oning Mammon. Maandag 31 Dec. 1900. Mo. 5369. Haarlemsche Handels- vereeniging. Goedgék. Uj KonBesluit van k 12 Nov. No. 22, 1899. i Da Haarlemsche Handelsver een. tel*. t&DS wim 650 leden,, dat is veel, doch jjiet genoeg. Elke -winkelier, elke han- cJelaar, aijtn belang begrijpende, moet och aansluiten. De contributie bedraagt dechts f 2,50, terwijl de voordeden groot zijn. I Rechtskundige adviseurs zijn de hee- rai Tiira Th. de' Haan Hugenkoltz en jj. Ph. de Kan.ter, Spaatrne 94, welke gnt is advies in handelszaken geven 31D. de leden en voor hen gratis optre den in faillissementen. Voor incasso's, dloor bemiddeling der advocaten gedaan, wordt 5 berekend. Bankiers der vereeniging zijn de hee- rea Laane van Bern mei, Kruisstraat 61. Alle brieven of aanvragen (ook opga- veil voor liet lidmaatschap) moeten ge nét worden aan het bureau der- ver- eeaiging, 22 Lange Begijnestraat. Het is ons gelukt eene overeenkomst te sluiten, waardoor het mogelijk is HU- leden nauwkeurige informaties te verschaffen omtrent alle firmafs in Ne derland. De kosten dlezer informaties bedragen 60 cents per adres, plus 5 cents voor porto, en moeten vooruit betaald wor- dan aan het bureau. Iiiiormatiën naar binnen de stad wonende personen grap hs. Ruim 650 informatiën en rechtskun dige adlviezen werden in het afgeloopen jaar verstrekt. In Mei en Juni zijn 72 vorderingen tot een bedrag van f 2765.73 betaald; 9 vorderingen worden afbetaald, 12 vorderingen zijn uitgesteld. Volgens artikel 7 dient bet Geheim rMaandlijsten ongeschonden bewaard blijven. H.H. Leden worden er op attent ge maakt, dat pretentiën, buiten de stad ia te vorderen, niet worden behandeld, tenzij, portovergoeding (10 ets.) is bij gevoegd. Het Bureau der vereeniging is geves tigd 22 Lange Begijnestraat en is ge opend lederen werkdag van 's morgens 9 tot 1 en 's middags van, 2 tot 4 uur. Dagelijks is een der bestuursleden aanwezig en bereid! tot het geven van alle gewenschte inlichtingen en wel Maandag en Vrijdag van 1112 uur V.E., de overige dagen van 34 m Den leden wordt aangeraden voor dat men levert aan, of zaken doet met W. E. II. Tack Jr., Frans Halsplein 6, inlichtingen te nemen aan het bureau Lange Begijnestraat 22. Den leden wordt aangeraden voor dat men levert aan, of zaken doet met Dressel in de (Madestraat, inlichtingen te nemen aan het Bureau Lange Be gijnestraat 22. 8 r Het Beleg van Haarlem j aour de Spanjaarden in 1572-1573, DOOR Jj W. P. J. O VERMEER, 1 tmanuensis der Gemeente-bibliotheek. XIII. Hun werken mocht echter niet veel Iten, waait de schutterij en soldaten, [Ike de wacht op het blokhuis be- L|ken hadden, moesten dit in den j verlaten, daar de voorpoort en jrootste gedeelte der Kruispoort geschoten waren, zoodat de ge lschap en de toegang van de stad F 't. het blokhuis was afgesloten en zij kaar niet meer te hulp zouden kun- h kom en, daar niet alleen de Kruis- doch ook het ravelijn en de bij- liggende gordijnen zeer veel hadden j -geleden door de 680 kogels, welke dien ag waren afgeschoten. Des avonds echter werd hit blokhuis tfeder door een „jonck, vroom burger" genaamd Zwarte Lou, met eenige an- lere schutters en soldaten ingenomen. jvk m dit Deieg hebben we er voor beelden van en zoo ook op dezen eer sten dag. (18 Dec. 1572). Van het huis van WiilêDi Lakeman wonende in de Barteljorisstraat. werd de schoorsteen afgeschoten de kogel, de brokken steen van den schoor steen, en stukken vleesch en spek, wel ke daarin hingen vielen allen als het ware tegelijk op den haard neder, ter wijl drie of vier kinderen, welke bij het vuur zaten, allen ongedeerd bleven. (Amp zing). Den daaropvolgenden dag „wendde de Spanjaard zijn razernij tegen de St. Janspoort" met 675 schoten, waardoor veel schade werd toegebracht nan het tusschenliggende gordijn. Een toren van deze poort werd weggeschoten, doch viel gelukkig met den omgescho ten muur naar binnen toe, dat zeer voordeelig voor de belegerden was en daar volgens Rooswijck ..God die Heerc off ghelooft ende ghedanckt moet we- sen." Boven die poort was een vertrek, dat tot kerker diende, en waarin eenige ge vangenen waren opgesloten. Zeer zeker zullen dezen dien dag niet op hun gemak geweest zijn; ze werden echter des avonds toen het bulderen van het vijandelijk geschut ophield, in geregelde orde overgebracht naar de kelders onder het stadhuis. De Haarlemmers bleven dien nacht wederom niet stilzitten, want iedereen die zijn handen maar roeren kon, was druk in de weer om de muren en wallen te bezorgen en te versterken. De 20sten December was geen zeer gelukkige dag voor de Spanjaarden, want toen ze 159 schoten gelost had den begon het hun aan kruit en lood te ontbreken. Reeds waren in die drie dagen 1514 kogels verschoten, bressen gemaakt, de Kruispoort ten halve, hare voor- port geheel en de St. Janspoort gedeel telijk in puin gestort, en men was nog zeer weinig gevorderd. Zelfs Don Frederik werd ontmoedigd over den onverzwakten en onbegrijpe- lijken moed der Haarlemmers, die bij na alles hersteld, ja zelfs een nieuwen wal opgericht hadden. Wat moest er gedaan worden bij zulk een hevigen tegenstand Geen wonder was het dan ook dat hij zijn legerhoofden bijeen riep om met hen te overleggen, wat hem te doen stond. Men begon van bestorming te spre ken. Julianus Romero en eenige anderen waren van oordeel, dat het tijdstip voor eene bestorming nog niet gekomen was, daar de bres nog niet wijd genoeg was om eenige soldaten door te laten; Cressonières en Noircarmes daarente gen betoogden dat de voorraad am munitie te gering was, aangezien een groot gedeelte der kanonnen en kogels te Utrecht waren achtergebleven en men dus onmiddellijk tot de bestor ming moest overgaan. Wachtte men aldus redeneerden zij totdat dit geschut was aangeko men, dan zouden de Haarlemmers ge durende dien tijd gebruik maken van de gelegenheid om de bressen te her stellen en zich van ammunitie en le vensmiddelen te voorzien. (Wordt vervolgd). Met jaar 199®. 1-Iet wereldgebeuren is niet afgedeeld in de hokjes en vakken, die wij jaren en eeuwen noemen, maar voor een overzicht over dat wereldgebeuren heb ben wij die afgeronde tijdvakken noo- dig en zien we aan het einde van een jaarkring teaug naar hetgeen achter ons ligt. We hebben nu tweeërlei redenen om terug te blikken, want op 31 December 1900 is ook ,een eeuw gevoegd bij der eeuwen tal en staan we dus niet alleen op nieuwjaarsmorgen aan den aanvang van een nieuw jaar, maar tevens aan den aanvang van een nieuwe eeuw. Het is op dit oogenblik slechts onze taak in 't kort na te gaan, wat het jaar 1900 ons gebracht heeft. Negentienhonderd is in "t algemeen een jaar van rouw geweest. De eeuw is ondergegaan in bloed en vuur, en het laatste jaar^ran de in zoo menig op zicht glorierijke eeuw heeft sterk als nooit te voren een lage belangenstrijd tusschen de mogendheden zien woeden, .laaif v bestrijden el y de regeeringen al lerlei schoonschijnende voorwendsels er zich afgeschoven, doch driester dan ooit te voren is de ware grond van deze dingen in 't helle licht getreden de roofzucht, de zucht naar uitbreiding van koloniale macht. Sprekend over ret afgeloopen jaar vragen we ons natuurlijk het eerst af, hoever heeft het den Boercn-krijg ge bracht, en is het recht nabij de zege- praal, of zal binnen korte spanne tijds het onrecht en bruut geweld hebben gezegevierd Een der voornaamste gebeurtenissen in den Boeren-oorlog in dit jaar is ge weest de benoeming van Lord Roberts tot opperbevelhebber der troepen in Zuid-Afrika. Met Sir Redvers Buller ging het niet meer, vond de Engelsche regeering, en zoo werd in het begin van het jaar Lord Roberts naar Zuid-Afrika gezonden, die er een geheel andere tac tiek op nahield dan zijn voorganger. Hij was de man die last gaf tot de om trekkende bewegingen, in tegenstelling met de generaals die er hun werk altijd van gemaakt hadden de sterke Boeren- stellingen in front aan te vallen. Dat is dc oorzaak geweest van het capituleeren van Cronjé, die bij Paar- deberg van alle kanten door Engelsche troepen omsingeld werd en zich moest overgeven met 4000 Boeren. Snel volgden nu de overwinningen der Engelschen elkander op en toen Roberts na de capitulatie van Cronjé op Bloemfontein aanrukte, moesten de Boeren niet alleen de hoofdstad van den Vrijstaat in handen van de Engel- sclien laten, doch wei-den zij eveneens genoodzaakt het noorden der Kaapko lonie te ontruimen en te wijken naar het oostelijk deel van den Vrijstaat. De Boeren vroegen een wapenstil stand, het werd geweigerd President Kruger trachtte interventie te verkrij gen. doch het stuitte af op Engelands nadrukkelijke verklaring, dat elke po ging daartoe als een unfriendly act" zou worden beschouwd. Met' de capitulatie van Cronjé en de bezetting van Bloemfontein was intus- schen weer een nieuwe periode aange broken in den oorlogtot nog toe had den zij den krijg buiten hun landpalen kunnen houden, doch nu moesten zij offensief tegen hun vijand optreden. Van dit oogenblik dagteekent de eigen lijke guerilla. Louis Botha, na P. Jou- berts dood de aanvoerder der hoofd macht van de Boeren, heeft, en met. succes, getracht de Engelschen op zoo veel mogelijk punten bezig te houden, zonder slag te leveren. Het nadeel voor de Boeren van deze manier van krijg voeren was, dat ze veel plaatsen in han den der Engelschen moesten laten, door hun voortdurend terugtrekken. Zoo werd 30 Mei Johannesburg door de Engelschen bezet en 5 Juni Pretoria. De Regeering werd nu overgebracht naar Waterval-Onder, terwijl inmiddels ook Mafelcing, de laatste door de Boeren bezette plaats den 17en Mei door de En gelschen bezet werd. Toen de Engelschen de Zuid-Afrik. Republiek waren binnengedrongen moest ook Natal wel worden ontruimd. De Boeven-commando's, die het noor delijk bergland van Natal bezet had den trokken geleidelijk terug en gaven daardoor Buller gelegenheid van die zijde Transvaal binnen te di-ingen. En de gecombineerde machten van Roberts en Buller zijn er in geslaagd de strook langs den spoorweg van Pretoria tot Komatipoort te bezetten, en steeds werd van Boeren-zijde met onverflauwden moed de guerilla voortgezet door dap pere, bekwame aanvoerders als De Wet, Theron, Fourier, De la Rey en anderen. Of liever, in den laatsten tijd is het weer meer de geregelde oorlog dan de guerilla geworden, nu de Boeren zoo schitterend optreden in de Kaapkolo nie. Er is weer moedondanks alle papieren proclamaties is het vrije volk. der Boeren nog lang niet door het per fide Albion geknecht, en glimmeren er weer stralen van 't. licht der hoop, door de allengs verijlende nevelen.,. Doen deze overwinningen blijde ver wachtingen rijzen, niet minder ver wachtte en hij zal er mogelijk nu wel anders over denken de grijze Staatspresident van zijn pelgrimsreize om recht. Toen in September 1899 arbitrage werd gevraagd, bleven de mogendhe den doof, eveneens toen in het ultima tum van 29 October d. a. v. opnieuw arbitrage werd gevraagd, en 9 Maart 1900 was in die doofheid nog geen ver- ^eschaaf- aiiï in het belang van de arbitra&-, vil" wat zal het hem baten Zijn niet overal de mogendheden, die nu zoo'n groot woord hebben, zelf aan 't bedrijven der roovende koloniale po litiek En, men kan er zeker van zijn, zoo lang do mogendheden van tusschen- komst het directe belang niet inzien, mogen de volkeren jubelen ter eere van Kruger en vlaggen en zingen en met bloemen den grijzen pelgrim huldi gen... de daadzaken blijven uit. De koloniale roofpolitiek heeft be halve in Zuid-Afrika den oorlogsfakkel in China doen ontbranden. De Boxers, een Chineesch geheim genootschap, dat zich ten doel stelde de vreemdelingen, die als barbaren worden beschouwd, uit te drijven, reeds lang de roofzucht hunner beschavers inoede, getergd en verwoed, grepen naar de wapenen. Op tal van plaatsen werden, niet ge heel onverwacht, want het was reeds lang bekend, dat er iets broeide, de Europeanen aangevallen, de gezant schapsgebouwen te Peking werden om singeld en de Duilsche gezant, baron Von Ketteler, vermoord. Onmiddellijk werden de- beschikbare eskaders van alle mogendheden naar Tientsin gezon den en marinetroepen aan wal ge bracht onder den Engelschen admiraal Seymour. Den ganschen campagne te releveeren zou ons bestek overschrij den, waarom we alleen in herinnering brengen hoe in den aanvang de afgrij selijkste berichten omtrent de gezanten de ronde deden, totdat eindelijk de ge lukkige tijding kwam dat ze waren ge red. De Europeesche wapenen streden met succes, zóó zelfs, dat graaf Wal- dersee, de Duitsche veldmaarschalk, die tot commandant der vereenigae machten inmiddels was benoemd, niet heel veel meer te doen had. Het hoofd doel de ontzetting der gezanten en de inneming van Peking, was bij zijn aan komst bereikt. En nu kunnen de mogendheden het. over de verdere afwikkeling van zaken, die onder een schijn van schoone woor den niets anders beteekent dan wie zal 't grootste stuk van de Chineesche taart hebben, niet eens worden. Ze wantrouwen elkaar, en niet ten onrechte, en van dit wantrouwen we ten de slimme Chineesche diplomaten heel handig partij te trekken om nog meer naijver en haat te verwekken en zoodoende een samenwerken der Eqro- peesche beschavende staten onmoge lijk te maken. Welke zullen in de toekomst van de Chineesche verwikkelingen nog de ge volgen zijn Wie vermag het te zeggen- Maar zeker is het dat nu het gemeen schappelijk belang de bescherming der gezanten, niet meer bestaat, de eigen, afzonderlijke belangen op den voorgrond komen treden en natuurlijk botsen gaan. Sprekende over de gebeurtenissen van het afgeloopen jaar denken we na tuurlijk met weemoed aan den moord op den Italiaanschen Koning, bedreven door een dier arme verblinde dwazen, die meenen, dat door Keizers en Konin gen en grooten der aarde te vermoor den, aan ellendige misstanden een ein de zal worden gemaakt. Niet de moor den alleen, ook de verblindheid derge nen die ze bedrijven, zijn zwarte slag schaduwen op dit laatste jaar der ne gentiende eeuw. Van belang in het afgeloopen jaar is verder geweest de verkiezing in Enge land, die ten gunste van het roof- en plunder-ministerie heeft gesproken, die de Salisbury-Chamberlain-bent aan 't roer liet, en de verkiezingen in de Ver- eenigde Staten, waar de stembus ten gunste van Mc. Kiriley heeft gesproken en den man op de presidentsstoel ge houden, van wien voor de Boeren niets te wachten is. Alles overschaduwend was in Frank rijk de wereld-tentoonstelling, die den geheelen zomer stroomen vreemdelin gen naar de lichtstad heeft gelokt, het helder glanzende monument van het geen de mensch vermag, het schitte rend eeuw-monument van de reusach tige ontwikkeling op elk gebied van nijverheid en kunst. Zoo gaat het groote wereldleven voort en bruist de machtige tijdstroom het lied van vooruitgang en hooge ont wikkeling, terwijl nevens dit groote, stralende licht de zwarte schaduw plekt van om-echt en roofzucht, van moord en plundering. Totdat, ja misschien todat de beide polén elkaar vinden en zich oplossen in één groote straling van vrede en liefde en geluk .dén wij ffu den blik naai eigen land. Ook hier te lande voelden wij duide lijk en krachtig de geweldige schokken die buiten de grenzen dreunden. Wij zien oprichten een Protest-comité tegen de Engelsche wreedheden, een Fonds tot daadwerkelijken stoun, een Comité tot advies omtrent Emigratie naar Zuid-Afrika, een Persbureau te Dordrecht. Ons hart bloedt, want de landgenooten die het nieuwe vader land daar aan de Zuidpunt van Afrika hadden lief gekregen, vonden deels hun dood op de slagvelden, te zamen met hunne makkers van allerlei natio naliteit, en werden voor een ander deel uitgedreven, als vee op stoombooten gepakt, beroofd van have en goed. Maar als dan zelfs onze ambulances worden aangevallen door de soldaten der natie, die zich christelijk durft te noemen, dan wisschen wij ongedul dig de tranen weg, en de vuisten klem men ineen van woede. Daadwerkelijken steun konden wij niet verleenen. een Tehuis hebben de bannelingen hier te lande (te Amster dam) echter gevonden. En onze Vorst in, onze Koningin Willielmina, in wie wij liet land verpersoonlijkt gelooven. heeft in al de nare spanning, bij de angst der groote mogendheden voor Engeland en voor elkaar, een daad van moed en sympathie durven bewijzen aan den ouden Staatspresident. Zij zond de G e 1 d o r 1 a n d naar LouronQo Marques, ontving het hoofd van de Transvaalsche Republiek in Haar Pa leis, aan Haar tafel. Zie, deze daad zal den President rnéer getroffen hebben dan al het huldebe toon, al het vlaggongewuif en gespeech, in Fi-ankrijk, Duitschland en Neder land. al de adresbewegingen, zal hem en het driemanschap, do heeren Fi scher, Wolmarans en Wessels, die in Europa en Amerika de tolk hunner landgenooten waren, inderdaad over tuigd hebben dat luinne stamverwan ten ook hun bloedverwanten, hun broe d e r s n a a r geest en hart zijn. Een oogenblik waren de betrekkin gen tusschen Nederland en Portugal, welk laatste land een zeer dubbelzin nige houding heeft aangenomen in den Zuid-Afrikaanschen oorlog, gespan nen. Het was toen de Regeering te Lis sabon, het exequatur van consul Pott introk, maar de langzaamheid der di plomatieke vertoogen zal verkoelend op de hartstochten aan weerszijden werken. Een botsing is thans niet meer te verwachten. Ook een goed gevolg had dc oorlog in Zuid-Afrika. Nu de gebeurtenissen daar te lande de groote kracht, ook van moreelen aard van een werkelük weerbaar volk helder in het licht had den gesteld, kon de vraag niet uitblij ven wat moet er geschieden om ook de Nederlanders tot zulk een volk te maken De oprichting van de vereeni ging Volks weerbaar he id werd hier een uitvloeisel van. Het Nederlandsch Indische leger bracht ook een offer aan den oorlog in Zuid-Afrika. Luit. NLx, een jon^ veelbelovend officier, als militair atta ché bij de Boeren door de regeering aangewezen, viel als slachtoffer van zijn plicht. In China, waarheen onze regcering een drietal oorlogsschepen zond, lieten wij ons slechts in zooverre gelden, dat gewaakt werd voor de belangen van de Nederlandsche onderdanen. Een ander groot gewichtig feit, on samenhangend met de wereldgeschie denis, maar voor ons volk van het grootste gewicht, is de verloving van H. M. de Koningin Willielmina met Hertog Hendrik van Mecklenburg- Schwerin. Moge de voorspoed van liet land, het geluk van ons volk, er duur zaam door bevestigd worden. Wij willen niet vermelden tot welke verschillende interpellaties en vragen de Boeren-oorlog in ons Parlement aan leiding gaf. Evenmin zullen wij de ver schillende wetsontwerpen opsommen die dit jaar door de beide Kamers wer den aangenomen. Slechts heriqperen wij er aan dat de Eerste Kamer ver wierp het reeds door de Tweede Kamer goedgekeurde wetsontwerp tot steun van arbeiders, die door ongevallen bij den arbeid geheel of gedeeltelijk inva- liede geworden zijn. De Regeerïng was nu gedwongen een gewijzigd ontwerp in te dienen, dat wederom door de Tweede Kamer werd goedgekeurd. Het wetsontwerp op den Leerplicht, werd door onze beide Parlementen aangeno men. Vermelden wij tevens, bij de bespre king van wat de hoogste regeeringsli- chamen deden, dat de Prov. Staten van Noord-Holland in behandeling namen het voorstel tot het verleenen van een renteloos voorschot aan de Hollandsche en scfiit- geen Op i. wogen door in het ookcV hik ling le diging v Leeuw; V lid oh»' nis te önzt ten srf S van d sonerJ s tem d- H terecht' |m ging liiaaM tién I dam, versc^pPI zilver a \verpe> lijk hu» V Neerbos$§ö Harska;,~>' met de\^.; met de f y de Rotoiy Haasva2fE§J Maaiv "er ze is f I ell;w I san dv m al maar—» De schiilcTS de afschuwelijk (op het dochtertje seis), is nog altijd i. tuigend bewezen, te' tie zoekt uog stee Wederom was d stakingen. De di. Amsterdam, eerst oorlóg, legden later om verbetering in hü5. krijgen. Do bootwerkers te Ro, den hun voorbeeld, eveii. f ders te Amsterdam. Het e. was echter de staking dei te Amsterdam, toen de rat niet konden verschijnen. menlijk een staking? uitgeven. Ten slotte menie losse feiten. Vt treft., de hevige'V. boeini, en het gebeih,^ scheneters op Nieuw-GuS en verderde vioot-revue op on derzee, de conferentie voor inter naal-privaatrecht te 's-Gravenhagervj bezoek van den Shab aan ons land, en last not least, de opening van liet sa natorium voor onderwijzers te Lunte- ren. Thans zijn wij aan het einde gena derd, aan het einde van ons artikel, van ons oude, goede jaar, van onze groote, geweldige eeuw. En dringen der dan de vraag; „wat zal het vol gend jaar brengen?", klinkt die ande re „wat zal de volgende eeuw geven?" Hardheid en liefdeloosheid en onver draagzaamheid, verdrukking der zwak keren, genieten ten koste van anderen? Laat ons allen, individueel, idealis tisch zijn en zoo handelen in elk op zicht laat ons blijven gelooven aan het goede en reine op deze wereld, dat hoog uittillen met onze beste krachten boven al het gemodder en gezwadder, clan zal de verschrikking der twintig ste eeuw waarvoor velen terugdein- sen tot een minimum worden geredu ceerd en het stralende lichtbeeld \Y e- reld vrede den dreigenden toekomst hemel verhelderen van horizon tot horizon. Heemstede. Bij Burgemeester en Wethouders zijn plannen ingekomen voor het bouwen van een dubbel woonhuis aan den Meerweg onder deze gemeente. Bevallen; II. P. van Excel—Peeper- koorn z. A. van Opzeelandde Kruijff z. W. BekkerVermeulen z. II. P. Al- kemtdeKersten, d. M. MoorenHiet- brink d. Overleden; J. Stevens 73 jaar. Bloemendaal. Ondertrouwd: H. F. van Leuven en G. M. Faase. Getrouwd: B. van der Esch en C. M. Stoel. Th. N. Rees en J. E. J. Rook- m a aker. Bevallen: N. Beek—Vreugdenhil '1. N. de LangeFonteijn z. Feuilleton. r' —Poeh kleintje, je verdient ze! f.' Kom dicht bij ons wonen, oom iii zoek mij spoedig weêr op. Zult f fij stellig komen? Zeker, lief kind: pas goed op e zelf en schrijf vandaag nog aan ante. Vaarwel God zegene je!" n het volgende oogenblik viel de 'j 'eur achter den majoor toe. ó- Claud'e stond hem met vochtige! Imogen na te zien. Tracey sloeg haar glimlachend liade.' Breekt dit afscheid je hart?! feToeg hij. j Het spijt me erg van oom Scl- 'y te moeten scheiden antwoord- 1 zij haar hoedje afzettend. „Gij V; >7eet niet hoe lief en goed hij voor iij is geweest. Maar zij zullen nu l moedig allen hier komen," voegde 'j er blijmoedig aan toe. Clb'iia of zooals zij gewoon- jk giioemd werd Claude Tracey - za/ er eerder uit of zij zeventien dan wel negentien jaar was; zij was tenger maar niet lang en haar bleek smal gelaat kon op geen schoonheid bogen. Toch vormden de fijngevormde kin, het hooge voorhoofd, de een weinig te groo te mond, de groote donkere oogen en het zijdeachtig blonde haar, dat langs haar slapen golfde, een liefe lijk geheel. Het algemeen e oordeel over de dochter van den rijken mijnheer Tracey luidde -Een aardig klein ding, maar wel wat simpel. Ik denk dat je vader een on aangename oude bonk lijkt, verge leken bij dien allerliefsten oom die eigenlijk geen oom van je is. Dat denk ik niet. zeide Claude, terwijl een lachje haar gelaat kwam verhelderen. Het zou ook erg ver velend zijn als alle menschen het zelfde karakter hadden. Maai' wij moeten elkaar nog leeren kennen want ik ben zoo lang weg geweest. Is het niet, beste vader"? en eenigs- zins verlegen liefkoosde zij zijn hand. Ken je mij nog niet? vroeg hii knorrig, zijn hand terugtrekkend. „Ik jou wel." Op dat oogenblik trad juffrouw Tebbets binnen. Gij zult wel ontbijten willen, juffrouw Claude, ik heb het onte bijt beneden voor u klaar gezet. Dank je. ik kom." en Claude volgde de huishoudster naar de tuinkamer, waar haar een smake lijk ontbijt en een vroplijk vuurtje wachtte. Gij zult wel vermoeid zijn", zeide juffrouw Tebbets. terwijl zij den mantel van Claude aannam, haar niet aanziende, daar zij reeds bemerkt had dat de oogen van het jonge meisje vol tranen stonden. Ja, ik voel mij erg vermoeid en het viel mij zoo hard van tante en de meisjes afscheid' te moeten nemen. Maar nu moet- ik voor mijn vader gaan zorgen en trachten hem wat op te vroolijken. Hij is veel te lang alleen geweest. Oi ik ben je zoo dankbaar Tebbets, dat je niet heengegaan bent, zooals je gedreigd had't. Beloof mij dat je blijven zult! e-n Claude drukte een der ruwe handen van juffrouw Teb bets in de hare. De huishoudster antwoordde niet terstond, maar haar oogen namen een zachtere uitdrukking aan. ter wijl zij in die van Claude neerblik- ten: ernstig bijna plechtig zeide zij eindelijk Ik zal bij u blijven en u bij staan, juffrouw, tenzii mijnheer mij de deur uitzet. Dank je. dank je Tebbets. Ga nu eens zitten en eet iets. De thee is lekker. Maar wat ziet gij bleek en gij zijt erg mager, juf frouw Claude. Kreeg u in het bui tenland niet genoeg te eten O, ja overvloed. Wat ziet alles er helder en schoon uit. Mooi! Ik heb geprobeerd het een beetje gezellig te maken. Neem nu toch een warmen kop thee; als gii klaar zijt, gaan wij naar uw kamer, dan zal ik uw koffer uitr pakken. Ik heb het vuur aange maakt, maar dat moet gij niet aan mijnheer zeggen. Zou hij het niet goecl vinden? Wel, nu nog mooier vindt hij het ooit goed. als er een stukje steenkool meer verbrand wordt dan noodig is? Probeer maar niet u zelf te misleiden en neem hem zooals hij is. Als gij hem eenigszins ver anderen wilt, zal uw hart er onder breken. Gij beoordeelt hem te hard. Tebbets zeide het jonge meisje met. een droomerige, verlangende uitdrukking in haar oogen. Hij is te lang alleen geweest nu ik iederen dag bij hem ben. zult gij eens zien hoe spoedig ik zijn hart verover Wel, het kan zijn! Eet nu maar, beste en denk er niet meer aan HOOFDSTUK II. Claude Tracey was van nature verlegen en terughoudend. Ook be zat zij een zekere mate bescheiden heid, die haar zelf dikwijls in de war bracht. Was zij altijd bij haar vader gebleven, dan zou zij waar schijnlijk geestelijk en physiek zoo verstompt zijn, dat er niet meer dan een willoos werktuig van haar was geworden. Van haar moeder kon zij zich niets meer herinneren en haar kindsheid had geen indruk van ge luk en liefde in haar achtergela ten. Haar opvoedsters waren nooit lang gebleven, daar zij te klein sa laris ontvingen, zoodoende had het kind zich aan geen van allen sterk gehecht. Toen zij zes jaar oud was. kwam juffrouw Tebbets bij den heer Tracey in betrekking en won der boven wonder verwierf zij zijn echting. De reden hiervan was dat zij in zekere mate ook met zijn manier behept was zij was er evenals lij altijd op uit zooveel mogelijk te bezuinigen en te besparen, inaar zij gaf zich niet, zooals hij, aan overdrijving over, wetend dat te groote zuinigheid de wijsheid dik wijls bedriegt. Daarenboven was zij een flinke vrouw met een moedig hart, die niet meer naar het gemopper van haar heer luisterde dan naar het geblaf van een kettinghond. Wan neer het al te erg werd. was zij terstond gereed hem den dienst op te zeggen. Er heerschte altijd een gewapen de vrede tusschen die twee. Maar met al haar gestrengheid bezat juf frouw^ Tebbets toch een zeer ge voelig" hart. waarin Claude een groote plaats innam. Zp voelde zich aangetrokken tot het bleeke tengere kind, dat haar ruwe verzorgster spoedig leerde liefhebben en vertrouwen. zamerhand werd Claude y*öo] fkcv en levenslustiger, watTebbets 'me. blijdschap vervuide. Toen Claude acht jaar was, kee> den majoor Selley en zijn vror uit Indië terug. Mevroiuv ging het kind van haai geiie/v

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1900 | | pagina 5