mmmtmètmmmmÊmimms Een tocht met hiüdernisseii 11 Mi-1 MrnM-Mel,1 Heiae Houtstraat 105. Nieuw! Nieuw! 3s Famiüa-Vioal-Zithsr is tot toste Aires. Steenkolen. Rookworst, T. A. DQNNEE, «Cs-ffers. M. SCHAUBT,' (^JSïzijs„Os Sciifen Bril"). Bier 5 Cent. Bier 5 Cent. Dc Kleine Vereeniging. Bier 5 Cent. Bier 5 Seat §IPKE§' Roode en Witte Bessenwijn, Limonade-Siropen, maken. Hier komt bij het betreurens- Rraardige maar beslaande en soms ge rechtvaardigde vooroordeel tegen de rrouwen en kinderen van mannen die „zitten", waardoor men hun geen Werk toevertrouwt. Dit verschijnsel is ornslig genoeg om afzonderlijk onder de oogen gezien te worden. Men stelle zich den fertelijkeu toestand duidelijk voor. Men denke Jaarbij niet alleen aan het lot dezer Ongelukkige gezinnen in groote ge meenten, waar zij wellicht niet zco in t oog vallen aan ieder, die niet -speci- ml met armenzorg belast is, maar in lc kleine stads- en dorpsgemeenten, waar om zoo te zeggen allen elkander cenncn en de ellende van dit verschijn- lel doorgrond kan worden. A&n wie de zorg voor deze ongeluk- dgeu? Het ligt eenigszins voor de hand im tc denlcen dat zij thuis behooren jij del burgerlijke armbesturen. Het ilinkt nog al logisch, dat waar de Jtaat de mannen straft en hen aan de maatschappelijke of burgerlijke sa- aenleving onttrekt, het ook op den peg van den Staat of burgerlijke, asu gemeentelijke overheid ligt oor de overgeblevenen te zorgen. Dit :eschiedt dan ook vele malen, maar iet is niet te ontkennen dat dit met Tootcu weerzin geschiedt en dus tot et allergeringste, om niet te zeggen nmogelijke.beperkt wordt Men heeft 211 dief, een strooper.een vechtersbaas, 6n dronkaard in zijn midden gehad; len heeft reeds veel overlast van hem ndemmden. Nu men hem eindelijk ens kwijt is, moet men zorg gaan dra- on voor zijn gezin! Een taak, die een ewoon mensch niet van harte afgaat, laargolaten nog de vele armbesturen, ie de desbetreffende woorden der ar- icnwet in den allerstrengsten zin op- Ettten en toepassen en deze armen on- erhiddelijk dc deur wijzen en verwij- »n naar de kerkelijke besturen. En deze? Dat zij huiverig en onge il d zijn om deze armoelijders onder anne bedeelden op te nemen ligt voor e hand. Zeker, er is een zeer hoog landpunt, waarop de Christelijke rmverzorging kan en moet zeggen, at zij havo barmhartigheid heeft uit e strekken, misschien wel juist en Ij voorkeur tot de dubbel ellendigen, ie de schande dragen van de misdaad i het wangedrag vss een man en va- jr en door zijne schuld aan armoede n prooi zijn. Maar in de praktijk is ït niet kwalijk te semen, dat. zelfs srkeüjkc, arm verzorgers een eenigs- ns lager, minder ideaal, standpunt inemen. Zij hebben reeds zooveel te jen met andere armen; moeien zij :n last van de bedoelde huisgezinnen nog bij nemen? Hier komt bij, dat kerkelijke armver- jrgen uiteraard en door hun iglementen verplicht zijn het zedelijk ven van hunne bedeelden na te gaan 1 in geen geval bedeeling mogen ver rekken wanneer zij daardoor onze- elijkheid of ongebondenheid in de lüd werken. En nu de arme kin nen geheel daargelaten is het een it dat in niet weiuige gevallen de rouwen van vele veroordeelden wei- ig beter zijn dan de mannen. Zijn zij niet medeplichtig aan het kwaad, it hun man bedreven heeft, mede- etende zijn zij maar al te dikwijls, idien zij maar niet den man er toe inzetten of in stijven. Zouden er wel :1e vrouwen in de volksklasse zijn, ie er niet alles van weten, wanneer iar man wild stroopt, of etenswaren eelt, of met plannen rondloopt om j dezen of genen wraak te nemen? En ït is juist de wetenschap hiervan die ïrkclijke armbesturen noopt, vooral lar waar men goed op de hoogte der 'zinnen is, tegenover deze bedeeling tekenden de uiterste voorzichtigheid i acht te nemen, aan de voorwaarde in zedelijken levenswandel streng hand te houden eu geen of de aller- ïringste bedeeling te verstrekken. En zoo wordt deze categorie van rmoelijdenden een ware last voor mnè omgeving. Er blijft hun weinig iders over dan te bedelen, bij goede enschen aan te kloppen en hun nood zóo vragen wij, met het oog öp de te verwachten armenwet, een onderzoek gewenscht zijn naar hetgeen hier en daar ten opzichte van de verzorging van deze armen geschiedt door instel- lingeu, besturen en bijzondere perso nen? Van onze kant wenschen wij een denkbeeld aan de hand to doen, dat, bedriegen wij ons niet, een dubbel voordeel aanbiedt. Er wordt in dc gevangenissen ge werkt en daarmede iets verdiend, dat bij het ontslag den gewezen veroordeel den ten goede komt. Zoude het niet mo gelijk zijn deze verdiensten aan dc vrouwen over te maken, t. w. langs officieelen weg door de directie der ge vangenis aan de armbesturen of daar toe bepaald aan te wijzen vereenigin- gen van armenzorg? Stellig zoude dit goen Voldoende ondersteuning zijn do armbesturen zouden er wat aan moeten toevoegen. Maar verkregen zouden worden deze twee voordeden dat allereerst ook in de gevangenis de band van den vader met zijn gezin voor zijn bewustzijn levendig werdhij zou gevoelen te arbeiden voor de zijnen, wier natuurlijke en wettige verzorger hij is en ten tweede zoude het huisge zin toch eenige, zij het ook een geringe tegemoetkoming hebben in zijn behoef ten en de straf van den vader er min der zwaar op drukken. door SI OMONG. klagen. Of, waar dit streng te keer £aan wordt, loopen zij de huizen af et kleine loterijen of wel met ven- rswaren, wat niet veel meer is dan irmomdc bedelarij.Trouwens de goed icfscho menschen geven, om maar m den last af te zijn, liever een paer nten dan dat zij een lootje of een (osje lucifers e. a. koopen. Boven- en wordt hiermede zeer weinig ver end, te weinig om geregeld in het iderhoud te voorzien. Het gevolg van een en ander is, dat i bedoelde vrouw en kinderen feite- k armoede lijden en voor hunne om ving zeer hinderlijk zijn. Men zit er sde; het is verlegen werk. Hen terug- ooten wil of durft men niet; maar j elke ontmoeting rijst de morrende aag: moeten wij nu die menschen tderhouden? Voor wio iets dieper doordenkt, jrdt hier een misstand in de samen- ring openbaar, cene ware onbillijk- id en wel deze, dat do wet die dc huldigen straft, met hechtenis, door Ba straf ook zijn vrouw en kinderen gevoelige wijze treft, feitelijk alzoo bi.el straft, onschuldigen met schul den. Is het de bedoeling van den ■afwetgever de samenleving tijde- k. te bevrijden van een schadelijk lividu, hij legt zoodoende haar een ■t op door haar te stellen voor de volj- ''er armoede van zijn gezin, n fout in de strafwetgeving die zeker :t gemakkelijk te verhelpen is, maar :h niet in de bedoeling van het straf hei ligt. Hoge de eenvoudige uiteenzetting a deze feitelijken toestand meer er- renen opwekken eenigo donkbeei- i ten beste te geven aangaande de hte wijze om in den nood dezer ielukkigen te. voorzien. Zoude niet, Mijn vriend Hoogterp de arme jongen is later bij Tabanchu zwaar ge wond door een schot door beide lon gen J cn ik zouden met een ossenwa gen, beladen met ambulance-goede ren, van Bloemfontein vertrekken, om na een reis van verscheidene dagen, dwars door de Vrij staatse he vlakten, onze ambulance te bereiken, die, on der de beide door Nederlandsch-Indië gezonden doctoren, te Scholizplaats hare tenten had opgeslagen. Veel had ik van een ossenwagen hooi en spreken maar ditmaal zou 't de eerste reis zijn, die 'k met zoo'n voertuig zou maken. Nu, 't leek me geen erg aanlokkelijk vooruitzicht, zoo'n afstand af te leg gen, vooral nu ik vooruit over 't een en ander informaties ingewonnen had, en gehoord dat men zoo ongeveer 18 mijlen per dag, of liever per nacht, vorderde, omdat de hitte midden cp den dag te groot voor do trekdieren zou zijn. Gemakken biedt zoo'n voer tuig in 't geheel niet aan en een w geutje op vseren is 't ook niet Stel u voor, een houten stel van planken en binten, alles even soliod maar zwaar, gedragen door een viertal plompe wie len. 't Geheel kraakt eu waggelt en elke oneffenheid in den weg doet u een schok voelen, dat men er werke lijk een goed stel holten op na moet houden om niet uit elkaar te vallen. Meestal heeft men 16 ossen voor een zworen wagen gespannen, en is dit 't geval, dan wordt elke os afzonderlijk door een naam aangeduid. De twee ossen die aan den trekboom gespannen zijn heeten hotachtcr cu haarachter of ook wel beide achterossen; de twee die hiervoor staan zijn de naast-ach ter en zoo vervolgens 't derde paar hot op zes, haar op zes; hot op acht, haar op acht; hot op tien, haar op tien; hot op twaalf, haar op twaalf, hot naast voor, haar naast voor en ten slotte de belde voorosen. Buiten deze namen bezit elke os nog een eigennaam en deze hangt meestal af vair de kleur; Holland, Zwartland, Witvoet, zijn zoo wat dc meest gebruikelijke namen, 't Is vermakelijk om een kaffer met zoo'n stelletje ossen te zien manceuvreeren. Een lange zweep in de hand.schreeuwt ea bruit hij met langgerekt, heesch keelgeluid om de dieren tot suoed aan te zetten. Nu en dan laat hij het zweep- leder een paar malen door de lucht gieren, waarna hij 't met geoefende hand precies op dien os laat neerko men, die zijns inziens tegen de trek- wetten zondigt. De voorossen zijn meestal een paar schrandere dieren, waarvan alles afhaugt, terwijl de acheterosen meeslad de greed hertte en sterkste zijn. Met ziju zweep weet de kaffer alle ossen op een lijn te houden zoodat zij regelmatig aan den ketting trekken. Zoodra da voorossen een wei nig uit den koers zouden gaan, schreeuwt de drijver met vervaarlijk geluid: „Hou pad, schelmen, vagebon den!" en als 't span soms een oogen- blik mocht verslappen, dan klinkt 't: Vat, vat, vat!" terwijl elk „vat" begeleid wordt door een klinkenden 1 zweepslag. Men zal 't woord „vat" misschien niet begrijpen, maar de drij ver bedoelt er mee „aanvatten, aan trokken", en gedwee volgen de ossen 't bevel op. Banken of zitplaatsen zijn er op zoo'n wagen niet aangebracht. Wel bestaan er andere, de zoogenaamde „trekwa", waar van achteren op een derdo gedeelte van de ruimte een af gesloten gedeelte is gemaakt met een huif er over en waar dan dc geheele Boerenfamilie in logeert. Aan beide zijden van den wagen bengelen de kookgereedschappen, mesial bestaande uit een grooten koffieketel en een paar kafferpollen. De onze was echter ge heel en al een transportwagen, en daar er natuurlijk van liggen geen sprake was, zochten mijn vriend en ik maai de zachtste kist op. Eindelijk, nadat wo met een aantal kaffers een heeleen dag gesjouwd had der om de zaken „achter elkaar" te krijgen, was de wagen geladen en ons vertrek om 6 uur tegen den avond be paald. Nog enkele beschikkingen en koopen werden te Bloemfontein ge daan, o.a.de onmisbare waterzakken, en nadat onze lieve gastvrouw, waar we twee dagen ie Bloemfontein geweest waren, ons ruimschoots van 't noodi- ge had voorzien, gingen we schonune- lende op pad. Een tweede ossenwagen, bestemd voor de Duitaché ombulanco lc Jacobsdal, was aan onze zorgen toe vertrouwd, en zoo vertrok onze kleine karavaan. Mijn vriend Hoogterp, die ai een jaar of wat in Afrika geweest was, trok zich van de heele geschie denis niet veel aan, on vond nog ge legenheid om zoolang 't daglicht 't toe liet, een courant in te Kijken, wat mij echter onmogelijk was. Ik had genoeg werk om me vast te houden, want elk oogenblik vreesde ik een tuimeling naar beneden te maken. Piepend en knarsand, hotsend en stootend zeulde 't logge voertuig over 't zware zandige pad, dat overal vol gaten en kuilen zat. Eenmaal in 't schuitje, moet men meevaren, dacht ik, en dus verdroeg ik gelaten al dc kwellingen en zat er over te filosofeeren waarom nu de dok ter toch niet voor een gemakkelijker vervoermiddel gezorgd had, ea als ik dan van tijd tot tijd weer een gevoeli- gen duw in mijn rug kreeg, slingerde ik een onvriendelijkheid aan 't adres van den dokter uit, die 't gelukkig niet kon hooren. Onder 't geschreeuw van de drijvers en het klappen van dc zweep, ging de wagen gestadig voort, toen op eens: krak! daar viel de wa gen 't onderst boven en mijn vriend Hoogterp en ik vormden met de door elkaar gesmeten manden cn kisten een vermakelijken chaos. Eindelijk kon ik me van de boven op me geval len manden loswerken en wreef mijn pijnlijke ledematen. Hoewel wc bei den natuurlijk eerst om 't ons overko men grapje volstrekt niet lachten, deed ons 't komisch wanhopig gezicht van den drijver, die van schrik de zweep had laten vallen en nu met de handen in 't haar zat, toch in een hartelijke lachbui uitbarsten. Goede raad was nu duur. Midden in 't veld een uur verwijderd van Bloem fontein, dat was ecu onpleizierig geval. We bespraken een oogenblik de kwes tie en kwamen lot dc conclussie, dat we beiden te voet naar Bloemfontein zouden terugkceren, terwijl de kaffers 't gebroken wie! naar het dorp zouden brengen om 't te laten herstellen. Wij beidjes togen dorpwaarts en, toen wc daar 's avonds tegen 8 uur in 't don ker weer bij onze gastvrouw aankwa men en haar 't geval vertelden, lachte zij ons op den koop toe nog uit. 't Beste was echter dat de goede vrouw ons een heerlijk maal verschafte, dat we smakelijk verorberden. He sliep dien nacht als een roos, crcomende van onzen vertoornden dokter, die me allerlei liefelijke woorden naar nvn hoofd gooide, die me echter koud lie ten. Als hij Lij ons geweest was, dan had hij ook den Afrikaar.schen grond eens kunne kussen en voelen hoe een stevige aanraking met een houten kist is. Den volgendeu morgen waren we allebeide zoo stijf als een hout en alle ledematen deden ons pijn. Maar we wisten toen nog niet, dat dit pas 't begin van ons lijden zou zijn. Toe vallig was mijn vriend juist dien dag jar»g en we hadden nog een pondje, zoo dat zich laat begrijpen, dat we r ap. dien oenen dag vacantia profiteerden om Bloemfontein eens terdege te be kijken. Veel was er niet tc zic-n en dc stad, of liever het dorp, viel ons ere togen. Overal waar men kwam En- geïsch sprekende dames en lieeren. Engelsche winkels, Engelsche hotels, enfin, alles Engelsch. Een aardig ge zicht leverde d en dag 't Marktplein op, omdat t juist marktdag was. Hon dorden ossenwagens beladen met per- zikjes en vroonten waren ter markt ea t ging er levendig toe. Bloemfon tein verdient d.'.en naam minder dan Pretoria het z-mde doen, omdat daar inderdaad lijnn elke villa een tuintje heeft, voorzien van heerlijke rozen en djuizenden andere bloemsoorten. Bloemfontein is echier wel een mu seum rijk, waar we ons eenige uren iu ophielden en waar we veel merk waardigs te zien kregen op 't gebied van dc mineralen-, de dieren- en vo gelwereld. Voor 't Gouvernementsge bouw staat een standbeeld van wiiien president Brand. Als een indrukwek kende figuur staat de oado Brand boven op zijn voetstuk, waarop dc woorden staan gegrift, door hem in moeilijke iijdan gesproken. Alles zal recht kom," sprak de pre sident eens, en dat klinkt nu als eene profetie. Ja, alles zal recht kom, al mogen er duistere oogenölikken zijn, waarin de onafhankelijkheid der beide zusterrepublieken dreigt vernietigd tt: worden door 't machtige Engeland, t Was of ik gevoelde ds.t deze woorden waarheid zouden worden toen ik voor 't standbeeld stond. Wel werd ons ge loof in den goeden uitslag vau deze vreeselijke worsteling voor vrijheid en recht later op een zware proef gesteld, maar de dagerand begint nu te lichten. De Boeren hebben geleerd door zware beproevingen hunnen plicht te doen, en de zwakkelingen volgen hoe langer hoe meer 't voorbeeld van de braven. Onwillekeurig ben ik echter afge dwaald en zal nu den draad van mijn verhaal weder opvatten. Tegen den avond zou 't wiel gerepa reerd zijn en zouden wij onzen tocht kunnen voortzetten. Den kafferdrijver werd gelast ons in ons kosthuis te komen waarschuwen, wanneer alles klaar zou zijn. Maar boy Jan had de opdracht verkeerd begrepen en de wagens waren al vertrokken, toen wij nog rustig op de veranda van 't hotel zatn te keuvelen. Enfin, avo lieten ons met een rijtuig tot op de plek waar de wagen omgevallen was, brengeu en bemerkten dat deze al uit 't gezicht was. Er zat voor ons niet anders op dan te voet verder te gaan. Aange naam was dat nu juist niet, te meer omdat we met nieuwe proviand bela den waren. Maar 't moest en dus gingen we maar op pad. Bij beurten droegen wij 't korfje met brood en vloesch voorzien. Tot overmaat van ramp overviel ons een stortbui, die ons in een oogenblik doornat maakten. Wel zochten we voor een oogenblik een schuilplaats onder een eenzaam staand doornboabooinpje, maar dit bood wei nig beschutting; 't regende er hard door. Toen ons bleek dat 't toch niets baatte, stapten we maar op. Eindelijk na twee uren gemarcheerd te hebben, bereikten wij de wagens cn scholden do kaffers eens flink uit om ons hart to luchten. Nadat de os sen een oogenblik gerust hadden, werd hen 't juk weder opgelegd en hobbelde de wagen weer verder. Weer werd door ons 1 zachtste plekje opgezocht De zon neeg ter kimme en langzamerhand trad de duisternis in. 't Zou de eerste nacht zijn, dat ik onder den Zuid- Afrikaanschen hemel zou slapen. Maar 't was een heerlijke nacht; zacht en zeel was 't windje en boven onze hoofden schitterde een prachtige ster renhemel. Heel in de verte, even vaag uitkomende tegen 't uitspansel, 't be kende Spitskopje van Bloemfontein en de verderop gelegen reeksen kopjes, bultjes eu randjes. Vreedzaam lagen de trekossen paar aan paar, een oogen blik ontlast van hunne trekhouten. te slapen. Mijn vriend en ik lagen op on- nitgespreide kombaarzen, een pijpje in den mond, nog een poosje gezellig te babbelen, totdat uit gebrek stof we zachtjes indommelden. Voor we slapen gingen hadden we ech ter eerst nog even onze proviand aan gesproken en een hartig slokje geno men. Doodstil was 't daar om ons heen, geen enkel geluid werd verno men dan nu en dan 't zware gezucht der ossen. De kaffers hadden gauw een vuurtje van bosjes (een soort erica) gemaakt en daarop hun kafferpot go- zet, om kost te keken, die gewoonlijk beslaat uit pap van kafferkoren en een stukje schapenvieesch, meestal afval, zoo maar in 't vuur gelegd eu dan ge roosterd of liever gebrand, 't Is een fantastisch gezicht, de in lompen ge hulde gestalten der kaffers te zien zit ten om een mestvuurtje, terwijl de nu en dan opflikkerende vlammen hunne vuilzwarte gezichten verlicht. Als hun kost ga&r gekookt en gebrand is, gaan zij stilzwijgend aan den maaltijd, om eindelijk vermoeid van 't schreeuwen en sjouwen, ergens onder den wagen te gaan slapen. Om 1 uur 's nachts werden wij uit onzen slaap gewekt om verder te trekken. De maan ver toonde zich als een heldere bol aan 't firmament en bescheen de uitgestrekte vlakte met een flauw licht. De ossen, door slompen cn slagen uit hunne rust opgeschrikt, schikten zich weder gedwee in hunne trek jukken en loei den zacht. Da kaffers hingen hunne i kookgereedschappen weder aan den wagen en rolden onze kombaarzen op. en wij, door den slaap huiverig gewor den, hulden ons in onze warme jassen. Met slapen was 't gedaan; zou men 't beproeven dan zou men toch elk oog n- biii: uit en domraeling opschrikkceu doordat dc wagen telkens tegen een of andere klip stiet. We staken daarom onze pijpjes maar weer aan en spraken over onze familie, die duizenden mij len ver, in angst en spanning naar tijding uitzag, ik vertelde mijn vriend \an 'i heerlijk Insuliade, waar da maan nog mooier scheen en de natuur 'wisselend Avoest en idyllisch vredig dat met zijne kraters en bergen zc-o meel verschilde van deze eindelooze grasvlakten, Avaaron zich slechts hier en daar een heuvel' verhief. Hier alles eentonig, daar een wereld vol afwisse ling. Tcch lag er ook iets bekoorlijks in deze stille eenzame omgeving. Zoo trokken wij weer verder, totdat al lengs dc dageraad begon te schemeren en de zon haar licht over de vlakten goot. Tegen 8 uur werd weder halt gehouden en werden de ossen 't A*eld ing Uiurd om te kunnen grazen. Ook onze maag reclameerde en deed ons onzen voorraadskorf aanspreken. En na onzen maaltijd brachten v.lj den dag door in een heerlijk dolce far niente. Tegen den namiddag, toen de zon mind.er warm scheen, trokken wij weer voort, cn ontmoetten des avonds op onze uitspanningsplaats een ander transport,dat voor de laagers van Cron- jé bestemd was. De Irar.sportcomman- dant, een oude Boer, begeieide met zijn heele familie en zijn trekwagen 't convooi cn wc maakten met hem kennis. Hij deelde ons mede, wat het doel van zijn tocht was, zoodat, toen het bleek dat wij denzelfden kant uit gingen, Avij voor een eind althans reis- e nlcrtgenooten konden zijn. Brits, zoo heette de Boer, was een oude voor trekker geweest, maar nu te oud om zc-lf nog te vechten, had hij zulks aau zijn zoons en kleinzoons overgelaten en bewees nu op deze manier nog goe de diensten aan zijn land. Hij Avas ver- gezld van zijn vrouw en drie kleine kinderen, zijne kleinkinderen. De moe der was dood en de vader vocht op commando, zoodat de drie stumpert jes bij hunne grootouders onder dak waren. 't Spreekt van zelve, dat wij een praatje met den oude ntakhaar aan knoopten, waarbij hij ons veel inter- ressants vertelde uit zijn jongelings jaren, toen hij de groote trek uit Na- tal medegemaakt had, overal vervolgd door de rooibaatjes. Sprekende over 't trekken met, een ossenwagen, vond ik dat nu niet zoo'n aangename bezig heid en gaf hem dan ook te kennen, dat ik voor mij liever in een gemak- kelke spoorwegcoupé zat. „Neef moe niet zoo praat nie", ver dedigde de Boer het aloudo vervoer middel der Boerennatie, „ons vin die ding banja maklik. Ons kuier, ais ons lust het, achter dia wó. an, en als ons moeg is, klim ons weer op. As ekke uitspan ze ik voor m'n jong: boy, jij blij hier en pas op die osje3 en daa ga ekke sketi. Die kinders kan op en af klim en raas zooveel als hullie wil en cklce is nooit zoo gezond nio as in die veld," „Ja, maar oom," wierp ik tegen, „je wordt haast uit olkaar gerammeld en je heele lichaam doet zeer van de schokken en etooten." „Nee, Avat toch, jij praat daarom voor mij te snaaksch. Jij het daarom nog nooit met eon trekwft getrek nie. On lè een paar dikke matrassen op die ding en aan een goeie kartel en dan is ons klaar met die ding. Die wé, kan da nstoot dat 't zoo barst, ekke voel dit nie." Ik kon niet anders doen dan de on gevoelige huid van zoo'n Boerenfami lie beAvonderen en denken: zij liever dan ik, maar alles went, dus ook trek ken met een ossenwagen. Gezellig koutend zetten wij de reis eindelijk voort en 't speet me waarlijk, dat ik van den vriendeüjken boer af scheid moest nemen, omdat hij do Modderrivier zou volgen on wij 't pad over Petrusburg. „Da oom! DA Untie!" riepen av. afscheid, „ons zie mekaar weer", m Brits groette met een: „DA kèrls" 3' torug. Ik heb den goeden man en zi, vrouw nooit meer teruggezien. IN. Roit. Ct) Dri9 instrumenten voor één geld. .22 2 Eh Nï 2 Het wonderlijkste instrument van de 20e Eeuw. I So Muziekkennis on nood ig. Hetgeen dit instrument boven alle instrumenten p van dien aard verbelt is: dat het op verschillende wijzen kan gebruikt worden, namelijk: le. als Viool-Solo, 2e. als Guitar-Zither. 3e. als £3 Yiool-Zither. Prijs compleet met Strijkstok, Hars Hing, Slem- O fluit, Cartons, Handleiding en stevige doos .2 :TA22,SO. Aanbevelend, J. BLAD. (Kaasmarkt) naast de Korenbeurs Arlak over het gebouw' van Nijver heid en bij de aanleg plaats der booten Bus, tusschen Melk- en Grave Steenenbrug, waar de p- sa. |3» x» voor de deur uitsteekt, Apathakatr E. HAMMESSCHMIDT's jiiiticnworsten met Lokaas. D. Pu P. 95277, zijn de erkend beste verdelgings- midaelen der wereld. Voor men schen en huisdieren onschadelijk, a 40 en 60 ets bij: Drog. A. J. van der PIGGE, Gierstraat en J. van GUL1K. Graaf VON TIELE—Winkler, Kujau, schrijftHet resultaat uwer Rattcnworst D. R Patent, was kolossaal,.den dag na het neerleg gen van 1 worst werden er 57 doode ratten gevonden. Verzoeke om HO Kilo." Inlossing eenige ladingen prima kw. grove Buhrkacüelkolea, prijs zeer billijk, bij G. HONING EN ZOON, Parklaan 76. Telephoon 230. Depot te Haarlem bijD. VEEN Co. en J. VAN GULIK. Hoe smakelijk een diner ook lijkt, 'tls onvolmaakt, indien het zonder [Thomson's Padding prijkt. <*cI«IerssclBe 4e kwaliteit, bekend door haar fijnen smaak en zuiverheid, 50 Cents per Kilo. KI. Houtstraat 62. De -verkste, de fraaiste en het billijkst in prijs, zjjn beslist de eigengemaakte KOFFERS. Eenig adres aan de Koflermakerjj, en reparatie-inrichting van H. L. Rnijtcnsclnldt, Nassaustraat 23. Opticien. AMSïEHüAN. Groote specialiteit m goed geslepen BRILLEN, LORGNETTEN enz. Spjreekdag 10 dag*, ten huize van den Jtle A. WKIH,. ftrufcwèfrat No. 41. C-afé KI. Hontëtraat 77. Haarlem. Groote en kleiue zalen dispo nibel voor: Vergaderingen, Bruiloften, Partijen, Repetities enz. Billijke condities. JAMS, SLEMPSIXOOP, BISSCHOP-ESSENCE, zijn verkrijgbaar bij eiken solieden Comestibles- winkelier.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1900 | | pagina 7