Cen Vuilnissmelterij
i!e groote steden lioopen zich da-
groole boeveelheden asch en
op. voor welker verdwijning
een of andere wijze moet worden
rd. Evenals in de groote plaatsen
land nog het geval is, laaddu
•oegcr te Berlijn het vuilnis op
en vervoerde het naar een bui-
stad gelegen plaats, waar men
snvoudig uitstortte, tot, men ein-
tot het inzicht kwam, dat op de
ijze opgespaarde vuilnishoopen
broeinesten voor ziektekiemen
die soort worden. De bewoners
in de nabijheid gelegen wonin-
tatesteerden tegen liet storten van
voor de deur hunner hui-
de overheid van Berlijn was
uit te zien naar een andere
ide van vuilruiming.
ir het voorbeeld van Engelsche
die waren begonnen, haar
te verbranden, besloot men,
aarvoor dienende inrichting aan
rers van de Spree op te richten.
Bijgaande plaat stelt die inrichting in
1 volle werking voor.
De oven, waarin het vuilnis verbrand
I wordt, is samengesteld uit ijzer en
tichelsteenen. Het vuilnis wordt in ijze
ren, dichtgesloten kisten, die ieder een
i inhoud van 18 kul), voet hebben, of op
j wagens of in booten naar de branderij
j gebracht, door eledtrische lifts naar
j de bovenste verdieping gevoerd, in
trechters uitgeschud en dan in groote.
I draaiende trommels naar de tweede
verdieping getransporteerd, vanwaar
het vuilnis in het bovenste deel van
don oven komt, waar bet verbrand
wordt. Het verbranden geschiedt door
heete lucht en brandend kolenstof. De
daardoor verkregen hitte van 1500 gr.
Celsius verandert de massa in korten
tijd in damp en water. Het aldus ver-
anderde vuilnis vormt een glasachtig
vloeibaar mengsel, dat in water harcl
wordt en als bouwmateriaal kan wor
den gebruikt.
oorgevoelens in dezen
Oorlog.
den oorlog in Zuid-Afrika is het
dat zeer velen onder
die doodelijk gewond wer-
eeds vooraf in sterke mate heb-
dat zij niet levend terug
keeren.
voorgevoel was bijzonder sterk
neraal auchope, den dapperen
man. die in den vreeselijken ko
en bij Magersfontein bet leven
hi j bij vorigé" veldtochten
Is den dood ternauwernood ont-
i was, zeicle bij tot vele zijner
dat bij uit Zuid-Afrika nooit
Stopford, de moedige en be-
kolonel van het 2e logement
reams, verliet Engeland met de-
overtuiging, dat bij bet nooit
Hij hield dit voorgevoel
geheim. maar zeide bij bet af
nemen van oen zijner naaste en
geliefde bloedverwanten ,,Tk
ik nooit terugkom. l)e Boe-
goede scherpschutters en ik
.1 uitmuntende schijf voor hun
zijn." Hij kwam ongedeerd uit
bij Belmont en Graspan,
werd oogenblikkelijk gedood
en bom, terwijl hij moedig zijn
int aanvoerde in den slag bij
Winchester, die bij hetzelfde
mt. als Majoor diende, verliet
ooie buis bij Andover met de-
dat bij zijn dood te-
ging. Gelukkiger dan zijn ko-
hij den slag bij Mod-
er, maar sneuvelde dertien da-
er. tegelijk met generaal Wau-
bij Magersfontein.
Maar geen geval van dien aard 's
zoo vol treurigheid en gevóel als dat
van luitenant Long, van bet Yorkshire-
I regiment lichte infanterie, die bij Gras-
pan doodelijk gewond werd. Deze jon-
jge officier keek twee maanden vóór bet
uitbreken van den oorlog op liet gras
perk bij het buis van zijn vader zijn
geweer na. toen het bij ongeluk af
ging en zijne zuster, die naast liem
stond, dood ter aarde deed vallen. De
broeder was wanhopig over dit treu
rig ongeval en eenigen tijd vreesde
men, dat hij krankzinnig zou worden.
Toen de oorlog uitbrak, greep hij de
gelegenheid gretig aan, om zich aflei
ding te verschaffen voor zijn verdriet.
Ilij had een sterk voorgevoel, dat, hij
in Zuid-Afrika zijn leven zou verliezen.
maar dit versterkte slechts zijne be
geerte ohl uit te trekken: en nadat hij
I ongedeerd uit zijn eerste gevecht was
gekomen, viel hij bij Graspan den 25en
November.-Zoo was hij door den dood
vcreenigd met zijne zuster, die bij zoo
innig bemind en zoo drqevig verloren
I bad.
i Een oud bijgeloof werd op zonder-
j linge wijze bevestigd door den clood
I van Majoor Wrotteslcy, die naar Zuid-
I Afrika vertrok om bet bevel over de
•lelegraaf-afdeeling van het leger op
zich te nemen. Nadat hij zijne vrouw
1 vaarwel bad gezegd, ontdekte bij, dat
er nog tijd genoeg was om baar nog
jééns te zien. voordat hij zich inscheep
te. Hij keerde terug en nam nog eens
afscheid.
Nu bestaat er een bijgeloof, dat bet
een slecht voorteeken is. wanneer men
I terugkeert naar een buis. nadat men
reeds vaarwel heeft gezegd, en bet ver-
(volg van de geschiedenis van den Ma-
[joor beeft dit bijgeloof bewaarheid:
want gedurende de reis sloeg de wak-
I kere officier overboord en men beeft
1 hem nooit weergezien.
Ook Majoor Childe, van de lichte ca
valerie, die door een granaat gedood
werd bij gelegenheid van eene verken
ning nabij de Tugela, bad een voorge
voel van zijn naderend einde. Hij deel
de zijnen wapenbroeders mede, dat hij
niet lovend terug dacht te keeren, en
verzocht hun, (onder zinspelng op zijn
naam child, kind) op zijn grafsteen de
volgende Bijbelwoorden te doen Dij te
len ..Is bet wel met liet kind'? Het is
j wel."
Deze sombere voorgevoelens zijn
evenwel niet beperkt tot de slachtof
fers zeiven. In vele gevallen hebben fa
miliebetrekkingen en vrienden bun
I dood vooruit gevoeld.
Toen mevrouw Earle bare twee dap
pere jongens naar Zuid-Afrika liet
gaan, had zij een gevoel, dat zij niet
j van zich kon afzetten, dat zij baren
oudsten zoo nooit weer zou zien. Wer
kelijk werd bij eenige weken na zijn
aankomst doodgeschoten en door een
I zonderling toeval stierf zijn bond in
Engeland op denzelfden dag.
De vader van kolonel Goldie, óók
I een slachtoffer van dezen vreeselijken
1 oorlog, ondervond iets vreemds en
I droevigs. Hij woonde eene politieke
meeting bij. toen bij plotseling opstond
en wegging, zeggende, dat bij een voor-
gevoel had, dat zijn zoon dood was.
Toen bij thuis kwam vond bij een tele
gram, meldende, dat de kolonel bij de
Modderrivier was doodgeschoten.
Ook <le moeder van kapitein Welson.
van liet tweede regiment Dublin-fuse-
liers, ondervond iets dergelijks. Zij
bad een voorgevoel, dat bet met baren
zoon niet goed ging, en midden in den
nacht meende zij zijne stem te hooren.
die haar in pijn en angst riep: ..Moe
der! Moeder!" Den volgenden dag ont
ving zij de tijding, dat haar zoon onder
de gesneuvelden was op bet slagveld
van Glencoe.
Een goede variatie.
Een schout uit West-Pruisen, die be
rucht was wegens zijne barschheid te
gen de boeren, verzocht eens gehoor
bij Frederik den Groote, om naar eene
opengevallen plaats van landdrost te
dingen.
..Je hebt geen heel goeden naam,"
zeide Frederik. ..Je gedraagt je tegen
over de boeren als een echte vlegel."
De sollicitant, die wel wist, dat de
Koning veel hield van eene geestige,
woordspeling, antwoordde:
„Wanneer Uwe Majesteit mij verge
lijkt met een vlegel, zooals die bij ons
voor het dorschen gebruikt wordt, kan
mij dat slechts aangenaam zijn."
„Waarom?" vroeg Frederik de Groote
„Wel," antwoordde de slimmerd,
een vlegel heft men boog op."
„Dat is waar." zei de Koning, „maat
niet lang: dan laat men hem ook weer
vallen."
Uitwerking van oorlogsnieuws
op gewonden.
I)e officieren van gezondheid zien i
dagen van oorlog met verlangen uit
naar goede tijdingen, nog meer zelfs
dan de opperbevelhebber; want zij we
ten. dat dikwijls bet leven van hunne
patiënten er van afhangt.
Niets staat het herstel van de gewon
den zoozeer in den weg als neerslach
tigheid en ongerustheid. Wanneer zij
hooren. dat de zaken aan bet front niet
goed gaan, worden verscheidene ge
wonden. die juist qp bet keerpunt zijn.
erger en sterven. Aan den anderen
kant zal de tijding van een groote over
winning een gewonden soldaat van den
dood kunnen redden.
Dit was zeer goed merkbaar, toen in
1815 vele Engelsche en Fransclie ge
wonden te Antwerpen verpleegd wer
den. Nadat de tijding van Napoleons
vnlkometi nederlaag in het hospitaal
bekend werd, was de sterfte onder de
Fransche gewonden tweemaal zoo
groot als onder de Engelsche soldaten
Op een kier.
Gedurende de vredesonderhandelin
gen tusschen ons land en België (1880
en later, vroeg eene fruitvrouw aan
leen Nederlandsch vrijwilliger, waarom
Ide oorlog nog niet geëindigd was.
...Mijn lieve Ben." zeide zij. ,.is ook
bij de soldalen en ik had hem zoo graag
thuis, want hij is zoo goed voor de ne-
got. ie."
Eene onderzeesche Scheepverbinding uss:he 1 /.merika en Europa.
iVl ETSELBIJ EN.
Hospitaal-Barakken.
De bovenstaande plaat is eene af
beelding van de onderzeesche boot
„Holland", genoemd naar haren uit
vinder, den ingenieur van dien naam.
Deze boot zal in Februari eene proef-
rcis maken van New-York naar Lis
sabon. Ze zal bij stil weer op, bij
storm onder de oppervlakte der zee
varen. Zij zal vergezeld worden door
een ander schip. De onderzeesche boot
zal echter geheel op zich zelf reizen en
haar eigen brandstof en levensmidde
len meevoeren. De snelheid moet pl. m.
9A knoopen bedragen.
Aan de oppervlakte wordt de be
weegkracht geleverd door eene Daimler
gasmotor: onderzeesch wordt de boot
voortbewogen door eleetrieiteit.
,,Ja, vrouwtje," was het antwoord.
,.'t..is alleen nog maar de quaestie of
de Schelde open of gesloten zal zijn."
Fruitvrouw „Over wat maken ze al
ruzie Kunnen ze dan die Schelde niet
op 'n „kier" zetten
Sproeien met zeewater.
In den laatsten tijd heeft men be
vonden, dat bet besproeien der straten
met zeewater veel beter uitwerking
beeft dan bet besproeien met zoetwa
ter. Het zeewater houdt de bestrating
langen fijd vochtig, omdat het vele h' -
groskopische zouten bevat; bet maakt
geen slijk en bet verhardt en bindt bet
macadam, zoodat er eeln korst ge
vormd. wordt, die slechts weinig stof
afgeeft.
wordt en wij de bedoeling van dit
beginnen te verstaan.
Judith Keller, A\
WETENSCHAP.
Van alle tijden.
Voor alle tijden.
Ja,
kind,
erin
kind
de
gaat
kind
onv
bet
de liefde voor een aangenomen
is goddelijke liefde: want al is
de natuurlijke liefde voor het eigen
ook wel een moment, dat boven
menschelijke, natuurlijke liefde
in de liefde voor 't aangenomen
is dat onverplichte, dat milde, dat
irdiende, dat de liefde Gods tot
wonderlijkste en hoogheerlijkst",
alles, wat er ooit was en worden
stempelt.
Haspels, De liefde der eerwaarde.
De mensen, die bet meest menscb
de zachtste, teederste menschenhand
bezit, is de grootste weldoener der
menschbeid
E. Barret Browning, Aurora Leigh.
Strooi vandaag een enkle bloem
Op uws naasten pad,
Strijk hem van 't bezorgd gelaat
Enkle rimpels glad.
Lenig smart en droog een traan
Breng een enklen zegen aan.
Laat een woord van liefde hooren
En uw dag is niet. verloren.
M.
Gelooft mij, de pelgrimstocht der
boetedoening, is moeilijk en lang
en toch klinkt er op dien bezwaarlijken
gang ever de wondende steenen een
juichtoon in ons hart, wanneer allengs
bet. licht des levens voor ons helderder
Vele medelijdende menscben hebben
de gewoonte, 's winters de arme zang
vogels van voedsel te voorzien, dat deze
anders niet of zeer moeilijk zouden
vinden. Dikwijls mislukt de medelij
dende daad echter doordat de voeder-
plaats insneeuwt, bet, voeder wegwaait
of door vorst bederft.
Een vogelvriend in Duitschland beeft
nu een voederbakje bedacht, waarme
de zeer goede resultaten bereikt wor
den. Deze bak, waarvan wij bier een
afbeelding geven, bestaat uit een huis-
j je, dat van voren open is, en waarvan
dc achterwand gevormd wordt door
een ruit. Voor de ruit zijn naar binnen
I met gebruikmaking van de beide hoe-
ken, twee trechtervormige, terzijde
van een klep voorziene bakjes aange
bracht. Hierin schudt men bet. voeder
I door de zijdelingsche kleppen en het
I valt. dan door de halfcirkelvormige
j openingen, die aan bet ondereinde van
den trechter zijn aangebracht, lang-
I zamerhand, naar gelang het door de
I vogels wordt opgegeten, op den bodem
I van de voederbakjes. Het geheel wordt
tot wering van katten op een twee rne-
I ter hoogen paal geplaatst op een pen.
De punt van dezen pen past onder het
dak van den bak in een kleine holte,
waarin zij gemakkelijk kan bewegen.
I Ten einde- te zorgen, dat de bak altijd
zóó draait, dat de glazen wand naar
den wind gekeerd is, zijn vanvoren
twee windwijzervormige, door kleine
zitstokken verbonden vleugels aange
bracht.
De Kattenprinses.
Schets naar Karl Bvhuc.
Niet lang geleden woonde er in een
havenstad van het Noorden een zon
derling wezen. Geminacht door den
een. bespot door den ander, angstval-
lig geschuwd door een derde, kon men
baar eiken dag tusschen drie en vier
in den omtrek van de haven vinden.
nu eens de bewegingen van een groo-
te hydraulische kraan volgende, dan
w eer de aankomst en bet vertrek van
j de kleine stoombooten afwachtend: zij
was ook dikwijls voorzien van een
ouderwetsche verrekijker en beproefde
de namen en de soort van de grootere
schepen te weten te komen, die een.
eind verder op de reede lagen.
Zij kwam er geregeld en nooit alleen.
Steeds trok zij aan een rood leeren
riem een kat mee, zooals men anders
op dezelfde wijze een hond leidt. Van
daag was bet een fraaie, geelkleurige
huiskat, van 't gewone ras. morgen
leen langharige, sneeuwwitte Angora
kat, en een andermaal weder een zeld
zame blauwzwarte Kartaüserkat. Deze
volgorde scheen nauwkeurig vastge-
steld en er werd nooit van afgeweken;
I ook de rood leeren riem bleef altijd
I dezelfde. Op haar hoofd droeg de juf
frouw een kapot hoed met linten, die
I onder de kin bevestigd werden. Om de
I schouders bad zij een zwarte mantilla
hangen, terwijl zij steeds eene stevige
parapluie in de band hield: zij gebruik
te deze wel eens als wapenstok, wan
neer een brutale poedel uit oude ras
senhaat op baai* kat aanvloog.
Niemand wist eigenlijk wie ze was
en waar ze vandaan kwant. Eenige
jaren geleden was zij plotseling op
komen dagen en met baar gewone be
zoeken aan de haven begonnen. Zij
woonde ook in den omtrek van de ba-
ven. en wel in den linker vleugel van
een lclein, ouderwetsch huls. Trad men
binnen, dan zag men rechts een deur
metbet naambord van een kleermaker,
die zijn klanten vond onder de zeelui
j en havenwerkers, en vooral voor klei
ne karweien en Öpflikkertjes zéér ge
schikt was: zijn deur ging zoodoende
dikwijls open. wat daarentegen zelden
bot geval was met de re
Uit bet portaal leidde oen trap naar
boven, waar men nog bet oude, stof
fige brandbluschgerij vond. dat in
vroeger tijd volgens de politieveror-
Jdening in elk buis aanwezig moest
zijn.
I De kleermaker wist evenmin veel
Engelsche Parlemenet is in-
minister van oorlog zeer lief-
begrepen, omdat hij de hospi-
ikken voor troepen in Enge-
Duitscliland heeft laten maken
rakken zijn van papier macho
en zien er vrij onaanzienlijk
j kunnen uit elkaar genomen
worden ter vergemakkelijking van bet
transport. De barakken bestaan in
hoofdzaak uit sterke, lichte, houten
ramen, die hekleed zijn met een soort
vilt, dat met. olieverf bestreken is. Dc-
ramen vormen het (lak en de zijwanden
worden bijeengebonden door ijzeren
grendels en staan op een bodem, waar
op bot dak op lichte, doch sterke bal
ken rust. Voorts ziju op zeer doelma
tige wijze vensters, ventilatieluiken
en deuren aangebracht, terwijl er zich
alle faciliteiten en benoodigdheden
voor een goed hospitaal in bevinden.
Zulk een barak weegt alles en alles
bij elkaar 3.500 kilogram.
Er leeft in zuidelijk Europa een soort
bij. die in den volksmond'den naam
heeft gekregen van metseïbij, omdat zij
nesten bouwt met een slof. die over
eenkomt met gewone metselkalk. De
nesten zijn zóó hard, dat men een
ijzeren werktuig noodïg heeft, om er
een opening in te maken. Zij worden
gebouwd op steenen of meer nog op
muren, die op liet zuiden staan en door 1 zij afbrokkelen, gevaar voor de veilig-
de nesten er gaan uitzien, of z ij bespat beid van liet nest opleveren. De met
zijn met door paarden en rijtuigen er jselbij gebruikt als bouwmateriaal Hier
tegen gekletst straatvuil. Bij voorkeur gel, vermengd met wat zand en gekneed
bouwen de metselbijen in boeken, om-1 met baar eigen speeksel,
dat zij daardoor meer steun aan baar De plaats telt eenige bijen voor, die
woning kunnen geven, terwijl zij er ,0011 nest bouwen. Links ziet men de
tevens zorg voor dragen dat bet nest doorsnede van een nest met eitjes, nop
niet rust op kalkvoegen, die, doordat en larven