Omdat op het tooneel hog d'oude mas
kers worden gedragen,
Wil ik dat oud gebruik ook thans in
eerc houden
Eu aldus tot u mij wenden
Maar niet wil 'k spreken als voorheen
De tranen die wij storten zijn valsche
tranen,
Om ons smartgetoel, om het leed dat
ons kwelt
'Wilt niet in zorgen zijn
Neen I Neen
De dichter zocht heden beelden te ma
len,
Vol gloed, naar 't werk'lijke leven.
Hij iaarat als grondregel aan ook d'ar-
tist is mensch
En dat voor menschen hij thans ook
moest schrijven,
Wat, naar waarheid, hij zelf gevoelt...
Een lied vol droev' herinnering
Diep uit zijn ziel, vol weemoed heeft
weerklonken,
Waarbij hem oprechte tranen ont
rolden
Heete tranen
"Terwijl zijn lied ons tegenklonk
Komt dan Ziet hoe de min
Ziet hoe de liefde bestaat bij de men
schen.
Ziet hier hoe de haat draagt zijn treu
rige vruchten,
Ziet der smarten mm-teling
Kreten van razernij en helschen scha
terlach 1
En gij, veel liever dan op onze scha
mele too»eelkleedij le letten,
Wilt ons zielespel wel overwegen.
Weet, wij zijn menschen ook van
vleesch en van beenderen
't Is dezelfde eenzame wereld,
Dezelfde lucht waarin wij ad'men
Het ontwerp mocht 'k u zeggen,
Straks zult gij hooren hoe het zich af
speelt.
Komaan 't Spel gaat beginnen.
Mile Sylva, (in rose toilet) eveneens
van den Koninklijken Franschen
Schouwburg, liet in de „Ari de la
Clochette" uit de opera ,,Lakmé" haar
stem inderdaad klinken als werden
zilveren belletjes door kunstenaars
hand geluid. Men kent de aria:
W'aar dwaalt het Hindoesch meisje,
Dochter der paria's,
Als de maan hare stralen
Schiet op de mimosa's
Dwaalt zij voort door de velden
En denkt er niet meer aan.
Dat men haar heeft verstooten 1
't Kind der paria's.
Dwaalt ze voort door de velden,
Het kind der paria's,
Zoo heimelijk omgeven door rozen,
Ah 1
Zij lacht 1
Wie gaat daarginds door 't bosch in 't
donker
Wie is 't die zijn dood tegensnelt?
Van alle zij omringt hem het geflonker
TT: vurige oogen, wijl de angst hem
beknelt.
De dieren reeds trillen van vreugde,
Daar zoo'n prooi hen sinds lang niet
verheugde
Het jonge meisje komt en tart der
dieren woed',
Zij heeft in haar hand slechts een
stokje,
Daar klingelt aan een klokje,
't Klinkt zoo zoet I
Ah 1 Ah Ah
Teeder aanschouwt zij den vreemde
ling,
't Meisje staat als verblind,
Hij schijnt haar schooner dan de
Rajah's.
Hoe zal hij blozen als hij weet dat zijn
leven
Werd gered door het paria's kind.
Maar hij voert haar in zoete droomen,
En doet haar in den hemel komen,
En zegt tot haar hier is uw troon
Het was Vishnou. God Brahma's zoon!
En sinds dien dag wordt in het bosch,
Nog vaak gehoord in kruid en mos,
Het zacht gerinkink van het stokje,
En 't kling'len van het klokje,
Lief en zoet I
Ah I ha 1 ha I
Ten slotte kwam de „Epiloog," ge
dicht van Dr. Schaepman, voorgedra
gen door den hr. C. P. J. Clous als Von
del. Toen gehaald was zagen wij een
schilderachtige groep. Heel achteraan
op een kronkeltrap, een vendel schut
terij. Boven den troep woei uit het
Oranje-Blanje-Bleu.
Daarvoor wat Patriciërs en Poorters
met Vondel aan het hoofd. En op een
omgebogen, wit-marmeren band, die
stond ander den breed-getakten Oran-
geboom vol vruchten zaten?
Het Gedicht zal 't u zeggen.
Hoor, Vondel spreektl
,,Nu berst een bron van blijdschap uit
onze aders
Bij 't klinken van de zilvren Vreetrom
pet;"
Zoo zong ik eens op Amstels vrede
vaders,
Toen 't zegel op 's lands vrijdom was
gezet;
'k Zong Amsterdam, niet Amsterdam
alleen,
Mijn „Prinselied" had ik nog niet ver
geten,
Neen, ik vergat de „Oranjesnoeren"
niet,
„De banden waar 't geweld aan lag
getemd,"
Getemd door al die prinselijke helden.
Wier namen ruischend rondgaan door
de lucht,
Die Holland ademt.
Groote vredevader,
O Frederik, die 's lands rechten en
vrijheden
Geholpen hebt in zwang, geen feilen
dwang,
Geen tlrannieë des gewetens leedt.
Gij, Schutsheer van den tuin tot Hol
lands heil.
Gij, die den grootschen arbeid hebt
volwrocht,
„Die de opperoverwiimingskroone
Voor heel het Christenrijk ten toone
Op 't spits der vrijheid, 's oorlogs wit,"
Gesteld hebt, Gij, mijn leeuw, zoo
kwaad te dwingen,
Hoe zie Jk U toch in een lieflijk licht.
Uw mannelijk gelaat, dat liefde wekte.
Door Uwe morgenster zoo schoon be
straald!
Hoe zie ik U: nog gloeide 't oorlogs
vuur,
Nog sloeg het hoog zijn roode vlam
men uit,
In Holands tuin was 't minnelijke
vrede,
Was 't bij de Oranjeboom zoo zalig
duiken,
Waar Uw Amalia hoog vorstelijk
troonde
Met kleiDen Willem, wachtende op den
held,
Die weldra kwam, omstuwd door fris-
sche maagden.
Die uw banier ontmoetten en U
vlochten
Den lofkrans van laurier.
Gij zijt mijn held,
Gij, die den vrede wilde en vrede
bracht,
Gij, die de zon der vrijheid hebt doen
schijnen
Tot zij in ieder slag van zielen lacht,
Daar ieder vrij en vast staal in Uw
kracht.
En ieder weet dat nooit bij U zal
kwijnen
De liefde tot het vrije vaderland.
Daar rust Gij bij den kristallijnen
stroom,
Gijzelv', mijn prins, de hooge Oranje
boom,
Die Uwe gade en zoon dekt met Uw
luwte,
En schuts biedt, tegen bliksem, hagel,
donder,
In hooge liefde en ongebroken trouw!
Gij hebt den klank der zilvren vree
trompet,
Dien 'k blijde me aan de lippen heb
gezet,
Niet meer gehoord; reeds hadt. Ge Uw
sterfelijkheid,
Van elk beschreid! aan 't Delftsehe
graf gelaten,
Reeds waart Gij recht eens heldendich
ters stof,
Reeds schreide Amalia om Uwe liefde,
Reeds boog de Haagsche jonkvrouw 't
hoofsche hoofd,
Reeds weende om U, den grooten Vre
devader,
Heel Holland van zijn eerekroon be
roofd.
O donkre dag, dit toen is aangebroken.
Toen Holland met Oranje worstlen ging
Toen twist en tweedracht, gruwzame
afgronds spoken,
Strijd kweekten om een ijdel twistge
ding;
O donkre dagen, toen de dood moest
komen
Om zoen te brengen na des levens strijd
En 't bloedend hart der vroeden en der
vromen
Moest krimpen bij der geesten feilen
nijd.
Geen nood, geen nood... Ik heb, o
Grootevaer,
Uw kleinzoon nog begroet en hoog ge
huldigd,
Prins Willem draafde alle Amstelrid-
ders voor,
Door wolken van veel duizend burge
rijen.
Zoo placht de zon alle oogen te ver
blij en
„Als jonge Oranje op zijn schuimbek
kend paard
Een schooner dag den sterfelijken men
schen
Hier toevoert en zijn grootvaers naam
ververscht,
Op 't juichende geschal van zooveel
menschen
Te dicht opeengedrongen en geperst.
Lang leve Oranje en handhaaf 't recht
der Staten;
De vrijheid en de rust van 't Vader
land,
Ten spijt van al die Hollands welvaart
haten!"
Lang leve Oranje! ach, hoe mijn dag
gaat dalen
Mijn oogen uitzien naar het morgen
licht-
Wat brengt het morgen? Zal ik eens
slechts stralen
Der toekomst blijde en gouden verge
zicht!
Maar 't oog is dof en droevig ook mijn
geest...
Hoe nu, hoe nu, vaart blij mijn geest
weer spelen
Waar draaiboom sluit noch hek,
Ben ik bevrijd van twisten en krakee-
len,
Kan ik mijn hoogen trek
Weer volgen naar der Vrede lustpri-
eelen
Waar scboone vrijheid woont
En met haar schild, dat allen strijd
doet staken,
Pallas-Minerva troont.
Waar met de Gratiën de Muzen waken,
Dal geen de liefde hoont?
Zie 'k van omhoog op onze lage daken
Waarop do vrede rust,
Waaronder de Arbeid en de Welvaart
slapen
Zich van hun kracht bewust,
Om morgen weer het werktuig op te
rapen
Dat leven kweekt en lust
Zie ik de Zee, of ook haar kolken ga-
pen,
Weer spelen aan ons duin,
Weer stormend rijzen en weer dein
zend dalen
Van hun begroeide kruin
Hoor ik den zang van Hollands nach
tegalen
Weer in den vrijen tuin
Het oude lied, der liefde lied. herhalen,
Zie 'k weer de breede vlucht,
Den schoonen kring der echtlijke eide
baren
Rondzwaaien door de lucht?
Gaan de oude burgerijen weer vergaren
Gedreven door één zucht
Om met Oranje in elk getij te varen
Met heel de goe gemeent'
Bij 't dringen en bij 't barnen der ge
varen,
In liefde en trouw vereend!
Ik zie, ik zie de toekomst openbaren,
Mijn grijze schedel buigt,
Maar jong mijn ziele juicht!
Welkom, welkom, mijn tot vrijheid
Wcergeboren Nederland,
Dat Oranje komt begroeten
Aan het Scheveningsche strand,
Moesten schade en schande beiden
Vallen op Uw stugge, hoofd
Om het hert te doen ontwaken
Alle veeten zijn gedoofd
De oude band is weer gesloten
Met het oude trouwe huis,
Alles stemt ten danklied samen,
Stormgedruisch wordt feestgeruisch.
En het bloed te sar.m gevloten
Op het slagveld wordt cement,
Dat nu tusschen volk en prinsen
Nimmermeer een breuke leent.
Schoone lentedagen komen
Vol van kleur en geur en zang,
Waarom naad'ren weer de orkanen
Met hun ongetemden dwang
Waarom schudt de storm de takken
Van den oude Oranjeboom,
Dat ze breken, knakken, vallen.
Weggeslingerd op den stroom
Maar God, ten allen tijden
Ons Redder in den nood,
Deed Nederland belijden
Zijn liefde wondergroot,
Zijn ongebroken trouwe,
Bij 't dreigen van den dood
Ons bleef bij droeve rouwe
Een ranke Oranjeloot 1
U golv' des Heeren zegen,
Oran j em aagdeli j n,
Op alle paden tegen
In gouden zonneschijn
U wiege op onze baren
De zachtste Zuiderlocht.
U om wier blonde haren
Gods hand de kroone vlocht 1
Ik zie de jonkvrouw rijzen
Tot Vrouwe fier en hoog,
Meer dan door raad der wijzen
Geleid door 't moederoog
'k Hoor Koningtrouw haar zweren
In 't gouden koor der kerk,
Der ziele jubileeren
Rijst uit mijn grauwe zerk 1
Wie snelt van de Oostzeestranden
Mijn jonkvrouw te gemoet,
Wie brengt met beide handen
Haar hulde en hartegroet,
Een blonde vorst van 't Noorden
Met oogen blauw en licht,
Die zingt in warme woorden
Haar liefdes hoog gedicht;
De breede rij der Vaadren
Groet uit der sterren boog
Den jongliug uit hun aadren,
Die kloek ter bruidvaart toog
Zij tuigen van zijn trouwe
Met opgeheven hand,
Trouwe aan Zijn Koningsvrouwe,
Trouwe aan Haar Nederland 1
Waar liefde woont is zegen
Zoo klinkt het oude woord,
Langs woud en weide en wegen
In Nederland gehoord.
Die volle zegen dale
Op U, mijn Koningin,
Geheel Uw volk herhale,
Wat 'k zong in blijden zin,
Bij 't wonder weer ontluiken
Van d'ouden, schoonen droom
„Hoe zalig is 't te duiken
Onder d'Oranjeboom."
Het oude Wilhelmus bezegelde deze
goede woorden. Toen riep een stem
driemaal achter elkaar: Leve de Ko
ningin, Leve Hertog Hendrik, Leve de
Koningin-Moeder, en vroolijk verrast
viel het publiek met geestdi'ift in.
Toen de hofstoet in de ouderwet-
sche galarijtuigen met roode bokken
en witgepruikte koetsiers naar het huis
van den Duitschen gezant aan den Vij
verberg reed was het meeste publiek
al vertrokken. Trouwens het was reeds
over elven, lang na het afgesproken
uur. Toch moet opgemerkt dat de twee
de feestavond in de residentie zeer kalm
verliep, waarschijnlijk doordat de fees
telijkheden binnenshuis voorvielen.
Ook voor het publiek, want in vier za
len: den Dierentuin, het Gebouw voor
Kunsten en Wetenschappen, het Feesl
lokaal en Diligentia werd voor 3500
geinviteerden een feestavond gegeven.
Nader seint men ons nog:
De Bruidsweg wordt al mooier, steeds
meer tribunes verrijzen er. Vanmiddag
half een was er dejeuner ten paleize.
Om half twee begon voor het Paleis
aan het Noordeinde het défilé der 50
vak- en andere vereenigingen. Onge
veer 3900 personen met banieren en 5
zegewagens, benevens 3 orkesten na
men er aan deel. De indruk was bui-
tengdwoon schoon. De optocht trok
langs de Dierentuin, Koninginnegracht
Kanaalstraat, Mauritskade, Parkstr.,
Oranjestraat en Noordeinde om langs
Plaats, om langs Vijverberg en Korti
Voorhout terug te gaan. Om half drie
reed de Koningin met baar a.s. Gemaal
uit om een bezoek te brengen aan
Scheveningen en Loosduinen.
Ond erscReidi 11 gen.
Bij Kon. besluit van 5 Februari
is Zijne Excellentie de Minister
van Financiën, mr. N. G. Pierson.
bevorderd tot ridder grootkruis in
de orde van den Nederlandschen
Leeuw.
Bij Kon. besluiten van gelijke
dagteekening zijn benoemd tot
grootkruis in de orde van den Ne
derlandschen Leeuw, jhr. mr. J.
W. Sehorer. vice-president van den
Raad van State, en tot grootkruis
in de orde van Oranje-Nassau, jhr
mr. W. F. Rochussen, lid van den
Raad van State.
INGEZONDEN MEDEDEE-
LINGEN.
30 cents per regel.
Een geneesmiddel yoorAstlima.
Dr. R. SCflIFFMANN's middel
tegen Asthma geeft onmiddellijke
verlichting zelfs bij de hevigste
aanvallen en geneest waar andere
middelen falen. Verkrijgbaar bij J.
VAN GUL1K, Haarlem, in pakjes
van fl. 1.50 en fl. 2.75.
Gemengd Nieuws.
Een nieuwe spinmachine.
Een machine, die misschien een ge-
heele omwenteling kan brengen in de
tegenwoordige methode van spinnen,
is te Bradford uitgevonden. Twee jaar
geleden bracht de heer Henry W. Dru-
ry. advocaat te Boston (Massashuselts)
een machine naar Bradford over, die,
zooals hij zeide, tot zelfs de kortste ve
zels zou kunnen spinnen tot een .draad,
beter dan elke andere tot dusver be
kende machine.
Sedert ongeveer twaalf maanden
woont hij te Bradford en al dien tijd
werkte hij aan de volmaking van zijn
machine.
Wat is moeilijker, zegt de „Bradford
Observer", eemige details omtrent de
nieuwe uitvinding mededeelend, dan
het spinnen van asbest^ of het moest
zijn de nieuwontdekte slakken-wol,
en deze machine kan om zoo te zeggen
asbest spelenderwijs spinnen.
Veengrond bestaat nu ook niet juist
uit vezels, die beloven een vrij goeden
draad te geven en toch zal deze ma
chine veengrond zoodanig spinnen,
dat slechts weinigen zullen kunnen
zeggen, wat de grondstof is.
We hebben, schrijft het blad verder,
de machine vlasoverblijfselen zien
spinnen, die anders aan de papierfa
brieken voor pulp worden verkocht
verder zagen wij de machine de kort
ste lompen wol en andere waardelooze
overblijfselen van verschillende stof
fen ineenspinnen, en zeer moeilijk zal
men iets zoo klein vinden, dat door
deze machine niet tot draden wordt
gesponnen.
De machine spint asbest om een ko
perdraad en veen om een kern van
vlas, en wel zoodanig dat een deskun
dige eenige minuten noodig heeft om
te weten te komen, uit welke stof de
kern van den draad bestaat.
Welke gevolgen deze nieuwe uitvin
ding zal hebben, is nog niet volkomen
na te gaan, maar het schijnt, dat de
plaats, op het gebied van uitvindingen
gedurende de 19e eeuw door Arkwright
en Grompton ingenomen, in de 20e
eeuw door Drury zal worden bezet.
Misplaatste lof.
Een druk en schutterig winkelbe
diende laat aan eene dame parasols
zien en weidt lang en breed uit over de
deugden der door hem vertoonde exem
plaren.
Eindelijk neemt hij er een op, die
hij opent, ronddraait en waarvan hij
met zekere geestverrukking verklaart
„Is het geen beeldje Kijk die zijde
eens en dat binnenwerk en dat mooi
afgewerkte Voelt u eens, dame, strijk
er eens met de hand overheen!"
„Jawel, dat weet ik allemaal wel,"
stuit de dame hem eindelijk. „Het
is mijn oudje, dat ik daar straks had
neergezet 1"
Traagheid.
In alle slordigheid ligt eene soort
van traagheid. De man laat zijne pa
pieren op een hoop liggen, omdat hij
zich de moeite niet wil geven van ze te
sorteerende vrouw laat in hare ka
mer „alles in een rommel", omdat
ordelijk „opredderen" haar te veel ver
moeit. Netheid vereischt telkens kleine
inspanningen, en hij of zij, die door
traagheid slordig is. heeft een derge
lijk gevoel, als een wilde omtrent klee-
ren heeft dat er nooit een einde komt
aan de moeite van ze te dragen.
9
Na de begrafenis.
Als de plaats, waar het gedrang
gedurende het voorbijtrekken van
den begrafenisstoet Zaterdag te
Londen-het ergste was, wordt Hyde
Park genoemdeen aantal vrou
wen verloren hier het bewustzijn
en moesten weggevoerd worden.
De pick-pockets hebben natuurlijk
hun slag geslagen. Een aantal pro
vincialen, die naar Londen geko
men waren hebben den nacht in
de stadsparken doorgebracht; men
zag daar aardige tooneelljes van
menschen. die op meegebrachte
kooktoestellen hun maal bereidden.
Na het voorbijtrekken van den
optocht heeft het publiek hier en
daar de masten geplunderdjon
gens klommen naar boven en ver
kochten voor aardige prijzen lau
werkransen. die in den top hin
gen. Aan Vietoriastation wierp het
publiek zic-h op de wagens van den
koninklijken trein om kranten te
legrammen, kortom alles wat de
vorstelijke reizigers hadden achter
gelaten, als herinnering mee te ne
men.
De .Daily News", een nabetrach
ting over de begrafenis houdende,
beklaagt zich, dat de plechtigheid
te veel een militair karakter droeg:
„Wij zijn geen militaire natie",
zegt het blad. „en toch ontbrak het
civiele element bijna geheel bij de
begrafenis."
Aan al degenen, die een eenigs-
zins belangrijke rol hebben vervuld
bij de plechtigheid, is een herin
n ©ringsteek en ton geschenke gege
ven. De soldaten en matrozen, die
cle lijkkist der Koningin gedragen
hebben, ontvingen de Koninklijke
orde. het Victoriakruis.
Volgens de laatste opgave zijn
op Zaterdag 1305 gewonde en on
wel geworden menschen in de zie
kenhuizen van Londen opgenomen.
I-Ieden verlaat- de Duitscho Keizer
het kasteel Windsor in gezelschap
van den Koning. Te half twee moet
hij te Paddington aankomen. Per
rijtuig rijden beide majesteiten
door Londen geëscorteerd door een
afdeeling cavalerie, om zich naar
Marlborough House te begeven,
waar gedejeuneerd wordt. Per rij
tuig, in gezelschap steeds van den
Koning, gaat de Keizer 's middags
naar Charing Cross waar de trein
voor Port Victoria vertrekt.
Emigratie van voeels.
Door een verwonderlijk instinct ge
leid, volgen de vogels de beschaving
en worden daarmede inheemsch in
nieuwe streken. De kruissnavel is den
appelboom naar Engeland gevolgd, en
in de Schotsclie Hooglanden kende
men geen patrijzen voordat de pach
ters den graanbouw op hunne akkers
invoerden. De musschen vertoonden
zich niet eer in Siberië tot
dat de Russen de onmetelijke woestij
nen van dit gedeelte hunner bezittin
gen voor den landbouw dienstig maakte
In het Hartzgebergte waren tot vóór
eenige tientallen jaren geen musschen
in het oord Buntenbock, en als men er
hen bracht, verwij derden zij zich altijd
weder. De rijstvogel, die op Cuba zeer
algemeen is, verliet, nadat de rijstkul-
tuur in het zuiden van Noord-Amerika
was ingevoerd,, zijn eiland jaarlijks
bij zwermen, om over land en zee zijn
voedsel te volgen. Merkwaardig is het
daarbij, dat onder de ontelbare rijst-
vogels, die de Noord-Amerikaansclie
zuidelijke Staten bezoeken, zeer zelden
mannetjes gevonden worden en alleen
de wijfjes emigreeren.
Eigenaar ai ge ontdekking van
een complot.
Te Petersburg heeft mien onlangs
op zeer toevallige wijze de draden
van een nihilistisch complot in
handen gekregen.
Een zoon van een agent der ge
heime politie werd in het gast
huis opgenomen met typhus. In
zijn ijlen sprak hij voortdurend
van zijn eed d'ie hem voorschreef
den Czaar te vermoorden, dat het
hem onmogelijk was te schieten op
iemand, die hem geen kwaad had
ged'aan, enz. Eerst hechtte men
geen waarde aan zijn uitlatingen,
doch toen de ijlende verschillende
namen ging noemen, meenden de
geneesheeren en pleegzusters, dat
hel hun plicht was. die politie te
waarschuwen. Deze begon een on
derzoek in het huis van den zieke;
men vond daar werkelijk zeer com
promittante stukken, zoodat men
dc hand kon leggen op een com
plot van vier samenzweerders.
D© Niagara overgestoken.
Twee Amerikanen hebben weer
eens de domme, onnutte en schan
delijke poging gedaan de Niagara
in een bootje over te steken. In loet
midd'en der rivier gekomen wend
hun schuitje door de ijsblokken
meegesleurd. Toen zij daar niet
meer uit konden komen, trachtten
zij hun leven op het ijs te redden.
Mannen aan den oever waren nog
zoo goed hun hulp te bieden en zelf
het leven t.e wagen om dat van de
waaghalzen te redden. Een der
twee kon nog aan land gebracht
worden doch de andere werd door
den stroom meegesleept en bij den
waterval verpletterd.
Vervolg Stadsnieuws.
Photo Prancliemont.
Bij de tweede opvoering van de ope
rette Franchemont in den Schouw
burg heeft de heer P. Clausing Jr., fo
tograaf alhier, na afloop van de voor
stelling, een foto genomen van al de
uitvoerenden. Deze waren in een sier
lijke groep op het tooneel gerangschikt
en de heer Clausing richtte zijn came
ra op hen uit de eerste loge en wist met
z.g. Blitzlicht, terwijl het gaslicht in
den Schouwburg brandde, en alleen de
voetlichten waren omlaag gedraaid,
een zeer goede opneming tot stand te
brengen.
AJle gezichten zijn duidelijk te her
kennen. In 't midden van de groep
staan de directeur, de heer J. de Nobel
en de voorzitter van de Commissie van
Bijstand, de heer J. Zeewoldt Jr.
Links van hem Franchemont, Jean,
vrouw Dupuis, rechts Marie en Con
stance Dumont, Antoine en vader Mi-
chot
Daartusschen zijn de leden van het
koor gegroepeerd, met den accompag-
nateur en den regisseur.
Ter gelegenheid van het huwelijk
van H. M. de Koningin zal in dit gar
nizoen geen parade worden gehouden.
De troep zal alleen dienst hebben'als
op Zon- en. feestdagen.
Hedenavond gaat de aardige operet
te „Franchemont de Marskramer." De
schouwburg is geheel uitverkocht.
Mevr. Emma Nevada zal omstreeks
kwartier over zevenen in de koffieka
mer feestelijk worden ontvangen.
Bij vonnis van de arr.-reehtbank te
Haarlem, d.d. 5 Februari l'JOl is op
geheven het faillissement van D.
Kruyff, timmerman en aannemer, wo
nende te Haarlem, uitgesproken 8 Ja
nuari.
Voor het kantongerecht hadden zich
heden te verantwoorden J. Grapendaal
en W. Wagenaar, twee beruchte stroo.
pers uit Wijk aan Zee en Duin. Op g
Januari hadden zij op het jachtveld
van den heer Boreel van Westcrwoudt
te Heemskerk konijnen gedolven. Des
wege vorderde het O. M. f 20 of 4 da
gen hechtenis tegen elk.
Festiviteiten.
Op morgen, Donderdag 7 Februari,
zullen de volgende feestelijkheden hier!
ter stede ploats hebben. Des middagsj
te 2 uur wordt een buitengewoon con
cert gegeven in de Groote- of St. Bavo-'
Kerk, met welwillende medewerking
van mevr. A. C. CraandijkSchuil,
(alt); mevr. CroesSpoor (sopraan) en
de heeren Carel Phlippeau, G. /.als-
man, W. Ezerman. De prijs van hei
verplicht programma is thans bepaalt
op f 0.15 en heden bij alle boekhande
laren en morgen aan den ingang de>
kerk verkrijgbaar.
Des avonds geeft de vereeniging tot
verhooging van 's lands weerbaarheid
„Voor Vaderland en Koning" 'n volks-
feestavond in de groote zaal der socië
teit Vereeniging, tegen een entrée van
slechts f 0.05. Wij kunnen een ieder
aanraden dezen feestavond te gaan hij-
wonen. In den Schouwburg wordt voor
de weezen en ouden van dagen in de
gestichten van alle gezindten in Haar
lem een feestviering gegeven, waarop
hunne welwillende medewerking neb
ben toegezegd de dames N. Böhm en
II. Scholten en de heeren Carel Phlip
peau, G. Zalsman, H. v. Breemen, A.
v. d. Velden en het Haarlemsch Mu
ziekkorps, directeur de heer Chr.
Kriens. Het fraaie programma, op
oranjekleurig papier gedrukt, bevat de
goedgelijkende portretten van H. M.
Koningin Wilhelmina en Z. K. H. Her
tog Hendrik van Mecklenburg.
Verder bevat het programma het op
treden van het Cagliostro-theater door
de hof-illusionist en prestidigateuse,
Madame et Chevalier van Kinsbergen,
élèves en opvolgers van Ernst Bascb.
't Belooft een zeer genotvolle avond te
worden.
In het Brongebouw wordt vanwege
de vereeniging tot het vieren van den
Koninginnedag in het Westerkwartier
een feestavond gegeven. Het program
ma voor deze uitvoering ziet er even
eens keurig en afwisselend uit. In de
pauze zal een onthaal voor de kin
deren plaats hebben.
De commissie tot uitreiking van brood
en koffie aan behoeftigen zal morgen
de deelnemers onthalen op krenten
brood en chocolade. Voor arm en rijk
klein en groot, is-het dus morgen een
feestdag.
De plantengroei der Neder
landscfcL-Indisctia stranden-
In de bovenzaal van het Brongebouw
hield Dr. J. M. Janse, hoogleeraar in
de Plantenkunde aan de Rijksuniver
siteit te Leiden, Dinsdagavond eene
voordracht over bovengenoemd onder
werp. Spr. had meer in 't bijzonder op
't oog, de planten groeiende op de
modderachtige kusten van onzen archi
pel. Wanneer men uit zee komende,
die kusten nadert, dan ziet men geene
eigenlijke afscheiding van land en
water, maar beide gaan als 't ware in
elkander over. De plantengroei strekt
zich een geheel eind in zee uit, zoodat
sommige gewassen groeien op grond,
die óf voortdurend, öf tijdens den
vloed dus 2 maal 6 uren onder water
is. Deze planten leven dus onder zeer
ongunstige levensomstandigheden. De
voornaamste gevaren voor hun be-staan
zijn de volgende:
le. de mechanische kracht der gol
ven.
2e. gebrek aan zoet water.
3e. ongunstige voorwaarden van den
bodem voor 't verkrijgen van zuurstof.
4e. ongunstige omstandigheden voor
de voortplanting.
Slechts één plant kan op den duur
aan al die bezwaren het hoofd bieden,
en dat is de Rizophora of Mangrove.
Deze heeft een dunnen stam, waaruit
van boven wortels ontspringen die
haar staande houden. In het gebrek
aan zoet water wordt voorzien, even
als bij de woestijnplanten, door blade
ren met een ^erdikte opperhuid, die
dus weinig verdamping toelaat en door
waterreservoirs (e.g. waterweefsel).
De zuurstof die de plant noodig
heeft, moet ze uit de lucht halen, daar
de geheel van water doortrokken bo
dem, die bestaat uit kwartszand ver
mengd met fijn slib, ze niet
bevat. De Mangrove heeft dan
ook bijzondere organen voor
zuurstof op, wélke dan door bladstelen
en wortelstok verder geleid wordt, doch
Rizophora door hare bladeren veel
zurstof op, welke dan door bladstelen
en wortelstok verder geleid wordt, doch
ook heeft zij nog z.g. kniewortels, die
boven den grond uitgroeien en het
zelfde doel hebben.
Voor de voortplanting is ook ge
zorgd. Bij ééne Mangrove-groep, kun
nen de zaden lang blijven drijven en
behouden gedurende geruimen tijd
hun kiemvermogen, door een z.g.
„kurkweéfsel", bij de tweede groep,
blijft het zaad aan de plant zitten, tot
de jonge Mangrove geheel volgroeid is.
Dan valt het af en kan de plant dade
lijk in den bodem wortel schieten. De
vruchten der Mangrove zijn vooral
merkwaardig door hare groote afme
tingen.
Door lichtbeelden werd het gespro
kene verduidelijkt De belangstelling
voor deze lezing was zeer groot, zoodat
in de zaal geen plaatsje onbezet bleef.
De Redactie van het Weekblad voor
Drogisten deelt ons mede, dat de heer
K. van Eden, drogist alhier, Dinsdag
avond met de leden der Kamer van
Koophandel alhier eene conferentie
heeft gehad, in verband met een adres
van verschillende neringdoenden, die
de hulp van deze Kamer inriepen om
wijziging van art. 30 der wet op de art-
senijbereidkunde, waarin zij helem-.