werden wij overgelaten aan ons lot en ontfermde de directie der Z. A. S. M. zich over ons en konden wij op diens kosten in een hotel gaan logeevjn. Het bleek ons toen dat het briefje door ons op den 3den geschreven, eerst even voor onze vrijlating den directeur was ter hand gesteld. (Slot volgt). Fransch-Boeren sympathie. De „groupe de la defense natio nale" benoemde een commissie om President Kruger te ontvangen aan het station bij zijn aankomst in Parijs. In den gemeenteraad stelde de heer Galli het volgende voorstel voor De Raad biedt aan de Zuid-Afri- kaansche Republiek haar betuiging van levendige sympathie en be wondering aan. Hij zal zich met het bestuur begeven naar het sta tion Lyon, om daar President Kru ger te begroeten bij zijn aankomst to Parijs. De Raad zal den Presi dent uilnoodigen op het stadhuis te komen, waar hij in naam van het Parijsche volk zal worden ont vangen. Het voorstel van den heer Galli werd met algemeene stemmen aan genomen. Een pestgeval te Bremen. Bosmann's Bureau meldt giste ren De aan de pest 'lijdende ma troos Kunze is hedenmorgen over leden. Alle onder observatie staan de personen zijn tot dusver ge zond. Het stoomschip „Marienburg", met den zeeman, die door de pest was aangetast, kwam uit Rosario. Algemeene berichten. Er is een botsing ontstaan tus- schen de commandanten der verbon den troepen te Sjan-hai-kwan, be treffende de keuze der plaatsen die bezet zullen worden door de res pectieve troepenafdeelingen daar. Een commissie is gevormd be staande uit den oudsten stafoffi cier van elke troepenmacht, om naar Sjan-hai-kwan te gaan, ten einde een bevredigende oplossing van het geschil te verkrijgen. De „Standard" verneemt uit Kaapstad, dat naar gemeld wordt mevrouw Kruger te Pretoria ern stig ziek moet liggen. Sipido is niet naar St. Hubert teruggebracht, maar overgebracht naar het verbeterhuis te Gent. Stadsnieuws Haarlem, 6 Nov. 1900. Zondagavond hadden we in de „Ver- eeniginjp den troep van Fritz van Haarlem, waar de Haarlemmers altijd nog al hoog mee wegloopen, niet om redenen van naams-overeenkomshmaa omdat gezegde troep altijd wat goeds geeft. Het programma bevatte dan ook veel bezienswaardigs en werd besloten met de inderdaad hoogst koddige pan tomime „Professor's Vacantie- rais", di» den op voerenden gelegen heid geeft van hun springkunst schit terende bewijzen te geven. Het trio Nandroux. aan het vliegend ro i-apparaat, een dame en twee heeren, gaven staaltjes van enorme spierkracht en vlugheid, vooral de dame. liet was over 't geheel een zeer gevari eerde, hoogst aantrekkelijke voorstel ling. Dat ziet men meerf Twee personen kregen in de Smedestraat ruzie, en werden handgemeen. Een derde, die er niets mede te maken had, werd in den duim van zijn rechterhand gebe ten. De strijd der arbeiders. Voor een stampvolle zaal voerde gis terenavond Mr. P. J. Troelstra het woord over „De Strijd der arbeiders." Met luid applaus werd sprekers op treden begroet. De toestand der. arbeiders is niet, zooais ze wezen moet, en om in dien toestand verbetering te brengen, voe ren de arbeiders een strijd. Want die betere toestand zal niet van boven af komen, doch daarvoor moet de arbei dersklasse zelf een strijd voeren. W.u de zijde der burgerklasse be weert men, dat de toestand der arbei ders vooruit gaat, en inderdaad is het r.iri Ir ontkennen, dat het loon tegen woordig booger is dan vijftig jaar ge le-du; i en daarbij komt dat men te- v voor een gulden bv. veel n: i k> om n, dan vijftig jaar ge- i, al zijn de huren ook enorm gc- lic. g- niiddeld peil van behoeften is thans veel grooter, en in het licht hiervan moeten we zeggen, dat hc-t loon van den werkman over het algemeen veel te laag is. Dit blijkt voor al uit de onir-vredenheid der arbeiders met hun toestand. Deze toestand is in het leven geroe pen door de gansch andere inrichting van onze huidige maatschappij, waar in de kleine baasjes de typeering zijn van den ondernemer van vroeger. Daarbij komt, dat men vroeger niet van zijn geboorte tot het graf vormde één klasse, die altijd moet werken voor andereu. doch de kans bestond een maal zelf patroon te worden. Breedvoerig schetste spreker de ge volgen van bet groot-kapitalisme, hoe scheepsladingen kinderen, en vele idi oten in Engeland aan de industrie wer den geleverd. Geen -wonder dat al spoedig verzet uit de rijen der arbeiders moest ko men, en liet waren de vakvereenigin- gen die daar het eerst tegen opkwa men. Dit was de eerste vorm van den strijd der arbeiders. Zij hadden aan vankelijk alleen ten doel kleine ver beteringen te brengen in de toestanden met behoud van het kapitalistisch sys teem Dit strijdmiddel is echter niet vol doende. Want al hebben zij bv. op den arbeidstijd één uur veroverd, al is hun loon wat verhoogd, dan zal de drang naar steeds meer blijven bestaan. En die drang is te verklaren uit het feit dat de arbeid die het proletariaat ver richt niet de gewone arbeid mag zijn van den mensch en niet het leven mag vullen. De ganschc strijd heeft dus ten doel om dc maatschappij zoo te maken, dat allen als menschcn kunnen leven en geen slaven van het voortbrengings- proces zijn. Dit idéé nu zou zijn een onvruchtba re droom, wanneer het onuitvoerbaar was. Maar alzoo is het niet. Het is niet altijd zoo geweest als thans. We heb ben gehad de gemeenschappelijke pro ductie, het klein bedrijf en thans de groot-industrie, het stelsel waarin voor winst wordt voortgebracht. Aan de hand van Goethe's bekend ge dicht van den toovermeester, gaf spre ker een beeld van den toestand, waar in het concurrentie-stelsel de maat schappij heeft gebracht. Het toover- woord is gesproken, we kennen de ma chines, die voor onze oogen als bezielde wezens werkzaam zijn, maar die krach ten brengen zoo ontzettend veel voort, dat men het tooverwoord zoekt om langzamerhand orde en regel in die voortbrenging te brengen. Dit tweede tooverwoord is het soci alisme. De groote grief tegen het soci alisme is de verzuchting dat allen amb tenaren zuilen worden. Doch thans zijn in verschillende tak ken van nijverheid de werkers voor 't mcerendeel ambtenaren van de eigen lijke eigenaars, die er zelf niets aan doen. En deze vervorming is zich hoe lan ger zoo meer aan 't uitbreiden, het classieke voorbeeld is de Standard Oil Company. Het wezen van dezen toestand na der uiteenzettend, betoogde spreker, dat men de regeling der voortbrenging dus best zou kunnen maken. Waar we nu dit voor onze oogen zien en ontwaren dat reeds tal van takken van industrie door de gemeente en door den Staat worden gedreven met succes, dan zien we de ontwikkeling van het kapitalisme naar het socialis me. Uit deze ontwikkeling zien we dat de zucht naar vrijmaking .van den ar beider geen utopie is, maar voor ver wezenlijking vatbaar. De strijd der arbeiders berust nu. hier op, dat men tracht die ontwikkeling van kapitalisme naar socialisme te ver haasten, en in regeerings-colleges tracht den invloed van de gemeen schap op de industrie uit te breiden door in-eigen-beheer-neming, door arbeidswetgeving, enz. Er is een klasse in de maatschapmdie al het mogelijke doet om den geest der arbei ders hiervan af te leiden, allerlei mid delen worden hiertoe misbruikt. Zoo zien we dus een grooten strijd om de arbeiders vast te houden aan het tegenwoordige. Coöperatie bv., die dood is voor den strijd der arbeiders, wanneer ze kleine kapitalistjes vormt. De socialisten staren zich niet blind op de toekomst. Als de arbeiders thans niet strijden voor kleine dingen van verbetering in hun toestand, dan zal de arbeidende klasse, wanneer een maal het socialisme zou kunnen wor den ingevoerd, niet rijp zijn voor die economische ontwikkeling. Ze moet een lange school doorloopen in de prak tijk. Daarom moet het proletariaat een werkzaam aandeel nemen aan het gan- sche maatschappelijk leven. Spreker bestreed ten slotte krachtig het verwijt van materialisme, van lou ter stofvergoding. en toonde aan dat alleen idealen bloeien kunnen op een beteren bodem. Met een warme opwekking deel te nemen aan den strij d, kennis te nemen van dien strijd, waarvan het loon is zich deel te voelers van die groote, heer lijke kracht, iiet is heerlijk te belmo ren tot eene bewegiag die de hoogste idealen met zich voert. De rede werd telkens met daverend applaus begroet. Er zal een zestal openbare vergade ringen gehouden- worden waarin de strijd der arlieiders besproken wordt. Na afloop der vergadering werd er gecollecteerd voor de stakende suiker bakkers te Amsterdam. Examen vrije en orde- oefeningen. Haarlem, 5 Nov. Opgeroepen 6 hee- ren-candidaten. Geslaagd J. Zwanen burg van De Helder, W. J. Beumer van Sassenkeiai, J. T. Hillenius, A. In 't Veld en H. In 't Veld allen van Haar lem. Schouwburg. In Amsterdam blijft dö klucht Sousa met veel succes volle zalen trekken. Van verschillende zijden komen aanvragen om er Sousa te komen spelen aangezien het ge zelschap echter des avonds in Am sterdam moet spelen, besloot de Directie in de provincie Matinées te geven waarvan dit kluchtspel dan natuurlijk de hoofdschotel is. Aanstaanden Woensdag, des mid dags om 2 uur. zal de eerste Mati nee hier plaats hebben. Jubileum D. L. Staal. In aansluiting aan ons bericht van gister vernemen wij nog dat in poëtische bewoordingen dooi den jubilaris nog dank is gebracht o. a. ook aan de zeven commissie leden alsook aan de heeren die door hunne schoone en klankrijke accoorden zooveel tot het welsla gen van dezen feestavond hebben bijgedragen. Ook werden eenige regelen gew^d aan den Eerw. heer S. Ph. de Vries Hz., dia wegens gezondheidsredenen, thans ie Me- ran vertoeft en een der eersten, was, die den jubilaris per draad go lukwenschte. De heer v. d. Velde zei de, dat niet hem dank moest worden gebracht, doch dat hij zich verplicht achtte zijn dan1} uit te spreken voor de eer hem vergund bij dit feest zijne gaven ten beste te mogen geven. Hij zeide hiertoe des te eerder bereid te zijn ge weest,daar de heer S. niet alleen bij zijne geloofsgenooten doch ook bij vele stadgenooten zeer in aanzien is, daar hij in zijne verschillende kwaliteiten met tal van personen dagelijks in aanraking komt. Arrondissements Recht bank. Zitting van Maandag 5 November (Vervolg). Wegens het late uur vermeldden wij Maandag alleen den eisch van het O. M. in zake do mishandeling met doo- delijken afloop, gepleegd op G. Heilig door Eduard van Turnhout. Thans la ten wij hieronder het requisitoir en pleidooi volgen. De subst.-officier van justitie noem de het feit onherstelbaar en in dit ge val te" weerzinwekkender omdat het slachtoffer hoegenaamd geen vijan digheid. heeft gepleegd. De Ostender visschers hebben op schandelijke wijze huisgehouden en de gastvrijheid die hen hier is ver leend, rnet voeten getreden. Toch zal men moeten erkennen dat dc eerste stoot is gegeven door de Hol landers, door hun bemoeiachtigheid. Had Haan gezwegen dan was er niets gebeurd en deze schippet niet ongelukkig gemaakt. Alle denken van opzet kan worden buitengesloten, bij geen enkele kan het opzet hebben bestaan iemand te doo- den, zelfs niet iemand te kwetsen. Doch op roekeïooze wijze is omgegaan met de messen, die, dit pleit weer voor het ontbreken van opzet, geheel onge schikt, waren om te dooden. De beklaagde is den subst.-officier niet onsympathiek voorgekomen, doch zijn houding gedurende de instructie en de terechtziiting heeft van die sym pathie wel veel weggenomen. Hij is halslarrig het feri blijven ontkennen, dat pleit niet voor zijn karakter. Zelfs wanner men het getuigenis van Zwaan buiten rekening laat, zijn er vier getuigen, die het feit hebben zien bedrijven, als aanwijzing komt daar nog bij dat deze getuigen hein hebben hooren zeggen, vóórdat hij uit den winkel toad: „Ik zal mijn mes trek ken." De subst.-officier, die de instructie heeft bijgewoond, wees er ook op hoe tegenstrijdig de verklaringen van be klaagde waren omtrent het mes. Ver- Ar de sterke wanhoop van beklaagde, en toen hij zekerheid had van den dood, zijn haast om weg te komen. Dit is een sterke aanwijzing, dat hij de dader was en dit zeker wist Er kan hieromtrent geen twijfel bestaan. Ver der, om hem de maat vol te meten, de mishandeling van Zwaan. De subst,-c ff icier require ert wegens mishandeling met doodelijken afloer en mishandeling een gevangenisstraf van drie jaar. De advocaat, kir. Van den Berg, is er van overtuigd dat het feit thans een heel anderen indruk zal maken dan voorheen, dat danken we vooreerst aan het onbevangen onderzoek, waar voor pleiter groote waardeering heeft. Aanvankelijk was het oordeeler is een moord gebeurd en de dader werd als een individu van het laagste allooi beschouwd. Thans denkt men er anders over. Pleiter wijst er op, hoe de IJmuiders hebben uitgedaagd, hoe de beklaagde gevlucht is, huilend, smeeteend, zooals in sommigen processen-verbaal staat, wat een type van een moordenaar dus! Hij werd uit de bakkerij van Meijer •weggejaagd, met een mes. Hij komt buiten, er wordt geslagen en toevallig wordt door hem juist gestoken op de plaats waarvan de dood het gevolg is. De beklaagde is een oppassend man, een goed huisvader. Hij weet zelf niet dat hij het gedaan heeft. Dit is de voorstelling die de zaak thans heeft. De vraag is nu: is het feit bewezen. Pleiter gelooft dit niet en wijst op een omstandigheid waarop nog niet is ge wezen, die de zaak in een geheel ander licht doet verschijnen, ni. uit het vi sum repertum blijkt, dat het slachtof fer twee wonden had. Uit het geheele onderzoek bleek van die tweede steek niets en hoe is die te verklaren. Pleiter zegt er moeten. twe3 steken zijn gedaan. Wie heeft nu gegeven den doodelijken steek, wie den anderen?Dit punt is volmaakt opgehelderd. Waar door is dus bewezen dat de stoot die deze man heeft gegeven is de hals- stoot en niet de beenstoot? Verder de kwestie van de pet De mail die Heilig heeft gestoken moest een pet hebben opgehad, en beklaagde is blootshoofds bij Meijer gekomen. Dit versterkt pleiter in zijn vermoe den, dat nog een ander gesloken heeft. Onder deze omstandigheden komt het pleiter voor dat dus het feit niet bewezen is. Er is een ander gezichtspunt. We hebben z. i. hier het geval van over macht Dit gezichtspunt werd door pleiter' in den breede besproken, en vooral hierbij in aanmerking genomen de toestand van beklaagde, de buitenge wone toestand van vrees en opgewon denheid. Spreker zal het hierbij laten. Groot medelijden bestaat er bij de recht- bank en pleiter vertrouwt dat de recht bank ook deze nieuwe gezichtspunten in overweging zal nemen, recht zal dG2n en beklaagde zal vrij spreken. De Sub. Officier repliceerende, ver klaart, ook ovenals de rechter van instructie, /te hebben nota genomen van de tweede verwonding. Uit de ver klaring van deskundigen blijkt dat,die stoot in de dij Is toegebracht in een onmiddellijk tijdsverloop met die van de idjOodelijke verwonding moet zijn toegebracht. Het beroep op noodweer, kan vol gens ZEA. niet gelden. Wanneer men in heldere maneschijn een man kalm aan den overkant van de straat ziet staan, en men loopt op hem toe en steekt liem in den hals, dan kan cr van .noodweer geen sprake zijn. De Sub. Officier blijft persisteeren bij zijn requisiton. Na re- en dupliek werd de uitspraak bepaald op 15 November. De derde zaait, die in behande ling komt, is die tegen W. J. Freij- er. een jongmensch van 17 jaar, die zeer netjes gekleed geenszins een ongunstigen indruk maakt. Hem wordt ten laste gelegd dat hij op of omstreeks 4 October 1900 uit de woning van Mr. N. F. van Noo- ten, drie sigaren en een sigaren koker heeft weggenomen, zulks na zich den toegang tot de plaats, waar zich die voorwerpen' in die woning bevonden, te heb ben verschaft door eene raamope ning in die woning naar binnen te klimmen en een gesloten zolder deur open te breken. 2o. op of omstreeks 23 Septem ber, uit de woning van den heer genoemden Lebret en een dames- reisneeessaire, een vernikkeld gsldfcromrneltje toebehoorende aan genoemde Lebret en een dames rijwiel, rijwielpomp en lantaarn, toebehoorende aan Antonia van Laar te hebben ontvreemd, na zich toegang te hebben verschaft tot die woning, na een ruit te hebben uit gebroken naar binnen te klimmen. 3e. Op of omstreeks den 30 Au gustus uit den winkel van J. A. Vermeer zes broches, twee pen houders, twee potlooden, vier fla cons, een charrivarri, een beursje, twee beursjes, twee horlogekettin gen, vijf spiegeltjes enz. enz. 4e. Op of omstreeks 19 Septem ber eene hoeveelheid lood, toebe hoorende aan Herman Munster- man, zulks na zich den toegang tot hot erf waar het gebouw stond, waarop zich dat lood bevond, te hebben verschaft door over een gebroken, en zoo naar binnen te klimmen. 5e. Op of omstreeks 23 Juli met een gesloten winkel een rijwiel en een rijwiellantaarn, toebehoorende aan P. W. Scheltema Beduin, te hebben ontvreemd, na zich toe gang tot den winkel te hebben ver schaft door het slot van de winkel deur te openen met een daarvoor niet bestemden sleutel. Door de oplettendheid en activi teit van den agent van politie Kol, die door het branden van licht in het huis van den heer van Nooten, toen deze afwezig was argwaan kreeg, werd deze gevaarlijke in breker gearresteerd. Onverschillig, zonder het minste berouw te too- hen, bekende hij volmondig de ge pleegde inbraken en diefstallen. De meeste luxe-voorwerpen waren nog in zijn bezit; alleen het da mesrijwiel bad hij beleend bij den pandjeshuishouder Richter te Am sterdam. De Pres. vraagt hoe bekl. er aan gekomen is, diefstallen te plegen, daar hij toch vast werk had. Bekl. zegt, dat hij zijn inkomsten wilde vermeerderen door later de voorwerpen te trachten ie verkoo- pen; een andere reden had hij niet. Het O. M., zijn requisitoir ne mende wees op de openhartige be kentenis van beklaagde en op de verklaringen der getuigen, en acht te het feit voldoende bewezen. Te vens wees spr. er op hoe bekl. een hoogst ongunstig individu is, die in den laatsten tijd in hoofdzaak van diefstal leefde. Merkwaardig is dat sedert de gevangenneming van bekl., de diefstallen en inbra ken in den laatsten tijd zeer zijn afgenomen. Daarbij heeft bekl. overal op schandelijke wijze huisge houden; dat zijn daden, die niet voor zijn persoon pleiten. Wegens diefstal en inbraak, eenige malen gepleegd, vorderde het O. M. tegen beklaagden 5 jaar gevangenisstraf. De verdediger, Mr. Brantjes, leg de zich neer bij het oordeel van de Rechtbank. Als een staaltje van onverschil ligheid van beklaagde, diene. dat hij zeer kalm den eisch aanhoorde, en toen hij weggevoerd werd, zijn hand omhoog stak en met een lach op het gelaat zijne vrienden op de publieke tribune vijf vingers toon de terwijl hij des morgens in zijn cel beneden het hoogste lied had uitgegalmd Uitspraak 15 November. Binnenland. HAAG3CKE BRIEVEN. De Nederlandsche Spectator is in zijn laatste nummer bijzonder ondeu gend geweest. De wekelijksche plaat stelt den burgemeester der residentie voor, gereed in een trein te stappen, uitgeleide gedaan door den ooievaar, die item toespreekt mat: „Mij wachte een ander heer", variant op den Gijs- breght van Aemstel. Deze teekening is bijzonder actueel want zij geeft het et derwerp van gesprek der Hagenaars weder. De groote vraag is nl. o£ de heer Van Harinxma zal heengaan, ja dan neen. Verschillende collega's die uit Den Haag brieven schrijven aan dc provinciale pers, hebben zich over deze aangelegenheid meest allen in dezen geest uitgelaten, dat aftreden correct zou wezen, nu een gerechtelijke ver volging niet schijnt to ontgaan. Intus- schen wordt de instructie van de zaak Van Schermbeek contra Harinxma met ijver voortgezetde figuur van den beklaagde moet daarbij niet schitte- rendzijn geweest en zijn pogingen om aan de brieven die hij schreef het be- leedigend karakter te ontnemen moe ten ook niet getuigd hebben van zede lijken moed. Deze „perkara", zooals men in Indïë zegt, zal vooreerst nog wel het onderwerp van alle gesprek ken blijven. Niet minder is dat het geval met den bekenden schilderijen-diefstalik voeg er niet meer het bijvoegelïjk naam woord „groot" bij, omdat, zoo het aan tal gestolen doeken al zeer belangrijk was, do waarde thans tot een mini mum kan worden herleid. Van tonnen gouds is niet alleen geen sprake meer, doch ik heb vernomen dat de raming van Dr. Hofstede de Groot, den bij uit nemendheid deskundigen beoordeelaar nog beneden de 20.000 gulden blijft, die de opkooper beweert er voor be taald te hebben. De meesten der z. g. „oude meesters" zijn vrijwel waarde-- looze copieën en wie den zonderling heeft gekend, die ze gekocht heeft in dertijd, begrijpt dat hij daarbij in den nek is gezien. Trouwens, de eigenaar van het gestolen goed kan zelf geen- inlichtingen geven aan do justitie, want zijn geestvermogens zijn daartoe riet helder genoeg meerenkele fami lieleden hebben het justitieel onder zoek vergemakkelijkt. liet zal geen gemakkelijke taak zijn voor Den Haag en de Hagenaars om zich te prepareeren op een feestelijke viering van het huwelijk der Konin gin. Uit het Zaterdag in den laten pa- middag verschenen officieel commu niqué blijkt, dat dit groote en geluk kige evenement ons einde Januari of begin Februari wacht. Er is een goede, reden voor het nog niet definitief vast stellen van den datum. Het hof wil zich vooraf vergewissen van het aan tal vorstelijke personen of buitenge wone gezantschappen, die bij de plech tigheid zullen tegenwoordig zijn. Uit- ncodigingen en boantwoordingen daar van gaan meestal langs diplomatieken weggen niet zoo heel snel. Er moet voor behoorlijk logies gezorgd worden voor aanvulling van personeel en stalma- terieel (waartoe trouwens al sedert maanden contracten waren afgesloten) er moet alles worden gedaan om een herhaling te voorkomen van het ge beurde bij gelegenheid van de begrafe nis van wijlen den Koning, toen de huisvesting van. vorstelijke personen en deputaties zeer gebrekkig was en een deel van den stoet gevormd werd door buitenlandscbe gezanten, met hun vieren gezeten in een,snorders- koetsj e. Het is kort dag voor de voorbereiding van feestelijkheden. De vereeniging voor Handel, Nijverheid en Gemeente belangen, welker voorzitter algemeen- secretaris was van de Inhuldigings commissie, heeft tot de leden van het uitvoerend comité van toén de vraag gericht zich opnieuw als zoodanig te willen constitueeren. Na de minder verkwikkelijke dingen, die tijdens de inhuldigingsfeesten In den boezem dit-i commissie zijn voorgekomen (de leden droegen wel hofcostuum, maar 't was niet alles goud wat er blonk) schijnt het mij problematisch of men weer ge zamenlijk in zee zal willen gaan. En in geen geval kunnen de plannen die uitgebreidheid aannemen die zij in 1898 hadden. De tijd des jaars is onge schikt voor alles wat in de open lucht moet plaats hebben men kan een illu minatie op groote schaal toch niet ontwerpen met de kans dat één sneeuw bui alles in duigen werpt. Het is eigen lijk jammer dat het zoo valt, want de nijvere en handeldrijvende burgerij zal minder geneigd zijn om voor prae- paratieven in den zak te tasten, nu de kans op een extra-winst zooveel gerin ger is. Dat het huwelijk plaats heeft in Jan. of Febr. en niet in April of Mei, is ik weet wel, dat dit geen argument kan en mag wezen een schadepost voor Den Haag, die met een paar ton gouds niet te hoog gejraamd is. Een raming van dPopbrengst der openbare vermakelijkheden in Den Haag, op dit oogenblik, zou wèl ge schikt wezen om enthousiaste onder nemers in spe van nieuwe Haagsche schouwburgen of chantants voor eeuwig af te schrikken. Waar het pre cies aan ligt weet ik niet, maar het vlot nog niet bar met het bezoek aan de verschillende kunst-instituten. Mis schien dat de ware warmte eerst komt als het recht koud wordt. Deze para dox is ook van toepassing op het be zoek aan lezingen, voordrachten, mee tings, voor zoover ook daarvan het seizoen geopend kan heeten. Prof. Ten Brink opende het Maandagavond, in „Oefening Kweekt Kennis" met een voordracht over den historischen ro man der laatste jaren en kan stellig weder rekenen op een auditorium waarvan de dames negentien twintig- sten vormen. Prof. Einthoven, zijn collega te Leiden, opende de reeks dei- voordrachten in ons Natuurkundig Ge nootschap met een interessante rede over hoogere hersenverrichtingen. Hij liet daarbij o. a. zien, met eenige proe ven die hij op een kip, een konijn, een marmot en een kikvorsch nam, dat de volks-uitdrukking „verlamd van schrik" wetenschappelijk juist en ver klaarbaar is. Deze proef om de z. g. cataplexie aan te toonen, dateert reeds uit de 17e eeuw. Of v. d. Hoeven ook gelijk had, die van den cirkelgang der menschheïd sprak. Al het oude wordt weer nieuw., H. A. GANUS Jr.; Do Koninginnen op reis. De „Lokal Anzeiger" bevat een correspondentie uit Hamburg, lui dende als volgt In de droefgeestige schemering, waardoor het Hamburgsche station zich onderscheidt, heeft de eerste ontmoeting van' de koninklijke bruid Wilhe-lmina met haar uit verkorene op Duitschen bodem plaats gohad. Kort voor het binnen komen van den koninklijken ex- tra-trein, stapte uit denBcrlijn- schen D-trein, die om 4 uur 57j min. aan het Klosterthor-station, aankomt, een lichtblond jong-- mensch in een lichtgele zomer jas' en een grijs reispak, die, onbo; kend aan zijn mede-passagiers, bij zijn aankomst den chef opzocht en! zich voorstelde als Hertog Hendrik, van Mecklenburg. Terwijl de chef; naar een „aap" omkeek, stapte dei Hertog, die blijkbaar niet gerekend; had op de weinige sentiraentaü-j teit van het echt Hamburgsche: „Schmuddelwetter" en slechts een ..waterdichten" wandelstok bij zich had, in den griezelenden regen tusschen het opdringend publiek, vloekende koetsiers en schreeuwen de kruiers op en neer. Toen de Hertog in zijn huurkoetsje aan het Venloer station aankwam, had hij niet meer dan een paar minuten den tijd, omdat de extra-trein met zijn koninklijke bruid binnenliep. De hal van het station was vcoy het groote publiek gesloten. Slechts een klein aantal leden der Neder landsche Kolonie was toegelaten. De Iiollandsche extra-trein, uit vier, naar het scheen, vrij ouder- wetsche salonwagens en een baga gewagen bestaande, kwam precies 5 u. 22 m. aan. De Hertog en de Koningin begroetten elkander co- ram rublieo met een hartelijke omhelzing. De zestig landslieden der Koningin, heeren en -dames, die, voor zoover de ongelukkige verlichting het toeliet op te mer ken, in groot toilet verschenen wa ren, hieven het Nederlandsche Volkslied aan. Consul-generaal Gleichman en zijn echtgenoote sfiapten den salonwagen binnen, twee in het wit gekleede dames overhandigden buigend bouqast- ten. Toen het „Wien Neèri&nds Bloed" en „Wilhelmus van 1>'as- sou we" geklonken had, zette, do trein zich weder in beweging. De Koningin, die in een eenvoudig donkere japon met zwart fluw. o- len cape, met den Hertog voor de coupé-deur stond te praten, gwc-ïe vriendelijk. De Koningir. -. I vertoonde zich niet. tin;. J hoera en „goede reis" verbc do trein de hal. De „Weser Zeitung" w' over de begroeting der K. nen te Breinen, op Ilaar dw naar Lensahn Op de perrons was een on' lijke menschenmassa aanwezig. H. H. M. M. hartelijk, beg- - Uit den aard der zaak stond-- aanwezige Nederlanders vo. De vereering die de Holle s voor hun Koningin koesterde-;: s.- t men duidelijk bemerken. De dochter van den hier gov tigden Nederlandsehen consn heer Gerlichs, bood H. M. ia salonwagen een bouquet aan u seringen, versierd met een si.Ik, gemaakt uit lint van de Neder'<v -i- sche kleuren. Dankbaar werd dit bloemstuk aanvaard. Eenige personen werden aan H. M. voorgesteld, waaronder dr. Van Bippen, secretaris der gemeente. Ook een Nederlandsche dame bcod H. M. bloemen aan. Het publiek bracht cis bevallige heerscheres eén hartelijke ovatie en de nationale liederen verstom den eerst, nadat de koniukli'ke trein het station verlaten had. Uit Lensahn wordt aan de „N. R. Ct." geschreven: Wij begeven ons naar de kerk: e-w.e echt Holsteinsche platteïandskerk, Jut onderste gedeelte uit geweldige rots klompen, erratische blokken opge bouwd, daarboven de muren van r.c- bakken steen, en het geheel bedekt met een ontzaglijk dak van. roode pannen; de groote vierkante toren, zwaar en kolossaal opgetrokken in de dagen, toen de kerk nog het toevluchtsoord was tegen de invallen van de heidc-n- sche slaven, steekt met zijn zadel ver mig dak nauwelijks boven het kerk dak uit. Zoo staat de kerk op eeneir heuvel, met een prachtig gezicht or liet omliggende land. Het gelukt ons, eene plaats aan do deur te krijgen, waar de Kóningin de" kerk zal ingaan. Eene houten trap irap leidt naai' een smal poortje op de eerste verdieping, waar de loge va i - k-n groothertog ligt. Op eenvoudige leu ningstoelen, met green trijp over! rok ken, zullen de hooge gaston plaats ne men. Daar komen zij al! Een eerste rijtuig brengt de hofda mes; en dadelijk daarna, onder het lui den der klokken, nadert de koninklijke stoet zelf. Voorop een rijtuig met do heeren deu Hertog-regent Johann Albrecht var Mecklenburg-Schwerin, Hertog Frie- drich Adolf, den Groothertog van 01- dehbrug en den jongen regeerenden Groothertog van Mecklenburg-Sohv, c- rin. Daarna in een open coupe de Ko ningin met haren verloofde, ten riotie de Koningin-Moeder met de Greother- togin van Oldenburg. Met een eerbiedige buiging door het publiek begroet, gaan zij langzaam over het smalle pad langs het kerkhof naar boven; de Hof jager opent de dein en zij verdwijnen in liet donker gewelf van de kerk. Voorop het jonge paar, de Hertog in politiek, met hoogen hoed, de Kmun.em in eene paarse zijden japon met zv.--.u t galon, en een sealskin manteltje, zwar ten hoed met enkele zwarte en witte veeren; echt gelukkig, met een innc- menden glimlach voor het publiek, loopt zij aan den arm van haren ver loofde. Haar volgt de Koningin-Moeder, in een zwarte robe en een zworen fluv. ve len mantel, dan de Groothertogin n Oldenburg, eene voorname verschij ning. De heeren en dames van het hof sluiten den stoet. Ook van binnen is die kerk typisch. Holsteinsch. Laag van verdieping, iei- wat„somber; groote.bogen n:ct J-:cr;e.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1900 | | pagina 2