xoïrahelcT eri Presïdohf Kruger 'dan fn dc gelegenheid stolt hem te ontmoeten. Ill hot onderhoud met de Koningin had dc President nog een opdracht tc vervuil::n, nL de geiukwenschen over1 te brengen van President Loubet, dio hem dat uitdrukkelijk had verzocht. Heden (Zondag) is de President tor kerke geweest. Da. Vermeer had tot tekst gekozen Gen. 3 8 (I) en werkte dien tekst natuurlijk op zeer sympa thieke wijze uit, er den President non herinnerend dat God nimmer de zijnen Verlaat. Toen het orgel de volksliederen der Afrikanen ten slotte deed hooren, rees lic-t gehoor op en zong ze mede. Het was een aangrijpend oogenblik. Om het ongunstige weder moest de President, die zijn dokter in alles ge hoorzaamt (behalve als het op rooken aankomt) per rijtuig naar de kerk gaan, wat hij anders ongaarne op Zon dag doet. Ook liet hij 's ochtends vroeg reeds aan het voor het hotel ver zamelde publiek verzoeken geen de monstraties to houden, aangezien hem dit op den Zondag minder gepast voor kwam. IIol is jammer dat dio demonstraties gisteren en eergisterenavond geleid hebben tot standjes en vechtpartijen. Een gestreng onderzoek zal noodig zijn om to weten of de politie wel is opge treden met de noodige kalmte en be zadigdheid. Ik weet dat de politie een moeilijke taak had, maar hoe moeilij ker die is, des te meer overleg en kalm te mag worden gevorderd. Nu is er op losgeranseld dat het een aard had. En ik betwijfel sterk of de hoofdcommis saris zich voor het door zijn onderheb benden gevoerd beleid verantwoorde lijk zal stellen. H. A. GANUS Jr. Nederland en Portugal. In do voor het grootste deel reeds vermelde mcdedeeling van den Lissa- bonschen ,,Standard"-correspondent omtrent de quaestie tusschen Neder land en Portugal behoeft nog slechts het gedeelte waar wordt gesproken over „onbeschaamdheid" der Neder landsche regoering eenige toevoeging. De correspondent seinde dat de Nc- dcrlandsche regeering het recht eischte van een voorafgaand onderzoek en zegt dan „Dit verzoek werd beschouwd als een onbeschaamdheid, aangezien daar uit bleek dat de Nederlandsche regee ring aanspraak maakt op het recht om een onderzoek in te stellen op Portu- geesch gebied, en daden, waarvoor do Portugeesche Regsering bewijzen had aangevoerd in twijfel meende te mogen trekken of zelfs ze geheel te mogen ont kennen en als een poging om zich zelf het recht aan te matigen te beslis sen over een quaestie, slechts uit hof felijkheid te harer kennis gebracht." Dc quintessens van dit betoog is dus dat de Nederlandsche Regeering een voudig had aan te nemen wat de Por tugeesche Regeering haar mededeelde. Do correspondent voegt daarbij dat do openbare meening te Lissabon ge heel aan de zijdo der Portugeesche Re geering staatzij is van.oordeel dat de regeering juist en met grootc consi deratie heeft gehandeld in deze zaak Eenige buiten landsch o diplomaten hebben dezelfde meening te kennen ge geven. De „Standard" wijdt een hoofdarti kel aan het geval, waarin zij verklaart, dut de Portugeesche regeering tijdens de Zuidafrikaanscbe troebelen zeer correct heeft gek&udeld en zich strikt onzijdig heeft gehouden. Zij zegt dan verder „Het is mogelijk dat Portugal op een nicl ver verwijderd tijdstip gelegenheid zal hebben een beroep te doen op onze goede diensten. Zijn tegenwoordig ge schil met Nederland Is, hoe scherp het schijnt, geen gebeurtenis die de wereld tragisch behoeft op te nemen. Eet moet worden opgevat als een van de prik kelende en zelfs vrijwel ongerijmde ge volgen van de opwinding van de Ne derlandsche sympathie voor de Boeren. „Nederland en Portugal kunnen over zulk een aangelegenheid geen 'oorlog gaan voeren en nu dat niet kan, zou het vrij wat bclor zijn geen diplo- 'matieken twist te hebben. Een weinig 'geduld van de zijdo van Portugal zal het zaakje wel woer in het reine bren gen, maar onze vriendschappelijke diensten zouden de regeling kunnen verhaasten." En dan verklaart het orgaan van lord Salisbury boudweg „Als daarom gevraagd wordt, zullen zo niet geweigerd worden en het is na tuurlijk heel duidelijk dal wij in zulk in huis verstomde. Kil the kon ervan (verzekerd, zijn dat zij nu onder dit dak de eenige was, die nog niet te bed was. Ook zij gevoelde zich moe en uitgeput, maar een zonder linge, onbestemde vrees weerhield haar nog steeds zich te ontkleeden. Daar was het haar alsof zij buiten, (slechts weinig schreden van haar venster, een schaduw voorbij zag zweven. Ze sprong op en boog zich naar buiten. Is daar iemand? vroeg zo en nu vertoonden zich in de duister nis werkelijk de omtrekken van een mannengestalle. Ik bezweer u, niot zoo luid, •juffrouw Redlich! Ik bon bet Pros per von Linderode, en u heeft zeer 'zoker geen reden mij to vreezen. Hij stond dicht onder het ven ster en terwijl hij haar hauétig in pn misken baren angst dezo woor- 'den toefluisterde, zag Kathe met schrik dc doodeliike, vale bleek heid van zijn tot haar opgeheven gelaat. U, mijnheer de baron? vroeg ze eveneens, op fluisterenden toon Sprekend. Maar men heeft me toch fezegd dat u ziek is. Zal het u geen waad doen op dit uur OcIk hot komt er niet veel op 'een, gevaT niet ktihnèn"toelaten 'dat ouzo oude bondgenoot het lootje legt." Reuter eeint uit Lissabon Baron. Rosenthal, consul van Portu gal te Amsterdam zal liet ambt van „chargé d'affaires" vervullen tijdens do afwezigheid van den gezant. Huldeblijk aan H.M. de Koningin. Uit Amsterdam meldt men Het bestuur van Arti et Amicitiao richtte eenige dagen geleden een ver trouwelijk schrijven aan alle binnen- en buitenlandsche leden (kunstenaars), waarin het denkbeeld in overweging werd gegeven, bij voldoende medewer king, aan H. M. de Koningin bij haar huwelijk een album met aquarellen, teekeningen of etsen aan te bieden. Uit goede bron vernemen wij, dat reeds thans zooveel medewerking is toegezegd, dat het aan te bieden ge schenk onder de kostbaarste en belang rijkste zal moeten gerangschikt wor den. Te Rotterdam heeft zich een com missie gevormd om namens de vrou wen en meisjes van Rotterdam H. M. do Koningin bij gelegenheid van Haar huwelijk een geschenk aan te bieden. Ibsen over de Hoeren inge licht. Zooals men weet heeft Ibsen aan een vertegenwoordiger van het „Oerebla- det" zijn meening over den oorlog in Zuid-Afrika gezegd en o. a. beweerd, dat de Boeren de Kaffers verdrongen, nu op hun beurt door da Engelschen verdreven werden, dat de Engelschen veel beschaafder waren, enz. Dus een sterk Engelsch-gekleurd oordeel. Dit onderhoud was overgenomen in „Politiken" en de heer C. K. Elout, re dacteur van het „Handelsblad", heeft nu in „Politiken" aan Ibsen het vol gende schrijven gericht Hooggeachte Heer Vergeef mij, dat ik zoo vrijmoedig ben om tot uw hoogte op te stijgen. Maar op het gebied van de waarheid zijn allen gelijk. Op dat gebied mag iedereen zelfs de simpele journalist de allergrootsten naderen. Uit „Politiken" van 27 Nov. blijkt dat gij uw meening omtrent de Boeren hebt medegedeeld aan een medewerker van „Oerebladet". De absolute nauw keurigheid van het bericht kan ik na tuurlijk niet controleeren maar ik mag toch wel aannemen, dat het in hoofd zaak juist is. En de hoofdzaak van uw uitspraak is, dat gij de Boeren vergelijkt met de Kaffers. Gij zegt dat de Boeren zeiven op on rechtmatige wijze hun landstreken hebben bemachtigd en de oorspronke lijke bevolking er uit hebben verdre ven. Kunt gij dat bewijzen? Wij mee- nen het tegendeel te kunnen bewijzen dat de Boeren door het wanbestuur der Engelschen werden gedwongen om weg te trekken en dat zij hun nieuw gebied niet op onrechtmatige wijze verkregen. Gij zegt dat de Boeren al lang moeite hadden gedaan om een hcogere be schaving af te weren. Kunt gij dat be wijzen Wij xneenen te kunnen bewij zen dat de Boeren in tegenstelling tot de Kaffers snel en krachtig voor uitgingen toen de Engelschen hen tot den oorlog dwongen. Er zal eerstdaags een klein boekje in 't Duitsch uitko men: „Der Kulturkampf in Süd- Afrika" waarin juist dat onderwerp door mij wordt behandeld. Ik zal de vrijheid nemen om u een exemplaar er van te zenden. Gij zegt dat „de Engelschen" een volk zijn van hoogere beschaving? Kunt gij dat bewijzen Wij meenen het tegendeel te kunnen bewijzen dat de gemiddelde Engelschman aJ cultuurfactor geenszins beduidender is dan de g e m i d d c 1 d e Boer. en dat in 't bijzonder In Zuid-Afrika de Engel schen niet meer voor de ontwikkeling en de beschaving hebben gedaan dan de Boeren. Ook dat zult gij in het bo vengenoemde boekje vinden. En indien gij wellicht uw ernstige beschuldigingen tegen een zwaar be proefd volk niet waar kunt maken, mag ik u dan eerbiedig verzoeken om het machtige woord wel te willen terugne men dat gij geworpen hebt in het strijd perk der openbare meening, juist op het gewichtigste oogenhlik Wij Hollanders, zijn in Europa de natuurlijke verdedigers van de Boeren, niet slechts omdat wij ons hun verwan- aan of het mij kwaad doet. En ik ben ook heimelijk weggeslopen. U mag het niemand verraden dat ik hier ben geweest. Mijn moeder en zuster zouden buiten zichzelf zijn als ze het vernamen. U zal niet zeg gen dat u me vanavond gezien heeft, niet waai*? Als u dat wenschfc, zeker niet, mijnheer de baron! Ik dank u en ik weet dat u woord zal houden. Het is zoo'n ge lukkig toeval dat ik gelegenheid vind met u te spreken. Ik had nau welijks durven hopen. Maar u is toch niet alleen daarom hierheen gekomen? Enkel en alleen daarom, juf frouw Redlich! Het liet me geen rust. Ik moest mij ervan overtui gen dat u niets is overkomen. Maar wat had mij dan kun nen overkomen, mijnheer de ba ron? Hij verhief zich op de teenen om zoo dicht mogelijk bij haar te zijn en zijn stem tot een nauwelijks hoorbaar gefluister te doen dalen. Ik weet dat hier een onzinnig praatje loopt als zou do houtvester Fabian mijn neef hebben doodge schoten eu ik begrijp hoe zwaar u daaronder lijden moet. Maar u moet den moed m.aai'. niet verlie- 'tèn vóelen, maarbmdat wij'— op grond van veelzijdig onderzoek zeker zijn van hun recht. En daarom doet het ons zoo uiterst pijnlijk aan. wanneer wij over de Boe ren een verkeerd oordeel hooren van iemand, dien wij sedert een lange reeks van jarc-n hebben loeren stellen hoog op den top van liet menschdom als den verkondiger van de poëtische waar heid. Met den diensten eerbied, C. IL ELOUT. Amsterdam, 1 Dcc. Naar wij vernemen is de inschrijving 0|> de IIollandsch-Geldersche Hypo theekbank te Gorinchem ruim. voltea- kend. Moord te Lommei. Men schrijft uit Bergeik: Een vreeselijke misdaad heeft in het Belgische grensplaatsje Lommei plaats gehad. Reeds sedert eenige dagen werd ze kere V., een jonge vrouw, vermist. Men vermoedde een ongeluk, doch de na sporingen der politie waren vruchte loos. Vrijdag was een klein hondje aan het spelen op een stapel mutsaards, ge legen op 10 meters afstand van de wo ning der vermiste. Eensklaps begint het te wroeten en te huilen op erbarme lijke manier. Door het ongewono doen van het beest opmerkzaam geworden, haalde men de takken weg. Een akelig schouwspel doemde voor de oogen der aanwezigen op. Daar lag in een kuil het lijk van de vrouw, gewurgd en met drie messte ken in den hals. De politie werd geroepen, die een onderzoek instelde. Gevangen werd genomen, verdacht den moord gedaan to hebben, een ze-' ventigjarig kanlonnier. Er heerscht begrijpelijkerwijze veel ontsteltenis in deze streek. Een raad in den wildty'd. Eet geen „adellijk" wild. Zonder eenigen twijfel is bedorven vleesch het zij dan wild of niet schadelijk voor de gezondheid. Als ge hazepeper maakt en de hazen- boutjes in azijn legt, zoek er dan eerst de looden hageltjes uit want bedenk, dat lood zeer gemakkelijk in azijnzuur oplost en dat azijnzuuiiood een zeer gevaarlijk vergift is. De valkenvangst door den bekenden valkenier Mollen te Valkenswaard is voor dit jaar weder afgeloopen. Het weder was er niet gunstig voor, zoodat slechts 13 vogels ziju gevangen, 10 zijn er naar Londen verzonden, de overige naar Parijs. De heer Rikkert te Groningen ont ving dezer dagen een brief, waarin hem werd aangezegd, per keeronöe post aan den afzender 25 te zenden, bij gebreke waarvan zijn hui3 in brand zou wor den gestoken. De schrijver was zoo brutaal, den brief te teekenen en zijn adres op te geven. Daardoor had de po litie spoedig de hand gelegd op den 57- jarigen J. H. H., in naam photograaf, in werkelijkheid een zwerveling, die reeds aan de justitie is overgeleverd. Ongsnoode gasten Een bewoner van de Neude te Utrecht zou Vrijdagavond een souper geven. Hiertoe waren 20 personen uitgenoo- digd. De tijd brak aan, waarop de in vites vooraf isi hunne sociëteit gezellig zouden te zamen komen, waarom de gastheer zich ook daarheen begaf. In dien tusschentijd zou het souper bereid worden. Eindelijk brak het oogenblik aan, waarop de gastheer en zijne invités zich naar 't souper zouden begeven. Hoe groot was echter hun teleurstelling toen zij thuisgekomen, van 't zoo vurig verlangde souper geen spo.or moor kon den ontdekken. De flesschen met wijn, geledigd en uit het raam gesmeten, het heerlijke eten naar de maan en do schotels aan stukken en brokken op den grond en op de straat. Het bleek dat een aantal vrienden(!) aan den gang waren geweest. (U. D.). zen. Zijn onschuld moet spoedig aan den dag komen. Het kan niet anders! Kathe aarzeldo eer zij antwoord de. Nog pijnigde zc tevergeefs haar anders zoo slim hoofdje om voor het zonderlinge gedrag en de raad selachtige woorden van den baron een aannemelijke verklaring te vinden. En waarom, vroeg ze einde lijk weifelend, waarom zegt u dat juist tot mij? O, 11 weet heel wel waarom ik het u juist zeg! En 11 mag niet denken dat ik u inwendig minder vereer sedert ik kennis heb gekre gen van uw hartsgeheim. Ik ben wanhopig dat ik niets kan doen om u uit uw zware zorgen te ver lossen. Maar ik ben onmachtig. Bij de blindheid van die dwazen zou het niet de geringste uitwerking hebben of ik al herhaalde dat hij onschuldig is. En ik ben zoo ziek dat ik niet cons in staat ben u te beschermen, zoo boosaardigheid en leedvermaak hun aanvallen op u richten. Maar ik heb mijn zus ter verzocht het in mijn plaats ie doen. En dat hoeft ze me beloofd. Met vertrouwen kan u zich tot haar wenden als. u hulp of steun fce- Vereeniging tót Veredeling van het Ambacht. Door het Hoofdcomité der „Vereeni ging tot Veredeling van hot Ambacht", werd de Gewestelijke Commissie be noemd, die de regeling op zich heeft genomen, ten einde patroons en am bachtslieden in 1901 te Haarlem in de gelegenheid te stellen proeven van be kwaamheid af te leggen tot het ver krijgen van de graden en het diploma van „meester" of „gezel". Dc gewestelijke commissie is samen gesteld ais volgt: H. FYée, directeur van de Haarl. Machinefabriek, lid van het hoofdbestuur der Ned. Mij. ter be vordering van Nijverheid, voorzitter F. M. Baron Van Lijnden, voorzitter van de Comm. van liet Museum en de School van Kunstn. te Haarlem, onder voorzitter G. L. van Lennep, lid van don gemeenteraad, geer. der Comm. van de Vereen. De Ambachtsschool te Haarlem, penningm. van de geweste lijke comm. en van het hoofdbestuur der Vereen, tot veredeling van het Am bacht J. A. G. Van der Steur, bouw kundig ingenieur E. A. Von Saher, directeur van het Museum en de School voor Kunstn. te Haarlem, secretaris. In de verschillende centra's der Am bachtsnijverheid in Nederland zullen bovendien naar behoefte sub-comitó's worden gevormd, ten einde de gewes telijke commissiën in hare veelom vattende taak bij te staan. De samenstelling der commissiën van deskundigen, die de proeven van bekwaamheid moeten beoordeelen, zul len in overleg met de technische com missie, deel uitmakende van hst hoofd- comité, worden gekozen en zal de sa menstelling dezer commissie nader worden bekend gemaakt. Voor elk der vakken zal de Commis sie van deskundigen bestaan uit vijf leden, waaronder drie vakmannen, werkbasen of gezellen, die bij hunne vakgenooten het volle vertrouwen ge nieten, en twee leden voor de theoreti sche vakken teekenen en theorie. De gewestelijke commissie doet een beroep op de hulp van alle belangstel- lenden en op de medewerking der ver schillende vakvereenigingenzij ver trouwt dat allen, wien de ontwikke ling der ambachtsnijverheid in Neder land ter harte gaat, haar zoowel finan cieel als moreel zullen willen steunen. Het aanmelden der candidaten tot het afleggen der proeven van be kwaamheid in het timmeren, het mcu- belmaken, het smeden en het huis- schilderen zal tot 31 December 1900 over het' geheele land kunnen plaats hebben bij don secretaris der geweste lijke commisie, den heer E. A. .von Sa- her, die tevens do gewensehte inlich tingen zal verstrekken en het program ma van eischeu voor meester en gezel op aanvrage kosteloos aan belangstel lenden zal toezenden. Het afleggen der proeven van be kwaamheid zal op Maandag 25 Febru ari 1901 beginnen, terwijl de daartoe noodige werkzaamheden ongeveer tien dagen in beslag zullen nemen. De candidaten, die zich aan de proe ven van bekwaamheid wenschen te onderwerpen, moeten voor het verkrij gen van het diploma van gezel den leef tijd van 20 jaar, voor dat van meester den leeftijd van 25 jaar hebben bereikt, behoudens uitzondex-ingen door de commissie too te staan. Het voornemen bestaat om hen, die de proeven van bekwaamheid met gun stig gevolg hebben afgelegd, een zeker bedrag, tot vergoeding van reis-, ver blijfkosten en derving van loon uit to betalen. Ten einde noodelooze kosten te voor komen, wensckt de gewestelijke com missie er op te wijzen, dat de candida ten zich slechts moeten aanmelden, wanneer zij de overtuiging hebben, aan het programma van eischen te kunnen voldoen. De Commissie behoudt zich het recht voor, zoodra haar gebleken is, dat de candidaat niet aan de eischen zal kun nen voldoen, hem niet tot de proefaf legging toe te laten of verdere deelne ming daaraan te ontzeggen. De Gewest. Comm. voorn., H. FIGéE, vöorz. E. A. VON SAHER, secr. Kruger in Nederland. Reuter seint uit Parijs „De „Echo de Paris" meldt dat de Koningin van Nederland tot pre sident Kruger het volgende zou hebben gezegd „Heb vertrouwen in God die U en dc Uwen zal weten te bescher- hoeft. Hij schrikte van het scherp, spot tend lachen, waarmee zij hem in de rede viel. Uw zuster? Freule Edith? Ach, dat is natuurlijk kwaadaardige scherts, mijnheer de baron! Scherts! Ach, juffrouw Ktitho, niemand kan op dit oogenblik min der tot scherts geneigd zijn dan ikl Het is volkomen zooals ik u zeg. Natuurlijk wensch ik van harte dat u geen bijstand zal behoeven. Van dit alles begrijp ik alleen dat u zich ten opzichte van mijn persoon deerlijk moet vergissen, mijnheer de baron. Ik gevoel me evenmin door een of ander gevaar bedreigd, tot afwending waarvan ik vreemde hulp noodig heb, als ik mij uw zinspelingen op een hartsgeheim kan verklaren, dat u zou hebben leeren kennen. Hier heeft een misverstand plaats of men heeft mij bij u belasterd. Wat? Zou u me werkelijk niot begrijpen? Dat is toch geheel on- denkbaarl Want al had ik me mis schien ook al bedrogen, mijn zus ter liegt nooit en zo heeft met haar eigen cogen gezien Wat hoeft freule Edith ge zien? Ik verzoek u dringend het mo. men, "ik zal U een bewijs van mijn vriendschap geven, zoodra daartoe het oogenblik is gekomen, maar niet thans." „De President zou geantwoord hebben dat hij rekende op de hulp der Koningin, maar h6t noodige geduld zou weten te hebben, daar hij vertrouwen stelt in de godde lijke gerechtigheid' én in zijn goede zaak." Zondagochtend 10 uur heeft de Staais-president eene godsdienst oefening bijgewoond in de Groote Kerk te 's Gravenfcage. Op eenvoudige wijze, in een rij tuig, slechts vergezeld van den heer Wolmarans, terwijl de overige hee- ren uit zijn omgeving zich te voet naar de kerk begaven, verliet de President het Hotel des Indes. llij had vooraf door de politie, voor het hotel met de handhaving der orde belast, het publiek doen verzoeken hem niet toe te juichen op zijn weg naar de kerk, aan welk verzoek zooveel mogelijk werd voldaan. In de kerk, waarin geen plaats onbezet was, werd Oom Paul, die zijn intrede deed onder het plech tig ruischen van eenige verzen van Psalm 63, geleid naar de konink lijke zitplaats. Alls gemeentenaren waren bij zijn binnenkomst van hun zitplaatsen opgerezen. Voorganger was ds. Vermeer die in zijn inleidend gebed de aanwe zigheid van den grijzen Staats-pre sident herdacht. Hij dankte God dat Hij Paul Kruger behouden in ons land deed aankomen, gedragen door een Nedcriandsch schip; voor de hartelijke belangstelling die Hi j Kruger op zijn tocht in Europa deed ondervinden, voor de lieve sympa thie die Hij Holland's Koningin den grijzen. President heeft doen betoe nen, voor do warme liefde die Hij ons volk deed beluigen. Te dezer plaatse, waar reeds zoovele gebe den zijn opgestegen en zooveel go- leden is voor de Zuid-Afrikaansche zaak, smeekte de voorganger 's He mels zogen af over Kruger, die zich heden, zoo dan niet in de ware be- teekenis van het woord, dan toch in hoogere befceekenis te midden van zijn volk bevindt. Ook smeekte ds. Vermeer zegen af voor lien die ginds, in Zuid-Afrika, de ellende van den oorlog dragen. Daarna werd gezongen Psalm 42 verzen i, 3 en 5. Toen sprak as. Vermeer zijn pre dicate uit. waarvan de tekst was Genesis III 8e vers: „Ende zij hoorden de stemme de3 Hoeren Gods, wandelende in den hof, aan den wind des daags." De ontwik keling van dien tekst was het op de meest welsprekende wijze ver kondigde thema dat de stem Gods een Gc-richt maar ook Genade is en dat welgelukzalig is hij, die deze stem steeds hoort en zich er naar gedraagt op do wijze van het Hoofd en het volk van cle Zuid-Afrikaan sche Republieken. Er mogen er dan zijn, die, den tegenspoed dier republieken aanschouwende, sma delijk magen Waar is nu uw God? Maar dezulken zijn ongelukkig, want zij hooren Gods Woord niet. In zijn slotgebed, na het aanhef fen van Gezang 13, le, 2e en laatste vers, richtte ds. Vermeer zich in naam der gom centenaren tot Paul Kruger. Hij herhaalde zijne ver blijding over de behouden aan komst, onder Hoogeren zegen, ta midden van 't Nederlandsche volle, het oude volk van vrijheid en recht. Paul Kruger, wanneer wij uw naam uitspreken, wanneer wij u zien, dan zien wij in u het volk van Transvaal, van de beide republie ken, die gestreden hebben tegen Engeland, dan zien wij in u de ge schiedenis van ecu volk dat door noeste vlijt en trouwe zorgen zijne onafhankelijkheid eenmaal ver kreeg; clan denken wij aan de Frie zen. toen een indringer trachtte dat volk zijn vrijheid te ontnemen. Aan de vrouwen en zonen dio geschei den zijn van al wat hun lief en dierbaar is, aan de velen die lij den, schreien, geprangd! worden door nood. vertrapt en vernederd en wier hoeven in rook en vlam men opgaan. U ziende, denken wij aan het kruis door God op de schou ders van uw volk gelegd. De predikant noemde Paul Kru ger den Broeder in Christus, den Belijder des Hoeren den Band des Geloofs, over wien de gemeente zich gedrongen gevoelt 's Hemels milden zegen te vragen. te zeggen. Men kan wel onwaar heid spreken en zich toch niet van zijn leugen bewust zijn. En de haat is een bril, die het uiterlijk cler dingen soms zonderling veran dert. En ik kan er sedert lang niet meer aan twijfelen dat ik me door een of ander onverklaarbare o.or- zaak den haat van de genadige ba rones op den hals heb gehaald. Met wijd opengesperde oogen staarde Prosper tot haar op. In- zijn arm verscheurd hart streden hoop en twijfel om den voorrang. Eerst stamelde hij eenige verwar de woorden zonder samenhang, toen echter raapte hij al zijn kracht tezamen en sprak Zou het dan niet waar zijn dat u door den houtvester Fabian bemind wordt endat u hem weder liefheeft? Het jonge meisje liet den van angstvolle verwachting sidderen den man eenige oogenblikken op antwoord wachten. Toen boog ze zich zóó diep tot hem over dat hij de verlokkende schittering in haar vurige Nixen-oogen zag en haar warme ademtocht langs zijn voor hoofd streek. Neen het is niet waar! Kathe, juffrouw Kathe!. ..En En cle handen tót zegening ürE- gespreid smeekte ds. Vermeer; De Heere zegene U en behoede U, ver- heffe Zijn vriendelijk aangezicht over U en zij U genadig. Toen zong de gemeente in staan de houding Psalm 134 vers 3 „Dat 's Heeren zegen op U daal 1" En voortgaande met zegen af te smee-, ken, diroeg do voorganger den Pre-: sident der Republiek en de belan-i gen van beide Staten aan God op. Met de algemeen e zegenwenschen voor Koninginnen, Regeering enj Volk, besloot ds. Vermeer A ge bed. Toen zong 'de gemeente vers 2, uit den Psalm Kruger toegezongen- bij zijn aankomst te 's Gravenhage:; „De bergen zullen vrede dragen De heuvels heilig recht." waarna ten slotte op zeer plechtige langzame wijze door allen hot eer ste couDlet van het Transvaalsche Volkslied werd gezongen. Toen verliet de President, zicht baar aangedaan hei Bedehuis. Buiten stond een onafzienbare, schare, zóó dat het rijtuig slechts met moeite door de menigte kon rijden. Hij werd levendig toege juicht. Oom Paul ontving 's middags 0. a. don heer Gleichman, voorzitter der Tweede Kamer. President Kruger heeft een deputatie uit de oud-strijdersvereenigingen te Solingen ontvangen. Zij boden hem- een prachtig bewerkten degen aan. In het gevest komt het wapen voor van de Zuidafrikaanscbe Republiek, en op den knop van de greep schittert een diamant. Op de kling is ter eene zijde gecisiieerd een episode uit een Boe- rengevecht, afgewisseld door opschrif ten als: „bis zum letzten Tropfen Blut" en „Furchtlos, Tapfer, Treu'und Gut". Op de andere zijde van de kling een voorstelling van een wapensmidse en de opdracht„Den hochverehrten Pre sidenten von Transvaal, Paul Kruger, gewiömet von den Kriegern der Feld- züge 18641866,18701871, des Kreises und der Waffenstadt Solingen, Deutsehland." De voorzitter van het hoofdbestuur van „Volksweerbaarheid" telegrafeer de namens alle afdeelingen en alle le den aan Kruger bij diens aankomst in 's-Gravenbage: „De Vereeniging Volks weerbaarheid brengt president Kruger, hoofd van een klein maar weerbaar, volk, haren eerbiedigen welkomst groet." De voorzitter, onder-voorzitter, ee-v cretaris en penningmeester van het hoofdbestuur voornoemd hebben heb voornemen, te 's-Gravcnhage op recep tie hij den President te gaan, om de hulde der vereeniging mondeling te herhalen. De Raadscommissie en de medewer kende comité's te Amsterdam hebben welwillend toegegeven aan 't verzoek, der schooljeugd van Amsterdam een/ge oogenblikken gelegenheid te geven, ter1 receptie van president Kruger in het Paleis voor Volksvlijt te verschijnen in de hoop, dat do president daaraan zijn goedkeuring zal hechten. De kinderen, waarschijnlijk niet meer dan 4 A 5 percent van elke school bevolking, zxillen langs de Utrechtschc- straat moeten naderen tusschen 9 en 10 uur en door den tuin Oosteinde bin nenkomen, terwijl zij denkelijk door den tuin langs de galerij zich zullen moeten verwijderen. Dc daartoe noo dige besprekingen zullen dit laatste tct beslissing brengen. Noodig is voorts, dat alle kinderen en; geleiders een uniform insigne dragen. Naar men Verneemt is door een zes-, tal leden van den Raad tc Rotterdam dezer dagen het voorstel ingediend om een uitnoodiging tot president Kruger to richten voor een bezoek aan Rotter dam. De burgemeester, overtuigd dat' dit voox'stel mot geestdrift ia dc san- staando vergadering op Donderdag zal worden aanvaard, heeft te recht ge meend in den geest van den Raad te handelen, door met die invitatie niet te lang te wachten en namens het be stuur In het algemeen reeds een schrij ven aan den president verzonden be datum van het bezoek zal aan. Kru.ri zelf worden overgelaten. Waarschijn lijk zal het plaats hebben in de week volgende op de huldiging to Amster dam. Wat do ontvangst betreft, zal door het gemeentebestuur in overleg gehandeld worden mot de Zuidafrikaai. sche Veraeaiging en het Algemeen Ne dcrlandsch Verbond. is u het dus in 't geheel niet ge weest, die mijn zuster met den houtvester in het bosch gezien heeftwas het dan een vergis singeen verwisseling van per sonen? Ik weet niet wat freule Edith u omtrent dio ontmoeting verteld hoeft, mijnheer do baron, maar.' dat ze eens in hot bosch voorbij ging, terwijl ik me met dc-n hout vester onderhield, dat herinner ik me nog zeer goed. Het gebeurde toch op een uur dat ik moeilijk ooit zal vergeten. Dus tocht mompelde hij, smar telijk ontgoocheld. Ik smeek u zoo hot u pijnlijk is van deze dingen to spreken. (Wordt vervolgd).

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1900 | | pagina 2