Tweede Blad,
Be schuld van den
Geneesheer.
Prijsvraag.
behoorende bij
„Haarlem's Dagblad"
van
Haandag 22 Oct. 1900.
Ne. 5311.
Haarlemsche Handels-
vereeniging.
Goedgek. bij Kon. Besluit van
12 Nov. 1892No. 29.
Do Haarlemsche Handelsvereen. telf-
thans ruim 650 leden, dat is veel, doch
niet genoeg. Elke winkelier, elke han
delaar, zijn belang begrijpende, moet
zich aansluiten De contributie bedraagt
slechts f 2,50, terwijl de voordeelen
groot zijn
Rechtskundige adviseurs zijn de hee-
ren mrs. Th. de Haan Hugenholtz en
H. Ph. de Kanter, Spaarne 94, welke
gratis advies in handelszaken geven
de loden en voor heil gratis optre
den in faillissementen
Voor incasso's, door bemiddeling der
advocaten gedaan, wordt 5 berekend.
Bankiers der vereeniging zijn de hee-
rcn Laane van Bemmel, Kruisstraat
5i.
Alle brieven of aanvragen (ook opga^
ven voor het lidmaatschap) moeiten go-
richt worden aan het bureau der ver
eeniging, 22 Lange Begijnestraat.
Het is ons gelukt eene overeenkomst
te sluiten, waardoor het mogelijk is
H.H. leden nauwkeurige informaties te
verschaffen omtrent alle firmafs in Ne
derland.
De kosten dezer informaties bedragen
60 cents per adres, plus 5 cents voor
porto, en moeten vooruit betaald wor
den aan het bureau. Informatiën naar
binnen de stad wonende personen gra
tis.
Ruim 650 informatiën en rechtskun
dige adviezen werden in het afgeloopen
jaar verstrekt.
In Mei en Juni zijp. 72 vorderingen
tot een bedrag van f 2765.73 betaald;
j 9 vorderingen worden afbetaald', 12
vorderingen zijn uitgesteld.
Volgens artikel 7 dient het Geheim
der Maanidlijöten ongeschonden bewaard
te blijven.
II II. Loden worden er op attent ge-
maakt, dat pretention, buiten de stad
in te vorderen, niet worden behandeld,
tenzij, portovergoeding (10 ets.) is bij
gevoegd.
Het Bureau der vereeniging is geves
tigd 22 Lange Begijnestraab en is ge
opend ie deren werkdag van 's morgens
9 lot 1 en 'a -middags van 2 tot 4 uur.
Dagelijks is een der bestuursleden
aanwezig en bereid tot liet geven van,
alle gewenschte inlichtingen en wel
Maandag en Vrijdag van 1112 uur
v.m., de overige aageu van 34 nm.
Den leden wordt aangeraden voor
dat men levert aan, of zaken doet met
YV. E. II. Tack Jr., Frans Halsplein 6,
inlichtingen te nemen aan het bureau
Lange Begijnestraat 22.
Den leden wordt aangeraden voor
dat men levert aan, of zaken doet met
Dresler in de Ostadestraat, inlichtingen
te nemen aan het Bureau Lange Be-
gij ncstraat 22.
Het Beleg van Haarlem
door de Spanjaarden
In 1672-1673,
DOOR
W. P. J. OVERMEER,
Amanuensis der Gemeente-bibliotheek.
IV.
Toen zij hem verder vroegen of hij
ook wist wat de Spanjaarden in hun
schild voerden, antwoordde hij, dat
Jam overste was genaamd Christoffel
il'Assonville, en dat ze aldaar geko-
i: i :i waren om des nachts ten twaalf
i ui in de stad te komen, daar de schout
Ailriaan Jansz. van Dort, hun beloofd
h.ul. dat ze de poort zouden open vin
den, doch dat het hun mislukt was,
,,svaer deur sij zeer vloekten op den
selvon schout." Colterman was intus-
te Enkhuizen aangekomen bij
i\den gouverneur van het Noor-
\w artier en de Staten en legde hun
i verzoek voor.
Dit verzoek werd in zooverre inge
willigd, dat de overste Lazarus Muller
met twee vendelen, ieder 150 man
sterk, en de hopman Cornells Louffz
van Evcrdlngen, met een vendel van
300 man,Haarlem te hulp zou ko
men. Deze vertrokken daarop terstond.
Feuilleton.
Roman uit het Duitsch
door m
JUL. MARY".
46)
En ik voeg er nog bij. dat
ook ik overtuigd ben, dat we hier
mei twee misdaden te doen heb
ben. Ja, er is eene misdadige hand
geweest, die Richardicr in het
bosch van Halary doodde, en de
ze 1 I'd e hand heeft ook den Jaaisten
zwakken ademtocht van Renaud
gesmoord.
- Waarom verzweegt ge echter
al deze waarnemingen, als ge die
werkelijk gemaakt hebt? Waarom
steldefc ge er de justitie niet mee
in kennis, zooais uw plicht was?
Het edele gelaat van den dokter
kreeg eene uitdrukking van droef
heid en kwalijk bedwongen toorn.
Ik wilde niet alleen de mis
daad bekend maken, maar tegelijk,
'den moordenaar, antwoordde hij.
Alvorens wij verder gaan, zij hier
medegedeeld dat de Spanjaarden den
23n en 26n Juli, onder bevel van Chris-
tiaan van Sonnevicl, het huis ter
Kleef hadclen belegerd en ingenomen;
zij verjaagden de huislieden, dreven de
koeien uit de weide en staken drie
molens „bui j ten de Sijlpoorte" en „die
na de se ven-molens" op den St. Jans-
weg in den brand, in de hoop dat de
wind de vlammen naar de stad zou
doen overslaan, hetgeen echter door
de verandering van den wind, geluk
kig verhinderd werd.
Daar we met het Huis ter Kleef nog
meermalen kennis zullen maken, acht
ik het niet overbodig de lezers eerst
bekend te makan met de geschiede
nis, van dit voormalige gebouw.
„Wie dattet heeft gesticht, kan nie
mand seker weten,
Maar hoe het is verwoest en is nog niet
vergeten."
Wijlen dr. C. Ekama deelt hierover
mede: „Naar alle waarschijnlijkheid
is het gesticht in 1393, door Willem
Kuser, hofmeester van Margaretha
van Kleef, tweede gemalin van Hertog
Albrecht van Beieren, 26ste graaf van
Holland.
Ampzing spreekt echter niet van
den hofmeester, maar noemt haar zelve
als de stichteres.
Dit huis is later in het grafelijk ge
slacht van Brederode overgegaan,
want na het overlijden van Margare
tha in 1410, kwam de ambachtsheer
lijkheid mét de huizinge op hare
bloedverwante, Katharina van Kleef,
welke op bare beurt die in 1434 ver
kocht aan Hec-r Henrick van Borselen.
Deze had uit zijn huwelijk met Jeane
Halewijn maar één zoon, Wolfert, die
met de zuster van Jacob I, Koning van
Schotland, huwde, doch zijn eigen
eenigen zoon op dertienjarigen leef
tijd als scholier te Leuven door eene
plotselinge ongesteldheid verloor.
Zoo kwam bij zijn overlijden de am
bachtsheerlijkheid te Schoten aan zij
ne oudste dochter uit tweeden echt,
Jonkvrouw Margriet, die in 1492 met
Walraven, Heer van Brederode, huw
de en 't Huis ter Kleef met toebehoo-
ren aan dit geslacht bracht, waardoor
het gebied der Brederode's zich uit
strekte tot „de zuytzyde van den Her-
lemmerwecli, die men gemeenlicken
seyt den Zevlwech."
Zooveel althans is zeker, dat hei liuis
ter Kleef een lusthuis van dit geslacht
en
Een hof der Ridd'ren ïs geweest,
Daar zang en spel klonk door de ruime
zaaien,
Daar Bredcroo zo rond, zo blij van
geest,
Den adel van ons Holland plagt t'ont-
lialen.
(P. Vlaming, Dichtlier uit op. blad 2.)
Er zijn mij geene afbeeldingen be
kend van het Huis ter Kleef „in wel
stand", verscheidene echter van de
ruïne bij het langzame verval en op
onderscheidene tijden. Voor zoover
men echter op de oude afbeeldingen
kan nagaan, was het een vierkant ge
bouw dat door een ringmuur omge
ven was, en aan drie zijden in liet wa
ter lag. Aan de zuidzijde, aan de Kle
verlaan, was de ingang door een bree-
de'. zware, wellicht dubbele poort. Men
vindt die hoofdpoort nog afgebeeld in
Kabinet van Nederl. en Kleefsche
Oudh. Dl. II, bladz. 53. (Is aanwezig
in de Bibl. der gemeente Haarlem.)
Was men nu eenmaal deze poort
binnengekomen, dan kwam men op een
groot plein of binnenhof, dat van het
eigenlijke kasteel was afgesneden door
eene gracht of valbrug.
Spilman heeft dit op de groote plaat
aangegeven, als Don Frederik en de
„Senores" over de brug gaan.
Het front van het kasteel met de
brug lag tegen het oosten, en het slot
zelf, dat rondom in het water, en aan
den west- of duinkant lag, bestond uit
twee 'vierkante, hooge gebouwen of
torens, door middengebouwen ver-
eenigd; de daken waren vierkant toe-
loopende.
Aan >de noordzijde" (naar Schoten)
waren binnen den ringmuur nog eenige
gebouwen aanwezig, en dicht bij den
noord-oostelijken hoek zag men een
torentje, mt een blauw, appelvormig
dak. Aan den oostelijken ringmuur
zag men op den noordoosten hoek een
vierkant, gebouw, in het midden de
zoo bekende „Kaetsbaen", volgens
Spilman een eenvoudig, vierkant plat
gebouw, d.och waarop volgens eene
Opeens viel hij voor broer en
zuster, die elkaar nog altijd om
armd hielden, op de knieën neer
en snikte
Gelooft hem niet! Ge moogt
hem niet gelooven Ik vestigde mij
hier in uwe nabijheid alleen, om
dat ik hoopte, dat ge mij op zeke
ren dag noodig kondt hebben en
hoe gaarne had ik dan zelfs mijn
leven voor u opgeofferd
Op het snikken volgden einde
lijk de tranen, die de ziel van den
druk bevrijdden, onophoudelijk,
onuitputtelijk, en die tranen brach
ten hem verlichting en bewaarden
hem van de sombere machten, die
zich in de laatste oogenblikken
van zijn geest meester hadden wil
len maken. Hij weende langen tijd,
en toen hij zich eindelijk gekal
meerd had, wendde hij zich tot den
staaxsorocureur met de woorden
De misdaad, waaraan ik mij
voor twintig jaren heb schuldig
gemaakt, heb ik u zonder omwe
gen bekend, maar de misdaden
van den laatsten tijd, waarvan men
mij beticht, heb ik niet begaan.
Ik hoop heel gemakkelijk mijne
onschuld te bewijzen en hier
'koek hij Savinién stijf aan don
gelijktijdige teekening (on het stedelijk
archief alhier) een toren stond.
Aan den zuidoostelijken hoek was
nog een toren met een appelvormig
dak. Daarenboven lag er tusschen het
slot en" den weg van het Leprozenhuis
naar het kasteel een stuk grond, waar
schijnlijk moestuin of boomgaard, dat
ook gedeeltelijk met water was omge
ven.
En het was dit kasteel zooals we
later zullen zien dat Don Frederik
vóór zijn vertrek door „ondergelegd
buskruit" in de lucht deed vliegen, na
dat er te voren alle meubelen uitge
voerd waren.
P. Vlaming zegt er van:
Toen Haarlem moest des Spanjaarts
wrok bezuuren,
Deed ook de brand, en 's buskruids
felle kracht,
Verandren in een puinhoop deeze
muuren."
(Wordt vervolgd.)
Stadsnieuws
Kegelen.
De Haarlemsche Kegelbond zal deel
nemen aan den wedstrijd te Amster
dam, waarin verschillende kegelbon
den hier te lande uitkomen. Zooals
men zich nog wel herinnert werd door
den Haarlemschen Kegelbond in den
wedstrijd te Schiedam in 1899 de eerste
prijs behaald, zoodat deze ook nu we
der een der sterkste mededingers wordt
gerekend. De prijzen bestaan uit een
lauwerkrans met 15 verg. zilv. draag-
medailles, een gouden medaille met
15 zilveren en een verguld zilveren
medaille met 15 zilveren draagmedail-
les.
Hedenavond wordt op de kegelba
nen van café Brinkmann de derde
Bondsavond in dit jaar gehouden.
Prijzen zijn uitgeloofd voor de meeste
treffers in 20 worpen voor de meeste
zessen, de meeste vijven, vieren, koe-
koeks en Vliegende Hollanders in de
20 worpen.
De volgende maand zal de Kam
pioenswedstrijd vanwege den Haar-|
lemschen Kegelbond worden gehouden
op cle banen van café Brinkman vait
de Vereeniging en van café Kuipers.
In de Vereeniging.
Zondag 21 October zal door het spe
cialiteiten gezelschap directie Van Pu
ren en Mulder in de Sociëteit Vereeni
ging eene tweede buitengewone voor
stelling worden gegeven. Het program
ma vermeldt <lc volgende nummers
Karl Burton niet zijn sprekende aulo-i
maten mej. Lilly Möller, costuum-
soubrette de heer en mevrouw Boek
binder, Hollandsehe duettisten rar.
Mathieu, die de beroemdste mannen
van Transvaal en het proces-Zola voor
steltmej. Corrie Du park, Amcrikaan-
sche zang en dansgebrs. Walters,
duettisten, signor Strazini, muzikale
clown.
De Bïnnenlandtche Exploita'.ie-
Maatseïiappij, stichtster van het tot
dusver genoemde t verpark, wansclri
thans een beleren naam aan dat nieu
we, fraaie stadsgedeelte te geven, en
tevens namen vast te stellen, voor een
zevental straten in dit kwartier.
Zij doet daartoe een beroep op de
medewerking' onzer stadgenooten.
Voor het beste antwoord wordt een
souvenir als prijs uitgeloofd.
Daar het nieuwe kwartier aan de
schilderswijk grenst, zou het allicht
aanbeveling verdienen, in dezen geest
de vraag te beantwoorden
Gevraagd worden dus een collectieve
naam voor het Kleverpark en zeven
namen voor straten.
Inzendingen worden tot Zaterdag
27 October a.s. ingewacht aan ons bu
reau, gebouw Het Spaarne, Kamper
singel 70.
Van de bruiloft naar liuis.
Ze gingen van de bruiloft naar
huis. Van de Zaankant kwamen ze
en moesten nu met den laatsten
trein van Amsterdam naar Haar
lem. Allemaal rooie gezichten, al
lemaal in een vroolijke zing-stem-
ming. Pietje was 't middelpunt.
Pietje was een beetje aangescho
ten, maar niet erg. Hij zei 't im
mers zelf,,ik heb niks gedron
ken vandaag, hoor: waarom heb
ik nou niks gedronken?"
Pietje z'ii vrouw was 'r ook bij.
werkelijken dader op te kunnen
sporen.
Ik hoop, dat het u moge ge
lukken, sprak de avonturier on
verschillig.
U zal me thans in hechtenis
nemen, meneer de staatsprocureur?
Ik hen er toe gedwongen.
En ik ben bereid u te volgen,
doch wil u me toe staan eerst naar
huis te gaan om van mijn zoon
Noël Labarthe afscheid te nemen?
Ik sta het u toe. Ik zal u naar
„Rouches" vergezellen en daar met
een eene huiszoeking doen.
Die zal u alleon bewijzen, me
neer de procureur, dat mijn gehee-
le leven den arbeid en de studie
gewijd was.
En met vaste schreden verliet hij
met den rechter het vertrek zon
der een blik op de achterblijvende
personen te werpen.
Noël Labarthe stond op het punt
om zich naar ..Landepereuse" te
begeven, toen hij zijn vader bleek
en ontsteld, vergezeld door twee
gendarmes, binnen zag treden. Ver
schrikt snelde hij hem tegemoet.
d'Aigurande beval den beiden
gendarmes om in de voorkamer te
wachten, terwijl hij zelf met Gor
don in diens studeervertrek ging.
die zat recht tegenover hem. en in
het andere gedeelte van de drio-
deelige wagon zat 'n juffrouw, die
Pietje telkens riep, die vroeg, of
Pietje „nog niet is wat zinge wou",
en „of ie nou zoet zou blijven zit
ten", welke vriendelijkheden ge
zegden hero van 't gezelschap tel
kens noodzaakte boven op het tus-
schenschot te gaan zitten om over
te klimmen, pogingen, rlie met
volhardenden ijver door alle feest-
genooten hardnekkig verijdeld wer
den onder de algemeene overwin-
ningskreten werd Pietje dan weer
op z'n plaats geplakt.
„Toe Piet, nou een voordrachie."
„Jawel", zei Piet:
En we gaan nog niet na huis,
Nog lang niet, nog lang niet.
„Hè hè, wat ben je toch een flau
we kerel."
De vlieger ging niet op. Pietje
bleef het ijverig beneden zijn waar
digheid achten het „voordrachie"
ten beste geven, vermaakte zich
liever met den hoed van 'n ander
op i'n hoofd te drukken en een an
der met zijn eigen „kassie" te ver
sieren omdat Pietje toch niks dee
gingen de anderen maar wat zin-
gen
En we gane met zen alle na de
Zaan
Waar de wieke van de molens
lustig gaan,
Welke gemoedelijke kennisge
ving successievelijk overging in de
ontboezeming van „bokkie, bokkie
bèee."
Pietje, Üie weer op het tusschen-
schot zijn stoute pogingen om over
te klimmen was aangevangen, werd
zoo onzacht neergeduwd, dat het
vrouwelijk deel van 't bruiloftsge
zelschap allerlei kreten en kreet
jes van medelijden liet hooren. en
een heel erg medelijdende juffrouw
uitriep„o jé, hij het een bult op
z'n hoofie."
„Daar zit verstand in" riep een
ander troostvol bemoedigend.
Opeens klonk liet nu droefgees
tig en somber:
Der is nog nooit een timmerman
gesto-re-ve,
Gestore-ve al van sjechrijn.
Dat bracht Pietje op een lumi-
neur idéé, dat bracht hem op het
denkbeeld, dat het toch eigenlijk
allemaal akeligheid is op dit onder-
maansche, want met een diepen
zucht riep hij O, wat heb ik een
sjechrijn,wat een sjechrijnige dag
is het toch geweest, is 't niet Ko-
bus." Pietje meende het zoo erg
niet, want uit zijn schitterende
oogjes schoten ondeugende straal
tjes van: zeg, weet je wel, naar den
kant van Kobus, die met een even
ondeugend lachje, dat heel wat an
ders beteekenen moest antwoordde
dat-ie 't waarachtig ook zoo sjec-
hrijnig vond.
Onderfcusschen piepte de vrou
wenstemmen aldoor refreinen van
„vnordrachies"totdat men in Haar
lem gekomen was, waar uitge
stapt werd, en de heele stoet, Piet
je in 't midden, gearmd door de
stille straten nadrukkelijk bij luid
gezang, ging verzekeren, dat ze
nog lang niet naar buis gingen.
Heemstede.
ïn het gesticht „Meer en Bosch" al
hier heerscht roodvonk.
Haarlemmerliede en Spaarn-
woude.
Getrouwd: P. J. Drughorn en C. A. de
Mooij.
Bevallen J. YVempevan Roon d.
Overleden C. Kooiman z. 15 w. C.
F. A. van Stijn z. G j.
Schoten.
Bevallen A. HeijstelcZuijdam d.
Overleden C. J. van Schie d. 14 m.
Spaarndam.
Bevallen F. Schoutende Y'ries d.
J. Hartendorp - Bakker d.
Velsen.
Ondertrouwd A. Ruijg en M. C.
Zwart.
Getrouwd T. J. Boorsma en S. Haan
tjes.
Bevallen M. van Gulikte Napel z.
N. de Haas -Wijngaard z. C. Prins
Oudhoff z. E. C. Lubbers—Meijer d. J.
Jongejans—de Koning d. C. C. Lam-
mers—Baak z. E. van der Meij—Ver
waters d.
Haarlemmermeer.
De subsidie door het Rijk aan de ge
meente Haarlemmermeer over 1900, in
zake het onderwijs verleend, bedraagt
f 8458
Noël Labarthe wist niets van 't ver
leden van zijn pleegvader, niet
eens, dat diens ware naam Jean
Vandale was. In Amerika had Gor
don dadelijk den anderen naam
Gordon hem geadopteerd had, dat
aangenomen. Noël wist alleen, dat
zijne ouders vroeg gestorven wa
ren, dat. hij geene andere bloed
verwanten had. en dat hij, als Gor
don zich niet over hem erbarmd
had, aan de grootste ellende prijs
gegeven zou geweest zijn. Hij hing
met hartstochtelijke teederheid aan
zijn vader, zooals hij hem placht te
noemen, en de achting, die hij voor
hem gevoelde, was niet geringer
dan zijne liefde. Nooit had er ver
schil van meening tusschen beiden
beslaan, altijd had tusschen hen de
schoonste harmonie geheerscht.
Het was eene lange biecht, die
Vandale-Gordon thans in tegen
woordigheid van d'Aigurande voor
hem aflegde nadat hij geëindigd
had. stond hij op, legde den in zij
ne diepe smart verzonken jongen
man de hand als zegenendop
het hoofd en zei tot den rechter
Ik heb den drinkbeker tot den
bodem geledigd niets houdt me
meer terug. Breng me thans naar
de gevangenis.
De uitkeering volgens art. 1 der Wet
van 1897 f 33,396.
Op de markt te Hoofddorp waren 18
Oct. aangevoerd 430 paarden, 53 hit
ten, 6 koeien, 4 vaarzen en 20 biggen.
De handel was stug. De prijzen lie
pen van f 600 tot 1 45. Er waren veel
vreemde kooplieden aanwezig.
Voor biggen word van 7 tot f 8 be
taald.
Haarlemmermeer, Oct.
Jarige tarwe f 7.25, Witte tarwe f 5.75
—7.00, Rogge f 4.75—5.25, Haver f 6.00
—7.00, Chevaliersgerst 5.00—5.50,
Wintergerst f 4.004.65, Zomergerst
f 4.004.40. Duivenboonen f 6.506.75,
Roode Duivenboonen f 6.757.00, Paar-
denboonen f 5,806,10, Bruine boo-
nen f 8.759.50, Groene erwten f 7.
voetstoots, f 9.00 op kook, Kanariezaad
f 6.00—6.50, Karweizaad f 1818.50 per
50 KG.
Binnenland.
Brief van Dr. Mac. Leod.
De voorzitter van het Hoofdcomité
van het Ned. Roode Kruis heeft ter
mededeeling ontvangen een particu
lier schrijven van dr. Mac Leod, chef
van de Ned. ambulance te Nooitge-
dacht.
We ontleenen daaraan het volgende:
De heer Mc. Leod verhaalt ons eerst
het gevecht bij Machadodorp en maakt
o. m. melding van de hardnekkige ver
dediging van een kopje door de Johan-
nesburger-politie. Laten we hier in-
lasschen wat de schrijver zelf daarover
zegt:
Dat kopje dan was bezet door een 60
k 70 politimannen met ééu maxim en
hiertegenover hebben de Engelschen
gebracht niet minder dan 6 batterijen
veld-artillerie, een paar lyddietkanon-
nen en eenige maxims, te zanien een
42 a 43 stukken, met en benevens een
heele brigade infanterie. Zij, de politie
nl., hebben het uitgehouden van 's
morgens half negen tot 's middags half
vier, waarvan 41/2 uur onder den meest
helschen bommenregen, dien men zich
denken kan. Ten laatste zijn ze moe
ten retirderen met achterlating van
hun onbruikbaar gemaakte maxim, en
wonder boven wonder, er zijn er nog
43 uitgekomen, natuurlijk bijna allen
gewond.
De schrijver vertelt ons daar nog
meer staaltjes van den moed der Boe
ren, o.a. liet verdedigen van enkele
kopjes van Abrahamskraal door 80 man
tegen 3 a 4000 Engelschen. Dr. Mac
Leod maakt ook melding van de be
hendigheid, die de burgers bezitten om
hunne kanonnen mede te voeren, doch
breekt tevens den staf over hun gebrek
aan discipline, waarvan soms ernstige
verliezen 't gevolg zijn geweest. De
schr. hangt verder een tafreel op van
den terugtocht op Nelspruit en van de
onbeschrijfelijke verwarring, die daar
bij heerschte. Aan het slot vair zijn
brief geeft Dr. Mac Leod ons nog een
schets van de zonderlinge opvatting,
die de Boeren van de geneeskunde heb
ben, een schets die te aardig is om niet
ten deele op te nemen.
Wanneer men de Boeren eenmaal in
het hospitaal heeft en over enkele ei
genaardigheden heenstapt, dan zijn ze
ook nogal zoo kwaad niet; toch geloof
ik, dat de zusters eigenlijk nog liever
Engelschen verpleegden.
Men kan zich bijvoorbeeld het gezicht
van een zuster voorstellen wanneer ze
een Boer heel genoeglijk met zijn laar
zen aan in bed vindt liggen en derge
lijke dingen meer.
Zoo gebeurt het nog al eens dat een
patiënt die eenigen tijd verpleegd is ge
worden, plotseling, zonder boe of ba te
zeggen, verdwenen is. hetgeen niet be
paald beleefd te noemen is, maar aan
den anderen kant zijn ze toch ook heel
aardig en hartelijk.
Maar in zijn fort is een Boer eigen
lijk pas zoo op het spreekuur, in de po
likliniek: dan is er dikwijls een groote
dosis geduld noodig om zijn kalmte
te bewaren, vooral als er een beetje
veel na elkaar komen.
Een kleine schets hoe dat gewoon
lijk gaat. Er staat er een al een tijdje
buiten den trein te draaien, hij krijgt
je eindelijk in het oog en waagt:.,Waar
is die dokter?"
Hier is die dokter. „Is jij die dokter?"
Ja, ik is die dokter, kom man, oen beet-'
je binnenkant. Hij stapt op den trein
en komt voetje voor voetje den gang
door wandelen, zoodat de dokter in
zijn compartiment al van ongeduld zit
te trappelen voor hij eindelijk arriveert
Als het goed is, heeft de patient een
dikke cachencz om hals en hoofd ge
bonden en als hij ook maar een beetje
ziek is, trekt hij een gezicht alsof hij op
liet punt is zoo den laatsten adem uit
HOOFDSTUK XXIII.
De dagen, die op de inhechtenis
neming van Jean Vandale volgden,
brachten geen licht in de duister
nis, waarin Renaud's dood gehuld
was. Er kon geen bewijs, geen
punt van uilgang worden gevon
den, waardoor de staatsprocureur
een bepaald spoor had kunnen vol
gen. Dat er eene misdaad was ge
pleegd. dat hadden ook de man
nen der wetenschap bevestigd,
wier hulp hij had ingeroepen
d'Aigurande was echter van den
eersten dag af overtuigd, dat er
geen licht in de duisternis was te
ontsteken, als het toeval hem niet
'te hulp kwam.
Ook Savinien was in verhoor ge
nomen, en dAigurandc had tegen
hem gezegd
U heeft geene directe beschul
diging tegen Jean Vandale uitge
sproken, maar duidelijk genoeg la
ten doorschemeren, dat u geneigd
is om in den ongelukkigen man
den moordenaar van Richardier en
d'Alberon te zien. Onmogelijk kan
deze gedachte bij u zijn opgeko
men, zonder dat gewichtige om
standigheden daartoe aanleiding
to blazen. Want hyp zijn za. „Morre
dokter." Dit zegt de beleefde soort, de
andere zeggen niets.
Morre, zit man,, wel wat mankeei
jou? Het is absoluut noodig dadelijk
maar deze vraag te doen, anders zou
de patient gaan zitten en je blijven
aanstaren tot in hot oneindige, zonder
iets te zeggen. (Wat schoeit er aan, zou
den zo niet begrijpen.)
Een enkelen keer wil er nu eens een
heel slim zijn en zegt: „Nu die doktor
mot mij net een best's examineer en
kijk, wat ik mankeer."
Maar anders begrijpon ze, dat ze moe-
ten vertellen waar ze last Yan hebben
en dan beginnen ze hun klachten af
te draaien, altijd precies hetzelfde:
Koopzeor, pijn tusschen dio blad in die
rug en in die nieren, die lever die op
zwel, banje hoesten bij welke gelegen
heid die longpijpen toetrek, die maag
die werk het schoone bloed en darin
schraapsel, enz.
De geneesheer eindigt zijn brief me
de meening uit te spreken, dat voo
hem nu niet veel meer te doen zal rij.
nu Lijdenburg bezet is. Dat kon wc
eens anders uitloopen!
Academische examens.
Amsterdam. Met gunstig gevolg fs
afgelegd het propacdeutiscli examen
in de geneeskunde door do heciwi
X. M. van Dam en C. Ed. Marras; het
aanvullingsexamen in dier- en delf-
stofkunde door de heeren EL J. Root-
lieb, M. J. Polak, A J. van Heems
kerk Duker en R. Veenstra.
Leiden. Bevorderd tot doctor ïn de
rechtswetenschap de heer W. F. G.
Mastenbroek gei», te 's Gravenhage
op Stellingen.
Vrüo-Vrouwenvereenlgïnn.
Bestuurderessen van de Vrije-Vrou
wenvereeniging hebben een adres aai
de Tweede Kamer gericht, wijzende o?
de artt. 127 cn 130 van de wet op d
Nat. Militie, daarbij vragende, dat zoo
spoedig mogelijk worde overgegaan,
voor wat aangaat het eerste artikel,
tot zoodanige uitbreiding van het daar
in omschrevene, dat voor den vervolge
niet alleen vrijstelling worde verleend
aan de daarbij aangewezen bedienaren
van den godsdienst, maar ook aan die-;
genen, welke uit gemoedsbezwaren
zich verzetten tegen het dragen van wa
penen en het bewijs hebberr geleverd
van den ernst hunner overtuiging door
het vervullen van zekere, te bepaler
voorwaarden en diensten;
en voor wat betreft het tweede arli
kei: dat dit worde gewijzigd in dien
zin, dat daaruit duidelijk verstaanbaar
zij, dat de milicien-dienstweigeraar,
nog niet met vrijen wil gedragen heb
bende de uniform, in geen geval en
onder geen voorwendsel mag terecht
staan voor don krijgsraad, maar moet
worden gehoord en gericht door het
gewone Hof.
Aan II. M. de Koningin ïs een adres
gericht, verzoekende gratie voor deir
dienstweigeraar D. Ph. J. de Bruin
te Breda.
Uit Apeldoorn^
Men seinde Vrijdag aan liet „Hbld.":
Hedenmorgen reeds kort na lialftien
ving Koningin Wilhclmina Haar gewo
nen morgenrit aan door de uitgestrek
te bosschen, te midden waarvan lie:
Loo is gelegen, de bosschen die zich
op dezen zonnigen herfstmorgen nog in
hun vollen bladerdos op zijn moois'
vertoonden. Aan de rechterhand van
Hare Majesteit reed Haar toekomstige
gemaal, jong, forsch en blond, in een
voudige kleeding: donkere colbert me:
lichte rijbroek. De Koningin was ge
kleed in donkergroene amazone, op
het blonde haar een zwart phantasie
hoedje. In het gevolg reden een danu
en twee heeren der hofhouding.
Eerst omstreeks kwart voor twaali
werd de ruiterstoet weer zichtbaar aan
liet einde van de lange laan ter rccli
terzijde van het paleis. Culoppeerend
naderde de stoet tot aan den ingang
van de basse-cour. Eenige belangstel
lenden, die nabij bet hek hadden post
gevat, Yoor liet grootste deel dames,
groetten eerbiedig, en zagen hun groei
door Hare Majesteit vriendelijk nei
gend en door den hertog door het diep
afnemen van den hoed beantwoord.
Hare Majesteit de Koningin-Moedei
wachtte de jeugdige verloofden af. bo
ven aan de hooge stoep van het in d;
zon helwitte paleis. Op een wenk ver
scheen een photograaf met zijn toestei
Hij deed, nadat het gevolg zich hav
teruggetrokken, eenige opnamen var
het verloofde vorstenpaar. Toen hielj
hertog Hendrik zijn toekomstige gema
lin afstijgen, de paarden werden ge
liefkoosd cn kregen hun gewone beloc
ning: een klontje su ik er.
gaven. Deze omstandigheden heefi
u ongetwijfeld van alle kanten ern
stig hekeken en eerst toen boslo
ten de justitie opmerkzaam te ma
ken. Deze omstandigheden, welk<
tot basis dienen voor uwe meening,
zouden van belang kunnen zijn, er
ik verzoek u dus mij zo mede V
deelen.
Ik zou me haasten om aa:
uwen wensch te voldoen, meneei
de staatsprocureur, ja, ik zou diet
wensch voorkomen zijn, wannee
ik u met betrekking tot Jean Van
dale bepaalde feiten kon ncemer.
Dit is echter helaas niet het geval
Ik heb in 't geheel niets ontdekt
op grond waarvan hij direct b;
schuldigd zou kunnen worden, e»
mijne overtuiging berust op zuivc
moreele gronden. Ik heb u deze oi
..Landepereuse" reeds niteengeze1
toen u Jean Vandale* in hechten]
nam en ik hem verzocht,, dat hij i
zou zeggen, waarom en met well
doel hij in de huurt van de famiii>
Richardier was gaan wonen, tci
wijl hij alle redenen had om oj
een afstand van haar te blijven. I
heeft toen immers zelf gezien, ii
welke verlegenheid hij geraakte
hoe hij» niets kon antwoorden: e:
welk echo-uitdrukking van waai1