NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD.
Meestgelezen Dagblad in Haarlem en Omstreken.
Koning Mammon.
ISe Jaargang.
Woensdag 23 Januari 1901.
No. 5388
HAARLEM'S DAGBLAD
ABONNEMENTSPRIJSADYERTENTIEN
Voor Haarlem per 3 maandenƒ1.20 ^an 15 regels 50 Cfcs.iedere regel meer 10 Ots. Baiten bet Arrondissement Haarlem
Voor de dorpen in den omtrek waar een Agent gevestigd is (kom der gemeente), is de prijs der Advertenticn van 15 regels 0.75, elke regel meer 0.15.
per 3 maanden1.30 rfcid Groote letters naar plaatsruimte. Bij Abonnement aanzienlijk rabat.
Franco door bet gebeele Rrjk, per 3 maanden1.65 Reclames 30 Cent per regel.
Afzonderlijke nummers0.02 Jg .T-J$Bureaux: Gebouw Het Spoarne. Kampersingel 70, vlak bij de Turfmarkt.
Geïllustreerd Zondagsblad, voor Haarlem, per 3 ninanden0.37J£ Telofoonuummer der Redactie 6ÖO. Telefoonnummer der Administratie 122.
de omEtreken en franco per post0.45 Intercommunale aansluiting.
Uitgave der Vennootschap Lourens Coster. Directeur: J. C. PEEREBOOM.
Abonnementen en Advertentiën worden aangenomen door onze Agenten en door alle Boekbandelaren en Courantiers. Met uitzondering van bet Arrondissement Haarlem is bet uitsluitend recht tot plaatsing van Advertentiën
en Reclames betreffende Handel, Nijverheid en Geldwezen, opgedragen aan het Algemeen Advertentie-Bureau A. DE LA MAR Azn. te Amsterdam.
Uit blad -verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen.
Hoofdagenten voor het Buitenland: Compagnie Générale de Publieité Etrangère G. L. DAUBE Co. JOHN F. JONES, Succ., Parijs 81*" Faubourg Montinarire.
Haarlem's [Dagblad van 23 Jan.
o. a.
De „Daily Mail" over de arbi
trage, Wat het „Berl. Tageblatt"
over de China-expeditie met
tot Duitschland, Ko
ningin Victoria, Over knoeierijen,
Stukken van
den Gemeenterrad.
Politiek Overzicht.
We maakten onlangs melding van
een interview, dat de Londensche
correspondent van de Matin" zou
gehad met een der Eng. mi-
ïisters over arbitrage en dat genoem
de minister aan dien journalist ver
klaard zou hebben dat Engeland
geer enkel arbitrage-voorstel van
welken aard ook. in overweging
zou nemen.
De Daily Mail" zegt dat dit een
sensatie-bericht is. volkomen uit de
lucht gegrepen en dat ieder dat
wel zal hebben gesnapt. Maar, 't
beeft toch een goeden verfrisschen-
den invloed geliad, zegt de Daily
Mail", want de wereld mag wel
eens weten, dat, wanneer de Boeren
hardnekkigen tegenstand blijven
bieden, Engeland de wereld niet
minder verbazen zal door den duur
van haar verweer. Arbitrage is on
mogelijk, redeneert dit jingo-blad,
omdat er geen onpartijdige arbi
ters zijn, en al waren zij er, arbi
trage de langzaamste van alle
processen is. De strijd moet tot het
einde gestreden worden. En dan
volgt weer de gewone roep om
miee.r en geregelde en goed-afge-
richte troepen.
't Is een redeneei'ing, waarop
nogal het een en ander valt ai te
dingen, zooals trouwens op alles
wat in Engeland' ten opzichte van
Zuid-Afrika is gezegd.
Er zouden geien onpartijdige ar
biters zijn Waar haalt de Daily
Mail" die ongemotiveerde bewe
ring vandaan? En de arbitrage
gaat zoo langzaam in zijn werk.
Nog al gekker. Geen enkele arbi
trage-commissie' zou traag kunnen
zijn in het afwikkelen van onder
handelingen die een einde konden
maken aan dezen rampzaligen
oorlog.
Het is eenvoudig hol jingo-ge-
schetter van de „Daily Mail."
In zij.n wekelijksch politiek over
zicht in hefc „Berl. Tageblatt" zegt
Arthur Levysohn over de Ghina-
exp editie met betrekking tot
Duitschland o. a. dit
He+ Duitsche Rijk heeft in den
loop van den meer roem- dan suc-
cesvollen oorlog in China een vol
komen eigen plaats te handhaven
tusschen de wedijverende machten
Rusland en Duitschland. Het heeft
zich noch op genade of ongenade
aan de Russische staatkunde over
geleverd, noch voor de Engelsche
neven ergens, waar dan ook, de
kastanjes uit het vuur gehaald. Het
groote voordeel is, zegt Levysohn.
dat die machten hun eigen zaakjes
nu nioeten klaren, wat voor Enge
land in Transvaal zoo gemakkelijk
niet gaat. En Frankrijk ziet zich
tengevolge der binnenlandsche po
litieke aangelegenheden genood
zaakt het vaandel der Boeren-sym-
pathieën op te rollen zegt hij.
Buitenlandsch Nieuws.
Koningin Victoria's ziekte.
Zij die verwacht hadden, dat reeds
gisteren (Maandag) de tijding van het
overlijden der Koningin van Engeland
ons zou bereiken, hebben zich daarin
bedrogen. Op !t oogenblik, dat wij dit
schrijven is nog geen bericht dienaan
gaande ontvangen. Ja, in den avond
van den vorigen dag schijnt zelfs eene
lichte verbetering te zijn ingetreden.
Volgens het officieele bulletin van
middernacht was de toestand der Ko
ningin iets gunstiger en ging het ne
men van voedsel tamelijk goed. Een
part. tel. uit Londen evenwel verzekert
dat, hoe men in de bulletins de waar
heid ook tracht te vermommen, het
sterven der Koningin slechts een quaes-
tie van tijd is.
Keizer Wilhelm, de prins van Wales
en andere vorstelijke personen kwa
men Maandagmorgen te 10 uur te
Portsmouth aan.
De vorsten reden naar de haven
waar zij aan boord gingen van het ko
ninklijk jacht Alberta.
Alle marine-officieren in Portsmouth
aanwezig, waren ter eere van den Kei
zer in groot-uniform tegenwoordig; de
eerewacht bestond uit marine-troepen
van de Majestic," Maar de Keizer
schonk geen gelegenheid voor de ge
wone eerbewijzen; de vorstelijke per
sonen scheepten zich zoo snel mogelijk
in, en een kwartier later waren zij
reeds op weg naar Cowes.
Toen de Alberta" door het haven
bootje naar buiten werd gesleept, hief
het muziekkorps aan boord van de
„Majestic" het Engelsche volkslied
aan. De Keizer en zijn koninklijke
bloedverwanten ontblootten, eerbiedig
het hoofd.
De Alberta" bereikte Oost-Cowes te
11 uur 30. Van Osborne waren vier rij
tuigen gezonden om den Keizer en de
prinsen af te halen. De heide voorste
rijtuigen waren gesloten landauers,
de postillons waren in het zwart ge
kleed.
Een dichte menigte wachtte de aan
komst van de Alberta" af. Er werd
niet gejuicht, doch iedereen ontbluotte:
eerbiedig het hoofd toen de keizer en
de prinsen voorbijkwamen. De hertog
in van Comiaught schreide bitter, de
prins van Wales zag er zeer vermoeid;
uit.
Over knoeierijen.
Nu heeft de „Vorwarts" weer een
zeer compromi lieerenden brief ge
publiceerd van den heer Bueck,
deri secretaris van het oppermach
tige centrale verbond van indu-
strieelen aan een handelsvriend,
waarin dit lichaam van knoeierijen
met. de Pruisische regeering be
schuldigd wordt.
Het gold den minister van koop
handel von Berlepsch, den voor
steller en uitvoerder van de soci
aal-politieke maatregelen uit het
eerste regeerings-tijdperk van Kei
zei Wilhelm II (de brief is geschre
ven in den zomer van 1896). Toen
de minister, na het doorzetten van
verschillende kleine sociale hervor
mingen in het belang van de ar
beiders. in 1896 voor den dag kwam
met een verordening op het bak
kersbedrijf, waarvan de voornaam
ste bepaling inhield dat de maxi
male arbeidsdag voor bakkersgezel
len 13J uur zou zijn, brak de storm
los.
Reeds uit het wetsontwerp op de
Kamers van Koophandel was een
wapen tegen von Berlepsch ge
smeed, maar dit gaf den doorslag.
Deze wet. voor de hakkersgezellen
die door den secretaris van het ver
bond van industrieelen als v o 1 k o-
ir.en redelij k werd erkend,
werd verworpen alleen om
ven Berlepsch ten val te
brengen. Dit staat met zooveel
woorden in den door de „Vor-
warts" openbaar gemaakten brief.
De regeering moest het wetsont
werp intrekken. Dat was 16 Mei.
Den 19en Juni werd cle Landdag
gesloten en den 27en Juni deelde
de „Reicks-Anzeiger" mede. dat
von Berlepsch zijn ontslag had ge
nomen.
„Eindelijk", schrijft de heer
Bueck, „hebben we von Berlepsch
toch klein gekregen."
Zijn opvolger Brefeld heeft aan
't. centrale verbond eerst dë noodige
waarborgen moeten geven, en heel
tevreden kon de secretaris van die
vereeniging van industrieelen van
Brefeld verklaren
.Primo loco is hij van de over
tuiging doordrongen dat de toe
stand van de arbeidende klassen,
bi; vroeger vergeleken, buitenge
woon veel verbeterd, dat hij op het
oogenblik volkomen bevredigend is
en dat de klachten van zekere zijde
over den treurigen toestand van de
werklieden onzin zijn. Daarom is
hij er voor. om meer kalmte te
brengen in de ontwikkeling van
de sociaal-politieke wetgeving, en
dit is ook de opvatting van den Kei
zer... Wij kunnen dus met den ruil
tevreden zijn. Wij scheidden op
vriendschappelijke wijze en hij ver
zocht mij ook hem, als het mocht
voorkomen, met raad en daad ier
zijde te staan en steeds bij hem te
komen als wij (het centrale ver
bond) het een of ander hadden."
En de „Vorwarts" zegt over den
minister Brefeld o. a. „Hij heeft
de machtigen bij wier genade hij
minister werd en blijft, niet teleur
gesteld. Zijn werkzaamheid in de
kwestie van de wetgeving op het
mijnwezen heeft de mijneigenaars
nooit verdroten. Zijn optreden in
het. debat over dt tuchthuiswet
stelde alle verdiensten van zijn an
dere collega's in de schaduw.
Algemeene berichten.
DE OORLOG IN ZUID-AFRIKA
De da Wet die zich onlangs bij
Botha heeft gevoegd is nie.t de be
kende generaal der Boeren, hoe
wel hij denzelfden naam draagt.
Men gelooft algemeen dat Christi-
aan de Wei nog in de Oranje-rivier
kolonie is.
De Petit Bleu" meldt dat in het
Britsche leger in Zuid-Afrika de
builenpest heersclit. Een brief die
te Brussel is ontvangen en aan de
redactie is getoond bevestigt dit
bericht.
De consul der Z. A. Republiek
meldt dat alle berichten omtrent
de werving van vrijwilligers in
Europa voor de republieken onge
grond zijn. De vertegenwoordigers
der Z. A. Republieken hebben daar
toe nooit last ontvangen.
Stadsnieuws
Haarlem, 22 Jan. 1901.
Er blijkt veel animo te bestaan voor
den Nederlandschen Kunstavond van
30 Jan. a.s. Honderden kaarten zijn bij
inteekening al genomen en terecht.
Een soortgelijke avond (zie de adver
tentie van Zaterdagavond) werd o.a.
8 Nov. 1899 te Utrecht gegeven.
Uit tal van verslagen alleen dit: „De
schouwburg was geheel gevuld met
een talrijk en uitgelezen publiek,
waaronder vele professoren, hoofdoffi
cieren van het leger enz. enz." („Tele
graaf".) Deze kunstavond is uit
muntend geslaagd, alle deelnemers
hebben volle eer van hun werkEr
is mooi gezongenDen heer Coers
(den verzamelaar van het Liederboek
van Groot-Nederland) werd aan het
slot eenentbousiastische hulde ge
bracht". („Utr. Prov. en Sted. Dagbl.'ë
„Een zeer bijzondere avond was
het.... voor ieder die prijs stelt op het
gevoelserfdeel onzer voorouders.
Zoo is ons onze schat getoond, stuk
voor stuk, en hebben we van ons lied
genoten, genoten den lieven, langen
avond." (Minerva). Wij komen hier <p
nader terug.
Algemeen Kiesrecht.
Maandagavond spraken mr. Mendels
en Mevr. VersluysPoelman over al
gemeen kiesrecht in de groote zaal van
„De Kroon."
Mr. Mendels, die het eerst het woord
voerde, sprak over arbeiders-kiesrecht
en constateert als een opmerkelijk feit
dat de redenen, die de burgerlijke par
tijen tegen het algemeen kiesrecht
aanvoeren, door geen enkel der arbei
ders zal worden gedeeld
Spreker ging deze bezwaren na en
oefende daarop critiek.
Vooral bleef Mr. Mendels stilstaan
bij de argumenten dit de anti-revolu
tionairen en katholieken tegen alge
meen stemrecht inbrengen.
Al deze ideëele beweegredenen ver
bloemen echter de eigenlijke drijfveer,
die in een onbewaakt oogenblik door
van Houten is uïtgeflapt: de angst,
dat de onterfdqn, het proletariaat,
wanneer er algemeen kiesr? -ht was.
uit de brandkast zouden pompen in
de broodkast.
Dit is de spijker op den kop geslagen,
daar is het inderdaad den arbeiders
om te doen, en daarvoor komen zij als
klasse op.
Er zijn tegenwoordig ruim IJ milli-
oen volwassen Nederlanders, en daar
van hebben J millioen het kiesrecht.
De wijze, waarop men kiezer wordt,
critisch besprekend, bewees spreker,
hoe onder de' vigeerende kieswet het
schier onmogelijk is voor de arbeiders
om het kiesrecht te verkrijgen.
Zijn de eischen voor het kiezerschap
onbillijk en listig en er op aangelegd
deh arbeiders moeilijkheden in den
weg te stellen, niet minder is dit het
geval bij de verdeeling in de kiesdis
tricten, en met name de verhouding
van de steden tot het platteland. Zoo
zijn in het district Enkhuizen 17J%
kiezers, en in district II van Amster
dam, leen groote, zware arbeiders
bevolking, 4%. Dit is dus een enorme
onevenredigheid.
Haarlem maakt ten opzichte daarvan
ook een slecht figuur, waar het kiezers
getal zoowat 6% bedraagt.
Nu ne moedeloosheid de overhan 1
krijgt, wekken wij den verflauwden
moed daarom op, omdat we anders
een argument spelen in de banden
der tegenpartij. De arbeiders mogen
niet aflaten te hameren op dit eerste
recht. De tijd is niet ongunstig, want
alle democratische elementen zijn tot
medewerking bereid, zoodat we ten
slotte zullen komen tot een bevredi
gende oplossing van het kiesrecht.
Of de arbeiders reden hebben zelf
deel te willen uitmaken van het bestier
van den Staat?
In vogelvlucht hebben we slechts de
laatste wetten, die aanhangig zijn ge
weest aan te stippen, hetgeen Mr.
Mendels deed en de leerplichtwet, on
gevallenwet, wet op arbeids- en rust
tijden en het invoerrechten-ontwerp
van Minister Pierson besprak.
Spreker besloot dan ook met te be-
toogen, dat alleen wanneer door de
arbeiders is veiroverd bet; algemeen
kiesrecht, duurzame verbetering in de
arbeidswetgeving is te wachter Dit
moet zijn de overweging bij de a.s.
verkiezing.
Mevr. VersluysPoelman zette daar
na uiteen de verhouding tusschen de
vrouw en de arbeiders ten opzichte
der verkrijging van algemeen kies
recht.
Aangenomen dat het kiesrecht in
den tegenwoordigen tijd een dringende
eisch van noodzakelijkheid is, voor de
vrouw zijn zij gaan zoeken naar de
middelen om dat te verkrijgen. De
vrouwen zijn zich gaan vereenigen, en
dadelijk trokken de pogingen van het
comité voor algemeen kiesrecht hare
aandacht, dat door herziening van
de Grondwet (art. 80) tot algemeen
kiesrecht wil komen.
Voor de mannen staat het niet als
tot dusver voor de vrouwen als
axioma vast, dat zij nooit het kiesrecht
kunnen verkrijgen.
De zekerheid van algemeen kiesrecht
bestaat nog evenmin als de zekerheid
van beginsel van vrouwen-kiesrecht.
Is grondwetsherziening eenmaal aan
de orde, dan moet alles in het werk
worden gesteld om ook de ^rkiesbaar-
heid der vrouwen er door te krijgen. De
nadeelen van de samenwerking in
algemeen kiesrecht zijn alleen de vrees,
dat een der richtingen in dat comité,
wanneer de wenschen waren bereikt,
den ander niet meer zou helpen, doch
dit zou zouder samenwerking ook
kunnen gebeuren.
Schijnbaar is het samenwerken voor
de vrouwen meer noodig en van grooter
belang dan voor de mannen. Inder
daad ziet bet er echter anders uit,
want de uitgesloten mannen bebooren
tot één klasse der maatschappij, en de
uitgesloten vrouwen tot alle kringen
der maatschappij en elke politieke
overtuiging.
Het eenige middel om het vooroor
deel van de kerkelijke partijen weg te
nemen, is de samenwerking van de
vrouw.
Er werd door twee anti-revolution-
nairen gedebatteerd, de heer Mendels
beantwoordde.
Zandvoort.
Door B. en W. is mej. B. J. Mulder,
benoemd tot onderwijzeres bij 't open
baar lager onderwijs alhier, geplaatst
aan de School aan den Hoogeweg.
Op de voordracht voor de benoeming
van één lid van het Burgerlijk Arm
bestuur alhier, wegens periodieke af
treding van den heer Jb. Slagveld,
zijn, zoowel door bet Burgerlijk arm
bestuur als door B. en W., geplaatst
de heeren Jb. Slagveld, aftredend lid,
en Jb. Koning.
Schoten.
Uit 34 sollicitanten is de volgende
voordracht opgemaakt voor onderwij
zeres alhier: mej. M. Platvoet te Assen
delft, J. Kwakernaak te Haarlemmer
meer en E. F. M. L. Janssen te Groede,
allen als onderwijzeressen in functie.
Haarlemmerliede -en Spaarn-
woude.
Zoowel hier als in het aangren
zende Sloten zijn alle watermolens
Zondag en Maandag aan bet malen
gesteld.
Feuilleton.
22
Op dat oogenblik trad! Tebbets
met een bak kolen binnen, met een
uittarbenden trek om haar gesloten
mond.
O Tebbets, je hadt het hier
niet zoo koud moeten laten worden
en kon je geen grootere kolen bren
gen dan deze vroeg Claude.
Het is het laatste beetje. Ik
vroeg een week geleden verlof wat
meer te bestellen, maar mijnheer
luistert nooit naar mij en nu zitten
wij geheel zonder.
Ik moet een eind maken aan
die verkwistingriep Tracey uit.
De som, die je de laatste week
uitgegeven hebt ging alle perken
te buiten.
De week die gij na hebt geke
ken was natuurlijk juist de hoog
ste, maar geef ik ooit meer dan
mijn maandgeld uit. zeg mij dat
eens.
Je bent een verkwistende oude
heks. Ga nu heen en verlaat het
huis.
Alles heel goed en wel, maar
ik ben niet van plan om te gaan.
Het zou er mooi voor u uitzien als
ik ging. Wie zou zoo karig zijn
als ik. En wat zou er van juffrouw
Claude worden als ik haar aan u
overliet? Zij zou nog voor 't einde
van dit jaar op 't kerkhof liggen.
Neen ik ken mijn plicht en zal
hem volbrengen ook zeide zij, bij
den haard neerknielend en !t vuur
oppokend en aanblazend, tot 't lus
tig opvlamde.
Mag juffrouw Claude nu om
kolen schrijven, j'a of neen. Ik
heb voor mijn eigen rekening twee
mud besteld, want ik ben niet van
plan, voor wien ook, te verkleu
men.
Houdt je mond, mensch. want
het geluid van je stem hindert mij!
Nadat Tebbets de asch opgeveegd
en in den aschbak gedaan had
stond zij op en vroeg
Hebt. gij al gegeten, juffrouw
Claude Er is nog wat koud soep-
vleesch. I-Iet is eigenlijk geen eten
maar toch beter dan honger te heb
ben. Ook heb ik nog wat zuur.
Het hindert niet Tebbets, ik
heb vroeg geluncht.
Dat is verstandig van je.
Hebt gij nog wat bouillon voor
mijn vader, Tebbets? Hij ziet er
zoc ziek uit.
Misschien heb ik nog wel een
theekopje volen met een streng
gelaat verwijderde Tebbets zich.
Een diepe stilte volgde, totdat
Claude, de courant opensnijdende,
vroeg
Zal ik u de Times voorlezen,
vader
Dat kunt gij wel doen, ant
woordde hiï minder onvriendelijk
dan eerst, terwijl hij met een zucht
die een zekere mate van tevreden
heid uitdrukte, in zijn stoel terug
viel. Zij begon met het city-nieuws
voor te lezen en langzamerhand
helderde het gelaat van haar vader
op. want zijne belangstelling werd
door enkele opmerkingen over een
waarschijnlijke rijzing van het dis
conto gewekt- Daarna kwamen an
dere finantieele onderwerpen aan
de beurt en toen Claude de voor
naamste artikels uit de courant
voorgelezen en haar vader zijn
bouillon gedronken had. was het
jonge meisje vergeten welk een
stormachtige scène er tusschen haar
en haar vadier voorgevallen was,hoe
hij haar uit huis gejaagd en weer
terug had laten roepen door den
man die eigenlijk de oorzaak van
al haar moeilijkheden was geweest.
Het leek alles nu een droom. Ein
delijk vielen Tracey's oogen toe en
sliep hij kalm in. Claude stond op
en de courant zachtjes wegleggend,
beschouwde zij den ouden man.
Hoe ziek en vervallen zag hij er
uit en toch was hij nog niet oud.
Zou hij wegkwijnen uit gebrek
aan zonnelicht zooals planten het
zonlicht, dat liefde om zich ver
spreidt die hij niet scheen te kun
nen geven of voor zich te winnen?
Een bedelaar kon niet armer zijn
dan hij. Hij was haar vader, maar
had dit nooit getoond en toch werd
haar goed hartje bewogen toen zij
naar den vroeg oud geworden man
zag die afgeleefd was door het
zwoegen voor iets wat nooit bevre
digt. Zou zij hem nog voordat hij
naar het land afreisde waar alles
vergeten en vergeven wordt kun
nen leeren hoe rijk liefde en harte
lijkheid ons leven maakt? Deze
edele gevoelens verdrongen de ge
dachte aan haars vaders woede en
deden haar de onrechtvaardige be
handeling als een daad in een vlaag
van krankzinnigheid begaan, be
schouwen.
Verfrischt door een oogenblik in
de reinere zedelijke atmosfeer te
hebben geademd, sloop Claude de
kamer uit om zich te gaan verklee-
den en werk op te zoeken om den
langen, vervelenden namiddag en
avond door te komen. Welk een
sterk contrast vormde het thuis van
haar nichtjes met dat van haar. Zou
het bezit van meer geld' hen niet
gelukkiger maken? Neen, maar
zorgen zouden hen wel ongelukkig
kunnen maken. Een zekere mate
van gerief is aangenaam, peinsde
zij verder. Het zal mij verwonde
ren of mijnheer Brandon vanavond
komt. Maar hij schrijft altijd voor
uit. Misschien is hij anders bang
dat er niet genoeg te eten is. Het
zal wel vreemd zijn met hem en
vader aan tafel te zitten, wetende
dat mijn vader verlangt dat ik hem
trouw maar hierover behoef ik
mij niet bezorgd te maken. Wij be
grijpen elkaar nu volkomen. Hij i?
een goed vriend voor mij geweest
en zal dat zeker ook blijven. Toen
begon zij haar gewono huiselijke
bezigheden, alsof er niets gebeurd
was.
Er waren reeds drie dagen ver-
loopen en nog was Brandon niet
verschenen of had eenig teeken van
leven gegeven. Tracey werd erg
door zijn hoest geplaagd' en zijn
dochter voelde zich niet op haar
gemak.
Toen het middagmaal gebruikt
was zaten zij als eewoonlijk tegen
over elkaar in de studeerkamer
Tracey zwijgend en peinzend in
het vuur starend en Claude naaiend
Zij las nooit wanneer haar vader
ledi^ zat en misschien lust voelde
om te praten. Zij was bezig te over
leggen hoeveel tijd er nog moest
verstrijken voor dat de dagen zoo
lang zouden zijn dat zij zonder
gaslicht een paar uur piano zou
ku n ne n stu de er en
Het verwondert mij dat hij
niet gekomen is i een briefje gé
schreven heeft, zeide Tracey plot
seling.
Bedoelt gij Brandon vroeg
Claude. Ik had hem ook al ver
wacht. Ik wilde graag dat hi; kwam
want gij gevoelt u lusteloos.