Derde Blad, behoorencle bij ,Ha-ariem's Dagblad" van Maauöag 29 Oüt. 1900. Uo. 5317. Yan Verre en Nabij. Dienstboden. Er verscheen dezer dagen in de „Haagsche Courant' een artikel, 'waarvan de inhoud verdient in ruimer kring bekend te worden. Het handelde over den toestand pnzer dienstboden, en de inzender wees er terecht cp, dat bij alle toe standen b. v. van handelsbedien den, winkeljuffrouwen, gemeente werklieden, naaisters enz. waar van men in den laatsten tijd in de bladen uitvoerige besprekingen hoort, de dienstboden eigenlijk Vergeten worden, en hii toonde aan, dat haar toestand eveneens dringend verbetering cischt. Met name noemde hij den lan gen werktijd, de plaats waar ze in haar z. g. rusttijd verwijlen moe ten, de behandeling en heij fooien- stelsel. De werktijd duurt feitelijk in vele gevallen van opstaan tot bed tijd, d. i. tot half elf, elf uur. Geen oogenblik schreef hij, is de dienstbode vrij, zelfs niet onder het eten. 's Morgens bij de boter ham wordt er telkens gescheld en moet zo naar boven of naar de deur, terwijl ze reeds een werktijd van 1^ a 2 uren achter den rug heeft. "Om 12 uur, tijdens de kof fie, en om 6 uur gaat 't desgelijks onderwijl ze eet, meet ze bedie nen, helpen, afnemen, opendoen enz. Zo inatuurlijk wel eens rustmaar zeker daarvan is ze niet. Steeds kan de schel haar op jagen. ,,Doch na 8 uur, als de ètensboel aan kant is, heeft ze toch rust", zal men zeggen. Maar óók dit is in menig gezin onjuist, lieert de dienstbode niet voor de thee, cle slaapkamers, de kranten en brieven nog to zorgen.Ja, soms eerst als het elf uur of latei- is kan ze rust vinden voor haar vermoeide leden. Maar dan rust onder welke om- - 'andigheden en in wat voor ver trek vaak Want dit is de tweede grief der dienstboden, dat haar rustplaats dikwiils zeer veel te wenschen overlaat. Of ze moet den kippen- hemel opzoeken, waar 's zo mers hitte en 's winters ijzige kou de de rust vele nachten onmoge lijk maaktóf ze slaapt in vochti ge souslerrains, óf in vergeten hoekjes, waar soms twee bedden staan op een ruimte van nauwe lijks 2 hij Z\ M., terwijl een kast, kapstokken voor klëeren, een waschtafel óók nog een plaatsje vragen. Er zouden ongelooflijke staaltjes aangevoerd kunnen wor den van slaapplaatsen, die spotten met alle eischen der gezondheids leer en vaak bij brand groot ge vaar opleveren. Over de behandeling valt ook in tal van gezinnen het een en ander to zeggen.' De toon, die „binnen" zoo vaak, ook door de kinderen te gen de „meiden" aangeslagen wordt, de hooghartigheid, waar mede de dienstboden als wezens van lager orde beschouwd wor den, en in de keuken 's winters- avonds in de kou kunnen zitten wachten, totdat mijnheer en me vrouw, die binnen in de weelde van een goed verwarmd, gezellig, smaakvol interieur hebben gezeten goedgunstig verklaren, dat „Miet je wel naar bed kan gaan, als ze klaargezet heeft." c fooienstejsél werkt onder de o tsn al even verderfelijk cral waar het een systeem is o regeïd wordt toegepast. Gaar- n.: onderschrijven wij dan ook deze zinsnede uit het door ons genoem de artikel .Onderstel, een meisje is ge- nuurcl op 100 „en veel verval." Er zijn ..menschen" geweest, d. w. z. dc dienstbode heeft veel extra drukte gehad. De gasten gaan weg en aan de deur slaat de dienstbo de met de hand klaar. „Maar dat is immers bedelarij f zal men zeg gen. Wel neen, bij 't huren is im mers gezegd veel vervalStilzwij gend erkende mevrouw daarbij, nietwaar het loon is eigenlijk wat te gering, maar, zie jc, het verval dat maakt het redelijk." Er zouden nog meer bronnen van onrecht zijn aan te wijzen, doch dit weinige volsta. Mogen de dames er toe worden opgewekt, deze dingen ten gunste van haar personeel in overweging te nemen. Binnenland. Hertog Hendrik toog Vrijdagmorgen weder vroeg tijdig ter jacht en keerde te 10 uur op het paleis terug. Het was echt herfstwederde regen en wind zouden menigeen van zulk pen tocht weerhouden henben. Academische examens. Utrecht. Cand. theol. 1, de heer J. P. A. Ie Roy, Cand. theol. 2: de heer A. Snethlage.' Leiden: De bevordering heden van deji heer Moll van Qp.arante. lot doctor in de geneeskunde, ge schiedde cum laude. Geslaagd voor heb candidaats- examen in de rechten de heer J. preup. Amsterdam. Met gunstig gevolg is het doctoraal examen in de rech ten afgelegd door den heer Aug. Heijbroek. De heer Wessels van de Zuid- Af rikaansche deputatie verklaart, dat hem niets bekend is van een geheime zending der dezer dagen te Napels aangekomen hoofdamb tenaren der Zuid-Afrikaansche Re publiek, die zich in verband daar mede naar Hamburg zouden be geven. Waarschijnlijk berust dit op een onduidelijkheid in een te legram. Uit Amsterdam. Ook in ;den Amsterdamschen Ge meenteraad zijn bij de behandeling der begrooting klappen gevallen. El ders deelden wij reeds iets mede om trent hetgeen over de politie gezegd werd, maar nu een ernstiger quaestie. Drie leden van de commissie van hij stand voor de gemeentebedrijven, nl. de heeren Muller, Serrurier en D. Schut, hadden een nota ingediend. Daarin werd, meegedeeld dat eenige voorstellen van de directie der water leidingen hun niet den indruk hadden gegeven, dat naai- de noodige zuinig heid werd gestreefd, vertelden dat de ze ook bij de begrooting voor 1902 h. i. niet betracht was; dat de begrooting niet de instemming had kunnen vin den van de meerderheid der commis sie van bijstand, dat de directeur niet tot vermindering der ramingen wilde overgaan en zij zeiven bepaalde posten niet hadden kunnen wijzigen buiten medewerking van den directeur van 't bedrijf. In zijne toelichting zeide de heer Muller, dat bij de waterleidingen, waar de zaken met het oog op het vele dat nog gedaan moest worden, zuinig moeten worden behandeld, te ruim geleefd wordt; dat niet de commissi? van bijstand de begrooting moet op maken, aangezien op die manier niet meer de verantwoordelijkheid draagt wie haai- dragen moet en dat de nood- zakelijkheid der uitgaven door hem die ze voordraagt moet worden bewe zen. Daartegenover weerlegde de wet houder de grieven tegen eenige cate gorieën van posten en beklaagde hij zich er over, dat de commissie van bij stand wel aanmerkingen maakte, maar hem volstrekt niet bijstond. Doch daarbij bleef het niet. De heer IJzerman kwam betoogen, dat de Raad vertrouwen moet hebben in wethouder en directeur en dat de po sitie van directeuren van bedrijven in de commissies niet altijd aangenaam is. De heer Schut snrak over te hooge uitgaven hij de waterleidingen en haalde voorbeelden aan van gebou wen, die veel te hoog waren ontwor pen; cok de heer van Leeuwen ver klaarde, dat de houding van Raads leden in de commissies tegenover hoofdambtenaren wel eens zoo is, dat deze zich moeten ergeren en den vol genden dag hunne zware taak niet meer met opgewektheid beginnen; de heer Van Nierop had bezwaar tegen een zoo onwaardige wijze vftn debat- teeren over personaliteiten, verklaarde dat er wel eens een hard woord viel in een commissievergadering, maar dat hij nooit een directeur in een commissie op onbetamelijke wijze had bejegend; de heer Muller kon van zichzelf hetzelfde verklaren; een der leden kwam den wethouder er een grief van maken, dat hij van geen sa menwerking voor het opmaken van een nieuwe begrooting had willen hoo- ren; het bleek dat een gewijzigde be grooting niet meer in de vergadering van de commissie van bijstand was behandeld, omdat de wethouder juist vóórdat zii aan de orde kwam de ver gadering sloot en het kwam uit, dat de wethouder een vergadering had ge sloten om niet als voorzitter iets te zeggen dat hem op de lippen lag. Vrijdag werd het einde van liet liedje gezongen. In deze zitting was ingekomen een missive van ;de heeren Van Nierop, Serrurier, Hugo Muller, D. Schut en R. Kuiper, waarin zij meedeelden, dat zij ontslag namen als leden der coin- misssie van bijstand in 't beheer der gemeentebedrijven. Voorts een schrijven van den heer Mr. W. F. van Leeuwen, dat bij ont slag nam als wethouder der gemeente, dat hij evenwel tot na de behandeling der begrooting zijn betrekking zal blijven waarnemen. Verwonding van een vrouw Woensdagmiddag ongeveer half-* drie liep de 25-jarige kweekehmge van de Rijkskweekschool v. Vroed vrouwen te Amsterdam, J. Hage- meijer, vergezeld van eene vrien din, op deWeteringschans tussehen de Vijzelgracht en Spiegelgracht, toen een als heer gekleed man haar rakelings passeerde. Nauwelijks was hij voorbij of zij voelde pijn in den linieer bovenarm aan de voorzijde. Bij onderzoek bleek dat in den mantel een snede was van ruim 5 cM., die door al het onder goed heen een bloedende wond van gelijke grootte op den arm veroor zaakt had. De geneesheer van de kweekschool bevond dat de wond niet gevaarlijk was. Van het geval is aangifte gedaan bij de politie. Mej. H. deelde mede, dat de man door niets buitengewoons de aan dacht getrokken had, hij liep na het gebeurde in denzelfden stap door. Een of ander werktuig waar door de verwonding onwillekeurig zou kunnen zijn toegebracht droeg hij niet zichtbaar bij zich. Om aan een ongeluk tq denken is de stoot of snede dan ook met te veel kracht aangebracht. Het voorwerp, waar mede 't geschiedde, is zonder ra fels te veroorzaken door al hare klcederen heengedrongen. Zij ge looft beslist aan een opzettelijk toegebrachten stoot. Of men hier te doen heeft met denzelfden man, die een paar jaar geleden zooveel onrust bracht, is niet uit dit feit af te leiden, vooral daar de verwonding in drieërlei opzicht van de voorgaande afwijkt: ten lo. koos de aanrander van de vorige jaren steeds aJleenloopende vrouwen, 2o. trad hij steeds op bij donker en 3o. zijn al zijne verwon dingen, zonder onderscheid, steek wonden geweest. Parijsclio Brieven. Particuliere Correspondence voor „Haarlem's Dagblad".) Parijs, 23 Oct. 1900. Het laatste gebouw dat ik met u op de tentoonstelling doorwandelde, was het Optisch paleis. Dicht daarbij hebt ge een andere clou: het Maréorama Hugo ü'Alesy. Het doel van dit röaréo- raraa is niet zoozeer om u het schilder stuk te toonen, als wel om door middel daarvan u een zeereis te laten maken. In het paleis van de reis om de we reld, dat ik u indertijd reeds beschreef, vindt ge iets dergelijks, maar hier in dit Maréórama is meer werk verricht om de illusie, dat men een zeereis maakt, te versterken. Na een donkere gang te zijn binnen gegaan moet ge een scheepstrapje op en bevindt ge u dan op het dek van een stoomboot, die heuselijk zoo ge tuigd is als een echt zeekasteel, en waarop Janmaats u begroeten. Op een verhoogd dek zitten de passagiers en langs de verschansing hangen de sloe pen in de davids. Kijkend naar het panorama, d.at aan beide zijden van 't schip uw oog voor bijgaat, hoorend het gillen van de stoomfluit en voelend de deining van 't schip, krijgt ge werkelijk een oogen blik de gewaarwording dat ge u op een echt Schip bevindt. Als kunstproduct beteekent dit maréorama niet veel, want de beschildering, evenals die der andere zich op de tentoonstelling be vindende panorama's, is zeer grof doch uit een oogpunt van vernuft is 'f een kunststuk, en men moet eerbied hebben voor den man die de machine rieën er voor ontwierp. Hier in de buurt staat ook het pano rama Transatlantique, waarin men de reede van Algiers en eenige Algerijn- sche vergezichten ziet. Een Algerijn voert daar nationale dansen uit, waar bij twee kameraden hem met trom en bekken begeleiden. Indien ge niet be ter wist dan zoudt ge denken dat die danser een gok was, zoo vreemd wringt hij met 't lichaam en zoo akelig draait hij met 't hoofd. Voor Oosterlingen is die dans misschien heel mooi, maar voor ons, Europeeërs, is ze gruw-lec- lijk. En die muziek, neen, maar, al houdt ge nog zooveel van Fr au Musik, dan zoudt ge wenschen dat ze nijPmer meer een enkelen dienaar liau, indien ge verplicht waart dat eentonige, val- sche getingtang van die twee Algerij nen veel te hooren. Na een kijkje te hebben genomen in het Paleis der Vrouw, waarin allerlei vrouwenarbeid en vrouwenkleedmg is tentoongesteld, betreden wij het Paleis aan de Seine naast de Pont d'Jena ge legen. In dit houten gebouw, waarvan de ingang met beeldengroepen en een kleurig geschilderd tafereel versierd is, vindt men alles bijeen wat betrek king heeft op de vischvangst, op de jacht en op het boschwezen; van de kleinste tot de grootste 'gereedschappen en werktuigen, welke op deze gebieden gebruikt worden, ziet ge er tentoonge steld. Frankrijk zond in: prachtige van bont vervaardigde dameskleeren, mooi jachtgeweren; een zeer eigenaardige groep Fransch wild, fijn bewerkte hout soorten, modellen van door Fransche visschers en Visschersvrouwen gedra gen kleederen, in ooi vlechtwerk, etc. De Vereenigde Staten van Noord- Amerika stellen te pronk: wagens voor vischvervoer en wapenen; Rusland toont mooie huiden, ingelegde visch en veel houtsoorten; Japan laat een uit gebreide verzameling planten en dieren bewonderen. De noordelijke landen, van Europa: Zweden, Noorwegen en Denemarken komen vooral goed uit door de tepronkstelling van hun hout exploitatie, terwijl de zuidelijke lan den, Spanje en Portugal, belangrijk zijn door hun kurk-inzendingen. Nederland heeft hier een drietal ver trekken, waarvan het grootste deel der ruimte wordt ingenomen door de col lectieve visscherij-inzending. Hier ziet ge een volledige verzameling van visch- tuig voor zee- en zoetwatervisscherij; afbeeldingen van de oester-cultuur in Zeeland; modellen van visschersvaar- tuigen; in glazen kasten geplaatste poppen, aangekleed als visschers en visschersvrouwen; vitrine's met op sterk water gezette visschen: manden voor het vervoeren van visch; fotografieën van onze visschersdorpen: IJmuiden, Zandvoort, Scheveningen, Katwijk, Vlaardingen, etc. etc. Een rijke verzameling boeken, rap porten en verdere geschriften, alle op do vischvangst betrekking hebbende, is hier aanwezig. Wij noemen de groot- visscherij van A. IToogendijk, wetge ving betreffende de zee- en zalmvis- scherijen door H. v. d. Hoeven Maand blad met mededeclingen over de vis- scherij, onder redactie van dr. Iloek te den Helder, van wiens hand boven dien nog enkele andere geschriften aanwezig zijn; dossiers met aanteeke- ningen over de liefdadigheidsinstellin gen voor Nederlandsche visschers het aquarium van Nalura Ariis Magistra te Amsterdam, door C. KerbertWe tenschappelijke nasporingen in het be lang der visscherij door dr. Hoek, Horst, Hubrecht e. a. Verder zijn er eenige almanakken, waaronder ook de beroemde Enkhuizer Almanakken, in drie uitgaven z'n verschijning maakt, wat in de meeste andere Hoïiandsche afdeelingen ontbreekt, is hier aanwe zig; oen catalogus, samengesteld door dr. Hoek te den Helder. Daarin wordt een beredeneerd overzicht gegeven van do visscherij en toonen eenige statis tische cijfers den vooruitgang aa.» in dit voor ons vaderland zoo belangrij ke bedrijf. Enkele cijfers nemen wij er uit over. In 1889 werd de haringvangst uitge oefend door 439 schepen, in 1899 door G20 vaartuigen. Het aantal zeelieden bedroeg het eerste jaar 6100, het twee de jaar 8700. Voor de Zuiderzce-vis- scherij steeg het cijfer van 2464 booten met 5392 man equipage tot 3229 met 6969 man. Het totaalcijfer voor de visscherij op de Noordzee gaf in 1889: 782 booten, terwijl het correspondeerende cijfer in 1899 was: 1469. Hierbij rnoet echter re kening gehouden worden dat een groot deel voor 1899 als Noordzeevisschers genoteerd stond, terwijl ze voor '1889 als Zuiderzeevisschers werdeai ge boekt. In werkelijkheid was de ver meerdering niet zoo groot als deze cij fers aantoonen, maar een vermeerde ring was in allen gevalle te constatee- ren, hetgeen bewijst dat dit nationaal bedrijf, waarbij zooveel duizenden ar beid vinden, toch, al maakt 't soms kri tieke tijden door, over 't geheel geno men niet achteruit gaat. Om alle inzenders van deze uitgebrei de, zeer belangrijke afdeeling hier te noemen, zou niet wel doenlijk zijn, daar hun aantal te groot is. Als hoofd inzenders kan men wel beschouwen: C. J. Bottemanne, Bergen op Zoom, met modellen van botters, visschende met den wonderkuilH. Kikkert, Vlaardin gen, met fotografieën van visschers, modellen van vischersvaartuigen en werkhuizen en gereedschappen voor 't behandelen van gevangen visch; A. Hoogenzand, Scheveningen, met mo dellen van schepen, netten etc.; A. Groeneveld Mzn., Vlaardingen, met manden en netten; C. Hazeboom en drie inzenders met den echt Scheve- ningsclien naam Pronk, alle met man den en netten; modellen van visschers en visschersvrouwen, ingezonden dooi de ministeriën van Waterstaat en van Binnenlandsche Zaken; A. J. van Smir- ren, Vollenhove met geprepareerde vis schen; Maatschappij tot bevordering van de Zeeuwsche Oester-cultuur, met model-oesterpark; J. de Graaf, Enkhui zen, met een model botter, visschende met den ankerkuil op 't llollandsch Diep; G. A. ten Houten, Ivralingsche veer. met een enormen opgezetten Rijn zalm. Als Haarlemsche inzendingen vind ik opgegeven: boeken op de vischvangst betrekking hebbende door de bekende boekdrukkersfirma H. D. Tjeenk Wil link, en 'n vischnet, systecm-nensen, gewijzigd door de firma M. Le Grand Belain. Een mooie inzending is die van het Nederlandsch Zoölogisch station te den Helder; door foto's, boekwerken en op sterk water gezette visschen, wordt ge in staat gesteld de werkzaamheid van deze inrichting tot in alle bijzonderhe den na te gaan. Het visscherij- en jachtpaleis uitko mend gaan wij weer de Pont d'Jena over en komen bij "t Trocadcro. 't. Groo- te, heuvelachtige terrein om dit ge bouwde paleis, is in twee deelcn ge splitst: aan den eenen kant vinden wij de Koloniën en protectoraten van l' rankrijk, aan de andere zijde de ko loniën der overige landen. Wij nemen eerst den linkervleugel en zien daar bij den Seinek'ant een eigenaardig café, waarin Fransche juf fertjes in alleraardigste nationale kleeding bedienenverder krijgen we daar een uitgebreide verzameling van tenten voor oorlogsgebruik, koffers, stoeltjes, kortom alles wat betrekking heeft op 't reizen of trekken voor een groot aantal personen tegelijk. De trap nemend, die over de in de diepte loo- psnde, niet tot de tentoonstelling be- hoorende straat is gebouwd, komen wij bij een zeer bijzonder gebouw, waarvan de hooge, trotsche toren reeds van verre de aandacht trekt. Dit paleis brengt in beeld het Andaiusië tijdens de Mooren er woonden. De to ren is een copic van den beroemden „Giralda" te Sevilla; binnen vindt ge een echt voorname, vierkante plaats niet mooi beeldhouwwerk, en daarach ter ziet ge de Arena, waarin een nage bootste vertooning van steekspelen en stierengevechten plaats heeft. Een oli fant, die ook tot de bewoners van den Arena behoort, kuiert voortdurend heel gezellig heen en weer, als om u te lokken binnen te gaan een drome daris volgt heel bescheiden vriend oli fant. Achter het paleis vindt ge een straatje uit Toledo, winkeltjes en een schouwburg, waarin Spaansche dan sen worden uitgevoerd. Er is iets zeer bekorends voor mij aan al deze huizen, die zoo getrouw mogelijk de schoone Moorsche gebouwen uit Granada en Sevilla nabootsen; in dien bouwstijl vind ik warmte, en vooral treft mij de voorname geest die er uit spreekt. Lang zou ik hier hebben willen om dwalen, maar de zich in de buurt be vindende clowns met hun afschuwelijk beschilderde gezichten en hun kraken de, schreeuwende stemmen, joegen mij weg. Grooter tegenstelling is dan ook niet te bedenkengebouwen, welke van schoonheid, van voornaamheid spreken, en daarnaast menschjes die de verpersoonlijking van 't wanstaltige zijn. Dicht bij het Spaansche paleis is een gebouw, waar men wilde volksstam men kan bekijken in hun gevechten en krijgsdansen. Het terrein wordt nu moeielijk te beloopen, daar ge telkens den heuvel op en af moet, wilt ge tenminste alles bezien. Halver hoogte van de helling staat de Dahoineyaansche tempel of Tata, met een toren, waarin de sche dels van de bij de offering gedoode sla ven worden bewaard. Dat gebouw is omgeven door eenige leemen hutten en paalwoningen, waarin een tentoon stelling is van landbouwartikelen en producten, wapens, inlegwerk, afgo den, houtsnijwerk, etc. Deze woningen trekken heel wat be zoek, de dames aaien en liefkozen de negertjes, o zoo gaarne, en ze doen dat met beweginkjes, alsof ze schoothond jes streelen. Die negers en negerin netjes van Da homey zijn anders een goed soort volk en 't is voor hen maar een geluk dat hun koning Behanzin onttroond werd, waardoor *t meuschen-slachten voor de offering, dat vroeger in hun land wat al te ruin» werd betracht, heeft op gehouden. Dom zijn ze ook niet, die zwartjes, want 't is opmerkelijk hoe aardig Fransch ze spreken en hoeveel vlugger ze die taal leeren dan bijv. Ne derlanders, die, al hebben ze ook in eigen land terdege Fransch bestudeerd, toch met een mond vol tanden staan, wanneer ze hier pas zijn. Dat komt na tuurlijk omdat wij, evenals alle noor delijke volken, gewoon zijn aan lang zaam spreken, terwijl Franschen, evenals alle zuidervolken, en daaron der reken ik ook de negers, de woorden vlug uit den mond laten rollen, zoo dat 't soms klanken worden, waarvan ge de beteekenis dadelijk moet voelen. Naast de gebouwen van Dahomey komen Senegal en Soedan, eveneens twee Fransche koloniën. In die pavil joenen ziet ge een rijke verzameling ivoor, yogels en zadenge vindt er proeven van goudsmeedkunst en pro ducten van de metaal-nijverheid. In een apart open huis oefenen de zwar tjes, waaronder enkele zeer knappe typen zijn, met bijna denzelfden ge- laatsvorm als die van de blanken, hun goud- en zilversmeedkunst uit. Dat ook hier veel bekijk is, kunt ge wel be grijpen maar erg veel zaken doen de Afrikaanders niet, tenminste niet met den gewonen burgerman, die slechts een klein bedrag op z'n budget kan af zonderen voor luxe-artikelen als hier te koop zijn. Voorname heeren en da mes, bij wie 't er op een paar honderd francs meer of minder niet aan komt, koopen echter nog al wat van de mooi bewerkte voorwerpen, en de negertjes, die ook niet meer zoo dom zijn als in den tijd van De Ruyter, toen ze voor een spiegeltje of ander glinste rend voorwerpje de kunstigste produc ten verkochten, weten thans even goe de prijzen te berekenen, als een Parij- sche goud- en zilversmid. In het groote gebouw van Fransch- Indië, ongetrokken in Hindoestijl, lachen fijne tapijten, lijnwaden en al lerlei sieraden u toe, terwijl uw reuk orgaan gevleid wordt door den zoeten geur van vreemde oliën en door een sterke lucht van thee, die een Indiër, met een zeer intelligent gelaat u te koop biedt. In de Tunis-afdeeling, die wij nu gaan betreden, krijgt ge een heel aar- digen kijk op het Oostcrsche leven. In nauwe straatjes zijn een ontelbaar aan tal winkeltjes, die te zamen als 't ware een grooton bazar vormen. Van alles wordt hier gemaakt en verkochttapij ten, lijnwaden, goudsmeedwerk, etc. In de Moskee, die van Sidi-Mahrez, vindt ge dc inzendingen der regcering: voorwerpen van landbouw, wijnbouw, onderwijs en afgietsels van oudheden. Na een kijkje te hebben genomen in de paviljoenen van Guinea, van de Ivoorkust, van de Koloniale Pers en Administratie, staken wij voor ditmaal onzen moeilijken tocht. De feesten-commissie, die eerst niet veel van zich liet hooren, beijvert zich thans oni ons met- festiviteiten te over- siroomen. Verleden week hadden wij het feest van den wijnoogst, dat, dank zij het mooie weer, even schitterend geslaagd is als de Venetiaansche fees ten, waarover ik u vroeger reeds schreef. Jammer dat men dit feest der afkon diging van den wijnoogst zoo laat hec-ft gegeven, want nu hebben de dui zenden vreemdelingen, die allang weer in het warme nestje thuis zitten, dezen prachtigen stoet niet kunnen bewonde ren hoofdzakelijk de Franschen, die zoo iets wel meer zagen, konden nu al leen genieten van het wonder-kleuren- en lichtspel, dat de wijnoogststoet zoowel bij dag als bij avond liet aan schouwen. Nog eenige feestelijkhedan wachten ons, waaronder het slotfeest, dat de apothéose moest zijn van deze tentoon stelling. Nog maar enkele dagen en dan is 't groote feest, dat meer (ian een half jaar lang aan millioenen genot heeft verschaft en dubbeltjes heeft op gebracht, geëindigd. Dan krijgen we weer wat anders de heropening van de Kamer, van de par lementaire kermis, die naar aller ver wachting, ons heel wat herrietoonee- len zal vertoonen. En tegelijk krijgen wij het bezoek van Paul Kruger, dat ook tot heel wat betoogingen, maar dan tot goed gemeende, geestdriftige betoogingen, zal aanleiding geven. Ook al is dus de tentoonstellings- drukte voorbij, toch zal in den eersten tijd de hartehlop van Parijs ook nog voor ver verwijderde streken hoorbaar zijn. Een warm maandje staat, indien menschelijke berekeningen niet falen, ons nog te wachten. V. Sporten Wedstrijden. Voetbal. De datum voor dc le ronde der bekerwedstrijden is nu vastge steld op 4 November a. s. Zooals wij reeds met een enkel woord vermeldden, zal Haarlem naar Concordia te Delft moeten trek ken .terwijl H. F. C. tegen E. D. O. te Amsterdam den strijd moet aan binden. Eene vergelijking der krachten doet ons bijna met zeker heid voorspellen dat de Haarlem mers in beide wedstrijden zege vierend uit het krijt zullen treden. Ken slangen jager. De stad ClermontrFerrand (Frank rijk) bezit een buitengewoon bur ger die zijn naam Jean Serpent dankt aan zijn beroep van slan genjager. Dezer dagen kwam hij in zijn geboortestad terug na een zeer vruchtbaren veldtocht tegen hel kruipend gedierte, waarvan hij er niet minder dan 32,000 onschade lijk maakte. Dat deze sport echter niet geheel zonder gevaar is blijkt uit de meer dan 25 beten en lidteekens die Jean Serpent reeds heeft opgedaan. INGEZONDEN. Voor den inhoud dezer rubriek stelt de redactie zich niet aansprakelijk. Va» ingezonden stukken, geplaatst of tiiei geplaatstwordt dc kopij niet aan den inzender teruggegeven. Haarlem, 26 Oct. 1900. Ho venioravoreeuiging. Mijnheer de Redacteur I Beleefd verzoek ik u mij een plaatsruimte af te staan in uw blad en betui<r u daarvoor bij voor baat mijnen dank. Het is mij wederom een behoef te eens eenige woorden te reppen aangaande de vereeniging Aurora. Allereerst onderscheidt zij van» hare voorgangsters door een lan ger bestaan en een grooter aantal leden, maar ook dat wij leden' meer beginnen te begrijpen onzer sociale nooden. Wordt het ons niet van alle kan ton en van alle vakken aangezegd:! „Verbeter nl. A." Hooren wij niet telkens op openbare vergaderin gen uitleggen welke voordeden,! goed loon en beperkte arbeids-j duur geven. Wij mogen niet lan-| ger stilstaan en nu is het daar voor dc tijd zich te vereenigen. Ik weet wel het zal van geen; leiendak gaan. Want de eene pa troon is de andore niet. Zoo bijv. ken ik een! patroon die mij achter mijn rug uitmaakt! voor socialist, oproermaker. Ik' voor mijzelf weet beter. Dat ikj strijd voor onze sociale beginse len en verbetering van loonen on-j zer werklieden, dat weet ik. Maar ook weet ik, dat die patroon, de: belangen van zijn knechts niet be-i hartigd. Wel het beginsel van ei-' gen belang, zooals coöperatie, la-' ge concurrentie, enz. dat bevor-! derd bedoelde patroon wel. Maar' laten wij voor zulke patroons niet) terug wijken. Juist die patroons houden onze verbetering tegen. Maar zij moe ten toch zwichten voor die pa troons, die het al lang inzien watI ons toekomt. Nu, hoveniersknechts, sluit u aan als lid van Aurora. Het is hoog, tijd. En laat, als de tijd daar is, uwen stem hooren en laat ieder een hel weten dat u dit alleen vraagt, recht en billijk te verdie-' nen naar de behoeften en nooden van onzen tijd. Moge Aurora bloeien en sterk worden. D. Hesselink. Gemengd Nieuws. Ook een moordenaar. Een schilder te Leeds is voor den i politierechte? verschenen wegens moord van een kat. Hot dier was zijn woning binnengeloopen en! beet den man in de hand. toen hij het wilde wegjagen. De schilder! greep toen de kat en sloeg haar den kop op den vloer aan stukken. De rechter veroordeelde hem tot veertien dagen dwangarbeid. Nomoires van prins Hohenlohe Volgens de „Kreuzzeitung" heeft' prins Hohenlohe belangrijke aan-! teekeningen gemaakt over zijn po-! litieke loopbaan. Het blad hoopt! dat de gewezen kanselier nu reeds! diie aan teekeningen zal publicee-,1 ren, ten minste voor zoover ze loo- pen tot 1890, een tijd die reeds tot de geschiedenis behoort. Een nieuwe lamp. In den strijd tussehen gas ent electriciteit schijnt door het eer ste weder een overwinning te zijn! behaald. De Berlijnsche ingenieur' Lucas heeft een lamp vervaardigd,! die enkel door de wijziging in do! afmetingen van gewone groote gas lampen veel sterker liehtkracht heeft. De nieuwe lamp heeft na-; mei ijk een zeer hoogen cilinder! wat do trekking en de verbraïw ding bevordert, en tevens een zeer! lange buis waarin het gas met dc' lucht meer dan anders vermengd! wordt. Door deze inrichting wordt' in een gegeven tiid meer gas dan gewoonlijk verbrand. Volgens bo-[ rekening zou met dezo lamp, die eeiflichtsterkte van 5 tot 600 kaar-; sen hc-eft. de gasverlichting slechte' een derde kosten van electrisch' booglicht. Een lastig onderzoek. Aan de postkantoren to Berlijn moet men een lastig onderzoek in-: stellen. Dezer dagen liet de uitge ver van een vakblad 19 pakken postzegels halen elk van 10,000; stuks a 5 pf. Bij het openen bleek, dat een der paketten 2000 zegels' van 10 pf. bevatte. Deze waren: blijkbaar bij het maken der pak ken in de Rijksdrukkerij, bij ver gissing, in plaats van 5-pf.-zegels er in gelegd. Derhalve zullen erl evenveel stuk van 5 pf. vermoedc-f lijk in de pakken van 10 pf. zijn-' verdwaald. Aan alle kantoren moe ten nu de pakken worden opengo-' maakt om na te gaan waar de ver-, dwaalden zich bevinden.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1900 | | pagina 9