Tweede Blad, Koning Mammon. behoorende bij „Haartem's Dagblad" van Donderdag 7 Febr. 1901. Ne540f Stadsnieuws Schouwburg. Br. Heine-ensemble. 't Was voor de tweede maal, Maan dagavond dat we het voorrecht had den Dr. Heine's ensemble in onzen achouwburg Ibsen te hooren vertolken. Onder even weinig belangstelling van de uitgaande wereld echter, als bij de opvoering van „Gespen ster" in September. „Die Frau vom Meer" staat m. i. bij lange na niet op de hoogte van „Ges penster". Dit stuk is wel Ibsep, maar toch weer niet Ibsen pur-sang. Hier ook wel, als b. v. in „Gespen ster" onpeilbare diepten van wanhoop der kleine menschen, geslagen onder het fatale van wat gebeuren moet en onvermijdelijk is; dat fatale, dat soms als hallucinatiles zich te openbaren schijnt, maar toch leeft, met groote hevigheid in 't innigst ziele-bewegen; de realiteiH d'her sombere m-ensch- beelden, die we meevoelen, al ijzen we bij de afgronden, al zien we het uiter lijk leven, het uiterlijke gebeuren, dat noodig is om het zieleleven uit te beelden, ook als zonderling levens- bewegen vaak. Maar in „Gespenster" gaat dat alles veel dieper. Daar zit machtig meer dra matische kracht b. v. in de zeer ver klaarbare wanhoop van den jongen Oswald Alving, die in zijn levens-nood lot duidelijk als met grimmige draken- lijnen het gevolg van groote zonde ziet, dan in de spookschrik van „Die Frau vom Meer", die altoos maar de ver schrikkelijke oogen van. den man ziet, die haar lokt, al door maar lokt naar de zee, met on weerstaanbare kracht als de zee zelf; een spook-schrik, die in zeker opzicht de straf moet zijn voor haar verbreking eener hoogst vage trouwbelofte, waar van ze zelf nooit de bindendheid goed heeft gevoeld. De vrouw, die ten slotte, zonder psychologische verklaring,haar gemoedsrust plotseling terugkrijgt, toen de noodlots-man voorgoed ver dwenen was en zij uit eigen vrijen wil, die dus sterker bleek dan het noodlot, juist omdat het heilig, krachtig willen w!as, besluit ha.^r man getrouw te blijven, waarna ales zich oplost in een bevredigend liefde-accoord. In dit geval schuilt, geloof ik, niet zooveel stemmings-kracht, dan in den snijdenden gil, waarin „Gespenster" en andere werken van Ibsen eindigen, en dat was mogelijk de reden, dat de vertooning niet zoo voldeed, al moet onmiddellijk aan Frau Helene Riechers groote lof gebracht worden voor haar vertolking van de titelrol. Haar figuur en wijze van uitbeelding domineerde sterk, de anderen mogelijk door zooveel minder beduidende rollen stonden zeer beneden haar. 't Is eigenlijk wel een beetje gek, op een tooneel waar nu eenmaal het deco ratief dwaas moet doen bij de schilde ringen der majestueuseNoorsche fjor den die de auteur zijn personen zoo her haaldelijk in den mond legt, Ibsen te moeten zien vertolken. Om dat gansche milieu te doen weg denken, daar behoort kracht van zeg gen en gebaar en samenspel toe, groo- ter dan Heine's ensemble gister-avond te genieten gaf. Want zwaar drukte het bijna totaal afwezig zijn van tem perament, en gloed, die nu eenmaal onmisbaar zijn bij de schokkende din gen, die Ibsen teekent. 't Was meer een zoetelijk doen van beleefde Duitsche menschen, dan de hevige slingeringen van tragisch ziele-leven, dat moet zijn als de bran ding eener fel bewogen zee. v. d. B. Heemstede. Ter gemeente-secretarie liggen gedu rende den tijd van 14 dagen ter visie, de lijsten der stemgerechtigde ingelan den van het Hoogheemraadschap Rijn land, dienst 1901. Feuilleton. 35) Ik ga buiten veel rijden, her nam zij. Je weet wel dat Lord Elmslie mij die mooie hitjes, en dat rijpaard heeft nagelaten. Je ken* ze immers wel Zij slaan zich te vervelen in GZoolang ik in dien rouw ben, kan ik dunkt mij, niet in de stad mij onschuldig ver maken met wat paardrijden. Daar om ga ik de stad uit zoodra het weer wat warmer is. Het is hier vei velend saai. Ik was gisteren n. b blij dien zotten kapitein O'Hara tenminste nog bij mij te hebben Hij heeft mij zoo'n keurige bonbon- nière gebracht, met edelgesteenten versierd, van dien armen Ph. Bran don, die ergens rondzwerft in het Zuiden van Frankrijk en daar zoo zuinig mogelijk leeft. De arme kerel! Als hij dat nu maai een jaar of twee, drie vol houdt. dan is hij er weer boven op. Ik denk er over om deze herfst een buitenplaats fce huren in het De gemeentetol aan den Binnenweg heeft in 1900 opgebracht f 1801.26 tegen f 2095.71 in 1899. Binnenland. De Feestweek in Den Haag. iBuitengewone correspondentie). 's Gravenhage, 5 Febr. DE EERSTE FEESTAVOND. Helaas, heeren bestuursleden van de Vereeniging tot verbetering van den Volkszang, helaas directies van dag bladen, die met opoffering van geld en moeite in dezelfde richting wer ken, uw nobel streven om niet! Dicht vrij uw „Wees gegroet met ju beltonen", verzamel de nationale wij zen in het Liederboek van Groot-Ne derland, o heer Coers, gij zult er in de naaste toekomst het vervelende „bokkie-bokkie-beêe" niet door ver drijven, en evenmin voorkomen, de tel kens herhaalde vraag van zoete lieve Gerritje: „wie zal dat betalen?" Dat waren zoo ongeveer de nummers van de serenade door de feestgangers gebracht aan zichzelf, aan elkaar, aan de Vroolijkheid. Het was stamp- en stampvol in de straten. Bewoog men zich voort, dan was het voetje voor voetje, vaak op een andermans voeten. Men moest zich dikwijls als willoos overgeven aan een stroom, raakte zoo nu en dan al draaienden in een kolk en werd vervolgens door een tegen stroom weer eens denzelfden weg te ruggevoerd. Wilde het geval dat de een of ander achter u den strijdkreet onzer feest dagen „hi ha, hi ha!" aanhief, dan waart ge reddeloos verloren. Er werd met je gespeeld, en het kon gebeuren dat je plotseling een café of bierhuis werd ingedrongen, omringd door on bekende jongens en meisjes, heeren en dames, en achter een potje bier neer gezet. Als er plaats wasWant zelden de Kroningsweek te Amsterdam misschien uitgezonderd zag ik der gelijke volle zalen, en ik mag er bij voegen zooveel gezellige vroolijkheid. De risten uitgelatenen mochten al eens vervallen in een beetje woeste Wash- ington-Post, of een uitbundig vroolijk Patertje, of een oorverscheurend i .*n- cert op de feestmirlitons aanheffen, de stemming sloeg niet over tot een baldadige, men bleef binnen de per ken. Velen hadden zich opgesierd met hooge hoeden van Oranje-papier, of droegen hun uitgespreide parapluie bo ven het hoofd, gedekt met een kleurig dak van vloei-papier. In de Koffiehuizen werden de natio nale liederen laat u dat woer een riem onder het hart zijn, verbeteraars van den Volkszang! telkens weer aangeheven, nu en ^an afgewisseld door „Het jonge Bruidspaar gaat nooit verloren", of „Zij leven hoog!" Dan rees vaak de igeheeje zaal op met den hoed in de hand, en broederlijk werd het lied uit volle borst meege zongen. I-loe laat het weder rustig werd, laat zich beter vermoeden dan schatten maar het was zeker al verscheidene uren Dinsdag. Dat belooft wat voor de volgende dagen als het „Crescendo" gaat. VEEL VOLDOENING. Maandagavond had ik het genoegen eenige deelnemers aan de Huldebetoo- ging van de Nederlandsche Dillettan- ten-Harmonie- en Fanfare-vereenigin- gen te spreken. Met gerechtvaardigde trots zagen zij op deze grootsche betoo ging terug. Ik beschreef u den ontróe renden indruk, dien het zingend ko per maakte, maar ik wist niet dat de dilettanten zoo korten tijd van voor bereiding hadden. Slechts tien dagen was hun gegeven om alle nummers goed machtig te worden, en Maandag morgen werd in het gebouw van de Diergaarde, de eerste, eenige en laat ste algemeene repetitie gehouden. Voorwaar de heer Kessels heeft eer van zijn taak. en de verschillende di recteuren van hunne voortreffelijke voorbereiding. OVERAL BRUIDSKLEUR Een goed journalist begint zijn dag op het oorlogspad met een weerkun dige waai'neming, en tredend in do voetstappen van mijn groote voorgan gers, volg ik dat voorbeeld na. Een verrassend gezicht. Want de ruime, parkachtige, koninklijke tuin. noorden. De eigenaar is een nee-i' van de Elmslie's. en woont in Man chester. Hij heeft nog ©en buiten ergens anders, waar zijn vrouw liever is. Het schijnt er prachtig jachtterrein te zijn, en ik denk dat ik gezellig wat kennissen te logee- ren zal vragen. Jou pupil wilde ik ook inviteeren en dan kom jij ook en kun- je haar daar de eerste les sen geven, en hare oogen glinster den hij het bedenken van dit heer lijke nlannetje. Hel is heel aardig van u, La dy Elmslie. Ik dank u wel dat u ook aan mijn pupil gedacht hebt. Wij zullen daar heerlijk kunnen rijden en U ook volop als amazone kunnen bewonderen. Lady Elmslie schudde het hoofd. Onzin, Ralph. Ik begin al veel te oud te worden. Lieve H©meldat kan ik eer der zeggen sinds vaderlijke zor gen mij op de schouders zijn ge legd. Wees liever dankbaar dat door deze zorgen andere zijn opge heven. Is het niet verrukkelijk om volop geld te hebben Is er iets af schuwelij kers op aarde dan armoe de en het onbeduidende waartoe die achter mijn hotel ligt. lag neer on der het heerlijk bruidskleed van den winter. Wit, overal verblindend wit overal bruidskleur. Alle dingen hebben een licht- en een schaduwzijde. Zoo ook de sneeuw. Het wandelen door de straten wordt er door de neergestrooide hemelveertjes niet pleizieriger op. Maar de versierin gen hebben niet geleden. Integendeel het pleizierige wit op de groene guir landes is zoozeer in den toon, dat het de groote, witte strikken en de witte bloemen die nog boven den bruidsweg worden aangebracht, haast overbodig maakt. En de kleuren van vlaggedoek en wapenschilden spreken er des te sterker door. Om elf uur brak de zon weer door, en herschiep de straten in modderba den. DE AUBADE. Waarom door het comité voor een volkshulde het achterplein van het ko ninklijk paleis was uitgekozen voor de uitvoering der aubade op Dinsdagmid dag, zal menigeen een raadsel zijn ge weest. Inderdaad om dergelijke plechtighe den te doen slagen is behalve eene goede uitvoering ook nog noodig een gepaste omgeving, liefst veel publiek niet dat der deftige genoodigden, maar het groote rumoerige straatpu bliek, met al zijn schakeeringen en zijn echte ontvlambaarheid. En hier? Een ruim, grafachtig plein, evenals dat aan de voorzijde ingesloten door de vooruitspringende grijze vleugels Het Paleis kijkt uit op den tuin, die geheel in wintetooi was. De sneeuw lag dik donzig op de perken en grasvelden, was fijn uitgesponnen langs de takjes der statige boomen. Alleen een paar verkleurde sierva^en en eèn beelden groep verbrak het strakke wit. In het midden van het plein stonden de grenadiers. De wite pluimen der sjako's en oranje tressen der uit monstering, kwamen even uitkijken boven de zangers, die er ten aetale van 650 omheen stonden. Zij waren niet zoo officieel gekleed als gisteren. Voor al bij de dametjes die vooraan stonden, was een rijke afwisseling van fantasie tjes op te merken. Zij behoorden tot de Koninklijke Na tionale Zangschool, de Christelijke Zangvereeniging „Oefening en Stich ting", de zangvereeniging „Hosanna", de zangvereeniging „Uw Koninkrijk kome", de dames-zangvereeniging „Ce cilia", de Mannenzangvereeniging „St. Cecilia", (onderafdeeling van den R. K. Volksbond) en het Scheveningsch Mannenkoor. De eersten 'zijn alle uit Den Haag, Tegen twee uur beklom de heer B. van der Velde, directeur der Konink- l ke nationale Zangschool, zijn hoog gestoelte. Kort daarop verscheen het Vorstelijk Bruidspaar met de gasten. H. M. de Koningin was in een mooi' blauwzijden costuum, afgezet met zwarte biesjes; het deed haar gracieu- se, goedgevormde gestalte goed uitko men. Zij was zonder hoed of omslagdoek. Naast haar de Prins, in de mooie uniform van scliout-bij-nacht. De Koningin-Moeder droeg een lila- japon, op het hoofd het wit kanten weduwenkapje. Aardig te zien de teedere zorg van den knappen bruigom voor zijn mooi bruidje. Eigenhandig ging hij van achter uit den gang een stoel halen en plaatste die voor de telkens openklap- perende deur. De Koninklijke Moeder onderhield zich als een goede gast vrouw voortdurend met haar gasten. Elk oogenblik stelde zij nieuwaanko- menden aan elkaar voor. Dan zag men de stijve, stramme militairen hoffelijk salueeren en buigen, de dames sierlijk nijgen. In de beneden-corridor bevonden zich de Moeder van den a.s. Prins-Gemaal, -roothertogin van Mecklenburg, een rijzige oude dame, met koninklijke hou ding. Zij was gekleed in rose zijden toilet. Voorts de Prinses van Waldeck, Prins Albert van Pruisen en Grootvorst Wlad.ira.ir van Rusland, allen in uni form of groot toilet. Voor bet boven raam de familie von Wied. Na het altijd mooie psalmzingende Wilhelmus van Nassouwen: Wilhelmus van Nassouwen Ben ik van Duitschen bloed, Het Vaderland getrouwe Blijf ik tot in den doed. yoor Godes Woord geprezen Heb ik, vrij, onversaagd, Als een held, zonder vreezen, Mijn edel bloed gewaagd. de armoede je veroordeelt? Ja, geld is een heerlijk iets. Maar wat armoede betreftdat wat U armoede noemt, zou voor menig een voldoende zijn om van alles te kunnen genieten. Daar hebt u nu b. v. majoor Selley en zijne vrouw. Ik geloof niet dat zij duizend pond pe.r jaar te verteren hebben. Dat betaal je alleen al aan huur voor een fatsoenlijk huis, mompel de Ladv Elmslie. Toch heb ik nooit gelukkiger menschen ontmoet. De tijd vliegt om als ik bij hen ben. Hun huis is lief en gezellig. Zij hebben hun dochters wel opgevoed juffrouw Selley zingt alleraardigst, vooral in duetben met Claude. Het mid dageten is er goed ofschoon een voudig. en wordt er keurig opge diend. Er heerscht een gezonde, vroolijke toon. en wat zou men nog meer kunnen wenschen? Mijn beste Ralph, zei Lady Elmslie n T een eenigszins spotten der! glimlach. lk geloof dat jij al te best over middageten kunt oor deel en, als ik bedenk dat je twee of drie jaar minstens eens in de week bij dien wek kon dineeren. Misschien ben ik geen fijn- Mijn schild en mijn betrouwen Zijt Gij, o God, mijn HeerI Op U zoo wil ik bouwen. Verlaat mij nimmermeer. Dat ik doch vroom mag blijven, Uw dienaar t' aller stond, Die tirannie vredrijven, Die mij mijn hert doorwondt. klonk opgewekt en blij de Welkomst zang: WELKOMST-ZANG BIJ HET H0WELIJK VAK Hare Majesteit Koningin Wilhelmina t MET Zijne Hoogheid Hertog Hendrik van Mecklenburg Schwerin. Eén lied golft langs de stranden, Stijgt op van trans en tin. Het volk der Lage Landen Om juicht zijn Koningin. Het schouwt zijn Toekomst in De ineengelegde handen Van Vorst en Troonvorstin. Eén welkom ruischt U tegen, Eén enkel vol akkoord Van stad en veld en wegen, Eén „Heil" van Zuid tot Noord U, Die van Haar het woord En 't harte hebt verkregen, Aan Wie ons hart behoort. Eén bede voor U Beide Ontstijgt ons blij gemoëd Het licht des Heeren spreide Een licht voor Uwen voet! Zijns geestes overvloed Door 't leven U geleide, Door voor- en tegenspoed! Toen werd kalm en breed opgevat de „BEDE" geuit voor het Vorstelijk Echtpaar Heil U! o Vorst'lijk Paar Rein is Uw leven, Edel Uw streven, Groot is Uw liefde tot Uw volk Dat Godes zegen nederdaal' Op Koningin en Prins-Gemaal Dit is 't vurig smeekgebed van Neör- lands minnend volk. Heer wil van lijden, Bij alle tijden, Bevrijden 't Vorst'lijk Paar de Moeder meê 1 Voer Hen steeds in veil'ge reê, Bind Vorstin en volk door ware een dracht en schenk ons een duurzamen vrêe. O Heer verhoor die beê „Blijft één" was een krachtige, fik- sche opwekking. BLIJF EEN. Blijf één, blijf één, mijn Vaderland! Blijf één en ongeschonden. Geen staatspartij, geen godsdiensttwist Verscheure, door geweld of list, Wat God heeft saamverbonden. Blijf één, blijf één, mijn Vaderland! Laat niets die kracht u rooven. Schraag, als een eenig man, den troon, En meng geen wanklank in den toon Van 't oud „Oranje-Boven 1" Blijf één, blijf één, mijn Vaderland Laat niets die vreugd verbitteren. Blijf, kleinst, maar roemrijkst volk der aard, Door orde en rust de vrijheid waard, Die uw gelaat doet schitteren. Blijf één, blijf één, mijn Vaderland Laat niets die deugd verflauwen. Wroet in geen eigen ingewand En, Leeuw van Neerland toon geen tand Dan tegen vreemde klauwen. In de „Zegenbede" enz. bewonder den wij de teedere, innige muziek van Giuck. ZEGENBEDE. Spreid, o Hoogste Liefde! Uw Zegen Over Beider Hoofden heen Kroon Hun streven! Leid Hun wegen! Uwer is het Rijk alleen. Bloemen bloeien om Hun schreden Hooge Glorie van 't Verleèn Straalt door 't overvloeiend Heden In vernieuwde schoonheid heen. Maar de schoonste bloemen breken, Zilverlicht wordt duisternis, Macht en Majesteit verbleeken Als Uw Hand niet vóór ons is. Spreid, o Hooge God! Uw Zegen Over Beider Hoofden heen! Kroon hun streven Leid Hun wegen Uwer is het Rijk alleen. En het programma eindigde met het Volkslied, flink en vrijmoedig gezon gen. proever maar Kom, vertel mij nu maar niet. dat het je niet schelen kan wat je eetdat is een phrase, die ik niet graag hoor. Dan krijg ik direct geen hoog idéé van den spreker van zijn intellect namelijk. Knappe mannen, ja, en vrouwen ook, zijn altijd zéér gesteld op fijne kostjes. Gelooft u dan maar, dat ik dit niet van plan was te zeggen. U moet mij toch vooral niet als zoo'n domoor beschouwen. Maar zeg eens, Ralph. Zou ik kapitein O.Hara te dineeren kun nen vragen Hoe, alleen? Neen, zeker niet. Wil jij er dan voor het fat soen bijkomen Moet ik er dan voor spek en boon-en bijzitten? Vraagt u dan iuf- frouw Tracey. d"n zijn wij ten minste met ons vieren. Ik weet nog iets beters. Ik zal maioor Selley en zijn vrouw ook uibnoodigen. Zij zal wel heel vervelend zijn maar dat hindert in mijn tegenwoordige, droevige oms t and i gh eden n i eis Brandon lachte en stak nog een cigarette op. Heb je gezien dal het kamer- VOLKSLÏED. Wien 't Neêrlandsch bloed door de ad'ren vloeit, Van vreemde smetten vrij; Wiens hart voor 't heil van Neêrland gloeit, Verheff' den zang als wij. Hij jubel' meê, met stem en snaar, Van Oost- tot Westerstrand, In 't lied voor 't Vorst'lijk Huwlijkspaar En 't lieve Vaderland! Bescherm, o God! bewaak den grond Waarop onze adem gaat, De plek waar onze wieg op stond, Waar ook ons graf eens staat. Wij smeeken U, Alzegenaar! Leid met Uw Vaderhand, Het dierbaar Vorst'lijk Huw'lijkspaar En 't volk van Nederland! Toen was het opeens een gewuif met hoeden en programma's, een gejuich uit vele kelen. H. M. gehoorzamend aan een Harer lieve ingevingen trad met Haar Bruigom naar buiten, op den stoep, en complimenteerde den heer Van der Velde, voor de welgeslaagde aubade. (Zie vervolg Eerste Blad). Het huwelijk der Koningin. In alle oorden van ons land wordt feestgevierd of worden toebereïdseleu gemaakt tot feestviering. Te Arnhem is op het Velpelplein een groote mili taire taptoe „geslagen en geblazen". Na de taptoe zijn de verschillende volksliederen gespeeld door de hoorn blazers van de rijdende artillerie, de tamboers en hoornblazers van het 8e regiment infanterie en de stafmuziek van dat regiment. Ook voor de woning van generaal-majoor Prins op de Utrechtschestraat zijn verschillende volksliederen ten gehoore gebracht. Ondanks het weder, er viel een natte sneeuw en de straten waren glibberig, was er een overgroote, vroolijk .ge stemde menigte op de been. Te Vlaardingen zal uitvoering wor den gegeven aan het plan om een mo nument te stichten als gedenkteeken aan de troonsbestijging van H. M. En tot ver over de landpalen is dit huwelijk het gToote feit van den dag. Het aantal Fransche inschrijvers voor het huldeblijk loopt om de vier honderd, waarvan bijna de helft, het meerendeel werklieden en oud-kolo nialen, uit het Noorder-departement. Rijssel, Roubaix en verschillende klei ne plaatsen uit dit departement hebben in het album hun hoofd. Parijs opent natuurlijk de rij, komende na de op dracht, en dan volgen in de orde waar in deze steden haar giften hebben over gemaakt, Marseille, Havre, Nizza, Meu- don, Boulogne s/Mer, enz. Ten slotte een kleine dertig inschrijvers uit Algerie, onder wie negentien witte paters (Nederlanders) uit het Maison Carrée bij Algiers. Daar de giften zijn blijven toevloeien nog na den officieelen termijn van sluiting en de beslissing omtrent de keuze van het geschenk en van het be geleidend album, heeft de commissie aan een kleine tien procent van het totaal ingekomen bedrag een andere bestemming moeten geven. Zij heeft gemeend het best in den geest te blij ven van de schenkers, het best ook in overeenstemming met de traditie om op nationale feestdagen de Nederlandsche armen niet te vergeten, wanneer zij de Nederlandsche vereeniging voor lief dadigheid alhier in de gelegenheid stelde van het overschot een extra- bedeeling te houden onder haar behoef- tigen. En het bestuur dier vereeniging zal nu voor deze uitdeeling geen ver schil maken tusschen de personen der bij haar ingeschrevenen. Allen zijn Nederlanders en meer of minder be hoeftig. De redenen welke het bestuur op gewone zittingen wel eens hulp doen weigeren, zullen voor den nationale» feestdag niet gelden. Wel zal er na tuurlijk een verschil zijn of de te be giftigen persoon alleen is of hoofd eener familie en dan met hoeveel kin deren. Dat echter allen een goede dag. wacht, zal men wel willen gelooven wanneer men weet, dat de talrijkste gezinnen tot tien frank in geld ont vangen plus een bon van twintig frank waarvoor zij, vrij in hun keuze, in een der groote magazijnen la Samaritaine, kunnen koopen wat zij wenschen of waaraan zij behoefte hebben. z Het geschenk dat een groep Hollan ders te Petersburg aan II. M. de Ko ningin aanbiedt, bestaat uit een lang werpige schaal van nephriet, met gou- den grepen, die aan de bovenzijde met lid voor Eastcliffe zéér ongesteld is, en wel zal aftreden? Ja, ik heb zoo iets hooren zeg gen. Was het niet Lord H Zij noemde één der voornaam ste Liberale Kamerleden. Ik h6b niet de eer hem te ken nen. Maar je kent zijn secretaris toch wel, en dat komt toch op het zelfde neer. O, ja Sinclair heb ik wel eens ontmoet. En zul je deze <*eleeenheid niet te baat nemen om je candidaat te laten stellen? N u kun je dit toch wel doen. Brandon leunde achterover in ziine stoel, de oogen half gesloten. Hoe weet u dat dit ooit mijn wensch is geweest? Ik ik heb het geraden. Als men een vriend zeer genegen is. dan merkt men al gauw aan hem. dooi zijn praten, zijn blikken enz. enz. wat zijn idealen zijn. Daarom had ik'gewild dat je juffrouw Tra- ce;y zoud't brouwen. Nu is alles nog beter uitgekomen, en ben je vrij. Dat is heel vriendelijk van u gezegd, Lady Elmslie. Ja, later zou email en edelsteenen versierd zijn. Het stuk nephriet is van zeldzame grootte, en in den bodem zoo dun ge slepen, dat 't doorzichtig is. De grepen zijn in Russische renaissancestijl ge houden, in groen en rood email, op goud, waarin op elk der beide grepen een groote diamant gevat is, omringd door verschillende kleinere steenen. Het geheel maakt een schitterend rij ken indruk, als een kleinood uit een Duizend-en-een-nacht-schatkainer. Het is ontworpen en vervaardigd door den hofjuwelier Fabergé. Bij 't geschenk is een opdracht gevoegd, waar deze oud-Hollandsche woorden o. a. aan gehaald worden „Moscovisch ijs noch sneeuw verkoelden nooit den gloed, van ons ontsteke borst, door 't afzijn aangevoed." Het gezantschap heeft zich belast met de overzending van 't geschenk. Uit Moscou komt ook een huldeblijk voor de Koningin. Daar zullen de Hol landers op echt Russische wijze de Konngin zout en brood aanbieden. Een prachtige schotel van gedegen goud wordt door een deputatie van drie hee ren naai* Den Haag gebracht en de Koningin overhandigd, benevens een kistje met photografische afbeeldingen der stad Moskou. De Nederlandsche consuls van Fin land hebben gezamenlijk aan H. M. de Koningin een gelukwenschings- adres gezonden. Deze heeren hebben 't gelukkige denkbeeld gehad 't adres te doen vervaardigen door een van Finland's bekwaamste kunstenaars op 't gebied van versieringskunst, graaf Sparre. Het adres bestaat uit twee bladen, gevat in een perkamenten omslag. Op 't eene een fraai gestyleerd typisch Finsch zomerlandschap gekroond door 't Finsch wapen, en op 't andere blad bevindt zich de tekst in blauw en goud, waarboven 't Nederlandsche wapen prijkt. Op den omslag zijn de gouden initialen dooreengevlochten onder een koningskroon aangebracht, uitkomend op een zacht daaronder geschilderd Nederlandsch wapon, van oranjebloe sems omgeven. De minister van binnenlandsche za ken heeft, het voornemen, aan zijn de partement een jaarlijksche emigratie statistiek te doen opmaken. Het cijfer der bevolking van elke gemeente, ge splitst naar de verschillende leeftijds klassen, kan nl. tot nog toe slechts worden vastgesteld voor het oogenblik der volkstelling. Kon echter dit cijfer jaarlijks worden vastgesteld, dan zou den, meer dan tot nog toe. belangrijke opgaven kunnen worden verstrekt om trent de wisselende samenstelling der bevolking en de sanitaire en andere invloeden, die zich daarop doen ge voelen, en bepaaldelijk de vergelijking van het getal overledenen met het getal levenden meer waar de hebben. Daartoe zou noo dig zijn dat men, behalve van het getal geboorten en het getal sterftegevallen, °°k kende de cijfers, aanduidende de wijzigingen, die door vestiging en ver trek zijn gebracht in de onderscheide ne leeftijdsklassen der gemeenten. De minister van binnenlandsche za ken heeft daarom de gemeentebestu ren, door tusschenkomst van de Com missarissen der Koningin, verzocht jaarlijks opgaaf te verstrekken van het getal personen, die zich in het af- geloopen jaar in de gemeenten vestig den of daaruit, vertrokken, gerang schikt naar geslacht en geboortejaar. De vroegere kameraden van hertog Hendrik. De vereeniging van oud-militai ren van het negende Duitsche leger korps, waartoe de Mecklenburg- sc.he divisie behoort, heeft aan her tog Hendrik liet volgende telegram gezonden ..De ter maandbijeenkomst ver s-aderde kameraden van de Ver eeniging van oud-militairen van het negende legerkorps te Schwe rin, zenden Z. H. hertog Hendrik bij zijn huwelijksfeest de beste ge- luk wenschen. Het bestuur Hollz." Op het telegram werd het vol gende antwoord ontvangen ..Z. H. hertog Hendrik dankt de Vereeniging oprecht voor haar vriendelijke geluk wenschen. Von Engel, kamerjonker." De huiszoeking te Houtigehage bij ü-achten. Men schrijft aan de ,N. R. Ct. Het parket der arrondissements- ik heel graag in het Parlement ko men, maar voorloopig nog niet en voor Eastcliffe in geen geval. Ach, Ralph ik zie wel dat je mil niets toe wilt vertrouwen. Maar da! hindert niet, ik kan prachtig raden. Ik zal je nog wel eens aan het hoofd zien van de Liberale partij, de Tory Liberalen, of do Conservatieve Radikale Hervor mers. of iels diergelijks. Alles is mogelijk in de toe komst antwoordde hij Spoedig daarna nam Brandon af scheid, en waarschuwde sijn gast vrouw vriendelijk U moet voorzichtig zijn, Lady Elmslie. U ziet er heusch slecht uit, en ik heb u zco dikwijls van kleur zien veranderen dat is mii nog nooit te voren zoo van u op gevallen. Maar Ralph, kom dat meen je niet. Ja. zekernu auieu 't Is toch een eigenaardige vrouw. Ik ben blij dat zij Claude zoo graag mag lijden. Zij kan een goede vriendin voor haar zijn, maar zij vermoedt niet dat mijn kleine pupil zich zoo gelukkig onaihan*

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1901 | | pagina 5