Tweede Blad,
Een verschrikkelijke
wraak.
behoorende bij
Haarlem's Dagblad"
van
Maandag 6 Nov. 1900.
No 3323.
Haarlemsche Handels-
vereeniging.
Ooedaek. bij Kon. Besluit van
12 Nov. 1892No. 29.
Da Haarlemsclie Handelsvereen. telf-
thans ruim 650 laden, dat is veel, doch
niet genoeg. Elke winkelier, elke han
delaar, zijn belang begrijpende, moet
cich aansluiten. De contributie bedraagt
b1 echts f 2,50, terwijl de voordeden,
groot zijn.
Rechtskundige adviseurs zijn de hee-
ren mrs. Th. de Haan Hugenholtz en
H. t'h. de Kanter, Spaame 94, welke
gratis advies in handelszaken geven
aan de leden en voor hen gratis optre
den in faillissementen.
Voor incasso's, clcor bemiddeling der
advocaten gedaan, wordt 5 berekend.
Bankiers der vereeniging zijn deh.ee-
ren Laane van Bemmel, Kruisstraat
51.
Alle brieven of aanvragen (ook opga
ven voor het lidmaatschap) moeten ge
richt worden aan liet bureau der ver
eeniging, 22 Lang© Begijnestraat.
Het is ons gelukt eene overeenkomst
te sluiten, waardoor het mogelijk is
H.H. leden nauwkeurige informaties te
verschaffen omtrent alle firma's in Ne>-
dorlancL
Do kosten dezer informatica bedragen
60 cents per adres, plu3 5 cents voor
porto, en moeten vooruit betaald wor
den aan het bureau. Informatiën naar
binnen de stad wonende personen, grar
tis.
Ruim 650 informatiën en. rechtskun
dige adviezen werden in het afgeloopon
iaar verstrekt.
In Mei en Juni zijn 72 vorderingen
tot een bedrag van f 2765.73 betaald,
9 vorderingen worden afbetaald, 12
vorderingen zijn uitgesteld.
Volgens artikel 7 dient liet Geheim
der Maandiijsten ongeschonden bewaard
te blijven.
H H. Leden worden er op attent go-
maakt. c\v; pretentiën, buiten de stad
in te vo. ca, niet worden behandeld,
tenzij portovergoeding (10 ets.) is bij
gevoegd.
Het Bureau der vereeniging is geves
tigd 22 Lange Begijnestraat en is ge
opend iederen werkdag van 's morgens
9 tot 1 en 's middags van 2 tot 4 uur.
Dagelijks is een dor bestuursleden
aanwezig en bereid tot het geven, van,
alle gewenschte inlichtingen en wel
Maandag m Vrijdag van 1112 uur
v.m., do overige dagen van 34 ma.
Den leden wordt aangeraden voor
dat men levert aan, of zaken doet met
W. E. II. Tack Jr., Frans Halsplein 6,
inlichtingen te nemen aan het bureau
Lanpe Begijnestraat 22.
Den leden wordt aangeraden voor
dat men levert aan, of zaken doet met
Dress iri do stade straat, inlichtingen
te nemen aan het Bureau Lange Be
gijnestraat 22.
SCHIJN.
Wat wordt er al aan schijn geofferd
in deze wereld, in dezen tijd vooral
Want schijndeugden, en sciiijngeleer
den, en schijnheiligen, eh schijnvrien-
den, en hoe al die verbindingen met
hot leelijke woord meer mogen heeten,
zijn haast zoo oud als de wereld. Maai
de nieuwe tijden hebben ook nieuwe
variaties op dit oude thema gebracht,
die gevaar)ijker zijn dan al de hier
door genoemde koppelingen, die eigen
lijk meer algemeen© „menschelijke"
ondeugden ^:jn. Ik bedoel in het bij
zonder „om meer te schijnen dan men
is", als reden waarvan de een aan
haalt dat hij toch zijn stand moet op
houden, en de ander een nog onmoge
lijker argument aanvoert.
Hoe weinigen durven als Goever-
nëur bij zijn portret, open en vrij te
bekennen
,,Dë'èz' mond is mijn -mond, en die
[neus is mijn neus,
,,En die bakkebaard, ja, is mijn bak
kebaard heusch.
„Maar al 't kostbaar gedoente daar
verder rondom
„Veranda, fauteuil, vaas, hordes en
[kolom,
„Die gaf mij de photographist maar
[ter leen
„Zulke dingen zijn mooi, maar zóó
[heb ik er geen."
Feuilleton.
ii.
Het lijk lag op het bed dat in den
hoek van de kamer stond. Naar
allen schijn was de man reeds ge
durende 20 uur dood. Het lichaam
was loodkleurig en verschrikkelijk
opgezwollen. De dood moest na
hevige stuiptrekkingen hebben
plaatsgegrepen. Ik onderzocht het
lijk en kwam tot de conclusie, dat
mijn collega juist had gezien. Het
was klaarblijkelijk bloedvergifti
ging. maar hoe die veroorzaakt
v/as, was mij een raadsel daar er
geen enkel teeken van geweld of
beschadiging aan het lijk te zien
was. Het kwaad moest zeer snel
om zich hebben gegrepen daar de
overledene den vorigen dag nog in
blakenden welstand was.
Ik kreeg verlof het lijk nauwkeu
rig te onderzooken. Nog een ander
vreemd verschijnsel deed zich voor.
Het lijk was nl. bijna geheel bloe
deloos. En toch kon men noch van
binnen noch van buiten iets van
bloeduitstorting bemerken. Ik ging
Het is die ellendige schijn, die zoons
van knappe handwerkslieden „op kan
toor" laat gaan, omdat een klerk nu
eenmaal met een hoedje op en een
boordje om, en een jasje aan, kan loo-
pen, en het ruwe werkpak terstond
den ambachtsman verraadt. En waar
zij, bij de groote oplettendheid die te
genwoordig aan de vorming van jonge
werklieden wordt gewijd, tot een goed
en degelijk ambachtsman konden op
groeien, worden zij nu kantoorkruk
lummels, die in copieeren hun levens
taak moeten vinden maar, wier
handjes blank en wier nageltjes glad
i blijven.
„Golt segnet das ehrbare Hand-
'werk", is een Duitsche spreuk, die ook
in Nederlandsche ooren moge weer
klinken.
Als 11c over schijn spreek, dan dmk
ik onwillekeurig aan Den Haag. Ik
weet niet of het daar erger is dan in
andere groote stedenik weet alleen
dat het daar meer op den voorgrond
treedt, en dat ik, als gevolg daarvan
er meer over hoorde spreken.
Ik heb mij laten vertellen, en ik
wensch van harte dat het onwaar is,
hoe de slagers uitgenoodigd worden,
tegen belooning, eiken dag met den
vleeschmand aan de deur en in de
gang te komen, om den schijn te ge
ven aan de buren, alsof in dat huisge
zin eiken dag vleesch werd gegeten
wat niet het geval is want de uiterlijke
weelde in kleeren, in gordijnen en mo
bilair is slechts schijn
Deze gevallen staan niet op zichzelf,
dat is waar te nemen in verschillende
richting. De fruitvrouw zal u kunnen
vertellen hoe zij schaaltjes met appe
len en peren, met druiven en kersen,
al naar het jaargetijde het medebrengt,
„verhuurt" aan geachte families, om
er de tafels mee te decoreeren bij liet
diner I
lk heb nu juist Den Haag bij den kop
gevat, en, ik merkte het reeds op, mis
schien ten onrechte, d. w. z. het is wel
licht geen uitzondering.
Onze hofstad staat althans bij het
buitonland niet ten achter. Zoo bijv.
in de r -identic der Fransche Repu
bliek, in Parijs. Daar is wel de schijn
met de menschen van de wieg tot het
graf.
De fraaie doopkleeren, de mooie
bruidssluier ja zelfs de heerlijke graf
kransen huurt men er
Wij zijn ontgroeid aan het geslacht
der Stastokken uit Hildebrand's Ca
mera Obscura, maar honderdmaal lie
ver is mij toch een Keesje, het dialcen-
huis-mannetje, dat heel zijn sukkel
leventje spaarde en spaarde, centje bij
centje, voor zijn doodshemd: „Hij
had geen eigen 'huis, hij zou geen eigen
graf hebben, o had hij dan ten minste
de zekerheid dat zijn allerlaatste ge
waad het zijne zou wezen F'
DEKA.
Het Beleg van Haarlem
door de Spanjaarden
in 1S72-157S,
DOOR
W. P. J. O VERMEER,
Amanuensis der Gemeente-bibliotheek.
VI.
Aan het slot van het vorig artikel
hebben we gezien dat de brief van
pastoor Wij niet alleen sensatie, doch
ook verschil van meening veroor
zaakte.
De een wilde zich verzoenen met den
Spaauschen Koning, een tweede wilde
den eed van trouw, aan den Prins van
Oranje afgelegd, niet schendeneen
derde meende dat men het hoofd m den
schoot moest leggen, voor en aleer het
lelaot was, een vierde wees op de vree-
selijke gebeurtenissen te Naarden,
Zutphen en Mechelen en hield daarbij
eene betooging dat de Spaansche ge
nade toch weinig beteekenen zou eeni
ge n zeiden dat men den Prins om hulp
moest vragen, anderen hielden vol dat
nog nooit eeue belegerde stad door
den Prins was ontzet", terwijl weer an
deren zeiden dat Alva deze zaken deed
buiten weten van den Koning en dat
men dus moest appeleeren tegen de
hoogste macht. We zien dus allerlei
gevoelens en zienswijzen werden te
berde gebracht, gevoelens die allen
voortsproten uit vrees of moed, vader
landsliefde of Spaanschgezindheid.
Eindelijk werd des morgens ten 7
uur het besluit „der zwakheid en vrees
achtigheid" genomen, om afgevaar
digden naar Amsterdam te zenden,
teneinde in onderhandeling te Ireden
bij mijzelyen al de verschillende
soorten vergift na, maar kon niet
tot een resultaat komen. Ik was in
groote verlegenheid. De andere
dokter wist er evenmin uit wijs te
worden en gaf het ten slotte op.
De jury wist met het geval even
min raad en plaatste het voorloo-
pig op de lijst van onuitgemaakte
zaken. Mijn nieuwsgierigheid was
echter geprikkeld en ik zat menig
uur over de zaak na te denken, be
dacht de meest fantastische oplos
singen om ze dan weer a's uiterst
onwaarschijnlijk te verwerpen.
Een dag na de schouwing door de
jury ging ik met den broeder van
den overledene naar Ashiey Man
sion om de bezittingen van den
doode af te halen. De kamer was
direct na het verwijderen van het
lijk schoongemaakt. Alles was dus
weer in dezelfde staat als in den
nacht van den geheimzinnigen
dood.
Mijn vriend begon eerst de boe
ken en papieren bij elkaar te zoe
ken, ik liep in dien tusschentijd
langzaam de kamer rond. Juist
was ik aan het venster genaderd,
toen mijn oog op het bed viel.
Plotseling schoot er mij een ge
dachte door het brein. Bij het ledi-
met Don Frederik of althans een uit
stel te verzoeken van vier of vijf dagen,
om daarover met de Staten in overleg
te treden.
Doch deze afgevaardigden waren
nog niet zoo spoedig gevonden, daar
velen weigerden persoonlijk aan dit
besluit gevolg te geven. Bij loting wer
den eindelijk de oud-burgemeester Die-
rick de Vries en Jan Jansz. Vermer tot
afgevaardigden benoemd.
Daar deze laatste echter ook groote
bezwaren had bood Jonker Christoffel
van Schagen, een der Vroedschappen,
zich aan, terwijl de pensionaris Adri-
aan van Assendelft zich als derde tot
do zending beschikbaar stelde.
Van dezen laatste deelt Capelle ons
mede„Van hem is het gebleken, dat
hij indertijd bij zijn aanzoek aan Bur
gemeesteren tot verkrijging van dat
ambt, door Viglius, den Voorzitter in
den geheimen Raad, en door drie an
dere Spaansche Heeren was aanbevo
len. Zijne deelneming aan den last is
dus niet zonder grond aan eene gelijke
Spaanschgezindheid toe te schrijven."
Dit drietal trok in eene ijsslede de
stad uit door de Sparenwouderpoort
naar Sparendam, en liet zich van daar
langs don Hoogendijlc over Halfweg
naar Sloterdijk brengen. Hier echter
weigerde de voerman hen verder te
vervoeren, liet hen uitstappen en keer
de naar Halfweg terug.
Het driemanschap moest dus verder
te voet naar Amsterdam en kwam al
dus bij Don Frederik aan.
De Vroedschap had echter buiten
den waard gerekend met het door haar
genomen besluit. Want niet zoodra
had de bevelhebber der Stad, Wybout
Ripperda dit. geheim besluit vernomen
of hij riep de schutterijen, de burgers
en eenige andere voorname personen
der stad bijeen tot eene vergadering
op den nieuwen Doelen in de Gasthuis
straat tegen den middag ten 2 uur.
Alvorens wij deze samenkomst me-
dedeelen, wil ik eerst verhalen wie
Ripperda was, te meer daar hij een
der hoofdpersonen van het beleg is, of
lieverhij was de spil, waarom alles
gedurende het beleg draaide.
Wigbolt, Wij brand of Wijbout Rip
perda geboren te Winsum Ln Gronin-
gen was de zoon van Focco Ripperda
en Clara van Eversum. Als jongeling
naar Genève gezonden, teneinde zich
op de wetenschappen toe te leggen,
werd hij tevens doordrongen van de
Calvinistische leer. In het Vaderland
teruggekeerd, schaarde 'lij zich onder
de vanen van Willem I en klom tot
den rang van Hopman op. Hij schijnt
een kundig en welsprekend man te zijn
geweest en dapper in den strijd, hoe
wel zijne vroegere krijgsbedrijven ge
heel onbekend zijn, doch zeer zeker
zal het aan deze eigenschappen wel toe
te schrijven zijn geweest, dat hem in
1572 de gewichtige betrekking van
Gouverneur der stad Haarlem werd
opgedragen. Men verhaalt dat de Prii.s
hero toen een gebroken roemer zou,
hebben gegeven,"mei den last om hem
aan niemand over te leveren, dan aan
dengene, die hem de wedergade op
deze passende kon vertaonen.
Te Groningen had hij een werkzaam
aandeel genomen aan het vandalisme
der beeldstormerij, waardoor hij ge
noodzaakt was uit te wijken naar Em-
den en den naam erlangde van de
„Groninger beeldstormer".
Zelfs zijne vijanden getuigden van
hem „De Groninger beeldstormer was
dan oolc een geducht persoon, die over
vloedige blijken van persoonlijken
moed en vastberadenheid had gege
ven."
We zagen zooeven dat lüj eeue ver
gadering op den nieuwen Doelen in de
Gasthuisstraat belegd had tegen 2 uur|
des namiddags, doch reeds lang tc
voren was de zaal gevuld. Jonkheer
Lancelot van Brederode en Burgemees
ter Gerrit Stuver waren er tegenwoci-
dig, ja zelfs de reeds genoemde Schout
van Dort hleef niet achterwege- Toen
allen bijeen waren wenkte Ripperda
met de hand tot algemeene stilte en
sprak hen aldus aan
„Ghij vroome burghers ende schut
ters die hier vergadert sijt, suit weten
dat hier een brie ff aen Burghemeesters
ghecomen is, inhoudende datter noch
ghenade is te vercrijghen bij Don Fre-
dcrico, daeromme Dierick de Vries ut
ghetrocken is nae Amsterdam. Gbi
vroome burghars ghij cont wel dencke
wat ghenade dat ghij vercrijghen
soudt ende wat eedt dat ghij den Prince
van Orangien ghedaen hebt. Ick ben
van meminghe mijnen eedt te betrach
ten ende wil die leste droppel bloets
kant hing een schellekoord, dit
liep langs een ventilator, welke
zich dicht bij het plafond bevond.
Ik bekeek het koord nauwkeurig
en verwonderde mij over zijn sterk
te cn gróótte. Vervolgens wierp ik
een blik op den ventilator. Die was
eveneens van zeer groote afmetin
gen en ik vroeg mijzelf af, waartoe
hij diende daar hij alleen in ver
binding kon staan met een of an
dere kamer.
Een klein stukje papier viel aan
mijne voeten. Het was door mijn
compagnon gevonden en deze
wierp het mij toe. lk raapte het
op. Het bevatte slechts enkele, met
vaste hand geschreven woorden,
die als volgt luidde16 Juli. Car
penter heeft den ventilator in de
kamer geplaatst. Eraser zegt, dat
de onaangename reuk nu wel ver
dwijnen zal. Dit was klaarblijke
lijk een aan teeken ing van den over
ledene. Ik liep op het bed toe en
bezag het koord. Ter halver hoogte
bemerkte''ik eenige lange zwarte
glinsterende haren of liever do
rentjes, zoo horenachtig waren zij
aan het benedeneinde. Ik stond er
over na te denken, wat die doren
tjes wel beduiden moesten, toen ik
plotseling een zoo ondragelijke
voor die burghers aeser Stadt opsetten.
Sijt ghij nu sulex van mecninghe me
de te doen ofte niet, wilt dat vrijmoc-
dich segghen."
Een algemeen gejuich ging op I Men
keurde hot genomen besluit van den
Raad niet goed. De schutters beloof
den met hem. hun „lijf ende bloet" veil
te hebben en gingen daarna uit elkaar
na elkander nogmaals aangespoord te
hebben tot moed en standvastigheid.
Dienzelfden dag zonden Ripperda en
de Schout nog brieven aan den Prins,
waarin zij hem den stand der zaken
1 in de stad bekend maakten.
(Wordt vervolgd).
Stadsnieuws
Op het Populair Concert, Zondag 4
November in het Brongebouw te geven
door het strijkorkest van Haarlemsch
Muziekkorps, treden ditmaal op, de
heeren Solser en Hesse, namen hier wel
bekend, er zijn voorzeker weinig Haar
lemmers die niet om hun hoogst ko
mische voordrachten hartelijk gela
chen hebben. Mejuffrouw Anna Slau-
derof, de bemindo variété soubrette,
draagt 4 nummers voor, het orkest
een geheel nieuw programma. Bezoe
kers zijn dus verzekerd weder een aan-
genamen avond door te brengen.
Gaat daar heen
Wij vestigen de aandacht op de ad
vertentie in dit nummer, waarin de
afdeeling Haarlem van de Ned. Zuid-
Afrikaansche Vereeniging eene lezing
aankondigt van den heer H. Oost, on
langs uit Zuid-Afrika teruggekeerd.
Wij zijn er van overtuigd dat de be
langstelling in het lijden en strijden
onzer stamverwanten nog niet ver
flauwd is, ook niet nu de oorlog een
nieuwe phase is ingetreden, en ver
trouwen dan ook dat de heer Oost
Dinsdagavond in het Brougebouw een
talrijk en dankbaar* gehoor zal vinden.
Men schrijft van hier aan de N. R. C.:
Het geheeld personeel agenten van
politie is door den hoofdinspecteur bij
dat korps, op last van den burgemees-
Ier, in verhoor genomen, om te verne
men of, en welke klachten zij hebben
tegen den commissaris.
Eindelijk zal nu de kantonrechter heb
ben te beslissen inzake de bekeuring
van een vijftal drogisten in de maand
Maart jl. A. s. Woensdag zullen nl.
voor het kantongerecht de drogisten,
die zich aan overtreding van de on
houdbare 1 ijst C. hebben schuldig ge
maakt, zich hebben te verantwoorden.
Staat van de aardappelen en Bo
termarkt over de maancl Oct. 1900.
Aangev. Verk. Prijzen.
Boter 472 K.G. 472 K.G. f 1.15—1.40
Biggen 387 stuks 363 st. f 6.00—10.50.
Schrammen 206 st. 163 st. f 1018.50.
Aardap. 3025 HL. 2759 HL. J 30—2.75.
Appelen 2082 HL. 1955 HL. 3.00—10.
Peren 1631 HL. 1513 HL. 3.00—24.
Heemstede.
Maandag 17 December a.s. des voor-
midd. 10 uur, zal voor deze Gemeente
te I-Iaatrlem. op den Doelen, zitting
worden gehouden van den Militie
raad.
Bemiebroek.
Blijkens de officieele opgaaf aan
gaande de volkstelling bedroeg het
aantal zielen dezer gemeente op 1
Januari j.l. 1191; en wel 561 mannen
en 630 vrouwen.
Het hert een dezer dagen te Vogelen
zang geschoten, is afkomstig uit een
hertenkamp onder Heemstede.
Zand voort.
Donderdagavond hield de heer Ds
J. A. Gerth van Wijk in „Ons Huis"
alhier eene lezing over den tijd van
den beeldenstorm. De zaal was goed
bezet.
Haarlemmerliede en Spaarn
woude.
Bevallen: A. LemmersVervoorn, z.
Sp&arndam.
Overleden: E. HartogGerrits, 52 j.
Velsen.
Ondertrouwd: 31 Oct. W. I-Ielmig m
S. E. Lammerts. J. H. Groencveld en
M. Tromp.
Bevallen: 25 Oct. L. GorterGomes,
d. 26 Oct. A. FransenLindeman, d.
A. GravemakerWijker, d. 29 Oct
J. E. C. SchellsvisFransen, z. T. J.
KaasenbroodBottema d.
stank bemerkte, als ik nog nooit
had geroken. Ik bracht mijn neus
aan het schollekoord en kwam tot
de ontdekking dat de stank daar
van afkomstig was. Ik klom op
het bed cn bereikte met behulp van
stoel den ventilator. Deze was ge
sloten, doch de stank was hier veel
erger. Üp het toestel bemerkte ik
sporen van een blauwachtige, vet
tige en stinkende stof. Ik probeerde
den ventilator te openen, maar
trots al mijne krachtsinspanning
bleef zij gesloten.
Mijn metgezel had mijn handel
wijze met verwondering aange
staard. Hij vroeg mij, wat ik ont
dekt had. Ik antwoordde hem, dat
ik wilde weten waarop de ventila
tor uitkwam. Voor wij het huis
verlieten ondervroeg ik den knecht
die het vertrek bewoonde, welke
juist aan de andere zijde der sterf
kamer was gelegen. Zijn antwoord
overtuigde mij dat ik op het rechte
spoor was, doch ik zeide niets t-
gen Crawdor. Er was nog veel
duisters in deze zaak maar iets
stond bij mij als een paal boven
water, dat het schellekoord en de
ventilator in verband stonden met
den dood van Harry Crawdor.
Dienzelfden avond ging ik eene
Overleden: 25 Oct M. Laugeveld, 49
J. 26 Oct C. Apitz, 20 (L 28 Oct G.
Zwart, 16 ra.
Binnenland.
Een moment-opname.
Wij lezen in het Weekblad Op! voor
Transvaal", omtrent een bezoek dat de
redactie ontving van den heer A. B.
Colette, genaturaliseerd Transvaler,
Nederlander van geboorte, die als ar
tillerist bij do Boeren, o.a. bij Long
Tom, hun gewichtige diensten heeft
bewezen.
Hij vertelde eene episode bij Coles-
berg, welke wij hier in zijne eigen
woorden teruggeven, omdat men daar
door in staat is een denkbeeld te vor
men van den lieldhaftigen strijd van
een handjevol Boeren tegen de over
machtige Engelschen.
,,'t Was," zeide hij, „de eerste dag
van 1900 's morgens half 4, toen het
..anongebulder begon bij Colesberg.
Wij stonden daar met een Maxim-Nor-
denfeldt met 8 man, terwijl wij veld-
kornet Reis met 25 man brandwacht
bij ons hadden om over het kanon te
waken.
„Ik lag te slapen in een hut, van
takken gemaakt, met een Duitscher,
Hach genaamd. Bij het schot werden
wij wakker en stonden op om ons naar
het kanon te begeven. Door het hevi
ge schieten raakten wij van elkander
af en ik kroop toen naar het kanon.
Voor dat ik dit bereikte, riepen dege
nen die bij het kanon reeds stonden:
leg plat, daar blitzt hij. Ik wierp mij
neder en de bom, een 15 ponder, barst
te geen meter van mij af, zonder mij
te raken. Toevallig had ik mij in een
kuil geworpen; daar kroop ik uit en
keek eens rond en zag tot mijn verba
zing dat er 14 kanonnen tegenover mij
stonden, 6 aan weerskanten van den
Coleskop en 2 vóór den Coleskop, ter
wijl ik recht tegenover dien kop op
een kopje stond. Kort en goed, er gin
gen, een massa schoten over ons heen,
doch tegen 9 uur had de vijand zijn.
mikpunt gevonden.
Toen vlogen de steenen en zandtak-
ken van onze schans af. Het duurde
tot 12 uur, en toen waren ongeveer 300
bommen afgeschoten zonder eenig re
sultaat. Toen eerst brachten wij onze
maxim vooruit en begonnen een woord
je mee te praten. Korporaal Nell stond
aan het kanon en schoot prachtig,
steeds tusschen de Engelschen in. zoo
dat hun pogingen om Colesberg in te
trekken steeds werden verijdeld. Toen
de Engelschen zagen dat wij nog leef
den, want zij hadden bepaald reeds
een telegram gezonden dat 5 of 600 Boe
ren waren doodgeschoten, begonnen
zij weder te schieten. De eerste bom
schoot de stalen schermplaat van de
maxim weg; eenige oogenblikken daar
na sloeg een andere bom op de water
pijp van de Maxim; ongeveer 3 uur
sloeg een bom recht tusschen ons in
het fort en verwondde de artilleristen
Godefroy en Zwanepoel. lk had toen
juist een positie genomen achter een
klip; toen zag ik eerst Godefroy naar
mij toekomen, in gebukte houding en
wankelende; naderbij gekomen zakte
hij in elkander. Hij zeide mij gewond
te zijn in den rug. Ik zag het gat in
zijn jas en het bloed er uitstroomen.
Ik zeide hem rustig te blijven liggen,
want het regende bommen en kogels.
Het vuur was verschrikkelijk. Toen
zag ik Zwanepoel naar mij toe krui
pen. IIij had 7 splinters van een bom
in de dij bekomen; bij kon niet meer
loopen. Zoo bleven wij een tijdje lig
gen want als wij het hoofd ophieven
liepen wij gevaar getroffen te worden.
„11c kon het kreunen van mijne mak
kers niet langer verdragen en' zeide.
daar ik toch niets kon uitrichten, dat
ik hen naar een ambulance zou bren
gen, die ongeveer een half uur verwij
derd was.
„Ik nam hen onder den arm en
bracht hen gelukkig over de gevaar
lijkste plekken heen. Het was een
zwaar werk, met twee gewonden berg
op en berg af, doch ik bracht hen «re-
lukkig tot de ambulance, wolke be
stond uit een man en vrouw, Duit
se!: .rs. Zij werden daar verbonden,
waarop ik terugkeerde.
„Bij aankomst werd ik als door een
wonder gered. Toen ik den hoek van,
een pad omsloeg barstte een lyddiet-
bom daar waar ik een minuut te vo
ren had gerust. Ik stond als in een
stofwolk en werd tegen den grond ge-,
slagen. Toen ik mijn bezinning terug
kreeg kwam ik tot de ontdekking, dat
een scherf of een stuk steen mij aan
de dij had geraakt. Ik moest toen nog,
15 minuten loopen voor ik bij mijn ka
non was. Dat ging natuurlijk zwaar.
Ik legde mij hij het kanon neder en
kleino wandeling doen. Ik slenter
de langzaam voort, tevergeefs naai
den sleutel van „mijn geheim",
zooals ik het was beginnen te noe
men zoekende, toen mij plotseling
een eigenaardigen reuk in den
neus kwam. Eensklaps was het mij
alsof ik mij op Ashley Mansion be
vond. lk keek den winkel, waar
die reuk vandaan kwam. Het
leek in ij een wonderlijke verza
meling van alles en nog wat,
vogels, zoogdieren, vissclien en
allerlei merkwaardigheden van
verschillende volkeren lagen voor
het raam. De winkel zeii was don
ker en ongezellig en hier en daar
lagen voortbrengselen van den
meest grilligen aard.
Mijn nieuwsgierigheid was aan
stonds geprikkelt. Ik trad.den win
kel binnen en vroeg naar een voor
werp dat in de uitstalkast lag. Wat
een benauwde stank merkte ik op.
Ja mijnheer, antwoordde de grijs
aard, die mij te woord stond lachen
de, hoe zou het u bevallen een week
met Mygale door te brengen? Niet
erg wel Mygale? zeide ik vragend,
wat is dat voor een schepsel. O een
aardige kerel, een heel aardige
kerel. Als u minuten tijd hebt,
dan zal ik u eens iets werkelijks
wiesch mijn been met water en azijn,
hetgeen eenige verlichting gaf on wijd
de mijn aandacht toen aan liet kanon.'
„Hach, do Duitscher, was inmiddels'
in het hutjo gekropen. Toen hij daar
lag nam een bom het halve dak van'
het huisje weg, zoodat hij verschrikt^
opsprong en een eind verder ging lig
gen. Toen hij daar lag sloeg een bom/
midden in de hut en verwoestte alles
wat daar was, zooals kombaarzen, kost/
en kleeren.
„Inmiddels was het bij het kanon/'
zwaarder toegegaan, doch om half 8
hield het vuren op. Op den 2en en 3civ
Januari was het dezelfde geschiede
nis, van ochtend tot avond vuren. Op
den 4en sloeg een bom een wiel van de
Maxim af; wij namen toen een wiol
van den voorwagen en schoten cr weex
duchtig op los, hoewel het kanon nog
al beschadigd was.
„De Engelschen kregen toen van
weerskanten, want eon Armstrong-was
intusschen aan den anderen kant op
gesteld, onder luitenant Smit De En
gelschen vluchtten toen. De kanonnen
wilden zij ook wegvoeren, doch ons vu
ren was te hevig om de paarden er'
voor te spannen.
„Dit ging zoo voort tot 5 uur. Ten
einde raacl zonden de Engelsciien, zoo
als zij altijd gewoon waren, Roode
Kruiswagens er heen, niet om gewon-
denop te rapen maar om ze voor de ka
nonnen op te stellen om ons hot schie
ten te beletteu.
„Zij bleven daar tot donker, den
volgenden morgen toen wij ontwaak
ten waren zij verdwenen."
Uit dit onopgesmukt verhaal blijkt
hoe de strijd werd gevoerd. Hier ston
den 7000 Engelschen met 14 stukken
tegenover 30 Boeren met 2 stukken
Op zekeren afstand lagen 200 Boeren
met geweren gewapend doch die kon
den zich niet in den strijd mengen,
daar het een vuurgevecht was op groo'
ten afstand.
De zoogenaamde ambulance bestond
uit een ezelwagen met een paar goed
hartige menschen, die wel wilden ver
binden maar er ongelukkig geen ver
stand van hadden. Godefroy, dachten
zij, had slechts een schampschot. Doch
8 dagen later werd door de geneeshce-
ren het projectiel uit de wond ge
haald!
Academische examens.
Amsterdam. Met gunstig gevolg is
het doctoraal examen in de rechten
afgelegd door den heer J. Hingst.
De Koningin heeft aan de Haagsche
Dorcelein- en kunst-aardewerkfabriek
„Rozenburg" het praedicaat „Konink
lijke" toegekend.
Hare Majesteiten de Koninginnen,
zijn Donderdagavond in welstand te
Lennsahn aangekomen.
De uitvaart van prof. Telders.
Gelijk tc voorzien was toog Vrijdag
eene groote schare belangstellenden
op om de laatste eer te bewijzen aan
den man, die niet alleen hoog geacht,
ook algemeen bemind was.
De stoet vertrok te 11 uur van het
sterfhuis. Talrijke bloemstukken wa
ren op de baar gelegd, o. a. door do
Zuiderzee-Vereeniging, het Kon. Insti
tuut van Ingenieurs. Bij de Polytech
nische School slote® zich aan: het
onderwijzend personeel, het Delftsch
Studentencorps, de Studentenhom!.
Als slippedragers fungeerden de prj-
fessoren Snijders, Iloogewerff, Rnvc-
nonk en Kraus.
Op het kerkhof sloten zich aaa d-i
Ministers Goeman Borgesius, Cre n»r,
I.ely, en de oud-inspecteur van Water
staat Van Diesen, do inspecteur '.an
den Waterstaat Leemans, de secre
taris van het Koninklijk Instituut
Van Sandick, het gemeentebestuur van
Delit de Rijkscommissie voor de
Graadmeting, liet bestuur der kies-
vereeniging „Burgerplicht".
De heer Goeman Borgesius herdacht
den overledene ais directeur dor Pol.
School en als mensch.
Met veel aandoening sclietsto Prof
Pekelharing, secretaris van den raad
van bestuur der Pol. School, de vcr-|
diensten van Telders voor hot tech
nisch onderwijs.
Een broeder, Mr. A. Telders, dankte
namens de familie yoor de bewezen
eer.
In Wassenaar is de gemccnte-veld-
wacht te fiets.
De stroopers, de den omtrek daar on
veilig maken, willen zich niet laten
bluffen en... vortoonen zich nu cn dan
ook op een „kar."
nieuws laten zien. Ga maar eens
meoIk volgde hem de trappen
af naar een soort van kelder.
Het zwakke licht van den lan
taarn tiie mijn gids in de hand had
viel op een kooi, ongeveer 5 voet'
lang en 4 hoog, die op den vloer
stond. Zij was gedeeltelijk met
planken bedekt, aldus een kleine
schuilplaats voor zijn bewoner aan
biedende. Er omheen hingen dikke
groote lappen van een glimmende,
kleverige stof, van een gele kleur.
„Aha," zeide mijn vriend.
„Mijnheer is naar bed gegaan. We
zullen hem er uit jagen.' Hij'haal
de een klein vogeltje uit een bij
de hand staan de doos en open
de een klein deurtje in de kooi en
liet het dier erin. Het beestje,
door het licht verblind, vloog naar
het andere einde van de kooi en
trachtto zich door de tralies to
wringen. Heb volgend oogenblik
sprong ik verschrikt terug. In do'
duisternis bowoog zich iets, iets
dat tegen de tralies opkroop cn den
vogel, die nu angstig piepte, op
den grond wierp, alles in den tijd
van een oogenblik.
Hoe kan ik u dat oogenblik be
schrijven. Zelfs nu sidder ik nog»
als ik aan dat oogenblik denk. Op