werden wij overgelaten aan ons lot en
ontfermde de directie der Z. A. S. M.
zich over ons en konden wij op diens
kosten in een hotel gaan logeevjn. Het
bleek ons toen dat het briefje door ons
op den 3den geschreven, eerst even
voor onze vrijlating den directeur was
ter hand gesteld.
(Slot volgt).
Fransch-Boeren sympathie.
De „groupe de la defense natio
nale" benoemde een commissie om
President Kruger te ontvangen aan
het station bij zijn aankomst in
Parijs.
In den gemeenteraad stelde de
heer Galli het volgende voorstel
voor
De Raad biedt aan de Zuid-Afri-
kaansche Republiek haar betuiging
van levendige sympathie en be
wondering aan. Hij zal zich met
het bestuur begeven naar het sta
tion Lyon, om daar President Kru
ger te begroeten bij zijn aankomst
to Parijs. De Raad zal den Presi
dent uilnoodigen op het stadhuis
te komen, waar hij in naam van
het Parijsche volk zal worden ont
vangen.
Het voorstel van den heer Galli
werd met algemeene stemmen aan
genomen.
Een pestgeval te Bremen.
Bosmann's Bureau meldt giste
ren De aan de pest 'lijdende ma
troos Kunze is hedenmorgen over
leden. Alle onder observatie staan
de personen zijn tot dusver ge
zond.
Het stoomschip „Marienburg",
met den zeeman, die door de pest
was aangetast, kwam uit Rosario.
Algemeene berichten.
Er is een botsing ontstaan tus-
schen de commandanten der verbon
den troepen te Sjan-hai-kwan, be
treffende de keuze der plaatsen die
bezet zullen worden door de res
pectieve troepenafdeelingen daar.
Een commissie is gevormd be
staande uit den oudsten stafoffi
cier van elke troepenmacht, om
naar Sjan-hai-kwan te gaan, ten
einde een bevredigende oplossing
van het geschil te verkrijgen.
De „Standard" verneemt uit
Kaapstad, dat naar gemeld wordt
mevrouw Kruger te Pretoria ern
stig ziek moet liggen.
Sipido is niet naar St. Hubert
teruggebracht, maar overgebracht
naar het verbeterhuis te Gent.
Stadsnieuws
Haarlem, 6 Nov. 1900.
Zondagavond hadden we in de „Ver-
eeniginjp den troep van Fritz van
Haarlem, waar de Haarlemmers altijd
nog al hoog mee wegloopen, niet om
redenen van naams-overeenkomshmaa
omdat gezegde troep altijd wat goeds
geeft.
Het programma bevatte dan ook veel
bezienswaardigs en werd besloten met
de inderdaad hoogst koddige pan
tomime „Professor's Vacantie-
rais", di» den op voerenden gelegen
heid geeft van hun springkunst schit
terende bewijzen te geven.
Het trio Nandroux. aan het vliegend
ro i-apparaat, een dame en twee heeren,
gaven staaltjes van enorme spierkracht
en vlugheid, vooral de dame.
liet was over 't geheel een zeer gevari
eerde, hoogst aantrekkelijke voorstel
ling.
Dat ziet men meerf Twee personen
kregen in de Smedestraat ruzie, en
werden handgemeen. Een derde, die
er niets mede te maken had, werd in
den duim van zijn rechterhand gebe
ten.
De strijd der arbeiders.
Voor een stampvolle zaal voerde gis
terenavond Mr. P. J. Troelstra het
woord over „De Strijd der arbeiders."
Met luid applaus werd sprekers op
treden begroet.
De toestand der. arbeiders is niet,
zooais ze wezen moet, en om in dien
toestand verbetering te brengen, voe
ren de arbeiders een strijd. Want die
betere toestand zal niet van boven af
komen, doch daarvoor moet de arbei
dersklasse zelf een strijd voeren.
W.u de zijde der burgerklasse be
weert men, dat de toestand der arbei
ders vooruit gaat, en inderdaad is het
r.iri Ir ontkennen, dat het loon tegen
woordig booger is dan vijftig jaar ge
le-du; i en daarbij komt dat men te-
v voor een gulden bv. veel
n: i k> om n, dan vijftig jaar ge-
i, al zijn de huren ook enorm gc-
lic. g- niiddeld peil van behoeften is
thans veel grooter, en in het
licht hiervan moeten we zeggen, dat
hc-t loon van den werkman over het
algemeen veel te laag is. Dit blijkt voor
al uit de onir-vredenheid der arbeiders
met hun toestand.
Deze toestand is in het leven geroe
pen door de gansch andere inrichting
van onze huidige maatschappij, waar
in de kleine baasjes de typeering zijn
van den ondernemer van vroeger.
Daarbij komt, dat men vroeger niet
van zijn geboorte tot het graf vormde
één klasse, die altijd moet werken voor
andereu. doch de kans bestond een
maal zelf patroon te worden.
Breedvoerig schetste spreker de ge
volgen van bet groot-kapitalisme, hoe
scheepsladingen kinderen, en vele idi
oten in Engeland aan de industrie wer
den geleverd.
Geen -wonder dat al spoedig verzet
uit de rijen der arbeiders moest ko
men, en liet waren de vakvereenigin-
gen die daar het eerst tegen opkwa
men. Dit was de eerste vorm van den
strijd der arbeiders. Zij hadden aan
vankelijk alleen ten doel kleine ver
beteringen te brengen in de toestanden
met behoud van het kapitalistisch sys
teem
Dit strijdmiddel is echter niet vol
doende. Want al hebben zij bv. op den
arbeidstijd één uur veroverd, al is hun
loon wat verhoogd, dan zal de drang
naar steeds meer blijven bestaan. En
die drang is te verklaren uit het feit
dat de arbeid die het proletariaat ver
richt niet de gewone arbeid mag zijn
van den mensch en niet het leven mag
vullen. De ganschc strijd heeft dus ten
doel om dc maatschappij zoo te maken,
dat allen als menschcn kunnen leven
en geen slaven van het voortbrengings-
proces zijn.
Dit idéé nu zou zijn een onvruchtba
re droom, wanneer het onuitvoerbaar
was.
Maar alzoo is het niet. Het is niet
altijd zoo geweest als thans. We heb
ben gehad de gemeenschappelijke pro
ductie, het klein bedrijf en thans de
groot-industrie, het stelsel waarin voor
winst wordt voortgebracht.
Aan de hand van Goethe's bekend ge
dicht van den toovermeester, gaf spre
ker een beeld van den toestand, waar
in het concurrentie-stelsel de maat
schappij heeft gebracht. Het toover-
woord is gesproken, we kennen de ma
chines, die voor onze oogen als bezielde
wezens werkzaam zijn, maar die krach
ten brengen zoo ontzettend veel voort,
dat men het tooverwoord zoekt om
langzamerhand orde en regel in die
voortbrenging te brengen.
Dit tweede tooverwoord is het soci
alisme. De groote grief tegen het soci
alisme is de verzuchting dat allen amb
tenaren zuilen worden.
Doch thans zijn in verschillende tak
ken van nijverheid de werkers voor 't
mcerendeel ambtenaren van de eigen
lijke eigenaars, die er zelf niets aan
doen.
En deze vervorming is zich hoe lan
ger zoo meer aan 't uitbreiden, het
classieke voorbeeld is de Standard Oil
Company.
Het wezen van dezen toestand na
der uiteenzettend, betoogde spreker,
dat men de regeling der voortbrenging
dus best zou kunnen maken.
Waar we nu dit voor onze oogen
zien en ontwaren dat reeds tal van
takken van industrie door de gemeente
en door den Staat worden gedreven met
succes, dan zien we de ontwikkeling
van het kapitalisme naar het socialis
me.
Uit deze ontwikkeling zien we dat
de zucht naar vrijmaking .van den ar
beider geen utopie is, maar voor ver
wezenlijking vatbaar.
De strijd der arbeiders berust nu. hier
op, dat men tracht die ontwikkeling
van kapitalisme naar socialisme te ver
haasten, en in regeerings-colleges
tracht den invloed van de gemeen
schap op de industrie uit te
breiden door in-eigen-beheer-neming,
door arbeidswetgeving, enz. Er is een
klasse in de maatschapmdie al het
mogelijke doet om den geest der arbei
ders hiervan af te leiden, allerlei mid
delen worden hiertoe misbruikt.
Zoo zien we dus een grooten strijd om
de arbeiders vast te houden aan het
tegenwoordige. Coöperatie bv., die
dood is voor den strijd der arbeiders,
wanneer ze kleine kapitalistjes vormt.
De socialisten staren zich niet blind
op de toekomst. Als de arbeiders thans
niet strijden voor kleine dingen van
verbetering in hun toestand, dan zal
de arbeidende klasse, wanneer een
maal het socialisme zou kunnen wor
den ingevoerd, niet rijp zijn voor die
economische ontwikkeling. Ze moet
een lange school doorloopen in de prak
tijk. Daarom moet het proletariaat een
werkzaam aandeel nemen aan het gan-
sche maatschappelijk leven.
Spreker bestreed ten slotte krachtig
het verwijt van materialisme, van lou
ter stofvergoding. en toonde aan dat
alleen idealen bloeien kunnen op een
beteren bodem.
Met een warme opwekking deel te
nemen aan den strij d, kennis te nemen
van dien strijd, waarvan het loon is
zich deel te voelers van die groote, heer
lijke kracht, iiet is heerlijk te belmo
ren tot eene bewegiag die de hoogste
idealen met zich voert.
De rede werd telkens met daverend
applaus begroet.
Er zal een zestal openbare vergade
ringen gehouden- worden waarin de
strijd der arlieiders besproken wordt.
Na afloop der vergadering werd er
gecollecteerd voor de stakende suiker
bakkers te Amsterdam.
Examen vrije en orde-
oefeningen.
Haarlem, 5 Nov. Opgeroepen 6 hee-
ren-candidaten. Geslaagd J. Zwanen
burg van De Helder, W. J. Beumer van
Sassenkeiai, J. T. Hillenius, A. In 't
Veld en H. In 't Veld allen van Haar
lem.
Schouwburg.
In Amsterdam blijft dö klucht
Sousa met veel succes volle zalen
trekken. Van verschillende zijden
komen aanvragen om er Sousa te
komen spelen aangezien het ge
zelschap echter des avonds in Am
sterdam moet spelen, besloot de
Directie in de provincie Matinées
te geven waarvan dit kluchtspel
dan natuurlijk de hoofdschotel is.
Aanstaanden Woensdag, des mid
dags om 2 uur. zal de eerste Mati
nee hier plaats hebben.
Jubileum D. L. Staal.
In aansluiting aan ons bericht
van gister vernemen wij nog dat
in poëtische bewoordingen dooi
den jubilaris nog dank is gebracht
o. a. ook aan de zeven commissie
leden alsook aan de heeren die
door hunne schoone en klankrijke
accoorden zooveel tot het welsla
gen van dezen feestavond hebben
bijgedragen. Ook werden eenige
regelen gew^d aan den Eerw. heer
S. Ph. de Vries Hz., dia wegens
gezondheidsredenen, thans ie Me-
ran vertoeft en een der eersten,
was, die den jubilaris per draad go
lukwenschte. De heer v. d. Velde
zei de, dat niet hem dank moest
worden gebracht, doch dat hij zich
verplicht achtte zijn dan1} uit te
spreken voor de eer hem vergund
bij dit feest zijne gaven ten beste
te mogen geven. Hij zeide hiertoe
des te eerder bereid te zijn ge
weest,daar de heer S. niet alleen bij
zijne geloofsgenooten doch ook bij
vele stadgenooten zeer in aanzien
is, daar hij in zijne verschillende
kwaliteiten met tal van personen
dagelijks in aanraking komt.
Arrondissements Recht
bank.
Zitting van Maandag 5 November
(Vervolg).
Wegens het late uur vermeldden wij
Maandag alleen den eisch van het O.
M. in zake do mishandeling met doo-
delijken afloop, gepleegd op G. Heilig
door Eduard van Turnhout. Thans la
ten wij hieronder het requisitoir en
pleidooi volgen.
De subst.-officier van justitie noem
de het feit onherstelbaar en in dit ge
val te" weerzinwekkender omdat het
slachtoffer hoegenaamd geen vijan
digheid. heeft gepleegd.
De Ostender visschers hebben op
schandelijke wijze huisgehouden en
de gastvrijheid die hen hier is ver
leend, rnet voeten getreden.
Toch zal men moeten erkennen dat
dc eerste stoot is gegeven door de Hol
landers, door hun bemoeiachtigheid.
Had Haan gezwegen dan was er
niets gebeurd en deze schippet niet
ongelukkig gemaakt.
Alle denken van opzet kan worden
buitengesloten, bij geen enkele kan het
opzet hebben bestaan iemand te doo-
den, zelfs niet iemand te kwetsen.
Doch op roekeïooze wijze is omgegaan
met de messen, die, dit pleit weer voor
het ontbreken van opzet, geheel onge
schikt, waren om te dooden.
De beklaagde is den subst.-officier
niet onsympathiek voorgekomen, doch
zijn houding gedurende de instructie
en de terechtziiting heeft van die sym
pathie wel veel weggenomen. Hij is
halslarrig het feri blijven ontkennen,
dat pleit niet voor zijn karakter.
Zelfs wanner men het getuigenis van
Zwaan buiten rekening laat, zijn er
vier getuigen, die het feit hebben zien
bedrijven, als aanwijzing komt daar
nog bij dat deze getuigen hein hebben
hooren zeggen, vóórdat hij uit den
winkel toad: „Ik zal mijn mes trek
ken."
De subst.-officier, die de instructie
heeft bijgewoond, wees er ook op hoe
tegenstrijdig de verklaringen van be
klaagde waren omtrent het mes. Ver-
Ar de sterke wanhoop van beklaagde,
en toen hij zekerheid had van den
dood, zijn haast om weg te komen. Dit
is een sterke aanwijzing, dat hij de
dader was en dit zeker wist Er kan
hieromtrent geen twijfel bestaan. Ver
der, om hem de maat vol te meten, de
mishandeling van Zwaan.
De subst,-c ff icier require ert wegens
mishandeling met doodelijken afloer
en mishandeling een gevangenisstraf
van drie jaar.
De advocaat, kir. Van den Berg, is
er van overtuigd dat het feit thans een
heel anderen indruk zal maken dan
voorheen, dat danken we vooreerst
aan het onbevangen onderzoek, waar
voor pleiter groote waardeering heeft.
Aanvankelijk was het oordeeler is
een moord gebeurd en de dader werd
als een individu van het laagste allooi
beschouwd.
Thans denkt men er anders over.
Pleiter wijst er op, hoe de IJmuiders
hebben uitgedaagd, hoe de beklaagde
gevlucht is, huilend, smeeteend, zooals
in sommigen processen-verbaal staat,
wat een type van een moordenaar dus!
Hij werd uit de bakkerij van Meijer
•weggejaagd, met een mes. Hij komt
buiten, er wordt geslagen en toevallig
wordt door hem juist gestoken op de
plaats waarvan de dood het gevolg is.
De beklaagde is een oppassend man,
een goed huisvader. Hij weet zelf niet
dat hij het gedaan heeft.
Dit is de voorstelling die de zaak
thans heeft.
De vraag is nu: is het feit bewezen.
Pleiter gelooft dit niet en wijst op een
omstandigheid waarop nog niet is ge
wezen, die de zaak in een geheel ander
licht doet verschijnen, ni. uit het vi
sum repertum blijkt, dat het slachtof
fer twee wonden had. Uit het geheele
onderzoek bleek van die tweede steek
niets en hoe is die te verklaren.
Pleiter zegt er moeten. twe3 steken
zijn gedaan. Wie heeft nu gegeven den
doodelijken steek, wie den anderen?Dit
punt is volmaakt opgehelderd. Waar
door is dus bewezen dat de stoot die
deze man heeft gegeven is de hals-
stoot en niet de beenstoot?
Verder de kwestie van de pet De
mail die Heilig heeft gestoken moest
een pet hebben opgehad, en beklaagde
is blootshoofds bij Meijer gekomen.
Dit versterkt pleiter in zijn vermoe
den, dat nog een ander gesloken heeft.
Onder deze omstandigheden komt
het pleiter voor dat dus het feit niet
bewezen is.
Er is een ander gezichtspunt. We
hebben z. i. hier het geval van over
macht
Dit gezichtspunt werd door pleiter'
in den breede besproken, en vooral
hierbij in aanmerking genomen de
toestand van beklaagde, de buitenge
wone toestand van vrees en opgewon
denheid.
Spreker zal het hierbij laten. Groot
medelijden bestaat er bij de recht-
bank en pleiter vertrouwt dat de recht
bank ook deze nieuwe gezichtspunten
in overweging zal nemen, recht zal
dG2n en beklaagde zal vrij spreken.
De Sub. Officier repliceerende, ver
klaart, ook ovenals de rechter van
instructie, /te hebben nota genomen
van de tweede verwonding. Uit de ver
klaring van deskundigen blijkt dat,die
stoot in de dij Is toegebracht in een
onmiddellijk tijdsverloop met die van
de idjOodelijke verwonding moet zijn
toegebracht.
Het beroep op noodweer, kan vol
gens ZEA. niet gelden. Wanneer men
in heldere maneschijn een man kalm
aan den overkant van de straat ziet
staan, en men loopt op hem toe en
steekt liem in den hals, dan kan cr
van .noodweer geen sprake zijn. De
Sub. Officier blijft persisteeren bij
zijn requisiton.
Na re- en dupliek werd de uitspraak
bepaald op 15 November.
De derde zaait, die in behande
ling komt, is die tegen W. J. Freij-
er. een jongmensch van 17 jaar,
die zeer netjes gekleed geenszins
een ongunstigen indruk maakt.
Hem wordt ten laste gelegd dat hij
op of omstreeks 4 October 1900 uit
de woning van Mr. N. F. van Noo-
ten, drie sigaren en een sigaren
koker heeft weggenomen, zulks
na zich den toegang tot de
plaats, waar zich die voorwerpen'
in die woning bevonden, te heb
ben verschaft door eene raamope
ning in die woning naar binnen te
klimmen en een gesloten zolder
deur open te breken.
2o. op of omstreeks 23 Septem
ber, uit de woning van den heer
genoemden Lebret en een dames-
reisneeessaire, een vernikkeld
gsldfcromrneltje toebehoorende aan
genoemde Lebret en een dames
rijwiel, rijwielpomp en lantaarn,
toebehoorende aan Antonia van
Laar te hebben ontvreemd, na zich
toegang te hebben verschaft tot die
woning, na een ruit te hebben uit
gebroken naar binnen te klimmen.
3e. Op of omstreeks den 30 Au
gustus uit den winkel van J. A.
Vermeer zes broches, twee pen
houders, twee potlooden, vier fla
cons, een charrivarri, een beursje,
twee beursjes, twee horlogekettin
gen, vijf spiegeltjes enz. enz.
4e. Op of omstreeks 19 Septem
ber eene hoeveelheid lood, toebe
hoorende aan Herman Munster-
man, zulks na zich den toegang tot
hot erf waar het gebouw stond,
waarop zich dat lood bevond, te
hebben verschaft door over een
gebroken, en zoo naar binnen te
klimmen.
5e. Op of omstreeks 23 Juli met
een gesloten winkel een rijwiel en
een rijwiellantaarn, toebehoorende
aan P. W. Scheltema Beduin, te
hebben ontvreemd, na zich toe
gang tot den winkel te hebben ver
schaft door het slot van de winkel
deur te openen met een daarvoor
niet bestemden sleutel.
Door de oplettendheid en activi
teit van den agent van politie Kol,
die door het branden van licht in
het huis van den heer van Nooten,
toen deze afwezig was argwaan
kreeg, werd deze gevaarlijke in
breker gearresteerd. Onverschillig,
zonder het minste berouw te too-
hen, bekende hij volmondig de ge
pleegde inbraken en diefstallen.
De meeste luxe-voorwerpen waren
nog in zijn bezit; alleen het da
mesrijwiel bad hij beleend bij den
pandjeshuishouder Richter te Am
sterdam.
De Pres. vraagt hoe bekl. er aan
gekomen is, diefstallen te plegen,
daar hij toch vast werk had.
Bekl. zegt, dat hij zijn inkomsten
wilde vermeerderen door later de
voorwerpen te trachten ie verkoo-
pen; een andere reden had hij niet.
Het O. M., zijn requisitoir ne
mende wees op de openhartige be
kentenis van beklaagde en op de
verklaringen der getuigen, en acht
te het feit voldoende bewezen. Te
vens wees spr. er op hoe bekl. een
hoogst ongunstig individu is, die
in den laatsten tijd in hoofdzaak
van diefstal leefde. Merkwaardig
is dat sedert de gevangenneming
van bekl., de diefstallen en inbra
ken in den laatsten tijd zeer zijn
afgenomen. Daarbij heeft bekl.
overal op schandelijke wijze huisge
houden; dat zijn daden, die niet
voor zijn persoon pleiten. Wegens
diefstal en inbraak, eenige malen
gepleegd, vorderde het O. M. tegen
beklaagden 5 jaar gevangenisstraf.
De verdediger, Mr. Brantjes, leg
de zich neer bij het oordeel van de
Rechtbank.
Als een staaltje van onverschil
ligheid van beklaagde, diene. dat
hij zeer kalm den eisch aanhoorde,
en toen hij weggevoerd werd, zijn
hand omhoog stak en met een lach
op het gelaat zijne vrienden op de
publieke tribune vijf vingers toon
de terwijl hij des morgens in zijn
cel beneden het hoogste lied had
uitgegalmd
Uitspraak 15 November.
Binnenland.
HAAG3CKE BRIEVEN.
De Nederlandsche Spectator is in
zijn laatste nummer bijzonder ondeu
gend geweest. De wekelijksche plaat
stelt den burgemeester der residentie
voor, gereed in een trein te stappen,
uitgeleide gedaan door den ooievaar,
die item toespreekt mat: „Mij wachte
een ander heer", variant op den Gijs-
breght van Aemstel. Deze teekening is
bijzonder actueel want zij geeft het
et derwerp van gesprek der Hagenaars
weder. De groote vraag is nl. o£ de
heer Van Harinxma zal heengaan, ja
dan neen. Verschillende collega's die
uit Den Haag brieven schrijven aan dc
provinciale pers, hebben zich over deze
aangelegenheid meest allen in dezen
geest uitgelaten, dat aftreden correct
zou wezen, nu een gerechtelijke ver
volging niet schijnt to ontgaan. Intus-
schen wordt de instructie van de zaak
Van Schermbeek contra Harinxma met
ijver voortgezetde figuur van den
beklaagde moet daarbij niet schitte-
rendzijn geweest en zijn pogingen om
aan de brieven die hij schreef het be-
leedigend karakter te ontnemen moe
ten ook niet getuigd hebben van zede
lijken moed. Deze „perkara", zooals
men in Indïë zegt, zal vooreerst nog
wel het onderwerp van alle gesprek
ken blijven.
Niet minder is dat het geval met den
bekenden schilderijen-diefstalik voeg
er niet meer het bijvoegelïjk naam
woord „groot" bij, omdat, zoo het aan
tal gestolen doeken al zeer belangrijk
was, do waarde thans tot een mini
mum kan worden herleid. Van tonnen
gouds is niet alleen geen sprake meer,
doch ik heb vernomen dat de raming
van Dr. Hofstede de Groot, den bij uit
nemendheid deskundigen beoordeelaar
nog beneden de 20.000 gulden blijft,
die de opkooper beweert er voor be
taald te hebben. De meesten der z. g.
„oude meesters" zijn vrijwel waarde--
looze copieën en wie den zonderling
heeft gekend, die ze gekocht heeft in
dertijd, begrijpt dat hij daarbij in den
nek is gezien. Trouwens, de eigenaar
van het gestolen goed kan zelf geen-
inlichtingen geven aan do justitie,
want zijn geestvermogens zijn daartoe
riet helder genoeg meerenkele fami
lieleden hebben het justitieel onder
zoek vergemakkelijkt.
liet zal geen gemakkelijke taak zijn
voor Den Haag en de Hagenaars om
zich te prepareeren op een feestelijke
viering van het huwelijk der Konin
gin. Uit het Zaterdag in den laten pa-
middag verschenen officieel commu
niqué blijkt, dat dit groote en geluk
kige evenement ons einde Januari of
begin Februari wacht. Er is een goede,
reden voor het nog niet definitief vast
stellen van den datum. Het hof wil
zich vooraf vergewissen van het aan
tal vorstelijke personen of buitenge
wone gezantschappen, die bij de plech
tigheid zullen tegenwoordig zijn. Uit-
ncodigingen en boantwoordingen daar
van gaan meestal langs diplomatieken
weggen niet zoo heel snel. Er moet voor
behoorlijk logies gezorgd worden voor
aanvulling van personeel en stalma-
terieel (waartoe trouwens al sedert
maanden contracten waren afgesloten)
er moet alles worden gedaan om een
herhaling te voorkomen van het ge
beurde bij gelegenheid van de begrafe
nis van wijlen den Koning, toen de
huisvesting van. vorstelijke personen
en deputaties zeer gebrekkig was en
een deel van den stoet gevormd werd
door buitenlandscbe gezanten, met
hun vieren gezeten in een,snorders-
koetsj e.
Het is kort dag voor de voorbereiding
van feestelijkheden. De vereeniging
voor Handel, Nijverheid en Gemeente
belangen, welker voorzitter algemeen-
secretaris was van de Inhuldigings
commissie, heeft tot de leden van het
uitvoerend comité van toén de vraag
gericht zich opnieuw als zoodanig te
willen constitueeren. Na de minder
verkwikkelijke dingen, die tijdens de
inhuldigingsfeesten In den boezem dit-i
commissie zijn voorgekomen (de leden
droegen wel hofcostuum, maar 't was
niet alles goud wat er blonk) schijnt
het mij problematisch of men weer ge
zamenlijk in zee zal willen gaan. En
in geen geval kunnen de plannen die
uitgebreidheid aannemen die zij in
1898 hadden. De tijd des jaars is onge
schikt voor alles wat in de open lucht
moet plaats hebben men kan een illu
minatie op groote schaal toch niet
ontwerpen met de kans dat één sneeuw
bui alles in duigen werpt. Het is eigen
lijk jammer dat het zoo valt, want de
nijvere en handeldrijvende burgerij
zal minder geneigd zijn om voor prae-
paratieven in den zak te tasten, nu de
kans op een extra-winst zooveel gerin
ger is. Dat het huwelijk plaats heeft in
Jan. of Febr. en niet in April of Mei, is
ik weet wel, dat dit geen argument
kan en mag wezen een schadepost
voor Den Haag, die met een paar ton
gouds niet te hoog gejraamd is.
Een raming van dPopbrengst der
openbare vermakelijkheden in Den
Haag, op dit oogenblik, zou wèl ge
schikt wezen om enthousiaste onder
nemers in spe van nieuwe Haagsche
schouwburgen of chantants voor
eeuwig af te schrikken. Waar het pre
cies aan ligt weet ik niet, maar het
vlot nog niet bar met het bezoek aan
de verschillende kunst-instituten. Mis
schien dat de ware warmte eerst komt
als het recht koud wordt. Deze para
dox is ook van toepassing op het be
zoek aan lezingen, voordrachten, mee
tings, voor zoover ook daarvan het
seizoen geopend kan heeten. Prof. Ten
Brink opende het Maandagavond, in
„Oefening Kweekt Kennis" met een
voordracht over den historischen ro
man der laatste jaren en kan stellig
weder rekenen op een auditorium
waarvan de dames negentien twintig-
sten vormen. Prof. Einthoven, zijn
collega te Leiden, opende de reeks dei-
voordrachten in ons Natuurkundig Ge
nootschap met een interessante rede
over hoogere hersenverrichtingen. Hij
liet daarbij o. a. zien, met eenige proe
ven die hij op een kip, een konijn, een
marmot en een kikvorsch nam, dat
de volks-uitdrukking „verlamd van
schrik" wetenschappelijk juist en ver
klaarbaar is. Deze proef om de z. g.
cataplexie aan te toonen, dateert reeds
uit de 17e eeuw. Of v. d. Hoeven ook
gelijk had, die van den cirkelgang der
menschheïd sprak. Al het oude wordt
weer nieuw.,
H. A. GANUS Jr.;
Do Koninginnen op reis.
De „Lokal Anzeiger" bevat een
correspondentie uit Hamburg, lui
dende als volgt
In de droefgeestige schemering,
waardoor het Hamburgsche station
zich onderscheidt, heeft de eerste
ontmoeting van' de koninklijke
bruid Wilhe-lmina met haar uit
verkorene op Duitschen bodem
plaats gohad. Kort voor het binnen
komen van den koninklijken ex-
tra-trein, stapte uit denBcrlijn-
schen D-trein, die om 4 uur 57j
min. aan het Klosterthor-station,
aankomt, een lichtblond jong--
mensch in een lichtgele zomer jas'
en een grijs reispak, die, onbo;
kend aan zijn mede-passagiers, bij
zijn aankomst den chef opzocht en!
zich voorstelde als Hertog Hendrik,
van Mecklenburg. Terwijl de chef;
naar een „aap" omkeek, stapte dei
Hertog, die blijkbaar niet gerekend;
had op de weinige sentiraentaü-j
teit van het echt Hamburgsche:
„Schmuddelwetter" en slechts een
..waterdichten" wandelstok bij
zich had, in den griezelenden regen
tusschen het opdringend publiek,
vloekende koetsiers en schreeuwen
de kruiers op en neer. Toen de
Hertog in zijn huurkoetsje aan het
Venloer station aankwam, had hij
niet meer dan een paar minuten
den tijd, omdat de extra-trein met
zijn koninklijke bruid binnenliep.
De hal van het station was vcoy
het groote publiek gesloten. Slechts
een klein aantal leden der Neder
landsche Kolonie was toegelaten.
De Iiollandsche extra-trein, uit
vier, naar het scheen, vrij ouder-
wetsche salonwagens en een baga
gewagen bestaande, kwam precies
5 u. 22 m. aan. De Hertog en de
Koningin begroetten elkander co-
ram rublieo met een hartelijke
omhelzing. De zestig landslieden
der Koningin, heeren en -dames,
die, voor zoover de ongelukkige
verlichting het toeliet op te mer
ken, in groot toilet verschenen wa
ren, hieven het Nederlandsche
Volkslied aan. Consul-generaal
Gleichman en zijn echtgenoote
sfiapten den salonwagen binnen,
twee in het wit gekleede dames
overhandigden buigend bouqast-
ten. Toen het „Wien Neèri&nds
Bloed" en „Wilhelmus van 1>'as-
sou we" geklonken had, zette, do
trein zich weder in beweging. De
Koningin, die in een eenvoudig
donkere japon met zwart fluw. o-
len cape, met den Hertog voor de
coupé-deur stond te praten, gwc-ïe
vriendelijk. De Koningir. -. I
vertoonde zich niet. tin;. J
hoera en „goede reis" verbc do
trein de hal.
De „Weser Zeitung" w'
over de begroeting der K.
nen te Breinen, op Ilaar dw
naar Lensahn
Op de perrons was een on'
lijke menschenmassa aanwezig.
H. H. M. M. hartelijk, beg- -
Uit den aard der zaak stond--
aanwezige Nederlanders vo.
De vereering die de Holle s
voor hun Koningin koesterde-;: s.- t
men duidelijk bemerken.
De dochter van den hier gov
tigden Nederlandsehen consn
heer Gerlichs, bood H. M. ia
salonwagen een bouquet aan u
seringen, versierd met een si.Ik,
gemaakt uit lint van de Neder'<v -i-
sche kleuren. Dankbaar werd dit
bloemstuk aanvaard.
Eenige personen werden aan H.
M. voorgesteld, waaronder dr. Van
Bippen, secretaris der gemeente.
Ook een Nederlandsche dame bcod
H. M. bloemen aan.
Het publiek bracht cis bevallige
heerscheres eén hartelijke ovatie
en de nationale liederen verstom
den eerst, nadat de koniukli'ke
trein het station verlaten had.
Uit Lensahn wordt aan de „N. R.
Ct." geschreven:
Wij begeven ons naar de kerk: e-w.e
echt Holsteinsche platteïandskerk, Jut
onderste gedeelte uit geweldige rots
klompen, erratische blokken opge
bouwd, daarboven de muren van r.c-
bakken steen, en het geheel bedekt met
een ontzaglijk dak van. roode pannen;
de groote vierkante toren, zwaar en
kolossaal opgetrokken in de dagen,
toen de kerk nog het toevluchtsoord
was tegen de invallen van de heidc-n-
sche slaven, steekt met zijn zadel ver
mig dak nauwelijks boven het kerk
dak uit. Zoo staat de kerk op eeneir
heuvel, met een prachtig gezicht or liet
omliggende land.
Het gelukt ons, eene plaats aan do
deur te krijgen, waar de Kóningin de"
kerk zal ingaan. Eene houten trap
irap leidt naai' een smal poortje op de
eerste verdieping, waar de loge va i - k-n
groothertog ligt. Op eenvoudige leu
ningstoelen, met green trijp over! rok
ken, zullen de hooge gaston plaats ne
men.
Daar komen zij al!
Een eerste rijtuig brengt de hofda
mes; en dadelijk daarna, onder het lui
den der klokken, nadert de koninklijke
stoet zelf.
Voorop een rijtuig met do heeren
deu Hertog-regent Johann Albrecht var
Mecklenburg-Schwerin, Hertog Frie-
drich Adolf, den Groothertog van 01-
dehbrug en den jongen regeerenden
Groothertog van Mecklenburg-Sohv, c-
rin. Daarna in een open coupe de Ko
ningin met haren verloofde, ten riotie
de Koningin-Moeder met de Greother-
togin van Oldenburg.
Met een eerbiedige buiging door het
publiek begroet, gaan zij langzaam
over het smalle pad langs het kerkhof
naar boven; de Hof jager opent de dein
en zij verdwijnen in liet donker gewelf
van de kerk.
Voorop het jonge paar, de Hertog in
politiek, met hoogen hoed, de Kmun.em
in eene paarse zijden japon met zv.--.u t
galon, en een sealskin manteltje, zwar
ten hoed met enkele zwarte en witte
veeren; echt gelukkig, met een innc-
menden glimlach voor het publiek,
loopt zij aan den arm van haren ver
loofde.
Haar volgt de Koningin-Moeder, in
een zwarte robe en een zworen fluv. ve
len mantel, dan de Groothertogin n
Oldenburg, eene voorname verschij
ning. De heeren en dames van het hof
sluiten den stoet.
Ook van binnen is die kerk typisch.
Holsteinsch. Laag van verdieping, iei-
wat„somber; groote.bogen n:ct J-:cr;e.