NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD.
Il
Meestgelezeri Dagblad, in Haarlem en Omstreken.
No. 5358
AD
18e Jaargang.
Zaterdag 15 December 1900.
ABONNEMENTSPRIJS
Voor Haarlem per 3 maandenƒ1.20
Voor de dorpen in den omtrek waar een Agent gevestigd-ia (kom der gemeente),
per 3 maanden >i 1-30
Franco door het geheelo Rijk, per 3 maanden. v v 1.65
Afzonderlijke nummert. -0.02
Geïllustreerd Zondagsblad, voor Haarlem, per 3 maanden. t> 0.37%
de ometreken en franco per post' 0.45
ADVERTENTIËN
Yan 1—5 regels 50 Ces.; iedere regel meer 10 Cts. Buiten het Arrondissement Haarlem
is de prijs der Advertentiën van 1—5 regols 0.75, elke regel meer 0.15.
Groote letters naar plaatsruimte. Bij Abonnement aanzienlijk rabat.
Reclames 30 Cent per regel.
Bureaux: Gebouw Het Spaarne, Kampemngel 70, vlak bij de Turfmarkt.
Telofoonuummor der Kecïactie 600. Tolofoonnnininer der Administratie 188.
Intercommunale aansluiting.
Uitgave der Vennootschap Lourens Coster. Directeur: J. C. PEEREBOOM.
Abonnementen en Advertentiën worden aangenomen door onze Agenten en door alle Boekhandelaren en Courantiers. Met uitzondering van het Arrondissement Haarlem is het uitsluitend recht tot plaatsing van Advertentiën
en Reclames betreffende Handel, Nijverheid en Geldwezen, opgedragen aan het Algemeen Advertentie-Bureau A. DE LA MAR Azn. te Amsterdam.
Dit blad verschijnt dagelij&s, behalve op Zon- en Feestdagen.
Hoofdagenten voor het Buitenland: Compagnie Générale de Publicité Etrangère G. L. DAUBE Co. JOHN F. JONES, Succ., Parijs M'üit Faubourg Montmartre.
Haarlem's Dagblad van 15 Dec
bevat o. a.
Over den oorlogstoestand in
Znid-Afrika, Portugal en Ned v
laud, Rusland en Nederland, lbfwn
rverr de Roeren, Schooltuinen
slaan op school. Parlementair
Praatjes.
Advertentiën
VOOE HET
Zsterdagavondnummer.
Meermalen zijn wij tot ons leedwe-
ze genoodzaakt Advertentiën af te wij
zen voor het Zaterdagavondnummer.
die des Zaterdagsmorgens pas worden
bezorgd.
Wil men zeker zijn van de plaat
sing. dan is inzending op Vri}Nc,
avond noodig, uitgezonderd natrur
lijk kleine advertenties of familiebe
richten, die moeilijk vooraf kurnen
worden ingeleverd.
DE ADMINISTRATIE
Weekblad voor de Jeugd.
Aan hen die daarop zijn geabon
neerd, wordt hierbij verzonden no. 51
van het „Weekblad voor de Jeugd".
Dit keurig geïllustreerde weekblad,
onder redactie van den heer F. H. va a
Leent, bevat in dit nummer:
Die arme vogeltjes.
Grootmoedertje.
Een weldaad gaat nooit verloren.
Kermispret,
Roodborstje.
liet feest der Bijenkoningin.
Bericht.
Moeder Uil en haar kleintjes.
(Elk No., groot 8 bladzijden, bevat
\al van fraaie, gekleurde platen en
ïen voor kinderen aileraardigsten
'ekst. De prijs per drie maanden is
slechts 5U Cents.)
Politiek Overzicht.
Naar aanleiding van Lord Kitche
ner's laatste telegram schrijft Kol.
C. de Witt in de C." o. a.
,dat het hem bevestigt in zijn ge
voelen, dat de Wet zoo langzamer-
h? uit de benauwdheid komt,
li) cheert in de richting van
R -burg zegt hij, en uit dit
'Jafcuiiteke bericht kunnen wij op
maken, dal hij, zooals reeds door
ons was afgeleid uit het laatste te
legram van Kitchener, van Roux-
vilie naar Wepener gemarcheerd,
en ten westen van die plaats, ge-
Iwwternakende van de Jammers-
b*i*S<irif.t over de Caledonrivier gc-
irokken is, en nu den grooten weg
Wepener— de-WetsdorpRedders-
burg volgt. Knox houdt al vech
tende, voeling met hem, zoo lezen
wij verder, met andere woorden de
boeren trekken kalm en bedaard
;erug, houden stand als de vijand
te veel opdringt, doch lgten zich
met geen ernstig gevecht in.
Een andere verklaring voor het
vechtend voeling houden met een
terugtrek ken den vijand weet hij
n>~t te vinden.
Staat er bij Reddersburg een En-
gelsche strijdmacht om de Wet op
te vmg-en, dan zal hii wel voor
dier tijd van richting veranderen
en bijv. noordwaarts naar Thaba'-
NGhu trekken, de berichten zijn
evenwel zoo schaarsch, dat alleen
daaruit niet veel kan worden af
geleid.
Verder hooren wij niets, noch
uit Transvaal, noch uit Natal en
moeten maar denken geene tij
ding, goede tijding. Kitchener zou
de toch niet in gebreke blijven een
voor de Engelschen gunstig be
richt zoo spoedig mogelijk over te
seinen.
Ook de naam van Louis Botha
wordt niet genoemd. Is hij in
Transvaal gebleven? is hij in den
Vrijstaat? houdt hij zich te Petrus-
burg op, of heeft de berichtgever
zich vergist en Pietersburg bedoeld?
vraagi kol. deWit.Wie vermag het
te zeggen; misschien, dat een vol
gend telegram hieromtrent eenig
licht ontsteekt.
De „Westm. Gazette" zucht he
vig over de zestien-duizend pond,
die, waarschijnlijk tot nieuwejaar
nauwelijks voldoende zullen blij
ken, zegt het blad. want noch Brod-
rick, noch H«cks Beach gaven eeni-
gen waarborg, dat dit het laatste
crediet zou wezen, dat vóór Maart
zou worden gevraagd.
Deze courant wijst er voorts op,
dat 't een schrale troost is, door
den heei Brodrick gegeven, toen
hij wee4 op andere mogendhe
den, die eenzelfde taak onderno
men hebben. De heer Brodrick
haalde Spanje op Cuba en Amerika
op de Philippijnen aan, maar of
dit wel gelukkig gekozen voorbeel
den zijn betwijfelt de „Westm."
en wij met haar. De Vereenigde
Staten b. v. bekampen nu al drie
jaar lang de Philippiinen, en 't
kost hen bijkans vijftig millioen
pond jaarlijks 1
Maar. de Engelschen zullen in
hun optreden verstandiger zijn
zegt de „Westm." en snoedig door
toegevende politiek aan den oorlog
een einde maken. Hier zijn we zoo
vrij een groc-; vraagteeken te zet
ten.
Het Lagerhuis heeft het wetsont
werp voor de sunnletoire oorloes-
lecning bij tweede lezing aange
nomen.
In^ den loop van het debat zeide
sir M. Hicks Beach, dat het best
kon wezen dat voor een jaar of
twee na den oorlog geen belasting
was te krijgen van Transvaal voor
de oorlogskosten, maar die moge-
lijkhei1 had hij in aanmerking ge
nomen bi. zijn financieele politiek,
en hij had het zoo geschikt, dat
de verschillende nog te sluiten lee
ningen zouden invallen op tijdstip
pen waarop de regeering voor elk
geval zou kunnen zeggen, welke
last op Transvaal gelegd zou kun
nen worden.
Het tijdens de debatten geopper
de denkbeeld, een directe belas
ting te heffen van de winsten der
mijnen, verdiende zorgvuldige
overweging, zeide spreker. Hij
wenschte dat Transvaal en de
Oranjerivierkolonie aanzienlijk zou
den bijdragen in de kosten van den
oorlog, maar de regeering zou niets
banden te leggen of do ontwikke
ling te belemmeren. Daarentegen
zou de regeering er ook voor op
passen, dat zij zich niet eenzijdig
liet irifluenceeren door onredelijke
eischen van hen die bij de mijnen
geïnteresseerd zijn.
De zaak-Pott is voorloopig tot
rust gekomen in de buitenlandsche
pers. Men begrijpt ook daar trou
wens dat het geen vonk is die een
Nederlandsch-PorLugccschen oor
log kan doen ontbranden Intus-
schen vinden wij in een mededee-
ling van den „Courrier d'Europe"
het volgende -bericht uit Lissabon
„Een Engelsch-Portugeesch. ver
drag, in den zin van een of- en de-,
fensief verbond, bestaat niet maar
er is wel een entente, waarbij Por
tugal zich verplicht om. met betrek
king lot Mozambique, niets te on
dernemen tegen de Engelsche po
litiek in Zuid-Afrika en die- poli
tiek zelfs te steunen(!) terwijl En
geland zich bereid verklaart oih
Portugal te beschermen tegen de ge
volgen, van welken aard ook, die
uit deze entente zouden kunnen
voortvloeien. Vandaar dat Neder
land van de Engelsche regeering
kennis heeft gekregen dat Engeland
het Kabinet van Lissabon gelijk
gaf in cle quaestie-Pott en vandaar
dat dit incident, dat zeer betreu
renswaardige gevolgen had kun
nen hebben, op vreedzame wijze
is geschiktalthans voor 't
oogenblik, hoewel mén in Den
Haag geer onaangenaam gestemd
is door deze diplomatieke huiche
larij."
Wij moeien deze mededeeling,
waarvan wij de juistheid niet kun
nen nagaan, zonder commentaar
weergeven.
Het heet te Washington dat de
onderhandelingen tusschen de mo
gendheden over de gemeenschap
pelijke nota, aan China op bevredi
gende wijze zijn geëindigd. Alle
regeeringen zijn het eens gewor
den over een bepaalden tekst. Men
zegt dat de voorwaarden feitelijk
dezelfde zijn als degene die Bulow
den 19en November in den Rijks-
da"- heeft meegedeeld. Alleen de
zin dat het besluit van de mogend
heden onherroepelijk vaststaat is
geschrapt.
De gezanten te Peking hebben
een voorloopig stadsbestuur inge
steld, bestaande uit generaal von
Gayl (Duilschland), kapitein Dodd
(Amerika), kapitein SiKvyn (Enge
land), kapitein Sjiba (Japan), ka
pitein Ferigo (Italië), en kapitein
von Braxem (Duilschland). Von
Gayl is president.
Buitenlandsch Nieuws.
Rusland in Polen.
De Polen zijn zeer verontwaar
digd over een nieuwe verordening
aangaande het onderwijs in het
Poolsch. De Keizer heeft namelijk
den gouverneur-generaal het recht
toegekend om bij wiize van admi
nistratieven maatregel, d. w. z. bui
ten de rechterlijke macht om, ves
tingstraf voor ten hoogste zes maan
den op te leggen aan uersonen die
zender verlof op particuliere scho
len les geven in 't Poolsch. De Rus
sische regeering heeft dezen maat
regel genomen, leest men in de
verordening, omdat zij onverander
lijk ernaar streeft, het denkbeeld
van de eenheid van den Russischen
staat onder de jeugd in het konink
rijk Polen te bevestigen.
De Russische regeering had in de
eerste helft van dit jaar door ver
meerde-ring van de Poolsche les
uren op rijksscholen een goed werk
gedaan. Het sprak, echter vanzelf
dat zij de vruchten van zulke zacht
zinnige maatregelen niet dadelijk
zou plukken, en het is natuurlijk
dat men niet in een paar jaar de
Polen kan winnen, na zo tientallen
van jaren onderdrukt te hebben.
Hst is te betreuren dat de tegen-
vitordig overheerschenden politiek
van russificatie de regeering niet
den tijd heeft gelalen om haar
proef met een vriendelijker bestuur
in Polen voort te zeiten. Maatrege
len als de nu getroffene doen tien
maal zooveel kwaad als de andere
goed. Dat de Polen ooit Russen
zouden worden, is toch een hersen
schim door het verbod van parti
culier onderwijs in 't Poolsch zal
men althans zeker nooit zoo ver
komen.
Ibsen en de Boeren.
Wij deelden onlangs den inhoud me
de van een brief, een open brief aan
Ibssn, in „Politiken", waarin de heer
C. K. Elout, van het „Handelsblad",
den grooten schrijver beter inlichtte
omtrent dc Boeren. Het heeft hem ech
ter niet veel gebaat. Ziellier het ant
woord van Ilenrik Ibsen in Politiken":
Aan den heer C. K. Elout, Redac
teur van het „Algemeen Han
delsblad" te Amsterdam.
Zeer geachte Heer!
Door middel van „Politiken" hebt
gij mij de eer gedaan, mij een open
brief te schrijven en ik zal mij veroor
loven, door middel van hetzelfde blad
u in 't kort een open antwoord tc ge
ven.
Ik ben, gelijk gij wellicht weet, op
politiek gebied een man des vredes en
ik had allerminst gedacht dat het mij
zou zijn beschoren om in den Zuidafri-
kaanschen oorlog te worden gewikkeld
In den strijd tusschen Boeren en Brit
ten heb ik mij tot dusverre even zorg
vuldig achteraf en even neutraal ge
houden als de groote Hollandsche ko
loniale mogendheid zelve.
En mijn aphoristische uitingen inj
het Noorsche Ocreblad hadden waar
lijk niet de bedoeling om den Boeren
eenige schade te berokkenen in de we
reld van politieke belangen.
Gij stelt mij een boek in uitzicht dat
nog niet is verschenen maar dat mij
moet overtuigen, dat de Boeren hun
land niet op onrechtvaardige wijze ver
kregen, en dat de Engelschen in Zuid-
Afrika niet meer hebben gedaan voor
de zaak van ontwikkeling en bescha
ving can dc Boeren.
Wij zullen zien.
Gelukt het dat aangekondigde boek
of dier brochure mij te overtuigen van
dat alles, dat mijn tot nu toe gevestig
de overtuiging omver zou werpen, dan
zal ik dat eerlijk bekennen.
Uw natie, mijnheer de redacteur,
ben ik persoonlijk groote dankbaar
heid schuldig. Maar men mag niet ver
gen, dat ik iets van die schuld zal
afbetalen door mijn overtuiging ge
weld aan te doen.
Gij zegt ten slotte, dat de Hollanders,
in Europa de natuurlijke verdedigers
der Boeren zijn.
Waarom hebben uw landgcnooten
dan niet een meeip effectief gevechts
terrein g<1 •en, toen het nog tijd was?
Ik denk u-.n Zuid-Afrika?
Nu verdedigt men zijn verwanten
met boeken en brochures en open brie
ven I
Zijn er, mijnheer de redacteur, geen
wapenen die beter werken?
Ik denk aan
Hoogachtend,
HENRIK IBSEN.
Kristlania, 9/12 1900.
Het amnestie ontwerp in de
Franscne Kamer.
De Fransche Kamer behandelde
Donderdag hel amnestie-ontwerp.
De socialist Vazeille bestreed het,
daar het reactionnaire partijen zou
kunnen aanmoedigen.
De radicaal Pourquery de Bois-
serin steunde de voorstellen, om
een aaneensluiting van alle Fran-
schen tot stand te brengen voor
het geval van zekere buiteniand;clie
gebeurlijkheden.
Breton verlangde de bestraffing
van alle schuldigen: Esterhazy, den
werkehiken verrader, Dupaty de
Clam en Gonse die meededen aan
het maken van het valsche stuk.
Spreker noemde verder generaal
Billot.
Méline protesteert en verzekert
dat Billot de wet deed eerbiedigen.
Breton zegt dat Méline in zeke
ren zin de medeplichtige van Bil
lot is spreker beschuldigt Méline
van plichtverzuim, waartegen Mé
line zich verdedigt.
De minister-president zegt dat
de regeering slechts het oog heeft
op cle belangen des lands.
Paragraaf 1, waarin amnestie
wordt verleend voor feiten in ver
band met de zaak-Drevfus, wordt
aangenomen met 329 tegen 244
stemmen.
Vazeille dient een amendement
in, waarvan de strekking is dat met
name de misdaden van verraad en
spionnage, zullen worden uitgeslo-
ten van paragraaf 1. Dit amende
ment wordt aangenomen mot 269
tegen 248 stemmen.
Waldeck-Rousseau zegt dat men
hem er toe brengt te verklaren, da$
het aan de regeerii>«r onverschillig
is of men aan het ontwerp beschik
kingen toevoegt die er reeds in zijn
vervat, maar dat het voor de re
geering onmogelijk zou zijn, den
geheelen tekst van het amendement*
Vazeille te aanvaarden. Deze ver
klaring verwekt sensatie.
Het vervolg van het debat werd-
op Maandag bepaald.
De Zwitsersche Bonds
president.
De Bondsraad verkoos tot presi
dent der Zwitsersche confederatie
voor 1901 den heer Brenner, voor
zitter van den Bondsraad; cle heei
Zemp werd lot vice-president go'
kozen.
Algemeene berichten.
DE OORLOG IN ZUID-AFRIKA.
De „Standard" meldt dat Re id
en andere liberale parlementsleden
den hertog van Devonshire naar
Zuid-Afrika zouden willen zenden
om de Boerenaangelegenheden le
regelen, maar toch hoofdzakelijk
om geschil to verwekken tusschen
het Engelsche kabinet en Milner.'
Daarom denkt de referring er niet
over, den hertog te zenden; die zen
ding zou makomen op Milner's
terugroeping.
Stadsnieuws
Haarlem, 14 Dec. 1900.
Arrondissements Recht
bank le Haarlem.
Zitting van Donderdag 13 Dec.
Vervolg).
P. van Zon, te A in woon
achtig had zich op 1 Nov. .,_i ven Rijks
werf te Zaundam schuldig pcma&kt
aan diefstal van eenige stukken looden-
pijp ten nadeele van het Koninkrijk der
Nederlanden.
De zaak moet zich als volgt hebben
toegedragen. In den morgen van 1 No
vember had van Zon eene zaag ge
vraagd om eenige werkzaamheden te
verrichten, doch deze zaag aangewend
om van oenige looden pijpen stukken,
af te zagen. Dit was opgemerkt door J.
Moolhuijzen, die beklaagde ook bezig
had gezien. En toen dan ook do ver
missing der stukken lood bekend werd,
viel aanstonds het vermoeden op van
Zon. Deze daarvoor onderhouden, ge
voelde zich hierover zoo beleedigd, dat
hij aanstonds zijn werk verliet. Eonige
dagen later werden de stukken bij eene
andere loods gevonden onder den
grond gestopt en werd van deze dief
stal van Zon verdacht. Beklaagdtf
bleef allo schuld ontkennen en beweer
de van de zaak niets te weten en al-'
leen de gedachte, dat hij vóór dief aan
gezien werd, hem deed besluiten uit
zijn werk to loopen.
De voornaamste getuige was J. Moolt
huijzen, dio verklaarde beklaagde aan
^onilleton.
Naar het Duilsch.
30)
De gendarme en de heelmeester
waren de eersten, die zich gereed
maakten het lijk nauwkeuriger te
bezichtigen.
H-ij moet zich in den hals heb
ben geschoten, zei de laatste. Daar
is een diep gat, dat niet het gevolg
kan zijn van den val en de linker
kaak is ook geheel verbrijzeld.
Laten we hem op de baar
leggen, zei de hoofdinspecteur. Hot
is niet onze taak vast te stellen op
welke wijze hij het leven verloren
heeft. Bit mogen later de heeren
doctoren doen.
Toen het lichaam van den doode
werd opgetild, ontdekte het scher
pe oog van den gendarme op den
grond een klein boekje, dat totnog
toe voor het oog verborgen was ge
weest. Bij naderé beschouwing
bleek het een zakboekje voor hout
vesters _te zijn, met hier en daar
witte bladen erin tot het doen van
aanteekeningen. Eenige bladzijden
waren geheel met dicht, ineenge
drongen potloodschrift bedekt,
maar de letters waren zoo onduide-
Fjk en moeilijk to ontcijferen, dat
de gendarme de poging om ze te
lezen zeer spoedig opgaf en het
boekje met den daarloe bestemden
elastieken band sloot en het zorg
vuldig in den binnenzak van zijn
uniform wegborg om het te be
waren.
Men had den doode intusschen
in de meegebrachte dekens gewik
keld en zij namen den terugweg
aan, nog stilzwijgender dan gedu
rende den tocht daarheen, hetgeen,
den aard van het gevondene in
aanmerking genomen, begrijpelijk
genoeg was.
Een ieder verlangde van harte
naar het. einde van den langdiuri-
gen tocht en er was geen hunner,
die niet verruimd herademde, toen
men eindelijk de hello muren van
de houtvesterswoning tusschen het
geboomte zag doorschemeren.
Hier moest het stoffelijk over
schot van den ongelukkigen man
op bevel van den hoofdinspecteur
voorloopig worden binnengebracht
tot andere maatregelen zouden zijn
genomen. Zwijgend zetten de dra
gers de baar in de kleine kamer
neer om zich daarna snel te ver-
/wU deren.- De gendarme was, zoo
als zijn plicht meebracht, de laat
ste die het vertrek verliet. Hij sloot
zorgvuldig de deur achter zich en
stak den sleutel in zijn zak. Door
deze voorzorg kon aan het lichaam
niets veranderd worden, dat mis
schien voor het onderzoek van be
lang was en bovendien was 't het
lijk van een misdadiger, legen wien
bevel tot inhechtenisneming was
uitgevaardigd en dat men dus, naar
zijn meening van politieman, nood
zakelijk achter slot en grendel
moest houden.
Zoo was dan tot geruststelling
van alle gemoederen de lang ge
zochte moordenaar van den baron
von Lindorode gevonden.
ACHTTIENDE HOOFDSTUK.
Zekerlijk was het een der ge-
lukkitrsla cogenblikken in het le
ven vi, mevrouw Astrid Hallager
toen haar zoon. na met een lan
gen. verwonderden blik de om
geving te hebben gemonsterd, in
den ouden, liefdevollen toon, dien j
zij zoo goed kende, begon te vra
gen
Zeg eens, moeder, wat betee-
kent dit alles Ik ben niet thuis,
in Noorwegen, en toch is u bij me,
u en Thyra. Ik dacht aldoor dat
het een droom wasen het was
zoo schoon, dat ik niet wilde spre
ken uit vrees te spoedig le ontwa
ken. Maar nu duurt het al zoo
langzeg me toch, moeder, wat-
het beteekent.
De oude dame vergoot geen tra
nen van vreugdevolle ontroering,
zooals waarschijnlijk van de hon
derd moeders negen en negentig
zouden hebben gedaan, maar zij
boog met een zacht lachie over den
spreker heen en streek hem het
blonde krulhaar van het nog steeds
gloeiend hoofd.
Het beteekent dat je heel ziek
bent geweest, mijn jongen, en dat
we hier zijn gekomen om je te ver
plegen. Nu ben je aan de beter
hand en spoedig zullen we allen te
zamen huiswaarts keeren, naar on
zen schoonen, stillen Norangfjord.
Maar deze verklaring -was blijk
baar niet voldoende om de leem
ten in het herinneringsvermogen
van den jongen schilder aan te vul
len. Met een nadenkende uitdruk
king op het gelaat zweeg hij een
kort oogenblik om daarna opnieuw
te vragen
Waar ben ik hier dan, en hoe
ben ik op deze vreemde plaats ge
komen
Die kan je niet vreemd zijn,
Erik, want het is het huis in Eich-
feld, waarin je zoo lang gewoond
hebt.
Hij zag nogmaals opmerkzaam
rond.
Ach ja, de mooie kamer van Hen-
nings, zeide hij langzaam, en een
schaduw, die mevrouw Hallager
niet beviel, verduisterde zijn trek
ken. Wat is dat zonderling! voegde
hij er na eenig aarzelen bij. Ik
was het laatste ginds op Elvershöh
en van dat oogenblik af weet ik
niets meer, in 't geheel niets! Laat
me nadenken, moeder, opdat het
me weer invalt.
Hij sloot de oogen en reeds na
een minuut was hij ingesluimerd.
Thyra, die beneden in de keuken
bezig was geweest, kwam pas in
de kamer toen hij reeds vast in
slaap lag en zij vernam nu uit den
mond harer pleegmoeder wat in
tusschen was voorgevallen. Ook
haar straalde de vreugde over dit
eerste onbedriegelijke bewijs dat
d8 werkzaamheid van den geest;
des zieken terugkeerde helder uit
de oogen. Veel spoediger dan merv
had durven hopen was dokter
I-Iarmsen's voorspelling tot werke
lijkheid géworden. Eén ding al
leen scheen haar te verontrusten.'
U heeft hem toch niets van-
de bezoeken der vreemde dame ge-,
zegd, moeder?
Neen, want de tijd daartoe'
was nog niet gekomen, maar als ik'
acht dat het zoover is zal ik liet
zeker doen. Ik laat me door geen
vreemde geheimen tegenover mijn-
zoon opleggen.
Toen dc zieke verscheidene uren
later ontwaakte was het niet meer'
mevrouw Hallager, maar Thyra,-
die voor zijn bed zat. Ze las in een,
boek, dat dokter Ilarmsen voor haar
had meegebracht, en Erik. die zich'
niet bewogen had, kon haar een/
paar minuten lang gadeslaan zon
der dat zij het bemerkte. Het licht'
der lamp, dat in de richting van,
het ziekbed door een ondoordring-,
baar scherm werd opgevangon,
viel helder cp haar gelaat on mis
schien had Erik vroeger nooit met
zulk een verrukking waargeno-'
men, hoe schoon haar blozend ge
zicht met zijn onschuldige, kinder-;