Tweede Blad,
Koning Mammon.
behoorende bij
Haarlem's Dagblad"
van
Dinsdag 1 Jan. 1901.
No. 5370.
Weekblad voor de Jeugd.
Van dit boeiend en onderhoudend ge
schreven „Weekblad voor de Jeugd"
verscliijnt-met 1 Januari 1901 den 6den
jaargang. En wanneer wij den nu bij
na voltooiden jaargang nog eens in
zien, dan verbaast het ons zoo'n lijvig
boekdeel voor zoo'n spotprijs te
hebben gegeven. Ja voorzeker een
spotprijs voor 200 fraai gekleurde pla
ten en 200 pagina's tekst in twee ko
lommen.
Door het steeds toenemend aantal in-
teekenaren is het ons mogelijk gewor
den om in den 6den jaargang, elke
drie maanden, een groot Prijsraadsel
te geven en voor die 4 Prijsraadsels
een honderd zestig prijzen beschikbaar
te stellen, en wel 4 remontoir-horloges,
12 Stereoscopen elk met zes platen, 4
tooverlantaarns, 20 kleurdoozen, 80
prentenboeken, 20 stel geïllustreerde
briefkaarten en 20 prachtbanden om
het Weekblad te doen inbinden, zoo
dat. voor ieder Prijsraadsel worden uit
geloofd 1 Horloge 1 Tooverlantaarn
3 Stereoscopen 5 Kleurdoozen
5 collecties geïllustreerde briefkaarten
5 prachtbanden en 20 prentenboe
ken, totaal 40 prijzen.
En wat den inhoud betreft, kunnen
wij u mededeelen, dat er een heele
reeks lieve, onderhoudende vertellin
gen voor gereed liggen van de dames
Hermannia, Schippers, Debora van de
Velde, Truida Kok e. a. De heer F. H.
van Leent, die als schrijver voor de
jeugd zoo geliefd is geworden bij 't jon
ge volkje," heeft zich bereid verklaard
de Redactie weer op zich te nemen,
met medewerking van vele letterkundi
gen, die zich op dat gebied een goeden
naam verwierven, 't Zou te veel plaats
ruimte vereischen u al de titels te noe
men van. de boeiende verhalen, levens
beschrijvingen van beroemde mannen
en vrouwen en spro.qk.en van zedelijke
strekking die de redactie belooft te zul
len geven. En in waarheid, allen die
met de verschenen jaargangen hebben
kennis gemaakt, moeten erkennen dat
het „Weekblad voor de Jeugd" niet al
leen het goedkoopste is van alle be
staande kindertijdschriften, maar dat
de inhoud er van zóó prettig, leerzaam
en onderhoudend is en zulk een rein
zedelijken invloed op het kinderhart
uitoefent., dat het thans een zeer ge-
waardeer dhuisvriend is geworden in
menig huiselijken kring.
Vele dag- en weekbladen, zooals
„De Tijd." „Het Predikbeurtenblad,
„De Echo", „De Telegraaf', „Het Han
delsblad'" en „Het Nieuws van den
Dag" hebben het mede zeer aanbevolen
en roemden den inhoud dervorige
jaargangen als kinderlijk rein, kinder
lijk naief en een hoogst begeerlijk ge
schenk voor het Jonge Nederland.
Binnenland.
In de bruidskorf van een jonge Ko
ningin van een naburig en bevriend
land, zegt de Figaro, zal zich ook be
vinden een prachtige Flammarion-too-
neèïkijker van goud, bezet met diaman
ten en robijnen. Deze koninklijke be
stelling wordt uitgevoerd door den be
kenden opticien Fischer. Avenue de
1'Opéra te Parijs.
Dienstmeisjes op de flets.
Er is in de Kampioen een debat over
de kwestie of dienstmeisjes mogen wiel-
rijden of niet. Thans zegt „een dienst
meisje" daar zelf haar oordeel over. Zij
schrijft onder meer
„Ik fiets ook, maar mijn werk heeft
er nog nooit onder geleden ik fiets des
zomers 's morgens van helfzes tot zeven
uur, en 's avonds, als het werk af is,
mag ik van acht tot negen uur fietsen,
's Zondags natuurlijk ook een halven
dag.
En wat het pad der deugd aangaat,
daar zal een dienstmeisje eerder van
afwijken als zij een heelen uitgaans
avond op straat slentert, dan wanneer
zij op een mooien zomerschen dag een
uurtje gaat fietsen.
De ouderwetsche meiden van onze
grootmoeders mochten 's winters zoo
nu en dan een paar uur schaatsenrij-
den nu er geen ijs meer komt, vragen
Feuilleton.
Zeer zeker philosopliische ge
dachten voor een meisje van negen
tien jaar; toch was dit niet zoozeer
het gevolg van lang en diep naden
ken, dan wel dat zij altijd naar de
stem van haar hart luisterde.
Zij was eindelijk genoeg gekal
meerd om naar Tebbets te kunnen
gaan en sokken te vragen.
Zal ik het vuur hier voor u
aanmaken? vroeg deze.
Dank je. Ik zal bij mijn vader
gaan zitten.
Gij zijt een goed kind! Gij
tracht hem voor u te winnen. Hij
moest trotsch op zoo'n dochter zijn.
Wij willen hopen dat hij het is.
Hij is een man om een loopje meê
te nemen, maar laat nooit blijken
dat gij bang voor hem zijt.
Ik ben 't wel een beetje, zeide
Claude, d'e -naaimand van de huis
houdster overnemend.
Ik schaam mij wel flat ik eoo
zwak ben.
de moderne dienstmeisjes of zij 's zo
mers, als het met het werk geschikt I
kan worden, een uurtje mogen fietsen
dat komt op hetzelfde neer. Dat de
ouderwetsche dienstbode van de mo
derne verschilt, geef ik gaarne toe, de
dames verschillen zeker ook wel van
haar grootmoeders. Dat de meiden van
vroeger beter waren dan nu, ook dat
is een ouderwetsch idéé, er zijn altijd
goede en slechte geweest.
De zucht om zoogenaamd hoogerop
te komen, zooals „Een Wielrijdster"
het belieft te noemen, dat is modern
Dat zit niet alleen onder de dienstbo
den.
Het fietsen geeft zucht tot opschik
Dat is niet waareen paar katoenen
blouses, die men zelf wascht en strijkt,
een zwart lustren rok en matelot is een
heel goedkoop fietstoilet.
Dat een dienstmeisje niet heeren in
kennis komt door 't fietsen, is onzin,
daar kan zij wandelende ook mee in
kennis komen.
Dat een dienstmeisje niet met een
werkman kan trouwen omdat zij fietst,
is ook alweer niet waar, want verschei
dene jonge mannen uit mijn stand
fietsen ook. En een dienstmeisje, dat
niet te lui is om te werken en graag
onafhankelijk is, geeft er niets om als
een huwelijk voor haar verkeken is
dan behoeft zij nog niet den weg der
schande... der ellende op."
Wanneer wij ook 'n woordje mogen
zeggen in deze netelige kwestie, is 't,
dat een dienstmeisje, dat zoo verstan
dig en zoo knap gesteld schrijft, toch
zeker wel de moreele „gevaren" van
het rijwiel zal kunnen doorstaan.
INGEZONDEN.
Voor den inhoud dezer rubriek stelt
de redactie zich n et a an spruhelijk.
Van ingezondenstukken, geplaatst of niet
geplaatst, wordt de kopy niet aan den
inzender teruggegeven.
Antwoord aan „Patrimonium"
Onder dit opschrift werd door den
afd.-secretaris van den Cbr. Nationalen
Werkmansbond, den heer W. P. J.
Overmeer een stuk geplaatst, waarin
een antwoord wordt gegeven op de
vraag van den Voorz. en Secr. een er..
Commissie van. Clir, Vakver-
eenigingen van Patrimoni-
u m, „aan wie de schuld?"
En opschrift èn inhoud bevreemden
mij ten zeerste, juist omdat het door
genoemden heer geplaatst is. tenzij ik
zou aannemen dat het hem er om te
doen zou zijn Patr. de les te lezen en
dat kan en. wil ik niet.
De omstandigheid toch, dat P. Rats-'
ma, secretaris van genoemde commis
sie, ook secr. van Patr. zelve is, kan
geen aanleiding zijn om het werk eener
commissie te schuiven op de afdeelin-
gen.
Iedereen zal overtuigd zijn dat de
heer O. den bal mis slaat.
Niet aan „Patrimonium"
doch aan de commissie zelve
had zij n antwoord behoor en
ge richtte z ij n.
Wat nu het antwoord zelve betreft,
het doet mij leed, geachte heer O., het
te moeten zeggen het is onwaar
heid.
Is de afd. Haarlem van den Chr. Nat.
Werkm. Bond niet de vrucht van
Patr.'s verdeeldheid vraagt ge.
Neen, mijnheer, neen! want bij de
oprichting van uwe afd. had slechts
één lid van Patr. zich onttrokken.
U weet zelf te goed w a t de aanlei
ding geweest is tot oprichting der afd.
waarvan ge secr. zijtni e t echter
watgebeweert.
Ik zou het werkelijk betreuren als
Patrimonium geen degelijker motieven
had voor haar ontstaan, dan dat n,
zegge n pei-soon het niet bij een an
dere vereeniging kon vinden.
Ook dit begrijpt iedereen wel beter.
Wat is de oorzaak dat onze afdee-
ling bloeit waagt ge en als antwoord
daarop geeft ge De partijzucht van
Patr. in voorname mate.
Onwaarheid, geachte heer De
brieven door Patr. ontvangen van, en
de gesprekken gehouden met leden van
Patr.,thans leden van den Chr. N. W. B.
bewijzen zeer duidelijk het tegenover
gestelde.
Patr. was nooit sterker dan 180 leden
en telt dit ledental op heden, bijna nog
de Chr. Nat. W. B. is veel sterker, hoe
kan de laatste nu gegroeid zijn door
Patr.'s partijzucht?
Geloof mij, mijnheer, Patr. wil geen
samenwerking omdat uwe afd. g r o o t
is, ook niet om de leden van den C. N.
W. B. tot zich te trekken, doch omdat
Patr. het, betreurt dat dat de Christen
Daarover hoeft gij, u waarlijk
niet te schamen, zeide- Tebbets naar
de keuken terugkeerend'.
Vandaag luncht gij om half
een, want mijnheer gaat naar. d'e
stad.
Gaat hij alleen? vroeg Claude.
„Daarvoor schijnt hij mij niet sterk
genoeg!"
O! hij zou geen levend' wezen
met zich mede willen nemen, ten
zij mijnheer Brandon.
Wie is dat?
O! dat weet ik niet. Maar wel
weet ik dat hij d'e eenige is naar
wien uw vader nog eens: luistert.
Hij eet hier eenmaal in d'e week en
dan is er werkelijk groot diner.
Het doet mij genoegen dat
mijn vadier tenminste één vriend
heeft.
Claude verliet haar en ging bij
het vuur in haar vaders studeer
kamer zitten.
Hij nam geen notitie van haar
en zij werkte zwijgend voort tot
dat hun een eenvoudige lunch werd
opgediend. Daarna pakte Tracey
zich zorgvuldig in. en vertrok ge
wapend met- een groote parapluie.
nadat hij Claude eerst nog een
scherpe terechtwijzing had gege
ven over haar raad', dat hij een
werkman, zelfs in ondergeschikte za
ken der ufdeeJingen, afzonderlijk zou
optreden, wat den Christen, werkman
zelve ten nadeele moet zijn.
Nooit zullen wij hiertoe besluiten,
zegt ge doch wij twijfelen er aan.
Patr. ten minste zal steeds trachten
samenwerking te verkrijgen hier bene
den, met hen, die hierboven eenmaal
tot eenzelfde doel vereenigd hopen te
zijn.
De uitdrukkingen van een lid van Patr.
bij de oprichting van uwe afd. in Felix
Favore, gedaan, staan bij uwe afd. ge
boekt als een chronique scandaleuse.
Hadt ge er nu nog bijgevoegd, wat er
toen toch wel gebeurd was, dan had
Patr. daar vrede bij kunnen hebben
nu echter niet., omdat men, als men
Patr. niet beter kende, daaruit
een kwaad vermoeden zou kunnen krij
gen jegens Patr. en, ik houd er mij van
overtuigd, dit wilt ge niet.
Omdat gij dit deed moet ik het nu
doen opdat men onpartijdig kunne
oordeelen.
Op dien bewusten avond dan trad
een zeer geacht spreker op met het doel
hier te stichten eene afd. van den Chr.
Nat. Werkm. Bond.
Spr. noemde toen bij name verschil
lende bestaande werkliedenvereenigin-
gen waaronder ook „een doleerende
werkliedenvereenigïng", waaronder
niet de sedert 1877 opgerichte bond
„Patrimonium".
Op dien avond waren ook enkele le
den van Patr. aanwezig, die toen reeds
leed gevoelden dat de Christen-werklie
den verdeeldheid zochten en zich niet
aaneensloten, terwijl de andere werk
lieden dat steeds nauwer doen.
Een dezer leden vroeg daarom of de
geachte spreker hem het adres van die
werklieden-vereeniging wilde opgeven
wat spr. niet kon omdat die vereeni
ging niet bestond Patr. zelve werd
bedoeld.
Nu moest Patr. het ontgelden, wat
bij monde van den toen fungeerenden
voorzitter geschiedde.
Dezelfde ai-gurnenten als nu publiek
worden gebruikt, werden Patr. toen
naar 't hoofd geslingerd, waarop de lo
den van Patr. de zaal verlieten, nadat
nog door hen gezegd was, dat wanneer
de Clir. N. W. B. voortging op zooda
nige manier de leden van Patr. af te
trekken en tot haar afd. te hekeeren,
evenals de fung. voorzitter dit gedaan
had, zij nooit Gods zegen kon verwach
ten. Dat er nu van de zijde van den Chr.
N. W. B. bij verteld wordt, dat dit zou
zijn geschied met opgestoken vuisten,
enz. en ook dat deze onwaarheid
als een chronique scandaleuse bij u ge
boekt staat, vindt Patr. voor u ver
schrikkelijk, omdat ook van „valsch
getuigenis spreken" eenmaal reken
schap zal moeten worden gegeven.
Dat u het betreurt, ten zeerste zelfs,
dat Patr. een zustervereeniging in de
dagbladen aanvalt, verwondert mij,
omdat gij zelf de dagbladen gebruikt
om te antwoorden, en dat op zulk een
wijze.
Volgens deze theorie zou ik, wanneer
ik iemand b.v. dronken langs den weg
zie gaan, het best mijn leedgevoel daar
over kunnen toonen, door den volgen
den dag ook hetzelfde- te doen.
De'bedoeling der Commissie was al
leen hekend te maken, dat Patr. samen
werking tot zeker doel had gezocht en
dat deze door den Chr. Nat. W. B. met
algemeene stemmen was afgewezen
niettegenstaande door uwen voorzitter
medewerking was beloofd.
Dat dit niet in „eigen orgaan" doch
in de dagbladen is geschied, is omdat
de Comm. bevreesd was, dat het nadee-
lig zou kunnen werken op andere af-
deelingen van- beide vereenigingen.
Dat Patr.'s naam hierdoor door 't slijk
gesleurd is geloof ik uiet, u zou dit toch
zeker ook betreuren.
Ook uw laatste zin is onwaar.
U hebt geen correspondentie gevoerd
met Patr. doch met eene com
missie uit Patr.
Ten slotte mijnheer O. Wie is par
tijdig?
Jaarverg. C hr. N. W. B. 13 en 14
N o v. zie „de Voorzorg" 26 Nov. d.a.v.
„Strijd was er met art. 6. Er waren 2
stroomingen. De eene- wilde enkel le
den eener bepaalde kerk, de andere le
den van andere Prot. kerkgenootschap
pen als leden van den bond aannemen.
Tot het laatste werd, nadat het door
de afd. Haarlem krachtig bestreden was
besloten met 26 tegen 23 stemmen on
der voorwaarden:
le. dat ze nooit lid kunnen worden
van afdeelings- of hoofdbestuur.
2e. de afdeelingen nietverplicht
zijn zulke persoden als leden aan te
nemen.
3e. da.t zulke leden verplicht zijn
cab moest- nemen.
De deugd wordt soms beloond!
Een half uur later kwam oom
Selley haar afhalen om een huis
te gaan zien dat hij van plan was
te huren. Nu genoot zij! De zeker
heid dat haar eenige vrienden te
rug zouden keeren, vervulde haar
met nieuwe1 hoop. Bij tante Selley
:te kunnen oploopen om haar raad
in te winnen of met Janet en Kate
te lachen en te schertsen was een
verrukkelijk vooruitzicht'.
Majoor Selley die zooals Tracey
beweerde, geen cent op de wereld
bezat, wilde natuurlijk een cab
nemen om naar Westbourne Park
te rijden, waar hel huis gelegen
was. Maar Claude weigerde dit.
Wij kunnen best loopen, oom,
wat nog wel zoo pleizirig is dan
weten wij meteen hoe ver bet van
mij af is. Ik denk dat het wel wat
ver is! en Claude kreeg baar zin.
Vroolijk pratend begaven zij zich
op weg.
De ligging van het huis werd
nauwkeurig opgenomen: en de be
stemming der kamers reeds be
paald. Er was zelfs een aardig ka
mertje voor Claude, wanneer het
weêr te slecht was of als het te laat
zou zijn om naar huis terug te kee-
mede le werken tot den bloei van be
doelde kerk.
A r t. 2 0 li u i s h. r e g 1. afd. Haar
lem van Patr.:
Op de bestuurs- of ledenvergadering
wordt geene discussie of mededeeling
toegelaten omtrent kerkelijke aangele
genheden.
Inzonderheid dit artikel wordt streng
gehandhaafd.
Geloof mij, geachte heer Overmeer,
het doet mij leed van repliek te moeten
dienen, doch na uw schrijven mocht
ik ter wille van Patr. niet zwijgen.
Dat het de eerste maar ook de laat
ste maal zij, dat beide Chr. Werkl. Ver
eenigingen op zoodanige wijze tegen
over elkander staan. Het „Vrede op
aarde" brenge ook vrede tusschen den
Chr. Nat. W. B. en Patr., opdat we,
wanneer het belang der werklieden dit
vordert, elkander de hand mogen toe
steken, waartoe zeer gaarne bereid is
De Voorz. der afd. II. van Patr.
J. P. BOERKOEL.
Gemengd Nieuws.
Babbelrecord..
Schoon babbelen reeds uit de grijze
oudheid als een ondeugd, ook wel als
een gevaarlijke ziekte is beschreven, is
nooit een verhaal tot ons doorgedron
gen als uit Karlamazon in Michigan
verteld wordt.
Er was daar een negervrouw, die,
hoewel zij nooit babbelpraedispositie
vertoond had, plotseling door zoo'n
overweldigenden woordenvloed werd
overvallen, dat men zich in haar om
geving ongerust maakte. Toen haar
tong niet meer stil wilde staan, bracht
men haar naar het gasthuis en daar
vond men het geval merkwaardig ge
noeg om haar op te nemen. Zij praatte
intusschen onafgebroken door, sliep
soms eenige uren, doodelijk uitgeput
van haar tonggymnastiek en begon
dan weer opnieuw.
Nadat de ziekte eenige weken ge
duurd had, begreep men, dat het geval
hopeloos was. Op zelcerën dag stokte
haar stem ineens en toen men haar
laatste woord opving, was de babbel
zieke negerin gestorven.
De medici hebben het geval een over
spanning der spreekorganen genoemd.
Pres. Rruger.
Volgens een te Parijs ontvangen tele
gram heeft de vorst van Monaco het
grootkruis van de orde van St. Karei
toegekend aan „Zijne Excellentie Ste
phanas Johannes Paulus Kruger,
staat-spresident der Z.-A. Republiek".
Andrée's broeder, ingenieur te
Gothenburg heeft thans alle hoop
opgegeven den. stoulmoedigen pool
reiziger terug te zien en heeft zijn
testament laten openen. Andrée
laat maar heel weinig na en heeft
zijn broeder en zijn zuster be
noemd tot erfgenamen.
Een gesuggereerde hoed.
Terwijl hypnotische verschijnin
gen in de dierenwereld niets zeld
zaams en sedert lang bekend zijn
zegt de voorzitter van de Kyno-
logische club te Berlijn is de
overdraging van gedachten van een
mensch op een hond en wel op
zoo'n intensieve wijze als bij den
poedel Hassan in Warnemünde ge
schiedt geheel nieuw. De suggestie-
proefnemingen. zijn. in Warnelün-
de zeven dagen, lang voor een groot
deel der leden van de Kynologisc.he
club „Juno", onder wien zich twee
medici bevonden, met den poedel
Hassan genomen geworden. De
vertooning vond aldus plaats, dat
Hassan eenige honderden papieren
briefjes waarop de namen van ver
schillende voorwerpen stonden ver
meld, toegeworpen werden. De
bezitter begaf zich daarop tot de
aanwezigen en vroeg ze dan hem
de dingen zacht toe te fluisteren of
door het betasten van de hand aan
te duiden. Na een oogenblik zoeken
nam de poedel het briefje, waarop
hei betreffende voorwerp aange
duid stond', met den snoet en bood
het aan. Hoe kan dit feit nu weten
schappelijk verklaard worden?
Bekend is, dat. soms jonge hon
den uit een selectie van staande
honden, die op poel- riet- of water
snippen gedresseerd: waren, zich
bij hun eerste jachten evenzoo ge
dragen als oude staande honden
ren. De muur tusschen de voor- en
achterkamer moest weggebroken
worden, zoodat men een zaal zou
krijgen, groot genoeg om een bal
in te geven,1' zooals de gastvrije
majoor b e we erde
Zoo doorliep hij d'e kamers, nam
de maat en maakte met groote let
ters (veel te groot voor zijn klein
notitieboek) aan.teekeningen. Het
was een genotvol uurtje, dat met
een kopje thee bij Wheteley be
sloten werd.
Toen het middagmaal afgeloopen
was dacht Claude niet anders of
haar vader zou haar wel vragen,
wat zij in zijn afwezigheid gedaan
had. Maar hij dacht er niet over.
Hij staarde zwijgend in het vuur
en bleef langen tijd' zoo zitten. Ein
delijk schudde hij zich uit zijn ver-
doo ving wakker,.huiverde en slaak
te een diepen zucht.
Haal even mijn vloeiboek en
den inktkoker. Ik zal hier bij het
vuur gaan schrijven want ik ben
verschrikkelijk koud.
Ik ben bang dat gij koude ge
val hebt, zeide Claude opstaande
om aan zijn verzoek te voldoen.
Laat Tebbets iets warms voor
u klaar maken.
Ja, zeg 't haar maar. ik heb
er. toegevrorenc plaatsen, waarop
zich de reuk van het wild niet vol
gen laat. omloopen.
Zulke voorbeelden kunnen bij
honderden gegeven worden. De
instincten zijn evenzoo zonder uit
zondering overerfelijk. Interessant
is het, dat die overerving zich ook
op wonderlijke neigingen en karak
ter-eigenaardigheden uitstrekt. Zoo
vinden wij bij de voorouders van
den poedelHassan een neiging, zich
od betrekkelijk groote afstanden te
voegen naar den wil van enkele
personen, natuurlijk slechts van
zulke, die het vermogen bezitten
hun gedachten over te kunnen dra
gen. Hierdoor alleen laten zich deze
nieuws"- verschijnselen op kyno-
logisch gebied verklaren.
Een grap van de Wet.
Aan een particulier schrijven van
een Engelschen officier ontleent een
Engelsch weekblad het vol een de
leuke, karakteristieke geschiedenis-
je ..Een verkennings-patrouille
der Yeomanry werd bij Lindley
gevangen genomen en voor den ge
neraal De Wet gebracht. Deze die
de snelle bewegelijkheid zijner
troepen niet door het medenemen
van gevangenen hinderen wilde,
deelde den Envelschen mede dat
hij ze onmiddellijk vrij laten zou
wanneer zij hem beloofden, een
brief aan den Engelschen generaal
Rundle te bezorgen. Dat zworen de
drie gezellen hoog en duur, en
daarop ontvingen zij een grooten
goed verzegel den brief. Snel zadel
den ze hun paarden en in galop gin
gen ze weg. Bij het hoofdkwartier
van Rundle aangekomen, waren ze
slechts te bewegen, in. persoon de
gewichtige dépêche aan den gene
raal af te geven. Nad;at aan dezen
wenseh gevolg gegeven was, las
de ontvanger het volgende voor
„Aan den generaal RundleGe
achte heer, ik verzoek u. de drie
arme duivels terug te nemen. Tk
kan ze als ik wil alle dagen wel
weer gevangen nemen. Uw De
Wet."
Een vakschool voor politie
agenten.
Op hevel van den regeerings-presi-
dent te Dusseldorff wordt daar een
school voor politieagenten opgericht.
Zij zullen daar voor hun in dienst tre
den in alles onderwezen worden, wat
een goed dienaar van den Heiligen
Harmandad in deze moderne, zeer ge
compliceerde maatschappij moet ken
nen. En dat is niet weinig. De politie
agent moet tegenwoordig heel wat
meer kennen en een heel ander mensch
zijn, zoowel in fysieken als in intellec-
tueelen zin, dan de ouderwetsche „re
kel van den schout." Daarvoor is in
de eerste plaats noodig ruime beta
ling, niet te zwaren dienst, nette en
doelmatige kleeding, en deugdelijke
voorbereiding.
In ons land laten ook deze zaken nog
alles te wenschen.
Een Nederlander in China.
In een telegraphisch bericht van den
wd. Consul te Tientsin aan het Ministe
rie van Buitenl. Zaken in Augustus
jl. werd gemeld: de Hollander van Zuy-
len onderscheidde zich dapper gedu
rende het gevecht te Peking.
Thans wordt vernomen dat het
Duitsche legerbestuur in China, het
moedige gedrag van dezen Hollander
die bij het beleg der gezantschaps
gebouwen als vrijwilliger dienst had
genomen bij de Duitschers hooge-
lijk waardeerendo, hem in den rang
van le luitenant heeft- aangesteld tot
toll? van den Duitschen bevelhebber
luit.-kolonel Wallménich.
De heer Desiré van Zuylen (vroeger
te Alkmaar) is reeds wegens het red
den van een Fransche bezetting in
Afrika door de Fransche regeering be
giftigd met de Kon. orde van Kam-
bodja.
Moord in Zwitserland.
Voor de gezworenen te Bern is een
afschuwelijke zaak behandeld.
De boer Binggeli, eigenaar van een
groote hoeve te Aeckermatt, heeft zijn
zoontje van acht jaar, zijn vrouw, zijn
schoonzuster en zijn moeder vermoord
Uit de getuigenissen bleek, dat hij in
zijn jeugd zeer opgewekt was en dat
hlcc-f tot den dood van zijn vader. Want
nog geen zin om doodj te gaan. Ik
kan niet sterven voordat mijn za
ken geregeld zijn.
Beste vader, spreek niet over
zulke akelige dingen!
De oude lachte een korten, cyni-
schen lach en zeide toen, zijn doch
ter over zijn bril heen aanziende
Wat doe je daar?
Ik ben bezig „die Ahne" te
lezen een Duitsch boek, d'at ik
eens van tante kreeg.
Zoo! En hoe is 't met mijn
sokken?
Die zijn klaar, er was niet heel
veel aan te doen", na tevergeefs op
een antwoord gewacht te hebben,
dwong zij zich om te zeggen.
Majoor Selley kwam mij ten
poosje, nadat gij weg waart, afha
len om- een huis dichtbij West
bourne Grove le gaan zien.
Ah zoo! jelui zijt daar zeker
in alle deftigheid naar toegereden.
Neen, wij hebben heen en te
rug geloopen; het was heel prettig.
Ik heb mij aangewend veel te wan
delen.
—Hm... Westbourne Grove. Ik
ben blij dat het niet. dichterbij is.
Denk er om dat ik niet van ee73
troep uitgelaten jonge mensch011 *n
mijn huis houd zij ventten de
daarna werd dc erfenis verdeelt
toen verbeeldde Binggeli zich, dal
oen stuk land te weinig kreeg: hioro
kon hij zijn spijt niet verkroppen,
dert verdween zijn blijmoedigheid en
hij bleef mokken, werd een stug. prik
kelbaar man, steeds nijdig en grof te
gen zijn huisgenooten. Dat ontaardde
allengs in een hevig zenuwlijden en
driemaal moest hij in een gesticht wor
den verpleegd. Doch de buitenwacht,
de buren en zelfs de meiden n knechts
op de boerderij merkten van het ge
beurde weinig. De hoeve bleef er wel
gesteld uilzien en de rijke boer en xiju
gezin behoorden steeds tot de notabe
len van het kleine dorp.
Op den noodlottigen ochtend wavdé
baas in liet. bosch achter zijn hui.-. Hn
nieuw geweer gaan probeeren, hi:
heel lang bij het. maaien staan 1
was vervolgens een oogenbli..
kaasmakerij geweest en ook hij
gemeenschappelijk eten was niets bi
zonders voorgevallen. Daarna had h
zijn hoeve nog eens rondgcloopen. c'
toen vroeg hij zijn achtjarig zoontj
wat mee te gaan kuieren in 't. boscl
Op een schot en gegil was do moedei
toegesneld; Binggeli was haar tege
moet gegaan, had haar gevraagd mee
te gaan kijken wat daar gebeurd was
en bij het lijk van haar kind schoot- b-
ook de moeder dood. Zoo vervolgen
had hij, steeds op dezelfde wijs, zia
schoonzuster, en zijn moeder met eei
kogel neergelegd.. Alleen zijn broer,
die juist ook op de boerderij was, had
hij gespaard.
Iedereen hield deze moorden vooi
een uiting van krankzinnigheid. Mac
de geneeskundigen, die den beklaag*
onderzochten, waren bet daarover v"
strekt niet eens.
En ook ter terechtzitting schéén
moordenaar kalm. Hij zat steeds m
het hoofd voorover, blijkbaar tc letter
op gezworenen of publiek, en geen en
kele maal maakte hij opmerkingen over
de getuigenissen.
Maar heel klaar klonken zijn ant
woorden op de vragen van den presi
dent: Hij wist zeer goed dat hij moor
den deed zijn haat dreef hem er
toe; hij wist dat zijn haat. het vermoor,
j den van zijn familie niet rechtvaardig
de, maar hij hacl zich zeil o< k .\:h m
dooden. Zijn zoontje had hij alleen
neergeschoten, omdat, hij niet wilde,
dat het zonder bescherming bij de ge
hate familiebetrekking zou overblij
ven, en omdat hij in de gevangenis te
veel naar het kind zou hebben ver
langd, als bet was blijven leven. En
zijn broeder hacl hij gespaard, omdat,
hij diens kinderen niet vaderloos wilde
maken.
De gezworenen hebben de zaak niet
ten einde kunnen berechten, want :u
de tweede zitting werd Binggeli piot-
j seling krankzinnig. De moordenaar is
weer naar het krankzinnigengesticht
gebracht, dat de ongelukkige volgens
deskundigen wel niet meer zal verla-
ten.
Zonderlinge muntou.
Op hot. schiereiland Malakka worden
munten, die op ouweltjes gelijken, van
het harsachtig sap uit een boom ge
maakt. Zij hebben waarschijnlijk de
minste waarde van alle andeVe munt
stukken op de wereld, want 10.000 er
van worden geschat maar één penny
waard te" zijn.
Op de eilanden van Santa Barbara
worden nog schelpen gebruikt en voor
een snoer daarvan kan men een goed
paard koopen. Onder de oorspronkelij
ke bewoners van Californiö word eene
zekere soort van schelp zo' hoog ge
schat.. dat voor een enkele een naard,
te koopen was.
Onder andere bijzondere vormen van
gangbare munt elders kunnen vermeld
worden roode veeren op de eilanden
van de Stille Zee, vierkante blokjes
thee in Tartarije en ijzeren spaden of
houweelen onder de Malagassen. In
de afgelegen streken van Europa is
koren een ruilmiddel geweeèt sedert
den tijd van de oude Grieken tot op
heden.
In Noorwegen wordt koren zelfs i.i
j banken belegd cn beleend.
Men zegt, dat eieren een circuleerenj
middel in de Alpen-dalen van Zwitser
land geweest zijn en stokviscli in de
kolonie van New-Foundland. Evenzoo
liet zout, niet slechts in Aoessyniti,
maar op Sumatra, in Mexico en Aders.
Staven koper werden er in Grieken
land voor gebruikt. In Thibet en som
mige gedeelten vanChina worden puk
jes thee als geld gebruikt, zoo ook, in
het laatst der vorige eeuw, suiker in
West-Indië en tabak in Virgin ie,
In 1867 verkeerden de grondbezitters
in Virginië in zulk oen financieele
kleeden maar en bederven den
boel.
Maar mijn nichtjes zijn niet
ruw. Zij zijn zeer welopgevoed.
Als gij gaat schrijven doe ik he*
ook. Ik wilde tante aüe bijzonder
heden van het huis mededeelen.
Dat kost weêr twaalf en een
halve cent. Wie moet dat betalen?
-Ik ditmaal. Ik heb nos een
paar shilling overgehouden vran hél
geld dat gij mij stuurde!,, toen ik
nog in Dresden was. Late;' wel
dat weet ik niet. Misschien," en zij
lachte een weiniv zenuwachtig,
„zoudt gii mij wel iets voor net
maken van uw hemden" willen
geven?
Hè nu. dat is zoo'n kwaad
idéé nog niet. Het zal mij verwen
deren, of je eenig begrip van de
waarde van het geld hebt.
Ik geloof het wel; het- schijnt
moeilijk te krijgen te zip-, want
ik heb altijd meer noodig dan ik
bezit.
Dat is eon verkwistend idéé,
merkte Tr»<Jey als tot zichzelf op.
waarna hij begon te schrijven.
ciaude haalde haar eigen, schrijf
behoeften en was spoedig in een
ellenlang epistel aan haar tante
verdiept een bezigheid, die haar