Tweede Blad, Een verschrikkelijke wraak. behoorende bij Haarlem's Dagblad" van Maandag 6 Nov. 1900. No 3323. Haarlemsche Handels- vereeniging. Ooedaek. bij Kon. Besluit van 12 Nov. 1892No. 29. Da Haarlemsclie Handelsvereen. telf- thans ruim 650 laden, dat is veel, doch niet genoeg. Elke winkelier, elke han delaar, zijn belang begrijpende, moet cich aansluiten. De contributie bedraagt b1 echts f 2,50, terwijl de voordeden, groot zijn. Rechtskundige adviseurs zijn de hee- ren mrs. Th. de Haan Hugenholtz en H. t'h. de Kanter, Spaame 94, welke gratis advies in handelszaken geven aan de leden en voor hen gratis optre den in faillissementen. Voor incasso's, clcor bemiddeling der advocaten gedaan, wordt 5 berekend. Bankiers der vereeniging zijn deh.ee- ren Laane van Bemmel, Kruisstraat 51. Alle brieven of aanvragen (ook opga ven voor het lidmaatschap) moeten ge richt worden aan liet bureau der ver eeniging, 22 Lang© Begijnestraat. Het is ons gelukt eene overeenkomst te sluiten, waardoor het mogelijk is H.H. leden nauwkeurige informaties te verschaffen omtrent alle firma's in Ne>- dorlancL Do kosten dezer informatica bedragen 60 cents per adres, plu3 5 cents voor porto, en moeten vooruit betaald wor den aan het bureau. Informatiën naar binnen de stad wonende personen, grar tis. Ruim 650 informatiën en. rechtskun dige adviezen werden in het afgeloopon iaar verstrekt. In Mei en Juni zijn 72 vorderingen tot een bedrag van f 2765.73 betaald, 9 vorderingen worden afbetaald, 12 vorderingen zijn uitgesteld. Volgens artikel 7 dient liet Geheim der Maandiijsten ongeschonden bewaard te blijven. H H. Leden worden er op attent go- maakt. c\v; pretentiën, buiten de stad in te vo. ca, niet worden behandeld, tenzij portovergoeding (10 ets.) is bij gevoegd. Het Bureau der vereeniging is geves tigd 22 Lange Begijnestraat en is ge opend iederen werkdag van 's morgens 9 tot 1 en 's middags van 2 tot 4 uur. Dagelijks is een dor bestuursleden aanwezig en bereid tot het geven, van, alle gewenschte inlichtingen en wel Maandag m Vrijdag van 1112 uur v.m., do overige dagen van 34 ma. Den leden wordt aangeraden voor dat men levert aan, of zaken doet met W. E. II. Tack Jr., Frans Halsplein 6, inlichtingen te nemen aan het bureau Lanpe Begijnestraat 22. Den leden wordt aangeraden voor dat men levert aan, of zaken doet met Dress iri do stade straat, inlichtingen te nemen aan het Bureau Lange Be gijnestraat 22. SCHIJN. Wat wordt er al aan schijn geofferd in deze wereld, in dezen tijd vooral Want schijndeugden, en sciiijngeleer den, en schijnheiligen, eh schijnvrien- den, en hoe al die verbindingen met hot leelijke woord meer mogen heeten, zijn haast zoo oud als de wereld. Maai de nieuwe tijden hebben ook nieuwe variaties op dit oude thema gebracht, die gevaar)ijker zijn dan al de hier door genoemde koppelingen, die eigen lijk meer algemeen© „menschelijke" ondeugden ^:jn. Ik bedoel in het bij zonder „om meer te schijnen dan men is", als reden waarvan de een aan haalt dat hij toch zijn stand moet op houden, en de ander een nog onmoge lijker argument aanvoert. Hoe weinigen durven als Goever- nëur bij zijn portret, open en vrij te bekennen ,,Dë'èz' mond is mijn -mond, en die [neus is mijn neus, ,,En die bakkebaard, ja, is mijn bak kebaard heusch. „Maar al 't kostbaar gedoente daar verder rondom „Veranda, fauteuil, vaas, hordes en [kolom, „Die gaf mij de photographist maar [ter leen „Zulke dingen zijn mooi, maar zóó [heb ik er geen." Feuilleton. ii. Het lijk lag op het bed dat in den hoek van de kamer stond. Naar allen schijn was de man reeds ge durende 20 uur dood. Het lichaam was loodkleurig en verschrikkelijk opgezwollen. De dood moest na hevige stuiptrekkingen hebben plaatsgegrepen. Ik onderzocht het lijk en kwam tot de conclusie, dat mijn collega juist had gezien. Het was klaarblijkelijk bloedvergifti ging. maar hoe die veroorzaakt v/as, was mij een raadsel daar er geen enkel teeken van geweld of beschadiging aan het lijk te zien was. Het kwaad moest zeer snel om zich hebben gegrepen daar de overledene den vorigen dag nog in blakenden welstand was. Ik kreeg verlof het lijk nauwkeu rig te onderzooken. Nog een ander vreemd verschijnsel deed zich voor. Het lijk was nl. bijna geheel bloe deloos. En toch kon men noch van binnen noch van buiten iets van bloeduitstorting bemerken. Ik ging Het is die ellendige schijn, die zoons van knappe handwerkslieden „op kan toor" laat gaan, omdat een klerk nu eenmaal met een hoedje op en een boordje om, en een jasje aan, kan loo- pen, en het ruwe werkpak terstond den ambachtsman verraadt. En waar zij, bij de groote oplettendheid die te genwoordig aan de vorming van jonge werklieden wordt gewijd, tot een goed en degelijk ambachtsman konden op groeien, worden zij nu kantoorkruk lummels, die in copieeren hun levens taak moeten vinden maar, wier handjes blank en wier nageltjes glad i blijven. „Golt segnet das ehrbare Hand- 'werk", is een Duitsche spreuk, die ook in Nederlandsche ooren moge weer klinken. Als 11c over schijn spreek, dan dmk ik onwillekeurig aan Den Haag. Ik weet niet of het daar erger is dan in andere groote stedenik weet alleen dat het daar meer op den voorgrond treedt, en dat ik, als gevolg daarvan er meer over hoorde spreken. Ik heb mij laten vertellen, en ik wensch van harte dat het onwaar is, hoe de slagers uitgenoodigd worden, tegen belooning, eiken dag met den vleeschmand aan de deur en in de gang te komen, om den schijn te ge ven aan de buren, alsof in dat huisge zin eiken dag vleesch werd gegeten wat niet het geval is want de uiterlijke weelde in kleeren, in gordijnen en mo bilair is slechts schijn Deze gevallen staan niet op zichzelf, dat is waar te nemen in verschillende richting. De fruitvrouw zal u kunnen vertellen hoe zij schaaltjes met appe len en peren, met druiven en kersen, al naar het jaargetijde het medebrengt, „verhuurt" aan geachte families, om er de tafels mee te decoreeren bij liet diner I lk heb nu juist Den Haag bij den kop gevat, en, ik merkte het reeds op, mis schien ten onrechte, d. w. z. het is wel licht geen uitzondering. Onze hofstad staat althans bij het buitonland niet ten achter. Zoo bijv. in de r -identic der Fransche Repu bliek, in Parijs. Daar is wel de schijn met de menschen van de wieg tot het graf. De fraaie doopkleeren, de mooie bruidssluier ja zelfs de heerlijke graf kransen huurt men er Wij zijn ontgroeid aan het geslacht der Stastokken uit Hildebrand's Ca mera Obscura, maar honderdmaal lie ver is mij toch een Keesje, het dialcen- huis-mannetje, dat heel zijn sukkel leventje spaarde en spaarde, centje bij centje, voor zijn doodshemd: „Hij had geen eigen 'huis, hij zou geen eigen graf hebben, o had hij dan ten minste de zekerheid dat zijn allerlaatste ge waad het zijne zou wezen F' DEKA. Het Beleg van Haarlem door de Spanjaarden in 1S72-157S, DOOR W. P. J. O VERMEER, Amanuensis der Gemeente-bibliotheek. VI. Aan het slot van het vorig artikel hebben we gezien dat de brief van pastoor Wij niet alleen sensatie, doch ook verschil van meening veroor zaakte. De een wilde zich verzoenen met den Spaauschen Koning, een tweede wilde den eed van trouw, aan den Prins van Oranje afgelegd, niet schendeneen derde meende dat men het hoofd m den schoot moest leggen, voor en aleer het lelaot was, een vierde wees op de vree- selijke gebeurtenissen te Naarden, Zutphen en Mechelen en hield daarbij eene betooging dat de Spaansche ge nade toch weinig beteekenen zou eeni ge n zeiden dat men den Prins om hulp moest vragen, anderen hielden vol dat nog nooit eeue belegerde stad door den Prins was ontzet", terwijl weer an deren zeiden dat Alva deze zaken deed buiten weten van den Koning en dat men dus moest appeleeren tegen de hoogste macht. We zien dus allerlei gevoelens en zienswijzen werden te berde gebracht, gevoelens die allen voortsproten uit vrees of moed, vader landsliefde of Spaanschgezindheid. Eindelijk werd des morgens ten 7 uur het besluit „der zwakheid en vrees achtigheid" genomen, om afgevaar digden naar Amsterdam te zenden, teneinde in onderhandeling te Ireden bij mijzelyen al de verschillende soorten vergift na, maar kon niet tot een resultaat komen. Ik was in groote verlegenheid. De andere dokter wist er evenmin uit wijs te worden en gaf het ten slotte op. De jury wist met het geval even min raad en plaatste het voorloo- pig op de lijst van onuitgemaakte zaken. Mijn nieuwsgierigheid was echter geprikkeld en ik zat menig uur over de zaak na te denken, be dacht de meest fantastische oplos singen om ze dan weer a's uiterst onwaarschijnlijk te verwerpen. Een dag na de schouwing door de jury ging ik met den broeder van den overledene naar Ashiey Man sion om de bezittingen van den doode af te halen. De kamer was direct na het verwijderen van het lijk schoongemaakt. Alles was dus weer in dezelfde staat als in den nacht van den geheimzinnigen dood. Mijn vriend begon eerst de boe ken en papieren bij elkaar te zoe ken, ik liep in dien tusschentijd langzaam de kamer rond. Juist was ik aan het venster genaderd, toen mijn oog op het bed viel. Plotseling schoot er mij een ge dachte door het brein. Bij het ledi- met Don Frederik of althans een uit stel te verzoeken van vier of vijf dagen, om daarover met de Staten in overleg te treden. Doch deze afgevaardigden waren nog niet zoo spoedig gevonden, daar velen weigerden persoonlijk aan dit besluit gevolg te geven. Bij loting wer den eindelijk de oud-burgemeester Die- rick de Vries en Jan Jansz. Vermer tot afgevaardigden benoemd. Daar deze laatste echter ook groote bezwaren had bood Jonker Christoffel van Schagen, een der Vroedschappen, zich aan, terwijl de pensionaris Adri- aan van Assendelft zich als derde tot do zending beschikbaar stelde. Van dezen laatste deelt Capelle ons mede„Van hem is het gebleken, dat hij indertijd bij zijn aanzoek aan Bur gemeesteren tot verkrijging van dat ambt, door Viglius, den Voorzitter in den geheimen Raad, en door drie an dere Spaansche Heeren was aanbevo len. Zijne deelneming aan den last is dus niet zonder grond aan eene gelijke Spaanschgezindheid toe te schrijven." Dit drietal trok in eene ijsslede de stad uit door de Sparenwouderpoort naar Sparendam, en liet zich van daar langs don Hoogendijlc over Halfweg naar Sloterdijk brengen. Hier echter weigerde de voerman hen verder te vervoeren, liet hen uitstappen en keer de naar Halfweg terug. Het driemanschap moest dus verder te voet naar Amsterdam en kwam al dus bij Don Frederik aan. De Vroedschap had echter buiten den waard gerekend met het door haar genomen besluit. Want niet zoodra had de bevelhebber der Stad, Wybout Ripperda dit. geheim besluit vernomen of hij riep de schutterijen, de burgers en eenige andere voorname personen der stad bijeen tot eene vergadering op den nieuwen Doelen in de Gasthuis straat tegen den middag ten 2 uur. Alvorens wij deze samenkomst me- dedeelen, wil ik eerst verhalen wie Ripperda was, te meer daar hij een der hoofdpersonen van het beleg is, of lieverhij was de spil, waarom alles gedurende het beleg draaide. Wigbolt, Wij brand of Wijbout Rip perda geboren te Winsum Ln Gronin- gen was de zoon van Focco Ripperda en Clara van Eversum. Als jongeling naar Genève gezonden, teneinde zich op de wetenschappen toe te leggen, werd hij tevens doordrongen van de Calvinistische leer. In het Vaderland teruggekeerd, schaarde 'lij zich onder de vanen van Willem I en klom tot den rang van Hopman op. Hij schijnt een kundig en welsprekend man te zijn geweest en dapper in den strijd, hoe wel zijne vroegere krijgsbedrijven ge heel onbekend zijn, doch zeer zeker zal het aan deze eigenschappen wel toe te schrijven zijn geweest, dat hem in 1572 de gewichtige betrekking van Gouverneur der stad Haarlem werd opgedragen. Men verhaalt dat de Prii.s hero toen een gebroken roemer zou, hebben gegeven,"mei den last om hem aan niemand over te leveren, dan aan dengene, die hem de wedergade op deze passende kon vertaonen. Te Groningen had hij een werkzaam aandeel genomen aan het vandalisme der beeldstormerij, waardoor hij ge noodzaakt was uit te wijken naar Em- den en den naam erlangde van de „Groninger beeldstormer". Zelfs zijne vijanden getuigden van hem „De Groninger beeldstormer was dan oolc een geducht persoon, die over vloedige blijken van persoonlijken moed en vastberadenheid had gege ven." We zagen zooeven dat lüj eeue ver gadering op den nieuwen Doelen in de Gasthuisstraat belegd had tegen 2 uur| des namiddags, doch reeds lang tc voren was de zaal gevuld. Jonkheer Lancelot van Brederode en Burgemees ter Gerrit Stuver waren er tegenwoci- dig, ja zelfs de reeds genoemde Schout van Dort hleef niet achterwege- Toen allen bijeen waren wenkte Ripperda met de hand tot algemeene stilte en sprak hen aldus aan „Ghij vroome burghers ende schut ters die hier vergadert sijt, suit weten dat hier een brie ff aen Burghemeesters ghecomen is, inhoudende datter noch ghenade is te vercrijghen bij Don Fre- dcrico, daeromme Dierick de Vries ut ghetrocken is nae Amsterdam. Gbi vroome burghars ghij cont wel dencke wat ghenade dat ghij vercrijghen soudt ende wat eedt dat ghij den Prince van Orangien ghedaen hebt. Ick ben van meminghe mijnen eedt te betrach ten ende wil die leste droppel bloets kant hing een schellekoord, dit liep langs een ventilator, welke zich dicht bij het plafond bevond. Ik bekeek het koord nauwkeurig en verwonderde mij over zijn sterk te cn gróótte. Vervolgens wierp ik een blik op den ventilator. Die was eveneens van zeer groote afmetin gen en ik vroeg mijzelf af, waartoe hij diende daar hij alleen in ver binding kon staan met een of an dere kamer. Een klein stukje papier viel aan mijne voeten. Het was door mijn compagnon gevonden en deze wierp het mij toe. lk raapte het op. Het bevatte slechts enkele, met vaste hand geschreven woorden, die als volgt luidde16 Juli. Car penter heeft den ventilator in de kamer geplaatst. Eraser zegt, dat de onaangename reuk nu wel ver dwijnen zal. Dit was klaarblijke lijk een aan teeken ing van den over ledene. Ik liep op het bed toe en bezag het koord. Ter halver hoogte bemerkte''ik eenige lange zwarte glinsterende haren of liever do rentjes, zoo horenachtig waren zij aan het benedeneinde. Ik stond er over na te denken, wat die doren tjes wel beduiden moesten, toen ik plotseling een zoo ondragelijke voor die burghers aeser Stadt opsetten. Sijt ghij nu sulex van mecninghe me de te doen ofte niet, wilt dat vrijmoc- dich segghen." Een algemeen gejuich ging op I Men keurde hot genomen besluit van den Raad niet goed. De schutters beloof den met hem. hun „lijf ende bloet" veil te hebben en gingen daarna uit elkaar na elkander nogmaals aangespoord te hebben tot moed en standvastigheid. Dienzelfden dag zonden Ripperda en de Schout nog brieven aan den Prins, waarin zij hem den stand der zaken 1 in de stad bekend maakten. (Wordt vervolgd). Stadsnieuws Op het Populair Concert, Zondag 4 November in het Brongebouw te geven door het strijkorkest van Haarlemsch Muziekkorps, treden ditmaal op, de heeren Solser en Hesse, namen hier wel bekend, er zijn voorzeker weinig Haar lemmers die niet om hun hoogst ko mische voordrachten hartelijk gela chen hebben. Mejuffrouw Anna Slau- derof, de bemindo variété soubrette, draagt 4 nummers voor, het orkest een geheel nieuw programma. Bezoe kers zijn dus verzekerd weder een aan- genamen avond door te brengen. Gaat daar heen Wij vestigen de aandacht op de ad vertentie in dit nummer, waarin de afdeeling Haarlem van de Ned. Zuid- Afrikaansche Vereeniging eene lezing aankondigt van den heer H. Oost, on langs uit Zuid-Afrika teruggekeerd. Wij zijn er van overtuigd dat de be langstelling in het lijden en strijden onzer stamverwanten nog niet ver flauwd is, ook niet nu de oorlog een nieuwe phase is ingetreden, en ver trouwen dan ook dat de heer Oost Dinsdagavond in het Brougebouw een talrijk en dankbaar* gehoor zal vinden. Men schrijft van hier aan de N. R. C.: Het geheeld personeel agenten van politie is door den hoofdinspecteur bij dat korps, op last van den burgemees- Ier, in verhoor genomen, om te verne men of, en welke klachten zij hebben tegen den commissaris. Eindelijk zal nu de kantonrechter heb ben te beslissen inzake de bekeuring van een vijftal drogisten in de maand Maart jl. A. s. Woensdag zullen nl. voor het kantongerecht de drogisten, die zich aan overtreding van de on houdbare 1 ijst C. hebben schuldig ge maakt, zich hebben te verantwoorden. Staat van de aardappelen en Bo termarkt over de maancl Oct. 1900. Aangev. Verk. Prijzen. Boter 472 K.G. 472 K.G. f 1.15—1.40 Biggen 387 stuks 363 st. f 6.00—10.50. Schrammen 206 st. 163 st. f 1018.50. Aardap. 3025 HL. 2759 HL. J 30—2.75. Appelen 2082 HL. 1955 HL. 3.00—10. Peren 1631 HL. 1513 HL. 3.00—24. Heemstede. Maandag 17 December a.s. des voor- midd. 10 uur, zal voor deze Gemeente te I-Iaatrlem. op den Doelen, zitting worden gehouden van den Militie raad. Bemiebroek. Blijkens de officieele opgaaf aan gaande de volkstelling bedroeg het aantal zielen dezer gemeente op 1 Januari j.l. 1191; en wel 561 mannen en 630 vrouwen. Het hert een dezer dagen te Vogelen zang geschoten, is afkomstig uit een hertenkamp onder Heemstede. Zand voort. Donderdagavond hield de heer Ds J. A. Gerth van Wijk in „Ons Huis" alhier eene lezing over den tijd van den beeldenstorm. De zaal was goed bezet. Haarlemmerliede en Spaarn woude. Bevallen: A. LemmersVervoorn, z. Sp&arndam. Overleden: E. HartogGerrits, 52 j. Velsen. Ondertrouwd: 31 Oct. W. I-Ielmig m S. E. Lammerts. J. H. Groencveld en M. Tromp. Bevallen: 25 Oct. L. GorterGomes, d. 26 Oct. A. FransenLindeman, d. A. GravemakerWijker, d. 29 Oct J. E. C. SchellsvisFransen, z. T. J. KaasenbroodBottema d. stank bemerkte, als ik nog nooit had geroken. Ik bracht mijn neus aan het schollekoord en kwam tot de ontdekking dat de stank daar van afkomstig was. Ik klom op het bed cn bereikte met behulp van stoel den ventilator. Deze was ge sloten, doch de stank was hier veel erger. Üp het toestel bemerkte ik sporen van een blauwachtige, vet tige en stinkende stof. Ik probeerde den ventilator te openen, maar trots al mijne krachtsinspanning bleef zij gesloten. Mijn metgezel had mijn handel wijze met verwondering aange staard. Hij vroeg mij, wat ik ont dekt had. Ik antwoordde hem, dat ik wilde weten waarop de ventila tor uitkwam. Voor wij het huis verlieten ondervroeg ik den knecht die het vertrek bewoonde, welke juist aan de andere zijde der sterf kamer was gelegen. Zijn antwoord overtuigde mij dat ik op het rechte spoor was, doch ik zeide niets t- gen Crawdor. Er was nog veel duisters in deze zaak maar iets stond bij mij als een paal boven water, dat het schellekoord en de ventilator in verband stonden met den dood van Harry Crawdor. Dienzelfden avond ging ik eene Overleden: 25 Oct M. Laugeveld, 49 J. 26 Oct C. Apitz, 20 (L 28 Oct G. Zwart, 16 ra. Binnenland. Een moment-opname. Wij lezen in het Weekblad Op! voor Transvaal", omtrent een bezoek dat de redactie ontving van den heer A. B. Colette, genaturaliseerd Transvaler, Nederlander van geboorte, die als ar tillerist bij do Boeren, o.a. bij Long Tom, hun gewichtige diensten heeft bewezen. Hij vertelde eene episode bij Coles- berg, welke wij hier in zijne eigen woorden teruggeven, omdat men daar door in staat is een denkbeeld te vor men van den lieldhaftigen strijd van een handjevol Boeren tegen de over machtige Engelschen. ,,'t Was," zeide hij, „de eerste dag van 1900 's morgens half 4, toen het ..anongebulder begon bij Colesberg. Wij stonden daar met een Maxim-Nor- denfeldt met 8 man, terwijl wij veld- kornet Reis met 25 man brandwacht bij ons hadden om over het kanon te waken. „Ik lag te slapen in een hut, van takken gemaakt, met een Duitscher, Hach genaamd. Bij het schot werden wij wakker en stonden op om ons naar het kanon te begeven. Door het hevi ge schieten raakten wij van elkander af en ik kroop toen naar het kanon. Voor dat ik dit bereikte, riepen dege nen die bij het kanon reeds stonden: leg plat, daar blitzt hij. Ik wierp mij neder en de bom, een 15 ponder, barst te geen meter van mij af, zonder mij te raken. Toevallig had ik mij in een kuil geworpen; daar kroop ik uit en keek eens rond en zag tot mijn verba zing dat er 14 kanonnen tegenover mij stonden, 6 aan weerskanten van den Coleskop en 2 vóór den Coleskop, ter wijl ik recht tegenover dien kop op een kopje stond. Kort en goed, er gin gen, een massa schoten over ons heen, doch tegen 9 uur had de vijand zijn. mikpunt gevonden. Toen vlogen de steenen en zandtak- ken van onze schans af. Het duurde tot 12 uur, en toen waren ongeveer 300 bommen afgeschoten zonder eenig re sultaat. Toen eerst brachten wij onze maxim vooruit en begonnen een woord je mee te praten. Korporaal Nell stond aan het kanon en schoot prachtig, steeds tusschen de Engelschen in. zoo dat hun pogingen om Colesberg in te trekken steeds werden verijdeld. Toen de Engelschen zagen dat wij nog leef den, want zij hadden bepaald reeds een telegram gezonden dat 5 of 600 Boe ren waren doodgeschoten, begonnen zij weder te schieten. De eerste bom schoot de stalen schermplaat van de maxim weg; eenige oogenblikken daar na sloeg een andere bom op de water pijp van de Maxim; ongeveer 3 uur sloeg een bom recht tusschen ons in het fort en verwondde de artilleristen Godefroy en Zwanepoel. lk had toen juist een positie genomen achter een klip; toen zag ik eerst Godefroy naar mij toekomen, in gebukte houding en wankelende; naderbij gekomen zakte hij in elkander. Hij zeide mij gewond te zijn in den rug. Ik zag het gat in zijn jas en het bloed er uitstroomen. Ik zeide hem rustig te blijven liggen, want het regende bommen en kogels. Het vuur was verschrikkelijk. Toen zag ik Zwanepoel naar mij toe krui pen. IIij had 7 splinters van een bom in de dij bekomen; bij kon niet meer loopen. Zoo bleven wij een tijdje lig gen want als wij het hoofd ophieven liepen wij gevaar getroffen te worden. „11c kon het kreunen van mijne mak kers niet langer verdragen en' zeide. daar ik toch niets kon uitrichten, dat ik hen naar een ambulance zou bren gen, die ongeveer een half uur verwij derd was. „Ik nam hen onder den arm en bracht hen gelukkig over de gevaar lijkste plekken heen. Het was een zwaar werk, met twee gewonden berg op en berg af, doch ik bracht hen «re- lukkig tot de ambulance, wolke be stond uit een man en vrouw, Duit se!: .rs. Zij werden daar verbonden, waarop ik terugkeerde. „Bij aankomst werd ik als door een wonder gered. Toen ik den hoek van, een pad omsloeg barstte een lyddiet- bom daar waar ik een minuut te vo ren had gerust. Ik stond als in een stofwolk en werd tegen den grond ge-, slagen. Toen ik mijn bezinning terug kreeg kwam ik tot de ontdekking, dat een scherf of een stuk steen mij aan de dij had geraakt. Ik moest toen nog, 15 minuten loopen voor ik bij mijn ka non was. Dat ging natuurlijk zwaar. Ik legde mij hij het kanon neder en kleino wandeling doen. Ik slenter de langzaam voort, tevergeefs naai den sleutel van „mijn geheim", zooals ik het was beginnen te noe men zoekende, toen mij plotseling een eigenaardigen reuk in den neus kwam. Eensklaps was het mij alsof ik mij op Ashley Mansion be vond. lk keek den winkel, waar die reuk vandaan kwam. Het leek in ij een wonderlijke verza meling van alles en nog wat, vogels, zoogdieren, vissclien en allerlei merkwaardigheden van verschillende volkeren lagen voor het raam. De winkel zeii was don ker en ongezellig en hier en daar lagen voortbrengselen van den meest grilligen aard. Mijn nieuwsgierigheid was aan stonds geprikkelt. Ik trad.den win kel binnen en vroeg naar een voor werp dat in de uitstalkast lag. Wat een benauwde stank merkte ik op. Ja mijnheer, antwoordde de grijs aard, die mij te woord stond lachen de, hoe zou het u bevallen een week met Mygale door te brengen? Niet erg wel Mygale? zeide ik vragend, wat is dat voor een schepsel. O een aardige kerel, een heel aardige kerel. Als u minuten tijd hebt, dan zal ik u eens iets werkelijks wiesch mijn been met water en azijn, hetgeen eenige verlichting gaf on wijd de mijn aandacht toen aan liet kanon.' „Hach, do Duitscher, was inmiddels' in het hutjo gekropen. Toen hij daar lag nam een bom het halve dak van' het huisje weg, zoodat hij verschrikt^ opsprong en een eind verder ging lig gen. Toen hij daar lag sloeg een bom/ midden in de hut en verwoestte alles wat daar was, zooals kombaarzen, kost/ en kleeren. „Inmiddels was het bij het kanon/' zwaarder toegegaan, doch om half 8 hield het vuren op. Op den 2en en 3civ Januari was het dezelfde geschiede nis, van ochtend tot avond vuren. Op den 4en sloeg een bom een wiel van de Maxim af; wij namen toen een wiol van den voorwagen en schoten cr weex duchtig op los, hoewel het kanon nog al beschadigd was. „De Engelschen kregen toen van weerskanten, want eon Armstrong-was intusschen aan den anderen kant op gesteld, onder luitenant Smit De En gelschen vluchtten toen. De kanonnen wilden zij ook wegvoeren, doch ons vu ren was te hevig om de paarden er' voor te spannen. „Dit ging zoo voort tot 5 uur. Ten einde raacl zonden de Engelsciien, zoo als zij altijd gewoon waren, Roode Kruiswagens er heen, niet om gewon- denop te rapen maar om ze voor de ka nonnen op te stellen om ons hot schie ten te beletteu. „Zij bleven daar tot donker, den volgenden morgen toen wij ontwaak ten waren zij verdwenen." Uit dit onopgesmukt verhaal blijkt hoe de strijd werd gevoerd. Hier ston den 7000 Engelschen met 14 stukken tegenover 30 Boeren met 2 stukken Op zekeren afstand lagen 200 Boeren met geweren gewapend doch die kon den zich niet in den strijd mengen, daar het een vuurgevecht was op groo' ten afstand. De zoogenaamde ambulance bestond uit een ezelwagen met een paar goed hartige menschen, die wel wilden ver binden maar er ongelukkig geen ver stand van hadden. Godefroy, dachten zij, had slechts een schampschot. Doch 8 dagen later werd door de geneeshce- ren het projectiel uit de wond ge haald! Academische examens. Amsterdam. Met gunstig gevolg is het doctoraal examen in de rechten afgelegd door den heer J. Hingst. De Koningin heeft aan de Haagsche Dorcelein- en kunst-aardewerkfabriek „Rozenburg" het praedicaat „Konink lijke" toegekend. Hare Majesteiten de Koninginnen, zijn Donderdagavond in welstand te Lennsahn aangekomen. De uitvaart van prof. Telders. Gelijk tc voorzien was toog Vrijdag eene groote schare belangstellenden op om de laatste eer te bewijzen aan den man, die niet alleen hoog geacht, ook algemeen bemind was. De stoet vertrok te 11 uur van het sterfhuis. Talrijke bloemstukken wa ren op de baar gelegd, o. a. door do Zuiderzee-Vereeniging, het Kon. Insti tuut van Ingenieurs. Bij de Polytech nische School slote® zich aan: het onderwijzend personeel, het Delftsch Studentencorps, de Studentenhom!. Als slippedragers fungeerden de prj- fessoren Snijders, Iloogewerff, Rnvc- nonk en Kraus. Op het kerkhof sloten zich aaa d-i Ministers Goeman Borgesius, Cre n»r, I.ely, en de oud-inspecteur van Water staat Van Diesen, do inspecteur '.an den Waterstaat Leemans, de secre taris van het Koninklijk Instituut Van Sandick, het gemeentebestuur van Delit de Rijkscommissie voor de Graadmeting, liet bestuur der kies- vereeniging „Burgerplicht". De heer Goeman Borgesius herdacht den overledene ais directeur dor Pol. School en als mensch. Met veel aandoening sclietsto Prof Pekelharing, secretaris van den raad van bestuur der Pol. School, de vcr-| diensten van Telders voor hot tech nisch onderwijs. Een broeder, Mr. A. Telders, dankte namens de familie yoor de bewezen eer. In Wassenaar is de gemccnte-veld- wacht te fiets. De stroopers, de den omtrek daar on veilig maken, willen zich niet laten bluffen en... vortoonen zich nu cn dan ook op een „kar." nieuws laten zien. Ga maar eens meoIk volgde hem de trappen af naar een soort van kelder. Het zwakke licht van den lan taarn tiie mijn gids in de hand had viel op een kooi, ongeveer 5 voet' lang en 4 hoog, die op den vloer stond. Zij was gedeeltelijk met planken bedekt, aldus een kleine schuilplaats voor zijn bewoner aan biedende. Er omheen hingen dikke groote lappen van een glimmende, kleverige stof, van een gele kleur. „Aha," zeide mijn vriend. „Mijnheer is naar bed gegaan. We zullen hem er uit jagen.' Hij'haal de een klein vogeltje uit een bij de hand staan de doos en open de een klein deurtje in de kooi en liet het dier erin. Het beestje, door het licht verblind, vloog naar het andere einde van de kooi en trachtto zich door de tralies to wringen. Heb volgend oogenblik sprong ik verschrikt terug. In do' duisternis bowoog zich iets, iets dat tegen de tralies opkroop cn den vogel, die nu angstig piepte, op den grond wierp, alles in den tijd van een oogenblik. Hoe kan ik u dat oogenblik be schrijven. Zelfs nu sidder ik nog» als ik aan dat oogenblik denk. Op

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1900 | | pagina 5