NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD. Meestgelezen Dagblad, in Haarlem en Omstreken. i» Jaargang. Woensdag 21 November 1900. No. 633i A BONNEMENTSPRIJ S Voor Haarlem per 3 maanden1.20 Voor de dorpen in den omtrek waar een Agent gevestigd is (kom der gemeente), per 3 maanden1.30 Franco door het geheele Rgk, per 3 maanden. 1.65 Afzonderlijke nummers0.02)4 Geïllustreerd Zondagsblad, voor Haarlem, per 3 maanden0.37Ü de omstreken en franco per post0.45 ADVERTENTIËN Tan 15 regels 50 Ots.j iedere regel meer 10 Cts. Buiten het Arrondissement Haarlem is de prijs der Advertentiën van 15 regels 0.75, elke regel meer 0.15, Groote letters naar plaatsruimte. Bij Abonnement aanzienlijk rabat. Reclames 30 Cent per regeL Bureaux i Gebouw Het Spaarne, Kampersingel 70, vlak bij de Turfmarkt. Telefoonnummer der Redactie 600. Telofoonnummor der Administratie 129. Intercommunale aansluiting. Uitgave der Vennootschap Lourens Coster. Directeur: J. C. PEEREBOOM. Abonnementen en Advertentiën worden aangenomen door onze Agenten en door alle Boekbandelaren en Courantiers. Met uitzondering van het Arrondissement Haarlem is het uitsluitend recht tot plaatsing van Advertentiën en Reclames betreffende Handel, Nijverheid en Geldwezen, opgedragen aan het Algemeen Advertentie-Bureau A. DE LA MAR Am. te Amsterdam. Dit blad verschijnt dagelijksbehalve op Zon- en Feestdagen Hoofdagenten voor het Buitenland: Compagnie Générale de Publicïté Etrangère G. L. DAUBE ób Co. JOHN F. JONES, Succ., Farijs Slbi* Faubourg Montmartre. Dit nummor bestaat uit zes blad zij de ti. Haarlem'-* Daglilarl van 21 Nov. bevat o. a.Bewyzen van Hoeren sterkte, China in den liuiischen Rijksdag, l it de Fransche Kanier. Kamers van Arbeid. Nederland en Trans vaal, Verkiezing Kamer van Koophandel, lïrogistenja lit Onze Brievenbussen zijn geplaatst tegen den munr van het siga- reii'.uayur.ijii van den lieer B. Laogaveld, Groote Houtstraat 140 en tegen uien vuil an lieer I I leilitignian, lirina II. C. Lou- verso en Zoon euniiseur, Groote Houtstraat x>ek Anegang. Alle brieven cn bescheiden, bestemd voor onze Re' actie, onze Administratie cn onze Stoomdrukkerij, kunnen daarin geworpen word Cl! Lichting geschiedt des morgens 9 en 11 uur, des namiddags 1 en 2 uur, des avonds Politiek Overzicht. Een der krasse bewijzen voor de nog flinke sterkte en activiteit dor Boeren is het bericht van Laf- fan's correspondent uit Pretoria dat Bolha een nieuwe Boeren-repu- bliek gesticht heeft te Roosenkal ten westen van Lijdenburg. Botha be schikt, naar men zegt, over 150.000 pond sterling, en betaalt daarmede zijn burgers een daggeld van vijf shillings. Do correspondent van de .Daily Mail" te Louren^o Marquez ver neemt dat Abel Erasmus bij de Oli fantsrivier staat met een commando van 2000 man, 1000 ossenwagens an 12,000 stuks vee. In Swazieland wordt het woelig. Veel Boeren die verhongerden, hebben bij de Swa- zies hun geweren ingeruild tegen miolies; de Engelschen trachten nu die geweren weer van de Swazies af te nemen, maar dezen verzetten zich daartegen. Een tweede bewijs dat de oorlog nog lang niet is geëindigd is het bericht dat de „Standard" Zondag ontving, nl. dat het vooruitzicht voor de uitlanders om naar den Rand te kunnen terugkeeren thans nog zeer gering is. Men gelooft dat het nog wel maanden kan duren, voordat zij kunnen terugkeeren. Uit Peking wordt aan de „Ti mes" gemeld van 15 dezer, dat naar Li-Hoeng-Tsjang mededeelde prins Toean zijn heil zocht in de vlucht naar Ning-hioe-Asien aan de Mon- goolsche grens in de provincie Kan Soe. Inmiddels hebben de vreemde gezanten de besprekingen heropend over de vraag van de executie der prinsen en hooge ambtenaren. De gezanten zijn toegevender, en heb ben den eisch tot toepassing der doodslraf veranderd in dien tot toe passing der zwaarste straf die bij de Chineesche wet is aangeven; waarbij zij uit het oog verloren dat de prinsen buiten het bereik van den gewonen wetgever staan. Uit de zuidelijke provincies ko men geruststellender berichten. Dit schijnt wel een bewijs dat de mogendheden water in den wijn gaan doen. liet is merkwaardig dat ze het lager stellen van hun eischen juist beginnen met den eisch door Keizer Wilhelm het nadrukkelijks! gesteld. Buitenlandsch Nieuws. Do Dreyfus-zaak. Volgens de ..Temps" zijn de ont hullingen, die de Indépendance beige heeft gegeven over het ver hoor van Esterhazy voor dc-n con- .-ul generaal van Frankrijk te Lon den, voor zooverre zij den inhoud van Esterhazy's verklaringen be treffen, juist. De aanleiding tot hel verhoor was echter eene andere, dan door de Indépendance is aan gegeven. Commandant Esterhazy moet ui 3t door den consul zijn cp geroepen cm zijn getuigenis af te leggen, doch hij meldde zich zelf geheel vrijwillig daartoe aan. Zij ne verklaringen waren niet voor de commissie uit de Kamer voor het amnestie-ontwerp bestemd. Wel is In die commissie voorgesteld de overlegging van de verklaringen van Esterhazy te verzoeken, n.aai tegelijkertijd hadden Zola, Picquart en Joseph Ileinach het verzoek tot die commissie gericht, gel I te worden. De commissie vreesde, in dien zij van het verhoor van Ester hazy ging kennis nemen, ook van hem het verzoek te zullen ontvan gen, in persoon te worden gehoord, wat hem moeilijk e-eweigerd zou kunnen worden indien ook de drie bovengenoemden voor do commis sie verschenen. De commissie werd bang dan echter in moeilijkheden te zullen geraken en zoo besloot zij noch Zola, Picquart en Joseph Rei- nach te hooren, noch van het ver slag van de getuigenis van Esterha zy kennis te nemen. Evenredig© vertegenwoordi ging. Men weet dat Belgische socialis ten verdeeld zijn ten aanzien van de evenredige vertegenwoordiging: die van Borinage en het Centrum zijn er tegen, de meeste ove rige er voor, Zondag had het partijbestuur te Brussel een buitengewoon congres beleed, om een beslissing uit te lokken nopens het vraagstuk. 445 -roepen waren daar vertegenwoordigd. De woor dewisseling, die levendig was en soms een scherp karakter droeg, duurde lang; aan den eenen kant stonden Denis, Demblon, Vander- velde, Anseele e. a., aan den ande ren kant Smeets, Destrée, Bran- quart e. a. Met 336 tegen 108 stemmen aan vaardde het congres ten slotte het beginsel van de evenredige verte genwoordiging. De tegenstanders onderwierpen zich. Smeets en Des trée beloofden niet meer tegen de E. V. te zullen schrijven, al behiel den zij zich het recht voor, er in hun vergaderingen over te spre ken zooals hun goeddacht. Maar voor het publiek zou de E. V. hun wet zijn, want de eendracht in de partij was van meer belang dan de kwestie van een kiesstelsel. Pépin beloofde dat hij het Verbond van Borinage zou trachten over te ha len om zich ook te schikken. Met recht kon de voorzitter aan 't eind zijn blijdschap betuigen over den gunstigen afloop van het congres. Valparaiso m brand. Volgens de „Petit Temps" hertl de l ransche min. van buitenl. zaken een telegram ontvangen van den Franschen consul te Santiago in Chili, meldende dat do geheele stad Valparaiso in brand slaat. Het gezantschap van Chili heeft van dit bericht geen bevestiging ontvangen. De ziekte van den Czaar. De „XIXme Siècle" zegt, een te legram ontvangen te hebben uit Petersburg meldende dat, daar de zie,kte van den Czaar zou kunnen aanhouden, men zich bezig houdt met de vraag of het instellen van een Regentschap gewenscht is, tot dat hij geheel hersteld zal zijn. Grootvorst Wladimir zou daar voor aangewezen zijn. Volgens het Russische telegraaf- agentschap is de algemeens toe stand bevredigend. China in den Rijksdag. In den Rijksdag lichtte Rijkskan selier Von Bulow de Chineesche kredietaanvraag toe. Hij besprak de voorgeschiedenis van de Chi neesche onlusten en wees erop dat Duitschland nog vroeger dan de andere mogendheden het dreigen de on weder had zien aankomen. Spr. roemde de ridderlijke houding van baron Von Ketteler. (Luide al gemeens toejuichingen.) Hij ont kende dat de onlusten in China hun oorzaak zouden vinden in de bezetting van Kiaotsjau (protest der socialisten; toejuichingen der overige afgevaardigden.) Duitsch land heeft zich het langst onthou den en mengde zich eerst in de Chineesche aangelegenheden na den moord van de zendelingen; het verkreeg Kiaotsjau bij een gere geld verdraf. Duitschland denkt geenszins aan een veroveringsstaat- kunde ten opzichte van China, evenmin aan verdeeling van het Hemelsche rijk. Alle mosrendheden, ging graaf Von Bulow voort, hebben thans het Duitseh-Engelsche verdrag goed- gekeurd (bravo!); wij blijven staan op den grondslag van het verdrag van 8 Maart 1898. Duitschland kon, zeide hij ver der, bij de gewichtigheid van de daarbij betrokken ethische en ma terieele belangen, niet achteraf blij ven, zonder onverantwoordelijk zijn eigen toekomst prijs te geven. Wij moesten dus in China met een vol doende land- en zeemacht optreden. Wij hebben nooit de rechten van den Rijksdag willen schenden en vragen nu voor de nog niet goed gekeurde uitgaven ons alsnog de vereischte toestel.ming en de in demniteit te verieenen. Wij noodigen den Rijksdag uit den verbonden regeeringen de noo- dige middelen toe te staan opi de taak van de Duitsclie staatkunde in Oost-Azië overeenkomstig het aanzien van het rijk waardig en met nadruk te vervullen. Deze woorden werden levendig toegejuicht, slechts de socialisten protesteerden. Dr. Lirber (Centrum) sprak zijn ijivredanheid over ds verklaring van Von Bulow uit en verklaarde dat zijn partij het streven der Duit sclie staatkunde volkomen goed keurt. Uit de Franfche Kamer. In de Fransche Kamerzitting van Maandag wiern de afgevaardigde Sembot de verantwoordelijkheid voor den toestand in China op de uittartingen der zendelingen en vroe? ophelderingen omtrent de gepleegde plunderingen en daden van barbaarsch geweld. Hij be treurde ten slotte Frankrijks goed keuring van de benoeming van graaf Waldersee. Al gemeen e berichten. Havas seint, dat de regeeringen van Frankrijk en België in onder handeling zijn om Sipido naar Frankrijk terug te zenden. Dan zou opnieuw een onderzoek worden in gesteld of de uitlevering op wetti gen grondslag berustte. Men verwacht in de Fransche Kamer eeno interpellatie over den handel in ridderorden, die aan den chef van het kabinet van den mi nister van koloniën, Decrais, ver weten wordt. Toevallig moest juist een wets ontwerp in behandeling komen waarbij aan den minister van ko loniën gelden worden toegestaan om nog eenige eerekruisen van het legioen van eer te kunnen ronddee- len. De gelegenheid is dus als ge knipt, om over de genachten der pers nadere inlichtingen te verzoe ken. CHINA. De gouverneur-generaal van Se- tsjoean heeft bevel ontvangen, zich bij het keizerlijk hof aan te melden. Dit bevel brengt opschudding teweeg onder de provinciale gou verneurs; cok vat men het op als een aanwijzing dat het hof naar Se- tsjoean zal verhuizen. De „Times" verneemt uit Pe king, van 15 dezer: Li-Hoeng-Tsjang zegt dat Toean gevlucht is naar Ning-sia-hsiën op de Mongeolsche grens, in de provincie Kan-soe. Het nieuws uit het zuiden is ge ruststellender. Volgens de verhalen van vluch telingen uit Kanton is de christen vervolging in Kwang-si weer be gonnen. Wie geen christen is, draagt een onderscheidingsteeken, en zij die dat niet dragen, zijn in doodsgevaar. Do onderkoning heeft een ge machtigde aangewezen om een schikking te treffen met Frankrijk in zake Thoentak. Drie Fransche kanonneerbooten zijn daar ook heen, blijkbaar om eischen der Franschen te ondersteunen. De ..Reichs-anzeiger" bevat een van 14 November gedagteekend schrijven van den keizer van China, waarin deze antwoordt op keizer Wilhelm's telegram van 30 Sept. 1900, een bijzonder strenge straf toezegt voor waardigheidbeklee- ders die medeplichtig zijn aan den moord van baron Von Ketteler, de verwachting uitsnreekt dat de vrcemdzame betrekkingen spoedig hersteld zullen zijn cn verklaart dat hij, zoodra de vredesonderhan delingen tot den "ewenschten uit slag leiden, onmiddellijk den tijd voor zijn terugkeer naar Peking zal bepalen. Ten slotte verzekert de Chineesche keizer nog dat de be scherming van de christelijke mis 'sies den hoogsten provincialen ambtenaren bijzonder krachtig aanbevolen zal worden. sche commando's overal rondtrek ken, die verschijnen op plekken waar ze het minst venvacht woi^ den. Nog maar verleden week werd mijne naaste buurman, li mijl van hier, uitgeplunderd door een bende Italiaansche, Fransche en Duitsche roovers, die alles wat zij van waar de in het huis vonden in een Knap- sche kar pakten, en juist wilden vertrekken, toen de troepen op hen begonnen te schieten, waarop zij wegreden met de gestolene paar den, en zich verschuilden in de na^ burige heuvelen. Twee koeien wer den uit mijn stal gestolen, en ver leden Zaterdag i os en 28 schapen uit mijn kamp... Gisteravond wa ren er 500 Republikeinen bij de Kliprivier-gevangenis, en vandaag wordt er zwaar gevochten bij Kru- gersdorp. Een troeper had zijn paard onder hern doodgeschoten, eenige dagen geleden, geen twee mijlen van ons huis, en bijna alle kooien der melkboeren te Lang- laagte werden verleden weck door de Republikeinen weggevoerd." Uit de Mail. De toestand om Johannesburg. Een brief van Johannesburg, ge dateerd 17 October, die gepubli ceerd wordt in de „Cape Mercury" luidt als volgt „De lijn is zoo dikwijls vernield dat het onmogelijk is geweest om brieven en telegrammen aan u te zenden. Ik heb zesmaal gepiobeerd om u een telegram te zenden, maar slaagde er niet in. Wij hebben uwe koeien niet verkocht daar de prij zen lang niet zoo hoo^ zijn als op gegeven in de nieuwsbladen. Koeien behalen zeidon meer dan 25 pd. st. het stuk, en vaarzen van 5 tot 8 pd. st. het stuk. Van tijd tot tijd worden zeer ordentlijke jonge dieren door de autoriteiten ver kocht, en het zou iemand die geld heeft, betalen om ze te koopen. Er zal ongetwijfeld jaren lang groot gebrek aan goed vee ziin, daar de slachters het beste aanteelvee voor de troepen slachten. Als wij slechts eenigen regen konden krijgen zou het vee er beter beginnen uit te zien. Het district is nog alles be halve veilig, dnar er rcpublikein- Movrouw De Wot Een correspondent van de Oost Londen „Dispath" had een onder houd met mevr. De Wet, echtgenoo- te van generaal Do Wet. Na een beschrijving van haar persoon en kleederdracht gegeven te hebben, en getuigd te hebben dat zij hem zeer vriendelijk onthaalde, gaat hij voort en zegt dat hii van den oorlog begon te spreken. „Gij Engelschen" zei mevr. De Wet, „zult nooit mijn man vangen. Hij zal voor den Vrij staat en de Transvaal terugwinnen wat zij verloren hebben. H" heeft voodsel en ammunitie genoeg voor drie jaren, en dit is juist de tijd hoe lang de oorlog duren zal." Daarop dankte hij mevr. De Wet en ging weg. Stadsnieuws Haarlem, 20 Nov. 1900. Maandagmiddag omstreeks vier uur reed een wagen met steenen beladen op de Brouwersvaart. Door het hotsen en stootcn van den wa gen viel de bestuurder van den bok met het ongelukkig gevolg dat hij met beide armen onder het achter wiel kwam zoodat beide armen ge broken waren. Hij werd door een paar mede lijdende bursters op den bok ge legd. Een ander besteeg deu wagen en bracht hem naar huis. Hedenavond van 7 tot 10 uur. Woensdag en Donderdag van 2 tot 5 en van 7 tot 10 uur zal in het ge bouw „Volksbelang" Jansweg een bazar worden gehouden, waarvan de opbrengst zal komen ten goede der veroeniging „Groen van Prin- sterer", voor lagor en meer uitge breid lager onderwijs op gerefoi* meerden grondslag. Feuilleton. Naar het Duitsch. 9) Mijn hart? Je wee-t beter dan iemand anders, Prosper, welke ge voelens ik in mijn hart dezen man heb toegedragen, zooiang h»'i leefde. Hij heeft me vernederd en ge krenkt ,waar hij kon. De bitterste uren mijns levens heb ik hem te danken. Ik kan hem niet bewee- nen en evenmin hem vergeven. Zoo ik zonder hem te verwenschen afscheid van hem neem is dat reeds meer dan hij van mij had kunnen verwachten. De diepe haat, die in haar woor den doorstraalde en dien zij zelfs in het aangezicht des doods niet vermocht te matigen, maakte klaar blijkelijk een pijnleken indruk op Prosper'8 gevoel. En om verdere dergelijke uitingen te verhinderen, vroeg hij Edith of ze niet in de an dere kamer naar haar moeder wil de gaan zien en met haar naar het slotje terugkeeren. Mevrouw von Linderode. die in de naaste kamer, onder stroomen van tranen, luisterde naar hetgeen de pastoor tot haar zeide, strekte, toen Edith binnenkwam, de ar men naar haar uit en zuchtte Ach, mijn arm kind... hij is dood... dood I We hebben hem voor eeuwig verloren! Het schoon e, koele gezicht van de barones bleef onbeweeglijk. Ja, we hebben hem verloren en al uw klachten kunnen hem niet in 't leven terug roepen, moe der! Laat het daarom nu genoeg zijn. We hebben allen rust noodig. Verwonderd keek de geestelijko op. Hij wist v/el dat de verhouding tusschen grootvader en kleindoch ter niet vriendschappelijk was ge weest, maar deze openlijke liefde loosheid in toon en uitdrukking verraste en ontroerde hem. Met zekere haast stond hij op om af scheid te nemen. God verleene u de kracht de zware beproeving met gelatenheid la dragen, zeide de pastoor, me vrouw von Linderode de hand rei kend. Hij heeft u in den overledene uw trouwsten vriend en groo moe-1 digen weldoener ontnomen. Maar' do gedachtenis aan den dierbaren doode zal in u en uwe kinderen onuitwischbaar voortleven met de herinnering aan al het goede dat ge van hem hebt ondervonden. De barones mompelde iets on verstaanbaars. Edith echter keerde zich snel om en trad naar het ven ster, zoodat de pastoor zijn voor nemen, ook haar een troostenden handdruk te geven, niet kon vol voeren. De tranen van mevrouw von Linderode waren gedroogd bijna op hetzelfde oogenblik, dat de gees telijke de deur van het slot achter zich had dichtgetrokken en haar bleek gelaat toonde evenmin een kommervolle als een nederige uit- drukking, toen ze antwoordde Het ligt nu in jou hand ons in het vervolg dergelijke krenkin gen te besparen. Niemand zal het meer wagen ons als bedelaars te behapdelen als jo Erwin er toe weet te brengen je morgen als zijn bruid en als de toekomstige mees teres van Elvershöh voor le stellen. Edith fronste de wenkbrauwen. Laat ons daar nu liever over zwijgen. Zelfs de gifstigste perso nen zullen niet kunnen beweren, dat u spaarzaam is geweest met tranen cn weeklachten om den I overledene. Eén teveel zou u ech ter het nagejaagde doel kuunen 1 doen voorbij streven. Op den terugweg door het park deed mevrouw von Linderode nog wel allerlei pogingen om Edith te bewegen tot nadere mededeelin- gen omtrent haar verhouding tot den nieuwen maioraatsheer, maar het meisje gaf slechts korte, ontr wijkende antwoorden en eindig de met alle vragen en toespelingen harer moeder met een hardnekkig stilzwijgen te beantwoorden. Zoo- dra zo liet slotje bereikt hadden trok ze zich na een korten .koelen nachtgroet in haar kamer terug. In den vroegen ochtend van d n volgenden dag klopte het kamer meisje aan do deur van Edith s ka mer aan. De jonge barones kon slechts kort geslapen hebben, want zij wa9 reeds geheel aangekleed en had zich zelfs gefriseerd zonder daarbij als anders de hulp van het kamermeisje in te roepen. Ze zag er opvallend ontdaan uit en toen zij bemerkte dat het meisje een brief in de hand droeg, greep ze daarnaar met zenuwachtige, onge duldige haast. Van waar komt hij? Wie heeft je dien brief gegeven? Een jongen van Eichfeld heeft hem gebracht, al een uur geleden. Maar ik durfde de genadige freule zoo vroeg niet storen. Was er een boodschap bij? Neen. Goed, je kunt gaan. Edith had nog nooit een brief van Erik Hallager ontvangen; maar als deze brief niet van Eichfeld afkom stig was geweest, zou ze toch geen oogenblik getwijfeld hebben, dat het vaste handschrift slechts van hem kon zijn. Ze opende met ze nuwachtige vingers het envelop en las Liefste meisjel Een slechte tijding wordt mo uit München toegezonden. Mijn oude vriend en leermeester.Eilert Thormod, die zich sedert eenige maanden daar ophoudt, is ernstig ziek. Zijn zuster schrijft mij in vertwijfeling een brief. Ze was haar leven lang onafscheidbaar van haar broeder en ze heeft er daarom ook niet toe kunnen be sluiten hem in bet gasthuis te laten brengen. Ze is geheel vreemd en alleen in München, verslaat geen Duitech en is bo vendien al op leeftijd. Het Is mijn plicht haar in deze moei lijkheden b;; te staan. Ik haast mij dus naar haar too te gaan, zonder jou, mijn liefste kind, eerst nog to zien. Het valt me erg hard, maar het kan niet anders. Wanneer ik terug zal komen weet ik niet, maar zoodra Eilert Thormod me ecnigszins kan mis sen. Mijn bezorgdheid over den goeden man laat me niet toe meer te schrijven. Ik heb je lief. Edith, en in gedachte zal ik steeds bij je zijn, zoolang ik van je verwij derd ben. Wat zal ik naar jo ver langen! Ach, moge dezo eerste scheiding ook de laatste zijnl je trouwe Erik." Dit was niet de gloeiende liefde groet. dien Edith verwacht had, en de wolk, die haar gelaat overtooar, verried hoezeer het verrassende nieuws haar verdroot. Weifelend stond zij nog een noos aan het ven ster, toen maakte zij zich rereed uit te gaan en verliet het huis. De korte weg naar het dorp Eichfeld voerde langs het slot. maar Edith sloeg de tegenovergestelde richting in en maakte een grooten omweg door het *>ark en het aan-

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1900 | | pagina 1