Tweede Blad, Be schuld van den Geneesheer. Prijsvraag. behoorende bij „Haarlem's Dagblad" van Haandag 22 Oct. 1900. Ne. 5311. Haarlemsche Handels- vereeniging. Goedgek. bij Kon. Besluit van 12 Nov. 1892No. 29. Do Haarlemsche Handelsvereen. telf- thans ruim 650 leden, dat is veel, doch niet genoeg. Elke winkelier, elke han delaar, zijn belang begrijpende, moet zich aansluiten De contributie bedraagt slechts f 2,50, terwijl de voordeelen groot zijn Rechtskundige adviseurs zijn de hee- ren mrs. Th. de Haan Hugenholtz en H. Ph. de Kanter, Spaarne 94, welke gratis advies in handelszaken geven de loden en voor heil gratis optre den in faillissementen Voor incasso's, door bemiddeling der advocaten gedaan, wordt 5 berekend. Bankiers der vereeniging zijn de hee- rcn Laane van Bemmel, Kruisstraat 5i. Alle brieven of aanvragen (ook opga^ ven voor het lidmaatschap) moeiten go- richt worden aan het bureau der ver eeniging, 22 Lange Begijnestraat. Het is ons gelukt eene overeenkomst te sluiten, waardoor het mogelijk is H.H. leden nauwkeurige informaties te verschaffen omtrent alle firmafs in Ne derland. De kosten dezer informaties bedragen 60 cents per adres, plus 5 cents voor porto, en moeten vooruit betaald wor den aan het bureau. Informatiën naar binnen de stad wonende personen gra tis. Ruim 650 informatiën en rechtskun dige adviezen werden in het afgeloopen jaar verstrekt. In Mei en Juni zijp. 72 vorderingen tot een bedrag van f 2765.73 betaald; j 9 vorderingen worden afbetaald', 12 vorderingen zijn uitgesteld. Volgens artikel 7 dient het Geheim der Maanidlijöten ongeschonden bewaard te blijven. II II. Loden worden er op attent ge- maakt, dat pretention, buiten de stad in te vorderen, niet worden behandeld, tenzij, portovergoeding (10 ets.) is bij gevoegd. Het Bureau der vereeniging is geves tigd 22 Lange Begijnestraab en is ge opend ie deren werkdag van 's morgens 9 lot 1 en 'a -middags van 2 tot 4 uur. Dagelijks is een der bestuursleden aanwezig en bereid tot liet geven van, alle gewenschte inlichtingen en wel Maandag en Vrijdag van 1112 uur v.m., de overige aageu van 34 nm. Den leden wordt aangeraden voor dat men levert aan, of zaken doet met YV. E. II. Tack Jr., Frans Halsplein 6, inlichtingen te nemen aan het bureau Lange Begijnestraat 22. Den leden wordt aangeraden voor dat men levert aan, of zaken doet met Dresler in de Ostadestraat, inlichtingen te nemen aan het Bureau Lange Be- gij ncstraat 22. Het Beleg van Haarlem door de Spanjaarden In 1672-1673, DOOR W. P. J. OVERMEER, Amanuensis der Gemeente-bibliotheek. IV. Toen zij hem verder vroegen of hij ook wist wat de Spanjaarden in hun schild voerden, antwoordde hij, dat Jam overste was genaamd Christoffel il'Assonville, en dat ze aldaar geko- i: i :i waren om des nachts ten twaalf i ui in de stad te komen, daar de schout Ailriaan Jansz. van Dort, hun beloofd h.ul. dat ze de poort zouden open vin den, doch dat het hun mislukt was, ,,svaer deur sij zeer vloekten op den selvon schout." Colterman was intus- te Enkhuizen aangekomen bij i\den gouverneur van het Noor- \w artier en de Staten en legde hun i verzoek voor. Dit verzoek werd in zooverre inge willigd, dat de overste Lazarus Muller met twee vendelen, ieder 150 man sterk, en de hopman Cornells Louffz van Evcrdlngen, met een vendel van 300 man,Haarlem te hulp zou ko men. Deze vertrokken daarop terstond. Feuilleton. Roman uit het Duitsch door m JUL. MARY". 46) En ik voeg er nog bij. dat ook ik overtuigd ben, dat we hier mei twee misdaden te doen heb ben. Ja, er is eene misdadige hand geweest, die Richardicr in het bosch van Halary doodde, en de ze 1 I'd e hand heeft ook den Jaaisten zwakken ademtocht van Renaud gesmoord. - Waarom verzweegt ge echter al deze waarnemingen, als ge die werkelijk gemaakt hebt? Waarom steldefc ge er de justitie niet mee in kennis, zooais uw plicht was? Het edele gelaat van den dokter kreeg eene uitdrukking van droef heid en kwalijk bedwongen toorn. Ik wilde niet alleen de mis daad bekend maken, maar tegelijk, 'den moordenaar, antwoordde hij. Alvorens wij verder gaan, zij hier medegedeeld dat de Spanjaarden den 23n en 26n Juli, onder bevel van Chris- tiaan van Sonnevicl, het huis ter Kleef hadclen belegerd en ingenomen; zij verjaagden de huislieden, dreven de koeien uit de weide en staken drie molens „bui j ten de Sijlpoorte" en „die na de se ven-molens" op den St. Jans- weg in den brand, in de hoop dat de wind de vlammen naar de stad zou doen overslaan, hetgeen echter door de verandering van den wind, geluk kig verhinderd werd. Daar we met het Huis ter Kleef nog meermalen kennis zullen maken, acht ik het niet overbodig de lezers eerst bekend te makan met de geschiede nis, van dit voormalige gebouw. „Wie dattet heeft gesticht, kan nie mand seker weten, Maar hoe het is verwoest en is nog niet vergeten." Wijlen dr. C. Ekama deelt hierover mede: „Naar alle waarschijnlijkheid is het gesticht in 1393, door Willem Kuser, hofmeester van Margaretha van Kleef, tweede gemalin van Hertog Albrecht van Beieren, 26ste graaf van Holland. Ampzing spreekt echter niet van den hofmeester, maar noemt haar zelve als de stichteres. Dit huis is later in het grafelijk ge slacht van Brederode overgegaan, want na het overlijden van Margare tha in 1410, kwam de ambachtsheer lijkheid mét de huizinge op hare bloedverwante, Katharina van Kleef, welke op bare beurt die in 1434 ver kocht aan Hec-r Henrick van Borselen. Deze had uit zijn huwelijk met Jeane Halewijn maar één zoon, Wolfert, die met de zuster van Jacob I, Koning van Schotland, huwde, doch zijn eigen eenigen zoon op dertienjarigen leef tijd als scholier te Leuven door eene plotselinge ongesteldheid verloor. Zoo kwam bij zijn overlijden de am bachtsheerlijkheid te Schoten aan zij ne oudste dochter uit tweeden echt, Jonkvrouw Margriet, die in 1492 met Walraven, Heer van Brederode, huw de en 't Huis ter Kleef met toebehoo- ren aan dit geslacht bracht, waardoor het gebied der Brederode's zich uit strekte tot „de zuytzyde van den Her- lemmerwecli, die men gemeenlicken seyt den Zevlwech." Zooveel althans is zeker, dat hei liuis ter Kleef een lusthuis van dit geslacht en Een hof der Ridd'ren ïs geweest, Daar zang en spel klonk door de ruime zaaien, Daar Bredcroo zo rond, zo blij van geest, Den adel van ons Holland plagt t'ont- lialen. (P. Vlaming, Dichtlier uit op. blad 2.) Er zijn mij geene afbeeldingen be kend van het Huis ter Kleef „in wel stand", verscheidene echter van de ruïne bij het langzame verval en op onderscheidene tijden. Voor zoover men echter op de oude afbeeldingen kan nagaan, was het een vierkant ge bouw dat door een ringmuur omge ven was, en aan drie zijden in liet wa ter lag. Aan de zuidzijde, aan de Kle verlaan, was de ingang door een bree- de'. zware, wellicht dubbele poort. Men vindt die hoofdpoort nog afgebeeld in Kabinet van Nederl. en Kleefsche Oudh. Dl. II, bladz. 53. (Is aanwezig in de Bibl. der gemeente Haarlem.) Was men nu eenmaal deze poort binnengekomen, dan kwam men op een groot plein of binnenhof, dat van het eigenlijke kasteel was afgesneden door eene gracht of valbrug. Spilman heeft dit op de groote plaat aangegeven, als Don Frederik en de „Senores" over de brug gaan. Het front van het kasteel met de brug lag tegen het oosten, en het slot zelf, dat rondom in het water, en aan den west- of duinkant lag, bestond uit twee 'vierkante, hooge gebouwen of torens, door middengebouwen ver- eenigd; de daken waren vierkant toe- loopende. Aan >de noordzijde" (naar Schoten) waren binnen den ringmuur nog eenige gebouwen aanwezig, en dicht bij den noord-oostelijken hoek zag men een torentje, mt een blauw, appelvormig dak. Aan den oostelijken ringmuur zag men op den noordoosten hoek een vierkant, gebouw, in het midden de zoo bekende „Kaetsbaen", volgens Spilman een eenvoudig, vierkant plat gebouw, d.och waarop volgens eene Opeens viel hij voor broer en zuster, die elkaar nog altijd om armd hielden, op de knieën neer en snikte Gelooft hem niet! Ge moogt hem niet gelooven Ik vestigde mij hier in uwe nabijheid alleen, om dat ik hoopte, dat ge mij op zeke ren dag noodig kondt hebben en hoe gaarne had ik dan zelfs mijn leven voor u opgeofferd Op het snikken volgden einde lijk de tranen, die de ziel van den druk bevrijdden, onophoudelijk, onuitputtelijk, en die tranen brach ten hem verlichting en bewaarden hem van de sombere machten, die zich in de laatste oogenblikken van zijn geest meester hadden wil len maken. Hij weende langen tijd, en toen hij zich eindelijk gekal meerd had, wendde hij zich tot den staaxsorocureur met de woorden De misdaad, waaraan ik mij voor twintig jaren heb schuldig gemaakt, heb ik u zonder omwe gen bekend, maar de misdaden van den laatsten tijd, waarvan men mij beticht, heb ik niet begaan. Ik hoop heel gemakkelijk mijne onschuld te bewijzen en hier 'koek hij Savinién stijf aan don gelijktijdige teekening (on het stedelijk archief alhier) een toren stond. Aan den zuidoostelijken hoek was nog een toren met een appelvormig dak. Daarenboven lag er tusschen het slot en" den weg van het Leprozenhuis naar het kasteel een stuk grond, waar schijnlijk moestuin of boomgaard, dat ook gedeeltelijk met water was omge ven. En het was dit kasteel zooals we later zullen zien dat Don Frederik vóór zijn vertrek door „ondergelegd buskruit" in de lucht deed vliegen, na dat er te voren alle meubelen uitge voerd waren. P. Vlaming zegt er van: Toen Haarlem moest des Spanjaarts wrok bezuuren, Deed ook de brand, en 's buskruids felle kracht, Verandren in een puinhoop deeze muuren." (Wordt vervolgd.) Stadsnieuws Kegelen. De Haarlemsche Kegelbond zal deel nemen aan den wedstrijd te Amster dam, waarin verschillende kegelbon den hier te lande uitkomen. Zooals men zich nog wel herinnert werd door den Haarlemschen Kegelbond in den wedstrijd te Schiedam in 1899 de eerste prijs behaald, zoodat deze ook nu we der een der sterkste mededingers wordt gerekend. De prijzen bestaan uit een lauwerkrans met 15 verg. zilv. draag- medailles, een gouden medaille met 15 zilveren en een verguld zilveren medaille met 15 zilveren draagmedail- les. Hedenavond wordt op de kegelba nen van café Brinkmann de derde Bondsavond in dit jaar gehouden. Prijzen zijn uitgeloofd voor de meeste treffers in 20 worpen voor de meeste zessen, de meeste vijven, vieren, koe- koeks en Vliegende Hollanders in de 20 worpen. De volgende maand zal de Kam pioenswedstrijd vanwege den Haar-| lemschen Kegelbond worden gehouden op cle banen van café Brinkman vait de Vereeniging en van café Kuipers. In de Vereeniging. Zondag 21 October zal door het spe cialiteiten gezelschap directie Van Pu ren en Mulder in de Sociëteit Vereeni ging eene tweede buitengewone voor stelling worden gegeven. Het program ma vermeldt <lc volgende nummers Karl Burton niet zijn sprekende aulo-i maten mej. Lilly Möller, costuum- soubrette de heer en mevrouw Boek binder, Hollandsehe duettisten rar. Mathieu, die de beroemdste mannen van Transvaal en het proces-Zola voor steltmej. Corrie Du park, Amcrikaan- sche zang en dansgebrs. Walters, duettisten, signor Strazini, muzikale clown. De Bïnnenlandtche Exploita'.ie- Maatseïiappij, stichtster van het tot dusver genoemde t verpark, wansclri thans een beleren naam aan dat nieu we, fraaie stadsgedeelte te geven, en tevens namen vast te stellen, voor een zevental straten in dit kwartier. Zij doet daartoe een beroep op de medewerking' onzer stadgenooten. Voor het beste antwoord wordt een souvenir als prijs uitgeloofd. Daar het nieuwe kwartier aan de schilderswijk grenst, zou het allicht aanbeveling verdienen, in dezen geest de vraag te beantwoorden Gevraagd worden dus een collectieve naam voor het Kleverpark en zeven namen voor straten. Inzendingen worden tot Zaterdag 27 October a.s. ingewacht aan ons bu reau, gebouw Het Spaarne, Kamper singel 70. Van de bruiloft naar liuis. Ze gingen van de bruiloft naar huis. Van de Zaankant kwamen ze en moesten nu met den laatsten trein van Amsterdam naar Haar lem. Allemaal rooie gezichten, al lemaal in een vroolijke zing-stem- ming. Pietje was 't middelpunt. Pietje was een beetje aangescho ten, maar niet erg. Hij zei 't im mers zelf,,ik heb niks gedron ken vandaag, hoor: waarom heb ik nou niks gedronken?" Pietje z'ii vrouw was 'r ook bij. werkelijken dader op te kunnen sporen. Ik hoop, dat het u moge ge lukken, sprak de avonturier on verschillig. U zal me thans in hechtenis nemen, meneer de staatsprocureur? Ik hen er toe gedwongen. En ik ben bereid u te volgen, doch wil u me toe staan eerst naar huis te gaan om van mijn zoon Noël Labarthe afscheid te nemen? Ik sta het u toe. Ik zal u naar „Rouches" vergezellen en daar met een eene huiszoeking doen. Die zal u alleon bewijzen, me neer de procureur, dat mijn gehee- le leven den arbeid en de studie gewijd was. En met vaste schreden verliet hij met den rechter het vertrek zon der een blik op de achterblijvende personen te werpen. Noël Labarthe stond op het punt om zich naar ..Landepereuse" te begeven, toen hij zijn vader bleek en ontsteld, vergezeld door twee gendarmes, binnen zag treden. Ver schrikt snelde hij hem tegemoet. d'Aigurande beval den beiden gendarmes om in de voorkamer te wachten, terwijl hij zelf met Gor don in diens studeervertrek ging. die zat recht tegenover hem. en in het andere gedeelte van de drio- deelige wagon zat 'n juffrouw, die Pietje telkens riep, die vroeg, of Pietje „nog niet is wat zinge wou", en „of ie nou zoet zou blijven zit ten", welke vriendelijkheden ge zegden hero van 't gezelschap tel kens noodzaakte boven op het tus- schenschot te gaan zitten om over te klimmen, pogingen, rlie met volhardenden ijver door alle feest- genooten hardnekkig verijdeld wer den onder de algemeene overwin- ningskreten werd Pietje dan weer op z'n plaats geplakt. „Toe Piet, nou een voordrachie." „Jawel", zei Piet: En we gaan nog niet na huis, Nog lang niet, nog lang niet. „Hè hè, wat ben je toch een flau we kerel." De vlieger ging niet op. Pietje bleef het ijverig beneden zijn waar digheid achten het „voordrachie" ten beste geven, vermaakte zich liever met den hoed van 'n ander op i'n hoofd te drukken en een an der met zijn eigen „kassie" te ver sieren omdat Pietje toch niks dee gingen de anderen maar wat zin- gen En we gane met zen alle na de Zaan Waar de wieke van de molens lustig gaan, Welke gemoedelijke kennisge ving successievelijk overging in de ontboezeming van „bokkie, bokkie bèee." Pietje, Üie weer op het tusschen- schot zijn stoute pogingen om over te klimmen was aangevangen, werd zoo onzacht neergeduwd, dat het vrouwelijk deel van 't bruiloftsge zelschap allerlei kreten en kreet jes van medelijden liet hooren. en een heel erg medelijdende juffrouw uitriep„o jé, hij het een bult op z'n hoofie." „Daar zit verstand in" riep een ander troostvol bemoedigend. Opeens klonk liet nu droefgees tig en somber: Der is nog nooit een timmerman gesto-re-ve, Gestore-ve al van sjechrijn. Dat bracht Pietje op een lumi- neur idéé, dat bracht hem op het denkbeeld, dat het toch eigenlijk allemaal akeligheid is op dit onder- maansche, want met een diepen zucht riep hij O, wat heb ik een sjechrijn,wat een sjechrijnige dag is het toch geweest, is 't niet Ko- bus." Pietje meende het zoo erg niet, want uit zijn schitterende oogjes schoten ondeugende straal tjes van: zeg, weet je wel, naar den kant van Kobus, die met een even ondeugend lachje, dat heel wat an ders beteekenen moest antwoordde dat-ie 't waarachtig ook zoo sjec- hrijnig vond. Onderfcusschen piepte de vrou wenstemmen aldoor refreinen van „vnordrachies"totdat men in Haar lem gekomen was, waar uitge stapt werd, en de heele stoet, Piet je in 't midden, gearmd door de stille straten nadrukkelijk bij luid gezang, ging verzekeren, dat ze nog lang niet naar buis gingen. Heemstede. ïn het gesticht „Meer en Bosch" al hier heerscht roodvonk. Haarlemmerliede en Spaarn- woude. Getrouwd: P. J. Drughorn en C. A. de Mooij. Bevallen J. YVempevan Roon d. Overleden C. Kooiman z. 15 w. C. F. A. van Stijn z. G j. Schoten. Bevallen A. HeijstelcZuijdam d. Overleden C. J. van Schie d. 14 m. Spaarndam. Bevallen F. Schoutende Y'ries d. J. Hartendorp - Bakker d. Velsen. Ondertrouwd A. Ruijg en M. C. Zwart. Getrouwd T. J. Boorsma en S. Haan tjes. Bevallen M. van Gulikte Napel z. N. de Haas -Wijngaard z. C. Prins Oudhoff z. E. C. Lubbers—Meijer d. J. Jongejans—de Koning d. C. C. Lam- mers—Baak z. E. van der Meij—Ver waters d. Haarlemmermeer. De subsidie door het Rijk aan de ge meente Haarlemmermeer over 1900, in zake het onderwijs verleend, bedraagt f 8458 Noël Labarthe wist niets van 't ver leden van zijn pleegvader, niet eens, dat diens ware naam Jean Vandale was. In Amerika had Gor don dadelijk den anderen naam Gordon hem geadopteerd had, dat aangenomen. Noël wist alleen, dat zijne ouders vroeg gestorven wa ren, dat. hij geene andere bloed verwanten had. en dat hij, als Gor don zich niet over hem erbarmd had, aan de grootste ellende prijs gegeven zou geweest zijn. Hij hing met hartstochtelijke teederheid aan zijn vader, zooals hij hem placht te noemen, en de achting, die hij voor hem gevoelde, was niet geringer dan zijne liefde. Nooit had er ver schil van meening tusschen beiden beslaan, altijd had tusschen hen de schoonste harmonie geheerscht. Het was eene lange biecht, die Vandale-Gordon thans in tegen woordigheid van d'Aigurande voor hem aflegde nadat hij geëindigd had. stond hij op, legde den in zij ne diepe smart verzonken jongen man de hand als zegenendop het hoofd en zei tot den rechter Ik heb den drinkbeker tot den bodem geledigd niets houdt me meer terug. Breng me thans naar de gevangenis. De uitkeering volgens art. 1 der Wet van 1897 f 33,396. Op de markt te Hoofddorp waren 18 Oct. aangevoerd 430 paarden, 53 hit ten, 6 koeien, 4 vaarzen en 20 biggen. De handel was stug. De prijzen lie pen van f 600 tot 1 45. Er waren veel vreemde kooplieden aanwezig. Voor biggen word van 7 tot f 8 be taald. Haarlemmermeer, Oct. Jarige tarwe f 7.25, Witte tarwe f 5.75 —7.00, Rogge f 4.75—5.25, Haver f 6.00 —7.00, Chevaliersgerst 5.00—5.50, Wintergerst f 4.004.65, Zomergerst f 4.004.40. Duivenboonen f 6.506.75, Roode Duivenboonen f 6.757.00, Paar- denboonen f 5,806,10, Bruine boo- nen f 8.759.50, Groene erwten f 7. voetstoots, f 9.00 op kook, Kanariezaad f 6.00—6.50, Karweizaad f 1818.50 per 50 KG. Binnenland. Brief van Dr. Mac. Leod. De voorzitter van het Hoofdcomité van het Ned. Roode Kruis heeft ter mededeeling ontvangen een particu lier schrijven van dr. Mac Leod, chef van de Ned. ambulance te Nooitge- dacht. We ontleenen daaraan het volgende: De heer Mc. Leod verhaalt ons eerst het gevecht bij Machadodorp en maakt o. m. melding van de hardnekkige ver dediging van een kopje door de Johan- nesburger-politie. Laten we hier in- lasschen wat de schrijver zelf daarover zegt: Dat kopje dan was bezet door een 60 k 70 politimannen met ééu maxim en hiertegenover hebben de Engelschen gebracht niet minder dan 6 batterijen veld-artillerie, een paar lyddietkanon- nen en eenige maxims, te zanien een 42 a 43 stukken, met en benevens een heele brigade infanterie. Zij, de politie nl., hebben het uitgehouden van 's morgens half negen tot 's middags half vier, waarvan 41/2 uur onder den meest helschen bommenregen, dien men zich denken kan. Ten laatste zijn ze moe ten retirderen met achterlating van hun onbruikbaar gemaakte maxim, en wonder boven wonder, er zijn er nog 43 uitgekomen, natuurlijk bijna allen gewond. De schrijver vertelt ons daar nog meer staaltjes van den moed der Boe ren, o.a. liet verdedigen van enkele kopjes van Abrahamskraal door 80 man tegen 3 a 4000 Engelschen. Dr. Mac Leod maakt ook melding van de be hendigheid, die de burgers bezitten om hunne kanonnen mede te voeren, doch breekt tevens den staf over hun gebrek aan discipline, waarvan soms ernstige verliezen 't gevolg zijn geweest. De schr. hangt verder een tafreel op van den terugtocht op Nelspruit en van de onbeschrijfelijke verwarring, die daar bij heerschte. Aan het slot vair zijn brief geeft Dr. Mac Leod ons nog een schets van de zonderlinge opvatting, die de Boeren van de geneeskunde heb ben, een schets die te aardig is om niet ten deele op te nemen. Wanneer men de Boeren eenmaal in het hospitaal heeft en over enkele ei genaardigheden heenstapt, dan zijn ze ook nogal zoo kwaad niet; toch geloof ik, dat de zusters eigenlijk nog liever Engelschen verpleegden. Men kan zich bijvoorbeeld het gezicht van een zuster voorstellen wanneer ze een Boer heel genoeglijk met zijn laar zen aan in bed vindt liggen en derge lijke dingen meer. Zoo gebeurt het nog al eens dat een patiënt die eenigen tijd verpleegd is ge worden, plotseling, zonder boe of ba te zeggen, verdwenen is. hetgeen niet be paald beleefd te noemen is, maar aan den anderen kant zijn ze toch ook heel aardig en hartelijk. Maar in zijn fort is een Boer eigen lijk pas zoo op het spreekuur, in de po likliniek: dan is er dikwijls een groote dosis geduld noodig om zijn kalmte te bewaren, vooral als er een beetje veel na elkaar komen. Een kleine schets hoe dat gewoon lijk gaat. Er staat er een al een tijdje buiten den trein te draaien, hij krijgt je eindelijk in het oog en waagt:.,Waar is die dokter?" Hier is die dokter. „Is jij die dokter?" Ja, ik is die dokter, kom man, oen beet-' je binnenkant. Hij stapt op den trein en komt voetje voor voetje den gang door wandelen, zoodat de dokter in zijn compartiment al van ongeduld zit te trappelen voor hij eindelijk arriveert Als het goed is, heeft de patient een dikke cachencz om hals en hoofd ge bonden en als hij ook maar een beetje ziek is, trekt hij een gezicht alsof hij op liet punt is zoo den laatsten adem uit HOOFDSTUK XXIII. De dagen, die op de inhechtenis neming van Jean Vandale volgden, brachten geen licht in de duister nis, waarin Renaud's dood gehuld was. Er kon geen bewijs, geen punt van uilgang worden gevon den, waardoor de staatsprocureur een bepaald spoor had kunnen vol gen. Dat er eene misdaad was ge pleegd. dat hadden ook de man nen der wetenschap bevestigd, wier hulp hij had ingeroepen d'Aigurande was echter van den eersten dag af overtuigd, dat er geen licht in de duisternis was te ontsteken, als het toeval hem niet 'te hulp kwam. Ook Savinien was in verhoor ge nomen, en dAigurandc had tegen hem gezegd U heeft geene directe beschul diging tegen Jean Vandale uitge sproken, maar duidelijk genoeg la ten doorschemeren, dat u geneigd is om in den ongelukkigen man den moordenaar van Richardier en d'Alberon te zien. Onmogelijk kan deze gedachte bij u zijn opgeko men, zonder dat gewichtige om standigheden daartoe aanleiding to blazen. Want hyp zijn za. „Morre dokter." Dit zegt de beleefde soort, de andere zeggen niets. Morre, zit man,, wel wat mankeei jou? Het is absoluut noodig dadelijk maar deze vraag te doen, anders zou de patient gaan zitten en je blijven aanstaren tot in hot oneindige, zonder iets te zeggen. (Wat schoeit er aan, zou den zo niet begrijpen.) Een enkelen keer wil er nu eens een heel slim zijn en zegt: „Nu die doktor mot mij net een best's examineer en kijk, wat ik mankeer." Maar anders begrijpon ze, dat ze moe- ten vertellen waar ze last Yan hebben en dan beginnen ze hun klachten af te draaien, altijd precies hetzelfde: Koopzeor, pijn tusschen dio blad in die rug en in die nieren, die lever die op zwel, banje hoesten bij welke gelegen heid die longpijpen toetrek, die maag die werk het schoone bloed en darin schraapsel, enz. De geneesheer eindigt zijn brief me de meening uit te spreken, dat voo hem nu niet veel meer te doen zal rij. nu Lijdenburg bezet is. Dat kon wc eens anders uitloopen! Academische examens. Amsterdam. Met gunstig gevolg fs afgelegd het propacdeutiscli examen in de geneeskunde door do heciwi X. M. van Dam en C. Ed. Marras; het aanvullingsexamen in dier- en delf- stofkunde door de heeren EL J. Root- lieb, M. J. Polak, A J. van Heems kerk Duker en R. Veenstra. Leiden. Bevorderd tot doctor ïn de rechtswetenschap de heer W. F. G. Mastenbroek gei», te 's Gravenhage op Stellingen. Vrüo-Vrouwenvereenlgïnn. Bestuurderessen van de Vrije-Vrou wenvereeniging hebben een adres aai de Tweede Kamer gericht, wijzende o? de artt. 127 cn 130 van de wet op d Nat. Militie, daarbij vragende, dat zoo spoedig mogelijk worde overgegaan, voor wat aangaat het eerste artikel, tot zoodanige uitbreiding van het daar in omschrevene, dat voor den vervolge niet alleen vrijstelling worde verleend aan de daarbij aangewezen bedienaren van den godsdienst, maar ook aan die-; genen, welke uit gemoedsbezwaren zich verzetten tegen het dragen van wa penen en het bewijs hebberr geleverd van den ernst hunner overtuiging door het vervullen van zekere, te bepaler voorwaarden en diensten; en voor wat betreft het tweede arli kei: dat dit worde gewijzigd in dien zin, dat daaruit duidelijk verstaanbaar zij, dat de milicien-dienstweigeraar, nog niet met vrijen wil gedragen heb bende de uniform, in geen geval en onder geen voorwendsel mag terecht staan voor don krijgsraad, maar moet worden gehoord en gericht door het gewone Hof. Aan II. M. de Koningin ïs een adres gericht, verzoekende gratie voor deir dienstweigeraar D. Ph. J. de Bruin te Breda. Uit Apeldoorn^ Men seinde Vrijdag aan liet „Hbld.": Hedenmorgen reeds kort na lialftien ving Koningin Wilhclmina Haar gewo nen morgenrit aan door de uitgestrek te bosschen, te midden waarvan lie: Loo is gelegen, de bosschen die zich op dezen zonnigen herfstmorgen nog in hun vollen bladerdos op zijn moois' vertoonden. Aan de rechterhand van Hare Majesteit reed Haar toekomstige gemaal, jong, forsch en blond, in een voudige kleeding: donkere colbert me: lichte rijbroek. De Koningin was ge kleed in donkergroene amazone, op het blonde haar een zwart phantasie hoedje. In het gevolg reden een danu en twee heeren der hofhouding. Eerst omstreeks kwart voor twaali werd de ruiterstoet weer zichtbaar aan liet einde van de lange laan ter rccli terzijde van het paleis. Culoppeerend naderde de stoet tot aan den ingang van de basse-cour. Eenige belangstel lenden, die nabij bet hek hadden post gevat, Yoor liet grootste deel dames, groetten eerbiedig, en zagen hun groei door Hare Majesteit vriendelijk nei gend en door den hertog door het diep afnemen van den hoed beantwoord. Hare Majesteit de Koningin-Moedei wachtte de jeugdige verloofden af. bo ven aan de hooge stoep van het in d; zon helwitte paleis. Op een wenk ver scheen een photograaf met zijn toestei Hij deed, nadat het gevolg zich hav teruggetrokken, eenige opnamen var het verloofde vorstenpaar. Toen hielj hertog Hendrik zijn toekomstige gema lin afstijgen, de paarden werden ge liefkoosd cn kregen hun gewone beloc ning: een klontje su ik er. gaven. Deze omstandigheden heefi u ongetwijfeld van alle kanten ern stig hekeken en eerst toen boslo ten de justitie opmerkzaam te ma ken. Deze omstandigheden, welk< tot basis dienen voor uwe meening, zouden van belang kunnen zijn, er ik verzoek u dus mij zo mede V deelen. Ik zou me haasten om aa: uwen wensch te voldoen, meneei de staatsprocureur, ja, ik zou diet wensch voorkomen zijn, wannee ik u met betrekking tot Jean Van dale bepaalde feiten kon ncemer. Dit is echter helaas niet het geval Ik heb in 't geheel niets ontdekt op grond waarvan hij direct b; schuldigd zou kunnen worden, e» mijne overtuiging berust op zuivc moreele gronden. Ik heb u deze oi ..Landepereuse" reeds niteengeze1 toen u Jean Vandale* in hechten] nam en ik hem verzocht,, dat hij i zou zeggen, waarom en met well doel hij in de huurt van de famiii> Richardier was gaan wonen, tci wijl hij alle redenen had om oj een afstand van haar te blijven. I heeft toen immers zelf gezien, ii welke verlegenheid hij geraakte hoe hij» niets kon antwoorden: e: welk echo-uitdrukking van waai1

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1900 | | pagina 5