In
NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD.
9
Meest&elezen Dagblad, in Haarlem en Omstreken.
18e Jaargang:
Donderdag 6 December 1900
No. 5350
DAGBLAD
ABONNEMENTSPRIJS:
Voor Han riem per S maandenƒ1.20
Voor de dorpen in den omtrek waar een Agent gevestigd is (kom der gemeente),
per 3 maanden1.30
Franco door liet geheele Ryk, per 3 maanden. 1.65
Afzonderlijke nummers0.02)4
Geïllustreerd Zondagsblad, voor Haarlem, per 3 maanden0.37^
de omstreken en franco per post 0.45
AD VERTEN TIEN
Yan 1—5 regels 50 Cts.; iedere regel meer 10 Cts. Buiten liet Arrondissement Haarlem
is de prijs der Advertentiën van 1—5 regels 0.75, elke regel meer 0J5.
Groote letters naar plaatsruimte. By Abonnement aanzicnlyk rabat.
Reclames 30 Cent per regel.
Bureaux: Gebouw Het Spaarne, Kampersingel 70, vlak by de Turfmarkt.
Tclefoouuuinmor der ltedactie 600. Telefoonnummer der Administratie 12®.
Intercommunale aansluiting.
Uitgave der Vennootschap Lourens Coster. Directeur: J. C. PEEREBOOM.
Abonnementen en Advertentiën worden aangenomen door onze Agenten en door alle Boekhandelaren en Courantiers. Met uitzondering van bot Arrondissement Haarlem is bet uitsluitend reebt tot plaatsing van Advertentiën
en Reclames betreffende Handel, Nijverheid en Geldwezen, opgedragen aan bet Algemeen Advertentie-Bnreau A. DE LA MAR Azn. te Amsterdam.
Dit blad verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen.
Hoofdagenten voor het Buitenland: Compagnie Générale de Publicité Etrangère G. L. DAUBE Co. JOHN F. JONES, Succ., Parijs 3f6" Faubourg Montmartre.
üaarlem's Dagblad van 6 Dec
bevat o a.Niet vleieud voor de
Germaansobe fierheid, Hoe de En-
gelschen de vrouwen behandelen.
(Uit den Mail), Parlementaire
Praatjes, Weer van Lammetje Zon
dag, Di .emeentoraad, Ingezonden
stukken.
Politiek Overzicht.
Natu rlijk blijven de bladen
nog g napraten over de betee-
kenis van Keizer Wilhelm's wei
gering om president Kruger te
ontvangen. En al pogen sommige
Duitsehe organen, als o.a. het
,,Berl. Tageblalt" het goed te pra
ten, door te spreken van een ver
zuim ten opzichte der etiquette,
(omdat Kruger's aankomst niet
van le voren was aangekondigd)
dit neemt allemaal niet weg dat de
Duitsehe regeering Kruger niet
heeft durven ontvangen uit vrees
van een storing der huidige vriend
schappelijke gevoelens met Enge
land. Dat heeft de ,,Westm Gaz."
heel helder gezegd en is eenvoudig
van de stelregel uitgegaan: Duilsch-
';md heeft gedacht: voor wat hoort
af. Dr. Leyds had zoo verstandig
•>eten zijn Kruger de reis nooit
ante raden, want tusschen Eu-
pa en Zuid-Afrika zijn 6000 mij-
.n zee, die door de Britten be-
i.eerscht wordt. En bovendien zijn
zo wel zoo slim, om den oorlog te
laten voortduren, omdat, waar En-
gelands handen gebonden zijn, zij
de hunne vrij hebben. Maar om
op Duitschland terug te komen,
hiervan zegt de Wescmiu. dat het
bij 't begin van den oorlog Samoa
kreeg, dat ze zes maanden zoet
hield, lat- een kolenstation in de
Perzische Golf en de vrije hand
in de vallei van den Euphraat en
in de derde plaats denkt, het aan
deChineesche kwestie, die haar
verlost uit hare geïsoleerde poli
tie, de deur tot de Yantse-vailei
opent en rechten verzekert in
Shantung, en ten laatste nog de
Walvisch-baai. Laten wij hopen,
dat dit nu het laats is, voegt hel
blad er potsieriijk-wanhopig aan
toe. Maar dan nog maar liever de
Walvisch baai dan dat Duitsch
land in China domineert!
Het is nie, vleiend voor de Ger-
.maansche fierheid dat die scha-
cherpartij zoo aan de kaak gesteld
wordt.
Er is iets in die weigering van
den Dmtschen Keizer, wat alle
volkeren van Europa moeten heb
ber. gevoeld, nl. het scherpe con-
tra*y\ tusschen wat het volk zal wil
ier. en wat de regeering doet. De
Temps" heeft hier heel aardig
dev nadruk op geleed en het vol-
ngevoerd. Het blad be-
^-eckt de wijzigingen der Duit-
che Staatkunde (thans en in 1896)
en vraagt of Frankrijk daardoor
ook zou moeten genoodzaakt wor
den een anderen koers in te slaan,
En dan antwoordt het blad: Neen.
De Duitsehe Keizer kan met één
woord de geheele Duitsehe Staat
kunde wijzigen. Maar Frankrijks
houding is niet door Staatkunde
ingegeven, doch vloeit alleen voort
uit het moreele gevoel, dat er iets
moet worden gedaan voor Kruger
en de Boeren. Dat is juist
verschil van die Staatkunde die
voortvloeit uit het algemeen stem-
•echt, en de staatkunde van den
persoonlijken heerscher. De eerste
is in staat den polsslag van het
volk te voelen en daarmede reke
ning te houden; de laatste is per
soonlijk en daardoor kalm en
stijf.
De Temps" bespreekt dan de
wijziging die in de Duitsehe
staatkunde is op te merken, se
dert 1896, den tijd waarin het Je-
meson-telegram werd afgezonden.
De Keeizer stond toen lijnrecht te
genover Engeland, doch hij kon
niets beginnen, want zijn handen
waren gebonden. In Europa vond
hij geen steun. Zijn volk heeft ge
loofd en geboden, toen hij om een
sterke Duitsehe vloot vroeg. En nu
is hij genoopt geweest bij Enge
land steun te zoeken, het Engeland
dat hij vroeger wilde bestrijden.
„In Europa was dit alles vol
doende bekend, maar wisten de
raadgevers van president Kruger
dit niet? vraagt de Temps". Hoe
kenden zij den president aan zulk
ecu moreele nederlaag blootstel
len? Waarom hebben zij niet
\ocraf geïnformeerd en het ter-
■:n verkend? Dit is wellicht de
eersie slechte raad geweest, dien
hij gevolgd heeft, en dat verklaart
ons heel wat, wanneer wij den blik
achteruil slaan."
De „Dérbats" vraagt: of het be-
roemde telegram aan Kruger in
1896 niet wellicht een „ballon d'es
sai' is geweest om eens te zien,
welke Europeesche mogendheid
zich met hem tegen Engeland zou
verklaren. Het resultaat was on
gunstig, en Duitschland moest we
der aansluiting zoeken bij Enge-
»nd.
liet blad noemt deze staatkun
de van den Keizer, de sDa:kunde
van het verstand, en uawce
de" den Keizer, die sqn Kopioioe-
digheid zoozeer kan bewaren.
Maai zulk een staatkunde van
zelfbeheersching en koelbloedig
heid kan niet de staatkunde eener
democratie zijn. Die is slechts mo
gelijk bij een regeering die dicht
bij het despotisme staat, en die
niet vraagt wat het volk wil of
denkt en gevoelt.
Naar bericht wordt heeft dr.
Leyds in een onderhoud rnet een
correspondent van de „Echo de
Paris" gezegd, dat de plannen van
Kruger niet veranderd zijn. De
president zal eenige weken te
's-Gravenhago wachten op het
herstel van den Czaar.
Dr. Leyds hoopt dat Keizer Wil-
helm nog op zijn besluit zal terug
komen. De Czaar zou zijn gene
zing voltooien in het Zuiden van
Frankrijk. Waarschijnlijk zal Kru
ger hem ontmoeten te Nice of
Mentone.
Dus toch altijd nog hoop!
Buitenlandsch Nieuws.
De samenzwering tegen, lord
Roberts.
De elf mannen, die in hechtenis
genomen werden te Johannesburg,
onder verdenking van tegen lord
Roberts te hebben saamgezworen,
zullen over do grenzen worden ge
zet.
De bewijzen waren onvoldoende
om hen te doen veroordeelen, er
werden geen bommen ontdekt..
De gevangenen zijn bijna allen
Italianen.
Algemeene berichten.
DE OORLOG IN ZUID-AFRIKA.
Lord Kitchener seinde gisteren
uit Bloemfontein:
De bereden troepen van srenern..-''
Knox waren den geheelen dag
slaags bij Goedehoop, drie mij
len ten noorden van Bethulië aan
.den weg naar Smithfield. Aan de
Boeren, die een groot convooi bij
zich hadden, werd den pas afge
sneden, waarop zij terugtrokken,
terwijl onze troepen voortdurend
voeling met hen hielden.
Generaal Settle bereikte Jagers
fontein na verscheiden schermut
selingen, waarbij hij 50 gevange
nen maakte en een hoeveelheid
vee buitmaaktc. Genex-aal Paget
dreef den vijand nabij Leeuwfon
tein terug.
De gezondheidstoestand der troe
pen te Komatipoort wordt beter.
Op 29 November verscheen een
commando van vijftig goed gewa
pende Boeren bij de Cundeysleugh-
store nabij Ladysmith. Het maga
zijn werd geheel geplunderd en
de eigenares brutaal mishandeld.
Zij kwam gisteren met hevige pijn
te Ladysmith en vertelde dat er
nog zulk een commando in de buurt
was.
te wenschen. Sommigen zijn in kleine
ijzeren hutten. Het grootste gedeelte
is op beklagenswaardige wijze in ten
ten samen gepakt. De mazelen regee-
ren erg onder de kinderen, en er is bij
na geen hut waar geen kranke in is.
Om iets voor de kranken warm te ma
ken, mag geen spiritus- of parafine
lamp (uit vi-ees voor brand) gebruikt
worden. Sinds Zaterdag heeft het bij'
na onafgebroken geregend. De grond
is doornat en de koude wind speelt vrij
door de tenten. In een tent ligt een
moeder aan de tering en naast haar
ligt haar zoontje aan de zinkingkoorts.
Een vrouw, die twee zieke kinderen
heeft, vroeg in mijne tegenwoordigheid
aan een officier: „IIoc lang moet ik
nog hier blijven „Totdat al de Boe
ren hunne wapens neergelegd hebben,'
was het antwoord. „Wel," hernam de
vrouw, „dan zal ik mij hier uit bid
den." Velen vroegen mij omtrent hun
ne mannen en zonen waar zij zijn.
Willen diegenen die familie hier heb
ben aan haar schrijven, hier is het
adresExiled Women Camp, Race
Course, Port Elizabeth. De vrienden
die iets voor de vrouwen gedaan wil
len hebben, die schrijven aan den heer
F. W. Pöhl, Clarendon Crescent, Port
Elizabeth. Hij is een Afrikaander, heeft
ons volk lief en zal graag iets voor de
beproefden willen doen.
De geruchten die in omloop zijn dat
de vrouwen op de „Tommies" gescho
ten hebben zijn gelijk al die andere leu
gens van de waarheid ontbloot. De
vrouwen weten niet wat zij gedaan
hebben en waarom zij hier zijn.
Uit de Mail.
De verbannen Boerenvrouwen
In „Ons Land" deelt de heer M. II.
Le Roux het volgende mede omtrent
het verblijf der verbannen Boeren
vrouwen te Port Elisabeth
Het kamp is bij dc „Race Course",
ongeveer twee mijlen van de stad.
Laatstleden Zaterdag zijn er weer over
de tweehonderd aangekomen, onder
wie eenige oude kranke vrouwen en
twee kleine babies. Thans zijn er tus
schen de drie- en vierhonderd van Ja
gersfontein en Fauresmith in het
kamp. Tweehonderd van Kroonstad,
7.oo vertelde mij de „Mayor", zijn nog
aan het komen. Wat de behandeling
van die ongelukkigen betreft blijft veel
Stadsnieuws
Haarlem, 5 Dec. 1900.
Oi> 1 Januari e. k. zal de heer J. H.
van Reijen alhier, als commies werk
zaam op de bureaux der Ilollandsche
Spoor te Amsterdam, zijne 25-jarige
ambtsvervulling herdenken.
Op 21 dezer, 's namiddags 2 uur, zal
aan het departement van justitie wor
den aanbesteed: het onderhoud van het
rechtsgebouw alhier.
Inlichtingen worden verstrekt door
den hoofdopzichter J. J. van Schuijlen-
burg te Haarlem.
Twee jongens maakten gisteren van
de gelegenheid, dat een bakker zijn
broodwagen in de Kruisstraat onbe
heerd liet staan, gebruik om een zakje
met St. Nicolaasgebak weg te nemen.
naai geschenk aan Hare Majesteit de
Koningin, zullen bij de ingezetenen in-
teekenbiljetten worden bezorgd.
't Is te hopen dat men op deze manier
veel geld bijeen krijgt.
Velson.
Voor de vaceerende keirekking van
onderwijzer met hoofdacte alhier, heb
ben zich aangemeld 26 sollicitanten.
De diphtheritis schijnt de gemeente
nog maar niet te willen verlaten. Se
dert eenigen tijd kwamen geen gevallen
voor. Thans is opnieuw een geval ge
constateerd en wel op de Heide.
Door de commissie, belast met het
inzamelen van gelden voor een natio-
Binnenland.
Parlementaire Praatjes.
Er zijn gisteren in de Kamer zóó lan
ge redevoeringen uitgesproken, bij de
voortzetting van het algemeen debat
over de Staatsbegrooting, dat zelfs bij
de gebruikelijke resumtie in ons blad
de gewone ruimte dubbel zou worden
overtroffen, zoodat meer dan gewone
beperking noodzakelijk is.
Nadat de minister De Beaufort, met
toestemming van de Britsche regee
ring, aan de Kamer, zij het ook onder
geheimhouding, de stukken had kun
nen overleggen, die betrekking hebben
op de gevangenneming der ambulance-
Dr. Koster, in Transvaal, zctle de heer
Troelstra zijn rede voort, betoogende
dat alleen door grondwetsherziening
een regeering is te krijgen met een vol
ledig plan voor sociale wetgeving.
Deze regeering had geen beginsel ge
toond in dit opzicht. Ook niet tegen
over de Eerste Kamer inzake de Onge
vallenwet. Ten aanzien van rusttijden
en ouderdomspensioenen verwachtte
spr. niets van deze Reg. Ook het pacht-
contract bleef rusten, zeer ten nadeele
van de boeren-arbeiders. Op belasting
gebied werden de minder-bevoorrech-
ten ook niet goed behandeldspr.
kwam op tegen de voorgenomen ta
riefsherziening die drukken zou op de
levensbehoeften van den arbeider. De
Reg. had vrees getoond om de gemeen
telijke geldmiddelen te gebruiken voor
sociale doeleinden. Haar houding was
dus onvoldoende. Ook die der Kamer.
Het afjakkeren, het afhameren van
millioenen hij de oorlogsbegrootingen
kwam niet te pas en spr. zou obst^uc-
tionisme gaan voeren, met zijn vrien
den, door het voorstellen van amende
menten.
De Voorzitter sprak het vertrouwen
uit, dat dit den spr .geen ernst zou we
zen, maar dat was het wèl, zeide de
heer Troelstra. Vervolgens keurde hij
het gevangenhouden der Hoogerhui-
sen af en hoopte dat een volgend Min.
van Justitie hen gratie zou verleenen.
Een uitwijding over de koloniale poli
tiek werd door den Voorzitter gestuit.
In 't algemeen kwam spr. tot de con
clusie, dat, zoolang de Reg. uit één
klasse voortkomt, geen wezenlijke so
ciale verbeteringen zijn te verwachten.
De houding der overheid bij werksta
kingen werd door den heer Troclstra
met tal van voorbeelden streng gegispt.
Hij drong er bij de Reg. op aan dat
deze zou waken tegen het misbruiken
der politie tegen de arbeidende klasse.
Na een hulde aan de Reg. voor haar
werkzaamheid, zaakkennis, degelijk
heid cn hoffelijkheid jegens de opposi
tie, besprak de heer Kuyper allereerst
eenige detailpunten, waarover nader
zal gesproken worden bij het antwoord
der Reg., om dan tot de politiek te ko-
mën. Een beslist homogeen kabinet
was thans niet mogelijk. De Reg. was
er ook niet in geslaagd een kabinet van
liberale concentratie te zijn. Hoe stond
de Reg. bijv. tegenover de door de ge-
avanceerden opgeworpen quaestie der
grondwetsherziening. Een verklaring
vóór de verkiezingen was noodig. Spr.
verklaarde zich tegen een grondwets
herziening waarbij het kiesrecht nnn
den gewonen wetgever zou worden
overgelaten. Daarenboven was er geen
kans van slagen voor een grondwets
herziening. Spr. wilde geen kiesrecht
waarbij de volkssouvereiniteit zou ko
men te staan tegenover de souvereinl-
teit Gods. In de landen van het algo-
meen stemrecht heerschte protectie,
hoe kon men beweren dat het do voor
waarde was voor wezenlijke verbete
ringen.
Ten aanzien van het beleid van den
Min. van Buitenl. Zaken, constateerde,
spr. nog eens dat de fout lag in het te
snel acceptecren van de Vredesconfe
rentie. Daaraan was nu niets meer te
doen. Wèl inzake China wij hadden
ons daar niet door de groote mogend
heden moeten laten verdringen. Daar
over was spr. niet bevredigd.
Terugkomende op Zuid-Afrika, meen
de spr. dat thans, na de Vredesconfe
rentie-ratificatie geen vijandige daad
meer kan worden gezien In een aanbod
tot interventie. De eerste raadgeving
aan Kruger was goed, de tweede niet
het zenden van do „Gelderland" juich
te spr. toe. Tegenover de expansie-poli*
tiek der groote Rijken moesten de klei
ne volken vereend staan. Tot de nood
zakelijke dingen voor het bevorderen
van hot materiaal bewustzijn, bleek
spr. ook de vrije schooi te rekenen. Hij
was het eens met de noodzakelijkheid
om met allerlei middelen den vierden,
stand te helpen verheffen. Maar waar
de millioenen to vinden? De klimming
der middelen bate niet. De Min. van
Fin. had dan ook ingezien dat do free-
trade maar moest worden opgegeven.
Vrijhandel was goed voor een groot
rijk. Ten 3lotte kwam spr. op tegen hot
onvaderlandslievend karakter van de
socialistische partij.
Vervolgens zette de heer Vermeulen
uiteen waarom wij z. i. inzake Zuid-
Afrika de houding hebben aangenomen
die oen kleinen Staat past. Die hou
ding zou onzen invloed verhoogen bij
een nieuwen stap, waarover spr. niet
zou uitwijden, omdat hij volledig ver
trouwen had in do Reg. te dezen aan
zien.
De heeren Brummelkamp en De Boer
traden hunnerzijds in een uiteenzet
ting van den stand dér politieke par
tijen. Do laatste gaf een uiteenzetting,
van de liberale beginselen, die ruimte'
lieten voor verschil van opvatting.
Geen enkele partij kan zich voor 4 jaren
binden aan een vóór de verkiezing aan
vaard program.
De heer Mees verdedigde het Kabinet
en bestreed de leuze „grondwetsherzie-1
ning" als een onnutte leuze, omdat
binnen de grenzen der Grondwet nog
zeer veel was tot stand ie brengen.
De heer Verliey vroeg verbetering der
Rijkspolitie op de rivieren.
ï1 e n 111 e t o n.
u.
Naar het Duitsch.
Het schot is door hem gelost,
dat is zoo klaar als de dag! Hei zou
dwaas zijn naar een anderen dader
te zoeken. En weet je wat ik wou,
Edith?
Nu?
Ik wou dat hij niet gegrepen
werd, dr.t men hem zelfs niet ver
volgde, maar slechts aan de wroe
ging van zijn geweien overliet. Dat
zou de zwaarste straf zijnde
allex*zwaai%stedat kun je ge-
looven.
Dat is een zonderlinge wenseh,
Prosper, dien ik niet deel en die
ook moeilijk vervuld zal kunnen
worden. Ik ben overtuigd dat men
den moordenaar gegrepen zal heb
ben voor twee dagen verloopen
zijn.
Vóór twee dagen verloopen
zijn, herhaalde hij werktuigelijk.
En dan ko.rnt .er. natuurlijk, alles
maar op aan of hij bekent.
Men zal hem naar zijn beken
tenis wel niet veel vragen, als hij
door handtastelijke bewijzen kan
worden overstelpt. Maar dat gaat
het recht aan, niet ons. Wij hebben
eex-st wel andere, dringender plich
ten te vervullen. Voel je je sterk,
Prosper, me nu naar het heeren
huis le geleiden
Heftig afwerend, alsof men iets
heel onnatuurlijks van hen had ver
langd, hief hij beide handen op.
Ik zou hem zien Neen
nooit! Vraag me liever mijn leven
als je meent dat daardoor zijn aan
blik me bespaard kan blijven.
En toen wierp hij zicli in een
stoel en jammerde
Zorg dat ik hem niet behoef te
zien, Edith! Dat alleen niet. Ik ben
zóó ziekzóó ziek!
Ze streek liefdevol over zijn ver
ward haar en zeide op dien mil-
den, bijna moederlijken toon, die
reeds zoo dikwijls verzachtend op
zijn kranke ziel had gewerkt
Ja, je bent ziek, arme Pros
per! en voordat je geheel genezen
bent zul je, voor zooveel ik er iets
aan kan doen, niet woixlen lastig
gevallen en vermoeid, zoodat je ze
nuwen nog meer, van_ streek, raken...
Ik weet immers dat ongestoox-de
rust het beste geneesmiddel voor
je ziekte is.
Ja, rust! Ach, als iemand me
rust kon bezorgen, Edith! Maar
wat ben je goed voor meen
wat schaam ik me over je goed
heid. Je kunt niet vermoeden hoe
weinig ik die verdiend heb.
Ik geloof wel, dat je gisteren
met heel weinig vriendelijkheid
ten opzichte van mij gedacht hebt,
maar daar ben ik niet boos om. Dat
is nu eenmaal ergeten en afge
daan, niet waar? Nu mag je aan
niets anders denken dan aan het
vex'stex'ken van je gezondheid. Na
de verschrikkelijke gebeurtenis van
vannacht moet die je nu honderd
maal kostbaarder zijn dan vroeger,
want tengevolge dier gebeurtenis
wachten je ernstige plichten, die
een zware veran twoordeli j khe id
meebrengen. Hoe diep je ook de
daad van dien ellendigen houtves
ter moogt verafschuwen, je moogt
toch niet vergeten dat zijn verra
derlijk schot je tot majoraatsheer
van Elvershöh heeft gemaakt.
Prosper hief het hoofd op. Een
onuitsprekelijke smart teekende
zich op zijn bleek gelaat af.
Spreek daar niet van, Edith!
Als je medelijdexi met me hebt, her
inner me dan niet daaraan. Ik wil
van het majoraat, van het vervloek
te geld niets weten! Wie lust heeft
mag het nemenik zou het toch
nooit kunnen aanraken.
En je menschlievende plan
nen? Wil je dan je grootsch denk
beeld afvallig worden, juist op het
oogenblik, waarop liet lot je de
macht iix handen geeft ze gedeelte
lijk ten uitvoer te brengen?
Hij maakte een onduidelijk af
wijzend gebaar.
Ik heb geen plannen en denk
beelden meer. In mijn hoofd is al
les verward en leeg. Ik zou willen
gaan liggen en sterven als het maar
gemakkelijk en snel gebeurde.
Wanneer je je oogenblikke-
lijke zwakheid en treurigheid hebt
overwonnen zul je je over derge
lijke onmannelijke redeneeringen
schamen, Prosper! En aan afstand
doen vaxi het majox*aat valt ook niet
te denken. Je hebt heilige plichten
tegenover je moeder en zuster le
vervullen. Ter liefde van ons, als
je het dan niet om jezelf wilt, moet
je dezen nieuwen aanval van zwak
heid meester worden zooals je dat
ook bij vroegere gelegenheden ge
lukt is.
Ja, je hebt gelijk, zei hij met
doffe stem en neergeslagen oogen.
Ik mag niet aan mezelf denken en
ik mag ook nog niet sterven. Jij
moet ineestex-es blijven op Elvers
höh zooals je het aan Erwins zijde
zoudt geweest zijn. Daarvoor al
leen moet ik nog langer leven.
Niet daarom alleen, want jij
zult ook in je grooten werkkring
vroolijk cn gelukkig worden. Maar
we zullen nu niet langer spreken
over dingen, die je zoo vreeselijk
opwinden. Ik raad je dringend aan
naar bed te gaan, want ik geloof
zeker dat je den geheelen nacht je
klcederen hebt aangehouden.
Ik kon niet in slaap komen,
Edith! Maar ik zal nu alles doen,
wat je van me verlangt. Als je me
maar belooft dat je me met rust
zult laten en dat ik niet naar ginds
behoef, naarden doode.
De barones stond op om heen te
gaan,
Ik beloof het je, Prosper I En
als ik nu ginds in het slot den dok
ter ontmoetwil je dat ik hem
dan hierheen zend?
Neenneen! Hij zou me
maar plagen in plaat-s van me te
helpen. En het liefst wil ik niemand
zien.
Mij uitgezonderd, naar ik hoop.
Als er ginds niets meer voor xxio
le doen valt dan kom ik weer
bij je.
Hij toonde geen vreugde over
deze belofte, maar verzette or zich
ook niet tegen. Het een of ander,
dat hij niet durfde uitspreken ot
waartoe hij geen woorden kon vin
den, scheen hem bezig te houden,
want hij streek zich een paar maal
over het voorhoofd en staarde als
zoekend voor zich uit.
Edith wachtte gedurende eenige
minuten tevergeefs, toen zeide zij
Heb je me nog hel een of ein
der op te dragen, Prosper. Kan ik
iets voor jo doen
O, je zult weer toornig uilva
ren als ikals ik over haar
spreek. Je kunt het zelfs niet eons,
verdragen haar naam te hoorfen
noemen.
Hij wierp een schuinen blik ter
zij do op haar gelaat, maar daf
bleef onveranderd vriendelijk en
zij schudde het hoofd.
Je bedoelt de nicht van don
hoofdtuinman? Wees onbezorgd.
Als je niet opnieuw het plan hebt
haar tot je echtgenoote te maken,
heb ik geen reden mo met haar to
bemoeien.