xoïrahelcT eri Presïdohf Kruger 'dan fn
dc gelegenheid stolt hem te ontmoeten.
Ill hot onderhoud met de Koningin
had dc President nog een opdracht tc
vervuil::n, nL de geiukwenschen over1
te brengen van President Loubet, dio
hem dat uitdrukkelijk had verzocht.
Heden (Zondag) is de President tor
kerke geweest. Da. Vermeer had tot
tekst gekozen Gen. 3 8 (I) en werkte
dien tekst natuurlijk op zeer sympa
thieke wijze uit, er den President non
herinnerend dat God nimmer de zijnen
Verlaat. Toen het orgel de volksliederen
der Afrikanen ten slotte deed hooren,
rees lic-t gehoor op en zong ze mede.
Het was een aangrijpend oogenblik.
Om het ongunstige weder moest de
President, die zijn dokter in alles ge
hoorzaamt (behalve als het op rooken
aankomt) per rijtuig naar de kerk
gaan, wat hij anders ongaarne op Zon
dag doet. Ook liet hij 's ochtends
vroeg reeds aan het voor het hotel ver
zamelde publiek verzoeken geen de
monstraties to houden, aangezien hem
dit op den Zondag minder gepast voor
kwam.
IIol is jammer dat dio demonstraties
gisteren en eergisterenavond geleid
hebben tot standjes en vechtpartijen.
Een gestreng onderzoek zal noodig zijn
om to weten of de politie wel is opge
treden met de noodige kalmte en be
zadigdheid. Ik weet dat de politie een
moeilijke taak had, maar hoe moeilij
ker die is, des te meer overleg en kalm
te mag worden gevorderd. Nu is er op
losgeranseld dat het een aard had. En
ik betwijfel sterk of de hoofdcommis
saris zich voor het door zijn onderheb
benden gevoerd beleid verantwoorde
lijk zal stellen.
H. A. GANUS Jr.
Nederland en Portugal.
In do voor het grootste deel reeds
vermelde mcdedeeling van den Lissa-
bonschen ,,Standard"-correspondent
omtrent de quaestie tusschen Neder
land en Portugal behoeft nog slechts
het gedeelte waar wordt gesproken
over „onbeschaamdheid" der Neder
landsche regoering eenige toevoeging.
De correspondent seinde dat de Nc-
dcrlandsche regeering het recht eischte
van een voorafgaand onderzoek en zegt
dan
„Dit verzoek werd beschouwd als
een onbeschaamdheid, aangezien daar
uit bleek dat de Nederlandsche regee
ring aanspraak maakt op het recht om
een onderzoek in te stellen op Portu-
geesch gebied, en daden, waarvoor do
Portugeesche Regsering bewijzen had
aangevoerd in twijfel meende te mogen
trekken of zelfs ze geheel te mogen ont
kennen en als een poging om zich
zelf het recht aan te matigen te beslis
sen over een quaestie, slechts uit hof
felijkheid te harer kennis gebracht."
Dc quintessens van dit betoog is dus
dat de Nederlandsche Regeering een
voudig had aan te nemen wat de Por
tugeesche Regeering haar mededeelde.
Do correspondent voegt daarbij dat
do openbare meening te Lissabon ge
heel aan de zijdo der Portugeesche Re
geering staatzij is van.oordeel dat de
regeering juist en met grootc consi
deratie heeft gehandeld in deze zaak
Eenige buiten landsch o diplomaten
hebben dezelfde meening te kennen ge
geven.
De „Standard" wijdt een hoofdarti
kel aan het geval, waarin zij verklaart,
dut de Portugeesche regeering tijdens
de Zuidafrikaanscbe troebelen zeer
correct heeft gek&udeld en zich strikt
onzijdig heeft gehouden.
Zij zegt dan verder
„Het is mogelijk dat Portugal op een
nicl ver verwijderd tijdstip gelegenheid
zal hebben een beroep te doen op onze
goede diensten. Zijn tegenwoordig ge
schil met Nederland Is, hoe scherp het
schijnt, geen gebeurtenis die de wereld
tragisch behoeft op te nemen. Eet moet
worden opgevat als een van de prik
kelende en zelfs vrijwel ongerijmde ge
volgen van de opwinding van de Ne
derlandsche sympathie voor de Boeren.
„Nederland en Portugal kunnen
over zulk een aangelegenheid geen
'oorlog gaan voeren en nu dat niet kan,
zou het vrij wat bclor zijn geen diplo-
'matieken twist te hebben. Een weinig
'geduld van de zijdo van Portugal zal
het zaakje wel woer in het reine bren
gen, maar onze vriendschappelijke
diensten zouden de regeling kunnen
verhaasten."
En dan verklaart het orgaan van lord
Salisbury boudweg
„Als daarom gevraagd wordt, zullen
zo niet geweigerd worden en het is na
tuurlijk heel duidelijk dal wij in zulk
in huis verstomde. Kil the kon ervan
(verzekerd, zijn dat zij nu onder dit
dak de eenige was, die nog niet te
bed was. Ook zij gevoelde zich
moe en uitgeput, maar een zonder
linge, onbestemde vrees weerhield
haar nog steeds zich te ontkleeden.
Daar was het haar alsof zij buiten,
(slechts weinig schreden van haar
venster, een schaduw voorbij zag
zweven. Ze sprong op en boog
zich naar buiten.
Is daar iemand? vroeg zo en
nu vertoonden zich in de duister
nis werkelijk de omtrekken van
een mannengestalle.
Ik bezweer u, niot zoo luid,
•juffrouw Redlich! Ik bon bet Pros
per von Linderode, en u heeft zeer
'zoker geen reden mij to vreezen.
Hij stond dicht onder het ven
ster en terwijl hij haar hauétig in
pn misken baren angst dezo woor-
'den toefluisterde, zag Kathe met
schrik dc doodeliike, vale bleek
heid van zijn tot haar opgeheven
gelaat.
U, mijnheer de baron? vroeg
ze eveneens, op fluisterenden toon
Sprekend. Maar men heeft me toch
fezegd dat u ziek is. Zal het u geen
waad doen op dit uur
OcIk hot komt er niet veel op
'een, gevaT niet ktihnèn"toelaten 'dat
ouzo oude bondgenoot het lootje legt."
Reuter eeint uit Lissabon
Baron. Rosenthal, consul van Portu
gal te Amsterdam zal liet ambt van
„chargé d'affaires" vervullen tijdens
do afwezigheid van den gezant.
Huldeblijk aan H.M. de
Koningin.
Uit Amsterdam meldt men
Het bestuur van Arti et Amicitiao
richtte eenige dagen geleden een ver
trouwelijk schrijven aan alle binnen-
en buitenlandsche leden (kunstenaars),
waarin het denkbeeld in overweging
werd gegeven, bij voldoende medewer
king, aan H. M. de Koningin bij haar
huwelijk een album met aquarellen,
teekeningen of etsen aan te bieden.
Uit goede bron vernemen wij, dat
reeds thans zooveel medewerking is
toegezegd, dat het aan te bieden ge
schenk onder de kostbaarste en belang
rijkste zal moeten gerangschikt wor
den.
Te Rotterdam heeft zich een com
missie gevormd om namens de vrou
wen en meisjes van Rotterdam H. M.
do Koningin bij gelegenheid van Haar
huwelijk een geschenk aan te bieden.
Ibsen over de Hoeren inge
licht.
Zooals men weet heeft Ibsen aan een
vertegenwoordiger van het „Oerebla-
det" zijn meening over den oorlog in
Zuid-Afrika gezegd en o. a. beweerd,
dat de Boeren de Kaffers verdrongen,
nu op hun beurt door da Engelschen
verdreven werden, dat de Engelschen
veel beschaafder waren, enz. Dus een
sterk Engelsch-gekleurd oordeel.
Dit onderhoud was overgenomen in
„Politiken" en de heer C. K. Elout, re
dacteur van het „Handelsblad", heeft
nu in „Politiken" aan Ibsen het vol
gende schrijven gericht
Hooggeachte Heer
Vergeef mij, dat ik zoo vrijmoedig
ben om tot uw hoogte op te stijgen.
Maar op het gebied van de waarheid
zijn allen gelijk. Op dat gebied mag
iedereen zelfs de simpele journalist
de allergrootsten naderen.
Uit „Politiken" van 27 Nov. blijkt
dat gij uw meening omtrent de Boeren
hebt medegedeeld aan een medewerker
van „Oerebladet". De absolute nauw
keurigheid van het bericht kan ik na
tuurlijk niet controleeren maar ik mag
toch wel aannemen, dat het in hoofd
zaak juist is.
En de hoofdzaak van uw uitspraak
is, dat gij de Boeren vergelijkt met de
Kaffers.
Gij zegt dat de Boeren zeiven op on
rechtmatige wijze hun landstreken
hebben bemachtigd en de oorspronke
lijke bevolking er uit hebben verdre
ven. Kunt gij dat bewijzen? Wij mee-
nen het tegendeel te kunnen bewijzen
dat de Boeren door het wanbestuur der
Engelschen werden gedwongen om
weg te trekken en dat zij hun nieuw
gebied niet op onrechtmatige wijze
verkregen.
Gij zegt dat de Boeren al lang moeite
hadden gedaan om een hcogere be
schaving af te weren. Kunt gij dat be
wijzen Wij xneenen te kunnen bewij
zen dat de Boeren in tegenstelling
tot de Kaffers snel en krachtig voor
uitgingen toen de Engelschen hen tot
den oorlog dwongen. Er zal eerstdaags
een klein boekje in 't Duitsch uitko
men: „Der Kulturkampf in Süd-
Afrika" waarin juist dat onderwerp
door mij wordt behandeld. Ik zal de
vrijheid nemen om u een exemplaar er
van te zenden.
Gij zegt dat „de Engelschen" een
volk zijn van hoogere beschaving?
Kunt gij dat bewijzen Wij meenen
het tegendeel te kunnen bewijzen dat
de gemiddelde Engelschman aJ
cultuurfactor geenszins beduidender is
dan de g e m i d d c 1 d e Boer. en dat in
't bijzonder In Zuid-Afrika de Engel
schen niet meer voor de ontwikkeling
en de beschaving hebben gedaan dan
de Boeren. Ook dat zult gij in het bo
vengenoemde boekje vinden.
En indien gij wellicht uw ernstige
beschuldigingen tegen een zwaar be
proefd volk niet waar kunt maken, mag
ik u dan eerbiedig verzoeken om het
machtige woord wel te willen terugne
men dat gij geworpen hebt in het strijd
perk der openbare meening, juist op
het gewichtigste oogenhlik
Wij Hollanders, zijn in Europa de
natuurlijke verdedigers van de Boeren,
niet slechts omdat wij ons hun verwan-
aan of het mij kwaad doet. En ik
ben ook heimelijk weggeslopen. U
mag het niemand verraden dat ik
hier ben geweest. Mijn moeder en
zuster zouden buiten zichzelf zijn
als ze het vernamen. U zal niet zeg
gen dat u me vanavond gezien heeft,
niet waai*?
Als u dat wenschfc, zeker niet,
mijnheer de baron!
Ik dank u en ik weet dat u
woord zal houden. Het is zoo'n ge
lukkig toeval dat ik gelegenheid
vind met u te spreken. Ik had nau
welijks durven hopen.
Maar u is toch niet alleen
daarom hierheen gekomen?
Enkel en alleen daarom, juf
frouw Redlich! Het liet me geen
rust. Ik moest mij ervan overtui
gen dat u niets is overkomen.
Maar wat had mij dan kun
nen overkomen, mijnheer de ba
ron? Hij verhief zich op de teenen
om zoo dicht mogelijk bij haar te
zijn en zijn stem tot een nauwelijks
hoorbaar gefluister te doen dalen.
Ik weet dat hier een onzinnig
praatje loopt als zou do houtvester
Fabian mijn neef hebben doodge
schoten eu ik begrijp hoe zwaar
u daaronder lijden moet. Maar u
moet den moed m.aai'. niet verlie-
'tèn vóelen, maarbmdat wij'— op grond
van veelzijdig onderzoek zeker zijn
van hun recht.
En daarom doet het ons zoo uiterst
pijnlijk aan. wanneer wij over de Boe
ren een verkeerd oordeel hooren van
iemand, dien wij sedert een lange reeks
van jarc-n hebben loeren stellen hoog
op den top van liet menschdom als den
verkondiger van de poëtische waar
heid.
Met den diensten eerbied,
C. IL ELOUT.
Amsterdam, 1 Dcc.
Naar wij vernemen is de inschrijving
0|> de IIollandsch-Geldersche Hypo
theekbank te Gorinchem ruim. voltea-
kend.
Moord te Lommei.
Men schrijft uit Bergeik:
Een vreeselijke misdaad heeft in het
Belgische grensplaatsje Lommei plaats
gehad.
Reeds sedert eenige dagen werd ze
kere V., een jonge vrouw, vermist. Men
vermoedde een ongeluk, doch de na
sporingen der politie waren vruchte
loos.
Vrijdag was een klein hondje aan
het spelen op een stapel mutsaards, ge
legen op 10 meters afstand van de wo
ning der vermiste. Eensklaps begint
het te wroeten en te huilen op erbarme
lijke manier.
Door het ongewono doen van het
beest opmerkzaam geworden, haalde
men de takken weg. Een akelig
schouwspel doemde voor de oogen der
aanwezigen op.
Daar lag in een kuil het lijk van de
vrouw, gewurgd en met drie messte
ken in den hals.
De politie werd geroepen, die een
onderzoek instelde.
Gevangen werd genomen, verdacht
den moord gedaan to hebben, een ze-'
ventigjarig kanlonnier.
Er heerscht begrijpelijkerwijze veel
ontsteltenis in deze streek.
Een raad in den wildty'd.
Eet geen „adellijk" wild. Zonder
eenigen twijfel is bedorven vleesch
het zij dan wild of niet schadelijk
voor de gezondheid.
Als ge hazepeper maakt en de hazen-
boutjes in azijn legt, zoek er dan eerst
de looden hageltjes uit want bedenk,
dat lood zeer gemakkelijk in azijnzuur
oplost en dat azijnzuuiiood een zeer
gevaarlijk vergift is.
De valkenvangst door den bekenden
valkenier Mollen te Valkenswaard is
voor dit jaar weder afgeloopen. Het
weder was er niet gunstig voor, zoodat
slechts 13 vogels ziju gevangen, 10 zijn
er naar Londen verzonden, de overige
naar Parijs.
De heer Rikkert te Groningen ont
ving dezer dagen een brief, waarin hem
werd aangezegd, per keeronöe post aan
den afzender 25 te zenden, bij gebreke
waarvan zijn hui3 in brand zou wor
den gestoken. De schrijver was zoo
brutaal, den brief te teekenen en zijn
adres op te geven. Daardoor had de po
litie spoedig de hand gelegd op den 57-
jarigen J. H. H., in naam photograaf,
in werkelijkheid een zwerveling, die
reeds aan de justitie is overgeleverd.
Ongsnoode gasten
Een bewoner van de Neude te Utrecht
zou Vrijdagavond een souper geven.
Hiertoe waren 20 personen uitgenoo-
digd. De tijd brak aan, waarop de in
vites vooraf isi hunne sociëteit gezellig
zouden te zamen komen, waarom de
gastheer zich ook daarheen begaf. In
dien tusschentijd zou het souper bereid
worden.
Eindelijk brak het oogenblik aan,
waarop de gastheer en zijne invités
zich naar 't souper zouden begeven.
Hoe groot was echter hun teleurstelling
toen zij thuisgekomen, van 't zoo vurig
verlangde souper geen spo.or moor kon
den ontdekken.
De flesschen met wijn, geledigd en
uit het raam gesmeten, het heerlijke
eten naar de maan en do schotels aan
stukken en brokken op den grond en
op de straat.
Het bleek dat een aantal vrienden(!)
aan den gang waren geweest.
(U. D.).
zen. Zijn onschuld moet spoedig
aan den dag komen. Het kan niet
anders!
Kathe aarzeldo eer zij antwoord
de. Nog pijnigde zc tevergeefs haar
anders zoo slim hoofdje om voor
het zonderlinge gedrag en de raad
selachtige woorden van den baron
een aannemelijke verklaring te
vinden.
En waarom, vroeg ze einde
lijk weifelend, waarom zegt u dat
juist tot mij?
O, 11 weet heel wel waarom
ik het u juist zeg! En 11 mag niet
denken dat ik u inwendig minder
vereer sedert ik kennis heb gekre
gen van uw hartsgeheim. Ik ben
wanhopig dat ik niets kan doen
om u uit uw zware zorgen te ver
lossen. Maar ik ben onmachtig. Bij
de blindheid van die dwazen zou
het niet de geringste uitwerking
hebben of ik al herhaalde dat hij
onschuldig is. En ik ben zoo ziek
dat ik niet cons in staat ben u te
beschermen, zoo boosaardigheid
en leedvermaak hun aanvallen op
u richten. Maar ik heb mijn zus
ter verzocht het in mijn plaats ie
doen. En dat hoeft ze me beloofd.
Met vertrouwen kan u zich tot haar
wenden als. u hulp of steun fce-
Vereeniging tót Veredeling
van het Ambacht.
Door het Hoofdcomité der „Vereeni
ging tot Veredeling van hot Ambacht",
werd de Gewestelijke Commissie be
noemd, die de regeling op zich heeft
genomen, ten einde patroons en am
bachtslieden in 1901 te Haarlem in de
gelegenheid te stellen proeven van be
kwaamheid af te leggen tot het ver
krijgen van de graden en het diploma
van „meester" of „gezel".
Dc gewestelijke commissie is samen
gesteld ais volgt: H. FYée, directeur
van de Haarl. Machinefabriek, lid van
het hoofdbestuur der Ned. Mij. ter be
vordering van Nijverheid, voorzitter
F. M. Baron Van Lijnden, voorzitter
van de Comm. van liet Museum en de
School van Kunstn. te Haarlem, onder
voorzitter G. L. van Lennep, lid van
don gemeenteraad, geer. der Comm.
van de Vereen. De Ambachtsschool te
Haarlem, penningm. van de geweste
lijke comm. en van het hoofdbestuur
der Vereen, tot veredeling van het Am
bacht J. A. G. Van der Steur, bouw
kundig ingenieur E. A. Von Saher,
directeur van het Museum en de School
voor Kunstn. te Haarlem, secretaris.
In de verschillende centra's der Am
bachtsnijverheid in Nederland zullen
bovendien naar behoefte sub-comitó's
worden gevormd, ten einde de gewes
telijke commissiën in hare veelom
vattende taak bij te staan.
De samenstelling der commissiën
van deskundigen, die de proeven van
bekwaamheid moeten beoordeelen, zul
len in overleg met de technische com
missie, deel uitmakende van hst hoofd-
comité, worden gekozen en zal de sa
menstelling dezer commissie nader
worden bekend gemaakt.
Voor elk der vakken zal de Commis
sie van deskundigen bestaan uit vijf
leden, waaronder drie vakmannen,
werkbasen of gezellen, die bij hunne
vakgenooten het volle vertrouwen ge
nieten, en twee leden voor de theoreti
sche vakken teekenen en theorie.
De gewestelijke commissie doet een
beroep op de hulp van alle belangstel-
lenden en op de medewerking der ver
schillende vakvereenigingenzij ver
trouwt dat allen, wien de ontwikke
ling der ambachtsnijverheid in Neder
land ter harte gaat, haar zoowel finan
cieel als moreel zullen willen steunen.
Het aanmelden der candidaten tot
het afleggen der proeven van be
kwaamheid in het timmeren, het mcu-
belmaken, het smeden en het huis-
schilderen zal tot 31 December 1900
over het' geheele land kunnen plaats
hebben bij don secretaris der geweste
lijke commisie, den heer E. A. .von Sa-
her, die tevens do gewensehte inlich
tingen zal verstrekken en het program
ma van eischeu voor meester en gezel
op aanvrage kosteloos aan belangstel
lenden zal toezenden.
Het afleggen der proeven van be
kwaamheid zal op Maandag 25 Febru
ari 1901 beginnen, terwijl de daartoe
noodige werkzaamheden ongeveer tien
dagen in beslag zullen nemen.
De candidaten, die zich aan de proe
ven van bekwaamheid wenschen te
onderwerpen, moeten voor het verkrij
gen van het diploma van gezel den leef
tijd van 20 jaar, voor dat van meester
den leeftijd van 25 jaar hebben bereikt,
behoudens uitzondex-ingen door de
commissie too te staan.
Het voornemen bestaat om hen, die
de proeven van bekwaamheid met gun
stig gevolg hebben afgelegd, een zeker
bedrag, tot vergoeding van reis-, ver
blijfkosten en derving van loon uit to
betalen.
Ten einde noodelooze kosten te voor
komen, wensckt de gewestelijke com
missie er op te wijzen, dat de candida
ten zich slechts moeten aanmelden,
wanneer zij de overtuiging hebben,
aan het programma van eischen te
kunnen voldoen.
De Commissie behoudt zich het recht
voor, zoodra haar gebleken is, dat de
candidaat niet aan de eischen zal kun
nen voldoen, hem niet tot de proefaf
legging toe te laten of verdere deelne
ming daaraan te ontzeggen.
De Gewest. Comm. voorn.,
H. FIGéE, vöorz.
E. A. VON SAHER, secr.
Kruger in Nederland.
Reuter seint uit Parijs
„De „Echo de Paris" meldt dat
de Koningin van Nederland tot pre
sident Kruger het volgende zou
hebben gezegd
„Heb vertrouwen in God die U
en dc Uwen zal weten te bescher-
hoeft.
Hij schrikte van het scherp, spot
tend lachen, waarmee zij hem in
de rede viel.
Uw zuster? Freule Edith? Ach,
dat is natuurlijk kwaadaardige
scherts, mijnheer de baron!
Scherts! Ach, juffrouw Ktitho,
niemand kan op dit oogenblik min
der tot scherts geneigd zijn dan ikl
Het is volkomen zooals ik u zeg.
Natuurlijk wensch ik van harte dat
u geen bijstand zal behoeven.
Van dit alles begrijp ik alleen
dat u zich ten opzichte van mijn
persoon deerlijk moet vergissen,
mijnheer de baron. Ik gevoel me
evenmin door een of ander gevaar
bedreigd, tot afwending waarvan
ik vreemde hulp noodig heb, als
ik mij uw zinspelingen op een
hartsgeheim kan verklaren, dat u
zou hebben leeren kennen. Hier
heeft een misverstand plaats of
men heeft mij bij u belasterd.
Wat? Zou u me werkelijk niot
begrijpen? Dat is toch geheel on-
denkbaarl Want al had ik me mis
schien ook al bedrogen, mijn zus
ter liegt nooit en zo heeft met haar
eigen cogen gezien
Wat hoeft freule Edith ge
zien? Ik verzoek u dringend het mo.
men, "ik zal U een bewijs van mijn
vriendschap geven, zoodra daartoe
het oogenblik is gekomen, maar
niet thans."
„De President zou geantwoord
hebben dat hij rekende op de hulp
der Koningin, maar h6t noodige
geduld zou weten te hebben, daar
hij vertrouwen stelt in de godde
lijke gerechtigheid' én in zijn goede
zaak."
Zondagochtend 10 uur heeft de
Staais-president eene godsdienst
oefening bijgewoond in de Groote
Kerk te 's Gravenfcage.
Op eenvoudige wijze, in een rij
tuig, slechts vergezeld van den heer
Wolmarans, terwijl de overige hee-
ren uit zijn omgeving zich te voet
naar de kerk begaven, verliet de
President het Hotel des Indes. llij
had vooraf door de politie, voor het
hotel met de handhaving der orde
belast, het publiek doen verzoeken
hem niet toe te juichen op zijn weg
naar de kerk, aan welk verzoek
zooveel mogelijk werd voldaan.
In de kerk, waarin geen plaats
onbezet was, werd Oom Paul, die
zijn intrede deed onder het plech
tig ruischen van eenige verzen van
Psalm 63, geleid naar de konink
lijke zitplaats. Alls gemeentenaren
waren bij zijn binnenkomst van
hun zitplaatsen opgerezen.
Voorganger was ds. Vermeer die
in zijn inleidend gebed de aanwe
zigheid van den grijzen Staats-pre
sident herdacht. Hij dankte God
dat Hij Paul Kruger behouden in
ons land deed aankomen, gedragen
door een Nedcriandsch schip; voor
de hartelijke belangstelling die Hi j
Kruger op zijn tocht in Europa deed
ondervinden, voor de lieve sympa
thie die Hij Holland's Koningin den
grijzen. President heeft doen betoe
nen, voor do warme liefde die Hij
ons volk deed beluigen. Te dezer
plaatse, waar reeds zoovele gebe
den zijn opgestegen en zooveel go-
leden is voor de Zuid-Afrikaansche
zaak, smeekte de voorganger 's He
mels zogen af over Kruger, die zich
heden, zoo dan niet in de ware be-
teekenis van het woord, dan toch in
hoogere befceekenis te midden van
zijn volk bevindt.
Ook smeekte ds. Vermeer
zegen af voor lien die ginds, in
Zuid-Afrika, de ellende van den
oorlog dragen.
Daarna werd gezongen Psalm 42
verzen i, 3 en 5.
Toen sprak as. Vermeer zijn pre
dicate uit. waarvan de tekst was
Genesis III 8e vers: „Ende zij
hoorden de stemme de3 Hoeren
Gods, wandelende in den hof, aan
den wind des daags." De ontwik
keling van dien tekst was het op
de meest welsprekende wijze ver
kondigde thema dat de stem Gods
een Gc-richt maar ook Genade is
en dat welgelukzalig is hij, die deze
stem steeds hoort en zich er naar
gedraagt op do wijze van het Hoofd
en het volk van cle Zuid-Afrikaan
sche Republieken. Er mogen er
dan zijn, die, den tegenspoed dier
republieken aanschouwende, sma
delijk magen Waar is nu uw God?
Maar dezulken zijn ongelukkig,
want zij hooren Gods Woord niet.
In zijn slotgebed, na het aanhef
fen van Gezang 13, le, 2e en laatste
vers, richtte ds. Vermeer zich in
naam der gom centenaren tot Paul
Kruger. Hij herhaalde zijne ver
blijding over de behouden aan
komst, onder Hoogeren zegen, ta
midden van 't Nederlandsche volle,
het oude volk van vrijheid en recht.
Paul Kruger, wanneer wij uw
naam uitspreken, wanneer wij u
zien, dan zien wij in u het volk van
Transvaal, van de beide republie
ken, die gestreden hebben tegen
Engeland, dan zien wij in u de ge
schiedenis van ecu volk dat door
noeste vlijt en trouwe zorgen zijne
onafhankelijkheid eenmaal ver
kreeg; clan denken wij aan de Frie
zen. toen een indringer trachtte dat
volk zijn vrijheid te ontnemen. Aan
de vrouwen en zonen dio geschei
den zijn van al wat hun lief en
dierbaar is, aan de velen die lij
den, schreien, geprangd! worden
door nood. vertrapt en vernederd
en wier hoeven in rook en vlam
men opgaan. U ziende, denken wij
aan het kruis door God op de schou
ders van uw volk gelegd.
De predikant noemde Paul Kru
ger den Broeder in Christus, den
Belijder des Hoeren den Band des
Geloofs, over wien de gemeente
zich gedrongen gevoelt 's Hemels
milden zegen te vragen.
te zeggen. Men kan wel onwaar
heid spreken en zich toch niet van
zijn leugen bewust zijn. En de
haat is een bril, die het uiterlijk
cler dingen soms zonderling veran
dert. En ik kan er sedert lang niet
meer aan twijfelen dat ik me door
een of ander onverklaarbare o.or-
zaak den haat van de genadige ba
rones op den hals heb gehaald.
Met wijd opengesperde oogen
staarde Prosper tot haar op. In-
zijn arm verscheurd hart streden
hoop en twijfel om den voorrang.
Eerst stamelde hij eenige verwar
de woorden zonder samenhang,
toen echter raapte hij al zijn kracht
tezamen en sprak
Zou het dan niet waar zijn
dat u door den houtvester Fabian
bemind wordt endat u hem
weder liefheeft?
Het jonge meisje liet den van
angstvolle verwachting sidderen
den man eenige oogenblikken op
antwoord wachten. Toen boog ze
zich zóó diep tot hem over dat hij
de verlokkende schittering in haar
vurige Nixen-oogen zag en haar
warme ademtocht langs zijn voor
hoofd streek.
Neen het is niet waar!
Kathe, juffrouw Kathe!. ..En
En cle handen tót zegening ürE-
gespreid smeekte ds. Vermeer; De
Heere zegene U en behoede U, ver-
heffe Zijn vriendelijk aangezicht
over U en zij U genadig.
Toen zong de gemeente in staan
de houding Psalm 134 vers 3 „Dat
's Heeren zegen op U daal 1" En
voortgaande met zegen af te smee-,
ken, diroeg do voorganger den Pre-:
sident der Republiek en de belan-i
gen van beide Staten aan God op.
Met de algemeen e zegenwenschen
voor Koninginnen, Regeering enj
Volk, besloot ds. Vermeer A ge
bed.
Toen zong 'de gemeente vers 2,
uit den Psalm Kruger toegezongen-
bij zijn aankomst te 's Gravenhage:;
„De bergen zullen vrede dragen
De heuvels heilig recht."
waarna ten slotte op zeer plechtige
langzame wijze door allen hot eer
ste couDlet van het Transvaalsche
Volkslied werd gezongen.
Toen verliet de President, zicht
baar aangedaan hei Bedehuis.
Buiten stond een onafzienbare,
schare, zóó dat het rijtuig slechts
met moeite door de menigte kon
rijden. Hij werd levendig toege
juicht.
Oom Paul ontving 's middags 0. a.
don heer Gleichman, voorzitter der
Tweede Kamer.
President Kruger heeft een deputatie
uit de oud-strijdersvereenigingen te
Solingen ontvangen. Zij boden hem-
een prachtig bewerkten degen aan. In
het gevest komt het wapen voor van
de Zuidafrikaanscbe Republiek, en op
den knop van de greep schittert een
diamant. Op de kling is ter eene zijde
gecisiieerd een episode uit een Boe-
rengevecht, afgewisseld door opschrif
ten als: „bis zum letzten Tropfen
Blut" en „Furchtlos, Tapfer, Treu'und
Gut".
Op de andere zijde van de kling een
voorstelling van een wapensmidse en
de opdracht„Den hochverehrten Pre
sidenten von Transvaal, Paul Kruger,
gewiömet von den Kriegern der Feld-
züge 18641866,18701871, des Kreises
und der Waffenstadt Solingen,
Deutsehland."
De voorzitter van het hoofdbestuur
van „Volksweerbaarheid" telegrafeer
de namens alle afdeelingen en alle le
den aan Kruger bij diens aankomst in
's-Gravenbage: „De Vereeniging Volks
weerbaarheid brengt president Kruger,
hoofd van een klein maar weerbaar,
volk, haren eerbiedigen welkomst
groet."
De voorzitter, onder-voorzitter, ee-v
cretaris en penningmeester van het
hoofdbestuur voornoemd hebben heb
voornemen, te 's-Gravcnhage op recep
tie hij den President te gaan, om de
hulde der vereeniging mondeling te
herhalen.
De Raadscommissie en de medewer
kende comité's te Amsterdam hebben
welwillend toegegeven aan 't verzoek,
der schooljeugd van Amsterdam een/ge
oogenblikken gelegenheid te geven, ter1
receptie van president Kruger in het
Paleis voor Volksvlijt te verschijnen in
de hoop, dat do president daaraan zijn
goedkeuring zal hechten.
De kinderen, waarschijnlijk niet
meer dan 4 A 5 percent van elke school
bevolking, zxillen langs de Utrechtschc-
straat moeten naderen tusschen 9 en
10 uur en door den tuin Oosteinde bin
nenkomen, terwijl zij denkelijk door
den tuin langs de galerij zich zullen
moeten verwijderen. Dc daartoe noo
dige besprekingen zullen dit laatste tct
beslissing brengen.
Noodig is voorts, dat alle kinderen en;
geleiders een uniform insigne dragen.
Naar men Verneemt is door een zes-,
tal leden van den Raad tc Rotterdam
dezer dagen het voorstel ingediend om
een uitnoodiging tot president Kruger
to richten voor een bezoek aan Rotter
dam. De burgemeester, overtuigd dat'
dit voox'stel mot geestdrift ia dc san-
staando vergadering op Donderdag zal
worden aanvaard, heeft te recht ge
meend in den geest van den Raad te
handelen, door met die invitatie niet
te lang te wachten en namens het be
stuur In het algemeen reeds een schrij
ven aan den president verzonden be
datum van het bezoek zal aan. Kru.ri
zelf worden overgelaten. Waarschijn
lijk zal het plaats hebben in de week
volgende op de huldiging to Amster
dam. Wat do ontvangst betreft, zal
door het gemeentebestuur in overleg
gehandeld worden mot de Zuidafrikaai.
sche Veraeaiging en het Algemeen Ne
dcrlandsch Verbond.
is u het dus in 't geheel niet ge
weest, die mijn zuster met den
houtvester in het bosch gezien
heeftwas het dan een vergis
singeen verwisseling van per
sonen?
Ik weet niet wat freule Edith
u omtrent dio ontmoeting verteld
hoeft, mijnheer do baron, maar.'
dat ze eens in hot bosch voorbij
ging, terwijl ik me met dc-n hout
vester onderhield, dat herinner ik
me nog zeer goed. Het gebeurde
toch op een uur dat ik moeilijk
ooit zal vergeten.
Dus tocht mompelde hij, smar
telijk ontgoocheld. Ik smeek u zoo
hot u pijnlijk is van deze dingen
to spreken.
(Wordt vervolgd).