NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD.
Meestgelezen Dagblad, in Haarlem en Omstreken.
i»
Jaargang.
Woensdag 21 November 1900.
No. 633i
A BONNEMENTSPRIJ S
Voor Haarlem per 3 maanden1.20
Voor de dorpen in den omtrek waar een Agent gevestigd is (kom der gemeente),
per 3 maanden1.30
Franco door het geheele Rgk, per 3 maanden. 1.65
Afzonderlijke nummers0.02)4
Geïllustreerd Zondagsblad, voor Haarlem, per 3 maanden0.37Ü
de omstreken en franco per post0.45
ADVERTENTIËN
Tan 15 regels 50 Ots.j iedere regel meer 10 Cts. Buiten het Arrondissement Haarlem
is de prijs der Advertentiën van 15 regels 0.75, elke regel meer 0.15,
Groote letters naar plaatsruimte. Bij Abonnement aanzienlijk rabat.
Reclames 30 Cent per regeL
Bureaux i Gebouw Het Spaarne, Kampersingel 70, vlak bij de Turfmarkt.
Telefoonnummer der Redactie 600. Telofoonnummor der Administratie 129.
Intercommunale aansluiting.
Uitgave der Vennootschap Lourens Coster. Directeur: J. C. PEEREBOOM.
Abonnementen en Advertentiën worden aangenomen door onze Agenten en door alle Boekbandelaren en Courantiers. Met uitzondering van het Arrondissement Haarlem is het uitsluitend recht tot plaatsing van Advertentiën
en Reclames betreffende Handel, Nijverheid en Geldwezen, opgedragen aan het Algemeen Advertentie-Bureau A. DE LA MAR Am. te Amsterdam.
Dit blad verschijnt dagelijksbehalve op Zon- en Feestdagen
Hoofdagenten voor het Buitenland: Compagnie Générale de Publicïté Etrangère G. L. DAUBE ób Co. JOHN F. JONES, Succ., Farijs Slbi* Faubourg Montmartre.
Dit nummor bestaat uit
zes blad zij de ti.
Haarlem'-* Daglilarl van 21 Nov.
bevat o. a.Bewyzen van Hoeren
sterkte, China in den liuiischen
Rijksdag, l it de Fransche Kanier.
Kamers van Arbeid. Nederland en
Trans vaal, Verkiezing Kamer van
Koophandel, lïrogistenja lit
Onze Brievenbussen
zijn geplaatst tegen den munr van het siga-
reii'.uayur.ijii van den lieer B. Laogaveld,
Groote Houtstraat 140 en tegen uien vuil
an lieer I I leilitignian, lirina II. C. Lou-
verso en Zoon euniiseur, Groote Houtstraat
x>ek Anegang.
Alle brieven cn bescheiden, bestemd voor
onze Re' actie, onze Administratie cn onze
Stoomdrukkerij, kunnen daarin geworpen
word Cl!
Lichting geschiedt des morgens 9 en 11
uur, des namiddags 1 en 2 uur, des avonds
Politiek Overzicht.
Een der krasse bewijzen voor
de nog flinke sterkte en activiteit
dor Boeren is het bericht van Laf-
fan's correspondent uit Pretoria
dat Bolha een nieuwe Boeren-repu-
bliek gesticht heeft te Roosenkal ten
westen van Lijdenburg. Botha be
schikt, naar men zegt, over 150.000
pond sterling, en betaalt daarmede
zijn burgers een daggeld van vijf
shillings.
Do correspondent van de .Daily
Mail" te Louren^o Marquez ver
neemt dat Abel Erasmus bij de Oli
fantsrivier staat met een commando
van 2000 man, 1000 ossenwagens
an 12,000 stuks vee. In Swazieland
wordt het woelig. Veel Boeren die
verhongerden, hebben bij de Swa-
zies hun geweren ingeruild tegen
miolies; de Engelschen trachten nu
die geweren weer van de Swazies
af te nemen, maar dezen verzetten
zich daartegen.
Een tweede bewijs dat de oorlog
nog lang niet is geëindigd is het
bericht dat de „Standard" Zondag
ontving, nl. dat het vooruitzicht
voor de uitlanders om naar den
Rand te kunnen terugkeeren thans
nog zeer gering is. Men gelooft dat
het nog wel maanden kan duren,
voordat zij kunnen terugkeeren.
Uit Peking wordt aan de „Ti
mes" gemeld van 15 dezer, dat naar
Li-Hoeng-Tsjang mededeelde prins
Toean zijn heil zocht in de vlucht
naar Ning-hioe-Asien aan de Mon-
goolsche grens in de provincie Kan
Soe.
Inmiddels hebben de vreemde
gezanten de besprekingen heropend
over de vraag van de executie der
prinsen en hooge ambtenaren. De
gezanten zijn toegevender, en heb
ben den eisch tot toepassing der
doodslraf veranderd in dien tot toe
passing der zwaarste straf die bij
de Chineesche wet is aangeven;
waarbij zij uit het oog verloren dat
de prinsen buiten het bereik van
den gewonen wetgever staan.
Uit de zuidelijke provincies ko
men geruststellender berichten.
Dit schijnt wel een bewijs dat
de mogendheden water in den wijn
gaan doen. liet is merkwaardig dat
ze het lager stellen van hun eischen
juist beginnen met den eisch door
Keizer Wilhelm het nadrukkelijks!
gesteld.
Buitenlandsch Nieuws.
Do Dreyfus-zaak.
Volgens de ..Temps" zijn de ont
hullingen, die de Indépendance
beige heeft gegeven over het ver
hoor van Esterhazy voor dc-n con-
.-ul generaal van Frankrijk te Lon
den, voor zooverre zij den inhoud
van Esterhazy's verklaringen be
treffen, juist. De aanleiding tot hel
verhoor was echter eene andere,
dan door de Indépendance is aan
gegeven. Commandant Esterhazy
moet ui 3t door den consul zijn cp
geroepen cm zijn getuigenis af te
leggen, doch hij meldde zich zelf
geheel vrijwillig daartoe aan. Zij
ne verklaringen waren niet voor
de commissie uit de Kamer voor
het amnestie-ontwerp bestemd. Wel
is In die commissie voorgesteld de
overlegging van de verklaringen
van Esterhazy te verzoeken, n.aai
tegelijkertijd hadden Zola, Picquart
en Joseph Ileinach het verzoek tot
die commissie gericht, gel I te
worden. De commissie vreesde, in
dien zij van het verhoor van Ester
hazy ging kennis nemen, ook van
hem het verzoek te zullen ontvan
gen, in persoon te worden gehoord,
wat hem moeilijk e-eweigerd zou
kunnen worden indien ook de drie
bovengenoemden voor do commis
sie verschenen. De commissie werd
bang dan echter in moeilijkheden
te zullen geraken en zoo besloot zij
noch Zola, Picquart en Joseph Rei-
nach te hooren, noch van het ver
slag van de getuigenis van Esterha
zy kennis te nemen.
Evenredig© vertegenwoordi
ging.
Men weet dat Belgische socialis
ten verdeeld zijn ten aanzien van
de evenredige vertegenwoordiging:
die van Borinage en het Centrum
zijn er tegen, de meeste ove
rige er voor, Zondag had het
partijbestuur te Brussel een
buitengewoon congres beleed, om
een beslissing uit te lokken nopens
het vraagstuk. 445 -roepen waren
daar vertegenwoordigd. De woor
dewisseling, die levendig was en
soms een scherp karakter droeg,
duurde lang; aan den eenen kant
stonden Denis, Demblon, Vander-
velde, Anseele e. a., aan den ande
ren kant Smeets, Destrée, Bran-
quart e. a.
Met 336 tegen 108 stemmen aan
vaardde het congres ten slotte het
beginsel van de evenredige verte
genwoordiging. De tegenstanders
onderwierpen zich. Smeets en Des
trée beloofden niet meer tegen de
E. V. te zullen schrijven, al behiel
den zij zich het recht voor, er in
hun vergaderingen over te spre
ken zooals hun goeddacht. Maar
voor het publiek zou de E. V. hun
wet zijn, want de eendracht in de
partij was van meer belang dan de
kwestie van een kiesstelsel. Pépin
beloofde dat hij het Verbond van
Borinage zou trachten over te ha
len om zich ook te schikken. Met
recht kon de voorzitter aan 't eind
zijn blijdschap betuigen over den
gunstigen afloop van het congres.
Valparaiso m brand.
Volgens de „Petit Temps" hertl
de l ransche min. van buitenl.
zaken een telegram ontvangen van
den Franschen consul te Santiago
in Chili, meldende dat do geheele
stad Valparaiso in brand slaat.
Het gezantschap van Chili heeft
van dit bericht geen bevestiging
ontvangen.
De ziekte van den Czaar.
De „XIXme Siècle" zegt, een te
legram ontvangen te hebben uit
Petersburg meldende dat, daar de
zie,kte van den Czaar zou kunnen
aanhouden, men zich bezig houdt
met de vraag of het instellen van
een Regentschap gewenscht is, tot
dat hij geheel hersteld zal zijn.
Grootvorst Wladimir zou daar
voor aangewezen zijn.
Volgens het Russische telegraaf-
agentschap is de algemeens toe
stand bevredigend.
China in den Rijksdag.
In den Rijksdag lichtte Rijkskan
selier Von Bulow de Chineesche
kredietaanvraag toe. Hij besprak
de voorgeschiedenis van de Chi
neesche onlusten en wees erop dat
Duitschland nog vroeger dan de
andere mogendheden het dreigen
de on weder had zien aankomen.
Spr. roemde de ridderlijke houding
van baron Von Ketteler. (Luide al
gemeens toejuichingen.) Hij ont
kende dat de onlusten in China
hun oorzaak zouden vinden in de
bezetting van Kiaotsjau (protest
der socialisten; toejuichingen der
overige afgevaardigden.) Duitsch
land heeft zich het langst onthou
den en mengde zich eerst in de
Chineesche aangelegenheden na
den moord van de zendelingen; het
verkreeg Kiaotsjau bij een gere
geld verdraf. Duitschland denkt
geenszins aan een veroveringsstaat-
kunde ten opzichte van China,
evenmin aan verdeeling van het
Hemelsche rijk.
Alle mosrendheden, ging graaf
Von Bulow voort, hebben thans
het Duitseh-Engelsche verdrag goed-
gekeurd (bravo!); wij blijven staan
op den grondslag van het verdrag
van 8 Maart 1898.
Duitschland kon, zeide hij ver
der, bij de gewichtigheid van de
daarbij betrokken ethische en ma
terieele belangen, niet achteraf blij
ven, zonder onverantwoordelijk zijn
eigen toekomst prijs te geven. Wij
moesten dus in China met een vol
doende land- en zeemacht optreden.
Wij hebben nooit de rechten van
den Rijksdag willen schenden en
vragen nu voor de nog niet goed
gekeurde uitgaven ons alsnog de
vereischte toestel.ming en de in
demniteit te verieenen.
Wij noodigen den Rijksdag uit
den verbonden regeeringen de noo-
dige middelen toe te staan opi de
taak van de Duitsclie staatkunde
in Oost-Azië overeenkomstig het
aanzien van het rijk waardig en
met nadruk te vervullen.
Deze woorden werden levendig
toegejuicht, slechts de socialisten
protesteerden.
Dr. Lirber (Centrum) sprak zijn
ijivredanheid over ds verklaring
van Von Bulow uit en verklaarde
dat zijn partij het streven der Duit
sclie staatkunde volkomen goed
keurt.
Uit de Franfche Kamer.
In de Fransche Kamerzitting van
Maandag wiern de afgevaardigde
Sembot de verantwoordelijkheid
voor den toestand in China op de
uittartingen der zendelingen en
vroe? ophelderingen omtrent de
gepleegde plunderingen en daden
van barbaarsch geweld. Hij be
treurde ten slotte Frankrijks goed
keuring van de benoeming van
graaf Waldersee.
Al gemeen e berichten.
Havas seint, dat de regeeringen
van Frankrijk en België in onder
handeling zijn om Sipido naar
Frankrijk terug te zenden. Dan zou
opnieuw een onderzoek worden in
gesteld of de uitlevering op wetti
gen grondslag berustte.
Men verwacht in de Fransche
Kamer eeno interpellatie over den
handel in ridderorden, die aan den
chef van het kabinet van den mi
nister van koloniën, Decrais, ver
weten wordt.
Toevallig moest juist een wets
ontwerp in behandeling komen
waarbij aan den minister van ko
loniën gelden worden toegestaan
om nog eenige eerekruisen van het
legioen van eer te kunnen ronddee-
len. De gelegenheid is dus als ge
knipt, om over de genachten der
pers nadere inlichtingen te verzoe
ken.
CHINA.
De gouverneur-generaal van Se-
tsjoean heeft bevel ontvangen, zich
bij het keizerlijk hof aan te melden.
Dit bevel brengt opschudding
teweeg onder de provinciale gou
verneurs; cok vat men het op als
een aanwijzing dat het hof naar Se-
tsjoean zal verhuizen.
De „Times" verneemt uit Pe
king, van 15 dezer: Li-Hoeng-Tsjang
zegt dat Toean gevlucht is naar
Ning-sia-hsiën op de Mongeolsche
grens, in de provincie Kan-soe.
Het nieuws uit het zuiden is ge
ruststellender.
Volgens de verhalen van vluch
telingen uit Kanton is de christen
vervolging in Kwang-si weer be
gonnen. Wie geen christen is,
draagt een onderscheidingsteeken,
en zij die dat niet dragen, zijn in
doodsgevaar.
Do onderkoning heeft een ge
machtigde aangewezen om een
schikking te treffen met Frankrijk
in zake Thoentak. Drie Fransche
kanonneerbooten zijn daar ook
heen, blijkbaar om eischen der
Franschen te ondersteunen.
De ..Reichs-anzeiger" bevat een
van 14 November gedagteekend
schrijven van den keizer van China,
waarin deze antwoordt op keizer
Wilhelm's telegram van 30 Sept.
1900, een bijzonder strenge straf
toezegt voor waardigheidbeklee-
ders die medeplichtig zijn aan den
moord van baron Von Ketteler, de
verwachting uitsnreekt dat de
vrcemdzame betrekkingen spoedig
hersteld zullen zijn cn verklaart
dat hij, zoodra de vredesonderhan
delingen tot den "ewenschten uit
slag leiden, onmiddellijk den tijd
voor zijn terugkeer naar Peking
zal bepalen. Ten slotte verzekert de
Chineesche keizer nog dat de be
scherming van de christelijke mis
'sies den hoogsten provincialen
ambtenaren bijzonder krachtig
aanbevolen zal worden.
sche commando's overal rondtrek
ken, die verschijnen op plekken
waar ze het minst venvacht woi^
den. Nog maar verleden week werd
mijne naaste buurman, li mijl van
hier, uitgeplunderd door een bende
Italiaansche, Fransche en Duitsche
roovers, die alles wat zij van waar
de in het huis vonden in een Knap-
sche kar pakten, en juist wilden
vertrekken, toen de troepen op hen
begonnen te schieten, waarop zij
wegreden met de gestolene paar
den, en zich verschuilden in de na^
burige heuvelen. Twee koeien wer
den uit mijn stal gestolen, en ver
leden Zaterdag i os en 28 schapen
uit mijn kamp... Gisteravond wa
ren er 500 Republikeinen bij de
Kliprivier-gevangenis, en vandaag
wordt er zwaar gevochten bij Kru-
gersdorp. Een troeper had zijn
paard onder hern doodgeschoten,
eenige dagen geleden, geen twee
mijlen van ons huis, en bijna alle
kooien der melkboeren te Lang-
laagte werden verleden weck door
de Republikeinen weggevoerd."
Uit de Mail.
De toestand om Johannesburg.
Een brief van Johannesburg, ge
dateerd 17 October, die gepubli
ceerd wordt in de „Cape Mercury"
luidt als volgt
„De lijn is zoo dikwijls vernield
dat het onmogelijk is geweest om
brieven en telegrammen aan u te
zenden. Ik heb zesmaal gepiobeerd
om u een telegram te zenden, maar
slaagde er niet in. Wij hebben uwe
koeien niet verkocht daar de prij
zen lang niet zoo hoo^ zijn als op
gegeven in de nieuwsbladen.
Koeien behalen zeidon meer dan
25 pd. st. het stuk, en vaarzen van
5 tot 8 pd. st. het stuk. Van tijd tot
tijd worden zeer ordentlijke jonge
dieren door de autoriteiten ver
kocht, en het zou iemand die geld
heeft, betalen om ze te koopen. Er
zal ongetwijfeld jaren lang groot
gebrek aan goed vee ziin, daar de
slachters het beste aanteelvee voor
de troepen slachten. Als wij slechts
eenigen regen konden krijgen zou
het vee er beter beginnen uit te
zien. Het district is nog alles be
halve veilig, dnar er rcpublikein-
Movrouw De Wot
Een correspondent van de Oost
Londen „Dispath" had een onder
houd met mevr. De Wet, echtgenoo-
te van generaal Do Wet. Na een
beschrijving van haar persoon en
kleederdracht gegeven te hebben,
en getuigd te hebben dat zij hem
zeer vriendelijk onthaalde, gaat hij
voort en zegt dat hii van den oorlog
begon te spreken. „Gij Engelschen"
zei mevr. De Wet, „zult nooit mijn
man vangen. Hij zal voor den Vrij
staat en de Transvaal terugwinnen
wat zij verloren hebben. H" heeft
voodsel en ammunitie genoeg voor
drie jaren, en dit is juist de tijd
hoe lang de oorlog duren zal."
Daarop dankte hij mevr. De Wet
en ging weg.
Stadsnieuws
Haarlem, 20 Nov. 1900.
Maandagmiddag omstreeks vier
uur reed een wagen met steenen
beladen op de Brouwersvaart. Door
het hotsen en stootcn van den wa
gen viel de bestuurder van den bok
met het ongelukkig gevolg dat hij
met beide armen onder het achter
wiel kwam zoodat beide armen ge
broken waren.
Hij werd door een paar mede
lijdende bursters op den bok ge
legd. Een ander besteeg deu wagen
en bracht hem naar huis.
Hedenavond van 7 tot 10 uur.
Woensdag en Donderdag van 2 tot
5 en van 7 tot 10 uur zal in het ge
bouw „Volksbelang" Jansweg een
bazar worden gehouden, waarvan
de opbrengst zal komen ten goede
der veroeniging „Groen van Prin-
sterer", voor lagor en meer uitge
breid lager onderwijs op gerefoi*
meerden grondslag.
Feuilleton.
Naar het Duitsch.
9)
Mijn hart? Je wee-t beter dan
iemand anders, Prosper, welke ge
voelens ik in mijn hart dezen man
heb toegedragen, zooiang h»'i leefde.
Hij heeft me vernederd en ge
krenkt ,waar hij kon. De bitterste
uren mijns levens heb ik hem te
danken. Ik kan hem niet bewee-
nen en evenmin hem vergeven.
Zoo ik zonder hem te verwenschen
afscheid van hem neem is dat
reeds meer dan hij van mij had
kunnen verwachten.
De diepe haat, die in haar woor
den doorstraalde en dien zij zelfs
in het aangezicht des doods niet
vermocht te matigen, maakte klaar
blijkelijk een pijnleken indruk op
Prosper'8 gevoel. En om verdere
dergelijke uitingen te verhinderen,
vroeg hij Edith of ze niet in de an
dere kamer naar haar moeder wil
de gaan zien en met haar naar het
slotje terugkeeren.
Mevrouw von Linderode. die in
de naaste kamer, onder stroomen
van tranen, luisterde naar hetgeen
de pastoor tot haar zeide, strekte,
toen Edith binnenkwam, de ar
men naar haar uit en zuchtte
Ach, mijn arm kind... hij is
dood... dood I We hebben hem
voor eeuwig verloren!
Het schoon e, koele gezicht van
de barones bleef onbeweeglijk.
Ja, we hebben hem verloren
en al uw klachten kunnen hem
niet in 't leven terug roepen, moe
der! Laat het daarom nu genoeg
zijn. We hebben allen rust noodig.
Verwonderd keek de geestelijko
op. Hij wist v/el dat de verhouding
tusschen grootvader en kleindoch
ter niet vriendschappelijk was ge
weest, maar deze openlijke liefde
loosheid in toon en uitdrukking
verraste en ontroerde hem. Met
zekere haast stond hij op om af
scheid te nemen.
God verleene u de kracht de
zware beproeving met gelatenheid
la dragen, zeide de pastoor, me
vrouw von Linderode de hand rei
kend. Hij heeft u in den overledene
uw trouwsten vriend en groo moe-1
digen weldoener ontnomen. Maar'
do gedachtenis aan den dierbaren
doode zal in u en uwe kinderen
onuitwischbaar voortleven met de
herinnering aan al het goede dat
ge van hem hebt ondervonden.
De barones mompelde iets on
verstaanbaars. Edith echter keerde
zich snel om en trad naar het ven
ster, zoodat de pastoor zijn voor
nemen, ook haar een troostenden
handdruk te geven, niet kon vol
voeren.
De tranen van mevrouw von
Linderode waren gedroogd bijna
op hetzelfde oogenblik, dat de gees
telijke de deur van het slot achter
zich had dichtgetrokken en haar
bleek gelaat toonde evenmin een
kommervolle als een nederige uit-
drukking, toen ze antwoordde
Het ligt nu in jou hand ons
in het vervolg dergelijke krenkin
gen te besparen. Niemand zal het
meer wagen ons als bedelaars te
behapdelen als jo Erwin er toe
weet te brengen je morgen als zijn
bruid en als de toekomstige mees
teres van Elvershöh voor le stellen.
Edith fronste de wenkbrauwen.
Laat ons daar nu liever over
zwijgen. Zelfs de gifstigste perso
nen zullen niet kunnen beweren,
dat u spaarzaam is geweest met
tranen cn weeklachten om den I
overledene. Eén teveel zou u ech
ter het nagejaagde doel kuunen 1
doen voorbij streven.
Op den terugweg door het park
deed mevrouw von Linderode nog
wel allerlei pogingen om Edith te
bewegen tot nadere mededeelin-
gen omtrent haar verhouding tot
den nieuwen maioraatsheer, maar
het meisje gaf slechts korte, ontr
wijkende antwoorden en eindig
de met alle vragen en toespelingen
harer moeder met een hardnekkig
stilzwijgen te beantwoorden. Zoo-
dra zo liet slotje bereikt hadden
trok ze zich na een korten .koelen
nachtgroet in haar kamer terug.
In den vroegen ochtend van d n
volgenden dag klopte het kamer
meisje aan do deur van Edith s ka
mer aan. De jonge barones kon
slechts kort geslapen hebben, want
zij wa9 reeds geheel aangekleed
en had zich zelfs gefriseerd zonder
daarbij als anders de hulp van het
kamermeisje in te roepen. Ze zag
er opvallend ontdaan uit en toen
zij bemerkte dat het meisje een
brief in de hand droeg, greep ze
daarnaar met zenuwachtige, onge
duldige haast.
Van waar komt hij? Wie heeft
je dien brief gegeven?
Een jongen van Eichfeld heeft
hem gebracht, al een uur geleden.
Maar ik durfde de genadige freule
zoo vroeg niet storen.
Was er een boodschap bij?
Neen.
Goed, je kunt gaan.
Edith had nog nooit een brief van
Erik Hallager ontvangen; maar als
deze brief niet van Eichfeld afkom
stig was geweest, zou ze toch geen
oogenblik getwijfeld hebben, dat
het vaste handschrift slechts van
hem kon zijn. Ze opende met ze
nuwachtige vingers het envelop en
las
Liefste meisjel
Een slechte tijding wordt mo
uit München toegezonden. Mijn
oude vriend en leermeester.Eilert
Thormod, die zich sedert eenige
maanden daar ophoudt, is ernstig
ziek. Zijn zuster schrijft mij in
vertwijfeling een brief. Ze was
haar leven lang onafscheidbaar
van haar broeder en ze heeft er
daarom ook niet toe kunnen be
sluiten hem in bet gasthuis te
laten brengen. Ze is geheel
vreemd en alleen in München,
verslaat geen Duitech en is bo
vendien al op leeftijd. Het Is
mijn plicht haar in deze moei
lijkheden b;; te staan. Ik haast
mij dus naar haar too te gaan,
zonder jou, mijn liefste kind,
eerst nog to zien. Het valt me erg
hard, maar het kan niet anders.
Wanneer ik terug zal komen
weet ik niet, maar zoodra Eilert
Thormod me ecnigszins kan mis
sen. Mijn bezorgdheid over den
goeden man laat me niet toe meer
te schrijven. Ik heb je lief. Edith,
en in gedachte zal ik steeds bij
je zijn, zoolang ik van je verwij
derd ben. Wat zal ik naar jo ver
langen! Ach, moge dezo eerste
scheiding ook de laatste zijnl
je trouwe Erik."
Dit was niet de gloeiende liefde
groet. dien Edith verwacht had, en
de wolk, die haar gelaat overtooar,
verried hoezeer het verrassende
nieuws haar verdroot. Weifelend
stond zij nog een noos aan het ven
ster, toen maakte zij zich rereed
uit te gaan en verliet het huis.
De korte weg naar het dorp
Eichfeld voerde langs het slot. maar
Edith sloeg de tegenovergestelde
richting in en maakte een grooten
omweg door het *>ark en het aan-