Tweede Blad, behoorcnde bij j.iiaTkm'B SSagbtad" van Vrijdag 23 Nov. 1900. lio. 6339* GEMEENTERAAD. Vergadering van den Raad der ge meente Haarlem op Woensdag 21 No vember 1000, des namiddags ten 1 1/4 ure. Voorzitter de Burgemeester. Afwezig bij den aanvang der zitting de heeren Van Slyrum, Klein, de La- noy en van Lennep, PUNT 1. Medcdeclingen en ingekomen stuk ken. A. dat is gesteld in handen van B. en W. om advies: le. een voorstel van den heer Dr. H. D. Tjeenk Willink en drie andere leden van den raad inzake vergrooting van de raadszaal of bouw nieuwe zaal. 2e. Een adres van C. Hulsebosch en Zn., houdende bezwaren tegen het wegruimen der stadspompen, waar door zij in hun bedrijf (glazenwassche- rij en puiwasscherij) zeer benadeeld worden. 3 3e. Een adres van C. Meyer, houden de verzoek hem een gedeelte grond aan de Oude Raamstraat in huur af te staan. B. dat is ingekomen: le. Een vorstel van den heer W. A. J. van de Kamp en 5 andere leden van den Raad om aan den R. K. Volksbond voor de Teekenschool een subsidie toe te kennen van f 150; 2e. Een schrijven van den heer S. Roog, houdende mededeeling, dat hij ontslag neemt als lid der Commissie van voorbereiding voor de oprichting der gemeente-gasfabrieken. 3e. Een schrijven van de wed. J. Bak ker—Stubbs, houdende dankbetuiging voor de haar verleende toelage. 4e. Een schrijven van H. J. Bouman, houdende dankbetuiging voor zijne be noeming tot armen-opzichter. 5e. Een zevental processen-verbaal van afkeuring van vleesch als zijnde ongeschikt voor de consumptie. 6e. Een schrijven van don heer J. H. van Oyen, houdende dankbetuiging voor zijne benoeming tot directeur van het openbaar slachthuis. C. dat blijkens ontvangen bericht van de Gedeputeerde Staten van Noord- Holland, de uitkeering aan deze ge meente krachtens art. 1 der wet van 24 Mei 1897 (Stbl. no. 156) voor het jaar 1900 is berekend op f 194,129,07 naar de uitkomsten van de jongstleden ge houden volkstelling, welk bedrag de Minister van Financiën als definitief vast wenscht te beschouwen, en dat B. en W. naar aanleiding daarvan be richt hebben, dat door deze het in art. S der wet bedoelde beroep niet zal wor den ingesteld, vertrouwende, dat daar tegen bij den Raad geen bezwaar zal bestaan. D. dat met ingang van 1 Januari e.k. op verzoek eervol ontslag Is verleend aan H. J. Bouman als klerk ter gemeen te-secretarie. E. dat door den Commissaris der Ko ningin in de provincie Noord-Holland rijn benoemd tot buitengewoon ge meente-veldwachter de agenten van politie 3c klasse K. Pleister J. Wannin gen, A. Wagenmaker, R. Pronk, M. Gooi en P. M. Eynwachter. PUNT 2. Voortgezet wordt de behandeling ;ver het nieuwe reglement van orde, en de daarmede in verband staande amendementen en voorstellen van B. en W. en van enkele raadsleden. Aan de orde komt art. 11, o. a. bepalende, dat' na het openen van iedere vergade ring zoo mogelijk de notulen der voor gaande door den voorzitter aan de goedkeuring van den Raad onderwor-1 pen worden, dit naar aanleiding van het voorstel van de heeren Modoo e, a. om het lezen der notulen bij den aan vang af te schaffen. De heer SPEELMAN licht zijn amen dement nader toe en wil het nog wij zigen als volgtdat wordt gelezen in plaats van gedurende tweemaal-24 uur", „gedurende den bij art. 7 bedoel den termijn van de Raadsstukken." De heer WALLER maakt eenigszins bezwaar tegen deze wijziging. Het amendement in stemming ge bracht wordt aangenomen met 9 stem men tegen. Art. 11 wordt vervolgens aangeno men. Bij art. 12 betreffende het lezen van notulen der geheime vergadering stelt de heer SCHRAM voor er aan toe te voegen„terwijl ieder lid tot geheim houding van het verhandelde ver plicht is". De heer SCHRAM meent dat dit in 't belang der gemeente is, het gaat niet aan te spreken over hetgeen in geheime vergaderingen wordt besloten. Dg heer HOFLAND kan zich hier mede niet vereenigen het kan voorko men dat zaken, waarover in de ge heime zitting iemand zijne mecning heeft gezegd, hij dit bij de behandeling in de openbare zitting ook noodig acht. Spr. is er derhalve tegen. De heer STOLP zegt dat als regel geldt dat wanneer de voorzitter over enkele zaken geheimhouding oplegde, .dit steeds geschiedt. Derhalve gaat spr. niet mede. De VOORZ. antwoordt dat volgens art. 10 der gemeentewet de voorzitter 3en Raad geheimhouding kan opleg en. Dit amendement is derhalve over- odig. Het amendement van den heer Schram in stemming gebracht wordt verworpen met 3 stemmen vóór, die Van da heeren Loomeyer, Roog en Schram, Het artikel wordt vervolgens aange nomen. Bij punt 13 stelt do hoer v. d. KAMP voor het vreemde woord „resumptie" te doen vervallen en daarvoor te plaat sen „beknopt overzicht". De heer v. d. BERG merkt op dat er nog meerdere vreemde woorden in voorkomen, als „redactie" en „revisie". De héér WINKLER is steeds voor Hollandsche woorden, en zal derhalve voorstemmen. Do heer KRUSEMAN zegt dat het woord „kort overzicht" lang niet het zelfde is als „resumptie". De heer v. d. KAMP antwoordt dat hij een boeit geraadpleegd heeft en daarin stond voor resumptiesamen stelling, beknopt overzicht, enz. Even wel vindt hij een ander woord ook goed, als het maar Hollandsch is. Het amendement in stemming ge bracht wordt verworpen met 7 stem men voor, die van de heeren v. d. Kamp, Winkler, Bcijnes, Groot, Kruse man, Schürmann en De Braai. Bij art. 16 wijst do lieer WILLINK op cene kleine verandering in de 3de alinea en wil de woorden „dan wel" in „of" veranderen. Wordt goedgekeurd en daarna het geheele artikel. Bij art. 18, betreffende het indienen van voorstellen of amendementen, stellen B. en W. voor dat de door de leden voorgestelde wijzigingen zoo mo gelijk ten minste 24 uur vóór den aan vang der vergadering, waarin het on derwerp behandeld zal worden, bij den voorzitter ingediend worden, ten einde gedrukt aan de leden to worden rond gedeeld. Dit artikel wordt zonder stemming met de wijziging goedgekeurd. Bij art. 20, waarin bepaald wordt dat de Voorz. het recht heeft een lid tot de orde to roepen of het woord te ontne men, vraagt de heer v. d. KAMP hoe of dat lid dan moet stemmen. Wanneer hem het woord ontnomen is, kan hij niet stemmen. Do VOORZ. antwoordt dat dit twee verschillende zaken zijn; iemand kan nimmer geweigerd worden te stem men. De heeren HOFLAND cn v. d. KAMP wijzen vervolgens nog op den zin „Wanneer aan een lid het woord ont nomen is, geschiedt het beroep op de vergadering schriftelijk" en wenschen daaraan toe te voegen: „De Voorz. is verplicht om dat schriftelijk beroep direct bij den Raad in te dienen en in stemming te brengen". De VOORZ. antwoordt dat dit in strijd is met art. 61 der gemeentewet. Het moet in den vorm van een ont- werp-besluit ingediend worden. Het art. 20 wordt nu onveranderd aangenomen. Bij art. 27, waarin gezegd wordt dat bij eene keuze of voordracht van per sonen, zooveel stemmingen plaats heb ben, als er personen to kiezen of voor te dragen zijn, stelt de heer H. D. KRU SEMAN voor om bij elke stemming zooveel personen te kiezen als er te benoemen of voor te dragen zijn, tenzij de vergadering afwijking van dezen re gel wenschelijk acht. Dit wordt door en W. overgenomen. Het artikel wordt vervolgens goedgekeurd. Bij art. 43 betreffende de behandeling der aanhangige onderwerpen in' de af- deelingen van den Raad, wordt door de heeren Modoo en Hofland voorge steld het artikel als volgt te wijzigen: Art. 43. Alvorens tot de behandeling der aanhangige onderwerpen wordt overgegaan, benoemt de afdeeling een rapporteur. Elk lid heeft het recht voorstellen en opmerkingen, ter opname in het rap port, schriftelijk aan den rapporteur mede te deelen. De rapporten, met de door de rap porteurs ontvangen stukken, worden bij den Raad ingediend. De laatste alinea is nieuw toege voegd. Bij art. 44 luidende: Nadat de zaak in de afdeelingen is behandeld, komen do rapporteurs, on der voorzitterschap van den oudsten hunner en door dezen bijeengeroepen, bijeen. Deze maken indien _de meerderheid zulks wenscht bijgestaan door den gemeente-secretaris of eenen door hem aan te wijzeu ambtenaar een algemeen verslag op, hetwelk, door allen onderteekend, aan Burgemeester en Wethouders wordt ter hand gesteld. De commissie van rapporteurs beslist op welke wijze opmerkingen in he.t verslag zullen worden opgenomen, is door den heer H. D. Kruseman een amendement ingediend, om art. 44 als volgt te doen luiden: De rapporteur maakt verslag op van het in zijne afdeeling verhandelde. Bij meerderheid van stemmen kan worden beslist of een ter sprake gebracht punt al dan niet in het verslag zal worden opgenomen. Elk lid heeft het recht opmerkingen en voorstellen schriftelijk aan den rap porteur mede ie deelen; deze maakt daarvan melding in zijn verslag. De verslagen worden met de door de rapporteurs ontvangen stukken aan den Raad ingediend. Zij worden met de bijlagen in han den Van B. en W. gesteld, die de rap porten, zoo mogelijk artikelsgewijze lot één geheel vereenigd, met bijvoe ging van hun advies gedrukt aan de leden doen toekomen. De afdeelingen kunnen overlegging vragen van de bovenbedoelde bijlagen. De heeren Modoo en Hofland stellen de volgends wijzigingen voor: Art. 44. Door Burgemeester en Wet houders worden de rapporten met de bijlagen, zoo mogelijk artikelsgewijze, tot cén geheel vereenigd, en met bij voeging van hun advies, gedrukt aan de leden toegezonden. Verdev stellen de voorstellers voor, om art. 45, betreffende het indie nen eencr schriftelijke memorie ter be antwoording van het verslag van den Raad te laten vervallen en de artt. 46 en 47 le nummeren met 45 en 46. Da VOORZ. wil de artikelen 43, 44 en •45 le zanien behandelen en eerst behan delen 't systeem van B. en W„ daarna van don heeren Kruseman en Modco.1 De heer KRUSEMAN zegr, dat hij tegen liet systeem van B. en W. is en zet de zaak breedvoerig uiteen. Vol gens dit systeem kan men nooit een goed rapport uitbrengen. Er be.-taat bij dit systeem weinig overleg. De rappor ten voldoen dan niet altijd aan de voorstellers. De heer MODOO zegt, dat de rappor teur benoemd wordt uit do jongste le den. Aan de rapporteurs wordt een macht toegekend, die zij niet verdie nen. Zij kunnen snoeien uit de versla gen wat zij willen, die hierdoor dus dikwijls aan duidelijkheid verliezen. Spr. wil dan ook alle voorstellen door de leden schriftelijk ingediend in het rapport opnemen. Do heer SCHÜRMANN zegt ook, dat opmerkingen, die gemaakt zijn, dik wijls geweigerd zijn in het rapport op te nemen. Hij is er tevens tegen dat de rap porteurs met elkander beraadslagen. Ieder rapporteur moet het rapport van zijne afdeeling direct na de vergade ring opmaken, zonder dat andere rap porteurs er in gehaald worden. De VOORZITTER zet hierop de zaak nogmaals nader uiteen, en vraagt wat of een rapporteur let onmiddellijk na do vergadering zijn rapport klaar te maken en wat hindert het dan of hij eenigen tijd later niet zijne collega's rapporteurs beraadslaagt. Het kan dan wel eens voorkomen, dat voorstellen in de afdeelingen zoo dikwijls reeds zijn behandeld, dat het cachet van nieuw heid er afgaat, waarom ze niet in de rapp. worden genomen. Tevens kiest iedere afd. zijn rapporteur, en kunnen dus de leden, wanneer hun de rappor- teur niet aanstaat, een nieuwen kiezen. Verder kunnen de yragen, voorstellen of opmerkingen nog door do leden in dc openbare zitting worden gedaan. De heer v. d. BERG gevoelt veel vóór voor het voorstelKrusenian. In de afd. praat men meer huiselijk met el kander, en het resultaat van die be sprekingen wordt gemeld. Het is niet gewenscht, dat alles wat in de afd. besproken wordt, publiek wordt. Dan wordt de vrijheid van het woord in die vergaderingen beperkt. De lieer WALLER zegt dat, wanneer de Raad medegaat met het voorstel van B. en W., hij zou voorstellen niet het jongste lid, doch een meer ervaren lid als rapporteur te benoemen. In het systeem van de heeren Modoo en Kru seman, wordt gesproken van het me- dedeelea van voorstellen en opmerkin gen; dit is eenigszins in tegenstrijdig heid met het voorstel van den heer Kruseman. Mot de eene hand neemt men dan terug, wat men met de an dere gegeven heeft. Wil men nu niet de macht geven aan de rapporteurs, doch aan de stemming in de afdeelin gen onderwerpen de opmerkingen, dan moet de heer Kruseman het woord „voorstellen" doen vervallen. De heer KRUSEMAN verdedigt daar op zijn eigen systeem weder krachtig. Spr. herinnert aan een af de elings ver slag, waarin de heer Macaré uitvoeri ge beschouwingen deed over de finan- cieele toestanden, en om deze goed weer te doen geven, gaf hij eene me morie van toelichting, waardoor het behandelde beter uitkwam. De heer MODOO verdedigt zijn voor stel. De heer KRUSE5LAN geeft toe, dat de volgorde door de heeren Modoo en Hofland beter is, en kan zich dus wel met eene wijziging in dien geest ver eenigen. De VOORZITTER komt op tegen de bewering van den heer v. d. Berg, dat de afdeelingsvergaderingen daardoor hun intiem karakter zouden verliezen. Tevens blijft spreker bij de meening, dat men een veel heter overzicht van het verhandelde krijgt en de zaak be ter tot haar recht komt, wanneer de rapporteurs te zanien komen en de rapporten bespreken. De heer HOFLAND is het met dit laatste niet eens. Als voorbeeld noem de spr. dat de heer v. d. Kamp en spr. opmerkingen hebben gemaakt over dc gemeentereinigiiig, die niet zijn opge-, nomen. Ware dit wel geschied, zou dit wellicht nog op de cijfers van in vloed hebben kunnen zijn. Spr. ver klaart zieh tegen het voorstel van B. en W. cn van den lieer Kruseman. Het voorstel van B. en W. in zake art. 43 in stemming gebracht wordt verworpen met 7 stemmen voor die van de heeren Loupen, van Thiel, "Wal ler, I-Iugenholtz, Speelman, de Breuk. Kruseman (weth.) Dit art. luidde.' Alvorens tot de behandeling der aan hangige onderwerpen wordt overge gaan, benoemt dc afdeeling eenen rap porteur, die aanteekening houdt van het behandelde. Elk lid heeft het recht voorstellen te doen en die schriftelijk aan den rap porteur mede te deelen. Het voorstel van den heer Kruseman wordt nu aangenomen. Het voorstel van de heeren Modoo en Hofland op art. 43 wordt verwor pen. De heer KRUSEMAN neemt, over het amendement van de heeren Modoo en Hofland in zake art. 44. Zonder stemming wordt dit aangeno men. De heeren SCHRAM en GROOT stel len voor het rooken door de Raadsle den in de Raadszaal af te schaffen. Voor den Burgemeester cn secretaris is het onpleizierig. Ook aan het publiek wordt dit recht niet toegekend. Ik acht het rechtvaardig, noodig cn goed, te genover het publiek, de verslaggevers,' u, mijnheer de voorzitter, en den secre taris, dat het rooken wordt nagelaten. Op een ieder doe ik dan ook ccn beroep op dit voorstel in te gaan. Het is ook in 't belang der gezondheid. De heer STOLP, hoewel tot dc nief- rookors belioorende, kan zich niet ver- eenigen met het bovenstaande voor stel. liet publick kan gaan en komen wanneer het wil. Daarbij vindt spr. het zeer aangenaam, dat wanneer de lucht bezwangerd is, een sigaartje wordt op- gestoken. Do heer DE BRAAL kan zich even min met het voorstel vercenigen en wijst er op dat de Raadsleden dikwijls nog eene geheime zitting moeten bij- Wonen, waarin gaamo een sigaar wordt opgestoken. De lieer WINKLER verklaart zich een voorstander van het voorstel van de heeren Schram en Groot. Het voorstel in stemming gebracht wordt verworpen met 22 tegen 8 stem men. Vóór stemden de heeren Wink ler, Schram, Groot, Hugenholtz, De Breuk, Willink, De Lanoy en van Len nep. Het reglement wordt nu goedge keurd. PUNT 3. Doov M. Engelen, landbouwer al hier, is B. en W. ter overname aange boden eene strook grond ter grootte van 77 vrk. M., gelegen in de Fabricius- straat en grenzende aan do Vooruit gangstraat, ten einde dien grond voor straat te bestemmen. B. en W. wen schen dit aanbod te aanvaarden onder voorwaarde dat door adressant oeu be drag van f 115.50 wordt betaald als bijdrage in de kosten van rioleering en bestrating. Wordt aangenomen. PUNT 4. Door liet bestuur der vereeniging tegen het mishandelen van dieren voor Haar lem en omstreken is aan B. en W. een bedrag van f 300 geboden, ten ein de daaruit te bestrijden de kosten, wel ke het gevolg zouden zijn, wanneer eenige drinkfonteinen zoodanig wer den ingericht, dat ook paarden en hon den daarvan gebruik konden maken. Het komt B. en W. voor dat bet alles zins aanbeveling verdient, het streven der vereeniging te steunen, en zij stel len daarom den Raad voor het aanbod te aanvaarden en bovendien een bedrag van f 300 beschikbaar te stellen voor heizelfde doel. Wordt goedgekeurd. PUNT 5. Naar aanleiding van den wcnsch, door eenige raadsleden uitgesproken bij de behandeling van de begrooiing, om verbetering te brengen in den toe stand van de hal, waar een groot de. 1 der huwelijken worden voltrokken, stel- len B. en W. voor tochtramen aan te brengen in de hal en daar oen houten vloer te leggen, en voor dit doel be schikbaar te stellen een bedrag van ten hoogste f 225. De heer WILLINK wijst er op lioe de deur in de hal dikwijls tocht, en zou daarom gaarne een tochtportaal in de hal zien aangebracht. Verder zegt spr. dat het voorstel van B. en W. hem te gengevallen is, omdat het zoo weinig omvang heeft en van verbetering daar door niet veel sprake is. De heer SCHRAM zegt dat hem het voorstel van B. en W. eveneens is te gengevallen. Spr. heeft er ai meerma len op gewezen hoe slecht de hal is in gericht voor het sluiten van huwelij ken. Spr. zal evenwel geen nader voor stel doen. doch spreekt de hoop uit, dat nog een betere plaats voor liet sluiten van huwelijken, zal worden gezocht. De VOORZ. antwoordt dat B. en W. dit voorstel gedaan hadden uit gepaste zuinigheid. Zij zijn niet geslaagd om cene betere plaats te vinden in het Stadhuis, welke er niet is en daarom hadden B. en W. gemeend dit voorstel te moeten doen. De heer WILLINK geeft B. en W. in overweging een kachel in de hal te doen aanbrengen. Punt 5 wordt vervolgens goedge keurd zonder stemming. PUNT 6. II. Verkes Wz. heeft niet voldaan aan de aanschrijving om goed drink water aan te brengen in perceel Korte Heerenstraat 8. Daarom stellen B. en W. voor het onbewoonbaar to verkla ren. Wordt van dc agenda afgevoerd om dat de bewoner zich bij dc Duinwater leiding heeft aangesloten. PUNT 7. Door de Afdeeling Haarlem van den Bond van Nederlandscho Onderwij zers is een adres ingediend met memo rie van toelichting, waarin verzocht wordt, liet houden van schoolvergade ringen verplicht te stellen. Alvorens in deze advies uit te bren gen, hebben B. en W. gemeend zich zooveel mogelijk op de hoogte te moe ten stellen van de gezindheid van het onderwijzend personeel in deze ge meente omtrent die aangelegenheid. Daargelaten nog de vraag of genoem de Afdeeling geacht kan worden de groote meerderheid der openbare on derwijzers hier ter stede te vertegen woordigen, waren B. en W. van oor deel, dat de Raad in elk geval er meer prijs op zou stellen het gevoelen te ken nen van bedoelde gemeente-ambtena ren in plaats van dat van een Bond, welke tot den Raad in goenerlei be trekking staat. B. en W. hebben zich daarom ge wend tot de Hoofden der openbare la gere scholen met het verzoek, hen wel te willen inlichten of bij liet aan die scholen verbonden personeel een alge meen en ernstig verlangen bestond naar eene verordening, bij welke het geregeld houden van schoolvergade ringen zou worden voorgeschreven. Uit dat ingestelde onderzoek is geble ken, dat de meerderheid van het on derwijzend personeel de verplichte schoolvergaderingen niet wenschte, terwijl de hoofden, niet één uitgezon derd, zich als tegenstanders van hel verplicht stellen dier vergaderingen deden kennen. Bij een ingediend adres met daarbij belioorende memorie van toelichting, deelen de hoofden der scholen nis hunne overtuiging mede, dat dergelijke verplichte vergaderingen niet kunnen worden geacht in hot be lang van het onderwijs te zijn. Reeds in 1896 werd aan de Hoofden der openbare lagere schoien als de' meening van B. en W. te kennen ge geven, dat schoolvergaderingen niet alleen nuttig en goed, maar nagenoeg onontbeerlijk genoemd moeten wor den, mits zij geregeld gehouden, met oordeel ingericht en met tact geleid wordentenzij het bij een van beide partijen aan den oprechten wensch ontbreekt om door samenwerking cn onderling overleg den bloei der school te bevorderen. Het oordcel van B. en W. te dezer zake heeft sedert geeno wijziging on dergaan en dus is dit College nog steeds van liet nut der schoolvergade ringen overtuigd. B. en W. zijn echter van gevoelen, dat verplichtstelling dier vergaderin gen alleen dan het onderwijs ten goe de zou kunnen komen, wanneer zoo wel de Hoofden als het onderwijzend personeel met betrekking tot deze zaak genoeg eenstemmig oordeelden nu dit niet het geval is, achten B. cn W. eene regeling dier vergaderingen bij plaatselijke verordening onge- wenscht. Ook zijn B. en \V. van meening, dat op dit oogenbhk eeno dergelijke rege ling minder noodig is, omdat reeds sedert enkele jaren aan 10 van de 13 scholen min of meer geregeld school vergaderingen vrijwillig gehouden worden, terwijl de Hoofden der 3 ove rige scholen B. en W. mededeelden, daartoe thans te zullen overgaan, nu het verlangen daarnaar door het per soneel is te kennen gegeven. Op grond van een en ander meenen B. en W. den Raad in overweging to mogen geven op het verzoek van meer gemelde Afdeeling afwijzend te be schikken. Bij dit punt wordt behandeld een amendement van de heeren Groot en Modoo om als proefneming voor den tijd van twee jaren verplichte school vergaderingen in to voeren, en noodi- gen B. en W. uit een daarop betrekking hebbende regeling te ontwerpen en aan den Raad ter vaststelling aan te bie den. Do lieer GROOT bestrijdt breedvoe rig het rapport van de hoofden der scholen cn verdedigt zijn amende ment. Ook protesteert spr. tegen het geen in dat rapport wordt gezegd a in gaande „heethoofden." Voorts gelooft spr. o. a. dat, wanneer verplichte schoolvergaderingen worden inge voerd, de onderwijzer met meer bezie ling zijn werk zal vervullen. Nog komt spr. op tegen de uitdrukking dat de personen, die het meest op den voor grond treden, het luiste zijn; dit is gewoon weg eene insinuatie. Ook in de vakbeweging is dit laatste het ge val, de personen, waar wat in zit, die op den voorgrond treden, worden voor het luist uitgemaakt doch, en dit ligt in den aard der zaak, zij zijn juist meestal het best voor hun taak bere kend. Waar B. en W. in beginsel te ken nen hebben gegeven, dat schoolverga deringen niet alleen nuttig en goed, maar nagenoeg onontbeerlijk genoemd worden, mits zij geregeld gehouden en met tact geleid worden, vindt spr. het alleszins gemotiveerd, dat een proef wordt genomen. Den heer MODOO heeft het antwoord van B. en W. bevreemd. Zij ziju er in beginsel voor, doch stellen voor afwij zend te beschikken, omdat de hoofden niet bepaald voor het verplicht stellen dezer vergaderingen zijn en dit niet in 't belang van het onderwijs achten. Verder wijst spr. er op hoe in verschil lende plaatsen, waar verplichte school vergaderingen gehouden worden, het resultaat guustig is. Het rapport van dc hoofden wijst niet aan dat school vergaderingen slecht werken, en dut zij niet bevorderen de éénheid. Zij zijn tevens in hun rapport afgeweken van het punt waarover het feitelijk loopt, cn zeggen in hoofdzaak dat het doel van den Bond van onderwijzers met dezen maatregel is, de republikeinsche school te verkrijgen. Omdat de hoofden dreigen met het spookbeeld van lioof- delooze scholen moet men zich even wel niet laten afschrikken. Spr. raadt dan ook aan de proef te nemen. Do heer VAN THIEL zegt, dat er eeno zeer kleine meerderheid is, die geen verplichte schoolvergadering tv;]. De onderwijzers weten nog niet juist wat zij willen, laten wij derhalve nog 2 jaar wachten, tot het instellen van die vergaderingen. Dc heer v. d. KAMP zich plaatsende op het standpunt van het onderwijs, zogt dat hij ook zelfs van verschillen de hoofden van scholen hier ter stede vernomen heeft, dat schoolvergaderin gen flink werken en in 't belang van 't onderwijs zijn. Spr. bad gemeend dat 't voorstel bij B. en W. geen bestrijding zou hebben gevonden en het er zonder, stemming zou zijn doorgegaan. De heer WILLINK zegt dat hij. wan neer de proefneming van den heer Modoo eeno teleurstelling oplevert) cr voor huivert B. en W."hebben nu ook eene proefneming gedaan om langs vrij willigen weg te werk te gaan, en daarom wil spr. eerst deze nagaan, 01:1 daarna, wanneer deze proef niet goed gelukt, een contra-proef to doen. Dc heer KRUSEMAN (weth.) beant woordt dc vorige sprekers. Alleen het rappr rt van de hoofden door den heer Groot aangevallen, zal hij niet verde digen. Spr. zegt verder dat liij een voor stander is van schoolvergaderingen, maar hier is het de vraag of het op het oogenbiik bier ter stede in het belang van het onderwijs is verplichte school vergaderingen in te voeren. Er is tegen woordig een groote stroom om verbete ring te brengen in den toestand van den klasse-onderwijzer. In een school is het hoofd als het ware een souverein; de afstand tusschcn klasse-onderwij zer cn hoofd is grootweinig vooruit zicht bestaat er voor den onderwijzer om hoofd te worden. Er wordt dan ook voortdurend een strijd tusschen beiden gevoerd, altijd buiten de school, bin nen da school is' allés goed. Wanne wo nu verplichte schoolvergadering' gaan invoeren, on den hoofden die tegen zijn, dit opdringen, komt er ce: minder goede verhouding, die op li onderwijs nadeelig zal werken. 1 Raad mag in deze dan ook geen par kiezen en de onderwijzers steunen. Do meerderheid van do onderwijze wil evenwel geen verplichte schoolve gaderingen. Do vrijwillige schoolve gaderingen worden evenwel niet uitg sloten, daar ze in 't vervolg gehoud* zulen worden, niet verplicht, do< wanneer do hoofden of het onderwi zend personeel daartoe hun verlang* te kennen geven. B. en \V. zullen evenwel op blijven letten. Wanneerm nu den hoofden verplichte schoolve gaderingen opdringen, dan zou c voorzeker niet in 't belang van het o: denvijs zijn. Tusschen gewone of vr; willige en verplichte vergaderingen ook zeer weinig verschil. Wanneer schoolvergaderingen overal gehoudc zouden worden, dan is het eerst tl, daarover een verordening in te diene; nu niet. Voorloopig hoopt spr. dat li voorstel van B. on W. in 't belang vo het onderwijs cn van eeno goedo ve standhouding tusschen hoofd en oi derwijzer wordt aangenomen. (A; plaus). De lieer SCHRAM zegt dat nu beker wordt gemaakt dat in 't vervolg schoo vergaderingen worden gehouden, li het in 't belang van het onderwijs we, schelijk acht thans het voorstel vo B. en W. te steunen. Do heer MODOO zegt, dat wannei wordt betoogd, dat door liet instellc van verplichte schoolvergaderingen hoofden een échec lijden, zij min meer ook eene nederlaag lijden bij h instellen van vrijwillige vergaderii gen. Wat betreft do vrijwillige schor vergaderingen, spr. is bevreesd dat d z ete hooi en to gras zuilen worden g houden. Spr. raadt dan ook aan, ni in te gaan op da belofte van de hoo den, dat zij ze nu vrijwillig willen ii voeren. De heer GROOT verdedigt nogmaa! zijn voorstel, dat hij in 't belang va het onderwijs acht. De beer KRUSEMAN (weih.) zeg dat de hoofden de gewone vergaderii gen inot liefde zullen houden. Dat heeft spr. bewijzen van. In 't belan van het onderwijs raadt spr. dan oo nogmaals, aan het voorstel aan te m men. In stemming gebracht wordt hi voorstel van B. on W. aangenomen mi G stemmen tegen, die van do lieere van dc Kamp, Modoo, Groot, Welsi naar, Hofland en de BraaL PUNT 8. D. II. van Tongeren, tonnenwei kersbaas bij do gemeente-reiniginf vraagt in een adres aan den Raad, ui keering van een bedrag van f 1862.5 als vergoeding voor de schade, welk hij beweert geleden te hebben, dooi dat hem een gedeelte van het hem to< komende aandeel in de opbrengst va den verkoop van meststoffen niet zo zijn uitgekeerd. Bij onderzoek is B. en W. gebleke; dat de bewering van adressant op een dwaling berust, en daarom geven zl den Raad in overweging op bovengt noemd adres afwijzend te beschikker De heer GROOT gaat mede met lie voorstel van B. en \V„ nu gebleken i dat van Tongeren geen schade heel geleden. De beer v. d. KAMP zest, dat v. 1 wel schade heeft geleden, hij is me verhoogd in zijn weekloon; hij heel van het verduisterde geen pércentei gehad. De redactie is evenwel slech gekozen. Evenwel heb ik geineend di even te moeten zeggen. Zonder stemming wordt punt 8 aan genomen. PUNT 9. B- en W. stellen voor In plaat, van dr. B. W. Hoffman tegen 1 Jan a.s. tot rector aan het Gymnasium al hier te benoemen dr. A. II. Garrer. Wordt benoemd de heer Dr. A. H Garrer. PUNT 10. Tot lid van het Burgerlijk Armbe stuur wordt benoemd de heer F. II Smit met 17 stemmen. De heer H. Selle verkreeg 11 stem men. Hierna gaat de Raad in geheime zit ting over. Gemengd Nieuws. Do earst9 sneeuwberichton. De winter doet In het buitenland zijn intrede on alles behalve beschei den manier. Uit den staat New-York komen de eerste sneeuwberichtcn en dadelijk zijn treinen tegongehouden en zijn de sneeuwploegen aan het werk gezet. De vorige week Vrijdag hadden alle treinen, die in New-York moesten aankomen, uren vertraging. In de stad zelf sneeuwde het niet, doch het was cr reeds vinnig koud.' Buiten werd de sneeuw vier voet hoog gemeld en op sommige windhoeken, waar do sneeuwstorm geblazen had, tot 10 voet. Ook dichter in de buurt, in Brussel, is Maandag de eerste sneeuw gevallen. Het waren geen sneeuwstormen hier, doch zeer lichte, teere sneeuwvlokjes. Niot voorzien in liet protocol. In Oostenrijksche hofkringen is men bezig liet hofprotocol met eenige nieu we etiquette-bcnalingen aan te vullen, na hetgeen op liet laatst gala-concert in het paleis te Wcenen is gebeurd. Ter eerc van het huwelijk van hertog Robert van Wurtemberg en aartsher togin Raineria had zich een deftig gezelschap in de concertzaal verza meld. Keizer Frans Jozef cn een veer tigtal vorstelijke personen waren aan wezig, en verder de ministers en het corps diplomatique, allen met hun dames.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1900 | | pagina 5