Derde Blad,
behoorencle bij
,Ha-ariem's Dagblad"
van
Maauöag 29 Oüt. 1900.
Uo. 5317.
Yan Verre en Nabij.
Dienstboden.
Er verscheen dezer dagen in de
„Haagsche Courant' een artikel,
'waarvan de inhoud verdient in
ruimer kring bekend te worden.
Het handelde over den toestand
pnzer dienstboden, en de inzender
wees er terecht cp, dat bij alle toe
standen b. v. van handelsbedien
den, winkeljuffrouwen, gemeente
werklieden, naaisters enz. waar
van men in den laatsten tijd in de
bladen uitvoerige besprekingen
hoort, de dienstboden eigenlijk
Vergeten worden, en hii toonde
aan, dat haar toestand eveneens
dringend verbetering cischt.
Met name noemde hij den lan
gen werktijd, de plaats waar ze in
haar z. g. rusttijd verwijlen moe
ten, de behandeling en heij fooien-
stelsel.
De werktijd duurt feitelijk in
vele gevallen van opstaan tot bed
tijd, d. i. tot half elf, elf uur.
Geen oogenblik schreef hij, is de
dienstbode vrij, zelfs niet onder
het eten. 's Morgens bij de boter
ham wordt er telkens gescheld en
moet zo naar boven of naar de
deur, terwijl ze reeds een werktijd
van 1^ a 2 uren achter den rug
heeft. "Om 12 uur, tijdens de kof
fie, en om 6 uur gaat 't desgelijks
onderwijl ze eet, meet ze bedie
nen, helpen, afnemen, opendoen
enz. Zo inatuurlijk wel eens
rustmaar zeker daarvan is ze
niet. Steeds kan de schel haar op
jagen. ,,Doch na 8 uur, als de
ètensboel aan kant is, heeft ze
toch rust", zal men zeggen. Maar
óók dit is in menig gezin onjuist,
lieert de dienstbode niet voor de
thee, cle slaapkamers, de kranten
en brieven nog to zorgen.Ja,
soms eerst als het elf uur of latei-
is kan ze rust vinden voor haar
vermoeide leden.
Maar dan rust onder welke om-
- 'andigheden en in wat voor ver
trek vaak
Want dit is de tweede grief der
dienstboden, dat haar rustplaats
dikwiils zeer veel te wenschen
overlaat. Of ze moet den kippen-
hemel opzoeken, waar 's zo
mers hitte en 's winters ijzige kou
de de rust vele nachten onmoge
lijk maaktóf ze slaapt in vochti
ge souslerrains, óf in vergeten
hoekjes, waar soms twee bedden
staan op een ruimte van nauwe
lijks 2 hij Z\ M., terwijl een kast,
kapstokken voor klëeren, een
waschtafel óók nog een plaatsje
vragen. Er zouden ongelooflijke
staaltjes aangevoerd kunnen wor
den van slaapplaatsen, die spotten
met alle eischen der gezondheids
leer en vaak bij brand groot ge
vaar opleveren.
Over de behandeling valt ook in
tal van gezinnen het een en ander
to zeggen.' De toon, die „binnen"
zoo vaak, ook door de kinderen te
gen de „meiden" aangeslagen
wordt, de hooghartigheid, waar
mede de dienstboden als wezens
van lager orde beschouwd wor
den, en in de keuken 's winters-
avonds in de kou kunnen zitten
wachten, totdat mijnheer en me
vrouw, die binnen in de weelde
van een goed verwarmd, gezellig,
smaakvol interieur hebben gezeten
goedgunstig verklaren, dat „Miet
je wel naar bed kan gaan, als ze
klaargezet heeft."
c fooienstejsél werkt onder de
o tsn al even verderfelijk
cral waar het een systeem is
o regeïd wordt toegepast. Gaar-
n.: onderschrijven wij dan ook deze
zinsnede uit het door ons genoem
de artikel
.Onderstel, een meisje is ge-
nuurcl op 100 „en veel verval."
Er zijn ..menschen" geweest, d. w.
z. dc dienstbode heeft veel extra
drukte gehad. De gasten gaan weg
en aan de deur slaat de dienstbo
de met de hand klaar. „Maar dat
is immers bedelarij f zal men zeg
gen. Wel neen, bij 't huren is im
mers gezegd veel vervalStilzwij
gend erkende mevrouw daarbij,
nietwaar het loon is eigenlijk wat
te gering, maar, zie jc, het verval
dat maakt het redelijk."
Er zouden nog meer bronnen
van onrecht zijn aan te wijzen,
doch dit weinige volsta. Mogen de
dames er toe worden opgewekt,
deze dingen ten gunste van haar
personeel in overweging te nemen.
Binnenland.
Hertog Hendrik
toog Vrijdagmorgen weder vroeg
tijdig ter jacht en keerde te 10 uur
op het paleis terug. Het was echt
herfstwederde regen en wind
zouden menigeen van zulk pen
tocht weerhouden henben.
Academische examens.
Utrecht. Cand. theol. 1, de heer
J. P. A. Ie Roy, Cand. theol. 2: de
heer A. Snethlage.'
Leiden: De bevordering heden
van deji heer Moll van Qp.arante.
lot doctor in de geneeskunde, ge
schiedde cum laude.
Geslaagd voor heb candidaats-
examen in de rechten de heer J.
preup.
Amsterdam. Met gunstig gevolg
is het doctoraal examen in de rech
ten afgelegd door den heer Aug.
Heijbroek.
De heer Wessels van de Zuid-
Af rikaansche deputatie verklaart,
dat hem niets bekend is van een
geheime zending der dezer dagen
te Napels aangekomen hoofdamb
tenaren der Zuid-Afrikaansche Re
publiek, die zich in verband daar
mede naar Hamburg zouden be
geven. Waarschijnlijk berust dit
op een onduidelijkheid in een te
legram.
Uit Amsterdam.
Ook in ;den Amsterdamschen Ge
meenteraad zijn bij de behandeling
der begrooting klappen gevallen. El
ders deelden wij reeds iets mede om
trent hetgeen over de politie gezegd
werd, maar nu een ernstiger quaestie.
Drie leden van de commissie van hij
stand voor de gemeentebedrijven, nl.
de heeren Muller, Serrurier en D.
Schut, hadden een nota ingediend.
Daarin werd, meegedeeld dat eenige
voorstellen van de directie der water
leidingen hun niet den indruk hadden
gegeven, dat naai- de noodige zuinig
heid werd gestreefd, vertelden dat de
ze ook bij de begrooting voor 1902 h.
i. niet betracht was; dat de begrooting
niet de instemming had kunnen vin
den van de meerderheid der commis
sie van bijstand, dat de directeur niet
tot vermindering der ramingen wilde
overgaan en zij zeiven bepaalde posten
niet hadden kunnen wijzigen buiten
medewerking van den directeur van 't
bedrijf.
In zijne toelichting zeide de heer
Muller, dat bij de waterleidingen, waar
de zaken met het oog op het vele dat
nog gedaan moest worden, zuinig
moeten worden behandeld, te ruim
geleefd wordt; dat niet de commissi?
van bijstand de begrooting moet op
maken, aangezien op die manier niet
meer de verantwoordelijkheid draagt
wie haai- dragen moet en dat de nood-
zakelijkheid der uitgaven door hem
die ze voordraagt moet worden bewe
zen. Daartegenover weerlegde de wet
houder de grieven tegen eenige cate
gorieën van posten en beklaagde hij
zich er over, dat de commissie van bij
stand wel aanmerkingen maakte,
maar hem volstrekt niet bijstond.
Doch daarbij bleef het niet. De
heer IJzerman kwam betoogen, dat
de Raad vertrouwen moet hebben in
wethouder en directeur en dat de po
sitie van directeuren van bedrijven
in de commissies niet altijd aangenaam
is.
De heer Schut snrak over te hooge
uitgaven hij de waterleidingen en
haalde voorbeelden aan van gebou
wen, die veel te hoog waren ontwor
pen; cok de heer van Leeuwen ver
klaarde, dat de houding van Raads
leden in de commissies tegenover
hoofdambtenaren wel eens zoo is, dat
deze zich moeten ergeren en den vol
genden dag hunne zware taak niet
meer met opgewektheid beginnen; de
heer Van Nierop had bezwaar tegen
een zoo onwaardige wijze vftn debat-
teeren over personaliteiten, verklaarde
dat er wel eens een hard woord viel
in een commissievergadering, maar
dat hij nooit een directeur in een
commissie op onbetamelijke wijze
had bejegend; de heer Muller kon van
zichzelf hetzelfde verklaren; een der
leden kwam den wethouder er een
grief van maken, dat hij van geen sa
menwerking voor het opmaken van
een nieuwe begrooting had willen hoo-
ren; het bleek dat een gewijzigde be
grooting niet meer in de vergadering
van de commissie van bijstand was
behandeld, omdat de wethouder juist
vóórdat zii aan de orde kwam de ver
gadering sloot en het kwam uit, dat
de wethouder een vergadering had ge
sloten om niet als voorzitter iets te
zeggen dat hem op de lippen lag.
Vrijdag werd het einde van liet liedje
gezongen.
In deze zitting was ingekomen een
missive van ;de heeren Van Nierop,
Serrurier, Hugo Muller, D. Schut en
R. Kuiper, waarin zij meedeelden, dat
zij ontslag namen als leden der coin-
misssie van bijstand in 't beheer der
gemeentebedrijven.
Voorts een schrijven van den heer
Mr. W. F. van Leeuwen, dat bij ont
slag nam als wethouder der gemeente,
dat hij evenwel tot na de behandeling
der begrooting zijn betrekking zal
blijven waarnemen.
Verwonding van een vrouw
Woensdagmiddag ongeveer half-*
drie liep de 25-jarige kweekehmge
van de Rijkskweekschool v. Vroed
vrouwen te Amsterdam, J. Hage-
meijer, vergezeld van eene vrien
din, op deWeteringschans tussehen
de Vijzelgracht en Spiegelgracht,
toen een als heer gekleed man haar
rakelings passeerde. Nauwelijks
was hij voorbij of zij voelde pijn
in den linieer bovenarm aan de
voorzijde. Bij onderzoek bleek dat
in den mantel een snede was van
ruim 5 cM., die door al het onder
goed heen een bloedende wond van
gelijke grootte op den arm veroor
zaakt had. De geneesheer van de
kweekschool bevond dat de wond
niet gevaarlijk was.
Van het geval is aangifte gedaan
bij de politie.
Mej. H. deelde mede, dat de man
door niets buitengewoons de aan
dacht getrokken had, hij liep na
het gebeurde in denzelfden stap
door. Een of ander werktuig waar
door de verwonding onwillekeurig
zou kunnen zijn toegebracht droeg
hij niet zichtbaar bij zich. Om aan
een ongeluk tq denken is de stoot
of snede dan ook met te veel kracht
aangebracht. Het voorwerp, waar
mede 't geschiedde, is zonder ra
fels te veroorzaken door al hare
klcederen heengedrongen. Zij ge
looft beslist aan een opzettelijk
toegebrachten stoot.
Of men hier te doen heeft met
denzelfden man, die een paar jaar
geleden zooveel onrust bracht, is
niet uit dit feit af te leiden, vooral
daar de verwonding in drieërlei
opzicht van de voorgaande afwijkt:
ten lo. koos de aanrander van de
vorige jaren steeds aJleenloopende
vrouwen, 2o. trad hij steeds op bij
donker en 3o. zijn al zijne verwon
dingen, zonder onderscheid, steek
wonden geweest.
Parijsclio Brieven.
Particuliere Correspondence voor
„Haarlem's Dagblad".)
Parijs, 23 Oct. 1900.
Het laatste gebouw dat ik met u op
de tentoonstelling doorwandelde, was
het Optisch paleis. Dicht daarbij hebt
ge een andere clou: het Maréorama
Hugo ü'Alesy. Het doel van dit röaréo-
raraa is niet zoozeer om u het schilder
stuk te toonen, als wel om door middel
daarvan u een zeereis te laten maken.
In het paleis van de reis om de we
reld, dat ik u indertijd reeds beschreef,
vindt ge iets dergelijks, maar hier in
dit Maréórama is meer werk verricht
om de illusie, dat men een zeereis
maakt, te versterken.
Na een donkere gang te zijn binnen
gegaan moet ge een scheepstrapje op
en bevindt ge u dan op het dek van
een stoomboot, die heuselijk zoo ge
tuigd is als een echt zeekasteel, en
waarop Janmaats u begroeten. Op een
verhoogd dek zitten de passagiers en
langs de verschansing hangen de sloe
pen in de davids.
Kijkend naar het panorama, d.at aan
beide zijden van 't schip uw oog voor
bijgaat, hoorend het gillen van de
stoomfluit en voelend de deining van
't schip, krijgt ge werkelijk een oogen
blik de gewaarwording dat ge u op een
echt Schip bevindt. Als kunstproduct
beteekent dit maréorama niet veel,
want de beschildering, evenals die der
andere zich op de tentoonstelling be
vindende panorama's, is zeer grof
doch uit een oogpunt van vernuft is 'f
een kunststuk, en men moet eerbied
hebben voor den man die de machine
rieën er voor ontwierp.
Hier in de buurt staat ook het pano
rama Transatlantique, waarin men de
reede van Algiers en eenige Algerijn-
sche vergezichten ziet. Een Algerijn
voert daar nationale dansen uit, waar
bij twee kameraden hem met trom en
bekken begeleiden. Indien ge niet be
ter wist dan zoudt ge denken dat die
danser een gok was, zoo vreemd wringt
hij met 't lichaam en zoo akelig draait
hij met 't hoofd. Voor Oosterlingen is
die dans misschien heel mooi, maar
voor ons, Europeeërs, is ze gruw-lec-
lijk. En die muziek, neen, maar, al
houdt ge nog zooveel van Fr au Musik,
dan zoudt ge wenschen dat ze nijPmer
meer een enkelen dienaar liau, indien
ge verplicht waart dat eentonige, val-
sche getingtang van die twee Algerij
nen veel te hooren.
Na een kijkje te hebben genomen in
het Paleis der Vrouw, waarin allerlei
vrouwenarbeid en vrouwenkleedmg is
tentoongesteld, betreden wij het Paleis
aan de Seine naast de Pont d'Jena ge
legen. In dit houten gebouw, waarvan
de ingang met beeldengroepen en een
kleurig geschilderd tafereel versierd
is, vindt men alles bijeen wat betrek
king heeft op de vischvangst, op de
jacht en op het boschwezen; van de
kleinste tot de grootste 'gereedschappen
en werktuigen, welke op deze gebieden
gebruikt worden, ziet ge er tentoonge
steld.
Frankrijk zond in: prachtige van
bont vervaardigde dameskleeren, mooi
jachtgeweren; een zeer eigenaardige
groep Fransch wild, fijn bewerkte hout
soorten, modellen van door Fransche
visschers en Visschersvrouwen gedra
gen kleederen, in ooi vlechtwerk, etc.
De Vereenigde Staten van Noord-
Amerika stellen te pronk: wagens voor
vischvervoer en wapenen; Rusland
toont mooie huiden, ingelegde visch
en veel houtsoorten; Japan laat een uit
gebreide verzameling planten en dieren
bewonderen. De noordelijke landen,
van Europa: Zweden, Noorwegen en
Denemarken komen vooral goed uit
door de tepronkstelling van hun hout
exploitatie, terwijl de zuidelijke lan
den, Spanje en Portugal, belangrijk
zijn door hun kurk-inzendingen.
Nederland heeft hier een drietal ver
trekken, waarvan het grootste deel der
ruimte wordt ingenomen door de col
lectieve visscherij-inzending. Hier ziet
ge een volledige verzameling van visch-
tuig voor zee- en zoetwatervisscherij;
afbeeldingen van de oester-cultuur in
Zeeland; modellen van visschersvaar-
tuigen; in glazen kasten geplaatste
poppen, aangekleed als visschers en
visschersvrouwen; vitrine's met op sterk
water gezette visschen: manden voor
het vervoeren van visch; fotografieën
van onze visschersdorpen: IJmuiden,
Zandvoort, Scheveningen, Katwijk,
Vlaardingen, etc. etc.
Een rijke verzameling boeken, rap
porten en verdere geschriften, alle op
do vischvangst betrekking hebbende, is
hier aanwezig. Wij noemen de groot-
visscherij van A. IToogendijk, wetge
ving betreffende de zee- en zalmvis-
scherijen door H. v. d. Hoeven Maand
blad met mededeclingen over de vis-
scherij, onder redactie van dr. Iloek
te den Helder, van wiens hand boven
dien nog enkele andere geschriften
aanwezig zijn; dossiers met aanteeke-
ningen over de liefdadigheidsinstellin
gen voor Nederlandsche visschers het
aquarium van Nalura Ariis Magistra
te Amsterdam, door C. KerbertWe
tenschappelijke nasporingen in het be
lang der visscherij door dr. Hoek,
Horst, Hubrecht e. a. Verder zijn er
eenige almanakken, waaronder ook de
beroemde Enkhuizer Almanakken, in
drie uitgaven z'n verschijning maakt,
wat in de meeste andere Hoïiandsche
afdeelingen ontbreekt, is hier aanwe
zig; oen catalogus, samengesteld door
dr. Hoek te den Helder. Daarin wordt
een beredeneerd overzicht gegeven van
do visscherij en toonen eenige statis
tische cijfers den vooruitgang aa.» in
dit voor ons vaderland zoo belangrij
ke bedrijf.
Enkele cijfers nemen wij er uit over.
In 1889 werd de haringvangst uitge
oefend door 439 schepen, in 1899 door
G20 vaartuigen. Het aantal zeelieden
bedroeg het eerste jaar 6100, het twee
de jaar 8700. Voor de Zuiderzce-vis-
scherij steeg het cijfer van 2464 booten
met 5392 man equipage tot 3229 met
6969 man.
Het totaalcijfer voor de visscherij op
de Noordzee gaf in 1889: 782 booten,
terwijl het correspondeerende cijfer in
1899 was: 1469. Hierbij rnoet echter re
kening gehouden worden dat een groot
deel voor 1899 als Noordzeevisschers
genoteerd stond, terwijl ze voor '1889
als Zuiderzeevisschers werdeai ge
boekt. In werkelijkheid was de ver
meerdering niet zoo groot als deze cij
fers aantoonen, maar een vermeerde
ring was in allen gevalle te constatee-
ren, hetgeen bewijst dat dit nationaal
bedrijf, waarbij zooveel duizenden ar
beid vinden, toch, al maakt 't soms kri
tieke tijden door, over 't geheel geno
men niet achteruit gaat.
Om alle inzenders van deze uitgebrei
de, zeer belangrijke afdeeling hier te
noemen, zou niet wel doenlijk zijn,
daar hun aantal te groot is. Als hoofd
inzenders kan men wel beschouwen: C.
J. Bottemanne, Bergen op Zoom, met
modellen van botters, visschende met
den wonderkuilH. Kikkert, Vlaardin
gen, met fotografieën van visschers,
modellen van vischersvaartuigen en
werkhuizen en gereedschappen voor 't
behandelen van gevangen visch; A.
Hoogenzand, Scheveningen, met mo
dellen van schepen, netten etc.; A.
Groeneveld Mzn., Vlaardingen, met
manden en netten; C. Hazeboom en
drie inzenders met den echt Scheve-
ningsclien naam Pronk, alle met man
den en netten; modellen van visschers
en visschersvrouwen, ingezonden dooi
de ministeriën van Waterstaat en van
Binnenlandsche Zaken; A. J. van Smir-
ren, Vollenhove met geprepareerde vis
schen; Maatschappij tot bevordering
van de Zeeuwsche Oester-cultuur, met
model-oesterpark; J. de Graaf, Enkhui
zen, met een model botter, visschende
met den ankerkuil op 't llollandsch
Diep; G. A. ten Houten, Ivralingsche
veer. met een enormen opgezetten Rijn
zalm.
Als Haarlemsche inzendingen vind
ik opgegeven: boeken op de vischvangst
betrekking hebbende door de bekende
boekdrukkersfirma H. D. Tjeenk Wil
link, en 'n vischnet, systecm-nensen,
gewijzigd door de firma M. Le Grand
Belain.
Een mooie inzending is die van het
Nederlandsch Zoölogisch station te den
Helder; door foto's, boekwerken en op
sterk water gezette visschen, wordt ge
in staat gesteld de werkzaamheid van
deze inrichting tot in alle bijzonderhe
den na te gaan.
Het visscherij- en jachtpaleis uitko
mend gaan wij weer de Pont d'Jena
over en komen bij "t Trocadcro. 't. Groo-
te, heuvelachtige terrein om dit ge
bouwde paleis, is in twee deelcn ge
splitst: aan den eenen kant vinden wij
de Koloniën en protectoraten van
l' rankrijk, aan de andere zijde de ko
loniën der overige landen.
Wij nemen eerst den linkervleugel
en zien daar bij den Seinek'ant een
eigenaardig café, waarin Fransche juf
fertjes in alleraardigste nationale
kleeding bedienenverder krijgen we
daar een uitgebreide verzameling van
tenten voor oorlogsgebruik, koffers,
stoeltjes, kortom alles wat betrekking
heeft op 't reizen of trekken voor een
groot aantal personen tegelijk. De trap
nemend, die over de in de diepte loo-
psnde, niet tot de tentoonstelling be-
hoorende straat is gebouwd, komen
wij bij een zeer bijzonder gebouw,
waarvan de hooge, trotsche toren
reeds van verre de aandacht trekt. Dit
paleis brengt in beeld het Andaiusië
tijdens de Mooren er woonden. De to
ren is een copic van den beroemden
„Giralda" te Sevilla; binnen vindt ge
een echt voorname, vierkante plaats
niet mooi beeldhouwwerk, en daarach
ter ziet ge de Arena, waarin een nage
bootste vertooning van steekspelen en
stierengevechten plaats heeft. Een oli
fant, die ook tot de bewoners van den
Arena behoort, kuiert voortdurend
heel gezellig heen en weer, als om u
te lokken binnen te gaan een drome
daris volgt heel bescheiden vriend oli
fant.
Achter het paleis vindt ge een
straatje uit Toledo, winkeltjes en een
schouwburg, waarin Spaansche dan
sen worden uitgevoerd. Er is iets zeer
bekorends voor mij aan al deze huizen,
die zoo getrouw mogelijk de schoone
Moorsche gebouwen uit Granada en
Sevilla nabootsen; in dien bouwstijl
vind ik warmte, en vooral treft mij de
voorname geest die er uit spreekt.
Lang zou ik hier hebben willen om
dwalen, maar de zich in de buurt be
vindende clowns met hun afschuwelijk
beschilderde gezichten en hun kraken
de, schreeuwende stemmen, joegen mij
weg. Grooter tegenstelling is dan ook
niet te bedenkengebouwen, welke
van schoonheid, van voornaamheid
spreken, en daarnaast menschjes die
de verpersoonlijking van 't wanstaltige
zijn.
Dicht bij het Spaansche paleis is een
gebouw, waar men wilde volksstam
men kan bekijken in hun gevechten en
krijgsdansen.
Het terrein wordt nu moeielijk te
beloopen, daar ge telkens den heuvel
op en af moet, wilt ge tenminste alles
bezien. Halver hoogte van de helling
staat de Dahoineyaansche tempel of
Tata, met een toren, waarin de sche
dels van de bij de offering gedoode sla
ven worden bewaard. Dat gebouw is
omgeven door eenige leemen hutten
en paalwoningen, waarin een tentoon
stelling is van landbouwartikelen en
producten, wapens, inlegwerk, afgo
den, houtsnijwerk, etc.
Deze woningen trekken heel wat be
zoek, de dames aaien en liefkozen de
negertjes, o zoo gaarne, en ze doen dat
met beweginkjes, alsof ze schoothond
jes streelen.
Die negers en negerin netjes van Da
homey zijn anders een goed soort volk
en 't is voor hen maar een geluk dat
hun koning Behanzin onttroond werd,
waardoor *t meuschen-slachten voor
de offering, dat vroeger in hun land
wat al te ruin» werd betracht, heeft op
gehouden. Dom zijn ze ook niet, die
zwartjes, want 't is opmerkelijk hoe
aardig Fransch ze spreken en hoeveel
vlugger ze die taal leeren dan bijv. Ne
derlanders, die, al hebben ze ook in
eigen land terdege Fransch bestudeerd,
toch met een mond vol tanden staan,
wanneer ze hier pas zijn. Dat komt na
tuurlijk omdat wij, evenals alle noor
delijke volken, gewoon zijn aan lang
zaam spreken, terwijl Franschen,
evenals alle zuidervolken, en daaron
der reken ik ook de negers, de woorden
vlug uit den mond laten rollen, zoo
dat 't soms klanken worden, waarvan
ge de beteekenis dadelijk moet voelen.
Naast de gebouwen van Dahomey
komen Senegal en Soedan, eveneens
twee Fransche koloniën. In die pavil
joenen ziet ge een rijke verzameling
ivoor, yogels en zadenge vindt er
proeven van goudsmeedkunst en pro
ducten van de metaal-nijverheid. In
een apart open huis oefenen de zwar
tjes, waaronder enkele zeer knappe
typen zijn, met bijna denzelfden ge-
laatsvorm als die van de blanken, hun
goud- en zilversmeedkunst uit. Dat
ook hier veel bekijk is, kunt ge wel be
grijpen maar erg veel zaken doen de
Afrikaanders niet, tenminste niet met
den gewonen burgerman, die slechts
een klein bedrag op z'n budget kan af
zonderen voor luxe-artikelen als hier
te koop zijn. Voorname heeren en da
mes, bij wie 't er op een paar honderd
francs meer of minder niet aan
komt, koopen echter nog al wat van
de mooi bewerkte voorwerpen, en de
negertjes, die ook niet meer zoo dom
zijn als in den tijd van De Ruyter, toen
ze voor een spiegeltje of ander glinste
rend voorwerpje de kunstigste produc
ten verkochten, weten thans even goe
de prijzen te berekenen, als een Parij-
sche goud- en zilversmid.
In het groote gebouw van Fransch-
Indië, ongetrokken in Hindoestijl,
lachen fijne tapijten, lijnwaden en al
lerlei sieraden u toe, terwijl uw reuk
orgaan gevleid wordt door den zoeten
geur van vreemde oliën en door een
sterke lucht van thee, die een Indiër,
met een zeer intelligent gelaat u te
koop biedt.
In de Tunis-afdeeling, die wij nu
gaan betreden, krijgt ge een heel aar-
digen kijk op het Oostcrsche leven. In
nauwe straatjes zijn een ontelbaar aan
tal winkeltjes, die te zamen als 't ware
een grooton bazar vormen. Van alles
wordt hier gemaakt en verkochttapij
ten, lijnwaden, goudsmeedwerk, etc.
In de Moskee, die van Sidi-Mahrez,
vindt ge dc inzendingen der regcering:
voorwerpen van landbouw, wijnbouw,
onderwijs en afgietsels van oudheden.
Na een kijkje te hebben genomen in
de paviljoenen van Guinea, van de
Ivoorkust, van de Koloniale Pers en
Administratie, staken wij voor ditmaal
onzen moeilijken tocht.
De feesten-commissie, die eerst niet
veel van zich liet hooren, beijvert zich
thans oni ons met- festiviteiten te over-
siroomen. Verleden week hadden wij
het feest van den wijnoogst, dat, dank
zij het mooie weer, even schitterend
geslaagd is als de Venetiaansche fees
ten, waarover ik u vroeger reeds
schreef.
Jammer dat men dit feest der afkon
diging van den wijnoogst zoo laat
hec-ft gegeven, want nu hebben de dui
zenden vreemdelingen, die allang weer
in het warme nestje thuis zitten, dezen
prachtigen stoet niet kunnen bewonde
ren hoofdzakelijk de Franschen, die
zoo iets wel meer zagen, konden nu al
leen genieten van het wonder-kleuren-
en lichtspel, dat de wijnoogststoet
zoowel bij dag als bij avond liet aan
schouwen.
Nog eenige feestelijkhedan wachten
ons, waaronder het slotfeest, dat de
apothéose moest zijn van deze tentoon
stelling. Nog maar enkele dagen en
dan is 't groote feest, dat meer (ian een
half jaar lang aan millioenen genot
heeft verschaft en dubbeltjes heeft op
gebracht, geëindigd.
Dan krijgen we weer wat anders de
heropening van de Kamer, van de par
lementaire kermis, die naar aller ver
wachting, ons heel wat herrietoonee-
len zal vertoonen. En tegelijk krijgen
wij het bezoek van Paul Kruger, dat
ook tot heel wat betoogingen, maar
dan tot goed gemeende, geestdriftige
betoogingen, zal aanleiding geven.
Ook al is dus de tentoonstellings-
drukte voorbij, toch zal in den eersten
tijd de hartehlop van Parijs ook nog
voor ver verwijderde streken hoorbaar
zijn.
Een warm maandje staat, indien
menschelijke berekeningen niet falen,
ons nog te wachten.
V.
Sporten Wedstrijden.
Voetbal.
De datum voor dc le ronde der
bekerwedstrijden is nu vastge
steld op 4 November a. s. Zooals
wij reeds met een enkel woord
vermeldden, zal Haarlem naar
Concordia te Delft moeten trek
ken .terwijl H. F. C. tegen E. D. O.
te Amsterdam den strijd moet aan
binden. Eene vergelijking der
krachten doet ons bijna met zeker
heid voorspellen dat de Haarlem
mers in beide wedstrijden zege
vierend uit het krijt zullen treden.
Ken slangen jager.
De stad ClermontrFerrand (Frank
rijk) bezit een buitengewoon bur
ger die zijn naam Jean Serpent
dankt aan zijn beroep van slan
genjager.
Dezer dagen kwam hij in zijn
geboortestad terug na een zeer
vruchtbaren veldtocht tegen hel
kruipend gedierte, waarvan hij er
niet minder dan 32,000 onschade
lijk maakte.
Dat deze sport echter niet geheel
zonder gevaar is blijkt uit de meer
dan 25 beten en lidteekens die
Jean Serpent reeds heeft opgedaan.
INGEZONDEN.
Voor den inhoud dezer rubriek stelt
de redactie zich niet aansprakelijk.
Va» ingezonden stukken, geplaatst of tiiei
geplaatstwordt dc kopij niet aan den
inzender teruggegeven.
Haarlem, 26 Oct. 1900.
Ho venioravoreeuiging.
Mijnheer de Redacteur I
Beleefd verzoek ik u mij een
plaatsruimte af te staan in uw
blad en betui<r u daarvoor bij voor
baat mijnen dank.
Het is mij wederom een behoef
te eens eenige woorden te reppen
aangaande de vereeniging Aurora.
Allereerst onderscheidt zij van»
hare voorgangsters door een lan
ger bestaan en een grooter aantal
leden, maar ook dat wij leden'
meer beginnen te begrijpen onzer
sociale nooden.
Wordt het ons niet van alle kan
ton en van alle vakken aangezegd:!
„Verbeter nl. A." Hooren wij niet
telkens op openbare vergaderin
gen uitleggen welke voordeden,!
goed loon en beperkte arbeids-j
duur geven. Wij mogen niet lan-|
ger stilstaan en nu is het daar
voor dc tijd zich te vereenigen.
Ik weet wel het zal van geen;
leiendak gaan. Want de eene pa
troon is de andore niet.
Zoo bijv. ken ik een! patroon
die mij achter mijn rug uitmaakt!
voor socialist, oproermaker. Ik'
voor mijzelf weet beter. Dat ikj
strijd voor onze sociale beginse
len en verbetering van loonen on-j
zer werklieden, dat weet ik. Maar
ook weet ik, dat die patroon, de:
belangen van zijn knechts niet be-i
hartigd. Wel het beginsel van ei-'
gen belang, zooals coöperatie, la-'
ge concurrentie, enz. dat bevor-!
derd bedoelde patroon wel. Maar'
laten wij voor zulke patroons niet)
terug wijken.
Juist die patroons houden onze
verbetering tegen. Maar zij moe
ten toch zwichten voor die pa
troons, die het al lang inzien watI
ons toekomt.
Nu, hoveniersknechts, sluit u
aan als lid van Aurora. Het is hoog,
tijd. En laat, als de tijd daar is,
uwen stem hooren en laat ieder
een hel weten dat u dit alleen
vraagt, recht en billijk te verdie-'
nen naar de behoeften en nooden
van onzen tijd. Moge Aurora
bloeien en sterk worden.
D. Hesselink.
Gemengd Nieuws.
Ook een moordenaar.
Een schilder te Leeds is voor den i
politierechte? verschenen wegens
moord van een kat. Hot dier was
zijn woning binnengeloopen en!
beet den man in de hand. toen hij
het wilde wegjagen. De schilder!
greep toen de kat en sloeg haar
den kop op den vloer aan stukken.
De rechter veroordeelde hem tot
veertien dagen dwangarbeid.
Nomoires van prins Hohenlohe
Volgens de „Kreuzzeitung" heeft'
prins Hohenlohe belangrijke aan-!
teekeningen gemaakt over zijn po-!
litieke loopbaan. Het blad hoopt!
dat de gewezen kanselier nu reeds!
diie aan teekeningen zal publicee-,1
ren, ten minste voor zoover ze loo-
pen tot 1890, een tijd die reeds tot
de geschiedenis behoort.
Een nieuwe lamp.
In den strijd tussehen gas ent
electriciteit schijnt door het eer
ste weder een overwinning te zijn!
behaald. De Berlijnsche ingenieur'
Lucas heeft een lamp vervaardigd,!
die enkel door de wijziging in do!
afmetingen van gewone groote gas
lampen veel sterker liehtkracht
heeft. De nieuwe lamp heeft na-;
mei ijk een zeer hoogen cilinder!
wat do trekking en de verbraïw
ding bevordert, en tevens een zeer!
lange buis waarin het gas met dc'
lucht meer dan anders vermengd!
wordt. Door deze inrichting wordt'
in een gegeven tiid meer gas dan
gewoonlijk verbrand. Volgens bo-[
rekening zou met dezo lamp, die
eeiflichtsterkte van 5 tot 600 kaar-;
sen hc-eft. de gasverlichting slechte'
een derde kosten van electrisch'
booglicht.
Een lastig onderzoek.
Aan de postkantoren to Berlijn
moet men een lastig onderzoek in-:
stellen. Dezer dagen liet de uitge
ver van een vakblad 19 pakken
postzegels halen elk van 10,000;
stuks a 5 pf. Bij het openen bleek,
dat een der paketten 2000 zegels'
van 10 pf. bevatte. Deze waren:
blijkbaar bij het maken der pak
ken in de Rijksdrukkerij, bij ver
gissing, in plaats van 5-pf.-zegels
er in gelegd. Derhalve zullen erl
evenveel stuk van 5 pf. vermoedc-f
lijk in de pakken van 10 pf. zijn-'
verdwaald. Aan alle kantoren moe
ten nu de pakken worden opengo-'
maakt om na te gaan waar de ver-,
dwaalden zich bevinden.