Tweede iiiad,
iSKPlüHi'a Dagblad'
Brieven uit Berlijn.
Fealileton.
VAN EEN PO JTZEÖEL
behoorende bij
van
Donderdag 8 Nov. 1900.
No. 5326a
Stadsnieuws
Schermen.
Zondag ging dc reeds lang aangekon
digde kamp K. D. O. en V. V. en K.
De twee sterkste corpsen betwistten el
kaar de voorrang. Er werd zeer loyaal
geschermd. Stol kwam voor 't laatst
uit, gedwongen na zijn ziekte, de sa
bel er bij neer te leggen, ofschoon het
oude vuur nog niet gedoofd is. Stol die
twee jaar lang, na het uittreden der
professionals, de sabel wedstrijden be-
heerschte, en steeds bijna altijd als no.
1 uit het strijdperk trad, heeft
thans zijne laatste partijen gestreden,
soms nog niet de oude krachtmaar
.och niet zooals vroeger. Ook Donselaar
is nog niet op kracht, om te werken
zoo aks we van hem gewoon zijn. Ge
noemd mogen worden als spannende
partij#, Stél—Teekens, RoozenToe-
'iens, en als rnoQien striid Roozen
Donselaar, en de laatste partij Stol
'Jonselaar. Lindeman was goed op
Jreei, zijn succes was het slaan van
Teekens. Roozen schijnt zich in een
Achilles te willen omzetten, ook nu
iverd hij niet geslagen. Brauchman
vas niet gelukkig, wat zeker aan wei-
lig oefenen te wijten is. Teekens is bij
zonder vlug en belooft nog veel voor
ie toekomst. K. D. O. won met 42—26
touché's, wel wat al te groot verschil,
V'. V. en K. Er heerschte den gehceVn
middag een opgewekte geest.
Hst schermers-devies „Loyal sans
intrigue" werd bier hoog gehouden.
Cl
Club.
1. Coiujprdia... 2 1 1 2 /4 65
K. D. 01 1 2 42 26
i. Depot Escad. 1 1 2 35 31
D. O. S1 1 0 30 43
V. V. en K. 1 - 1 0 26 42
daary
Me
da -•
goed
meen;
hij bi
niets
Bennebroek.
cere B. wonende in de Haarlem-
ue-or kort onder deze gemeente,
met een goeden kennis K. uit
:rdam, varkens om die voor ge-
rlijke rekening vet te mesten en
;:a te verkoopen.
andagmiddag nu vervoegde zich
r. eterdammer bij de vrouw van
:t de boodschap dat haar man
vond dat hij de 5 beste varkens
am. Toen B. thuis kwam begreep
tgenomen te zijn daar hij van
afwist. De politie doet onderzoek.
Uit goede bron wordt medegedeeld,
dat het huis te Bennebroek" eerst in
April a.s. door den nieuwen Ambachts
heer van Benebróek, den heer J. II.
Willink, zal worden betrokken.
De zitting van den militieraad zal
voor u&ze gemeente worden gehouden
op Maandag 17 December a.s. des voor-
middags tien uur op den Doelen te
Haarlem.
De afd. Bennebroek e. a. der Algem.
Vc: eeniging voor Bloembollencultuur
zal op do vergadering den 12en Nov.
a am:, taande te houden, worden verte
genwoordigd door de heeren J. H. Went
holt cn S. Roozen of hunne plaatsver
vangers de hoeren W. van Lierop on
l. .de Wilde. Zij zullen voor de vaca
turen in het hoofdbestuur te stemmen
hebben op de aftredende leden en voor
oen voorzitter op den heer J. H. Went-
bc-lt. die reeds in meerdere afdeelin-
gen eandidaat is gesteld.
ZAudvoort.
Door den inspecteur van politie en
den alhier gestationeerden Rijksveld
wachter, brig.-tit., is Zondag aange
houden de huzaar J. v. G. alhier, die
zonder verlof zijn garnizoensplaats
had verlaten. Hij is ter beschikking
gesteld van den heer garnizocns-com-
mandant te Haarlem.
De militieraad zal voor deze gemeen
te zitting houden te Haarlem in den
Doelen op 17 December a.s. des voor-
miudags ten 10 ure.
Binnenland.
Eerste Kamer.
De Eerste Kamer is Maandagavond
half negen bijeengekomen tot hervat
ting barer werkzaamheden.
sives, waaronder een van H. M. de Ko
ningin, houdende kennisgeving van de
verloving van H. M. de Koningin met
Z. H hertog Hendrik van Meckien-
burg-Schwerin. eu luidende als volgt
Mijne Heeren 1
Wij vervollen bij deze de aangename
taak u kennis te geven van Onze verlo
ving met Zijne Hoogheid Hertog Hen
drik van Mecklenburg-Schwerin.
Wij zijn overtuigd van de belangstel
ling waarmede de Eerste Kamer der
Staten-Generaal deze mededeeling zal
ontvangen.
En hiermede, Mijne Heeren. beveleD
wij u in Godes Heilige bescherming.
Het Loo, den lGen October 1900.
Get W1LHELMINA.
De voorzitter zegt daarop:
Mijne Heeren!
Deze gewichtige en naar wij hopen
en vertrouwen voor ons land en Vor
stenhuis hoogst gelukkige gebeurtenis,
die een nieuw, tijdperk zal openen tot
heil van Land en Volk in een lan
ge reeks van jaren, hèbt u zeker met
mij met .de hoogste belangstelling en
ingenomenheid vernomen.
Ik heb gemeend in den geest de/Ka
mer te handelen door deze missive van
onze geliefde Koningin namens u te be
antwoorden met de volgende missive,
welke ik den heer griffier verzoek voor
te lezen:
De griffier doet voorlezing van den
brief aan H. M. de Koningin, luidende:
Mevrouw!
„Namens de Eerste Kamer der Sta
ten-Generaal kwijt ik mij van de hoogst
vereerende taak Uwe Majesteit de har
telijke gelukwenschen der Kamer aan
te bieden jpaar aanleiding van IT->og-
derzelver verloving met Zijne Hoogheid
hertog Hendrik van Mecklenburg
Schwerin.
„Deze gewichtig© verbintenis zal on
der Gods zegen ongetwijfeld bet le
vensgeluk van Uwe Majesteit in hooge
mate bevorderen. Zij zal tevens den
eeuwenouden band tusschen Nederland
en Oranje nog hechter maken en daar
door strekken tot heii van Vaderland
en Volk."
Deze missive wordt met applaus be
groet. Onder da ingekomen stukken be
hoort voorts nog de nota van den mi
nister van buitenl. zaken van 15 Oct.
jL, naar aanleiding van de woorden
door den voorzitter der Eerste Kamer
gewijd aan de nagedachtenis van ko
ning Humbert van Italië, ten geleide
van den brief van dankbetuiging van
den heer Visconti Venosta, zoomede
de van de Tweede Kamer ingekomen
wetsontwerpen.
De vergadering is verdaagd tot
lieden 11 uur ter behandeling van
de Waterstaatswet en hetgeen verder
aan de orde zal worden gesteld.
Voor de Boeran.
Voor de krijgsgevangen Boeren te
St. Helena en Ceylon en hunne vrou
wen en kinderen to Kaapstad zijn uit
verschillende plaatsen van het land en
zelfs uit België en Frankrijk eeho groo-
te hoeveelheid geldelijke giften en goe
deren, als kleeren, versnaperingen,
boeken en dekens, enz. aan het Mid-
daiburgsche Damescomité ten geschen
ke gegeven, zoodat 22 October eene be
zending goederen (ter waarde van
f 1000) voor de krijgsgevangenen te St.
Helena aan den lieer W. J. Williams,
consul-generaal der Nederlanden al
daar, is gezonden, mede op dien datum
eene bezending goederen voor de vrou
wen en kinderen der gevangen Boeren
(ter waarde van f 1500) aan den heer
B. H. de Waal, consul-generaal der
Nederlanden te Kaapstad geëxpedieerd
die deze aan mevrouw KoopmansDe
Wet aldaar zal doen toekomeneen
kleine nazending had 2 November van
Amsterdam plaats.
Te Leiden vormde zich een sub-comi
té tot het in ontvangst nemen en naar
Amsterdam opzenden van hetgeen men
daar of in den omtrek ten behoeve der
vrouwen en kinderen der gevangen
Boeren wjl bijdragen.
Te Parijs stellen zich eenige dames
beschikbaar tot het ontvangen der gif
ten, die men daar voor de vrouwen en
kinderen in Zuid-Afrika en voor de
krijgsgevangenen wil geven. De goede-;
ren aldaar moeten gezonden worden
naar Mme. Estieime, 10 rue Lafontai-
ne, Paris Autine, welke dame de ont
vangsten aan de Expediteurs De Vries
Co., te Amsterdam zal zenden.
Het totaal bedrag der tot dusver in
gekomen gelden bedraagt f 4640.
Het comité bericht tevens, dat het
gaarne meer goederen en geldelijke
giften in ontvangst neemt, ook met het
oog op het aanslaande Kerstfeest
ura jAorstaagun
Kaapstad en St. Helena te zijn, moeten
de goederen uiterlijk 8 of 15 November
bij de cargadoors en expediteurs De
Vries en Co., D© Ruyterkade 100, Am
sterdam, bezorgd zijn. Tevens gaan.
met deze gelegenheden goederen voor
d© vrouwen en kinderen der Boeren
van Amsterdam naar Kaapstad.
Alle goederen gelieve men onder het
merk M. C. met opgave van inhoud, te
zenden aan De Vries &Co., expediteurs
De Ruyterkade 100, Amsterdam. Vracht
en onkosten komen voor rekening van
het Middelburgsche comité.
Een verkeerd bezorgde brief.
B. en W. van Amsterdam hebben
praeadvies uitgebracht op een adres
van A. Post, eigenaar vau het perceel
Rozenstraat 193, houdende verzoek om
schadevergoeding wegens het onbe
woonbaar verklaren van genoemd per
ceel, zonder dat hij van t© voren was
gewaarschuwd.
Dit laatste is inderdaad het geval,
en wel doordien de gebruikelijke me
dedeeling aan den eigenaar van het
perceel van de redenen tot het voor
stel van onbewoonbaarverklaring werd
uitgereikt aan een ander persoon, die
ook den naam van A. Post draagt met
denzelfden voornaam „Antonie".
Wijl deze, na de ontvangst dier me
dedeeling die steeds geconstateerd
wordt door een proces-verbaal der po
litie, of, wanneer de eigenaar elders
woont, door bemiddeling van het ge
meentebestuur zijner woonplaats
geen bezwaarschrift daartegen indien
de maar ook evenmin mededeelde geen
eigenaar te zijn, bleven B. en W. in
de onwetendheid, dat hij de eigenaar
niét was, als gevolg waarvan de thans
adresseerende A. Post eveneens onbe
kend bleef met hetgeen ten opzichte
van zijn perceel geschiedde.
Hij kwaoaewst tot de kennis hiervan
door zijne, huurders, aan wie na het
Raadsbesluit van 23 Mei 1900 no. 414
vanwege B. eri W. kennis werd gege
ven, dat het perceel door hen op 1 Oc
tober 1900 ontruimd moest zijn.
Toen adressant zich deswege tot B.
en W. wendde, besloten B. en W; stap
pen te doen tot herziening van be
doeld besluit, en werd aan hem mede
gedeeld. dat zijn perceel voorloopig be
woond kon blijven en de ambtenaar
met de uitvoering van de aanschrij
ving tot ontruiming belast, hiervan
verwittigd.
Doch, al ware het voornemen tot
onbewoonbaarverklaring tot zijne ken
nis gekomen, ook dan zou een even
tueel in te dienen bezwaarschrift voor
hem toch geen gunstig resultaat heb
ben opgeleverd, omdat de commissie
adviseerde: „dat in den slechten toe
stand van dit perceel geen afdoende
verbeteringen zijn aan te brengen."
Derhalve stellen B. en W. voor, wijl
de grond voor schadevergoeding ont
breekt, afwijzend op het adres te be
schikken.
Verdronken.
Twee novicen van het Capucijner-
klooster te Meerseldroef onder Breda
zijn op treurige wijze om het leven ge
komen. In een roeibootje waren zij de
rivier de Mark opgevaren; een van bei
den heeft een bad wiüen nemen, doch
door kramp bevangen zonk hij in de
diepte weg. Zijn confrater was op zijn
hulpgeroep uit het bootje gesprongen;
om hem te redden, doch ook deze
door de koud© overmand, in het diepe
water weg, zoodat beiden verdronken.
Hunne lijken zijn later opgevischt.
Een vreeselijk. oosonblik.
Te Venlo is de wisselwachter J. Wer
ner overreden.
Een vreeselijk oogenbLik muet de man
vóór zijn dood gehad hebben. Hij was
met den hak van zijn schoeisel tus
schen de rails en contrarail beklemd
geraakt en deed alle moeite om zich
los te v/erken, toen hij een rangeerma
chine zag aankomen. De machine na
derde en hij had geen gelegenheid te
ontkomen. Hij moet nog geschreeuwd
hebben, doch niemand merkte hein op
vóórdat het te laat was.
De Redactie van het Familieblad
schrijft in hat no. van 21 Juli ji. als
volgt:
Bekend is bet, welk een belangrijke
plaats onze Noordelijke Industrie in
neemt. Do Sneeker Firma J. Veen
Co., die hare nieuwe exploitatie heeft
aangevangen behoort tot de oudste en
meest geachte op het gebied van Cacao
en Chocolade; hare producten zijn in
hot bijzonder in de lij no en degelijke
gezinnen zeer gezocht. Trouwens
Veen's Cacao is een fijn merk en de
Chocolade is zelfs bepaald eenig in
een zuivere en heerlijke watcrchoco-
laad in vasten vorm is, die hare oude
aantrekkelijkheid steeds ziet toene
men; en het kan niet uitblijven of deze
uitbreiding der vaderlnndsche nijver
heid zal land en gewest ten goede ko
men. De Pers toonde zich met de nieu
we exploitatie der Fabrlek-Veen zeer
ingenomen; als een voorbeeld uit vele
halen wij hier aan wat het Dagblad
voor Zuid-Holland en 's Gravenhage
hierover zegt.
Onderwijzers.
Door de raadsleden Zeehande
laar. IJzerman, dr. Josephus Jitta
en Blankenberg is bij den raad
van Amsterdam een voorstel inge
diend tot nadare regeling der sala
rissen van onderwijzers en onder
wijzeressen en afschaffing der
'rangexamens.
Zij achten het overbodig, om
nader toe te lichten, dat eene be
zoldiging van 850, welke een on
derwijzer thans na 12 jaren dienst
kan bereiken, ten eenemale onvol
doende geacht moet worden; zij
'wenschen echter in het belang van
het onderwijs eene scherpe afschei
ding te behouden tusschen onder
wijzers mèt en onderwijzers zon
der hoofdakte. Hierdoor zal het
peil der ontwikkeling verhoogd,
en daardoor ook de achting voor
don onderwijzersstand in Amster
dam bevorderd worden.
De van f 100 tot 200 verhoogde
toelage voor het bezit der hoofdak
te zal eene aansporing zijn voor
geschikte, jonge onderwijzers, om
eene plaatsing bij het onderwijs te
Amsterdam te begeeren. De on
dervinding heeft geleerd, dat dit
bij de bestaande regeling niet het
geval is.
Ieder onderwijzer moet de ze
kerheid hebben, dat hij, na be
hoorlijke vervulling zijner taak, op
de bij de verordening, bepaalde
tijdstippen recht heeft op de vast-
gestelde verhooging. Aan de ge
meente is het, zich te overtuigen,
dat de geschiktheid en de dienst
ijver van den onderwijzer hem de
bepaalde lotsverbetering waardig
maken. Rangexamens zijn daartoe
niet noodig.
Waar aan onderwijzers en on
derwijzeressen dezelfde taak op
gedragen wordt, is het niet meer
dan rechtvaardig, dat aan beiden
dezelfde belooning voor de bewe
zen diensten wordt toegekend en
mogen de laatsten niet bij de eer
sten worden achtergesteld. Dat art.
25 van de wet op het lager onder
wijs de laagste klassen bij voor
keur aan de onderwijzeressen wil
opgedragen zien, is nog geen be
wijs, dat dezen eene minder ge
wichtige taak te vervullen zouden
hebben.
Wat de rangexamens betreft,
wijzen de voorstellers er nog op,
dat iemand, die een zeer goed the
oretisch examen heeft afgelegd,
maar die feitelijk naar het oordeel
van den arrondissemcnts-schoolop-
zienor en van het hoofd der school,
waaraan hij werkzaam is, op grond
van onvoldoende praetische ge
schiktheid of onvoldoenden dienst
ijver niet voor bevordering in aan
merking moest komen, toch op de
lijst geplaatst kan worden. Omge
keerd kan iemand, die eene zeer
goede praetische kracht in dc school
is, en die minder gélukkig is op
het theoretisch gedeelte van het
examen, van bevordering versto
ken blijven. Dit is niet in het be
lang van het onderwijs; wèl geven
de voorstellers toe, dat een andere
meer rationeel© wij zo van beoor-
deeling, een verbeterd schooltoe
zicht noodig maakt.
Van onzen Correspondent.)
De dienstboden „beurs" jn de
Jagers tr. No. 15.
II.
Emmy heeft het lange relaas van
Mama maar half aangehoord. Met
haar gedachten is ze nog half bij de
griezelige bijzonderheden van het pro
ces in Könitz. Als Mama zwijgt,
heerscht er een oogenblik stilte. Dan
zegt Emmy, die de laatste woorden
heeft opgevangen
Best, Mama, ik'ga met u mee,
maar we zullen toch eerst even koffie
drinken. Als we om 5 uur in de Jager-
strasse zijn, is het nog vroeg genoeg.
Na de koffie stappen heide dames
iu ue tang»
Lcssingstrasse, Hansa Piatz aa Alto-
naer Strasse naar den Grossen Stern
in den Tiergarten, waar zij overgaan
in de electrische tram, die haar ©en
kwartier I&lar langs de Cnarlotvenbur-
ger Chaussee, voorbij de BrandenLur-
ger Poort en door de Dorotheen Strasse
tot aan de Friedrichstrasse brengt. Zij
hebben wel een omweg gemaakt, maar
een ritje bij mooi weer door den Tier-
garten is altijd prettig en het is nog
vroeg genoeg. Daarom wordt het laat
ste gedeelte van deu weg door de
Friedrichstrasse te voet afgelegd. Hier
is een geregeld gesprek niet meer mo
gelijk. Telkens raken Wilhelmine en
haar dochter van elkaar af, want op
het smalle trottoir golft een groote
menschenstroom. Op den hoek van
Friedrichstrasse en Linden, hij Kranz-
ler staat Emmy, die vlug overgestoken
is, een oogenblik stil om op haar moe
der te wachten, die nog aan den over
kant staat bij de krantenstalletjes in
het middenpad van de Linden en niet
over durft te steken tusschen de equi
pages, huurrijtuigen, omnibussen en
automobielen, welke elkaar hier krui
sen.
Dan neemt Wilhelmine een kalm
oogenblikj© waar en voegt zich bij
haar dochter.
Hot is net, of het hier met den dag
drukker wordt, zegt ze tegen Emmy,
want ze is trotsch op haar Berlijn.
Hier en daar een oogenblik stil hou
dende om de uitstallingen in de win
kels te bekijken, komen moeder cn
dochter nu spoedig aan de Jager-
strasse, waar zich vlak bij den hoek
van de Friedrichstrasse, het groote ge
bouw verheft van het „Erstc Gesinde-
Vermietungs-Kontor", het doel van den
tocht Deze „arbeidsbeurs", de groot
ste op dit gebied in de stad, welke reeds
van het jaar 1815 dagteekent, is den
geheelen dag geopend. In de morgen
uren voor het mannelijk cn in de na
middaguren voor het vrouwelijk dienst
personeel. In de zalen van dit bureau,
dat steeds de „grootst© keuze" heeft,
zooals het prospectus vermeldt, kan
men dus 's morgens zijn huisknecht,
koetsier of palfrenier huren en 's mid
dags keuken-, linnen-, binnen- of kin
dermeiden.
Wie zich wil verhuren, moet voor
zien zijn van een behoorlijk bijgehou
den „Gesiude-Dienstbuch", dat op de
eerste bladzij het signalement bevat,
uitgegeven door het politiebureau, ter
wijl op de volgende bladzijden in 7 ver
schillende rubrieken het nummer van
den dienst, naam, stand en woonplaats
van heer of dame die huurtde aard
van den dienst (huisknecht, koetsier,
keukenmeid, kindermeid)de verschil
lende data van in- en uitdiensttreding;
de reden van het vertrek uit den laat
sten dienst en het getuigschrift moeten
worden ingevuld.
Het Gesinde-bureau ontvangt na elk
tot stand gekomen huurltontrakt een
vast bedrag van 3 Mk. van dengen© die
huurt, en van 1 Mk. van dengene die
zich verhuurt. Wanneer het „Gesinde?
Dienstbuch" niet in orde is. mag het
bureau niet optreden als tusschenper-
soon.
Frau Wilhelmine en Emmy zijn het
gebouw binnengetreden en doorkrui
sen achtereenvolgens de verschillende
zalen en de groote binnenplaats met
moeite dringen zij tusschen do vele
dames en dienstmeiies door. Ilct is
overal stampvol. In de eerste zaal, vóór
o an do straat staan de keukenmeiden,
die zich verhuren voor hotels en restau
raties. Verderop, in de andere zalen
is do „beurs" voor de dienstboden, die
bij families in dienst willen treden.
Overal hangt een benauwde, onaange
name lucht, hetgeen geen wonder is,
daar van 's morgens tot 's avonds hon
derden personen in- en uitloopen.
In elke zaal staan in een hoek achter
een groote lessenaar twee beambten,
die in twee zware, geweldige kantoor
boeken alle tot stand gekomen huur-
konirakten registreeren. Hun lessenaar
is steeds omstuwd door een groot aan
tal contractanten. Bij den eenen be
ambte staan do dienstboden, die zich
verhuurd hebben, bij deu andere staat1
de „Gnadige", die gehuurd heeft. Zoo- i
dra alles geboekt is, moeten beide par-j
tijen hun offer betalen, daarop krijgt
de dienstbode van haar nieuwe me
vrouw den Mielschaler (3 Mk.), de
goospenning", en mevrouw ontvangt
van den beambte het bewijs, dat de
meid zich bij haar verhuurd heeft.
Gemakshalve wordt ieder, die er een
beetje damesachtig uitziet, met den
wijdsehen titel „Gnadige Frau" aange
kken. Overal in de zaal staan de
dienstmeisjes met haar Dienstbuch"
uiieii
muurbloemen bejaarde, zwaarlijvig*
mevrouwen geduldig te wachten, 1*1
haar ter keuze achtereenvolgens vort
schillende dienstmeisjes worden gepre
senteerd door de vrouwelijke beamb
ten van het bureau. Deze beamb
ten, vrouwen met een witte strooh
om de mouw, die in dienst zijn
van het verhuurkantoor, zijn ijverig ii^
de weer. Een bejaarde dame in gind<
schen hoek, die een perfekte Köchir»
noodig heeft en haar wenscli aan een
van de vrouwen meedeelde, zit al een
kwartier te wachten. Eindelijk komt
de vrouw, dio alle „voorradige" keu
kenmeiden geïnspecteerd heeft, naat
mevrouw toe en biedt haar de beste
aan, dio ze heeft kunnen uitzockon j
dan gaat ze onmiddellijk weer weg eri
laat de twee alleen onderhandelen,
want ze moet kindermeisjes zoeken
voor een andere dame.
In dezen drukken tijd van het jaar,
na de groote zomervacantie, is de
vraag grootor dan het aanbod. Da
dienstboden zoeken niet een nieuwen
dienst, maar omgekeerd de mevrou
wen zoeken een nieuwe meid.
Overal in de verschillende zalen
staan groepjes, waarvan meestal een
dienstbode met haar „Dienstbuch" in
dc hand het middelpunt uitmaakt. Zij
heeft slechts te kiezen uit verschillende
„mevrouwen". Het Dienstbuch gaat
van hand tot hand Dames, die met
veel kleine kinderen gezegend zijn,
moeten voor dit misdrijf boeten. Zij
zijn wel genoodzaakt allerlei accoramo-
dements te maken in den vorm van
hooger loon, veel verval, een rijkelijk
ontbijt met worst enz., daar zich an
ders geen meid verwaardigt, bij haar
in dienst te treden. Deze weten maar
al te goed, hoe dikwijls de eeno me
vrouw de andere de loef afsteekt door
eenvoudig een hooger bod te doen.
Wilhelmine heeft maar een klein ge
zin. Voor haar is het dus niet zoo
moeielijk, een „Müdchen für alles" te
vinden. Maar liet duurt toch wel eon
uur vóór ze eindelijk klaar is. Zij heeft
verscheidene „Dienstbüeher" doorge
snuffeld en de bezitsters ter dege opge
nomen.
De een biedt zich als keukenmeid
aan en verlangt 100 thaler loon (300 M..
gelijk 180 gld„) een ander is niet on
genegen do betrgkkiug van Müdchen
für alles in een „Kleinen, feinen llaus-
halt". (een kleine, voorname familie)
aan te nemen.
„Dat wil zooveel zeggen, dat jc van
luieren houdt, is 't niet?" antwoordt
Wilhelmine en dan wil ie nog 70
Thaler (210 Mk.) loon hebben I Neen,
dank je kind, jou kan ik niet gebrui
ken.
Eindelijk wordt ze het voor 60 Th.
(108 gld.) eens met een jonge dorps-
schoone, die zich als Madchen für al
les aanbiedt, en al een jaar in Ber
lijn gediend heeft
„Ik had er liever een gehad, die di-
rekt van buiten kwam, zegt ze tegen
Emmy onder het weggaan. „Deze zal
ook wel weer heel wat vijven en zessen
hebben. Ze zei ten minste dadelijk, dat
zo niet op den „Hangeboden" verkoos
te slapen (een klein kamertje, laag van
verdieping boven de badkamer, dat al
leen met een ladder te bereiken is).
„Laten we er het beste maar va., ljo-
pen. Mama. liet is en blijft eene lote
rij, want op die Dienstbüeher kan men
ook al niet meer aan. En nu moesten
we op den goeden afloop maar eens
een lekker glaasje Eier-Cognac (advo-
kaat) gaan drinken, in het Kaiser Kaf
fee in de Friedrichstrasse. Ik ben moe
van het ronddrentelen.
Wilhelmine stemt toe, maar noemt
zich vast voor, in haar Weekblad het
meiden-vraagstuk weer eens ter spra
ke te brengen.
K.
Sport en Wedstrijden.
Wieier nieuws.
In tegenwoordigheid van een
groot en uitgelezen publiek waar
onder vele hooggeplaatste civiele
en militaire autoriteiten hadden
Zondag op do baan te Agen groote
wielerwedstrijden plaats waaraan
ook Jacquelin deelnam, die den in
ternationalen wedstrijd, 3000 me
ters, gemakkelijk won van Dangla
2e en Bor 3e. Een 50 kilometer
wedstrijd met motor-gangmaking
werd in J u. 5 sec. gewonnen door
Dangla uit Agen. 2e Bor 32 ronden
achter. In de 23o kilometer raakte
Jacquelin het achterwiel van zijn
gangmakers en viel; hij kwam er
gelukkig slechts met enkele ont
vel iin.treil af. doch daar hij reeds
Naar het Deensch
van
F. BADDITZ.
II.
Toch mocht ik hem niet hee-
lemaal lijden. Er kwam nu en dan
een harde klank in zijne stem, en
ik wist ook, dat men zeide, dat hij
zijn riikdom had verworven door
den verkoop van opium aan de
Chineezen eu door speculaties, die
niet zoo heel zuiver waren geweest.
H" was, ondanks zijne veertig ja
ren, een knappe man, met een
voorkomen, dat aan de meeste
vrouwen bevalt, en hij' sprak op
eene manier, die vrouwenharten
boeit. Mijn hart had hij evenwel
niet gevangen; hij was voor mij
nog een volslagen vreemde.
En nu vroeg die man mij ten hu
welijk.
Nu, je behoeft niet op te stui
ven, hij was heusch niet de eerste
vrijer, die om mij kwam. Twee
van de jonge onderwijzers aan mij
ne school hadden hun hart en hun
ne meer of mindere onzekere voor
uitzichten al vroeger aan mijne
voeten gelegd. He zou nu de vrouw
van een dokter ergens in de pro
vincie of predikantsvrouw aan de
Oostzee zijn, wanneer ik een van
beiden genomen had. Ik bcod hun
alleen mijne vriendschap aan, die
zij goed opnamen, zoodat ik ge
loof, dat zij beiden nu nog mijne
goede en trouwe vrienden zijn.
Maar deze brief was van een heel
anderen aard. Hij was kort, vurig,
bijna hartstochtelijk en toch zoo
merkwaardig zakelijk. Hij bemin
de mij, zooals hij zeide, en alles
wat hem toebehoorde zou ook het
mijae zijn. en hij wilde in alles
mijn slaaf zijn, a's ik zijne vrouw
wilde worden. Maar hij verlangde
onmiddellijk antwoord. Zaterdag
morgen zou hij op reis gaan. Wan
neer hij, voordat de trein vertrok,
geen antwoord had, zou hij dat als
eene afwijzing beschouwen; maar
als ik zijn aanzoek aannam, zou hij
blijven en mij den volgenden dag
in mijn woning opzoeken.
Het was mij alsof bij door dit
verlangen den loop van een pistool
op mijn hart richtte. Maar hij had
eene verontschuldiging. Hot was
Vrijdagavond, en als ik door dit
ongelukkige schooluitstapje niet
den ganschen dag van huis was ge
weest, had ik er over kunnen na
denken en mijne moeder om raad
kunnen vragen. Nu was het daar
voor le laat. Er moest ja of neen
geantwoord worden. Ik deed het
venster open en keek de straat in.
In het Noorden stak de lichte boog
van den helderen nacht tegen den
donkeren hemel af.
Het was laat en ik hoorde alleen
de voetstappen van een paar late
voorbijgangers en heel in do verte
de heldere, weeke tonen van eene
viool.
Ik keerde mij van het vensier
af, nam den brief op en las hem
nog eens. Het schrift was vast eu
duidelijk; wel een beetje stijf en
met krachtige neerhalen. De mar.,
die den brief geschreven had,
scheen een vasten wil en karakter
te bezitten. Maar ik beminde
dezen man niet. Bij hot lezen van
zijn brief had mijn hart in 't minst
niet gebeefd. Ik gevoelde zelfs niet
het geringste spoor van zachte ont
roering, zooa.ls de acht bladzijden
lange minnebrieven der onderwij
zers mij hadden doen gevoelen.
Neen, het was mij duidelijk, dat,
als ik met dien man trouwde, het
alleen zou zijn, omdat hij in zeke
ren zin mijne verbeelding bezig
hield, lot mijn verstand sprak en
ook waarom zou ik het je niet
eerlijk bekennen? Je weet hoe ik
nu eenmaal ben omdat ik meen
de, daardoor de deur van mijne
gevangenis te kunnen openen en
mij bevrijden van al de kleine ver
drietelijkheden en drukkende zor
gen en te kunnen uitvliegen in de
groote, lichte, heerlijke wereld. Ik
hield niet van hem, en het is de
vraag of ik hem ooit had kunnen
liefhebben. Ik zou hom afwijzen.
Daar hoorde ik opeens moeder in
de slaapkamer in haren slaap zuch
ten, en toen neen, beoordeel mij
niet te hard bezweek ik voor de
verioiding. Ik ging aan mijne ta
fel zitten en schreef een kort en
vriendelijk jawoord. Ik beloofde,
dat ik voor hem eene goede en
trouw© gade wil worden en er
naar zou streven zijne liefde te be
antwoorden. Ik verheelde hem niet
dat ik hem eigenlijk nog te wei
nig kende. Maar kort en goed: ik
zeide ja, en dat op eene manier,
die hem onmogelijk zou kunnen
kwetsen.
Ik deed den brief dicht, schreef
er het adres op, dat hij mij had
opgegeven, en wilde naar beneoen
gaan om den brief in de postbus
to doen die zoo wat tien passen
van ons huis stond.
Nu nog een postzegel er op.
Ik nam het doosje op, waarin
ik gewoonlijk postzegels bewaar
de en dat op do schrijftafel stond.
Den vorigen avond waren er nog
fcvee' stuiverspostzegels in geweest
nu was het doosje leeg.
Daar stond ik nu met den brief
in de hand en ik kon hem niet tij
dig genoeg verzenden. Dc brief on
gel' rankeerd op de post doen wil
de ik niet. Ik heb evenals jij een
hekel aan on gefrankeerde brieven.
Wat moest ik doen? Moeder wak
ker maken? Dat zou nutteloos zijn
geweest en dan had ik haar cok
de heele geschiedenis van het hu
welijksaanzoek moeten vertellen
en wat ik er op geantwoord had
en waarom. Dat was onmogei'ik.
Ik zocht en zocht, maar in het hee
le huis was geen enkel postzegel
te vinden. Later hoorde ik, dat mij
ne moeder, terwijl ik van huis
was aan haren broeder, oom Ka-
rel, geschreven had. Eigenlijk had
hij, omdat het ongelijk aan zijn
kant was, den verzoeningsbrief
moeten schrijven. Voor dien brief
nl waren dc twee laatste postze?
gels gebruikt.
Daar stond ik nu. Wat le doen?
Vroeg opstaan en hem een tele
gram sturen, of misschien zelf nog
naar het station gaan? Wat zou hij
wel denken en wat moest ik hem
zeggen? Neen, dat was ook onmo
gelijk. Ik stond geheel radeloos en
was vermoeid van het denken en
Ik ging weer naar het open ven
ster eu keek naar buiten. Do (lag
begon aau te breken; het was al bij
na licht en er klonk een zonderling
gegons en goruisch door de groote"
stad, die begon te ontwaken. Plot
seling hoorde ik de vogels tjilpen,
een zwaluw vloog rakeJings voor
bij, en tegelijkertijd kwam een
luchtstroom een frissche, koele
morgengroet, die opeens alle nare,
angstige droomen van den nacht
wegjoeg en mijn jeugdigen moed,
mijn geloof aan de toekomst en
aan het geluk wakker maakte.
Wat was die vreemde man voor
mij? Zou do vrijheid, die ik wilde
koopen, niet misschien de zwaar
ste ketenen, die een mensch kan
dragen, meebrengen? Een huweliik
zonder wederzijdsche lief#e... Voor