ito Levensstori.
NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD.
18c Jaargan».
Donderdag 22 November 1900.
No. 533S
HAARLEMS DAKBLAD
Meestüelezen Dagblad in Haarlem en Omstreken.
ABONNEMENTSPRIJS
Voor Haarlem per 3 maanden1.20
Voor de dorpen in den omtrek waar een Agent gevestigd is (kom der gemeente),
per 3 maanden1.30
Franco door liet geheele Rijk, per 3 maanden1.65
Afzonderlijke nummers0.02>^
Geïllustreerd Zondagsblad, voor Haarlem, per 3 mnnnden0.37%
de omstreken en franco per post0.45
ADVERTENTIEN
Van 1—5 regels 50 Cts.; iedere regel meer 10 Cts. Buiten bet Arrondissement Haarlem
is de prij3 der Advertentiën v;m 1—5 regels 0.75, elke regel meer 0.15.
Groote letters naar plaatsruimte. Bij Abonnement aanzienlijk rabat.
Reclames 30 Cent per regel.
Bureaux: Gebouw Het Spaarne, Kampei-singel 70. vlak bij de Turfmarkt.
Telofoounommor der Kedaetie 600. Telefoeuunmmer der Administratie 122.
Intercommunale aansluiting.
Uitgave der Vennootschap Lourens Coster. Directeur: J. C. PEEREBOOM.
Abonnementen en Advertentiën worden aangenomen door onze Agenten en door alle Boekhandelaren en Coorantiers. Met uitzondering van het Arrondissement Haarlem is het uitsluitend recht tot plaatsing van Advertentiën
en Reclames betreffende Handel, Nijverheid en Geldwezen, opgedragen aan het Algemeen Advertentie-Bureau A. DE LA MAR Azn. te Amsterdam.
Dit blad verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen.
Hoofdagenten voor het BuitenlandCompagnie Générale de Publicité Elrangère G. L. DAUBE Co. JOHN F. JONES, Succ., Parijs 31*** Faubourg Monirnartre.
Dit nummer bestaat uit
zes bladzijden.
Haarlem's Dagblad van 22 Nov.
at ,o. a.Nieuws uit Transvaal
China. De aankomst van Kru
VonBulowoverdeChineesche
aestie. Het gevecht bij Jacobs-
Parleinentaire Praatjes, Ge-
enteraad.
Politiek Overzicht.
)at komt goed.
)e gezanten der mogendheden
11 aan 't verzachten van hun
chen gegaan en tegelijkertijd is
Hoeng-Tsjang namens den keizer
zijn Rijk medegedeeld, dat zoo
niet van de mogendheden weet
laan te krijsen dat er zachte
affen worden uitgedeeld aan de
nsen en ambtenaren niet alleen
gele vest en pauweveer, maar
hoofd er eveneens afgaat en
van zijn mede-gevolmachtig-
Prins Tsjing dito van's gelijke,
too erg zal het nu wel niet loo-
l maar de slimme Li zal waar-
ijnlijk heel listig partij hebben
rokken van de omstandigheid
de mogendheden tot toegeven
•eid zijn, wat hij heel goed in-
en nu dit voorwendsel gebrui-
om tot een voor China zoo
instig mogelijke oplossing van
kwestie te komen.
Blijkens berichten door vluch-
ngen te Canton aangebracht, be-
inen thans ook de vervolgingen
Christenen in de provincie
•angsi. De niet-Christenen dra-
er een herkenningsteeken en
en. die daarvan niet voorzien
zijn in doodsgevaar.
)e onderkoning benoemde een
:onderen gevolmachtigde om de
msche eischen in Thoen-tak te
elen. Drie Fransche kanonneer
den vergezellen hem daarheen,
arblijkelijk met het doel den
kracht bij te zetten.
de oplossing er eenmaal is
men gaan beraadslagen over
dingen die dan te doen staan.
I correspondent van het ..Berl.
geblatt" te Sjanghai, betoogend
zoomin het zendingsgebied
[Cliina schrikbarend moet gaan
als alles bij 't oude la-
zegt dat de gulden middenweg
met takt en beleid een beperkt
dingsgebied te handhaven.
uitenlandsch Nieuws.
a Italiaanscb afge vaardig
de voor den rechter.
rechtbank heeft den Itali-
afgevaardigde Palizzolo
r het Hof van Assisen verwezen
aanstoker van den moord op
aris Notarbartolo. Een vroeger
nis verwees hem ook reeds
de Assisen als aanstoker van
moord op een zekeren Micelli.
Een schandaal in Lissabon
Te Lissabon is een opzienbarend
proces met de veroordeeling der
drie beschuldigden geëindigd. Vijf
jaar geleden werd een bekend koop
man Fandango op een rijtoer door
een bom, die in zijn rijtuig sprong,
gedood. Men moest de zaak inder
tijd opgeven, omdat elk spoor van
de daders ontbrak. Doch eenigen
tijd geleden heeft een krant de
zaak weer opgerakeld en haarfijn
verteld hoe de moord in zijn werk
was gegaan. Fandango had een
bankzaak in handen gegeven van
de heeren Graga, vader en zoon,
doch weldra bemerkte hij, dat hij
door hen bedrogen werd, en hij
wilde de zaak aangeven. De jong
ste Graga stond juist op het punt
in het huwelijk te treden met de
dochter van generaal Aranjes; hij
kocht een bediende om. die de bom
in het rijtuig zou plaatsen van Fan
dango.
Niemand had eenig vermoeden
op de twee Graga's en het huwe
lijk werd voltrokken. De onthul
ling van hun medeplichtigheid
heeft veel onzien in de stad ge
baard en Graga's vrouw weigert
aan de schuld van haar man te ge-
looven en wil hem na zijn gevan
genisstraf buitenslands volgen.
De oude Graga en de knecht zijn
eveneens veroordeeld.
föngelsche spijtigheid.
Heel spijtig schrijft de corres
pondent van de „Daily Mail" te
Marseille aan zijn blad over den
geestdrift die er heerscht h" de
verwachting van Kruger's komst.
Hij schijnt er vast van overtuigd
dat inderdaad Kruger te Marseille
aan wal zal stappen, wat intus-
schen lang niet zeker is; er is im
mers sprake van dat de president
het eerst te Vlissingen voet aan wal
zal zetten.
Bedoeld correspondent geeft al
vast een zeer uitvoerig programma
van de feestelijkheden die er we
zen zullen en noemt dat nijdig:
Kruger-manie. Hij spreekt reeds
over den weg dien men volgen zal,
over een te houden banquet enz.
Veel opgang zegt hij maakt de uit
stalling in een grootenwinkel, voor
stellend een Boeren-slagveld. en
Kruger aan de tafel zittend. De
figuren zijn levensgroot.
Mevrouw Eloff, 's presidenten
kleindochter ontvangt dag aan dag
duiznden bewijzen van sympathie.
SHolland voorheen en thans.
Het ..Petit Journal" bevat een
hoofdartikel getiteld..La Hollan-
de d'autrefois et dlaujourdhui"
(Holland voorheen en thans;. De
schrijver Thomas Grim herinnert
er aan, hoe groot ons land geweest
is en zegt, dat de striid die op 't
oogenblik in Z.Afrika woedt, geheel
gelijk is aan den kriw dien onze
voorouders met Spanje hebben ge-
voerd. Hij brengt hulde aan onze
Koningin voor het zenden van ,,de
Gelderland" naar Lourengo Mar-
quez om den ouden nresident Kru
ger af te halen. De heer Grim zegt
hiervan
,,Dit was voor velen eene ver
rassing. Hoewel we niet meer in
den tijd leven, dat een ironist
schrijven kon, dat de Franschen
beminnelijke menschen zijn, die
n'iets van aardrijkskunde weten,
hoewel, dank zij de werkzaamheid
der pers, het publiek meer dan
vroeger in de buitenlandsche aan
gelegenheden belang stelt en beter
op de hoogte is, met wat er buiten
onze grenzen voorvalt, zeide meer
dan een bij zich zelfHoe nu de
ministers van de machtigste Sta
ten beven en sidderen voor Enge
land heeft een klein land Kruger on
der zijn vlag durven ontvangen. En
misschien dachten anderen „Dus,
Holland bestaat dan nog?"
Het gevecht bij Jacobsdal.
Een Kaapsche Hooglander be
schrijft in een brief, dd. 29 Oct.,
naar het licht dat hem geschonken
is, het gevecht bij Jacobsdal op den
25sten dier maand, waar zijn regi
ment het zoo leelijk te verantwoor
den had.
„Ons geval te Jacobsdal was een
voudig moord en niets anders," aU
dus begint de man. „Wij werden
met ons v;;ftigen Kaapsche Hoog
landers onder een kapitein en een
luitenant van Modderrivier uit ge
zonden om de plaats te beschermen.
We moesten voortdurend op onze
hoede zijn; hadden slechts vier uur
slaap in drie dagen tijds en waren
totaal op.
Jacobsdal is een dorp met een
honderdtal huizen een kerk en ba
rakken en werd tot onze aankomst
bewaakt door acht man bereden po
litie. Bij onze aankomst liet onze
kapitein, in nlaats van ons in de
barakken onder dak te brengen,
tenten opzetten in het midden van
het marktplein, dat geheel door
huizen omringd is.
Om half vijf op Donderdagmor
gen, den 25sten, riep de schild
wacht iemand aan, doch werd on
middellijk door twee kogels neer
geveld. We spronven terstond op
en kregen van drie kanten van het
Marktplein een verschrikkeliik sal
vo in onze tenten. Onze manschap
pen vielen rechts en links in hun
tenten, deels gewond, deels ster
vende.
Vier man poogden de barakken
te bereiken, op een 45 M. afstand
gelegen, maar ze werden neerge
schoten op één na. De gevallenen
waren letterlijk doorboord van de
kogels. Het eenige wat we konden
doen, was plat op onzen rug te gaan
liggen en onze kans af te wachten.
Overal steunden de gewonden, en
nu en dan hoorde men iemand zeg-1
jen: „Vaarwel, ik ben getroffen."
De toestand was verschrikkelijk.
Wij wachtten ieder oogenblik dat!
ons laatste uur zou slaan en waren
niettemin machteloos iets te doen.
Zijn hoofd te laten zien beteekende
den dood.
Nadat het anderhalf uur zoo had
geduurd, trachtten vijf van ons het
hospitaal te bereiken. Drie bereik
ten het gebouw; van de beide an
deren werd er een juist op den
drempel gedood.
Een der Kaapsche artilleristen
poogde een gewonde op het Markt
plein te redden. Terwijl hij zijn
gekwetsten kameraad verbond,
werd hij doodgeschoten.
Tot half drie in den middag
hield het vuren aan."
De schrijver, die zoo wonderbaar
lijk aan den „moord" ontsnapt is,
meldt dan hoe in deze phase van
het gruwelstuk der Boeren, hulp
kwam opdagen van Modderrivier.
Na negen uur onder vuur to zijn
geweest, werden zij ontzet. De
Boeren namen natuurlijk bij de
nadering der hulptroepen ijlings
de vlucht.
Toen eerst kon men de ramp ge
heel overzien. Van de 40 man in
de tenten waren er 11 gesneuveld
en 17 gewond. Van dezen overle
den er 's nachts nog een drietal.
Nu komt er echter een onthulling,
die echt-Engelsch is in een beschrij
ving als deze
„Het is een wonder dat er één
van ons ontsnapte aan den dood.
Vijf der gesneuvelden waren door
ontplofbare kogels getroffen. De
vijand scheen geen andere te heb
ben. De wonden waren verschrik
kelijk; sommige groot genoeg om
er een vuist in te steken. In enkele
gevallen was het geheele hoofd uit
elkaar geslagen."
N.B. (De Boeren bezaten slechts
ontplofbare kogels en toch waren
.er-van de 28 slachLoffers maar vijf
'door zulke projectielen getroffen!!!!)
Doch met inmiddels aangekomen
hulp kon toen ook de strafoefening
beginnen. Zes-en-dertig huizen
werden tot den grond toe
afgebrand. Ze waren vol ammuni
tie. De commandant(?) der Boeren
en twee anderen werden gedood
op welke wijze en wanneer wordt
niet gemeld en nadat zekerheid
verkregen was dat alle inwoners,
op vijf Engelsche families na, „re
bellen" waren, ging men zich in
een naburig kopje voor den nacht
verschansen.
De vijand kwam den volgenden
morgen weer opdagen, waarop, na
het begraven der doodën, de Hoog
landers het beter oordeelden op
Modderrivier terug te trekken,
waar zij in hun versterkingen den
gevreesden aanval van een groot
commando, dat gezegd werd in de
nabuurschap zich o^ te houden,
wilden afwachten. Nadat ten be
hoeve van de gewonden alle be
schikbare wagens waren opgecom
mandeerd en alle Engelsche voor
raden verbrand, werd Jacobsdal
ontruimd.
A-lgemeene bericaten.
DE OORLOG IN ZUID-AFRIKA.
De officieele Engelsche verlie-
zenlijst van den oorlog in Zuid-Afri-
ka bewijst dat er den 16en bij Tha-
banchu hevig is gevochten, waar
bij van het Bedford-regiment lui
tenant Paxton en 3 man sneuvel
den. Dienzelfden dag kregen de
Engelschen eenige verliezen bij
Rhenoster .terwijl de Manchesters
twee dooden hebben gekregen in
een gevecht bij Vrede, waarvan de
dag niet "enoemd wordt.
CHINA.
Vele Chineezen uit het Zuiden
die in Peking wonen trekken naar
het zuiden, vreezende voor onlus
ten van den winter. De liefdadige
vereenigingen in zuidelijk China
zenden daartoe aan de behoeftig-
sten ruimschoots de noodige reis
kosten.
Bij de behandeling van de be-
grooting voor het departement van
buitenlandsche zaken, hield de
Fransche minister Delcassé een
korte en vage rede. Hii deelde niets
bizonders mee. Er waren niet veel
afgevaardigden aanwezig en zij be
toonden weinig bijval.
De Duitsche Keizer heeft bepaald
dat het fonds dat de Duitsche vloot-
vereenigingen in het buitenland
bijeen hebben gebracht, na aftrek
van een reserve van 200.000 mark,
zal dienen voor het bouwen van ri-
vierkanonrieerbooten, waarvan de
eerste die gereed komt. in Chinee-
sche wateren dienst zal doen. Het
geld dat nu bijeen is, is intussc-hen
nog niet voldoende om er een ka
nonneerboot voor et bouwen, maar
men hoopt dat de benoodigde som
toekomende jaar bij elkaar zal zijn.
De Rijksdag moet het besluit om
het geschenk te aanvaarden, ech
ter nog bekrachtigen.
De twee nieuwe vroote Duitsche
pantserschepen Kaiser Friedrich III
en Kaiser Wilhelm II hebben el
kander, terwijl zij Zaterdag in de
haven van Kiel manoeuvreerden,
bijna in den grond gevaren. De
rompen kwamen met elkander in
aanraking, maar "elukkig schuur
den ze over elkander heen, zoodat
het bij een kleine averii bleef. De
schepen hoeven dan ook niet in het
dok.
De gemeenteraden van Chartres en
Orleans namen voorstellen aan, waar
in levendige sympathieën voor presi
dent Kruger werden uitgedrukt. Ook
de Carlisten in Spanje maken zich
daartoe op. In het zuidelijke gedeelte
van de Oranjferivier-kolonie zijn de
Boeren zeer bewegelijk. Ten Zuiden
van Utrecht, in Natal lokten de Boem
een waggon met 13 manschappen in
een hinderlaag.
De toestand, van den Czaar is vrij
bevredigend.
In de Fransche Kamer verdedigde
Minster Delcassé het regeerings-
beleid in zake China.
Binnenland.
Parlementaire Praatjes.
Het wetsontwerp, of liever, de wets
ontwerpen, in hoofdzaak bedoelende
de reorganisatie van het Hooggerechts
hof in Ned. Indië en de overbrenging
van het instituut der revisie van dat
college bij de Raden van justitie, heeft
zooveel juridische voeten in de aarde,
dat men ook gisteren nog niet uit het
algemeen debat kwam. Zonderling ge
noeg zijn in dat debat de voorstanders
van den maatregel tot nu toe onzicht
baar gebleven en had de minister dus,
tegenover de gebleken oppositie, den
steun van den Regeeringscommissaris
mr. Winckel, wèl noodig.
De lange rede door dezen gehouden
sloot zich aan bij die van den Min. De
heer Winckel erkende de sobere toe
lichting der wetten, maar ontkende
dat die onvoldoende was. Het was on
mogelijk aan de Kamer alle adviezen
over te leggen. Uit de stapels daarvan
citeerde hij evenwel eenigen ten be-
tooge dat de voorgedragen reorganisa
tie wenschelijk was. 11 ij betoogde dat
er geen bezwaar bestond tegen de over
brenging der revisie bij de Raden van
Justitie; dat de rechtsspraak er door
verbeteren zou; dat men voor het Hoog
gerechtshof over meer algemeene, ook
civielrcchterlijke kennis, bezittende ju
risten de beschikking zou krijgen; dat
voor overlading der Raden van Just,
geen vrees behoefde te bestaan, enz.
Daarna volgden de replieken, waar
bij de heeren Troelstra en van Stvruni
nogmaals op de onvoldoende toelich
ting der voorstellen wezen, opkwamen
tegen de verdedigingsrede van mr.
Winckel en de voorstellen op reeds
vroeger aangevoerde gronden ander
maal bestreden. De eerste gewaagde
daarbij van argumenten „voor een ad
vocaat van kwade zaken" een ex
pressie, die de Voorzitter natuurlijk
niet zonder een berisping mocht laten
voorbijgaan.
Uit het verder debat zij nog aan
gestipt, dat de regeering verklaarde,
dat voor de raden van justitie niet en
kel appèl op stukken zou plaats heb
ben, doch krachtens een verordening
bij Kon. Besluit (waarvan de heer
Troelstra voorlezing vroeg, die mis
schien heden zal plaats hebben) ook ge
tuigenverhoor en mondeling debat in
revisiezaken. Vooral de heer Pijnappel
scheen daaraan groote betcekenis toe
te kennen.
Heden voortzetting.
G. Jr.
Acad, examen.
AMSTERDAM. Bevorderd tot doctor
in de rechten op stellingen de heer
P. A. Diepenhorst, geboren te Strijen.
Dinsdagavond ongeveer 9 uur brak
een felle brand uit in de schoenfabriek
van de heeren Huperts Co., onder
Zoeterwoude hij Leiden. De fabriek is
uitgebraad.
Feuilleton.
Naar het Duitsch.
u hij echter zijn nicht groette
ziin hoed afnam, kwam
onder het zorgvuldig gekapte,
ide haar een laag. plat voor-
te voorschijn, dat dien gun-
indruk afbreuk deed.
geliefde Edith riep hij
bewogen stem terwijl hij haar
den vreep en haar mee in een
ad trok. Dus is toch geschied.
ik gedurende den geheelen
rigen tocht gevreesd heb. Ik
het laatste eind zelfs een extra-
genomen en nog kom ik te
it hij het reeds bij de eerste
voor noodzakelijk hield,
zeer zeker overbodige bewijs
zijn liefdevolle bezorgdheid
rrootvader op den voorgrond te
tsen, deed Edith pijnb'k aan.
r misschien was het ook wel
stemming van het oogenblik.
die maakte dat zij zich er aan er
gerde.
Zeker is het dat haar woorden
opvallend koel klonken, toen zij
antwoordde
Ja, je komt helaas te laat, ten
minste voor zoover grootvader be
treft.
En mag ik me tenminste
troosten met het denkbeeld dat zijn
einde zoo zacht en zonder smart is
geweest als mogelijk?
Ik was bij zijn sterven niet te
genwoordig, maar de anderen zeg
gen dat hij zonder doodstrijd is in
gesluimerd. Je moet je de bijzon
derheden maar door moeder laten
meedeelen, Erwin.
Een zekere onrust teekende zich
af op het gelaat van den jongen
man.
Was je niet bij hem, Edith
Wist je dan niet dat het zoo ern
stig was
Zeker, dat wist ik. Maar ik
meende te handelen in OA^ereen-
stemming met zijn bcdoelin^. Hij
moest mij niet aan ziin legerstede
zien voor het geval h;; nog eenmaal
het bewustzijn terug kreeg.
Begrijp ik je -^ed? Heeft er
dus voor zijn ziek worden een on
vriendschappelijke opheldering tus
schen u plaats gehad? En mis
schien... misschien tengevolge van
mijn brief?
Ze wist dat zij hem nu ernstige
bekommering zou bezorgen, maar
zij dacht er niet over hem te ontr
zien.
Ja, tengevolge van je brief, die
hem zeer moet gekrenkt hebben,
antwoordde zij die was de eigen-
l'ïke oorzaak van ziin dood.
Nettegenstaande zijn bruine ge
laatskleur was Erwin bleek gewor
den. Hij streek zich met de hand
over voorhoofd en oogen en staar
de smartelijk aangedaan voor zich
op den grond.
O God, mompelde hij, en jij
bent het Edith, juist jij. van wie ik
die smartelijke tijding moet verne
men.
Is het dan zoo\reel verschrik
kelijker nu je het uit mijn mond
A-erneemt? Ik begrijp volkomen
dat je, met het oog op de treurige
uitwerking, berouw hebt dien
brief te hebben geschreven en juist
omdat ik het je gemakkelijk wil
maken je ongelijk goed te maken,
heb ik het voor miin plicht gehou
den de waarheid niet voor je te ver
bergen
Ik begrijp je niet, Edith Zelfs
al beschouwde ik mijn handehvijze
als verkeerd, wat zou ik dan nu
nog kunnen doen om het goed te
maken, nu ik slechts een doode
vind
Natuurlijk is aan hetgeen ge
beurd is niets meer te veranderen.
Maar je kondt toch een plicht van
eerbied Aroor den overledene Arer-
Auillen. terwijl je tevens zijn laatr
sten wil eerbiedigde. Het zou. naar
ik meen. Averkelijk tot je gerust
stelling bijdragen.
En waaruit zal ik dien laat-
sten wil leeren kennen
Waaruit anders als uit zijn
'buitengewone opgewondenheid
over den inhoud van je brief? On
ze verloving is "elukkigcrAvijze,
behalve aan mijn moeder en broer,
totnogtoe niemand bekend gewor
den. Wanneer een verbreking
daarvan je geAveten kon ontheffen.
Edith
De verbazing, die zich zooAvel in
zijn stem als in zijn uiterliik ver
ried, deed haar zwijgen. Ze be
treurde haar woorden, AA*ant zij
zag dat dit zeker niet de goede Aveg
was zich uit haar oiinigende be
sluiteloosheid te verlossen. Al wat
zii er mede bereikt had Avas. dat
zij iemand, die haar door zijn hou
ding daartoe niet de minste aanlei
ding had gegeven, doodelijk ge
krenkt had. En haar verhouding
tot hem Avas door die ondoordachte
uiting slechts nog ondragelijker ge
worden. Zwijgend wachtte zij zijn
antwoord af, hetwelk lang op zich
liet wachten.
Eerst toen zij het heerenhuis bij
na bereikt hadden zeide hij
Als mijn schrik over de uit-
werking van mijn brief iets belee-
gends voor je heeft, dan verzoek
ik je deswege om verschooning.
Maar je vergist je als je denkt dat
mijn geAveten daardoor bezwaard
is. Ik heb me niets te verAvijten.
Grootvader wilde mij tot een ver
bintenis dAvingen, \ran Avelker on
mogelijkheid ik hem alleen kon
overtuigen door een openlijke be
kentenis van de waarheid. Je moet
uit mijn brieven gezien hebben,
dat. bij den stand van zaken,
slechts deze weg nog voor mij over-
bleef. Maar zelfs als de omstandig
heden anders waren, als ik mij
een misstap had te wijten, dan
Avare een trouwbreuk wel het laat
ste Avaardoor ik het weer goed kon
maken. En dit Edith hadt je me
werkelijk niet moven aanbieden.
Edith bleef zwiigen. want zoo
het haar bedoeling was geweest
hem terstond in deze eerste oogen-
blikken een bekentenis van haar
eigen trouwbreuk af te leggen,
thans had ze zelf de mogelijkheid
daartoe afgesneden en ze gevoelde
met toornige beschaamdheid, dat
het later nog slechts zou kunnen
geschieden ten koste van de pijn
lijkste vernedering van haar zijde.
Ze traden het slot binnen, in
welks vestibule een gedeelte der
dienaren en beambten den nieu
wen majoraatsheer opwachtte. Er
win vergenoegde zich eenige ern
stige woorden, met betrekking tot
zijn overleden grootvader, tot de
lieden te spreken, daarop bood hij
Edith met zekere plechtigheid den
arm en voerde haar naar de huis
kamer. Avaar hij, volgens haar zeg
gen haar moeder zou vinden.
Mevrouw v. Linderode Avas niet
alleen. Behalve haar zoon hield ook
de pastoor van Eichfeld haar weder
gezelschap en haar roodgeweende
oogen bewezen, dat zij zijn ver
troostende toespraak werkelijk nog
zeer noodig had.
Met een zwijgenden groet tegen
de heide anderen trad Erwin zon
der Edith's arm los te laten op haar
toe en bracht haar hand. die zij