Tweede Blad, ie scMcI van dei GenMskeer. behoorende bij „Haariem's Dagblad" van Maandag 29 Oet, 1900. No. 5317 Haarlemsche Handels- vereeniging. Ooedgék. bij Kon. Besluit van 12 Nov. 1892No. 29. De Haarlemscka Handelsvereen. tel*- thans ruim 650 leden, dat is veel, doch niet genoeg. Elke winkelier, elke han delaar, zijn belang begrijpende, moet zich aansluiten De contributie bedraagt, slechte f 2,50, terwijl de voordeden groot zijn. Rechtskundige adviseurs zijn de hee- ren mia Th. die Haan Hugenholtz en. EL Ph. de Kanter, Spa-arne 94, welke gratis advies in handelszaken geven aan de leden en voor hen gratis optre* dsn in faillissementen. Voor incasso's, door bemiddeling der advocaten gedaan, wordt 5 berekend. Bankiers der vereeniging zijn dehee- ren Laane van Bemmel, Kruisstraat 51. Allo brieven of aanvragen (ook opga ven voor het lidmaatschap) moeten ge richt worden aan liet bureau der ver eeniging, 22 Lange Begijnestraat. He>b is ons gelukt eene overeenkomst 'te sluiten, waardoor het mogelijk is H.H. leden nauwkeurige informaties te verschaffen omtrent alle firma's in Ne derland. Do kosten dezer informaties bedragen 60 conts per adres, plus 5 cents voor porto, en moeten vooruit betaald wor den aan het bureau. Information naar binnen de stad- wonende personen gra tis. Ruim 650 informatiën en rechtskun dige adviezen werden in het afgeloopen jaar ven-strekt. In Mei en Juni zijn 72 vorderingen tot een bedrag van f 2765.73 betaald, 9 vorderingen worden afbetaald, 12 vorderingen zijn uitgesteld. Volgens artikel 7 dient het Geheim der Maancllijsben ongeschonden bewaard te blijven. H.H. Leden worden er op attent ge maakt, dat pretention, buiten de stad in te vorderen, nie.t worden behandeld, tenzij portovergoedi ug (10 ets.) is bij gevoegd. Het Bureau der vereeniging is geves tigd 22 Lar.ge Begijnestraat en is ge opend ieder en. werkdag van 's morgens 9 tot 1 en 's middags van 2 tot 4 uur. Dagelijks is een der bestuursleden 'aanwezig ecu bereid tot het geven. van. alle gewenschte inlichtingen en wel Maandag en. Vrijdag van 1112 uur v.m.j do overige dagen van 34 nm. Den leden wordt aangeraden voor dat men levert aan, of zaken doet met W. E. H. Tack Jr., Frans Halsplein 6, inlichtingen te nemen aan het bureau Lange Begijnestraat 22. Den leden wordt aanneraden voor dat men levert aan, of zaken doet met Dresler in de Ostadestraat, inlichtingen te nemen aan het Bureau Lange Be gijnestraat 22. Het Beleg van Haarlem door de Spanjaarden in 1572—1573, DOOE W. P. J. OVERMEER, Amanuensis der Gemeente-bibliotheek. V, Dezen zelfden dag (26 Juli 1572) werd het Minderbroeder-Klooster op het Groot Heiligland geplunderd. We zagen reeds dat uit Enkhuizen hulp was gezonden, nl. twee vendelen ieder sterk 150 man en een vendel van 300 man. Te Hoorn en Allernaar voeg den zich hier eenige burgers bij on der Klaes Ron, en deze troepen kwa men in den vroegen morgen van den anderen dag te Santpoort aan, nadat zij den inwoners van Haarlem- ken nis hadden gegeven van hun komst, opdat dezen hen hulp zouden kun nen verleenen. Te Santpoort aangekomen zagen ze van verre vijf vendelen Spaansche soldaten aankomen, welke op weg waren naar Sparendam. Men raakte, slaags en laatstgenoemden moesten met verlies van 100 man de- wijk naar laatstgenoemde plaats nemen. Het Feollleton. Roman uit het Duitsch DOOE JUL. MAR ST. 52) Nog denzelfden dag begaf ze zich, vergezeld door Bringuetaille, naar Blois, en ging dadelijk naar liet gerechtsgebouw, waar ze ver lof vroeg om Jean Vandale te mo gen spreken. Dit verlof werd haar zonder bezwaar verleend. De staatsprocureur, wien men van haar bezoek kennis had gegeven, raadde dadelijk, dat er buitenge wone dingen werden voorbereid, en vol belangstelling wachtte hij er op. Bringuetaille was eenigszins ver baasd over de handelwijze der ver loofde van zijn neef; hij vroeg haar, waarom zij met den gevan gene wilde spreken, en zij kon hem geen ander antwoord geven 'dan dat hij .misschien reeds heel verlies van Lazarus Muller had weinig te betcekenen. De Spanjaarden echter, die nog in don Ilout gelegerd waren, trokken thans Muller tegemoet en sloe gen hem nabij Velzen na een dap peren tegenstand op de vlucht, waarbij 600 700 dooden vielen, waar onder twee zijner vaandeldragers. Hij zelf trok in overhaaste vlucht met het overige gedeelte zijner man schappen naar Alkmaar terug. Den volgenden dag (27 Juli) braken de Spanjaarden hun leger op, een grooten buit met zich medevoerende, daarbij alle dorpen verbrandende, die te- voren brandschatting gegeven had den, „van Aelbertsberg tot Sparen- woude" toe. Alzoo eindigde dus de aanslag, die Bossu zich tegen Haarlem had voor genomen en die niettegenstaande de slimme verraderlijke toebereidselen van den schout van Dort, door een eenvoudig toeval mislukte. DE AANVANG VAN HET BELEG. Het tafereel, dat wij nu, den loop der geschiedenis volgende, voor oogen zullen krijgen, is den der aandoen- lijkste en luisterrijkste tevens, waarvan zij ons een voorbeeld oplevert. Aan de eene zijde zien wij een machtigen vijand, zegepralend door de overwin ningen behaald te Zutphen en Naarden, voor zijn Koning vechtende; aan tien anderen kant eene kloekmoe dige burgerij, eene brave krijgsmacht en heldhaftige vrouwen, voor het be houd der rechten van het vaderland, voor de geliefde panden, en alles wat dierbaar was, met heldenmoed strij den; grootmoedig sterven, en schoon voor de overmacht en het geweld des hongers in het einde bezwijkende in dien val nog groot, nog edel! Honger! Kunnen wij ons liier een flauw denkbeeld van vormen? Ik meen te mogen verklaren van niet. Ja, verschrikkelijk moet het geweest ziin: geen hoop meer op verlossing; aan de eene zijde de marteldood van een zoo'n wreeden vijand, aan de andere zijde de zwart© honger. Is het te verwonderen dat eindelijk de radeloosheid in onze stad onbeschrij felijk groot werd, de wanhoop zich op de meest verschillende maar ondub belzinnige wijze openbaarde en de menschep, handenwringend van de eene zijde naar de andere zijde van de stad liepen. Het was niet langer te harden, er bleef voor hen geen andere keus dan of tot den laatsten man van honger te sterven öf in handen van den vijand te vallen, doch dan stond het vreese- 1 ijk en onmenschelijk lot van Naarden en Zutphen te wachten. Doch hierover later. Vatten we weder den draad der his torie op. Tegen het einde van October of in het begin van November kwam de Prins van Oranje te Haarlem aan, al waar hij de Staten van Holland be schreven had Hier werd hem voorgehouden „in hoeveel gevaar men zich in Holland had gestoken uit liefde en trouw tot hem, en hoe weinig dit land vermocht tegen zulk een machtigen vijand als Al va, waarom men van hem verzocht eenige opening te willen geven van de middelen ter redding, die hij reeds in de hand of ten minste op het oog had." Op dit alles stelde de Prins het te vreden, doch men vindt dienaangaan de nergens iets vermeld. Bossu liet zich niet uit het veld slaan door zijn mislukten aanval op onze stad, hij zond den 25sten November aan verschillende steden brieven, waar in hij deze plaatsen trachtte over te halen, zich weder aan hem over te geven, alvorens don Frederik kwam, „opdat hij also de eere daervan dra gen sonde mogen."" Ook onze stad ontving een derg;- lijk verzoek, met de mededeeiing dat zij op genade van Don Frederik konden rekenen, zoo zij zich onderwierpen, doch dat in het tegenovergestelde ge val hun het lot vom Zutfen stond ie wachten. Ook Amsterdam zond heime lijk brieven, waarin deze gemeente kennis gaf, dat het leger des Konings in aantoclit was, ten einde Haarlem te belegeren, doch dat Haarlem zoo het ootmoedig om vergiffenis ver zocht op genade kon rekenen. Don Frederik naderde intusschen al meer en meer met zijn leger, steeds brandende en moordende en de ont steltenis onzer burgerij was ontzet tend: „de borghers waren perplex, spoedig den waren moordenaar van Richardier en Renaud zou lee- ren kennenVandale was volko men onschuldig. Verder liet ze hem plechtig beloven, dat hij van haar bezoek in de gevangenis noch aan Martial, noch aan Savinien of Margarete iets zou verraden. Op het binnenplein der gevan genis liep Bringuetaille heen en weer, wachtende op de terugkomst van Helene. Deze was in de spreek kamer gelaten, waar ze den ge vangene reeds vond, die met ge bogen hoofd op eene bank zat. Hij was zoo diep in gedachten verzon ken, dat de oppasser zich reeds verwijderd en de deur achter zich gesloten had, zonder dat. hij het hoofd ophief. Eindelijk riep Helene, nadat ze eenige oogenblikken^tevergeefs had gewacht of hij niet "zou opkijken, zachtjes Meneer de dokter l Hij schrikte, hief het hoofd op en herkende Helene. Is u het? vroeg hij verbaasd. Ja, meneer Vandale. U kon niet voorbereid zijn op het bezoek van iemand, wier neef u in hech tenis liet nemen, te minder om dat u op haar ook niot goed te spre- mits sij sulcken wreden Tyran moes-' teu verwachten." Den 3en December werd in den vol len Raad een brief voorgelezen van den Pastoor van het groote Bagijnhof te Haarlem, toen lijdelijk te Amsterdam, Mr. Jacob Wij, waarin hij mededeelde „dat men geenszins moest twijfelen van de sachtmoedigheyt en genade van den Coning, als sij maer met aiie ootmoed komen en haer vernederen onder de macht van den Hertog van Alba, datter een generael pardoen sal wesen van alle voorgaende misdaden en wrevel, en dat sy wel ter deugen mocht overwegen, hoe qualyk de sake sou uytvallen, so de Burgers van Haer- lem halsstarrig blyven in haer voor nemen." Deze brief verwekte niet alleen sen satie, doch ook verdeeldheid. (Wordt vervolgd.) Binnenland. Hare Majesteiten de Koningin en de Koningin-Moeder zullen zich Donder dag 1 November naar Lensahn in Hol- stein begeven en aldaar eenige dagen vertoeven bij de Groothertog en de Groothertogin van Oldenburg, ten ein de aldaar de familie van Hertog Hen drik van Mecklenburg-Schwerin te ont moeten. Den 28en October worden voor eeni-i ge uren op het Loo verwacht de Erf- vorst en de Erfvorstin von Wied. Onderscheiding aan minister Delcassé. Reuter seint uit Parijs, dat de Ne- derlandsche gezant te Parijs, Ridder de Stuers, aan den heer Delcassó, mi nister van buitenlandsche zaken de mededeeiing deed, dat het H. M. Ko ningin Wilheluiina behaagd heeft, hem te benoemen tot Ridder-Grootkruis van den Nederlandschen Leeuw, Zuiderzee. Uit vertrouwbare bron verneemt dc „N. R. Ct." dat de ministerraad be sloten heeft de machtiging van H. M. de Koningin te verzoeken om over een wetsontwerp tot drooglegging der Zui derzee het advies van den Raad van State in te winnen. Staatsloterij. Blijkens het afdeelingsverslag over het wetsontwerp tot wijziging en aan vulling van art. 12 der wet tot regeling der Staatsloterij, verklaarden enkeie leden niet te willen medewerken tot partieele verbetering eener in hun oog onzedelijke wet, te minder waar de vooigedragen wetsverandering de aan trekkelijkheid van het spelen in de Staatsloterij in veler oog zal verhoo- gen. Anderen, onder wie ook tegenstan ders der loterij, betuigden hunne in stemming met. het ontwerp, dat li. i. door de billijkheid wordt geboden, om-' dat het hun ongeoorloofd voorkwam; dat de Staat geldelijk voordeel en zelfs1 aanzienlijk voordeel trekt, uit de om standigheid, dat ten gevolge van liet verlies of de toevallige vernietiging van hun lot belanghebbenden niet in staat zijn het hun daarop toekomende op te vorderen. Over het verleenen van terugwerken de kracht aan deze wet, bestond ver schil van gevoelen. Or&njeboelr. NEDERLAND EN ZUID-AFRIKA. Een vervolg der diplomatieke be scheiden, behoorende bij de begrooting van buitenlandsche zaken voor 1901 handelt over ZuidAfrikaansche aan gelegenheden. Er blijkt uit dat de minister van buitenlandsche zaken den 13 Mei ISO!» aan onzen consul-generaal te Pretoria een cijfer telegram zond waarin de Minister dezen ambtenaar verzocht oin, met het oog op uit verschillende Europeesche hoofdsteden ontvangen •berichten, die er op wijzen dat een ge welddadige oplossing in Zuid-Afrika te vreezen is, den President zonder verwijl en op de meest vertrouwelijke wijze mede te dealen dat de Minister hem als getrouw vriend den raad geeft om zich in het waarachtig be lang aer Republiek zoo toegevend en gematigd mogelijk te betoonen. Dc Minister voegt, er bij met zekerheid te weten dat de Duitsch© Regeering deze meening geheel deelt. Den consul wordt geheimhouding aanbevolen. Uit het antwoord van den cons-il- generaal den volgenden dag geseind, blijkt, dat de President zich gevoelig toonende voor dit bewijs van vriend ken is. Ik begrijp dat en vind uw wrok volkomen gerechtvaardigd. U dwaalt, gaf hij haar met een wantrouwenden blik ten ant woord, ik koester volstrekt geen wrok, alleen ben ik in mijn hart diep, diep treurig. U weet toch, ging ze voort, dat ik op het punt sta om in hei huwelijk te treden. Ja, dat weet ik. Met meneer Martial Richar dier. Ook dat weet ik mijn zoon Noël vertelde het mij. Hij zei me ook hoe innig hij u bemint, en dat u hem wederkeerig liefhad I De arme jongen hoe bedroog hij zich I Ernstig en vast antwoordde ze Hij bedriegt zich niet, want ik bemin hem 1 Jean Vandale maakte een haas tig gebaar van verrassing en zei U bemint hem en huwt Mar tial Richardier? Ik bemin hem, doch zal nóch hem, noch Martial huwen. Waarom niet? Omdat ik zoowel den een als den ander onwaardig ben. Dan begrijp ik niet Voor ik u alles uitleg, heb ik schappelijke gezindheid, verklaarde zoo toegevend als mogelijk te zullen zijn; altijd was de President toegevend geweest; hij wenscht© geen oorlog maar kon de onafhankelijkheid der Republiek niet prijsgeven. Bleven de Engelsche onderdanen van hare Britsche Majesteit met het stemrecht in de Republiek, dan zou dit een stil zwijgende erkenning zijn dsT Susere!- niteit. Naar de meening van den Pre sident zou Engeland nooit tevreden zijn, zoolang het land niet weder En- jgelsch werd. Den 4en Augustus d. a. v. seinde de Minister De Beaufort aan onzen con sul-generaal aan den President ver trouwelijk mede te deelen dal hij den President adviseert om in het belang van het land niet péremptoir het En gelsche voorstel te weigeren van een internationale commissie. Hierop .antwoordde de consul dat de President te kennen had gegeven dat deze commissie niet zou zijn een internationale, maar eene Anglo- Transvaalsche. De Staatssecretaris, die bij deze mededeeiing tegenwoordig was, voegde er aan toe, dat de door Engeland voorgestelde commissie ge heel in de binnenlandsche aangelegen heden van het stemrecht zou ingrij pen cn de Transvaalsche Regeering zich op deze wijze gebonden aan han den en voeten aan Engeland zou over geven. In overleg met den heer Fischer, als afgvaardigde van den Oranje-Vrij staat, werd werd het voorstel overwo gen, waarschijnlijk zouden nadere inlichtingen aan Engeland worden gevraagd en een heslist weigerend ant woord niet worden gezonden. Den 15 Augustus deed Minister De Beaufort den President berichten dat de Duitsche regeering het met den inhoud zijner dépêche van 4 Augustus volkomen eens was. Ook meende deze Regeering met den Minister dat elke poging om in dit kritieke moment stappen tc doen bij een der groote mogendheden, zonder resultaat zou zijn en zeer gevaarlijk voor de Repu bliek. In antwoord daarop dd. 19 Augustus deelde de consul-generaal mede dat de President zijne meening over de commissie volhield en niet voQrnemens was een beroep op een groote mogend heid te doen. D0 Expeditie V3n dr. Cappelle. Vreesden ervaren personen reeds van den aanvang af, dat de expeditie de voorgenomen tocht dwars door het bin nenland tot aan de Raleigh-waterval- len in de Coppename niet zou kunnen volbrengen, het schijnt thans wel ze ker, schrijft „Onze West," dat de expe ditie niet zoo ver in onbekende terrei nen zal kunnen doordringen als het oorspronkelijk plan was. Dit neemt niet weg dat. ook het onderzoek in de min der onbekende streken die de expedi tie zal bezoeken veel belangrijks zal kunnen opleveren. Volgens ccn bericht, waarvan het blad de juistheid niet kon controlee ren, zal de expeditie niet ver meer het binnenland intrekken en. was er zelfs sprake van, dat het gezelschap per eerstvolgende mail, d. w. z. ongeveer 13 October, naar Paramaribo terug zou keeren. „Onze West" had ook het bericht ont vangen dat dc expeditie op haren tocht in de Boven Nickerie rijk koper erts ge vonden had. De politie te Amsterdam. In de gemeenteraadszitting te Am sterdam werd Woensdagmiddag voor al de politie onder handen genomen. Er is groote verbittering bij de poli tie zei de heer Den Hertog. De disci pline wordt er gehandhaafd op eene wijze die de agenten tegen hunne chefs in opstand brengt. There is something rotten in the state. Mr. Van den Bergh was ook van die meening: het besef ontbreekt bij de beambten, dat hun recht geschiedt. Zij voelen zich het of fer van willekeur. Er bestaat geen stel sel waarnaar gestraft wordt. Een waar borg moet gevonden tégen onbillijke bejegening. De burgemeester is. wegens den omvang zijner werkzaamheden, niet in staat naar behooren te waken tegen machtsovertreding van de com missarissen en den hoofdcommissaris en daarom dient hij zich door eene com missie in zijn to omvangrijke taak ter zijde te doen staan. Wel niet is bedoeld een commissie, die bepaaldelijk als scheidsgerecht optreedt tusschen. de chefs en de minderen, maar toch eene zoodanige, die controle oefent op de machtsuitoefening der meerderen. Dc u nog andere dingen mee te dee len. Noël en Martial zullen duel- leeren, ik weet het uit zekere bron. Een van beide zal vallen. Eene rilling voer Vandale door de leden. In zijne verbeelding zag hij reeds zijn zoon, zijn lieven Noël in zijn bloed op den gi*ond liggen.Met bevende stem sprak hij: En de oorzaak van dit onge luk is u, gravin U heeft het met uwe noodlottige schoonheid, met uwe listen en lagen veroorzaakt. Ja, dat is helaas waar. Waartoe is u dan hier geko men? Wat heb ik u gedaan, dat u behoefte gevoelt om u to ver meien in mijne smart en mijne droefheid? Verlaat mij Ik ben gekomen, antwoordde ze op zachten toon en tot alles be sloten, omdat mij het leven tot last is, omda.t ik het eeuwige bedrie gen en liegen., verafschuw, en om dat mijn hart de vreeseLijke gehei men, onder wier last ik bezwijk, niet langer kan verdragen. Jean Vandalo hief het hoofd op. Zijne oogen schitterden van nieu we hoop, maar hij zweeg voorloo- pig nog. Naast de hoop ontstond ook het wantrouwen. Hoe, wan neer1- Helene de medeplichtige van voorzitter bestreed do door de heeren gegeven voorstelling van zaken en toon de zich al heel weinig geneigd het heft, hem door de gemeentewet in deze toegekend, uit de hand te laten slaan. Uit de Pers. Algemeen kiesrecht en Grond wetsherziening. „Het Volk" constateert dat de bewe ging voor algemeen kiesrecht de laat ste dagen een stap vooruit heeft ge daan. Thans is dan ook aansluiting bij het Nederlandsch comité voor alge meen kiesrecht voor do Liberale Unie de aangewezen weg om op zijn beslis singen en daden mede den haar toe komenden invloed uit te oefenen. Het blad had liever een kiesrechtbe weging, die op 't standpunt van den klassenstrijd staat, dan eene, waarin alle elementen samenzijn maar wie het doel wil, moet ook de middelen aanvaarden en de geheels opzet der kiesrechtbeweging was van dien aard dat onze partij reeds bij voorbaat sa menwerking met de burgerlijke demo- kratic heeft geaccepteerd. In de gegeven omstandigheden zou het, naar dat sociaal-democratisch or gaan meent, aan grootheidswaanzin grenzen, deze zaak buiten de burger lijke democraten om tot stand te wil len brengen. Daarom hebben wij dan ook van meet af aan medegewerkt, om de liberalen in onze richting voort te drijven en constateeren wij met vol doening, dat zij reeds bezig zijn, zich voor eene werkelijk demokratische po litiek met of naast de arbeiders voor te bereiden, precies als in België is ge schied. Van hunne zijde vooral wordt c'aarhij de kwestie der evenredige ver tegenwoordiging mede in het geding gebracht, iets, waartegen onzerzijds met het reeds gemaakte voorbehoud, geen bezwaar kan bestaan. De Nieuwe Arnhemsche Courant be treurt, dat bij de aanstaande verkie zingen dc leus zal worden aangeheven: grondwetsherziening om te komen tot algemeen kiesrecht en herziening van den grondslag, waarop de Eerste Ka mer berust. Die leuze, zegt het blad, zal alle an dere overstemmen. „De invaliditeits- en ouderdoraspen- sionneeringde hervorming van ons onderwijs hooger, middelbaar en lagerde verbetering van het han delsonderwijs het agrarisch waag stuk, dat dringend oplossing waagt, zij allen zullen achterstaan en achter gesteld blijven, zoolang de Grondwets herziening haar beslag niet heeft ge-, kregen." I Iet gevaar, dat hier door de N. Arnh. Courant wordt gesignaleerd, is inder daad niet geheel denkbeeldig, zegt het „Centrum". De gebeurtenissen van veertien jaren geleden hebben aangetoond, dat de strijd om Grondwetsherziening eeu ware slagboom kan zijn, waardoor groote vertraging in de wetgeving en den gang van zaken ontstaat. En toen mocht de herziening nog be paald noodig heeten, terwijl thans haar nut zeer twijfelachtig schijnt en heel wat gewichtiger quaesties, dan wijziging van den grondslag der Eer ste Kamer, op afdoening wachten. Wij gelooven echter niet, dat zij, die aan deze revisie alles zouden willen opofferen, een grooten aanhang zul len vinden. Daarvoor is ons volk te practisch. Slechts voor evenredige vertegen woordiging zou een meerderheid te verkrijgen zijn, omdat het dan een zaak geldt, welker belang en rechtvaar digheid boven alle evidentie verheven staan. Maar dan moet men haar afscheiden van de andere quaesties, waarvoor men terzelfder tijd. of liever op de voornaamste plaats, wijziging der Grondwet verlangt. Dit katholieke orgaan heeft, naar aanleiding van de gevoerde debatten over de wijziging der Kieswet ook nog de opmerking gemaakt, dat in de Ka mer geen vaste meerderheid te vinden is en de regeering meer dan eens de vlag moest strijken door toedoen harer eigen geestverwanten, en zelfs in den boezem van het Kabinet gebrek aan homogeniteit valt op te merken. Mr. Goeman Borgesius wond er geen doekjes om, dat het aanhangige ont-' werp eigenlijk een gevolg is van het meeningverschii tusschen de ministers. Gaarne zou hij, Borgesius, de zaak op andere wijze hebben behandeld, maar... tot zijne collega's behoort inr. Savinien was en men hem eene nieuwe val wilde stellen U zal alles vernemen, ging Helene voort, want ik kan niot langer zwijgen, niet langer wach ten. Daar ik slechts op mijzelven kon steunen, vermocht ik de per sonen, die ik liefheb, niet te red den misschien gelukt me dat met uwe hulp. De personen, die ge liefhebt? Bovenal Noël, dien ik te harts tochtelijker bemin, naarmate mij ne liefde hopeloozer is, en dan Martial, dien ik als een broeder liefheb. Die beiden moeten niet duelleeren, ze mogen elkander niet vermoorden. Ik wil dit duel ver hinderen. En daartoe heb ik uwe hulp noodig. Mijne hulp Die van den machteloozen, wanhopigen ge vangene Uwe hulp, omdat u reeds lang geraden heeft, wie de oorzaak is der vreeselijke gebeurtenissen, die op „Landeporeuse" voorvielen. Ik begrijp niet, mompelde hij, wat u meent en waarop u doelt. Uw wanli'ouwen is volkomen gerechtvaardigd. Maar het zal da delijk verdwijnen, als ik u zeg, Do Beaufort, en deze staat aan dei conservatieven vleugel van het libo rale leger. Er moesten dus concessies wordei gedaan, en het resultaat is, dat nu bij na niemand zich tevreden toont, da niemand zich warm maakt of ziet hooggestemd voelt door deze techni scha herziening. Maar, zeide de minister, een koelt stemming is eigenlijk de meest ga schikte, om een onderwerp als het kies recht lê behandelen- 't Kan zijn. Wanneer do stemming n» ~>Wer be- piVld lusteloos wordt, hec-f; men ook geen reden zich over haar te verheu gen. Dezelfde bezwaren door de „Nieuwe Arnh. Ct." en hot „Centrum" geop perd, dat de zaken van praktische so ciale wetgeving op den achtergrond zullen raken door de leuze grondwets herziening voor algemeen kiesrecht deelt ook de „Standaard" en acht'hot practisch herzien van de Grondwet niet bij maar vóór do generale verkie zing aan de orde te stellen. Grondwetsherziening, met name die inzake kiesrecht, aldus de„Standaard"f bij de stembus aan de orde stellen, is zoo men zijn opzet wint, een periode ontsluiten, waarin de gang van zaken voorshands tot stilstand is gedoemd. Een Kabinet toch met zulk mandaat, nu niet in den zin van het „mandat impératif' maar in moreelen zin op getreden, zou niet anders kunnen doen, dan terstond de voorstellen tot herzie ning aan de orde stellen. Neem nu aan, dat het deze in-Janu- ari, na afdoening van do begrooting, indiende, dan zou dit gansche zitting jaar er mede gemoeid zijn, en zoo dan de voorstellen waren aangenomen, een nieuwe generale verkiezing voor de deur staan. Of erger nog, bij de stellige weten-, schap, dat de Eerste Kamer, in haar tegenwoordige samenstelling, geen al gemeen stemrecht zou goedkeuren, zou men terstond voor een conflict staan, zou ontbinding der Tweede Ka mer moeten volgen, cn zou men binnen het jaar een tweede generale verkie zing hebben, nog volstrekt niet over de revisievoorstellon, maar over het Conflict. Voorshands zou dus alle sociale her vorming zijn gestuit, en Kabinet en- Kamer tot werkeloosheid zijn ge doemd. Rechtszaken. De slachthuis kwestie. Woensdag is voor do rechtbank te Groningen in hooger beroep behan deld de slachthuiskwestio. Mr. Brou wer, advocaat uit Amsterdam, trad, als vroeger voor het kantongerecht te Groningen, op als gemachtigde van den slager, die hij vonnis van den kan tonrechter te Groningen, dd. 15 Sep tember, tot f 8 boete was veroordeeld, omdat hij nog op 2 J uni, toen het Jacht huis reeds door den raad bij verorde ning verplicht was gesteld, in zijn slachtplaats in de Tuinstraat te Gro- uingen een schaap geslacht had. Mr. Brouwer bestreed het vonnli van den kantonrechter en vooral da daarin ontwikkelde meening, dat nu in artikel 1 van de verordening gespro ken wordt van en aangewezen wordt het terrein, waarop het openbaar slachthuis gevestigd ls, daaraan niet het enge begrip van inrichting kon ge hecht worden, waar bovendien het ter rein bestond uit een open ruimte en ge-i bouwen, zoodat aangewezen was watj volgens de Hinderwet van 1875 aange wezen mocht worden. Die meening kon^ niet opgaan, omdat in woorden een terrein was aangewezen, in factis een, inrichting, een slachthuis alleen, wasi opgericht. Daarop doelde ook !t op-j schrift van de verordening, door dem raad aldus geredigeerd: „tot aanwij-; zing van een openhaar slachthuis," De feitelijke toestand i3 dan ook zoo dat' de inrichting geheel voor het publiekj afgesloten en ommuurd is, terwijl een portier den Ingang bewaakt. Buitendien wees inr. Brouwer er op, dat artikel 4, 2o. van de Hinderwet al leen veroorloofde eene bepaalde plaats aan te wijzen, wat wijst op een ruimere opvatting dan die van „inrichting" al leen; dat de wet uitgaat van het sys teem dat ieder particulier gerechtigd moet zijn een slachterij op te richten en dat er slechts voor zooveel noodig beperking plaats moet vinden, zoodat het in dat systeem voldoende is en in overeenstemming mot de wet, een be paalde streek aan te wijzen waar, ook door particulieren, inrichtingen tot dat ik Savinien d'Alberon innig! en onverzoenlijk haat. Sta mij too zonder omhaal tot do zaak te ko-: men en u te zeggen waarom ik, vroeger do bondgenoole van Savi nien, thans tot u kom. Nu, waarom? vroeg hij koel. Hij werd te kalmer en wantrou wenden hoe meer hij hare opge wondenheid zag toenemen. Zij antwoordde bijna fluisterend: Zuu u, die de plannen van Sa vinien zoo juist doorzien hebt, mecncn, dat ik niet op dit oogon- blik uwe gedachten raadde Zult u meer vertrouwen in mij stellen, 1 als ik u zeg, dat u thans, nu ik tot! u spreek, aan Richardier en mijn broeder Renaud denkt? Uiterlijk kalm, ofschoon inwen< dig opgewonden, zei hij Als u onthullingen hebt te doen, moet u zich tot de justitie wenden. Dat wil ik aan u overlaten- Voor 't oogenblik heb ik slechts met u te doen, en ik heb mij ook alleen maar tot u gewend, omdat ik wist, dat u vermoedens tegen den waren schuldige koestert. Maar het ontbrak u tot dusver aan bewijzen, en die bewijzen breng ik u.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1900 | | pagina 5