oning Mammon.
Maandag 31 Dec. 1900.
Mo. 5369.
Haarlemsche Handels-
vereeniging.
Goedgék. Uj KonBesluit van
k 12 Nov. No. 22, 1899.
i
Da Haarlemsche Handelsver een. tel*.
t&DS wim 650 leden,, dat is veel, doch
jjiet genoeg. Elke -winkelier, elke han-
cJelaar, aijtn belang begrijpende, moet
och aansluiten. De contributie bedraagt
dechts f 2,50, terwijl de voordeden
groot zijn.
I Rechtskundige adviseurs zijn de hee-
rai Tiira Th. de' Haan Hugenkoltz en
jj. Ph. de Kan.ter, Spaatrne 94, welke
gnt is advies in handelszaken geven
31D. de leden en voor hen gratis optre
den in faillissementen.
Voor incasso's, dloor bemiddeling der
advocaten gedaan, wordt 5 berekend.
Bankiers der vereeniging zijn de hee-
rea Laane van Bern mei, Kruisstraat
61.
Alle brieven of aanvragen (ook opga-
veil voor liet lidmaatschap) moeten ge
nét worden aan het bureau der- ver-
eeaiging, 22 Lange Begijnestraat.
Het is ons gelukt eene overeenkomst
te sluiten, waardoor het mogelijk is
HU- leden nauwkeurige informaties te
verschaffen omtrent alle firmafs in Ne
derland.
De kosten dlezer informaties bedragen
60 cents per adres, plus 5 cents voor
porto, en moeten vooruit betaald wor-
dan aan het bureau. Iiiiormatiën naar
binnen de stad wonende personen grap
hs.
Ruim 650 informatiën en rechtskun
dige adlviezen werden in het afgeloopen
jaar verstrekt.
In Mei en Juni zijn 72 vorderingen
tot een bedrag van f 2765.73 betaald;
9 vorderingen worden afbetaald, 12
vorderingen zijn uitgesteld.
Volgens artikel 7 dient bet Geheim
rMaandlijsten ongeschonden bewaard
blijven.
H.H. Leden worden er op attent ge
maakt, dat pretentiën, buiten de stad
ia te vorderen, niet worden behandeld,
tenzij, portovergoeding (10 ets.) is bij
gevoegd.
Het Bureau der vereeniging is geves
tigd 22 Lange Begijnestraat en is ge
opend lederen werkdag van 's morgens
9 tot 1 en 's middags van, 2 tot 4 uur.
Dagelijks is een der bestuursleden
aanwezig en bereid! tot het geven van
alle gewenschte inlichtingen en wel
Maandag en Vrijdag van 1112 uur
V.E., de overige dagen van 34 m
Den leden wordt aangeraden voor
dat men levert aan, of zaken doet met
W. E. II. Tack Jr., Frans Halsplein 6,
inlichtingen te nemen aan het bureau
Lange Begijnestraat 22.
Den leden wordt aangeraden voor
dat men levert aan, of zaken doet met
Dressel in de (Madestraat, inlichtingen
te nemen aan het Bureau Lange Be
gijnestraat 22.
8
r
Het Beleg van Haarlem
j aour de Spanjaarden
in 1572-1573,
DOOR
Jj W. P. J. O VERMEER,
1 tmanuensis der Gemeente-bibliotheek.
XIII.
Hun werken mocht echter niet veel
Iten, waait de schutterij en soldaten,
[Ike de wacht op het blokhuis be-
L|ken hadden, moesten dit in den
j verlaten, daar de voorpoort en
jrootste gedeelte der Kruispoort
geschoten waren, zoodat de ge
lschap en de toegang van de stad
F 't. het blokhuis was afgesloten en zij
kaar niet meer te hulp zouden kun-
h kom en, daar niet alleen de Kruis-
doch ook het ravelijn en de bij-
liggende gordijnen zeer veel hadden
j -geleden door de 680 kogels, welke dien
ag waren afgeschoten.
Des avonds echter werd hit blokhuis
tfeder door een „jonck, vroom burger"
genaamd Zwarte Lou, met eenige an-
lere schutters en soldaten ingenomen.
jvk m dit Deieg hebben we er voor
beelden van en zoo ook op dezen eer
sten dag. (18 Dec. 1572).
Van het huis van WiilêDi Lakeman
wonende in de Barteljorisstraat.
werd de schoorsteen afgeschoten de
kogel, de brokken steen van den schoor
steen, en stukken vleesch en spek, wel
ke daarin hingen vielen allen als het
ware tegelijk op den haard neder, ter
wijl drie of vier kinderen, welke bij
het vuur zaten, allen ongedeerd bleven.
(Amp zing).
Den daaropvolgenden dag „wendde
de Spanjaard zijn razernij tegen de St.
Janspoort" met 675 schoten, waardoor
veel schade werd toegebracht nan het
tusschenliggende gordijn. Een toren
van deze poort werd weggeschoten,
doch viel gelukkig met den omgescho
ten muur naar binnen toe, dat zeer
voordeelig voor de belegerden was en
daar volgens Rooswijck ..God die Heerc
off ghelooft ende ghedanckt moet we-
sen."
Boven die poort was een vertrek, dat
tot kerker diende, en waarin eenige ge
vangenen waren opgesloten.
Zeer zeker zullen dezen dien
dag niet op hun gemak geweest zijn;
ze werden echter des avonds toen het
bulderen van het vijandelijk geschut
ophield, in geregelde orde overgebracht
naar de kelders onder het stadhuis.
De Haarlemmers bleven dien nacht
wederom niet stilzitten, want iedereen
die zijn handen maar roeren kon, was
druk in de weer om de muren en
wallen te bezorgen en te versterken.
De 20sten December was geen zeer
gelukkige dag voor de Spanjaarden,
want toen ze 159 schoten gelost had
den begon het hun aan kruit en lood
te ontbreken.
Reeds waren in die drie dagen 1514
kogels verschoten, bressen gemaakt,
de Kruispoort ten halve, hare voor-
port geheel en de St. Janspoort gedeel
telijk in puin gestort, en men was nog
zeer weinig gevorderd.
Zelfs Don Frederik werd ontmoedigd
over den onverzwakten en onbegrijpe-
lijken moed der Haarlemmers, die bij
na alles hersteld, ja zelfs een nieuwen
wal opgericht hadden.
Wat moest er gedaan worden bij
zulk een hevigen tegenstand Geen
wonder was het dan ook dat hij zijn
legerhoofden bijeen riep om met hen
te overleggen, wat hem te doen stond.
Men begon van bestorming te spre
ken.
Julianus Romero en eenige anderen
waren van oordeel, dat het tijdstip voor
eene bestorming nog niet gekomen
was, daar de bres nog niet wijd genoeg
was om eenige soldaten door te laten;
Cressonières en Noircarmes daarente
gen betoogden dat de voorraad am
munitie te gering was, aangezien een
groot gedeelte der kanonnen en kogels
te Utrecht waren achtergebleven en
men dus onmiddellijk tot de bestor
ming moest overgaan.
Wachtte men aldus redeneerden
zij totdat dit geschut was aangeko
men, dan zouden de Haarlemmers ge
durende dien tijd gebruik maken van
de gelegenheid om de bressen te her
stellen en zich van ammunitie en le
vensmiddelen te voorzien.
(Wordt vervolgd).
Met jaar 199®.
1-Iet wereldgebeuren is niet afgedeeld
in de hokjes en vakken, die wij jaren
en eeuwen noemen, maar voor een
overzicht over dat wereldgebeuren heb
ben wij die afgeronde tijdvakken noo-
dig en zien we aan het einde van een
jaarkring teaug naar hetgeen achter
ons ligt.
We hebben nu tweeërlei redenen om
terug te blikken, want op 31 December
1900 is ook ,een eeuw gevoegd bij der
eeuwen tal en staan we dus niet alleen
op nieuwjaarsmorgen aan den aanvang
van een nieuw jaar, maar tevens aan
den aanvang van een nieuwe eeuw.
Het is op dit oogenblik slechts onze
taak in 't kort na te gaan, wat het jaar
1900 ons gebracht heeft.
Negentienhonderd is in "t algemeen
een jaar van rouw geweest. De eeuw
is ondergegaan in bloed en vuur, en het
laatste jaar^ran de in zoo menig op
zicht glorierijke eeuw heeft sterk als
nooit te voren een lage belangenstrijd
tusschen de mogendheden zien woeden,
.laaif v
bestrijden el y
de regeeringen al
lerlei schoonschijnende voorwendsels
er zich afgeschoven, doch driester dan
ooit te voren is de ware grond van deze
dingen in 't helle licht getreden de
roofzucht, de zucht naar uitbreiding
van koloniale macht.
Sprekend over ret afgeloopen jaar
vragen we ons natuurlijk het eerst af,
hoever heeft het den Boercn-krijg ge
bracht, en is het recht nabij de zege-
praal, of zal binnen korte spanne tijds
het onrecht en bruut geweld hebben
gezegevierd
Een der voornaamste gebeurtenissen
in den Boeren-oorlog in dit jaar is ge
weest de benoeming van Lord Roberts
tot opperbevelhebber der troepen in
Zuid-Afrika. Met Sir Redvers Buller
ging het niet meer, vond de Engelsche
regeering, en zoo werd in het begin van
het jaar Lord Roberts naar Zuid-Afrika
gezonden, die er een geheel andere tac
tiek op nahield dan zijn voorganger.
Hij was de man die last gaf tot de om
trekkende bewegingen, in tegenstelling
met de generaals die er hun werk altijd
van gemaakt hadden de sterke Boeren-
stellingen in front aan te vallen.
Dat is dc oorzaak geweest van het
capituleeren van Cronjé, die bij Paar-
deberg van alle kanten door Engelsche
troepen omsingeld werd en zich moest
overgeven met 4000 Boeren.
Snel volgden nu de overwinningen
der Engelschen elkander op en toen
Roberts na de capitulatie van Cronjé
op Bloemfontein aanrukte, moesten de
Boeren niet alleen de hoofdstad van
den Vrijstaat in handen van de Engel-
sclien laten, doch wei-den zij eveneens
genoodzaakt het noorden der Kaapko
lonie te ontruimen en te wijken naar
het oostelijk deel van den Vrijstaat.
De Boeren vroegen een wapenstil
stand, het werd geweigerd President
Kruger trachtte interventie te verkrij
gen. doch het stuitte af op Engelands
nadrukkelijke verklaring, dat elke po
ging daartoe als een unfriendly act"
zou worden beschouwd.
Met' de capitulatie van Cronjé en de
bezetting van Bloemfontein was intus-
schen weer een nieuwe periode aange
broken in den oorlogtot nog toe had
den zij den krijg buiten hun landpalen
kunnen houden, doch nu moesten zij
offensief tegen hun vijand optreden.
Van dit oogenblik dagteekent de eigen
lijke guerilla. Louis Botha, na P. Jou-
berts dood de aanvoerder der hoofd
macht van de Boeren, heeft, en met.
succes, getracht de Engelschen op zoo
veel mogelijk punten bezig te houden,
zonder slag te leveren. Het nadeel voor
de Boeren van deze manier van krijg
voeren was, dat ze veel plaatsen in han
den der Engelschen moesten laten,
door hun voortdurend terugtrekken.
Zoo werd 30 Mei Johannesburg door de
Engelschen bezet en 5 Juni Pretoria. De
Regeering werd nu overgebracht naar
Waterval-Onder, terwijl inmiddels ook
Mafelcing, de laatste door de Boeren
bezette plaats den 17en Mei door de En
gelschen bezet werd.
Toen de Engelschen de Zuid-Afrik.
Republiek waren binnengedrongen
moest ook Natal wel worden ontruimd.
De Boeven-commando's, die het noor
delijk bergland van Natal bezet had
den trokken geleidelijk terug en gaven
daardoor Buller gelegenheid van die
zijde Transvaal binnen te di-ingen. En
de gecombineerde machten van Roberts
en Buller zijn er in geslaagd de strook
langs den spoorweg van Pretoria tot
Komatipoort te bezetten, en steeds werd
van Boeren-zijde met onverflauwden
moed de guerilla voortgezet door dap
pere, bekwame aanvoerders als De Wet,
Theron, Fourier, De la Rey en anderen.
Of liever, in den laatsten tijd is het
weer meer de geregelde oorlog dan de
guerilla geworden, nu de Boeren zoo
schitterend optreden in de Kaapkolo
nie. Er is weer moedondanks alle
papieren proclamaties is het vrije volk.
der Boeren nog lang niet door het per
fide Albion geknecht, en glimmeren er
weer stralen van 't. licht der hoop, door
de allengs verijlende nevelen.,.
Doen deze overwinningen blijde ver
wachtingen rijzen, niet minder ver
wachtte en hij zal er mogelijk nu
wel anders over denken de grijze
Staatspresident van zijn pelgrimsreize
om recht.
Toen in September 1899 arbitrage
werd gevraagd, bleven de mogendhe
den doof, eveneens toen in het ultima
tum van 29 October d. a. v. opnieuw
arbitrage werd gevraagd, en 9 Maart
1900 was in die doofheid nog geen ver-
^eschaaf-
aiiï in het belang van de
arbitra&-, vil" wat zal het hem baten
Zijn niet overal de mogendheden, die
nu zoo'n groot woord hebben, zelf aan
't bedrijven der roovende koloniale po
litiek
En, men kan er zeker van zijn, zoo
lang do mogendheden van tusschen-
komst het directe belang niet inzien,
mogen de volkeren jubelen ter eere van
Kruger en vlaggen en zingen en met
bloemen den grijzen pelgrim huldi
gen... de daadzaken blijven uit.
De koloniale roofpolitiek heeft be
halve in Zuid-Afrika den oorlogsfakkel
in China doen ontbranden. De Boxers,
een Chineesch geheim genootschap, dat
zich ten doel stelde de vreemdelingen,
die als barbaren worden beschouwd,
uit te drijven, reeds lang de roofzucht
hunner beschavers inoede, getergd en
verwoed, grepen naar de wapenen.
Op tal van plaatsen werden, niet ge
heel onverwacht, want het was reeds
lang bekend, dat er iets broeide, de
Europeanen aangevallen, de gezant
schapsgebouwen te Peking werden om
singeld en de Duilsche gezant, baron
Von Ketteler, vermoord. Onmiddellijk
werden de- beschikbare eskaders van
alle mogendheden naar Tientsin gezon
den en marinetroepen aan wal ge
bracht onder den Engelschen admiraal
Seymour. Den ganschen campagne te
releveeren zou ons bestek overschrij
den, waarom we alleen in herinnering
brengen hoe in den aanvang de afgrij
selijkste berichten omtrent de gezanten
de ronde deden, totdat eindelijk de ge
lukkige tijding kwam dat ze waren ge
red. De Europeesche wapenen streden
met succes, zóó zelfs, dat graaf Wal-
dersee, de Duitsche veldmaarschalk,
die tot commandant der vereenigae
machten inmiddels was benoemd, niet
heel veel meer te doen had. Het hoofd
doel de ontzetting der gezanten en de
inneming van Peking, was bij zijn aan
komst bereikt.
En nu kunnen de mogendheden het.
over de verdere afwikkeling van zaken,
die onder een schijn van schoone woor
den niets anders beteekent dan wie
zal 't grootste stuk van de Chineesche
taart hebben, niet eens worden.
Ze wantrouwen elkaar, en niet ten
onrechte, en van dit wantrouwen we
ten de slimme Chineesche diplomaten
heel handig partij te trekken om nog
meer naijver en haat te verwekken en
zoodoende een samenwerken der Eqro-
peesche beschavende staten onmoge
lijk te maken.
Welke zullen in de toekomst van de
Chineesche verwikkelingen nog de ge
volgen zijn Wie vermag het te zeggen-
Maar zeker is het dat nu het gemeen
schappelijk belang de bescherming
der gezanten, niet meer bestaat, de
eigen, afzonderlijke belangen op den
voorgrond komen treden en natuurlijk
botsen gaan.
Sprekende over de gebeurtenissen
van het afgeloopen jaar denken we na
tuurlijk met weemoed aan den moord
op den Italiaanschen Koning, bedreven
door een dier arme verblinde dwazen,
die meenen, dat door Keizers en Konin
gen en grooten der aarde te vermoor
den, aan ellendige misstanden een ein
de zal worden gemaakt. Niet de moor
den alleen, ook de verblindheid derge
nen die ze bedrijven, zijn zwarte slag
schaduwen op dit laatste jaar der ne
gentiende eeuw.
Van belang in het afgeloopen jaar is
verder geweest de verkiezing in Enge
land, die ten gunste van het roof- en
plunder-ministerie heeft gesproken, die
de Salisbury-Chamberlain-bent aan 't
roer liet, en de verkiezingen in de Ver-
eenigde Staten, waar de stembus ten
gunste van Mc. Kiriley heeft gesproken
en den man op de presidentsstoel ge
houden, van wien voor de Boeren niets
te wachten is.
Alles overschaduwend was in Frank
rijk de wereld-tentoonstelling, die den
geheelen zomer stroomen vreemdelin
gen naar de lichtstad heeft gelokt, het
helder glanzende monument van het
geen de mensch vermag, het schitte
rend eeuw-monument van de reusach
tige ontwikkeling op elk gebied van
nijverheid en kunst.
Zoo gaat het groote wereldleven
voort en bruist de machtige tijdstroom
het lied van vooruitgang en hooge ont
wikkeling, terwijl nevens dit groote,
stralende licht de zwarte schaduw plekt
van om-echt en roofzucht, van moord
en plundering. Totdat, ja misschien
todat de beide polén elkaar vinden en
zich oplossen in één groote straling
van vrede en liefde en geluk
.dén wij ffu den blik naai
eigen land.
Ook hier te lande voelden wij duide
lijk en krachtig de geweldige schokken
die buiten de grenzen dreunden.
Wij zien oprichten een Protest-comité
tegen de Engelsche wreedheden, een
Fonds tot daadwerkelijken stoun, een
Comité tot advies omtrent Emigratie
naar Zuid-Afrika, een Persbureau te
Dordrecht. Ons hart bloedt, want de
landgenooten die het nieuwe vader
land daar aan de Zuidpunt van Afrika
hadden lief gekregen, vonden deels
hun dood op de slagvelden, te zamen
met hunne makkers van allerlei natio
naliteit, en werden voor een ander deel
uitgedreven, als vee op stoombooten
gepakt, beroofd van have en goed.
Maar als dan zelfs onze ambulances
worden aangevallen door de soldaten
der natie, die zich christelijk durft
te noemen, dan wisschen wij ongedul
dig de tranen weg, en de vuisten klem
men ineen van woede.
Daadwerkelijken steun konden wij
niet verleenen. een Tehuis hebben de
bannelingen hier te lande (te Amster
dam) echter gevonden. En onze Vorst
in, onze Koningin Willielmina, in wie
wij liet land verpersoonlijkt gelooven.
heeft in al de nare spanning, bij de
angst der groote mogendheden voor
Engeland en voor elkaar, een daad van
moed en sympathie durven bewijzen
aan den ouden Staatspresident. Zij
zond de G e 1 d o r 1 a n d naar LouronQo
Marques, ontving het hoofd van de
Transvaalsche Republiek in Haar Pa
leis, aan Haar tafel.
Zie, deze daad zal den President rnéer
getroffen hebben dan al het huldebe
toon, al het vlaggongewuif en gespeech,
in Fi-ankrijk, Duitschland en Neder
land. al de adresbewegingen, zal hem
en het driemanschap, do heeren Fi
scher, Wolmarans en Wessels, die in
Europa en Amerika de tolk hunner
landgenooten waren, inderdaad over
tuigd hebben dat luinne stamverwan
ten ook hun bloedverwanten, hun broe
d e r s n a a r geest en hart zijn.
Een oogenblik waren de betrekkin
gen tusschen Nederland en Portugal,
welk laatste land een zeer dubbelzin
nige houding heeft aangenomen in den
Zuid-Afrikaanschen oorlog, gespan
nen. Het was toen de Regeering te Lis
sabon, het exequatur van consul Pott
introk, maar de langzaamheid der di
plomatieke vertoogen zal verkoelend
op de hartstochten aan weerszijden
werken. Een botsing is thans niet meer
te verwachten.
Ook een goed gevolg had dc oorlog
in Zuid-Afrika. Nu de gebeurtenissen
daar te lande de groote kracht, ook
van moreelen aard van een werkelük
weerbaar volk helder in het licht had
den gesteld, kon de vraag niet uitblij
ven wat moet er geschieden om ook
de Nederlanders tot zulk een volk te
maken De oprichting van de vereeni
ging Volks weerbaar he id werd
hier een uitvloeisel van.
Het Nederlandsch Indische leger
bracht ook een offer aan den oorlog
in Zuid-Afrika. Luit. NLx, een jon^
veelbelovend officier, als militair atta
ché bij de Boeren door de regeering
aangewezen, viel als slachtoffer van
zijn plicht.
In China, waarheen onze regcering
een drietal oorlogsschepen zond, lieten
wij ons slechts in zooverre gelden, dat
gewaakt werd voor de belangen van
de Nederlandsche onderdanen.
Een ander groot gewichtig feit, on
samenhangend met de wereldgeschie
denis, maar voor ons volk van het
grootste gewicht, is de verloving van
H. M. de Koningin Willielmina met
Hertog Hendrik van Mecklenburg-
Schwerin. Moge de voorspoed van liet
land, het geluk van ons volk, er duur
zaam door bevestigd worden.
Wij willen niet vermelden tot welke
verschillende interpellaties en vragen
de Boeren-oorlog in ons Parlement aan
leiding gaf. Evenmin zullen wij de ver
schillende wetsontwerpen opsommen
die dit jaar door de beide Kamers wer
den aangenomen. Slechts heriqperen
wij er aan dat de Eerste Kamer ver
wierp het reeds door de Tweede Kamer
goedgekeurde wetsontwerp tot steun
van arbeiders, die door ongevallen bij
den arbeid geheel of gedeeltelijk inva-
liede geworden zijn. De Regeerïng was
nu gedwongen een gewijzigd ontwerp
in te dienen, dat wederom door de
Tweede Kamer werd goedgekeurd. Het
wetsontwerp op den Leerplicht, werd
door onze beide Parlementen aangeno
men.
Vermelden wij tevens, bij de bespre
king van wat de hoogste regeeringsli-
chamen deden, dat de Prov. Staten van
Noord-Holland in behandeling namen
het voorstel tot het verleenen van een
renteloos voorschot aan de Hollandsche
en
scfiit-
geen
Op i.
wogen
door
in het
ookcV
hik
ling le
diging v
Leeuw; V
lid oh»'
nis te
önzt
ten srf S
van d
sonerJ s
tem d- H
terecht' |m
ging liiaaM
tién I
dam,
versc^pPI
zilver a
\verpe>
lijk hu» V
Neerbos$§ö
Harska;,~>'
met de\^.;
met de f y
de Rotoiy
Haasva2fE§J
Maaiv "er
ze is f I
ell;w I
san dv m
al maar—»
De schiilcTS
de afschuwelijk
(op het dochtertje
seis), is nog altijd i.
tuigend bewezen, te'
tie zoekt uog stee
Wederom was d
stakingen. De di.
Amsterdam, eerst
oorlóg, legden later
om verbetering in hü5.
krijgen.
Do bootwerkers te Ro,
den hun voorbeeld, eveii. f
ders te Amsterdam. Het e.
was echter de staking dei
te Amsterdam, toen de rat
niet konden verschijnen.
menlijk een staking?
uitgeven.
Ten slotte menie
losse feiten. Vt
treft., de hevige'V.
boeini, en het gebeih,^
scheneters op Nieuw-GuS
en verderde vioot-revue op on
derzee, de conferentie voor inter
naal-privaatrecht te 's-Gravenhagervj
bezoek van den Shab aan ons land, en
last not least, de opening van liet sa
natorium voor onderwijzers te Lunte-
ren.
Thans zijn wij aan het einde gena
derd, aan het einde van ons artikel,
van ons oude, goede jaar, van onze
groote, geweldige eeuw. En dringen
der dan de vraag; „wat zal het vol
gend jaar brengen?", klinkt die ande
re „wat zal de volgende eeuw geven?"
Hardheid en liefdeloosheid en onver
draagzaamheid, verdrukking der zwak
keren, genieten ten koste van anderen?
Laat ons allen, individueel, idealis
tisch zijn en zoo handelen in elk op
zicht laat ons blijven gelooven aan
het goede en reine op deze wereld, dat
hoog uittillen met onze beste krachten
boven al het gemodder en gezwadder,
clan zal de verschrikking der twintig
ste eeuw waarvoor velen terugdein-
sen tot een minimum worden geredu
ceerd en het stralende lichtbeeld \Y e-
reld vrede den dreigenden toekomst
hemel verhelderen van horizon tot
horizon.
Heemstede.
Bij Burgemeester en Wethouders zijn
plannen ingekomen voor het bouwen
van een dubbel woonhuis aan den
Meerweg onder deze gemeente.
Bevallen; II. P. van Excel—Peeper-
koorn z. A. van Opzeelandde Kruijff
z. W. BekkerVermeulen z. II. P. Al-
kemtdeKersten, d. M. MoorenHiet-
brink d.
Overleden; J. Stevens 73 jaar.
Bloemendaal.
Ondertrouwd: H. F. van Leuven en
G. M. Faase.
Getrouwd: B. van der Esch en C.
M. Stoel. Th. N. Rees en J. E. J. Rook-
m a aker.
Bevallen: N. Beek—Vreugdenhil '1.
N. de LangeFonteijn z.
Feuilleton.
r' —Poeh kleintje, je verdient ze!
f.' Kom dicht bij ons wonen, oom
iii zoek mij spoedig weêr op. Zult
f fij stellig komen?
Zeker, lief kind: pas goed op
e zelf en schrijf vandaag nog aan
ante. Vaarwel God zegene je!"
n het volgende oogenblik viel de
'j 'eur achter den majoor toe.
ó- Claud'e stond hem met vochtige!
Imogen na te zien.
Tracey sloeg haar glimlachend
liade.'
Breekt dit afscheid je hart?!
feToeg hij.
j Het spijt me erg van oom Scl-
'y te moeten scheiden antwoord-
1 zij haar hoedje afzettend. „Gij
V; >7eet niet hoe lief en goed hij voor
iij is geweest. Maar zij zullen nu
l moedig allen hier komen," voegde
'j er blijmoedig aan toe.
Clb'iia of zooals zij gewoon-
jk giioemd werd Claude Tracey
- za/ er eerder uit of zij zeventien
dan wel negentien jaar was; zij
was tenger maar niet lang en haar
bleek smal gelaat kon op geen
schoonheid bogen. Toch vormden
de fijngevormde kin, het hooge
voorhoofd, de een weinig te groo
te mond, de groote donkere oogen
en het zijdeachtig blonde haar, dat
langs haar slapen golfde, een liefe
lijk geheel. Het algemeen e oordeel
over de dochter van den rijken
mijnheer Tracey luidde
-Een aardig klein ding, maar
wel wat simpel.
Ik denk dat je vader een on
aangename oude bonk lijkt, verge
leken bij dien allerliefsten oom
die eigenlijk geen oom van je is.
Dat denk ik niet. zeide Claude,
terwijl een lachje haar gelaat kwam
verhelderen. Het zou ook erg ver
velend zijn als alle menschen het
zelfde karakter hadden. Maai' wij
moeten elkaar nog leeren kennen
want ik ben zoo lang weg geweest.
Is het niet, beste vader"? en eenigs-
zins verlegen liefkoosde zij zijn
hand.
Ken je mij nog niet? vroeg hii
knorrig, zijn hand terugtrekkend.
„Ik jou wel."
Op dat oogenblik trad juffrouw
Tebbets binnen.
Gij zult wel ontbijten willen,
juffrouw Claude, ik heb het onte
bijt beneden voor u klaar gezet.
Dank je. ik kom." en Claude
volgde de huishoudster naar de
tuinkamer, waar haar een smake
lijk ontbijt en een vroplijk vuurtje
wachtte.
Gij zult wel vermoeid zijn",
zeide juffrouw Tebbets. terwijl zij
den mantel van Claude aannam,
haar niet aanziende, daar zij reeds
bemerkt had dat de oogen van het
jonge meisje vol tranen stonden.
Ja, ik voel mij erg vermoeid
en het viel mij zoo hard van tante
en de meisjes afscheid' te moeten
nemen. Maar nu moet- ik voor mijn
vader gaan zorgen en trachten
hem wat op te vroolijken. Hij is
veel te lang alleen geweest. Oi ik
ben je zoo dankbaar Tebbets, dat
je niet heengegaan bent, zooals je
gedreigd had't. Beloof mij dat je
blijven zult! e-n Claude drukte een
der ruwe handen van juffrouw Teb
bets in de hare.
De huishoudster antwoordde niet
terstond, maar haar oogen namen
een zachtere uitdrukking aan. ter
wijl zij in die van Claude neerblik-
ten: ernstig bijna plechtig zeide zij
eindelijk
Ik zal bij u blijven en u bij
staan, juffrouw, tenzii mijnheer
mij de deur uitzet.
Dank je. dank je Tebbets.
Ga nu eens zitten en eet iets.
De thee is lekker. Maar wat ziet gij
bleek en gij zijt erg mager, juf
frouw Claude. Kreeg u in het bui
tenland niet genoeg te eten
O, ja overvloed. Wat ziet alles
er helder en schoon uit.
Mooi! Ik heb geprobeerd het
een beetje gezellig te maken. Neem
nu toch een warmen kop thee; als
gii klaar zijt, gaan wij naar uw
kamer, dan zal ik uw koffer uitr
pakken. Ik heb het vuur aange
maakt, maar dat moet gij niet aan
mijnheer zeggen.
Zou hij het niet goecl vinden?
Wel, nu nog mooier vindt
hij het ooit goed. als er een stukje
steenkool meer verbrand wordt dan
noodig is? Probeer maar niet u zelf
te misleiden en neem hem zooals
hij is. Als gij hem eenigszins ver
anderen wilt, zal uw hart er onder
breken.
Gij beoordeelt hem te hard.
Tebbets zeide het jonge meisje
met. een droomerige, verlangende
uitdrukking in haar oogen.
Hij is te lang alleen geweest
nu ik iederen dag bij hem ben.
zult gij eens zien hoe spoedig ik
zijn hart verover
Wel, het kan zijn! Eet nu
maar, beste en denk er niet meer
aan
HOOFDSTUK II.
Claude Tracey was van nature
verlegen en terughoudend. Ook be
zat zij een zekere mate bescheiden
heid, die haar zelf dikwijls in de
war bracht. Was zij altijd bij haar
vader gebleven, dan zou zij waar
schijnlijk geestelijk en physiek zoo
verstompt zijn, dat er niet meer
dan een willoos werktuig van haar
was geworden.
Van haar moeder kon zij zich
niets meer herinneren en haar
kindsheid had geen indruk van ge
luk en liefde in haar achtergela
ten. Haar opvoedsters waren nooit
lang gebleven, daar zij te klein sa
laris ontvingen, zoodoende had het
kind zich aan geen van allen sterk
gehecht. Toen zij zes jaar oud was.
kwam juffrouw Tebbets bij den
heer Tracey in betrekking en won
der boven wonder verwierf zij zijn
echting.
De reden hiervan was dat zij in
zekere mate ook met zijn manier
behept was zij was er evenals
lij altijd op uit zooveel mogelijk
te bezuinigen en te besparen, inaar
zij gaf zich niet, zooals hij, aan
overdrijving over, wetend dat te
groote zuinigheid de wijsheid dik
wijls bedriegt.
Daarenboven was zij een flinke
vrouw met een moedig hart, die
niet meer naar het gemopper van
haar heer luisterde dan naar het
geblaf van een kettinghond. Wan
neer het al te erg werd. was zij
terstond gereed hem den dienst op
te zeggen.
Er heerschte altijd een gewapen
de vrede tusschen die twee. Maar
met al haar gestrengheid bezat juf
frouw^ Tebbets toch een zeer ge
voelig" hart. waarin Claude een
groote plaats innam.
Zp voelde zich aangetrokken tot
het bleeke tengere kind, dat haar
ruwe verzorgster spoedig leerde
liefhebben en vertrouwen.
zamerhand werd Claude y*öo] fkcv
en levenslustiger, watTebbets 'me.
blijdschap vervuide.
Toen Claude acht jaar was, kee>
den majoor Selley en zijn vror
uit Indië terug. Mevroiuv
ging het kind van haai geiie/v