Licht en Schaduw.
Mr. CECIL RHODES.
Wenken voor rookers.
In een Duitsch blad geeft Dr. Scholer
een aantal wenken voor rookers.
welke gegrond zijn op jarenlange
waarnemingen betreffende de uitwer
king van tabaksrook op den mond. de
tanden, de maag, de longen, het hart
en de huid van rookers.
De allereerste en voornaamste regel
is rook nooit vóór het ontbijt, of in 't
algemeen met een leege maag. Er is
niets wat voor de spijsverteering zóó
nadeelig is. Itook ook nooit bij eenige
sterke lichaarnsmspanning, als dan
sen, hardloopen, wielrijden. bergbe-
klimniingen, roeien, en vooral ook
niet gedurende een gevecht. Volg ook
niet ,,de slechte gewoonte der Fran-
schen en Russen" van door den neus
te rooken; haal nooit den rook door
uw neus.
Houd steeds den rook zoo ver moge
lijk van neus en oogen; hoe langer
pijp, hoe beter; onder het werken moet
eene korte pijp niet gebruikt worden.
Eene pijp is de gezondste vorm van
rooken, daarna komt de sigaar, en het
slechtst, is de sigaret. Gooi uwe sigaar
weg, zoodra zij voor vier vijfden is op
gerookt; het laatste eindje is het scha
delijkst daarin schuilt het vergift.
De weduwvogel.
De weduwvogel (Vidua) in Zuid-
Afrika, waarvan het mannetje een zeer
sierlijke staart draagt, het wijfje in
zeer eenvoudig zwart gekleed is leen
exemplaar, dat er echt als een stemmig
weeuwtje uitziet, kan men in Artis bij
de kleine vogels vinden) hangt zijn
nest aan de telegraafdraden op, om
het buiten bereik te houden van de
slangen, die in dat lancl overvloedig
voorkomen. Deze vogels liehooren tot
de merkwaardigste hardsnavelige,
zaadetende vogels van hun soort. Zij
maken deel uit van het geslacht der
wevervogels, die bekend zijn wegens
de verbazende kunstvaardigheid,
waarmede zij hun nest bouwen.
Een andere vogel, door Barrow be
schreven en die óók hangende nesten
heeft, is de kersenbljter of diksnavel.
Deze hangt zijn nest op aan een tak,
die hoven een rivier of een poel hangt.
Het nest heeft den vorm van een re
tort. zooals de scheikundigen gebrui
ken. en hangt met de opening vlak
boven de oppervlakte van het water.
Dure bloemen.
De duurste bloemen ter wereld zijn
zeker wel de orchideeën. Vooral in
Engeland worden deze bloemen zeer
veel gekweekt en door de talrijke or-
chidceeèn-liefhebbers de befaamde
Minister Chamberlain is er een van
mot buitensporig hooge prijzen be
taald-
Zoo meldde het weekblad „Narthus"
van een mijnheer Wasburton te Has-
lington, die eeen Odontoglossum cris-
pum „Luciani" bezit, waarvan de
waarde op bijna 14.500 gulden wordt
lington, die een Odontoglossum cris-
pum werd verleden jaar 3600 gulden
betaald. Eene variëteit van deze plant
„Goud-koningin" genoemd, bracht
1980 gulden op, evenals een Sceptrum
aureum, terwijl voor twee kleine plan
ten van Cattleya labiata 1500 gulden
betaald werd. Op de jongste .tuinbouw
tentoonstelling te Antwerpen bevonden
zich f enige exemplaren van Odontog
lossum; voor drie stuks van deze or
chideeën bood een hartstochtelijk ver
zamelaar 48.000 gulden, en toch wilde
de eigenaar de planten daarvoor niet
afstaan.
Een merkwaardige orchidee is de
Dendrobiuni nobile, die telkens van
geur verandert^ In de mórgenuien
riekt zij naar primula's; des middags
verspreidt zij een geur als van honig
en 's avonds heeft zii een graslucht.
De meeste orchideeën rieken tegen den
avond sterker dan overdag.
Het kweeken van orchideeën is te
genwoordig eene "voordeelige specu
latie. Voor versieringen en bouquet-
ten en ook als knoongatbloemen wer
den groote hoeveelheden orchidbeën
verzonden. Een bekend Loinlensch
orchideeen-kweeker heeft in de laatste
jaren meer dan een half millioen gul
den ten koste gelegd,aan het kweeken
van orchideeën voor de markt.
Het is verklaarbaar, dat. bij zulk -
lioogeprijzen, ook de heeren langvin-
gers de orchideeën met hunne attentie
vereeren. Een dezer heeren had op de
Koninklijke TuJnbouwtentoonstielling
te Londen behagen gevonden in de
verzameling van eefrt Bêilgischem in
zender, en ondanks eene hooge uitge
loofde belooning kon men de planten
niet weder terecht brengen.
Dr. LEYD5 en zijn SecretarisM. BOLL
MAN in het hotel Scribe.
I
ALTIJD DEFTIG.
Parvenu. Toen mijn dochter die aria
zong, was liet zoo stil, dat men een
briljanten dasspeld had kunnen hooren
vallen.
UIT DE GESCHIEDENIS.
,,De geleerde stond met den eenen
voet nog in de middeleeuwen, niet den
anderen aanschouwde hij de opgaande
zon van een nieuwen tijd".
IX EEN W OELIGE VERGADERING.
Voorzitter (met stemverheffing)
Heeren, ik stel voor, dat er niet meer
dan vier tegelijk spreken
MODERNE FILANTHROPIE.
Mevrouw. Wel, wel, arme vrouw,
heb je in geen twee dagen iets te eten
gehad! Nu, over veertien dagen begint
onze Weldadigheidsbazar, en dan krijg
je ook wat, hoor!
AFDOEND GERECHTVAARDIGD.
Zeg. waarom gaat je man van
avond niet mee naar het concert?
Mijn man maakt zelf muziek en
behoeft zijn genoegen dus niet buitens
huis te zoeken.
Vrouw: „Hoe vindt je Kareis nieu
wen hoed, zusje?"
Zuster (ondeugend naar den hevi-
gen deukhoed van haren zwager kij
kend): Nu, hij ziet er net mede un,
alsof iemand begonnen was met er in
te graven om zijne hersens te vinden,
maar het eindelijk in wanhoop had
opgegeven!"
Een Citadel.
Een Citadel is een op zichzelf
staande gesloten sterkte en is bestemd
om de inwoners eener stad in bedwang
te houden, om de bezetting bij het
uitbreken van onlusten tot toevluchts
oord te dienen of na 't vermeesteren
der stad een veiligen terugtocht te
verzekeren. De aanleg eener Citadel
moet dus zoo zijn, dat zij van de zijde
der stad gemakkelijker dan van de
buitenzijde aan te vallen is, opdat de
Tusschen de Citadel en de stad is een
aanvaller niet t^oor 't innemen der
citadel ook meester van de geheele
tad wordt, alvorens die te belegeren,
geheel open terrein, teneinde den
vijand geen gelegenheid tot dekking te
geven. Een Citadel heeft eene vier- of
vijfhoekige gedaante, bevat bomvrije
lokalen tot huisvesting en verpleging
der troepen, en is voorzien van wallen
of borstweringen, ook bastions of bol
werken genaamd, waarachter een
sterkte verdedigd wordt, die niet in
rechte lijn is aangelegd, want ware
dit het geval, dan zou op een plaats
vermeesterd zijnde, 't overige deel
niets meer tot verdediging kunnen bij
brengen. Men tracht daarom zulk een
gebroken beloop aan de omwalling te
geven, dat hare verschillende deelen
elkander onderling verdedigen, onder
steunen, en de vijand alzoo nergens
ongehinderd de sterkte1 kan naderen.
Dit wordt o.a. verkregen door 't maken
van bastions.
De veelhoekige lijn in nevenstaande
figuur, stelt zulk een gedeelte van een
omwalling voor, bestemd om de daar
achter gelegene ruimte te verdedigen;
de uitbouwingen, wier gedaante in
hoofdtrekken overeenkomen met B C
D E F en G HIK L, heeten bastions of
bolwerken, 't Is duidelijk, dat als ach-
EEX CITADEL.
ter dien wal schutters of kanonnen
staan, die recht voor zich uit, d. i.
loodrecht op 't beloop der borstwering
vuren, en geen plaats vóór 't werk is
aan te wijzen, waar niet 't vuur uit ver
scheidene deeien van den wal op kan
gericht worden.
De wallen BC, EF, GH, KL noemt
rneri dc flanken: het vuur uit de flan
ken bestrijkt het terrein voor de facen
DE. Hl, enz. 't Vuur der facen, kruist
zich midden voor de ruimte tusschen
twee bastions. De hoeken bi j G, E, II
en K noemt men de schouderhoeken,
de meest vooruitstekende hoeken D en
I vormen de saillanten of geflankeerde
hoeken; E, F, C en H, G, F zijn de
flank- of courtinehoeken, de openingen
B F en G L de keelen der bastions,
't Deel F G van den wal tusschen 'twee
bastions heet courtine, oudtijds gor
dijn. De afstand D I is gewoonlijk 150
250 M., op 't midden van D I richt
men een loodlijn N P op, en maakt
die 1/6 van D 1, vervolgens trekt men
de defensielijnen D P en P I, en neemt
daarop voor de facen de stukken D E
en I H, gelijk a. 1/3 van D 1. De flan
ken E F en H G worden nu loodrecht
op de defensielijnen gebouwd. Voor de
bastions en de courtine maakt men 'n
gracht, waaruit de aarde verkregen
wordt, tot 't opwerpen der bastions be-
noodigd.
De gedaante der bastions kan, naar
omstandigheden, afhankelijk van het
terrein, aanzienlijke wijzigingen on
dergaan, zoodat zij op verre na niet
altijd een zoo regelmatigen vorm als
in de figuur verkrijgen; de hoeken in
de saillanten, moeten echter altijd min
stens 60 gr. zijn.
Is de binnenruimte W van een bas
tion geheel met grond opgehoogd, dan
is 't een vol bastion; bij ledige bastions
is de binnenruimte V gelijk met den
beganen" grond. Zoowel bij blijvende
vestingen als bij tijdelijk opgeworpen
sterkten, worden bastions aangelegd.
Sedert de invoering van :t vèrdra-
gend getrokken geschut, dat door ma
chinerieën snel gewenteld kan worden,
bouwt, men veelal ronde bastions. De
hier beschrevene schijnen het eerst
ontwerpen te zijn door den bouwmees
ter Micliaelis in 1527 te Verona; waar
schijnlijk zijn zij hun oorsprong ver
schuldigd aan het opvolgend verbete
ren der torens, waarmede men de
wallen in vroeger tijden van afstand
tot afstand voorzag.
De oogen en handen van President [Kruge
KRONIEK.
i .i ,in.
Gedurende de reis van president
Kruger naar en door Europa is de per
soon van den staatspresident de prooi
geworden van reporters. Sommigen
hunner hebben hem beschreven, zooals
hij in het openbare leven verschijnt,
anderen hebben hem in zijn particu
liere leven getoond, weer anderen heb
ben hun bijzondere aandacht gewijd
aan zijn pathologischen toestand. Zoo
is door deze laatsten in het bijzonder
geschreven over de oogziekte, waaraan
de president lijdt en die herhaaldelijk
behandeling door een oogenspeciali
teit, dr. Heymans, noodzakelijk maakt.
Kruger nl. bezit een afwijking in den
normalen vorm van het oog en lijdt
aan dusgenaamde „trichiasis."
Een nauwkeurige beschouwing van
het oog doet zien, dat zijdelingsche
sluiting van de oogspleet niet scherp
hoekig is, doch een holte vormt, die
naar beneden in het onders'ta. naar
boven in het bovenste ooglid dringt.
te
Tengevolge van deze abnori hl
wordt liet oog aangedaan, zon tr
I aan de oogleden iets te merkei
i het begint te tranen, terwijl de j se!
I die aan trichiasis lijdt, het gevoe pi:
°f er een vreemd voorwerp in z tei
zit.
De operatien voor deze oogzielGo
verschillend al naar de verschijdie
onder welke zij optreedt. EeiJac
beeld van deze operatiën krijger
door de plaatjes, welke de ooge [js
stellen. jer)
De bekende Parijsche chirorn rer
ne (handwaarzegster), mad. De !n
is door ,;La Vie illustrée" ondei ^g,
en heeft haar meening te kenne ,en
ven over de handen van preside q.
ger. Hiervan deelden wij vroeg<|e -
het een-en ander mede. Daar
staan wij hier met de afbeeldinj eze
nd<
Di
Een moment uit de Kruger-
betooging in de hoofdstad.
Een symboolDe inval inde
Kaapkolonie. Keizer Wilhelm en
China. Nog eens het symbool.
Woensdag hen ik naar Amsterdam
geweest om wat te zien van de Krüger-
betooging in de hoofdstad. Er is een
moment waarop ik wil wijzen, niet
omdat dit een der meest grootsche of
ooi maar grootsch moment was, maar
omdat het, ik zou willen zeggen artis
tiek oogpunt, zoo merkwaardig was. j
Ik was namelijk bij Krugers aan-1
11 mst op het perron tegenwoordig en
begaf mij. terwijl de President naar de
koninklijke wachtkamer werd geleid, i
naar een der hoven wachtkamers, en J
ging in de breede vensterbank staan.
't Was toen even elf uur en het weer
dat den heelen morgen somber en
grauw was geweest, was opgeklaard.
Het gezicht dat ik uit dat raam van
die hoven-wachtkamer genoot zal ik
niet licht vergeten.
Sombere regenwolken waren verijld, j
lichte nevels die als een gazen sluier I
hingen over de lialve-maan vormige
huizenrij, en waavin massaal stonden I
afgeteekend de hoekige torens van het j
nieuwe beursgebouw en de koepelda-
ken van de ronde Luthersche kerk, de
St. Nicolaas-kerk en, in 't verschiet,
het Paleis.
De zon was doorgebroken en had met
haar straling de zwarte wolken wegge- j
vaagd en glansde nu, door de ijle licht-
nevels heen op de hooge massa's archi- j
tectuur. Het zonnelicht schitterde op
de helmen en op de vaandels en in dat
blijde licht juichten de wijde men-1
schenzeeën den President toe, toen hij
wegreed met den stoet die hem verge-
zelde, nadat de zevenhonderd zangers j
op het Stationsplein hem hadden toe-
gezongen.
Bij zijn wegrijden barstte de jubel
los. Heerlijk, warm, vol kleur en leven
en gloed, vol schittering en schoonen
schijn stond dit alles in 't blijde licht
van den toen mooien dag. Het was een
opbloeiing van bloedwarm leven, die
van geestdrift trillende wijd-wijde
menschenmassa's zoo klein tegen die
hooge huizen in de lichte nevels, maar
Wier donderenden :ubel als 't bulderen
van kanonnen opdaverde in de heldere
lucht.
't Was een schoone schijn, en onwil
lekeurig dacht ik aan den schoonen
schijn van gansch Krugers pelgrims
tocht naar de landen van liet recht,
waar geen recht heerscht, en naar het
wezen van deze droeve dingen in de
donkere dagen voor Kerstmis.
Het licht mocht een symbool zijn van
het licht dat voor het Boerenvolk naar
gehoopt wordt, eens zal doorbreken,
maar de lichte nevels die aan de zware
wolken deden denken waren er nog, en
die deden mij denken dat de Boeren-
sympathieën in de Europeesche landen
toch ook maar niets zijn dan nevels,
nevels aan de oppervlakte van het le
ven, waarvan het hart is de huidige
wereldpolitiek, de politiek van roof- en
expansie-zucht, van uitbreiding van
koloniaal bezit. Dus is liet niet te ver
wonderen dat de regeeringen de Boeren
niet helpen, al denken de volkeren zelf
daar ook anders over.
De Boeren zullen zich zelf moeten hel
pen, en ze zijn daar in de laatste da
gen flink mee bezig. De inval in de
Kaapkolonie is even onverwacht als
ingrijpend geweest en de ontsnapping
van De Wet, terwijl generaal Knox
hem maar aldoor naholde, bewijst
w-eer voor de zooveelste maal de groote
bekwaamheid van dezen Boeren-aan-
voerder niet alleen, maar wijst er ook
op, dat hij over een flinke macht waar
schijnlijk het bevel voeren kan. De
I grootste beteekenis van dezen
aanval is natuurlijk de moge
I dat de Kaapkolonie zal opstaan'^
zouden de gevolgen voor Engeli 1
1 niet te berekenen zijn.
I Wijselijk heeft men den dan
in de St. Paulskerk afgescha
•en a
e c
friss'
djari
ma-:
ergtf
vertoon bij Roberts' terugko scl)ei
tei
C. e
•ij wat getemperd worden,
ders ook al (c zot zijn geweest
Terwijl Kruger nu in ons
warme sympathie-betuigingen
'elke de Duitsche Keizer hem
heeft deze een even brallende
sche redevoering uitgeschettei ïas1^ei
de soldaten die uit China zijn
keerd.
En, we weten het allemaal,
Duitsche soldaten in China
huisgehouden. Hoe ze hebben
en gemoord en geplunderd,
schaal. vRla
Merkwaardige zelfverblindii roPal
waar
voor I
doel
gen, 1
lelesp
ièn i
meer<
idslei
ibina;
a Pal
zij
scht
de
bedj
an een regeering die tot zulke
den zijn legers en vloten uitz
oorlogsbudgetten ongéhoord
maakt, en den loftrompet laa
óver deze dingen.
Zoo is de strijd van het Bof» die
j en liet bedrogen, naive
dat de groote mogendheden
helpen het onrecht bekampei
i die straalde en de Europeesc ag dc
politiek die wordt gesymboliseags se
door de lichte nevels, waarvan
1 daareven, maar van de zware
I wolken, die vroeg in den rnoi L neer
Krugers komst in de hoofdstad lenen
en verdrietig neerhingen.
JO
m. ge
n, hoi
:j Qgelej
eheele
hier
ert c
het d
dat
ehe w
talen 1
rerbeel
om,
zitten
FEUILLETON.
Schetsen van DEKA.
De eenzame.
Zij hadden spoedig vriendschap ge
sloten. de twee jonge vrouwen, die
naast elkander op zaal 6 van het groote I
ziekenhuis lagen. De eene was al moe-
der; zij had thuis achtergelaten haar
echtgenoot en kinderen, om een ge-1
vaarlijke operatie te ondergaan, en
lag nu te wachten op het oogenblik,
dat zij het. bed mocht verlaten, dat zij
voorzichtigjes en welingestopt naar i
beneden zou worden gedragen, om in
een rijtuig naar huis te worden ge
bracht. Zoodra het eenigszins kon, zou
hetgebeuren, want de dokter wist wel
dat zieken thuis, in hun gewonen, da- j
gelijkschen,kring al moeten dc be
zigheden dan nog voorloopig achter
wege blijven veel spoediger bijko
men dan hier, op de wijde, witte zaal,
waar wel hetere hulpmiddelen voor
handen waren, maar de hartelijke,
warme familieliefde nu eenmaal en
zeer natuurlijk, moet ontbreken. En
bovendien, er waren or nog zooveel die
op een plaats wachtten, zoovelen die
rondliepen met een spoedig ongeneese-
lïjke kwaal, en die toch moesten wach
ten tot er plaats was.
Zoo was het ook geweest met de an
dere, die pas onlangs en het was
niemands schuld Ie laat was geko
men. Zij was onderwijzeres, een van
die eenzamen, die leven moeten van
een meer dan bescheiden inkomen, die
in hun jongen tijd de arme hersens
hebben afgetobt om een aete-tje hier
voor en een acte-tje daarvoor te ha
len. ten einde korreltje bij korreltje,
het dagelijksche brood bijeen te zame
len. Zij was nooit sterk geweest, en
liet werk knakte haai- het lange
staan on school voor de klasse, het
spelen met de kinderen buiten, weer
of geen weer, hadden haar voor den
lijcl oud en ziek gemaakt. Alleen haai
stein, zieletolk was jong gebleven,
had behouden den beminnelijke», zan-
gerigen klank, waarom de kleintjes,
die nog niet opmerkten een leelijk wit
gezicht en een verschoten japonnetje,
haar zoo liet hadden.
Den eersten nacht van haar zijn in
het groote, hardsteenen gebouw, in
het vreemde bed, in de noodlottige om
geving van lijden, met het vooruitzicht
morgen onderzocht en behandeld te
worden, was het haar droeviger te
moede geworden, dan ooit in haar zon-
ledig leven. Het was of ze betreuren
moest haar ongezellig tehuis bij de
kostmenschen, haar klein kamertje,
wel is waar onder bet dak. maar toch
haar eigen wereldje, met ook-wel-blijde
I herinneringen, /acht weende ze, wilde
niet getroost worden door de ver
pleegster, die een oogenblik haar kloeke
vak-kalmte op zijde zettend, zich met
natuurlijke teederheid over de zieke
j heenboog.
i Dc herstellende in de andere krib
werd wakker door het gedempte stem
mengeluid. Nu zij haar krachten te
rugkreeg, en toch uit verveling over
dag zoo nu en dan een uurtje slui-
I merde, was ze 's nachts elk oogenblik
I wakker door liet minste ongewone ge
luid op de stille zaal. Zij luisterde t<»e.
I zonder iets te zeggen, onder den invloed
van de mooie, muzikale stem, en 's mor
gens, toen allen wakker waren, boog
zij liet hoofd door de witte gordijnen
I door en knoopte in haar edelmoedig
medelijden een praatje aan met haar
I buurvrouw.
Spoedig bad zij haar voor zich ge
wonnen. Het onderwijzeresje, dank
baar voor de belangstelling die zij on-
dervend van een beschaafde vrouw,
[voelde zich niet langer zoo eenzaam en
j alleen, schonk aan haar nieuwe vrien
din geheel haar vertrouwen, en vond
in de herstellende zieke een dankbaar,
gevoelig toehoorster voor haar alle-'
I daagsche lijdensgeschiedenis. Want.
het komt veel voor, meer dan wij, ge
lukkigen en gezonden, vermoeden.
Gesterkt door de hartelijke, lieve
woordjes van het jonge moedertje, vol
moed ook door de aanstaande alge-
heele herstelling van haar, die ook had
doorgemaakt den moeilijken lijd die
haar wachtte, liet zij zich kalm en
gewillig wegvoeren naar de operatie
zaal, om het vreeselijke te ondergaan
waarvoor haar klein, bloedeloos li
chaampje, haar zenuwachtige, ver
schrikte geest zoo bang was. De chloro-
Iform hielp er haar gélukkig doorheen,
j en na de eerste weeë dagen, toen de
I na-pijnen en de gevolgen van de ver-
dooving zich met volle, wanhopige
kracht deden gevoelen, ging ook zij
liggen wachten op haar herstel, liet
j ze zich graag moed inpraten door de
I andere, die al zooveel vooruit was.
Toen het uur van scheiden naderde,
j het oog der móeder glom bij het voor
uitzicht aan thuis, hij de gedachte
aan de gezellige huiskamer, kwam de
j wanhopige angst van eerst, die haar de
keel had toegenenen, weer met volle
kracht, terug. Hoelang zou zij hier nog
moeten liggen wellicht, en è.ls zij
beter werd wat. voor toekomst wacht-
I te haar dan weer? Zij zag de zorgen
■weer aansluipen, zij zag haar lichaam
verzwakt en uitgeleerd, nog voor het
'geheel op krachten was gekomen, weer
i meedoen aan den levens-wedren en zij
zag zich vallen, zooals zoo velen voor
haar, omvergeloopen door anderen,
sterkeren, die ook naar haar plaats
op school mee zonden dingen. Want
het aantal vacante plaatsen was klein,
en de toeloop groot, al was het salaris
juist genoeg om niet te sterven.
I Toen opeens kwam de heerlijke
vraag, de uitnoodiging die ze aangreep
met heide handen, blij als een kind:
„Toe, kom je Kerstvacantie bij ons
doorbrengen. Het liuis is wel niet groot,
maar voor jou is er wel een plaatsje,
en mijn man en kinderen zullen je op
de handen dragen. Je zult het goed hij
ons hebben. Toe, doe-je-het?" Of ze! Ze
voelde de krachten nu al reeds weer
I terugkomen; kon dien nacht van blijri-
schap haast niet slapen, telde de dagen,
was blij als een kind met de zomer-
vacantie.
Want zij kwam eruit. Men lapte haar
weer wat bij elkaar, liet haar gaan.
toen ze er soo dirngend om vroeg (de
plaats was al driedubbel besproken!)
j Want liet liep al tegen December. En
voor de vacantie wilde zij graag nog
korten lijd op school zijn, tusschen de
kleintjes, die zeker naar haar ver-
j langden.
Dat was het einde. Nog voor de helft
I van de maand was ze weer thuis, nu
voor goed, al zou het slechts korten
tijd duren. Nu holde het achteruit, ze
voelde het hard en zeker, al verzette
i zij er zich ook met alle macht tegen.
„Och, laat me dat nog genieten,"
j smeekte zij wel eens zacht in zichzelf.
Met dat onderwerp was haar geest
en de
voc
altijd vervuld, ook toen h te
kwam en het duister. Zij stai r£Uiob
ijlde den ganschen dag en ni
van Nc
afslui'
dennegroen en kaarslicht, vat
gezichted en Kerstliedjes.
Arm dier," zei de kostjüffro Bt*kerl
warig, terwijl ze haar het an£
van het voorhoofd veegde,
je toch zoo over?" Daar werd
Even een blik op de zieke, di
neerlag, al zwoegde de borst 1)
toen daalde dc hospita, met
tige, zware schreden, naar
onv een brief aan te nemen.
Het was de beloofde.
Maar zij, wie de uitnoodigi
j kon ze niet meer aannemen,
de menschen in de kerken zot
Christus" geboorte, en overal
.koude, donkere wereld de lich
den ontstoken in de groene lx
zweefde haar ziel omhoog
grooter en reiner licht dat. ac
wolken is, en door de kleine
I neergioort op de aarde.
En één vrouw liet dien at
midden van haar zaligheid,
[vallen voor de eenzame, die
I langer alleen wa