Licht en Schaduw. Mr. CECIL RHODES. Wenken voor rookers. In een Duitsch blad geeft Dr. Scholer een aantal wenken voor rookers. welke gegrond zijn op jarenlange waarnemingen betreffende de uitwer king van tabaksrook op den mond. de tanden, de maag, de longen, het hart en de huid van rookers. De allereerste en voornaamste regel is rook nooit vóór het ontbijt, of in 't algemeen met een leege maag. Er is niets wat voor de spijsverteering zóó nadeelig is. Itook ook nooit bij eenige sterke lichaarnsmspanning, als dan sen, hardloopen, wielrijden. bergbe- klimniingen, roeien, en vooral ook niet gedurende een gevecht. Volg ook niet ,,de slechte gewoonte der Fran- schen en Russen" van door den neus te rooken; haal nooit den rook door uw neus. Houd steeds den rook zoo ver moge lijk van neus en oogen; hoe langer pijp, hoe beter; onder het werken moet eene korte pijp niet gebruikt worden. Eene pijp is de gezondste vorm van rooken, daarna komt de sigaar, en het slechtst, is de sigaret. Gooi uwe sigaar weg, zoodra zij voor vier vijfden is op gerookt; het laatste eindje is het scha delijkst daarin schuilt het vergift. De weduwvogel. De weduwvogel (Vidua) in Zuid- Afrika, waarvan het mannetje een zeer sierlijke staart draagt, het wijfje in zeer eenvoudig zwart gekleed is leen exemplaar, dat er echt als een stemmig weeuwtje uitziet, kan men in Artis bij de kleine vogels vinden) hangt zijn nest aan de telegraafdraden op, om het buiten bereik te houden van de slangen, die in dat lancl overvloedig voorkomen. Deze vogels liehooren tot de merkwaardigste hardsnavelige, zaadetende vogels van hun soort. Zij maken deel uit van het geslacht der wevervogels, die bekend zijn wegens de verbazende kunstvaardigheid, waarmede zij hun nest bouwen. Een andere vogel, door Barrow be schreven en die óók hangende nesten heeft, is de kersenbljter of diksnavel. Deze hangt zijn nest op aan een tak, die hoven een rivier of een poel hangt. Het nest heeft den vorm van een re tort. zooals de scheikundigen gebrui ken. en hangt met de opening vlak boven de oppervlakte van het water. Dure bloemen. De duurste bloemen ter wereld zijn zeker wel de orchideeën. Vooral in Engeland worden deze bloemen zeer veel gekweekt en door de talrijke or- chidceeèn-liefhebbers de befaamde Minister Chamberlain is er een van mot buitensporig hooge prijzen be taald- Zoo meldde het weekblad „Narthus" van een mijnheer Wasburton te Has- lington, die eeen Odontoglossum cris- pum „Luciani" bezit, waarvan de waarde op bijna 14.500 gulden wordt lington, die een Odontoglossum cris- pum werd verleden jaar 3600 gulden betaald. Eene variëteit van deze plant „Goud-koningin" genoemd, bracht 1980 gulden op, evenals een Sceptrum aureum, terwijl voor twee kleine plan ten van Cattleya labiata 1500 gulden betaald werd. Op de jongste .tuinbouw tentoonstelling te Antwerpen bevonden zich f enige exemplaren van Odontog lossum; voor drie stuks van deze or chideeën bood een hartstochtelijk ver zamelaar 48.000 gulden, en toch wilde de eigenaar de planten daarvoor niet afstaan. Een merkwaardige orchidee is de Dendrobiuni nobile, die telkens van geur verandert^ In de mórgenuien riekt zij naar primula's; des middags verspreidt zij een geur als van honig en 's avonds heeft zii een graslucht. De meeste orchideeën rieken tegen den avond sterker dan overdag. Het kweeken van orchideeën is te genwoordig eene "voordeelige specu latie. Voor versieringen en bouquet- ten en ook als knoongatbloemen wer den groote hoeveelheden orchidbeën verzonden. Een bekend Loinlensch orchideeen-kweeker heeft in de laatste jaren meer dan een half millioen gul den ten koste gelegd,aan het kweeken van orchideeën voor de markt. Het is verklaarbaar, dat. bij zulk - lioogeprijzen, ook de heeren langvin- gers de orchideeën met hunne attentie vereeren. Een dezer heeren had op de Koninklijke TuJnbouwtentoonstielling te Londen behagen gevonden in de verzameling van eefrt Bêilgischem in zender, en ondanks eene hooge uitge loofde belooning kon men de planten niet weder terecht brengen. Dr. LEYD5 en zijn SecretarisM. BOLL MAN in het hotel Scribe. I ALTIJD DEFTIG. Parvenu. Toen mijn dochter die aria zong, was liet zoo stil, dat men een briljanten dasspeld had kunnen hooren vallen. UIT DE GESCHIEDENIS. ,,De geleerde stond met den eenen voet nog in de middeleeuwen, niet den anderen aanschouwde hij de opgaande zon van een nieuwen tijd". IX EEN W OELIGE VERGADERING. Voorzitter (met stemverheffing) Heeren, ik stel voor, dat er niet meer dan vier tegelijk spreken MODERNE FILANTHROPIE. Mevrouw. Wel, wel, arme vrouw, heb je in geen twee dagen iets te eten gehad! Nu, over veertien dagen begint onze Weldadigheidsbazar, en dan krijg je ook wat, hoor! AFDOEND GERECHTVAARDIGD. Zeg. waarom gaat je man van avond niet mee naar het concert? Mijn man maakt zelf muziek en behoeft zijn genoegen dus niet buitens huis te zoeken. Vrouw: „Hoe vindt je Kareis nieu wen hoed, zusje?" Zuster (ondeugend naar den hevi- gen deukhoed van haren zwager kij kend): Nu, hij ziet er net mede un, alsof iemand begonnen was met er in te graven om zijne hersens te vinden, maar het eindelijk in wanhoop had opgegeven!" Een Citadel. Een Citadel is een op zichzelf staande gesloten sterkte en is bestemd om de inwoners eener stad in bedwang te houden, om de bezetting bij het uitbreken van onlusten tot toevluchts oord te dienen of na 't vermeesteren der stad een veiligen terugtocht te verzekeren. De aanleg eener Citadel moet dus zoo zijn, dat zij van de zijde der stad gemakkelijker dan van de buitenzijde aan te vallen is, opdat de Tusschen de Citadel en de stad is een aanvaller niet t^oor 't innemen der citadel ook meester van de geheele tad wordt, alvorens die te belegeren, geheel open terrein, teneinde den vijand geen gelegenheid tot dekking te geven. Een Citadel heeft eene vier- of vijfhoekige gedaante, bevat bomvrije lokalen tot huisvesting en verpleging der troepen, en is voorzien van wallen of borstweringen, ook bastions of bol werken genaamd, waarachter een sterkte verdedigd wordt, die niet in rechte lijn is aangelegd, want ware dit het geval, dan zou op een plaats vermeesterd zijnde, 't overige deel niets meer tot verdediging kunnen bij brengen. Men tracht daarom zulk een gebroken beloop aan de omwalling te geven, dat hare verschillende deelen elkander onderling verdedigen, onder steunen, en de vijand alzoo nergens ongehinderd de sterkte1 kan naderen. Dit wordt o.a. verkregen door 't maken van bastions. De veelhoekige lijn in nevenstaande figuur, stelt zulk een gedeelte van een omwalling voor, bestemd om de daar achter gelegene ruimte te verdedigen; de uitbouwingen, wier gedaante in hoofdtrekken overeenkomen met B C D E F en G HIK L, heeten bastions of bolwerken, 't Is duidelijk, dat als ach- EEX CITADEL. ter dien wal schutters of kanonnen staan, die recht voor zich uit, d. i. loodrecht op 't beloop der borstwering vuren, en geen plaats vóór 't werk is aan te wijzen, waar niet 't vuur uit ver scheidene deeien van den wal op kan gericht worden. De wallen BC, EF, GH, KL noemt rneri dc flanken: het vuur uit de flan ken bestrijkt het terrein voor de facen DE. Hl, enz. 't Vuur der facen, kruist zich midden voor de ruimte tusschen twee bastions. De hoeken bi j G, E, II en K noemt men de schouderhoeken, de meest vooruitstekende hoeken D en I vormen de saillanten of geflankeerde hoeken; E, F, C en H, G, F zijn de flank- of courtinehoeken, de openingen B F en G L de keelen der bastions, 't Deel F G van den wal tusschen 'twee bastions heet courtine, oudtijds gor dijn. De afstand D I is gewoonlijk 150 250 M., op 't midden van D I richt men een loodlijn N P op, en maakt die 1/6 van D 1, vervolgens trekt men de defensielijnen D P en P I, en neemt daarop voor de facen de stukken D E en I H, gelijk a. 1/3 van D 1. De flan ken E F en H G worden nu loodrecht op de defensielijnen gebouwd. Voor de bastions en de courtine maakt men 'n gracht, waaruit de aarde verkregen wordt, tot 't opwerpen der bastions be- noodigd. De gedaante der bastions kan, naar omstandigheden, afhankelijk van het terrein, aanzienlijke wijzigingen on dergaan, zoodat zij op verre na niet altijd een zoo regelmatigen vorm als in de figuur verkrijgen; de hoeken in de saillanten, moeten echter altijd min stens 60 gr. zijn. Is de binnenruimte W van een bas tion geheel met grond opgehoogd, dan is 't een vol bastion; bij ledige bastions is de binnenruimte V gelijk met den beganen" grond. Zoowel bij blijvende vestingen als bij tijdelijk opgeworpen sterkten, worden bastions aangelegd. Sedert de invoering van :t vèrdra- gend getrokken geschut, dat door ma chinerieën snel gewenteld kan worden, bouwt, men veelal ronde bastions. De hier beschrevene schijnen het eerst ontwerpen te zijn door den bouwmees ter Micliaelis in 1527 te Verona; waar schijnlijk zijn zij hun oorsprong ver schuldigd aan het opvolgend verbete ren der torens, waarmede men de wallen in vroeger tijden van afstand tot afstand voorzag. De oogen en handen van President [Kruge KRONIEK. i .i ,in. Gedurende de reis van president Kruger naar en door Europa is de per soon van den staatspresident de prooi geworden van reporters. Sommigen hunner hebben hem beschreven, zooals hij in het openbare leven verschijnt, anderen hebben hem in zijn particu liere leven getoond, weer anderen heb ben hun bijzondere aandacht gewijd aan zijn pathologischen toestand. Zoo is door deze laatsten in het bijzonder geschreven over de oogziekte, waaraan de president lijdt en die herhaaldelijk behandeling door een oogenspeciali teit, dr. Heymans, noodzakelijk maakt. Kruger nl. bezit een afwijking in den normalen vorm van het oog en lijdt aan dusgenaamde „trichiasis." Een nauwkeurige beschouwing van het oog doet zien, dat zijdelingsche sluiting van de oogspleet niet scherp hoekig is, doch een holte vormt, die naar beneden in het onders'ta. naar boven in het bovenste ooglid dringt. te Tengevolge van deze abnori hl wordt liet oog aangedaan, zon tr I aan de oogleden iets te merkei i het begint te tranen, terwijl de j se! I die aan trichiasis lijdt, het gevoe pi: °f er een vreemd voorwerp in z tei zit. De operatien voor deze oogzielGo verschillend al naar de verschijdie onder welke zij optreedt. EeiJac beeld van deze operatiën krijger door de plaatjes, welke de ooge [js stellen. jer) De bekende Parijsche chirorn rer ne (handwaarzegster), mad. De !n is door ,;La Vie illustrée" ondei ^g, en heeft haar meening te kenne ,en ven over de handen van preside q. ger. Hiervan deelden wij vroeg<|e - het een-en ander mede. Daar staan wij hier met de afbeeldinj eze nd< Di Een moment uit de Kruger- betooging in de hoofdstad. Een symboolDe inval inde Kaapkolonie. Keizer Wilhelm en China. Nog eens het symbool. Woensdag hen ik naar Amsterdam geweest om wat te zien van de Krüger- betooging in de hoofdstad. Er is een moment waarop ik wil wijzen, niet omdat dit een der meest grootsche of ooi maar grootsch moment was, maar omdat het, ik zou willen zeggen artis tiek oogpunt, zoo merkwaardig was. j Ik was namelijk bij Krugers aan-1 11 mst op het perron tegenwoordig en begaf mij. terwijl de President naar de koninklijke wachtkamer werd geleid, i naar een der hoven wachtkamers, en J ging in de breede vensterbank staan. 't Was toen even elf uur en het weer dat den heelen morgen somber en grauw was geweest, was opgeklaard. Het gezicht dat ik uit dat raam van die hoven-wachtkamer genoot zal ik niet licht vergeten. Sombere regenwolken waren verijld, j lichte nevels die als een gazen sluier I hingen over de lialve-maan vormige huizenrij, en waavin massaal stonden I afgeteekend de hoekige torens van het j nieuwe beursgebouw en de koepelda- ken van de ronde Luthersche kerk, de St. Nicolaas-kerk en, in 't verschiet, het Paleis. De zon was doorgebroken en had met haar straling de zwarte wolken wegge- j vaagd en glansde nu, door de ijle licht- nevels heen op de hooge massa's archi- j tectuur. Het zonnelicht schitterde op de helmen en op de vaandels en in dat blijde licht juichten de wijde men-1 schenzeeën den President toe, toen hij wegreed met den stoet die hem verge- zelde, nadat de zevenhonderd zangers j op het Stationsplein hem hadden toe- gezongen. Bij zijn wegrijden barstte de jubel los. Heerlijk, warm, vol kleur en leven en gloed, vol schittering en schoonen schijn stond dit alles in 't blijde licht van den toen mooien dag. Het was een opbloeiing van bloedwarm leven, die van geestdrift trillende wijd-wijde menschenmassa's zoo klein tegen die hooge huizen in de lichte nevels, maar Wier donderenden :ubel als 't bulderen van kanonnen opdaverde in de heldere lucht. 't Was een schoone schijn, en onwil lekeurig dacht ik aan den schoonen schijn van gansch Krugers pelgrims tocht naar de landen van liet recht, waar geen recht heerscht, en naar het wezen van deze droeve dingen in de donkere dagen voor Kerstmis. Het licht mocht een symbool zijn van het licht dat voor het Boerenvolk naar gehoopt wordt, eens zal doorbreken, maar de lichte nevels die aan de zware wolken deden denken waren er nog, en die deden mij denken dat de Boeren- sympathieën in de Europeesche landen toch ook maar niets zijn dan nevels, nevels aan de oppervlakte van het le ven, waarvan het hart is de huidige wereldpolitiek, de politiek van roof- en expansie-zucht, van uitbreiding van koloniaal bezit. Dus is liet niet te ver wonderen dat de regeeringen de Boeren niet helpen, al denken de volkeren zelf daar ook anders over. De Boeren zullen zich zelf moeten hel pen, en ze zijn daar in de laatste da gen flink mee bezig. De inval in de Kaapkolonie is even onverwacht als ingrijpend geweest en de ontsnapping van De Wet, terwijl generaal Knox hem maar aldoor naholde, bewijst w-eer voor de zooveelste maal de groote bekwaamheid van dezen Boeren-aan- voerder niet alleen, maar wijst er ook op, dat hij over een flinke macht waar schijnlijk het bevel voeren kan. De I grootste beteekenis van dezen aanval is natuurlijk de moge I dat de Kaapkolonie zal opstaan'^ zouden de gevolgen voor Engeli 1 1 niet te berekenen zijn. I Wijselijk heeft men den dan in de St. Paulskerk afgescha •en a e c friss' djari ma-: ergtf vertoon bij Roberts' terugko scl)ei tei C. e •ij wat getemperd worden, ders ook al (c zot zijn geweest Terwijl Kruger nu in ons warme sympathie-betuigingen 'elke de Duitsche Keizer hem heeft deze een even brallende sche redevoering uitgeschettei ïas1^ei de soldaten die uit China zijn keerd. En, we weten het allemaal, Duitsche soldaten in China huisgehouden. Hoe ze hebben en gemoord en geplunderd, schaal. vRla Merkwaardige zelfverblindii roPal waar voor I doel gen, 1 lelesp ièn i meer< idslei ibina; a Pal zij scht de bedj an een regeering die tot zulke den zijn legers en vloten uitz oorlogsbudgetten ongéhoord maakt, en den loftrompet laa óver deze dingen. Zoo is de strijd van het Bof» die j en liet bedrogen, naive dat de groote mogendheden helpen het onrecht bekampei i die straalde en de Europeesc ag dc politiek die wordt gesymboliseags se door de lichte nevels, waarvan 1 daareven, maar van de zware I wolken, die vroeg in den rnoi L neer Krugers komst in de hoofdstad lenen en verdrietig neerhingen. JO m. ge n, hoi :j Qgelej eheele hier ert c het d dat ehe w talen 1 rerbeel om, zitten FEUILLETON. Schetsen van DEKA. De eenzame. Zij hadden spoedig vriendschap ge sloten. de twee jonge vrouwen, die naast elkander op zaal 6 van het groote I ziekenhuis lagen. De eene was al moe- der; zij had thuis achtergelaten haar echtgenoot en kinderen, om een ge-1 vaarlijke operatie te ondergaan, en lag nu te wachten op het oogenblik, dat zij het. bed mocht verlaten, dat zij voorzichtigjes en welingestopt naar i beneden zou worden gedragen, om in een rijtuig naar huis te worden ge bracht. Zoodra het eenigszins kon, zou hetgebeuren, want de dokter wist wel dat zieken thuis, in hun gewonen, da- j gelijkschen,kring al moeten dc be zigheden dan nog voorloopig achter wege blijven veel spoediger bijko men dan hier, op de wijde, witte zaal, waar wel hetere hulpmiddelen voor handen waren, maar de hartelijke, warme familieliefde nu eenmaal en zeer natuurlijk, moet ontbreken. En bovendien, er waren or nog zooveel die op een plaats wachtten, zoovelen die rondliepen met een spoedig ongeneese- lïjke kwaal, en die toch moesten wach ten tot er plaats was. Zoo was het ook geweest met de an dere, die pas onlangs en het was niemands schuld Ie laat was geko men. Zij was onderwijzeres, een van die eenzamen, die leven moeten van een meer dan bescheiden inkomen, die in hun jongen tijd de arme hersens hebben afgetobt om een aete-tje hier voor en een acte-tje daarvoor te ha len. ten einde korreltje bij korreltje, het dagelijksche brood bijeen te zame len. Zij was nooit sterk geweest, en liet werk knakte haai- het lange staan on school voor de klasse, het spelen met de kinderen buiten, weer of geen weer, hadden haar voor den lijcl oud en ziek gemaakt. Alleen haai stein, zieletolk was jong gebleven, had behouden den beminnelijke», zan- gerigen klank, waarom de kleintjes, die nog niet opmerkten een leelijk wit gezicht en een verschoten japonnetje, haar zoo liet hadden. Den eersten nacht van haar zijn in het groote, hardsteenen gebouw, in het vreemde bed, in de noodlottige om geving van lijden, met het vooruitzicht morgen onderzocht en behandeld te worden, was het haar droeviger te moede geworden, dan ooit in haar zon- ledig leven. Het was of ze betreuren moest haar ongezellig tehuis bij de kostmenschen, haar klein kamertje, wel is waar onder bet dak. maar toch haar eigen wereldje, met ook-wel-blijde I herinneringen, /acht weende ze, wilde niet getroost worden door de ver pleegster, die een oogenblik haar kloeke vak-kalmte op zijde zettend, zich met natuurlijke teederheid over de zieke j heenboog. i Dc herstellende in de andere krib werd wakker door het gedempte stem mengeluid. Nu zij haar krachten te rugkreeg, en toch uit verveling over dag zoo nu en dan een uurtje slui- I merde, was ze 's nachts elk oogenblik I wakker door liet minste ongewone ge luid op de stille zaal. Zij luisterde t<»e. I zonder iets te zeggen, onder den invloed van de mooie, muzikale stem, en 's mor gens, toen allen wakker waren, boog zij liet hoofd door de witte gordijnen I door en knoopte in haar edelmoedig medelijden een praatje aan met haar I buurvrouw. Spoedig bad zij haar voor zich ge wonnen. Het onderwijzeresje, dank baar voor de belangstelling die zij on- dervend van een beschaafde vrouw, [voelde zich niet langer zoo eenzaam en j alleen, schonk aan haar nieuwe vrien din geheel haar vertrouwen, en vond in de herstellende zieke een dankbaar, gevoelig toehoorster voor haar alle-' I daagsche lijdensgeschiedenis. Want. het komt veel voor, meer dan wij, ge lukkigen en gezonden, vermoeden. Gesterkt door de hartelijke, lieve woordjes van het jonge moedertje, vol moed ook door de aanstaande alge- heele herstelling van haar, die ook had doorgemaakt den moeilijken lijd die haar wachtte, liet zij zich kalm en gewillig wegvoeren naar de operatie zaal, om het vreeselijke te ondergaan waarvoor haar klein, bloedeloos li chaampje, haar zenuwachtige, ver schrikte geest zoo bang was. De chloro- Iform hielp er haar gélukkig doorheen, j en na de eerste weeë dagen, toen de I na-pijnen en de gevolgen van de ver- dooving zich met volle, wanhopige kracht deden gevoelen, ging ook zij liggen wachten op haar herstel, liet j ze zich graag moed inpraten door de I andere, die al zooveel vooruit was. Toen het uur van scheiden naderde, j het oog der móeder glom bij het voor uitzicht aan thuis, hij de gedachte aan de gezellige huiskamer, kwam de j wanhopige angst van eerst, die haar de keel had toegenenen, weer met volle kracht, terug. Hoelang zou zij hier nog moeten liggen wellicht, en è.ls zij beter werd wat. voor toekomst wacht- I te haar dan weer? Zij zag de zorgen ■weer aansluipen, zij zag haar lichaam verzwakt en uitgeleerd, nog voor het 'geheel op krachten was gekomen, weer i meedoen aan den levens-wedren en zij zag zich vallen, zooals zoo velen voor haar, omvergeloopen door anderen, sterkeren, die ook naar haar plaats op school mee zonden dingen. Want het aantal vacante plaatsen was klein, en de toeloop groot, al was het salaris juist genoeg om niet te sterven. I Toen opeens kwam de heerlijke vraag, de uitnoodiging die ze aangreep met heide handen, blij als een kind: „Toe, kom je Kerstvacantie bij ons doorbrengen. Het liuis is wel niet groot, maar voor jou is er wel een plaatsje, en mijn man en kinderen zullen je op de handen dragen. Je zult het goed hij ons hebben. Toe, doe-je-het?" Of ze! Ze voelde de krachten nu al reeds weer I terugkomen; kon dien nacht van blijri- schap haast niet slapen, telde de dagen, was blij als een kind met de zomer- vacantie. Want zij kwam eruit. Men lapte haar weer wat bij elkaar, liet haar gaan. toen ze er soo dirngend om vroeg (de plaats was al driedubbel besproken!) j Want liet liep al tegen December. En voor de vacantie wilde zij graag nog korten lijd op school zijn, tusschen de kleintjes, die zeker naar haar ver- j langden. Dat was het einde. Nog voor de helft I van de maand was ze weer thuis, nu voor goed, al zou het slechts korten tijd duren. Nu holde het achteruit, ze voelde het hard en zeker, al verzette i zij er zich ook met alle macht tegen. „Och, laat me dat nog genieten," j smeekte zij wel eens zacht in zichzelf. Met dat onderwerp was haar geest en de voc altijd vervuld, ook toen h te kwam en het duister. Zij stai r£Uiob ijlde den ganschen dag en ni van Nc afslui' dennegroen en kaarslicht, vat gezichted en Kerstliedjes. Arm dier," zei de kostjüffro Bt*kerl warig, terwijl ze haar het an£ van het voorhoofd veegde, je toch zoo over?" Daar werd Even een blik op de zieke, di neerlag, al zwoegde de borst 1) toen daalde dc hospita, met tige, zware schreden, naar onv een brief aan te nemen. Het was de beloofde. Maar zij, wie de uitnoodigi j kon ze niet meer aannemen, de menschen in de kerken zot Christus" geboorte, en overal .koude, donkere wereld de lich den ontstoken in de groene lx zweefde haar ziel omhoog grooter en reiner licht dat. ac wolken is, en door de kleine I neergioort op de aarde. En één vrouw liet dien at midden van haar zaligheid, [vallen voor de eenzame, die I langer alleen wa

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1900 | | pagina 16