P, L. ENGELENBERG, Barteljorisstraat 23, Beverwijk. Officieel is thans bepaald dat de anti revolutionaire partij in dit district geen eigen candidaat voor het lidmaatschap der Tweede Kamer zal stellen. Veis en. Ter gelegenheid van het huwelijk Barer Majesteit de Koningin, zijn evenals in de andere deelen der gemeente de kinderen der openba re en bijzondere school van wege de gemeente Velsen onthaald, ter- wijf aan de oudste leerlingen een medaille uit de fabriek van den heei G. J. Begeer te Utrecht, uit gereikt is met. de beeltenis der Ko ningin en Haar Gemaal, en de klei- Laerc portretten kregen. Na afloop werd door beide scholen gezamen lijk een optocht door de plaats ge daan met de muziek van het fan farekorps Concordia. Sloten. Hedennacht is in de afdeeling Os dorp dezer gemeente afgebrand de boerderij van en bewoond door den veehouder Bodegraven; liet vee werd naar wij vernemen gered: van den in boedel weinig. Binnenland. De Feestweek in Den Haag. (Buitengewone correspondentie). 's-GRAVENHAGE, 7 Febr. DE DAG VAN HET HUWELIJK. Koningin Wilhelmina's huwelijks dag was mild en zonnig. Van een haast onbewolkten. teeder blauwen hemel, kwam het gouden licht in volle stroo men neer, en de jonge lucht stemde feestelijk en vol verwachting. Pas was het ontbijt afgeloopen of de menschen stelden zich al ter zijden van den Bruidsweg op. Vooral in den omtrek van de Groote Kerk was het vaak benauwend, maar toch bleef de orde bewaard, al werden flauwvallen de dames met aankleve daarvan ons niet gespaard. Die bij het Paleis stonden hadden het meest te zien. Want den geheelen morgen reden schitterend versierde prinsen en prinsessen aan. en lieten zich dank zij hun langzame, statige bewegingen goed bewonderen. Nooit zag ik zóóveel eerekruisen en zooveel goud en kleuren van uniformen. En bovendien was de land- en zeemacht vertegenwoordigd door tal van hoofd officieren. De voorhof was ditmaal afgezet door een dubbele haag grenadiers. Om half twaalf bad het Burgerlijk Huwelijk plaats in de Witte Zaal van het Paleis. De Minister van Justitie Mr. P. W. A. Cort van der Linden opende de plechtigheid met de volgende woor den Alvorens over te gaan tot de voltrek king van het huwelijk, waartoe ik, Minister van Justitie, als ambtenaar van den burgerlijken stand, krachtens de wet en volgens het verlangen van het Vorstelijk Bruidspaar geroepen ben, wend ik mij tot Uwe Koninklijke Hoogheid Groothertogin Marie van Mecklenburg-Schwerin, als moeder ■van den Hoogen Bruidegom, met de eerbiedige vraag of Uwe Koninklijke Hoogheid bereid is Hare toestemming te geven tot deze echtverbintenis. Evenzoo wend ik mij tot Uwe Majes teit Koningin-Weduwe der Nederlan den als moeder der Koninklijke Bruid, met gelijke vraag of Uwe Majesteit be reid is ook Hare toestemming te geven tot deze echtverbintenis. Nu dan uit de verkregen toestem ming en uit de overgelegde bescheiden gebleken is, dat niets meer in den weg staat aan de vervulling van Uwen -wensch, Hooge Bruidegom en Bruid, is het oogenblik gekomen, waarop ik van U een woord vraag dat niet alleen voor U zeiven maar ook voor ons ge liefd Vaderland van zoo onschatbaar gewicht is. Ik noodig U eerbiedig uit van Uwe zetels op te staan en elkander de rech terhand te geven en vraag U Heinrich Wladimir Albrecht Ernst, Hertog van Mecklenburg, en Wilhelmina Helena Pauline Maria, bij de Gratie Gods Ko ningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, of Gij verklaart, dat Gij elkander aanneemt tot echtgenoo- ten en dat Gij getrouwelijk alle de plichten zult vervullen, welke door de wet aan den huwelijken staat verbon den zijn. Wat is daarop Uw antwoord Na toestemmend antwoord van het Vorstelijk Bruidspaar vervolgde de Minister van Justitie Zoo dan verklaar ik, Minister van Justitie, ambtenaar van den burgerlij ken stand, in naam der wet U door het huwelijk verbonden. Nadat de Hooge Echtgenooten hunne zetels weder hadden ingenomen en de huwelijksakte voorgelezen en onder teekend was, wendde de Minister van Justitie zich tot de Vorstelijke Jongge huwden en sprak als volgt Hooge Echtgenooten Van ganscher harte wensch ik U ge luk met de voltrekking van Uw huwe lijk. U in de eerste plaats, Vorstelijke Echtgenoot Uit liefde voor Uwe Koninklijke Bruid hebt Gij Uw dierbaar Mecklen burg, sedert eeuwen aan Uw Geslacht verknocht, verlaten Gij hebt thans de plechtige belofte afgelegd, Haar hou en trouw te zijn de dankbaarheid en aanhankelijkheid van Haar Volk, zijn U gewaarborgd. U ook, Majesteit, U bovenal geldt mijn wensch. Van Uw wiegje af heeft het Neder- landsche Volk U, zijn lieve Konings kind, zien opgroeien onder de hoede van Uwe geëerbiedigde en beminde moeder Blijde heeft het U, zijn Koningin, gehuldigd, toen Gij bevestigd hebt bet aloud verbond van Nederland en Oran je, veilig in wederzijds,che trouw En thans viert het met U het hoog- getijdc van Uw leven, met de bede in het hart, dat U en Uw Gemaal alles beschoren moge zijn wat een men- schenpaar gelukkig kan maken. Hooge Echtgenooten Het geluk dat Gij. tot lief en leed ver eend, eikander bereidt, straalt ver bui ten Uwe echtelijke woning. God geve dat Uw echt ten zegen zij voor U zei ven. tot vreugde voor Uwe Hooge Verwanten en tot heil van het dierbaar Vaderland. Toen kwamen de rijtuigen aangere den. Voorop de stalmeester, in schar- lakenroode uniform, te paard gezeten. Daarna een liofrijtuig met vier paar den, voor den ceremoniemeester. Naast de paarden gingen eenige leiders. Al len waren in gala-kleeding, blauwe uniform met breede, gouden banden afgezet, de steken overdwars op het hoofd. Ook voor de volgende rijtuigen. Om kwart voor twaalf rijdt de hof maarschalk aan, gekleed in blauwen uniform met geel lint. Hij wordt ge volgd door de cavalerie. Steeds meer hofrijtuigen komen het voorplein op Ze zijn allen met 6 paarden a la dau- mont bespannen. Een statig gezicht. Met vaste hand worden de vurige die ren door de koetsiers van den hoogen rooden bok af bestuurd, met rood zijden linten als leidsel. „Daar komt de gouden koets!" wordt er geroepen. Toch niet 't is de sta tiekoets van de Mecklenburgsche fa milie. Boven op rust de kroon op een rood kussen. De wielen zijn wit met goud gekleurd. Over het midden van het in donkeren tint gehouden onder stel van het rijtuig loopt een breeden band van blauw met goud. Aan alle zijden is glas. Hier stijgt de vorstelijke familie van den Prins in. En nu komt inderdaad de gouden koets, een sprook jesachtig mooi rijtuig, als uit den tijd van Asschenpoestereen won der van opvatting en uitvoering, oog verblindend goud aan alle kanten. Voor en achter is de koets in prach tig krullen uitgewerKfc. Op heft dak dragen vier godinnen de gouden kroon. De acht paarden die het monu mentaal rijtuig voorttrekken, worden door middel van wit zijden linten in toom gehouden. De koetsier en palfre niers dragen witte bruidsruikers. Daar komt de Koningin. Een mooi. lief Bruidje. Zij ziet er blij-ernstig uit, op het innemend gelaat een weemoedig gelukkig lachje. Naast Haar verschijnt Koningin Emma, de moeder die zoo pas heeft toevertrouwd haar grooten schat aan den Mecklenburgschen vor stenzoon. Prins Hendrik staalt daar kalm en waardig bij. Blijkbaar is hij zeer onder den indruk van het oogen blik. Het publiek is in vreugdekreten los gebarsten. Nu stijgen bet jonge echt paar en de Koninklijke moeder in. De Hertog zit vis-a-vis van de Vorstinnen. Hij draagt de Schout-bij-nacht uni form. Koningin Emma is in het lila. De tocht door de stad was een zege tocht, 't was een jubel zóó machtig, dat men er in de ziel ontroerd door werd. En altijd maar boog het jongen blonde Koninginnehoofd onvermoeid* en minzaam, ging de hand van den Prins-Gemaal militairement naar het het hoofd. IN DE KERK. Het Godshuis was treffend eenvou dig gehouden. Aan den ingang alleen een marquise van grijs laken met het Nederlandsche wapen versierd, terwijl de wanden van de ontvangkamer be kleed waren met blauwe stof vol goed- gele heraldieke leeuwen. Natuurlijk was 't grijze kerkinterieur door de aan wezigheid der 1682 schitterend uitge doste genoodigden toch verloren. Ook groen en bloemen waren aangebracht. In de hoogte de spreuk „Mijn oog zal op U zijn." Plechtig ruischte het „Sanctus" van Handel door de gewelven, even voor dat het Vorstelijk Echtpaar binnen kwam. Zoodra zij echter verschijnen heft het gemengd koor dit treffend welkom aan: Waar gij heengaat, daar wil ook ik, ook ik heengaan, En waar gij zïjt, waar gij zijt, daai wijl ook ik, Uw volk is mijn volk, en Uw God is mijn God. Waar gij sterft, daar sterf ook ik, en waar gij rust Moog ook mijn rustplaats zijn en slechts de dood zal ons scheiden Waar gij heengaat, daar zal ook ik heengaan. Ds. van der Flier stond ditmaal voor den preekstoel. Recht tegenover hem de Koninklijke Braid en de jonge Groot hertog, troonsopvolger van Meelden burg-Schwerin. naast dezen de Ko ningin-Moeder. Links van den Vorste- lijken Bruigom waren gezeten de Moe der van Hertog Hendrik met grootvorst Wladimir. Dit waren de hoogsten in rang en de verwanten. DE PLECHTIGHEID. „Laat ons bidden,'" klinkt hei En weder rijzen allen op en het Ko ninklijke bruidspaar vouwt mét alle aanwezigen de handen tot een plech tig gebed. Na dat zeer korte gebed heft de ge meente opgestaan van de zetels, aan gezang 224 vers 1: „Gezegend d'echt Die u verbindt; zijn benden, Zijn bloemen en zijn juk, de trouwe handen, Door God ineen gelegd!" Daarop houdt ds. G. J. Van der Flier, Hofkapelaan, een toespraak naar aan leiding van de woorden uit Psalm 4 7b: „Verhef Gij over ons het licht uws aanschijns, o Heer?" Spreker begint met te zeggen dat een feeslure was aangebroken, waarin heel het volk deelt en die het jubellied „dankt, dankt nu allen God" uit tal van harten deed opstijgen. Daarna ontwikkelt hij hoe de bede in bet Psalmwoord de voorwaarde be vat van duurzaam huwelijksgeluk. Im mers dit geluk bestaat niet in uitwen dige dingen maar in de stemming des harten en geen betere stemming dan waar de behoefte aan Gods liefde in ons woont. Die behoefte spreekt zich uit in zonnige dagen maar niet min der op andere tijden. De bede om licht, onderstelt duisternis en er komen ook aan den huwelijkshemel donkere wolk jes. Het huwelijk begint reeds met of fers te vragen. Ook hier moeten zij ge bracht door den Hoogen Bruidegom, die land en volk verlaat, door de Hooge Bruid, die van nu aan niet meer een geliefde Moeder aldoor aan haar zijde zal zien. En ook voor de toekomst blijft de keerzijde van het leven niemand be spaard. Daarom hebt Gij, Vorstelijk Bruidspaar dan vooral het gebed van David niet te vergeten: „Verhef Gij over ons het licht uws aanschijns, o Heer!" Niet minder is het u van noode, om den plicht, dien U het huwelijk oplegt, naar eisch te vervullen, het is de plicht der liefde, en dit zegt zooveel, want dit geldt Uwe wederkeerige verhouding. Die verhouding moet zijn: de man het hoofd, de vrouw het hart. Dit geldt al verder het dragen van elkanders las ten, in het huwelijk komen toch twee zondige menschen bijeen van welke ie der zijn eigen gebreken heeft Dit geldt eindelijk de eenheid waar toe gij geroepen zijt naar Gods bevel: die twee zullen één zijn. Welnu, de liefde alleen is het, die zulk een band legt en bewaart. Maar zal die band niet verslappen, dan moet telkens de bede het hart vervullen: Ver hef Gij over ons het licht Uws aan schijns, o, Heer! De Koninklijke bruid ontbloot daar op de hand. Heel de schare verheft zich. De inzegening begint Het Koninklijk bruidspaar treedt naar voren, tot aan do tafel, waarachter de hofprediker staat. Bruid en bruidegom omvatten el- kaars hand, de Koningin diep geroerd en haar moeder tot tranen toe bewo gen. Dr. v. d. Flier richt zich eerst tot den Prins: En de bruigom antwoordt op de ge bruikelijke vraag met een kloek: Ja! Dan wendt de geestelijke zich tot de bruid: En het blonde kopje der Vorstelijke bruid nijgt en zacht, maar vastbera den klinkt haar gelukkig-blij: Ja! Prins Hendrik stak 't eerst den bree den effen gouden ring aan Koningin Wilhelmina's bevend handje; daarop deed zij den ring aan 's Prinsen vinger. En toen knielden zij neder. Dat was het heerlijkste oogenblik van de plechtigheid. De handen over het bruidspaar uit strekkende verklaarde dr. v. d. Flier in naam der Goddelijke Drie-eenheid, .Prins en Koninginne door den echt te zijn verbonden. Nog steeds neergeknield voor God's altaar, hoorde 't Koninklijk echtpaar de bede aan van de gemeente; gezang 96, de vier laatste regels: „Vader! sla hen steeds in liefde gade; Zoon des Vaders! Schenk Hun Uw ge nade; Uw gemeenschap, Geest van God! Amen! zij Hun eeuwig lot." Nu rijzen de jonggehuwden op en wordt hun een bijbel aangeboden. Een eveneens korte gelukwensch volgt hierop, mede een woord tot de Koning in-Moeder en de Groothertogin van Mecklenburg-Scwerin, waarna ten slot te door allen gezongen wordt Psalm 133 3. „Waar liefde woont, gebiedt de Heer den zegen, Daar woont Hij zelf, daar wordt zijn heil verkregen, En 't leven tot in eeuwigheid!" Met het uitspreken van den zegen eindigt de godsdienstige plechtigheid. Overluid bidt de godsdienstleeraar: Onze Vader in den hemel! Uw naam worde geheiligd! Uw rijk kome! Uw wil geschiede op de aarde, als in den he mel! Geef ons heden ons dagelijksch brood. En vergeef ons onze schulden, gelijk wij onzen schuldenaren verge ven. En leid ons niet in verzoeking, maar verlos ons van den kwade; want u is het rijk en de kracht en de heer lijkheid in eeuwigheid. Amen! De Koningin en de Prins treden op den Evangeliedienaar toe en reiken hem dankend de hand. Duidelijk waren de woorden, met kinderlijke teederheid door H. M. gesproken: „Ik dank u wel, dominé" hoorbaar. Teiwijl het Vorstelijk echtpaar en de gasten, paarsgewijze, zooals zij bin nentraden, het kerkgebouw verlaten, laat het koor het indrukwekkend slot nummer hooren: de Hymne van Glück, vierstemmig, met orgel, woorden van den heer P. A. M. Boele van Hens broek: Leen, o God! zoo hoog verheven, Leen aan uwer klnd'ren koor Leen aan ons gebed gehoor! Heer- wil, wat wij vragen, geven! Heer! Gij weet in Uw genades Wat den menschen liefde is. Stralend licht z'op onze paden Zonder haar slechts duisternis. Word' genoten of geleden Zij, wie ware liefde bindt, Zijn gelukkig en tevreden Weten zich door U bemind. Zoo G'één gave hun wilt geven Wie Uw zegen thans vereent, 't Zij de liefde, die in 't. leven Slechts vereenigt, juicht of weent. Zij hun liefde, God cn Vader! Als de uwe, ecuwig, rein! Dan, dan komen Z' U steeds nader, Godgelijk wordt dan hun zijn. Leen, o God! zoo hoog verheven, Leen aan uwer kind'ren koor, Leen aan ons gebed gehQorl... Heer! wil, wat. wij vragen, geven! NAAR HETLOO. Het Vorstelijk Echtpaar is door den Haag op allerhartelijkste wijze uitge leide gedaan. De Rijnstraat stond boordevol, en zelden heeft men zulk een gejuich ge hoord toen het koninklijk rijtuig door die levende haag reed en voor den in gang van den koninklijken wachtsa- ion stilstond. Daar werden Koningin en Prins Ge maal opgewacht door den Commissaris der Koningin, den burgemeester der residentie, beiden in ambtsgewaad, en den gouverneur der residentie. Het eere-escorte van de huzaren en edellieden maakte front en brachten het saluut, terwijl de commandant der eere-garde graaf Van der Duijn, luid keels een „Leve de Koningin" laat hoo ren, dat door zijn mederuiters geest driftig hei-haald wordt. Nog eenmaal keeren H. M. en de Prins zich groetend naar de menigte waarna zij zich, begeleid door de bo vengenoemde autoriteiten, in de wacht kamer begeven. Daar onderhielden de Koningin, die baar bruidsbouquet in de hand hield en prins Hendrik zich eenige oogen- blikken met de heeren Patijn en Van Harinxma, waarna zij zich in den ge- rèedstaanden koninklijken trein bega ven, eerbiedig begroet door een be perkte schare van bevoorrechten die op het plankier ter weerszijden van de wachtzaal was toegelaten. Aan het geopende portierraam sprak H. M. de Koningin nogmaals met den burgemeester en betuigde zij het hoofd der politie Hare ingenomenheid en dank met de genomen uitstekende maat regelen van orde in deze drukke dagen. Precies op tijd te 4 uur 25 min. zette de trein zich in beweging onder harte lijke hoera's. HET VUURWERK. Duizenden en nog eens duizenden hebben dank zij het prachtige weer ge noten van het luisterrijke vuurwerk. Eene geweldige massa pijlen in alle mogelijke soorten werd omhoog gezon den. Geen oogenblik was de zwarte he mel zonder lichtlijnen, of gekleurde ballen. De reusachtige korenschoven van vuur, de gouden veeren, de bonte waaiers volgden elkaar zonder ophou den op, en de kanonnades waren vooral bij de groote stukken oorverdoovend. Het slotstuk gaf te zien „Oranje Bo ven." De drukte in de stad was ontzettend. Zoo was het de geheele feestweek nog niet, maar 't was ook het uitzetje van de feestgangers. Welnu, zij hebben zich flink geweerd. Ons compliment. Ook aan het comité voor de Volkshulde, aan het Bestuur der Haagsche Journalisten - vereeniging, dat de collega's zoo uitste kend gerecipieex-d heeft. Wij zien met genoegen terug op de Feestweek in het Haagje doorgebracht. Aankomst op het I oo. Aan de plek van aankomst stonden Donderdagavond zeer eigenaardig ge schaard de beambten op het Loo, met brandende toortsen tot aan het paleis Koningin en Prins uitgestapt zijnde, werden begroet door den burgemeester, de eenige autoriteit op het perron, die de jonggehuwden geluk wenschte met dezen dag. Met een handdruk dankto het Vorstelijk Paar, dat onmiddellijk in het open rijtuig steeg en onder de jubelkreten van de menigte in vollen draf door de rij van fakkeldragers on der de eërepoort reed, waarop een ver- licht transparant „Welkom"' toeriep. H. M. had een bloemruiker in de hand en knikte de enthousiastische menigte als gewoonlijk vriendelijk toe, tex-wijl de Prins op militaire wijze groette. In de vestibule gerecipieerd, werd het Vorstelijk Paar een bloemstuk aan geboden namens de dames en heeren van het Militaire en Civiele Huis der Koningin. Toen betraden zij het rustig verblijf, waar zij in de kalmte der af zondering de eerste maand van hun jong huwelijksgeluk hopen door te brengen. Nog lang bleef de menigte onder het zingen van volksliederen voor het pa leis wachten, in de hoop het Vorstelijk Paar nog eens te zien, doch te ver geefs. Het Vorstelijk Paar en gevolg dinee- ren ten paleize, de officianten in het hotel „De Keizerskroon." Bij Koninklijk besluit van 6 Febr. 1901, heeft het Hare Majesteit behaagd aan Hoogstderzelver Gemaal, Zijne Koninklijke Hoogheid Hendrik Wladi mir Albrecht Ernst, Prins der Nedei*- landen. Hertog van Mecklenburg, enz., enz., zitting en raadgevende stem te verleenen in den Raad van State. De gratie. Door H. M. de Koningin is bij gelegenheid van Hoogstderzelver Hu welijk aan verschillende veroordeel den kwijtschelding of afslag van straf verleend, terwijl mede verscheidene gevangenen zijn ontslagen. Het aantal van degenen aan wie een gunstbetoon is te beurt gevallen, zoowel militaire als burgerlijk ver oordeelden, bedraagt 364, van welk aantal aan 70 veroordeelden geheele kwijtschelding van straf is toegekend, terwijl 63 gevangenen van verdere straf zijn ontheven. Onder de zwaar gestraften 'aan wie vrijheid bij deze gelegenheid is terug gegeven, zijn genoemd M. C. R. de Haas, wed. Kroon, Keimpe Hoger huis, Johannes van Es en Teunis Visser; terwijl ten aanzien van twee tot levenslange gevangenisstraf ver oordeelden, W. Stoeldraaiei's en G. de Vos, die straf is verwisseld in een tijdelijke straf van 25 jaren, ingaande met de dagteekening van de tenuit voerlegging van het arrest. Aan drie gevangenen is een afslag van drie jaar verleend zijnde A. van der Veer, M. Hogerhuis en W. Hoger huis; een afslag van twee jaren op de straf opgelegd aan L. van dei Laan, terwijl 10 gevangenen hun straf met één jaar verminderd zagen. Marten en Willem Hogerhuis zouden resp. 28 Sept. 1907 en 1908 vrij komen. Verder is toegekend een afslag vat 9 maanden aan 3 veroordeelden, van 8 maanden aan 4 veroordeelden, van 6 maanden aan 28 veroordeelden, van 5 maanden aan 4 veroordeelden en van 4 maanden aan 8 veroordeelden; terwijl van de verdere de afslag van 3 maanden en daar beneden is ge bleven. Ten slotte zagen 14 veroordeelden hun principieele vrijheidsstraf in een geldboete verwisseld. Ingezonden Medcdeelingen. (30 Cent per regel). Een echt middel voor ziekten van kinderen en volwassenen. De tendentie voor chronische hoest en gemakkelijk kouvatten, niet alleen, bij kinderen, maar ook bij volwassenen, vereischt een mid del dat aan twee doeleinden be antwoordt. De plaatselijke aandoe ning van de keel of longen moet worden verzacht en verlicht, en het gestel moet tevens de kracht ver krijgen, om aandoeningen van de zen aard te weerstaan. De volgende brief geeft ons daarvan een voor beeld Quaregnon België. 18 Mei 1900. Mijneheeren. Mijn kleine jongen, thans vijf iaar oud. werd aangetast door eene aandoening der ad BARTHOLOMÉ luchtbuizen toen hij anderhalf jaar oud was. en sedert dien tijd is hij zeer gevoelig voor de minste ver andering van weergesteldheid. Deze winter, is hij nog erger ge weest als gewoonlijk, hij verloor alle eetlust en hoeste onophoudelijk hetgeen niet kon nalaten ons de grootste ongerustheid te veroorza ken. Hei was toen dat ik de toevlucht nam tot uwe heilzame Scott's Emul sie, die ik hem zeer geregeld liet innemen, en het doet mij veel ge noegen u te melden dat hij thans geheel en al genezen is van deze hardnekkige hoest, waarvan wij hem maar niet hadden kunnen af helpen. Zijn eetlust is bovendien weer uitstekend geworden en zijn gelaat duidt een volmaakten gezondheids toestand aan. Mei die meeste achting, Mijne heeren verblijf ik. (Get.) Bartholomé). Hel doet ons genoegen dat wij in de bekendmaking der heilzame eigenschappen van Scott's Emulsie worden bijgestaan door de on be t-wiste getuigenis van menschen die mei dit apparaat werkelijk de proel hebben genomen. De brieven dooi ons uitgegeven toonen duidelijk aan dat Scott's Emulsie alles zal doen waarop wij aanspraak malven. Ons middel verschilt van alle andere preparaten, zoowel wat betreft de zuiverheid zijner bestanddeel en als de formule volgens welke zii zijn verbonden. Scott's Emulsie biedt levertraan in een vorm aan die aan genaam van smaak en licht verteer baar is. Het verbindt met de-ze olie hypophosphorzure kalk en soda, cn glycerine. Geen ander middel ter wereld bezit dezelfde voordeelen er. wij kunnen zonder aarzeling vorklaren, dat die echte Scott's Emul sie eene genezing zal teweegbren gen waar andere middelen totaal mislukken. Kinderen krijgen door gebruik van Scott's Emulsie spoedig hun eetlust spierkracht, en gezonde ge laatskleur terug, en worden sterk en flink. Voor chronische hoest en alle aandoe ningen van keel en longen is Scott's Emul sie het allerbeste mid del, en het is ook doel treffend in gevallen van bloedarmoede, scrofu la, en alle kwijnende ziekten. Depöts xianaeiBmcrit. The Import Trading Office, 's- Gravenhage. Heer Henri Sanders, Amsterdam. Heer F. E. van Santen Kolff, Rotterdam. Mej. E. de Leeuw, Drogist, Den Haag. Heer A. Mulder, 's-Gravenhage. Heer J. H. I. Snabilié, Rotterdam. Heer A. van Tuyll, Paleisstraat, Amsterdam. Verkrijgbaar bij alle Apothekers en Drogisten. Eerste Nederlandsche Fabriek van Kunstbloemen. A.\K<U.\(t \o. 8. Wegens verplaatsing van Winkel en Magazijn naar Groote Opruiming van alle voorhanden Bloemenmanden, Bonquetten, Pal men, Vazen, Jardinier, enz. enz. Belangrijk verminderde pryzen. ANEGANG No. 8. Uit de Arbeiderswereld. Ook hier te lande was een afdeeling in wording van de Internationale Ver- eeniging voor wettelijke bescherming der arbeiders, tot welker oprichting ten vorige jare op een congres te Parijs is besloten. Deze vereeniging heeft ten doel een band te vormen tusschen allen die in de verschillende industrieele landen de wetgeving ter bescherming der arbei ders als noodzakelijk beschouwen. Daartoe zal een internationaal bureau worden gevestigd, dat in drie talen een verzameling der arbeidswetten en ver ordeningen in alle landen zal uitgeven of tot die uitgaaf medewerking verlee nen, met een geschiedkundig overzicht en den hoofdinhoud der verslagen enz. omtrent de uitlegging en uitvoering. Voorts zal het bureel de bestudeering dier wetgeving vergemakkelijken, en de leden daaromtrent voorlichten; en door geschriften of an£er wettig mid del het brengen van overeenstemming in de verschillende wetgevingen en het verkrijgen eener internationale ar- beidsstatistiek bevorderen. Ook het be leggen van internationale congressen wordt beoogd. Deze vereeniging heeft dus een zeer nuttig doel en is volkomen neutraal, zoodat allen die met de ontwikkeling der wetten tot bescherming der arbei- instemmen, zich bij haar kunnen oan- sluiten. Er hebben zich dan ook reeds zoo vele leden bij de voorloopige commissie aangemeld, dat op Zaterdag 28 Febru ari e. k. in een vergadering bij Krasna- polsky te Amsterdam te houden zal worden overgegaan tot de oprichting eener Nederlandsche vereéiiiging in Den Haag gevestigd, met hetzelfde doel, tevens als afdeeling der internationale vereeniging. Zij zal, behalve deelne ming aan bovengenoemde bemoeiin gen, de uitgaaf eener Nederlandsche vertaling der wetgevingen bevorderen en op andere wijze hier te lande ken nis omtrent haar inhoud en toepassing verspreiden. Ook vereen igingen met rechtspersoonlijkheid kunnen als leden worden aangenomen. Als jaarlijksche bijdrage wordt een bedrag van ten min ste f 5 per jaar voorgesteld. De leden ontvangen kosteloos een exemplaar van de geschriften door de Nederlandsche of de internationale vereeniging uit te geven en hebben het recht op kosteloo- ze voorlichting vanwege bureau van voorlichting, zoo dit wordt opgericht. Het voorloopige comité bestaat uit de heeren mr. A. Kerdijk, dr. W. H. Nolens (lid der Tweede Kamer Vooi Venloo), H. W. E. Struve, (inspecteur van den arbeid), P. L. Tak en ds. A. S. Talma. Letteren en Kunst. De 8e jaargang van het bekende „Weekblad voor Fotografie" (Uit gever Laurens Hansma te Apel doorn), opent met een wedstrijd voor amateur- en vakfotografen Onderwerp en formaat der foto's worden ter keuze van den inzen der overgelaten. Inzendingen worden ingewacht

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1901 | | pagina 2