Omdat op het tooneel hog d'oude mas kers worden gedragen, Wil ik dat oud gebruik ook thans in eerc houden Eu aldus tot u mij wenden Maar niet wil 'k spreken als voorheen De tranen die wij storten zijn valsche tranen, Om ons smartgetoel, om het leed dat ons kwelt 'Wilt niet in zorgen zijn Neen I Neen De dichter zocht heden beelden te ma len, Vol gloed, naar 't werk'lijke leven. Hij iaarat als grondregel aan ook d'ar- tist is mensch En dat voor menschen hij thans ook moest schrijven, Wat, naar waarheid, hij zelf gevoelt... Een lied vol droev' herinnering Diep uit zijn ziel, vol weemoed heeft weerklonken, Waarbij hem oprechte tranen ont rolden Heete tranen "Terwijl zijn lied ons tegenklonk Komt dan Ziet hoe de min Ziet hoe de liefde bestaat bij de men schen. Ziet hier hoe de haat draagt zijn treu rige vruchten, Ziet der smarten mm-teling Kreten van razernij en helschen scha terlach 1 En gij, veel liever dan op onze scha mele too»eelkleedij le letten, Wilt ons zielespel wel overwegen. Weet, wij zijn menschen ook van vleesch en van beenderen 't Is dezelfde eenzame wereld, Dezelfde lucht waarin wij ad'men Het ontwerp mocht 'k u zeggen, Straks zult gij hooren hoe het zich af speelt. Komaan 't Spel gaat beginnen. Mile Sylva, (in rose toilet) eveneens van den Koninklijken Franschen Schouwburg, liet in de „Ari de la Clochette" uit de opera ,,Lakmé" haar stem inderdaad klinken als werden zilveren belletjes door kunstenaars hand geluid. Men kent de aria: W'aar dwaalt het Hindoesch meisje, Dochter der paria's, Als de maan hare stralen Schiet op de mimosa's Dwaalt zij voort door de velden En denkt er niet meer aan. Dat men haar heeft verstooten 1 't Kind der paria's. Dwaalt ze voort door de velden, Het kind der paria's, Zoo heimelijk omgeven door rozen, Ah 1 Zij lacht 1 Wie gaat daarginds door 't bosch in 't donker Wie is 't die zijn dood tegensnelt? Van alle zij omringt hem het geflonker TT: vurige oogen, wijl de angst hem beknelt. De dieren reeds trillen van vreugde, Daar zoo'n prooi hen sinds lang niet verheugde Het jonge meisje komt en tart der dieren woed', Zij heeft in haar hand slechts een stokje, Daar klingelt aan een klokje, 't Klinkt zoo zoet I Ah 1 Ah Ah Teeder aanschouwt zij den vreemde ling, 't Meisje staat als verblind, Hij schijnt haar schooner dan de Rajah's. Hoe zal hij blozen als hij weet dat zijn leven Werd gered door het paria's kind. Maar hij voert haar in zoete droomen, En doet haar in den hemel komen, En zegt tot haar hier is uw troon Het was Vishnou. God Brahma's zoon! En sinds dien dag wordt in het bosch, Nog vaak gehoord in kruid en mos, Het zacht gerinkink van het stokje, En 't kling'len van het klokje, Lief en zoet I Ah I ha 1 ha I Ten slotte kwam de „Epiloog," ge dicht van Dr. Schaepman, voorgedra gen door den hr. C. P. J. Clous als Von del. Toen gehaald was zagen wij een schilderachtige groep. Heel achteraan op een kronkeltrap, een vendel schut terij. Boven den troep woei uit het Oranje-Blanje-Bleu. Daarvoor wat Patriciërs en Poorters met Vondel aan het hoofd. En op een omgebogen, wit-marmeren band, die stond ander den breed-getakten Oran- geboom vol vruchten zaten? Het Gedicht zal 't u zeggen. Hoor, Vondel spreektl ,,Nu berst een bron van blijdschap uit onze aders Bij 't klinken van de zilvren Vreetrom pet;" Zoo zong ik eens op Amstels vrede vaders, Toen 't zegel op 's lands vrijdom was gezet; 'k Zong Amsterdam, niet Amsterdam alleen, Mijn „Prinselied" had ik nog niet ver geten, Neen, ik vergat de „Oranjesnoeren" niet, „De banden waar 't geweld aan lag getemd," Getemd door al die prinselijke helden. Wier namen ruischend rondgaan door de lucht, Die Holland ademt. Groote vredevader, O Frederik, die 's lands rechten en vrijheden Geholpen hebt in zwang, geen feilen dwang, Geen tlrannieë des gewetens leedt. Gij, Schutsheer van den tuin tot Hol lands heil. Gij, die den grootschen arbeid hebt volwrocht, „Die de opperoverwiimingskroone Voor heel het Christenrijk ten toone Op 't spits der vrijheid, 's oorlogs wit," Gesteld hebt, Gij, mijn leeuw, zoo kwaad te dwingen, Hoe zie Jk U toch in een lieflijk licht. Uw mannelijk gelaat, dat liefde wekte. Door Uwe morgenster zoo schoon be straald! Hoe zie ik U: nog gloeide 't oorlogs vuur, Nog sloeg het hoog zijn roode vlam men uit, In Holands tuin was 't minnelijke vrede, Was 't bij de Oranjeboom zoo zalig duiken, Waar Uw Amalia hoog vorstelijk troonde Met kleiDen Willem, wachtende op den held, Die weldra kwam, omstuwd door fris- sche maagden. Die uw banier ontmoetten en U vlochten Den lofkrans van laurier. Gij zijt mijn held, Gij, die den vrede wilde en vrede bracht, Gij, die de zon der vrijheid hebt doen schijnen Tot zij in ieder slag van zielen lacht, Daar ieder vrij en vast staal in Uw kracht. En ieder weet dat nooit bij U zal kwijnen De liefde tot het vrije vaderland. Daar rust Gij bij den kristallijnen stroom, Gijzelv', mijn prins, de hooge Oranje boom, Die Uwe gade en zoon dekt met Uw luwte, En schuts biedt, tegen bliksem, hagel, donder, In hooge liefde en ongebroken trouw! Gij hebt den klank der zilvren vree trompet, Dien 'k blijde me aan de lippen heb gezet, Niet meer gehoord; reeds hadt. Ge Uw sterfelijkheid, Van elk beschreid! aan 't Delftsehe graf gelaten, Reeds waart Gij recht eens heldendich ters stof, Reeds schreide Amalia om Uwe liefde, Reeds boog de Haagsche jonkvrouw 't hoofsche hoofd, Reeds weende om U, den grooten Vre devader, Heel Holland van zijn eerekroon be roofd. O donkre dag, dit toen is aangebroken. Toen Holland met Oranje worstlen ging Toen twist en tweedracht, gruwzame afgronds spoken, Strijd kweekten om een ijdel twistge ding; O donkre dagen, toen de dood moest komen Om zoen te brengen na des levens strijd En 't bloedend hart der vroeden en der vromen Moest krimpen bij der geesten feilen nijd. Geen nood, geen nood... Ik heb, o Grootevaer, Uw kleinzoon nog begroet en hoog ge huldigd, Prins Willem draafde alle Amstelrid- ders voor, Door wolken van veel duizend burge rijen. Zoo placht de zon alle oogen te ver blij en „Als jonge Oranje op zijn schuimbek kend paard Een schooner dag den sterfelijken men schen Hier toevoert en zijn grootvaers naam ververscht, Op 't juichende geschal van zooveel menschen Te dicht opeengedrongen en geperst. Lang leve Oranje en handhaaf 't recht der Staten; De vrijheid en de rust van 't Vader land, Ten spijt van al die Hollands welvaart haten!" Lang leve Oranje! ach, hoe mijn dag gaat dalen Mijn oogen uitzien naar het morgen licht- Wat brengt het morgen? Zal ik eens slechts stralen Der toekomst blijde en gouden verge zicht! Maar 't oog is dof en droevig ook mijn geest... Hoe nu, hoe nu, vaart blij mijn geest weer spelen Waar draaiboom sluit noch hek, Ben ik bevrijd van twisten en krakee- len, Kan ik mijn hoogen trek Weer volgen naar der Vrede lustpri- eelen Waar scboone vrijheid woont En met haar schild, dat allen strijd doet staken, Pallas-Minerva troont. Waar met de Gratiën de Muzen waken, Dal geen de liefde hoont? Zie 'k van omhoog op onze lage daken Waarop do vrede rust, Waaronder de Arbeid en de Welvaart slapen Zich van hun kracht bewust, Om morgen weer het werktuig op te rapen Dat leven kweekt en lust Zie ik de Zee, of ook haar kolken ga- pen, Weer spelen aan ons duin, Weer stormend rijzen en weer dein zend dalen Van hun begroeide kruin Hoor ik den zang van Hollands nach tegalen Weer in den vrijen tuin Het oude lied, der liefde lied. herhalen, Zie 'k weer de breede vlucht, Den schoonen kring der echtlijke eide baren Rondzwaaien door de lucht? Gaan de oude burgerijen weer vergaren Gedreven door één zucht Om met Oranje in elk getij te varen Met heel de goe gemeent' Bij 't dringen en bij 't barnen der ge varen, In liefde en trouw vereend! Ik zie, ik zie de toekomst openbaren, Mijn grijze schedel buigt, Maar jong mijn ziele juicht! Welkom, welkom, mijn tot vrijheid Wcergeboren Nederland, Dat Oranje komt begroeten Aan het Scheveningsche strand, Moesten schade en schande beiden Vallen op Uw stugge, hoofd Om het hert te doen ontwaken Alle veeten zijn gedoofd De oude band is weer gesloten Met het oude trouwe huis, Alles stemt ten danklied samen, Stormgedruisch wordt feestgeruisch. En het bloed te sar.m gevloten Op het slagveld wordt cement, Dat nu tusschen volk en prinsen Nimmermeer een breuke leent. Schoone lentedagen komen Vol van kleur en geur en zang, Waarom naad'ren weer de orkanen Met hun ongetemden dwang Waarom schudt de storm de takken Van den oude Oranjeboom, Dat ze breken, knakken, vallen. Weggeslingerd op den stroom Maar God, ten allen tijden Ons Redder in den nood, Deed Nederland belijden Zijn liefde wondergroot, Zijn ongebroken trouwe, Bij 't dreigen van den dood Ons bleef bij droeve rouwe Een ranke Oranjeloot 1 U golv' des Heeren zegen, Oran j em aagdeli j n, Op alle paden tegen In gouden zonneschijn U wiege op onze baren De zachtste Zuiderlocht. U om wier blonde haren Gods hand de kroone vlocht 1 Ik zie de jonkvrouw rijzen Tot Vrouwe fier en hoog, Meer dan door raad der wijzen Geleid door 't moederoog 'k Hoor Koningtrouw haar zweren In 't gouden koor der kerk, Der ziele jubileeren Rijst uit mijn grauwe zerk 1 Wie snelt van de Oostzeestranden Mijn jonkvrouw te gemoet, Wie brengt met beide handen Haar hulde en hartegroet, Een blonde vorst van 't Noorden Met oogen blauw en licht, Die zingt in warme woorden Haar liefdes hoog gedicht; De breede rij der Vaadren Groet uit der sterren boog Den jongliug uit hun aadren, Die kloek ter bruidvaart toog Zij tuigen van zijn trouwe Met opgeheven hand, Trouwe aan Zijn Koningsvrouwe, Trouwe aan Haar Nederland 1 Waar liefde woont is zegen Zoo klinkt het oude woord, Langs woud en weide en wegen In Nederland gehoord. Die volle zegen dale Op U, mijn Koningin, Geheel Uw volk herhale, Wat 'k zong in blijden zin, Bij 't wonder weer ontluiken Van d'ouden, schoonen droom „Hoe zalig is 't te duiken Onder d'Oranjeboom." Het oude Wilhelmus bezegelde deze goede woorden. Toen riep een stem driemaal achter elkaar: Leve de Ko ningin, Leve Hertog Hendrik, Leve de Koningin-Moeder, en vroolijk verrast viel het publiek met geestdi'ift in. Toen de hofstoet in de ouderwet- sche galarijtuigen met roode bokken en witgepruikte koetsiers naar het huis van den Duitschen gezant aan den Vij verberg reed was het meeste publiek al vertrokken. Trouwens het was reeds over elven, lang na het afgesproken uur. Toch moet opgemerkt dat de twee de feestavond in de residentie zeer kalm verliep, waarschijnlijk doordat de fees telijkheden binnenshuis voorvielen. Ook voor het publiek, want in vier za len: den Dierentuin, het Gebouw voor Kunsten en Wetenschappen, het Feesl lokaal en Diligentia werd voor 3500 geinviteerden een feestavond gegeven. Nader seint men ons nog: De Bruidsweg wordt al mooier, steeds meer tribunes verrijzen er. Vanmiddag half een was er dejeuner ten paleize. Om half twee begon voor het Paleis aan het Noordeinde het défilé der 50 vak- en andere vereenigingen. Onge veer 3900 personen met banieren en 5 zegewagens, benevens 3 orkesten na men er aan deel. De indruk was bui- tengdwoon schoon. De optocht trok langs de Dierentuin, Koninginnegracht Kanaalstraat, Mauritskade, Parkstr., Oranjestraat en Noordeinde om langs Plaats, om langs Vijverberg en Korti Voorhout terug te gaan. Om half drie reed de Koningin met baar a.s. Gemaal uit om een bezoek te brengen aan Scheveningen en Loosduinen. Ond erscReidi 11 gen. Bij Kon. besluit van 5 Februari is Zijne Excellentie de Minister van Financiën, mr. N. G. Pierson. bevorderd tot ridder grootkruis in de orde van den Nederlandschen Leeuw. Bij Kon. besluiten van gelijke dagteekening zijn benoemd tot grootkruis in de orde van den Ne derlandschen Leeuw, jhr. mr. J. W. Sehorer. vice-president van den Raad van State, en tot grootkruis in de orde van Oranje-Nassau, jhr mr. W. F. Rochussen, lid van den Raad van State. INGEZONDEN MEDEDEE- LINGEN. 30 cents per regel. Een geneesmiddel yoorAstlima. Dr. R. SCflIFFMANN's middel tegen Asthma geeft onmiddellijke verlichting zelfs bij de hevigste aanvallen en geneest waar andere middelen falen. Verkrijgbaar bij J. VAN GUL1K, Haarlem, in pakjes van fl. 1.50 en fl. 2.75. Gemengd Nieuws. Een nieuwe spinmachine. Een machine, die misschien een ge- heele omwenteling kan brengen in de tegenwoordige methode van spinnen, is te Bradford uitgevonden. Twee jaar geleden bracht de heer Henry W. Dru- ry. advocaat te Boston (Massashuselts) een machine naar Bradford over, die, zooals hij zeide, tot zelfs de kortste ve zels zou kunnen spinnen tot een .draad, beter dan elke andere tot dusver be kende machine. Sedert ongeveer twaalf maanden woont hij te Bradford en al dien tijd werkte hij aan de volmaking van zijn machine. Wat is moeilijker, zegt de „Bradford Observer", eemige details omtrent de nieuwe uitvinding mededeelend, dan het spinnen van asbest^ of het moest zijn de nieuwontdekte slakken-wol, en deze machine kan om zoo te zeggen asbest spelenderwijs spinnen. Veengrond bestaat nu ook niet juist uit vezels, die beloven een vrij goeden draad te geven en toch zal deze ma chine veengrond zoodanig spinnen, dat slechts weinigen zullen kunnen zeggen, wat de grondstof is. We hebben, schrijft het blad verder, de machine vlasoverblijfselen zien spinnen, die anders aan de papierfa brieken voor pulp worden verkocht verder zagen wij de machine de kort ste lompen wol en andere waardelooze overblijfselen van verschillende stof fen ineenspinnen, en zeer moeilijk zal men iets zoo klein vinden, dat door deze machine niet tot draden wordt gesponnen. De machine spint asbest om een ko perdraad en veen om een kern van vlas, en wel zoodanig dat een deskun dige eenige minuten noodig heeft om te weten te komen, uit welke stof de kern van den draad bestaat. Welke gevolgen deze nieuwe uitvin ding zal hebben, is nog niet volkomen na te gaan, maar het schijnt, dat de plaats, op het gebied van uitvindingen gedurende de 19e eeuw door Arkwright en Grompton ingenomen, in de 20e eeuw door Drury zal worden bezet. Misplaatste lof. Een druk en schutterig winkelbe diende laat aan eene dame parasols zien en weidt lang en breed uit over de deugden der door hem vertoonde exem plaren. Eindelijk neemt hij er een op, die hij opent, ronddraait en waarvan hij met zekere geestverrukking verklaart „Is het geen beeldje Kijk die zijde eens en dat binnenwerk en dat mooi afgewerkte Voelt u eens, dame, strijk er eens met de hand overheen!" „Jawel, dat weet ik allemaal wel," stuit de dame hem eindelijk. „Het is mijn oudje, dat ik daar straks had neergezet 1" Traagheid. In alle slordigheid ligt eene soort van traagheid. De man laat zijne pa pieren op een hoop liggen, omdat hij zich de moeite niet wil geven van ze te sorteerende vrouw laat in hare ka mer „alles in een rommel", omdat ordelijk „opredderen" haar te veel ver moeit. Netheid vereischt telkens kleine inspanningen, en hij of zij, die door traagheid slordig is. heeft een derge lijk gevoel, als een wilde omtrent klee- ren heeft dat er nooit een einde komt aan de moeite van ze te dragen. 9 Na de begrafenis. Als de plaats, waar het gedrang gedurende het voorbijtrekken van den begrafenisstoet Zaterdag te Londen-het ergste was, wordt Hyde Park genoemdeen aantal vrou wen verloren hier het bewustzijn en moesten weggevoerd worden. De pick-pockets hebben natuurlijk hun slag geslagen. Een aantal pro vincialen, die naar Londen geko men waren hebben den nacht in de stadsparken doorgebracht; men zag daar aardige tooneelljes van menschen. die op meegebrachte kooktoestellen hun maal bereidden. Na het voorbijtrekken van den optocht heeft het publiek hier en daar de masten geplunderdjon gens klommen naar boven en ver kochten voor aardige prijzen lau werkransen. die in den top hin gen. Aan Vietoriastation wierp het publiek zic-h op de wagens van den koninklijken trein om kranten te legrammen, kortom alles wat de vorstelijke reizigers hadden achter gelaten, als herinnering mee te ne men. De .Daily News", een nabetrach ting over de begrafenis houdende, beklaagt zich, dat de plechtigheid te veel een militair karakter droeg: „Wij zijn geen militaire natie", zegt het blad. „en toch ontbrak het civiele element bijna geheel bij de begrafenis." Aan al degenen, die een eenigs- zins belangrijke rol hebben vervuld bij de plechtigheid, is een herin n ©ringsteek en ton geschenke gege ven. De soldaten en matrozen, die cle lijkkist der Koningin gedragen hebben, ontvingen de Koninklijke orde. het Victoriakruis. Volgens de laatste opgave zijn op Zaterdag 1305 gewonde en on wel geworden menschen in de zie kenhuizen van Londen opgenomen. I-Ieden verlaat- de Duitscho Keizer het kasteel Windsor in gezelschap van den Koning. Te half twee moet hij te Paddington aankomen. Per rijtuig rijden beide majesteiten door Londen geëscorteerd door een afdeeling cavalerie, om zich naar Marlborough House te begeven, waar gedejeuneerd wordt. Per rij tuig, in gezelschap steeds van den Koning, gaat de Keizer 's middags naar Charing Cross waar de trein voor Port Victoria vertrekt. Emigratie van voeels. Door een verwonderlijk instinct ge leid, volgen de vogels de beschaving en worden daarmede inheemsch in nieuwe streken. De kruissnavel is den appelboom naar Engeland gevolgd, en in de Schotsclie Hooglanden kende men geen patrijzen voordat de pach ters den graanbouw op hunne akkers invoerden. De musschen vertoonden zich niet eer in Siberië tot dat de Russen de onmetelijke woestij nen van dit gedeelte hunner bezittin gen voor den landbouw dienstig maakte In het Hartzgebergte waren tot vóór eenige tientallen jaren geen musschen in het oord Buntenbock, en als men er hen bracht, verwij derden zij zich altijd weder. De rijstvogel, die op Cuba zeer algemeen is, verliet, nadat de rijstkul- tuur in het zuiden van Noord-Amerika was ingevoerd,, zijn eiland jaarlijks bij zwermen, om over land en zee zijn voedsel te volgen. Merkwaardig is het daarbij, dat onder de ontelbare rijst- vogels, die de Noord-Amerikaansclie zuidelijke Staten bezoeken, zeer zelden mannetjes gevonden worden en alleen de wijfjes emigreeren. Eigenaar ai ge ontdekking van een complot. Te Petersburg heeft mien onlangs op zeer toevallige wijze de draden van een nihilistisch complot in handen gekregen. Een zoon van een agent der ge heime politie werd in het gast huis opgenomen met typhus. In zijn ijlen sprak hij voortdurend van zijn eed d'ie hem voorschreef den Czaar te vermoorden, dat het hem onmogelijk was te schieten op iemand, die hem geen kwaad had ged'aan, enz. Eerst hechtte men geen waarde aan zijn uitlatingen, doch toen de ijlende verschillende namen ging noemen, meenden de geneesheeren en pleegzusters, dat hel hun plicht was. die politie te waarschuwen. Deze begon een on derzoek in het huis van den zieke; men vond daar werkelijk zeer com promittante stukken, zoodat men dc hand kon leggen op een com plot van vier samenzweerders. D© Niagara overgestoken. Twee Amerikanen hebben weer eens de domme, onnutte en schan delijke poging gedaan de Niagara in een bootje over te steken. In loet midd'en der rivier gekomen wend hun schuitje door de ijsblokken meegesleurd. Toen zij daar niet meer uit konden komen, trachtten zij hun leven op het ijs te redden. Mannen aan den oever waren nog zoo goed hun hulp te bieden en zelf het leven t.e wagen om dat van de waaghalzen te redden. Een der twee kon nog aan land gebracht worden doch de andere werd door den stroom meegesleept en bij den waterval verpletterd. Vervolg Stadsnieuws. Photo Prancliemont. Bij de tweede opvoering van de ope rette Franchemont in den Schouw burg heeft de heer P. Clausing Jr., fo tograaf alhier, na afloop van de voor stelling, een foto genomen van al de uitvoerenden. Deze waren in een sier lijke groep op het tooneel gerangschikt en de heer Clausing richtte zijn came ra op hen uit de eerste loge en wist met z.g. Blitzlicht, terwijl het gaslicht in den Schouwburg brandde, en alleen de voetlichten waren omlaag gedraaid, een zeer goede opneming tot stand te brengen. AJle gezichten zijn duidelijk te her kennen. In 't midden van de groep staan de directeur, de heer J. de Nobel en de voorzitter van de Commissie van Bijstand, de heer J. Zeewoldt Jr. Links van hem Franchemont, Jean, vrouw Dupuis, rechts Marie en Con stance Dumont, Antoine en vader Mi- chot Daartusschen zijn de leden van het koor gegroepeerd, met den accompag- nateur en den regisseur. Ter gelegenheid van het huwelijk van H. M. de Koningin zal in dit gar nizoen geen parade worden gehouden. De troep zal alleen dienst hebben'als op Zon- en. feestdagen. Hedenavond gaat de aardige operet te „Franchemont de Marskramer." De schouwburg is geheel uitverkocht. Mevr. Emma Nevada zal omstreeks kwartier over zevenen in de koffieka mer feestelijk worden ontvangen. Bij vonnis van de arr.-reehtbank te Haarlem, d.d. 5 Februari l'JOl is op geheven het faillissement van D. Kruyff, timmerman en aannemer, wo nende te Haarlem, uitgesproken 8 Ja nuari. Voor het kantongerecht hadden zich heden te verantwoorden J. Grapendaal en W. Wagenaar, twee beruchte stroo. pers uit Wijk aan Zee en Duin. Op g Januari hadden zij op het jachtveld van den heer Boreel van Westcrwoudt te Heemskerk konijnen gedolven. Des wege vorderde het O. M. f 20 of 4 da gen hechtenis tegen elk. Festiviteiten. Op morgen, Donderdag 7 Februari, zullen de volgende feestelijkheden hier! ter stede ploats hebben. Des middagsj te 2 uur wordt een buitengewoon con cert gegeven in de Groote- of St. Bavo-' Kerk, met welwillende medewerking van mevr. A. C. CraandijkSchuil, (alt); mevr. CroesSpoor (sopraan) en de heeren Carel Phlippeau, G. /.als- man, W. Ezerman. De prijs van hei verplicht programma is thans bepaalt op f 0.15 en heden bij alle boekhande laren en morgen aan den ingang de> kerk verkrijgbaar. Des avonds geeft de vereeniging tot verhooging van 's lands weerbaarheid „Voor Vaderland en Koning" 'n volks- feestavond in de groote zaal der socië teit Vereeniging, tegen een entrée van slechts f 0.05. Wij kunnen een ieder aanraden dezen feestavond te gaan hij- wonen. In den Schouwburg wordt voor de weezen en ouden van dagen in de gestichten van alle gezindten in Haar lem een feestviering gegeven, waarop hunne welwillende medewerking neb ben toegezegd de dames N. Böhm en II. Scholten en de heeren Carel Phlip peau, G. Zalsman, H. v. Breemen, A. v. d. Velden en het Haarlemsch Mu ziekkorps, directeur de heer Chr. Kriens. Het fraaie programma, op oranjekleurig papier gedrukt, bevat de goedgelijkende portretten van H. M. Koningin Wilhelmina en Z. K. H. Her tog Hendrik van Mecklenburg. Verder bevat het programma het op treden van het Cagliostro-theater door de hof-illusionist en prestidigateuse, Madame et Chevalier van Kinsbergen, élèves en opvolgers van Ernst Bascb. 't Belooft een zeer genotvolle avond te worden. In het Brongebouw wordt vanwege de vereeniging tot het vieren van den Koninginnedag in het Westerkwartier een feestavond gegeven. Het program ma voor deze uitvoering ziet er even eens keurig en afwisselend uit. In de pauze zal een onthaal voor de kin deren plaats hebben. De commissie tot uitreiking van brood en koffie aan behoeftigen zal morgen de deelnemers onthalen op krenten brood en chocolade. Voor arm en rijk klein en groot, is-het dus morgen een feestdag. De plantengroei der Neder landscfcL-Indisctia stranden- In de bovenzaal van het Brongebouw hield Dr. J. M. Janse, hoogleeraar in de Plantenkunde aan de Rijksuniver siteit te Leiden, Dinsdagavond eene voordracht over bovengenoemd onder werp. Spr. had meer in 't bijzonder op 't oog, de planten groeiende op de modderachtige kusten van onzen archi pel. Wanneer men uit zee komende, die kusten nadert, dan ziet men geene eigenlijke afscheiding van land en water, maar beide gaan als 't ware in elkander over. De plantengroei strekt zich een geheel eind in zee uit, zoodat sommige gewassen groeien op grond, die óf voortdurend, öf tijdens den vloed dus 2 maal 6 uren onder water is. Deze planten leven dus onder zeer ongunstige levensomstandigheden. De voornaamste gevaren voor hun be-staan zijn de volgende: le. de mechanische kracht der gol ven. 2e. gebrek aan zoet water. 3e. ongunstige voorwaarden van den bodem voor 't verkrijgen van zuurstof. 4e. ongunstige omstandigheden voor de voortplanting. Slechts één plant kan op den duur aan al die bezwaren het hoofd bieden, en dat is de Rizophora of Mangrove. Deze heeft een dunnen stam, waaruit van boven wortels ontspringen die haar staande houden. In het gebrek aan zoet water wordt voorzien, even als bij de woestijnplanten, door blade ren met een ^erdikte opperhuid, die dus weinig verdamping toelaat en door waterreservoirs (e.g. waterweefsel). De zuurstof die de plant noodig heeft, moet ze uit de lucht halen, daar de geheel van water doortrokken bo dem, die bestaat uit kwartszand ver mengd met fijn slib, ze niet bevat. De Mangrove heeft dan ook bijzondere organen voor zuurstof op, wélke dan door bladstelen en wortelstok verder geleid wordt, doch Rizophora door hare bladeren veel zurstof op, welke dan door bladstelen en wortelstok verder geleid wordt, doch ook heeft zij nog z.g. kniewortels, die boven den grond uitgroeien en het zelfde doel hebben. Voor de voortplanting is ook ge zorgd. Bij ééne Mangrove-groep, kun nen de zaden lang blijven drijven en behouden gedurende geruimen tijd hun kiemvermogen, door een z.g. „kurkweéfsel", bij de tweede groep, blijft het zaad aan de plant zitten, tot de jonge Mangrove geheel volgroeid is. Dan valt het af en kan de plant dade lijk in den bodem wortel schieten. De vruchten der Mangrove zijn vooral merkwaardig door hare groote afme tingen. Door lichtbeelden werd het gespro kene verduidelijkt De belangstelling voor deze lezing was zeer groot, zoodat in de zaal geen plaatsje onbezet bleef. De Redactie van het Weekblad voor Drogisten deelt ons mede, dat de heer K. van Eden, drogist alhier, Dinsdag avond met de leden der Kamer van Koophandel alhier eene conferentie heeft gehad, in verband met een adres van verschillende neringdoenden, die de hulp van deze Kamer inriepen om wijziging van art. 30 der wet op de art- senijbereidkunde, waarin zij helem-.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1901 | | pagina 2