FEUILLETON.
Licht en Schaduw.
Haarlem's Musea.
KRONIEK.
Schetsen van DEKA.
Het was hem toevertrouwd.
Glimlachend huurde de hoogleeraar
Van der Bilt naar de raadgevingen van
zijn jong vrouwtje, die, nog terwijl zij
de laatste hand aan haar toilet legde,
niet ophield hem te zeggen hoe hij met
de kindertjes moest doen. Want 't trof
nou zoo slechter zou dien avond kin
derpartij zijn ten huize van de Van der
Bilt's. Fritsje was jarig, en die was het
zoo gewoon. Bovendien waren de uit
noodigingskaartjes heel lieve, rose
kaartjes met een rood bloemetje
reeds verzonden afin de kleine vriend
jes en vriendinnetjes. En daar moest
mevrouw nu op eens uitEr was een
oude tante ziek geworden, een oude
tante met geld moet u weten, en me
vrouw Van der Bilt had het niet over
haar hart kunnen verkrijgen, die ar
me, oude stumperd zoo alleen te laten.
Ze moest er naar toe met een tróSje
druiven en een flesch portwijn, trots
winterkoude en kinderpartijtje.
„Dus nou weet je het wel, Willem
Eerst krijgen ze een kopje thee met een
schuimpje. Ze mogen uitzoeken, welke
kleur ze willen hebben, zie je. lievert,
dat doen ze zoo graag. En daarna nog
een kopje thee met een allerhande
koekje. Natuurlijk zorgen de meiden er
wel voor, maar ik had toch graag dat
je er van uit je studeerkamer een wa
kend oogje op hield. Wij moeten de eer
van bet huis wat ophouden al ben ik
uit. En die dienstmeisjes gooien ze
door hunne jeugdige onbezonnenheid
wel eens te grabbel. En dan wordt er
limonade en taart rondgediend. Je
moet zorgen dat ze allemaal een stukje
met. confituur krijgen'anders zijn ze
boos en gaan huilen, want daar zijn de
kleintjes wat gauw mee, en dat hoort
toch niet op een kinderpartijtje. Ze
mogen ook wel een dansje makener
is een pianist en een violist. De violist
kan de dansen wel afroepen, daar be
hoef je je niet mee te bemoeien. Als je
het leven maar wat door de vingers
ziet, kun je hier rustig blijven. Voor
vanavond zal er niet veel van je werken
j komen, arme man," en glimlachend
boog ze het frissche, jonge gezichtje
been over z'n stoffige, grijze geleerden-
kop en kuste hern teeder.
Hij hield haar eenige oogenblikken
in z'n armen, om te beloven dat hij
haar wijze lessen zou opvolgen. Dat
had ze zoo graag, maar inwendig lach-
te de professor er wat mee. WatHij,
t prrrrrr ..ufessor in de oude, neen, mors
doode talen, zou een troepje kinderen
niet één avondje kunnen leiden, zou
z'n humeur, of liever gezegd z'n harts-
tocht om te werken,niet voor één enkele
maal kunnen bedwingen Dat was al
te belachelijk.
1 Om acht uur begonnen voor het sta
tige heerenhuis de rijtuigen te rollen,
stapten de zwart- en blondlokkige lie
velingetjes van onderscheidene ma
ma's en papa's welingepakt uit hunne
statiekoetsen, onder geleide van huis
knechts en dienstboden. Verstrooid
luisterde professor Van der Bilt naar
het geloop en gelach, naar de teedere
kinderstemmen daar beneden in de
hooge, hol-klinkende marmeren gang.
Hij voelde reeds flauwtjes zijn verant
woordelijkheidsgevoel verdwijnen, weg
drijven op den breeden stroom zijner
geleerde gedachten, z'n hoofd zonk die
per over z'n boeken, met onrustig-zoe-
kende, scherp-speurende, wijd-openge-
sperde oogen.En toen er beneden 'n luid
gezang werd aangeheven stopte hij ou
der gewoonte twee dotten watten in de
ooren, om het geluid tegen te houden,
en sloot de deur af. Maar al had zijn
kamer muren van een nieter dikte ge
had, en al had hij kilo's watten tot z'n
beschikking gehad, aan d i t lawaai te
ontkomen ware hem onmogelijk ge
weest. Hij hoorde eerst stampen dat
dansen moest voorsteilen, toen ging dit
zeer geleidelijk over in een soort van
krijgsspel, uitgaande van de jongens.
Vervolgens werd er in de gang een glij
baan gemaakt, sloeg iemand den bal
lon van 't gloeilicht af, sloegen de deu
ren open en dicht, zoodat windzuchten
door het stille bovenhuis steunden,
schreeuwde er eentje die zich na geno
men proef met een lucifer de vingers
brandde, en ten laatste werd 'n verken
ningstocht naar de eerste verdieping
ondernomen en een roffel geslagen op
des heeren professoren studeerkamer.
Dit openlijk blijk van rebellie, deze
zeer duidelijke oorlogsverklaring, deed
den beker overloopen. Maar gedachtig
aan de plechtige belofte van zijn
I vrouw, deed hij toch met het voorne-
men om zacht te wezen z'n deur open.
j Een gejuich als een ovatie ging op,
toen men de lange, vreemde figuur van
den professor gewaar werd, zonderling
staande in de deuropening tegen den
lichten achtergrond met '11 heel oude
chambercloak en de beide ooren ver
sierd met een pluim watten. Hij b.egon
echter op kalmen, vriendelijken toon
een toespraak, met die hardnekkigheid
waarmede hij zich eertijds de oude ta
len in het jonge hoofd had gestampt,
met de welwillendheid van een vader
tot z'n kinderen, van een ouden vriend
1 tot vele jongeren. Zoo had hij ook ine-
j nigmaal gestaan als het college geven
wat moeilijk viel, door het rumoer van
'n paar studenten, die meer gebruikt
haden dan zelfs een studentenmaag en
hoofd verduren kan.
Beste vrienden begon hij.
i „Hoerah schreeuwde er een, die
j zich verdekt had opgesteld achter de
anderen, in de schaduw van de trap
naar boven.
Dat moet een geniepert zijn, dacht de
professor, dien houd ik in het oog. En
daar deed hij, van zijn kant gesproken,
wel aan. Het ondeugende ventje daar
achteraan, zoo frisch en aardig gesto
ken in z'n blauw-wit matrozenpakje,
voerde een stelselmatige oppositie te
gen hem bleek buitengewoon ongc-
voelig voor den plechtigen. doch zeer
goedmoedige» redeneertrant van den
hoogleeraar, negeerde 's mans hooge
I persoonlijkheid totaal, lachte om de
eenvoudige beelden die de professor,
evenals in de gehoorzaal van het uni-
I versiteitsgebouw. ten beste gaf om zijn
betoog te verduidelijken en te illustree-
I ren.
Op 'n oogenblik werd de professor
bleek. Niet dat er iets onaangenaams
I voorviel. Zijn redevoering had .den ge-
wenschten, kalihecrenden indruk ge-
maakt, zacht als lammetjes gingen de
kindertjes naar beneden en professor
Van der Bilt prees zijn gelukkig ge
sternte reeds, zag zich door z'n vrouw-
hemelhoog verheven -en daar zijn
zelfs professoren gevoelig voor. Maar
toen het troepje wat vooruit was ge
schoven, wat meer in het licht kwam
dat uit zijn kamer op het donkere por
taal viel. hei-kende hij zijn eigen zoon
tje, zijn Fritsje, als de schreeuwleelij-
kert, den onheuschen debater van zoo
even. Nu, ziet ge, dat is zelfs voor eene
zeer breede gemoedelijkheid wat al te
veel. Zoo goedig loopt er niet één kalf
rond in welke wei van ons of een ander
werelddeel, 'die dat zou uithouden.
Voor het ventje nog geheel in het licht
was getreden, 'sprong de hooggeleerde
man naar voren, greep hem krachtig
bij z'n kraag, en terwijl hij door een
sbhop de richting aanwees waarin men
zich gezamenlijk zou begeven, duwde
hij den hevig protesteerenden joh gen'
in een pas opgeruimde, diepe kast in
z'n kamer.
't. Was beneden o zoo stil geworden;
Een van de dienstmeisjes verzamelde
de kleintjes om zich heen. en vertelde
een verhaaltje, maar of de ongewone
bezigheid haar niet vlotte, of dat de
kindertjes wat onder den indruk
van de zwaarwichtige woorder
den professor in de doode talen g
ken, de joligheid was weg, en t(
knechts en meiden weer kwame
elk blij dat 't feestje afgeloopen
Tegen twaalf uur werd mei
thuis gébracht van haar tant
vond haar man op zijn kamer
ernstig gesprek met een der kastf
het antwoord niet schuldig bleef
Hij legde haar zoo vredelieve
storm-bezwerend als mogelijk w
stand der zaken uit, schetste zi
leid en takt, maar ook hoe hij, 0
prestige te redden, eindelijk tegc
eigen zoon had moeten optreden
opende hij niet een grootmoedig
de kast»
..Kont er maar uit, Frits, ten 11
als je nou zoet bent," zei mevröi
..Ik beu Frits niet, ik hen Ja»
hierover-, en ik wil naar huil
gemeenerts
Mijnheer moest mevrouw onda
nen, en den volgenden morga
haar, deemoedig, als een schoöljd
excuus gaan maken.
Hij had zich door de gelijken
blouses laten misleiden.
Hij, professor in de doode tale
die hadden het eigenlijk gedaan
waren z'n oogen zoo slecht v
worden.
den geneesheer, den heer Jessurun en
den directeur den heer W. Visser, 1
wiens portret wij hier tevens afdruk-1
ken, voor hetgeen zij gedaan hebben I
in liet belang der Haarlemsche Zander-
inrichting, die onder hun bestaan 1
bloeit.
XXXIII.
HET STEDELIJK MUSEUM.
Job Berckheyde mag door zijn „Ge-1
1 zicht in de Groote Kerk te Haarlem" i
(op het glasraam in den hoofdgevel,
1 dat later vervangen is door liet groote
I orgel) een evenknie van onzen grooten j
Bosboom genoemd worden. Er zit een
mooie stijging in de lijnen, het gebouw
rijst omhoog in groote wijding, vol 1
kerkostilte. liet „Kleeden der weezen
in het Heilige Geesthuis" is wel een ex
pressief stuk, maar het jongske op den
voorgrond dat in geestvervoering over
zóóveel goeds de handen ten hemel
strekt is bijv. wel wat overdreven. Toch
neemt dit niet weg dat wij er de groote
verdiensten dezer schilderij niet voor
over 't hoofd zien. De zegenende zacht
heid van het gelaat der vrouw die rijke
lijk ronddeelt aan de arnisten treft
altijd.
Natuurlijk leverde Jan (Havicksz)
Steen weer een Boerenkermis als bij
drage. Dit is weer zoo'11 echte rauwe
greep uit het volksleven, in zijn onge
kunsteldheid, z'n onbeperkte joligheid,
maar ook z'n leelijkheid. Steen is een
ocht kind van het volk. Wat Brederode
was als schrijver, is hij als schilder.
Hij verkeerde blijkbaar gaarne onder
deze menschen. Zóó en niet anders zijn
ze, rond maar grof, zonder Fransche
pardons, maar met Ilollandsche open
heid, tot het ongemanierde toe. Het is
Versterking der rugspieren volgens Zander-meth de.
woonhuis de Groote Kerk, dus uit de
een schilderachtig tafreel, die zuipen- I Lange V eerstraat langs de Oude Groen
de en dansende groepen onder het loo
verdak voor de taveerne,
Maerten Jacobsz. van Heemskerk,
een schilder van het einde der 15de en
het begin der 16e eeuw, koos bij voor-
Oud is ook „De Doop van Christus in Hei zit 11 van de bescl. laf.ie -1- De „Kerstnacht" van Pieter Pie
den Jordaan" door Joan van Scorel. landsche Familie die Pieter Vereist Lastman is een zeldzame voorste
Het werd in 1520 geschilderd, en is nog uitbeeldde is inderdaad eene verade- W el verplaatst ze ons naar den s
afkomstig uit de commandery van St. ming in elk opzicht. Bethlehem, maar dat blijkt ook
Jan. De achtergrond van groen en Pieter Grebber leverde met zijn I alleen uit de aanwezigheid van e 1
blauwe bergen is fraai gepenseeld. I „Werken van Barmhartigheid een ka- koeien,, onder aan de troon, waar
De „Werken van Barmhartigheid" pitaal stuk werk. forseh uitgevoerd, kribbe met het kindeke Jezus
van Jan de Wit is van poëtische verve met sterken scheppingsdrang daar Beze voorstelling is zeer zeker in
en opvatting. neergezet, in groote liefde voor zijn inet bet Bijbelverhaal, waarin jui
Jan Wouwerman schilderde uit zijn onderwerp. druk wordt gelegd op de nederi
De onbekende schilder die het portret der omgeving, geen sprake is van
van Prins Willem III maakte, begreep verhooging of een troonhemel,
goed de bleeke starheid van het kinder
gezichtje, de vroeg-wijze, groote oogen.
Het vergulde harnas sluit reeds om de
markt gezien.
Een merkwaardig schilder is Corne
lls Cornelisz. van Haarlem. Verschil-
lende zijner stukken zijn in ons Ste- j Jon8e leden,
delijk Museum opgehangen, en van I J°b Berckheyde
Een vernuftig redena
Volksgeweten en Sta|
dig geweten.
Met spanning heeft gansch Ei1'
Schilderkamer
van een Haarlemsch Kunstenaar" her-
I innert aan onze Frans Hals-feesten.
Wij zien om eene langwerpig-ronde ta- tegemoet gezien het antwoord d
I fel een twintigtal jongelieden zitten. puitsche Rijkskanselier.
teekenend neen, gelukkig niet naar on Bülow, zou geven op de sc
j de Venus van Milo die zooveel jaren j interpellaties in den Rijksdag, ov
I later eerst werd opgegraven, mijne-
heeren maar naar levend model.
Tegen de achterzijde van de lijst is een
briefje geplakt, dat het volgende in
houding der Regeering tegenover
ger.
We wéten hoe knap de vernt
redenaar het er heeft afgebracht
Zander-toestel tot versterking der rugspieren.
keur godsdienstige onderwerpen. Hier ane kan gezegd worden dat zij verra
hangt „Jezus met doornen gekroond". den een meesterschap inkleuren licht
afkomstig uit een der kerken te Delft, 1 vorm en gedachte. Een heerlijk
later geplaatst op het Stadhuis aldaar staaltje zijner kunst is de „Adam en
en door het bestuur dier stad op den 24 Eva". Wij zien het eerste menschen-
houdt „Op dit stuck zijn afgebeeld de «U» sympathieke verschijning, mi J>
navolgende conterfeitsels 1. Ph. Wou- geestige woorden en oratorisch t
erman. 2. Frans Hals. 3. D. Hals. 4. F. beeft hij den storm bezworen, en
Hals Fz. 5. II. Hals Fz. 6. J. Hals Fz. niet eenige algemeene termen en
7. K. Hals Fz. 8. J. Hals Fz. 9. D. van zeggende frases de gemoederei
Deelen. 10. P. Mol ij n. 11. G. Berckhey-
den. 12. Hiob Berckheyden." Er is ech
ter gegronde reden om te betwijfelen
of deze opheldering juist is.
Ludolf de Jong, doet de oogen op zijn
vrouweportret heel mooi lachen. Het
zijn bruin-fluweelen, wijde oogen. die dezer dagen uit München bewijs
iets zeggen, al zwijgt bet kleine, roode delijk hoe het vuur der geestdrift1
mondje, al liggen de slanke, blanke de Boeren nog laait. Maar het offi
handen ook stil over elkaar. Duitschland zwijgt en dus, dat
kalmte gebracht, niet alleen,
zelfs luid applaus verwekt.
We kunnen natuurlijk niet ze
dat daarmede de stemming van
Duitsche volk ten opzichte van K
eranderd is. Integendeel. Het b( 1
April 1865 in het Huis met de Hoofden
te Amsterdam publiek verkocht. Het
werd op de veiling gekocht door jhr.
dr. J. P. Six van Hillegom voor f 240 en
paar hij den verboden boom, waar de
slang, ten deele als een mensch
beeld, den appel in de hand houdt. Het
blanke vleesch spreekt schitterend in
door dezen in 1871 geschonken. Men j de omgeving van schaduwrijk geboom-
ziet dadelijk met een oud schilderij te te. De vorm der lichamen is ideaal-
doen te hebben. De figuren zijn zwaar menschelijk en niet ongetemd-dierlijk.
geteekend met scherpe randen op een Verleiding spreekt er hier niet uit de
egalen, zwarten achtergrond. houding van Eva. Zij staat daar aarze- j
Ook Jacob Willemsz. de Wit (de Va- j lend met de verboden vrucht in de
der) doet zicli als een religieus schilder hand, houdt de oogen neergeslagen. I
kennen. Hij maalde ons „Christus een De schilder heeft blijkbaar willen uit- j
zieke "genezende bij het bad Bethesda beelden de grens tusschen goed en
te Jerusalem". Het is opvallend door kwaad, tusschen de aanvankelijk kris-
het mooie licht op den rechterboog van talheldere zuiverheid hunner zielen en
omstanders, maar de gouden poort in de bevlektheid van weldra,
de wolken waardoor de engel nadert, Pieter Brueghel de Jonge, had de j
stelt, wat schitterenden glans betreft,
te leur.
Abusievelijk vermeldden wij in ons
vorig artikel dat de officieren van de
schutterij der cluveniers den Doelen
verlatende, geschilderd werden door C.
Pierson. Dit moet zijn Hendrik Ger-
ritsz. Pot.
grappigheid allerlei Vlaanische spreek-1
woorden in één schilderij te vereeni-1
gen. Hij heeft ons zelfs de platste niet 1
gespaard. Een kunstwerk te zien in
deze wilde verzameling van allerlei op
zich zelf staande figuren of groepen
gaat boven gewoon-menschelijke be
vatting.
Als in Fig. 3 en 4. De weerstand is voor den patient nog moeilij
Versterking der rugspieren volgens Zweedsche of
m an u eel e methode.
in het oog bij herhalings-bewegingen
trillen, wrijven of kloppen.
Nog een voorbeeld, hoe de rugspie
ren met een machine van Zander ver
sterkt worden
De patient slaat in staande houding
een paar riemen over zijn schouders
en om zijn rug, die bevestigd zijn aan
een anderen riem, welke over een ka
trol en naar 't in de figuur zichtbare
horizontale ijzer loopt. Dit is een hef
boom van nummers voorzien, waar
langs gemakkelijk een gewicht ver
plaatst en op ieder nummer vastgezet
kan worden. Dicht bij den patient is
het draai- of steunpunt van den hef
boom, hoe dichter 't gewicht bij dit
steunpunt is,, hoe gemakkelijker de
beweging en omgekeerd. Buigt de pa
tient nu voorover dan daalt het ge
wicht, richt hij zich weer op, zoo heft
hij het.
Naarmate de rugspieren sterker
worden, wordt het gewicht op een
hoogei* nummer gesteld. De patient
kan zijn vooruitgang gemakkelijk con
troleeren. zonder dat een telkens wis
selende houding (zooals bij de hand
behandeling. --•> hem daar
over in de war brengt.
Naar hetgeen we hier, voor zoover
het kleine bestek dit toelaat hebben
gezegd van het doel der Zander-Insti
tuten zal er wel niemand zijn die niet
haar groote beteekenis voor de genees
kunde inziet. Wie zich voelt aange
spoord daar nog meer van te weten.
begeve zicli naar de Kleine Houtweg,
waar de directeur van ons uitstekend
Haarlemsch Zander-Instituut zeer ze
ker bereid is, alle mogelijke inlichtin
gen te verstrekken. Bovendien zal naar
wij vernemen, binnenkort het Instituut
voor de luttele som van 10 cents des
Zondags 0111 de veertien dagen te be
zichtigen zijn.
Ook. on dit vermelden wij met groote
vreugd, zal het tarief worden herzien.
Waar thans geen middenweg is tus
schen f 200 en 300 ter eene of f 52
ter andere zijde, daar moest reeds lang
de behoefte blijken om hiertusSchen
nog tal van trappen te hebben. Het is
dan ook de bedoeling in dezen geest
het tarief te herzien, zoodat binnen
kort ook voor kleiue beurzen een be-,
handeling aan het Zander-Instituut
bereikbaar wordt. Tevens geven wij in
overweging of het niet wenschelijk zou
zijn dat ook hen, die met den besten
wil geen f 52 kunnen betalen en niet in
de termen vallen gratis-behandeling te
krijgen, het tarief zal gewijzigd wor
den.
We kunnen niet anders dan dit ten
zeerste toejuichen en de hoop uitspre-1
ken, dat heel velen in het Zander-
Instituut heil gaan zoeken voor hun
lijden, en bovenal ook, zorg dragen
dat niet, wanneer ze tot dien stap
overgaan hen het „te laat" moet wor
den toegeroepen, zooals bij rugge-
graats-verkrommingen zoo dikwijls het
geval is.
Ten slotte een woord van hulde aan
Fig. 4.
Versterking der rugspieren volgens Zweels^he ot manueele methode.
De patient moet meer weerstand bieden dan in Fig. 3.