervangen door een van 4 paarden
kracht in het perceel aan dc Smede-
straat no. 3436, en dat op den veer
tienden dag na lieden, zijnde 9 Octo
ber e.k., en wel des namiddags ten 1
ure op het Raadhuis der gemeente de
gelegenheid zal worden gegeven, om
ten overstaan van het Gemeentebe
stuur of een of meer zijner leden, be
zwaren tegen het uitbreiden der in
richting in te brengen.
Haarlem, 25 September 1900.
Burg. en Weth. voornoemd,
BOREEL.
De Secretaris.
PIJNACKER.
BURGEMEESTER EN' WET
HOUDERS van Haarlem geven bij
dezs kennis aan de verlofgangers
van de militie te land, in deze ge
meente verblijf houdende, aan wie
uitstel van opkomst voor de inspec
tie is verleend, dat het onderzoek
over hen zal plaats hebben op den
Doelen alhier, op Donderdag, den
6en: December 1900, des voormid
dags ten ll£ uur en dat zij alzoo
op den bepaalden tijd en plaats
zich zullen moeten laten vinden,
gekleed in uniform en voorzien
van de verdere kleeding en uitrus
tingsstukken, hun bij vertrek mot
verlof medegegeven, benevens van
het zakboekje en den verlofpas.
Haarlem, 25 September 1900.
Rurg. en Weth. voornoemd,
BOREEL.
De Secretaris.
PIJNACKER.
Binnenland.
In naam der beschaving.
Naar aanleiding van den 24-uurs-
wedstrijd schrijft het weekblad ,,De
Amsterdammer"
,,Het nut van sport wordt door wei
nigen langer ontkend het nut van
sportwedstrijden daarentegen is zeer
betwistbaar. Zeker, onschuldig zijn al
die wedstrijden, waarbij in hoofdzaak
behendigheid door oefening verkregen,
wordt gevorderd maar meestal nadee-
lig voor velen der deelnemers zijn wed
strijden, die liet alleruiterste vragen
van de physieke kracht en in 't bijzon
der voor zoover deze afhankelijk is
van het weerstandsvermógen der meer
leederc lïcüaamsdeelen. En nu is het
ongetwijfeld opmerkelijk, dat in onzen
tijd van het recht van den sterkste,
juist door de sport er een soort van cul
tus van de lichaamskracht is ontstaan,
waarbij, evenals in dat recht van den
sterkste op moreel gebied, het dierlijke
element over de beschaving dreigt te
triompheerenzoodat er alle gevaar
bestaat, dat men van een teruggang
zal moeten spreken.
Zonderling dat de leidende personen
in onze beschaafde wereld zich niet
verzetten tegen dergelijke ontedeling
van het vermaak. Zien de mannen,
wlen het geestelijke ter harte gaat,
dan niet in, hoe zulk een verheerlij
king van niets dan lichaamskracht,
deze beleedigende geringschatting van
den mensehelijken geest, zoodat zelfs
het leven waardeloos wordt geacht in
vergelijking met de eer, verbonden
aan het behalen van de dierlijkste vic
tories, een noodiottigen invloed op de
waardij van de hoogere en verzachting
der zeden moet oefenen, zoolang het
publiek door sportwedstrijden van dien
aard wordt beziggehouden, zonder iets
te vernemen van een krachtig en aan
houdend protest.
De kerk, de medische kringen, de
dragers der beschaving, en aan wie
zal men daarbij eerder denken dan
aan de pers, zij hebben, dunkt ons, in
deze een roeping te vervullen, wel wat
al te zeer vergelen. Of is hun hulp
reeds niet meer noodig, en beginnen
de sportkringen zelf verzadigd te raken
van de afschuwelijkheden, die onder
hun patronaat worden bedreven, zoo
dat zij den tijd gekomen oordeelen, om
paal en perk te stellen aan de schade
lijke en schandelijke overdrijving van
wat onder den naam van sportwed
strijd wordt te aanschouwen gege
ven?
Indien men dat eens van de Neder-
landsc-he sportwereld ervaren mocht
Welk een gunstig tijdstip voor haar,
om een daad te verrichten, die haar
naam zal verhoogen onder alle be
schaafden van de natiën dezer aarde.
Zij heeft in den Parijschen wedstrijd
het voorrecht gehad twee mannen
te zien „zegepralen" die tot de haren
behooren. Niemand zal haar dus kun
nen verdenken, dat zij uit gebrek aan
strijdvaardige wielrijders, zich afkee-
rig betoont van de excessen, waarin
een deel van liet menschdom zulk een
welbehagen vindt.
Wanneer nu de Nederlandsche sport
verenigingen eens een beweging wek
ten tot bestrijding van dit euvel, dat
met. alle echte beschaving spot. Indien
zij eens begonnen met een schrijven te
riekten aan alle zusterverenigingen
om er op te wijzen hoe de sportwed
strijd te Parijs weder heeft in 't licht
gesteld, dat zulke wedstrijden, worden
zij niet door rede en gevoel binnen de
perken van bet geoorloofde gehouden,
menschonteerend zijn, zoowel voor
hen die er aan deelnemen, als hen die
ze beschermen en in 't aanzijn.roepen.
Indien de Nederlandesche sportvere
nigingen zulke „vier-en-twintig-uurs-
wedstrijden", in naam der beschaving,
in welker dienst toch ook de sport be
hoort te staan, In den ban dedenen
dat met kracht van redenen, zouden
ze niet duizendmaal grooter glorie be
halen dan nu van Cordang op haar
afstraalt
Ziedaar een zaak, ten opzichte waar
van een klein volk, naar het te recht
zoo dikwijls herinnerd koninklijk
woord, groot kan zijn. Van Nederland
ga de beweging uit om de sport-wed-
strijden te brengen onder de tucht der
beschaving."
Volksleger.
In zijn beantwoording van bet Ka
merverslag omtrent de Legerwet, zegt
de minister van oorlog het niet eens te
z.ijn met de redenen waarom het Zwït-
sersche volksleger als voorbeeld wordt
aangeprezen.
Al dadelijk betreft dit de beschou
wing omtrent de toestanden in Zwit
serland, waar, volgens de leden hier
aan het woord, het leger, wat indeeling
in tactische eenheden en bevelvoering
betreft, overeenkomt met de staande
legers elders.
Dit is juist, wat de bedoelde indee
ling aangaat, maar ten aanzien van de
bevelvoering bestaal in werkelijkheid
een zeer groot verschil. Weliswaar
vindt men in het Zwitsersche leger in
het algemeen dezelfde rangen en gra
den als in de overige legers den ge-
neraalsrang uitgezonderd, die in Zwit
serland in tijd van vrede niet beslaat,
terwijl alleen in geval van oorlog één
generaal als opperbevelhebber wordt
benoemd maai- het groote verschil
bestaat "hierin, dat in dit land slechts
een zeer kleine kern van eigenlijk be-
roepskader aanwezig is en de bevel
voering voor het grootste gedeelte be
rust bij 't kader, uit de dienstplichtigen
voortgekomen. Hier strekt dus zooda
nig kader niet tot aanvulling van het
beroepskader bij het op oorlogsvoet
brengen der onderdeden, hetgeen in
andere legers geschiedt, omdat het uit
een financieel oogpunt niet mogelijk
is het geheele voor de oorlogssterkte
benoodigde kader uit beroepskader te
doen bestaan. Feitelijk is er dus in
Zwitserland bij de verschillende tacti
sche ondei'deelen voor de bevelvoering
geen ander dan het hier bedoelde, uit
de dienstplichtigen gevormde kader
aanwezig. Of dit tot een krachtige be
velvoering in tijd van oorlog zal leiden,
mag betwijfeld worden.
Verder wordt in het Kamerverslag
betoogd, dat ieder man behoorlijk
wordt geoefend. Maar hierin ligt juist
de kern van het meeningsversch.il om
trent het Zwitsersche stelsel, namelijk
in de vraag, of de oefening voldoende
is, niet voor vredestoestanden en ma
noeuvres in vredestijd, maar voor het'
gebruik in den oorlog. En het zijn niet,
zooals wordt aangevoerd, alleen be
roepsofficieren, welke die vraag ont
kennend beantwoorden bij welke of
ficieren, volgens de leden hier aan het
woord een vooroordeel tegen de volks
legers zon bestaan maar ook Zwit
sersche officieren, niet tot de beroeps-
olficieren behoorende, hebben ernsti-
gen twijfel aangaande de waarde van
het hier bedoelde stelsel van legervor
ming uitgesproken.
De meening, dat in Zwitserland met
een minimum van kosten een maxi
mum van weerbaarheid wordt verkre
gen, kan de Minister dan ook alleen in
dien zin opvatten, dat met de beschik
bare hulpmiddelen de hoogst moge
lijke mate van weerbaarheid wordt
verkregen, welke met die hulpmiddelen
te bereiken is.
Het is den Minister voorts niet dui
delijk, waarop zich de meening grondt,
dat het bestaan van een volksleger bij
de bevolking meer lust tot vrijwillige
dienstneming zou wekken.
In Zwitserland bestaat die categorie
van militairen in eigenlijken zin niet.
Evenmin kan hij in-*: - dat het aan
tal officieren en onderofficieren bij 't
scheppen van een volksleger zou kun
nen plaats hebben; naar de meening
van den Minister zou dit echter zeer
ten nadeele van het gehalte van het le
ger strekken.
Dat daarbij dan moer dan één rang
ook bij het ondergeschikte kader zou
kunnen vervallen moet bepaald wor
den tegengesproken. Zoom'- nok reeds
hierboven werd gezegd bestaan bij het
Zwitsersche- leger hier als voorbeeld
genomen nagenoeg dezelfde rangen
en graden als in andere legers.
En wat nn betreft den wensch, door
sommige leden te kennen gegeven om,
bij wijze van overg ui- -v, erf regel, het
beroepskader te verminderen en den
generaalsrang af te schaffen, moge,
voor zoover "t eerste aangaat, dienen,
dat de minister reeds een vermindering
in de sterkteverhoudïng van het be
roepskader heeft aangebracht, door bij
de ontwórbi?'1 or-vinisatiè bij verschil
lende tactische onderdeelen het aantal
luitenants, onderofficieren en korpo
raals van dat kader to verminderen in
vergelijking met de bestaande vredes-1
organisatie. Daardoor alleen is het mo
gelijk geworden tot eene belangrijke
uitbreiding der levende strijdkrachten
te geraken zonder aanzienlijke verzwa
ring der financieele lasten. Verdere ver
mindering zou intusschen niet raad
zaam zijn.
Tot opheffing van den generaals
rang wenscht de Minister niet over
te gaan. De belangrijke werkkring de
zer titularissen vordert een daaraan
geëvenredigden rang.
Dat, volgens de meening van som
mige leden, de uniformen van ons le
ger tot de kostbare, bontgekleurde zou
den behooren, is, zoo algemeen gesteld,
door hem met bevreemding ontwaard.
Bij vergelijking met buitenlandsche
uniformen is hem altijd juist de een
voud en geringe kleurenrijkdom van
onze uniformenopgevallen. Zelfs is
wel eens het beweren vernomen, dat
de uniform juist te eenvoudig zou zijn
en werd daaraan voor een deel de min
dere lust tot vrijwillige dienstneming
toegeschreven.
De Minister herhaalt, dat hij zicli
geheel aansluit hij hetgeen door an
dere leden in het Voorloopig Verslag
tegen de wenschen naar een volksleger
wordt aangevoerd. Zooals daar wordt
opgemerkt, zal de voorgestelde ennood-
kelijke contingentsverhooging geen
zwaarder persoonlij kei lasten op de
natie leggen, dan die men in 1861 meen
de te mogen vorderen.
Te Helder is bij het beproeven eener
nieuwe machine een onderdeel er van
gesprongen, waardoor de aannemer
A. Bos ernstige kwetsuren aan het
hoofd en de linkerhand bekwam.
Rechtszaken.
f 20.000.
Dinsdag stond voor de Amsterdam-
sche rechtbank terecht Wilhelm Daub,
oud 47 jaar, ontslagen kantoorlooper
bij de firma H. G. Th. Crone, beklaagd
van verduistering van een bedrag van
f 20,000, dat aan hem op 22 Mei was
ter hand gesteld om daarmede wissels
te betalen ten kantore van de Neder
landsche Handelmaatschappij.
Uit het verhoor van den beklaagde
bleek, dat bij op den bcwusten mor
gen was uitgezonden met verschillen
de wissels ter incasseering en ter af
gifte voor acceptatie, benevens met 20
bankbiljetten van 1000.
In plaats van in de gewone loopers-
portefeuille borg hij het geld en de wis
sels in zijn zakpoi'tefeuillc en toen ging
hij onmiddellijk naar een vrouw in de
Reguliersdwarsstraat, genaamd Maria
Bach.
Men kwam overeen nadat hij haar
het geld had laten zien, er te zamen
van door te gaan, En zoo geschiedde
het.
Beklaagde geeft voor uit wraak tegen
de firma te hebben gehandeld, omdat
hij door zijn patroon niet goed behan
deld werd.
Omtrent hetgeen door hem met het
geld en de wissels werd gedaan, deelt
bekl. het volgende mede.
Aan een zekeren in de Reguliers-
dwarsstraat aanwezigen August Mac-
kers gaf hij zijn portefeuille met de
niet geincasseerde wissels, met de op
dracht die te bezorgen aan het kan
toor. Voor zijn bemoeiingen kreeg Mac-
kers een bankbiljet van 1000.
Aan zekeren Eduard maakte bekl.
.twee dergelijke bankbiljetten cadeau.
Toen werd de reis aanvaard, voor
loopig per rijtuig tot Haarlem. Daar'
aangekomen, werden gekocht gouden
sieraden, een mantel voor de vrouw,
een pak kleeren, schoenen, overhem
den en nog veel meer.
Een vrouw, die bekl. en Maria Bach
den weg wees naai- den goudsmid krjeg
daarvoor o.a. ten geschenke een zilve
ren taartschepper en taartschotói met
zilveren hengsel. Op reis kreeg Maria
Bach een bankbiljet van 1000 en twee
bankbiljetten van f 60. Van Haarlem
ging men naar Zandvoort. In een lo
gement in de Bakkersstraat ging men
eten en drinken en nam men zijn in
trek; Bekl. zond van daar aan zijn
schoonzoon een aangeteekenden brief
met twee bankbiljetten van f 1000. De-
zo brief werd door de politie aangehou
den, toen beklaagde den volgenden
dag te Zandvoort werd gearresteerd.
Op den man werd toen nog een be
drag van f 7130 gevonden, en op de
vrouw, die mede werd gearresteerd
f 7200.
liet O. M. eischte een gevangenis
stra? van 2 jaar en 6 maanden tegen
bekl.
Letteren en Kunst.
Voor het concours van mannen-zang
vereenigingen, dat op 21 en 22 October
in de zalen van „Kunstmin" te Dord
recht zal worden gehouden, hebben
zich voor de le, 2e en 3e afdeeling res
pectievelijk aangemeld 6, 6 en 12 ver
eenigingen,gezamenlijk een 1200 a 1300
zangers tellende, cn daaronder zijn er
meerdere, wier naam in den lande
goed hekend staat.
Bij den uitgever en muziekhande
laar Joh. C. AL van Masirigt, te Arn
hem, is verschenen „Mijn land is een
land der zeegecomponeerd voor
vierstemmig mannenkoor door G. A.
Heinze, Op. 97. Dit jongste opus van
den nestor onzer NederL toonkunste
naars, is opgedragen aan de liederta
fel Apollo" te Amsterdam en zijn di
recteur, den heer Fr. Roeske, en wordt
door genoemde liedertafel het eerst ten
gehoore gebracht op de feestelijke bij
eenkomst, te houden bij gelegenheid
van den tachtigsten verjaardag van
haar eerelid, den heer G. A. Heinze,
op 1 October a. s.
NederL Tooneelvereeniging.
Multaluli's Vorstenschool.
De kracht die uitgaat van het dra
ma van Douwes Dekker tot het groote
publiek, is nog altijd onverminderd.
Dat heb ik met genoegen geconsta
teerd, toen ik dezer dagen te Amster
dam in den Hollandschen schouw
burg een opvoering ervan bijwoonde.
Een goed gevulde zaal en een kalm
genietend publiek, dat niet verviel in
onbeteekenende„ manifestatie-achtige
applausjes, telkens als men meent dat
aan den schrijver van het stuk, of wel
licht ook aan de beginselen, waarvoor
men zich propagandist gevoelt, ver
plicht te zijn. Eerst als hei scherm
daalde barstten da aanwezigen los in
lang-aanhoj,idend, hartelijk applaus,
dat vele malen het doek nóg eens deed
hijschen. Gelukkig niet na de bekende
passage uit den mooien dialoog van
Koningin Louise tegen haar moeder,
in het eerste bedrijf:
Het Volk
Is laag gezonken, moeder! Ziel en hart
Gaan onder, bij aanhoudend stoilijk
[lijden.
Dc gloed van hooger geestdrift wordt
[gedoofd,
Als 't leven slechts één kamp is met
[het lage,
Als niet te sterven 's levens eenig doel
[is,
En uitgesteld bezwijken hoogste prijs!
Wat is den arme 't schoon der lente?
LNiets!
Wat is hem poëzie? Wat, liefde? Niets!
Dat alles mag hem niets zijn. Alle
[vlucht
Is hem verboden door de werklijkheid,
Die met 'n ijz'ren vuist hem perst in 't
[slijk,
En elke poging tot verzet, bestraft
Met honger
Want Koningin Louise is de vorstin
die voelt de nooden en wenschen van
haar volk, en nu tracht ze te leeren
kennen door persoonlijke aanraking
met de kenmerkende leden ervan.
Ook ditmaal ontkwam ik niet aan
de verwondering, die telkens weer bij
de aanschouwing van dit drama over
mij komt, nl. dat zóó'n vrouw, zulk
een waarlijke vorstin van geest en hart
liefde kou gevoelen (ik zeg niet „kon
huwen", want vorstelijke huwelijken
zijn vaak het gevolg van politiek of an-
derszins) voor een Koning als deze is,
die, nu ja, een edel mensch is, dat
bewijst liij bij verschillende gelegen
heden, maar ook niet meer dan een
edel mensch. De vorst die 's nachts
den kleermaker uit z'n bed laat halen
om met dezen een nieuw plan voor de
epauletten van het leger te bespreken,
kan ik niettegenstaande dit blijk van
geestes-nietigheid, wel met een wel
willend oog beschouwen, maar hij
kan voor mij nooit meer worden de
geestelijke echtgenoot der vorstin, de
geestelijke koning, waartoe hij aan
het eind van het drama, als een
klein kind dat snikkend beterschap be
looft staat te komen.
Mevrouw W. Schwab was als konin
gin zeer goed. Uit vreeze iets van die
hoogheid te verliezen bij het betrek
kelijk gemeenzame verkeer met de la
gere klassen, vergat zij zoo'nu en dan
wel eens 't gevoel; dat was jammer, an
ders was hare vertolking onberispe
lijk geweest. Deze opmerking klinke
dus allerminst als aanmerking. Ook
de heer H. Schwab vertolkte zijn moei
lijke rol naar behooren, en van de an
deren niets dan goeds, behalve mis
schien de heer R. Brouwer, die Han-
na's verloofde speelde, maar bij het
opzeggen' van het mooie gedicht op de
Poëzie, allerminst den indruk maakte
de eigen maker er van te zijn. Hij zeg
de het zeer tam op.
In het bijzonder nog een woord van
hulde aan mevr. van der Horst (Man
na) en de heeren van Kuyk (van Huis
de) en Ternoóy Apèl (von Schuken-
scheuer-Schiefschalheim).
D. K.
Henrik Ibsen, de groote Noorsche
dichter, is in ons land weinig en in zijn
werken nog minder bekend. Toch ver
dienen deze door ieder ontwikkeld
mensch gelezen te worden. Men moge
ir.èt of tégen hem zijn, zijn schoone
gedachten geven zooveel te genieten,
dat als men enkele zijner werken gele
zen heeft, men alles zal willen lezen.
Het getal zijner in onze taal bewerkte
schouwspelen is echter zeer klein.
Zeer toe te juichen is dan ook de
binnenkort te verschijnen studie van.
den heer J. B. Meerkerk, Directeur der
I-I. B. S. te Sappemeer, nl. „Eene In
leiding tot de Werken van Henrik Ib
sen.
Deze inleiding bedoelt een kort be
grip te geven van den ontzaglijken
ïijkdom van Ibsen's werken en geeft
o. a. vertalingen uit enkele zijner
hoofdwerken, als Iiedda Gabler,Bouw
kunstenaar Solners, Kleine Eyolf, John
Gabriel Borkman. Als wij dooden ont
waken, e. a. Het boek zal in de maand
October verschijnen te Groningen bij
den uitgever P. Noordhoff.
Naar wij vernemen bestaat bij den
Raad van beheer van de Kon. Ver. „Het
Ned. Tooneel" het voornemen, af te tre
den, aangezien de leden financieel voor
de toekomst beducht zijn, nu de Haag-
scho Schouwburg, door het optreden
af te schrijven. Hij bracht er slechts
twee noodzakelijke veranderingen
in aan door 't begin haren naam in
plaats van den zijnen te zetten en
aan 't slot dezen zin te gebruiken
ik zal jou hierbij met mijne kracht
en de intelligentie van den man,
jij zult mij met jou vrouwelijke
slimheid bijstaan.
Elk der beide bondgenooten nam
nu zijn brief en verborg dien zorg
vuldig, waarna z& elkander de
hand drukten.
Daar er in de eerste plaats
gezorgd moet worden, zei Helene,
dat je de vergiffenis van Margarete
krijgt, raad ik je om voor eenigen
tijd te verdwijnen. Ga waarheen
je wilt, je tegenwoordigheid zou
voor de verwachte verzoening en
het huwelijk van mijn broeder
slechts nadeelig kunnen zijn.
Ik zal reeds morgen vertrek
ken, verklaarde hij, inziende, dat
ze gelijk had, en eerst terugko
men, als je mij terugroept.
Inderdaad ging hij den volgen
den dag naar Blois. Verder wilde
hij zich niet verwijderen, om op
het eerste teelten zijner nicht te
rug le kunnen keeren.
En nog denzelfden dag dacht He-
van den heer Brondgeest, niet meer
voor het Nederfandsch Tooneel be-
schikbaar is.
Sport en Wedstrijden,
Voetbal.
Zoo langzamerhand naderen wij
weer het najaar. De zomersportfeesten'
en wedstrijden als Lawn-Tennis, Cric
ket, Zwem- Roei- en Wielerwedstrij-'
den zijn weer haast achter den rug
en de voetbal plunje wordt weer voor
den dag gehaald.
In enkele plaatsen hebben reeds on
derlinge wedstrijden plaats gehad. De
eerste wedstrijd voor de Nederlandsche
competitie zal hier ter stede gespeeld
worden op Zondag 7 October a.s.
Dan treedt onze bekende eerste klas*
se-club „Haarlem" in het strijdperk
met het niet minder sterke „R. A. P."
van Amsterdam. Voorwaar een prach-,
tige aanvangswedstrijd, waarvan de
sportliefhebbers kunnen profiteeren.
Cricket A. C. C. versus H. C. C
Zondag ontmoetten deze clubs el
kaar voor de tweede maal iu dit sei
zoen. Deze wedstrijd was voor de Haag-
sche het meest belangrijk, daar liet van
den uitslag zou afhangen of zij haar
seizoen als tweede moest eindigen, of
haai- kans op het kampioenschap zou
behouden.
De Hagenaars gaan het eerst aan bat,
doch worden weldra door v. d. Berg
en Rincker uitgebowld en met een 34
magere runs naar huis gezonden. A.
C. C. kon het in haar eerste innings
evenwel niet veel hooger brengen en
behaalde 51 runs. De Hagenaars, voor
de tweede maal ingaande, brengen het
thans tot 47 runs, zoodat do Amster<
dammers een 30tal runs noodig had
den om te winnen.
Ze konden daar echter niet in sla
gen, tot spijt van de aanwezigo Haar
lemmers, die waarschijnlijk thans nog
met den Haag zullen moeten kampen
om de eerste plaats.
De uitslag van den wedstrijd is nog
twijfelachtig. De scorers hadden zich
blijkbaar niet te nauwkeurig van hun
taak gekweten, zoodat zij een verschil
hadden van één punt. Hiervan hangt
hét thans af, of de wedstrijd in een
overwinning van de Haagscho of wel
in een gelijk spel is geëindigd.
De boeken zijn ter hand gesteld van
het Bondsbestuur, dat in dit geval zal
beslissen.
Uit de Arbeiderswereld.
BINNENLAND.
Naar de Tel. verneemt, bestaat er kans
dat te A'dam een voorschotbank voor
de roosjesslijpers-eïgenwerkmakers op
gericht wordt. Deze kleinindustrieelen,
werkman en werkgever tegelijk, die
bijna zonder uitzondering niet kleine
kapitaaltjes moeten werken, zijn nu
dikwijls genoodzaakt, om, zich kapi
taal voor nieuwe inkoopen van ruw te
verschaffen, hun fabrikaat tegen na-
deelige prijzen van de hand te zetten.
Door een voorschotbank, die hun te
gen matige rente aan bedrijfskapitaal
helpt, zou dus menigeen hunner ge
baat worden
Te Zaandam is in een vergadering
waarnaar 17 vereenigingen, vak- cn
politieke vereenigingen van verschil-,
lende richting afgevaardigden hadden
gezonden, een commissie van 7 ledea
benoemd die de bakkers zal bijstaan
in hun strijd voor afschaffing van den
arbeid op Zondag. Tot leden dezer com
missie zijn benoemd, B. Labruyère, G,
Schuit, J. Rot, P. Kruiver, A. Klaver,
J. Kat en G. B. van Mierlo, respectie
velijk vertegenwoordigende de volgen
de vereenigingen: Patrimonium, R. K.
Volksbond, Kiesver. Nederland en O-
ranje, lloutwerkersveresniging, ver. S.
D. A. P., Scbeeps- en Bootwerkersver,
Sigaren en Tabaksbewerkersbond, afd.
Zaandam.
De staking van de opperlieden aan
het in aanbouw zijnd rijstpakhuis van
de firma Klaas Blans te Zaandam ia
geëindigd. Toegestaan is een loon van
20 cent per uur. De stakingstijd wordt
door den patroon voor de helft vergoed.
BUITENLAND.
Van de Compagnie Parisienne zijn
nu weer 400 koetsiers in staking ge
gaan.
Gemengd Nieuws.
Teleplionen.
Uit officieele statische opgaven
blijkt, dat Stockholm en zijn voorste
den ruim 40,000 telephonen rijk zijn,
dat is ongeveer één telephoon voor elk
huisgezin. Een prachtige dienst met
goedkoop tarief is oorzaak hiervan;
voor een stuiver kan men spreken niet
lene een onderhoud over Margare
te met haren broeder te houden.
Des avonds bracht ze de zaak tei
sprake. Uenaud zat peinzend naast
haar aan eene kleine tafel en las.
Helene, die hem onafgebroken ga
desloeg, had echter bespeurd, dal
hij in 't laatste halfuur het blad
niet had omgeslagen, terwijl zijne
oogen onafgewend op hetzelfde
blad staarden; klaarblijkelijk
zweefden zijne gedachten ver weg.
Plotseling vroeg het jonge
meisje
Je leert het zeker van buiten
Hij schrikte op, alsof hij uit een
droom ontwaakte, en vroeg stot
terend
Wat dan?
Wel, het blad, waarop je reeds,
zoo lang tuurt.
Hij bloosde en geraakte in ver
warring.
Waaraan dacht je?'ging ze
voort. Sedert eenigen tijd scnijn
je nog treuriger te zijn dan anders
en daarbij bespeur ik bij je eene
zenuwachtige opgewondenheid, die
je anders vreemd was. Heb je ver
driet en ergernis, die je voor mij
verborgen wilt houden?
Volstrekt- niet! Je maakt jet
feuilleton.
Roman uit het Duitsck
DOOB
JUL. MiRY.
25)
Een woord van haar zou voldoen
de zijn om het gebouw omver te
werpen, dat ik heb opgetrokken.
Ik zou dus van hare luimen af
hangen, en ook jij bent niet meer
vrij, je bent haar slaaf geworden.
Zoo noodig zou je mij opofferen
9m haar genoegen te doen. Ik stel
je daarom voor het verbond, dat
we bij jou terugkeer sloten, als van
nul en geener waarde te beschou
wen.
Hij was naar haar toegekomen
en had met ijzeren greep haren
arm gevat, zoodat ze bleek werd
van pijn, maar geen geluid kwam
over hare lippen.
Ik begrijp je, sprak hij op dof
fen toon. Margarete bemint Renaud
rde verbintenis is niet onmoge
lijk en daar jou de honig thans
door eene andere hand wordt aan
geboden, wil jij je van mij losma
ken om met niemand den buit te
behoeven te deelen. Maar daar
van komt niets, hoor je Neen,
niets, want ik blijf
Blijf, sprak ze, en bespaar me
jou grofheden en beleedigingen.
Maar daar je geen vertrouwen in
mij stelt en ik vrees dat de harts
tocht, dien je niet durft bekennen,
je zoo van elk weerstandsvermo
gen kon berooven, dat je me op
een goeden dag zoudt verraden,
daar we in één woord elkander
niet vertrouwen, wil ik je pen mid
del aan de hand doen om het ver
loren vertrouwen opnieuw te be
vestigen, een middel, waardoor jij
meester over mij wordt, zooals ik
meesteres over jou zal zijn.
Wat wil je zeggen?
Stem je toe
Ja, wat het ook zijn moge.
Dan zul je dadelijk alles begrij
pen, zei ze, en ging bij dezelfde
tafel zitten, waar Savinien straks
naar haar dictaat had geschreven.
Daar wierp ze eenige regels op
een blad papier, terwijl Savinien
haar werk met verbazing gade
sloeg. Van tijd tot tijd hief Helene
het hoofd op, alsof ze over iets na
dacht, dan boog ze het hoofd weer
voorover en schreef verder. Ein
delijk zag hij, dat ze liet geschre
vene onderteekende, waarop ze
hem het papier overhandigde. Ze
was zeer bleek en hare oogen schit
terden.
Lees, zei ze, en als je gelezen
hebt, schrijf dan denzelfden brief
aan mij, zet jou naam er onder en
geef hem aan mij. Zoo zullen we
met elkanac-r verbonden zijn, hoe
de zaken ook mogen loopen, en wij
zullen elkander moeten vertrou
wen, tot onze plannen gelukt zijn.
Hij nam den brief en las dien
door hij luidde
Savinien Er moet tussc-hen
ons beiden een band bestaan, die
ons aan elkander bindt en in ge
val van nood als eene bedreiging
kan dienen, welke we beiden even
zeer te vreezen hebben. Behoud
dezen brief en als je ooit zoudt
moeten vreezen, dat ik het gege
ven woord zou breken, bedien je
dan van dien brief tegen mij. Als
ik hem zie, zal ik onze overeen
komst, onzen gemeenschappelij-1
ken eed, om elkander met de daad
to ondersteunen, welke hinderpa
len wij ook op onzen weg ontmoe
ten en welke misdaden wij ook
moeten begaan om deze hinderpa
len uit den weg te ruimen, nooit
kunnen loochenen Wij, jij en ik,
wij haten dé armoede, waarin we
verkeeren. Deze armoede heeft ons
lot slechte menschen gemaakt. In
onze nabijheid, op „Landepereuse",
zijn ontzaglijke rijkdommen opge
hoopt, wier bezit ons de positie
zou verschaffen, waarop we aan
spraak mogen maken. Wij moeten
deze schatten bezitten en zullen ze
veroveren. Jij zult mij daarbij met
je kracht en de intelligentie van
den man, ik zal jou met mijne
vrouwelijke slimheid bijstaan.
Schrijf een gelijk!uidenden brief
aan mij en onderteelten dien.
Zeer goed, zei Savinien glim
lachend. Daar is werkelijk op al
les gerekend.
Je hebt er geene bezwaren
tegen in te brengen-?
Volstrekt nietik ben hst in
tegendeel geheel met je eens, ant
woordde hij en ging, zonder eene
nieuwe uitnoodiging af te wach
ten, bij de tafel zitten om den brief