P, L. ENGELENBERG,
Barteljorisstraat 23,
Beverwijk.
Officieel is thans bepaald dat de anti
revolutionaire partij in dit district geen
eigen candidaat voor het lidmaatschap
der Tweede Kamer zal stellen.
Veis en.
Ter gelegenheid van het huwelijk
Barer Majesteit de Koningin, zijn
evenals in de andere deelen der
gemeente de kinderen der openba
re en bijzondere school van wege
de gemeente Velsen onthaald, ter-
wijf aan de oudste leerlingen een
medaille uit de fabriek van den
heei G. J. Begeer te Utrecht, uit
gereikt is met. de beeltenis der Ko
ningin en Haar Gemaal, en de klei-
Laerc portretten kregen. Na afloop
werd door beide scholen gezamen
lijk een optocht door de plaats ge
daan met de muziek van het fan
farekorps Concordia.
Sloten.
Hedennacht is in de afdeeling Os
dorp dezer gemeente afgebrand de
boerderij van en bewoond door den
veehouder Bodegraven; liet vee werd
naar wij vernemen gered: van den in
boedel weinig.
Binnenland.
De Feestweek in Den Haag.
(Buitengewone correspondentie).
's-GRAVENHAGE, 7 Febr.
DE DAG VAN HET HUWELIJK.
Koningin Wilhelmina's huwelijks
dag was mild en zonnig. Van een haast
onbewolkten. teeder blauwen hemel,
kwam het gouden licht in volle stroo
men neer, en de jonge lucht stemde
feestelijk en vol verwachting.
Pas was het ontbijt afgeloopen of de
menschen stelden zich al ter zijden
van den Bruidsweg op. Vooral in den
omtrek van de Groote Kerk was het
vaak benauwend, maar toch bleef de
orde bewaard, al werden flauwvallen
de dames met aankleve daarvan ons
niet gespaard.
Die bij het Paleis stonden hadden
het meest te zien. Want den geheelen
morgen reden schitterend versierde
prinsen en prinsessen aan. en lieten
zich dank zij hun langzame, statige
bewegingen goed bewonderen. Nooit
zag ik zóóveel eerekruisen en zooveel
goud en kleuren van uniformen. En
bovendien was de land- en zeemacht
vertegenwoordigd door tal van hoofd
officieren.
De voorhof was ditmaal afgezet door
een dubbele haag grenadiers.
Om half twaalf bad het Burgerlijk
Huwelijk plaats in de Witte Zaal van
het Paleis.
De Minister van Justitie Mr. P. W.
A. Cort van der Linden opende de
plechtigheid met de volgende woor
den
Alvorens over te gaan tot de voltrek
king van het huwelijk, waartoe ik,
Minister van Justitie, als ambtenaar
van den burgerlijken stand, krachtens
de wet en volgens het verlangen van
het Vorstelijk Bruidspaar geroepen
ben, wend ik mij tot Uwe Koninklijke
Hoogheid Groothertogin Marie van
Mecklenburg-Schwerin, als moeder
■van den Hoogen Bruidegom, met de
eerbiedige vraag of Uwe Koninklijke
Hoogheid bereid is Hare toestemming
te geven tot deze echtverbintenis.
Evenzoo wend ik mij tot Uwe Majes
teit Koningin-Weduwe der Nederlan
den als moeder der Koninklijke Bruid,
met gelijke vraag of Uwe Majesteit be
reid is ook Hare toestemming te geven
tot deze echtverbintenis.
Nu dan uit de verkregen toestem
ming en uit de overgelegde bescheiden
gebleken is, dat niets meer in den weg
staat aan de vervulling van Uwen
-wensch, Hooge Bruidegom en Bruid,
is het oogenblik gekomen, waarop ik
van U een woord vraag dat niet alleen
voor U zeiven maar ook voor ons ge
liefd Vaderland van zoo onschatbaar
gewicht is.
Ik noodig U eerbiedig uit van Uwe
zetels op te staan en elkander de rech
terhand te geven en vraag U Heinrich
Wladimir Albrecht Ernst, Hertog van
Mecklenburg, en Wilhelmina Helena
Pauline Maria, bij de Gratie Gods Ko
ningin der Nederlanden, Prinses van
Oranje-Nassau, of Gij verklaart, dat
Gij elkander aanneemt tot echtgenoo-
ten en dat Gij getrouwelijk alle de
plichten zult vervullen, welke door de
wet aan den huwelijken staat verbon
den zijn.
Wat is daarop Uw antwoord
Na toestemmend antwoord van het
Vorstelijk Bruidspaar vervolgde de
Minister van Justitie
Zoo dan verklaar ik, Minister van
Justitie, ambtenaar van den burgerlij
ken stand, in naam der wet U door het
huwelijk verbonden.
Nadat de Hooge Echtgenooten hunne
zetels weder hadden ingenomen en de
huwelijksakte voorgelezen en onder
teekend was, wendde de Minister van
Justitie zich tot de Vorstelijke Jongge
huwden en sprak als volgt
Hooge Echtgenooten
Van ganscher harte wensch ik U ge
luk met de voltrekking van Uw huwe
lijk.
U in de eerste plaats, Vorstelijke
Echtgenoot
Uit liefde voor Uwe Koninklijke
Bruid hebt Gij Uw dierbaar Mecklen
burg, sedert eeuwen aan Uw Geslacht
verknocht, verlaten
Gij hebt thans de plechtige belofte
afgelegd, Haar hou en trouw te zijn
de dankbaarheid en aanhankelijkheid
van Haar Volk, zijn U gewaarborgd.
U ook, Majesteit, U bovenal geldt
mijn wensch.
Van Uw wiegje af heeft het Neder-
landsche Volk U, zijn lieve Konings
kind, zien opgroeien onder de hoede
van Uwe geëerbiedigde en beminde
moeder
Blijde heeft het U, zijn Koningin,
gehuldigd, toen Gij bevestigd hebt bet
aloud verbond van Nederland en Oran
je, veilig in wederzijds,che trouw
En thans viert het met U het hoog-
getijdc van Uw leven, met de bede in
het hart, dat U en Uw Gemaal alles
beschoren moge zijn wat een men-
schenpaar gelukkig kan maken.
Hooge Echtgenooten
Het geluk dat Gij. tot lief en leed ver
eend, eikander bereidt, straalt ver bui
ten Uwe echtelijke woning. God geve
dat Uw echt ten zegen zij voor U zei
ven. tot vreugde voor Uwe Hooge
Verwanten en tot heil van het dierbaar
Vaderland.
Toen kwamen de rijtuigen aangere
den. Voorop de stalmeester, in schar-
lakenroode uniform, te paard gezeten.
Daarna een liofrijtuig met vier paar
den, voor den ceremoniemeester. Naast
de paarden gingen eenige leiders. Al
len waren in gala-kleeding, blauwe
uniform met breede, gouden banden
afgezet, de steken overdwars op het
hoofd. Ook voor de volgende rijtuigen.
Om kwart voor twaalf rijdt de hof
maarschalk aan, gekleed in blauwen
uniform met geel lint. Hij wordt ge
volgd door de cavalerie. Steeds meer
hofrijtuigen komen het voorplein op
Ze zijn allen met 6 paarden a la dau-
mont bespannen. Een statig gezicht.
Met vaste hand worden de vurige die
ren door de koetsiers van den hoogen
rooden bok af bestuurd, met rood
zijden linten als leidsel.
„Daar komt de gouden koets!" wordt
er geroepen. Toch niet 't is de sta
tiekoets van de Mecklenburgsche fa
milie. Boven op rust de kroon op een
rood kussen. De wielen zijn wit met
goud gekleurd. Over het midden van
het in donkeren tint gehouden onder
stel van het rijtuig loopt een breeden
band van blauw met goud. Aan alle
zijden is glas. Hier stijgt de vorstelijke
familie van den Prins in. En nu komt
inderdaad de gouden koets, een sprook
jesachtig mooi rijtuig, als uit den
tijd van Asschenpoestereen won
der van opvatting en uitvoering, oog
verblindend goud aan alle kanten.
Voor en achter is de koets in prach
tig krullen uitgewerKfc. Op heft dak
dragen vier godinnen de gouden
kroon. De acht paarden die het monu
mentaal rijtuig voorttrekken, worden
door middel van wit zijden linten in
toom gehouden. De koetsier en palfre
niers dragen witte bruidsruikers.
Daar komt de Koningin. Een mooi.
lief Bruidje. Zij ziet er blij-ernstig uit,
op het innemend gelaat een weemoedig
gelukkig lachje. Naast Haar verschijnt
Koningin Emma, de moeder die zoo
pas heeft toevertrouwd haar grooten
schat aan den Mecklenburgschen vor
stenzoon. Prins Hendrik staalt daar
kalm en waardig bij. Blijkbaar is hij
zeer onder den indruk van het oogen
blik.
Het publiek is in vreugdekreten los
gebarsten. Nu stijgen bet jonge echt
paar en de Koninklijke moeder in. De
Hertog zit vis-a-vis van de Vorstinnen.
Hij draagt de Schout-bij-nacht uni
form. Koningin Emma is in het lila.
De tocht door de stad was een zege
tocht, 't was een jubel zóó machtig,
dat men er in de ziel ontroerd door
werd. En altijd maar boog het jongen
blonde Koninginnehoofd onvermoeid*
en minzaam, ging de hand van den
Prins-Gemaal militairement naar het
het hoofd.
IN DE KERK.
Het Godshuis was treffend eenvou
dig gehouden. Aan den ingang alleen
een marquise van grijs laken met het
Nederlandsche wapen versierd, terwijl
de wanden van de ontvangkamer be
kleed waren met blauwe stof vol goed-
gele heraldieke leeuwen. Natuurlijk
was 't grijze kerkinterieur door de aan
wezigheid der 1682 schitterend uitge
doste genoodigden toch verloren. Ook
groen en bloemen waren aangebracht.
In de hoogte de spreuk „Mijn oog zal
op U zijn."
Plechtig ruischte het „Sanctus" van
Handel door de gewelven, even voor
dat het Vorstelijk Echtpaar binnen
kwam. Zoodra zij echter verschijnen
heft het gemengd koor dit treffend
welkom aan:
Waar gij heengaat, daar wil ook ik,
ook ik heengaan,
En waar gij zïjt, waar gij zijt, daai
wijl ook ik,
Uw volk is mijn volk, en Uw God is
mijn God.
Waar gij sterft, daar sterf ook ik, en
waar gij rust
Moog ook mijn rustplaats zijn en
slechts de dood zal ons scheiden
Waar gij heengaat, daar zal ook ik
heengaan.
Ds. van der Flier stond ditmaal voor
den preekstoel. Recht tegenover hem
de Koninklijke Braid en de jonge Groot
hertog, troonsopvolger van Meelden
burg-Schwerin. naast dezen de Ko
ningin-Moeder. Links van den Vorste-
lijken Bruigom waren gezeten de Moe
der van Hertog Hendrik met grootvorst
Wladimir. Dit waren de hoogsten in
rang en de verwanten.
DE PLECHTIGHEID.
„Laat ons bidden,'" klinkt hei
En weder rijzen allen op en het Ko
ninklijke bruidspaar vouwt mét alle
aanwezigen de handen tot een plech
tig gebed.
Na dat zeer korte gebed heft de ge
meente opgestaan van de zetels,
aan gezang 224 vers 1:
„Gezegend d'echt
Die u verbindt; zijn benden,
Zijn bloemen en zijn juk, de trouwe
handen,
Door God ineen gelegd!"
Daarop houdt ds. G. J. Van der Flier,
Hofkapelaan, een toespraak naar aan
leiding van de woorden uit Psalm 4
7b: „Verhef Gij over ons het licht uws
aanschijns, o Heer?"
Spreker begint met te zeggen dat een
feeslure was aangebroken, waarin heel
het volk deelt en die het jubellied
„dankt, dankt nu allen God" uit tal
van harten deed opstijgen.
Daarna ontwikkelt hij hoe de bede
in bet Psalmwoord de voorwaarde be
vat van duurzaam huwelijksgeluk. Im
mers dit geluk bestaat niet in uitwen
dige dingen maar in de stemming des
harten en geen betere stemming dan
waar de behoefte aan Gods liefde in
ons woont. Die behoefte spreekt zich
uit in zonnige dagen maar niet min
der op andere tijden. De bede om licht,
onderstelt duisternis en er komen ook
aan den huwelijkshemel donkere wolk
jes. Het huwelijk begint reeds met of
fers te vragen. Ook hier moeten zij ge
bracht door den Hoogen Bruidegom,
die land en volk verlaat, door de Hooge
Bruid, die van nu aan niet meer een
geliefde Moeder aldoor aan haar zijde
zal zien. En ook voor de toekomst blijft
de keerzijde van het leven niemand be
spaard. Daarom hebt Gij, Vorstelijk
Bruidspaar dan vooral het gebed van
David niet te vergeten: „Verhef Gij
over ons het licht uws aanschijns, o
Heer!"
Niet minder is het u van noode, om
den plicht, dien U het huwelijk oplegt,
naar eisch te vervullen, het is de plicht
der liefde, en dit zegt zooveel, want dit
geldt Uwe wederkeerige verhouding.
Die verhouding moet zijn: de man het
hoofd, de vrouw het hart. Dit geldt al
verder het dragen van elkanders las
ten, in het huwelijk komen toch twee
zondige menschen bijeen van welke ie
der zijn eigen gebreken heeft
Dit geldt eindelijk de eenheid waar
toe gij geroepen zijt naar Gods bevel:
die twee zullen één zijn.
Welnu, de liefde alleen is het, die
zulk een band legt en bewaart. Maar
zal die band niet verslappen, dan moet
telkens de bede het hart vervullen: Ver
hef Gij over ons het licht Uws aan
schijns, o, Heer!
De Koninklijke bruid ontbloot daar
op de hand.
Heel de schare verheft zich.
De inzegening begint Het Koninklijk
bruidspaar treedt naar voren, tot aan
do tafel, waarachter de hofprediker
staat.
Bruid en bruidegom omvatten el-
kaars hand, de Koningin diep geroerd
en haar moeder tot tranen toe bewo
gen.
Dr. v. d. Flier richt zich eerst tot den
Prins:
En de bruigom antwoordt op de ge
bruikelijke vraag met een kloek: Ja!
Dan wendt de geestelijke zich tot de
bruid:
En het blonde kopje der Vorstelijke
bruid nijgt en zacht, maar vastbera
den klinkt haar gelukkig-blij: Ja!
Prins Hendrik stak 't eerst den bree
den effen gouden ring aan Koningin
Wilhelmina's bevend handje; daarop
deed zij den ring aan 's Prinsen vinger.
En toen knielden zij neder.
Dat was het heerlijkste oogenblik van
de plechtigheid.
De handen over het bruidspaar uit
strekkende verklaarde dr. v. d. Flier
in naam der Goddelijke Drie-eenheid,
.Prins en Koninginne door den echt
te zijn verbonden.
Nog steeds neergeknield voor God's
altaar, hoorde 't Koninklijk echtpaar
de bede aan van de gemeente; gezang
96, de vier laatste regels:
„Vader! sla hen steeds in liefde gade;
Zoon des Vaders! Schenk Hun Uw ge
nade;
Uw gemeenschap, Geest van God!
Amen! zij Hun eeuwig lot."
Nu rijzen de jonggehuwden op en
wordt hun een bijbel aangeboden.
Een eveneens korte gelukwensch volgt
hierop, mede een woord tot de Koning
in-Moeder en de Groothertogin van
Mecklenburg-Scwerin, waarna ten slot
te door allen gezongen wordt Psalm
133 3.
„Waar liefde woont, gebiedt de Heer
den zegen,
Daar woont Hij zelf, daar wordt zijn
heil verkregen,
En 't leven tot in eeuwigheid!"
Met het uitspreken van den zegen
eindigt de godsdienstige plechtigheid.
Overluid bidt de godsdienstleeraar:
Onze Vader in den hemel! Uw naam
worde geheiligd! Uw rijk kome! Uw wil
geschiede op de aarde, als in den he
mel! Geef ons heden ons dagelijksch
brood. En vergeef ons onze schulden,
gelijk wij onzen schuldenaren verge
ven. En leid ons niet in verzoeking,
maar verlos ons van den kwade; want
u is het rijk en de kracht en de heer
lijkheid in eeuwigheid. Amen!
De Koningin en de Prins treden op
den Evangeliedienaar toe en reiken
hem dankend de hand. Duidelijk waren
de woorden, met kinderlijke teederheid
door H. M. gesproken: „Ik dank u wel,
dominé" hoorbaar.
Teiwijl het Vorstelijk echtpaar en de
gasten, paarsgewijze, zooals zij bin
nentraden, het kerkgebouw verlaten,
laat het koor het indrukwekkend slot
nummer hooren: de Hymne van Glück,
vierstemmig, met orgel, woorden van
den heer P. A. M. Boele van Hens
broek:
Leen, o God! zoo hoog verheven,
Leen aan uwer klnd'ren koor
Leen aan ons gebed gehoor!
Heer- wil, wat wij vragen, geven!
Heer! Gij weet in Uw genades
Wat den menschen liefde is.
Stralend licht z'op onze paden
Zonder haar slechts duisternis.
Word' genoten of geleden
Zij, wie ware liefde bindt,
Zijn gelukkig en tevreden
Weten zich door U bemind.
Zoo G'één gave hun wilt geven
Wie Uw zegen thans vereent,
't Zij de liefde, die in 't. leven
Slechts vereenigt, juicht of weent.
Zij hun liefde, God cn Vader!
Als de uwe, ecuwig, rein!
Dan, dan komen Z' U steeds nader,
Godgelijk wordt dan hun zijn.
Leen, o God! zoo hoog verheven,
Leen aan uwer kind'ren koor,
Leen aan ons gebed gehQorl...
Heer! wil, wat. wij vragen, geven!
NAAR HETLOO.
Het Vorstelijk Echtpaar is door den
Haag op allerhartelijkste wijze uitge
leide gedaan.
De Rijnstraat stond boordevol, en
zelden heeft men zulk een gejuich ge
hoord toen het koninklijk rijtuig door
die levende haag reed en voor den in
gang van den koninklijken wachtsa-
ion stilstond.
Daar werden Koningin en Prins Ge
maal opgewacht door den Commissaris
der Koningin, den burgemeester der
residentie, beiden in ambtsgewaad, en
den gouverneur der residentie.
Het eere-escorte van de huzaren en
edellieden maakte front en brachten het
saluut, terwijl de commandant der
eere-garde graaf Van der Duijn, luid
keels een „Leve de Koningin" laat hoo
ren, dat door zijn mederuiters geest
driftig hei-haald wordt.
Nog eenmaal keeren H. M. en de
Prins zich groetend naar de menigte
waarna zij zich, begeleid door de bo
vengenoemde autoriteiten, in de wacht
kamer begeven.
Daar onderhielden de Koningin, die
baar bruidsbouquet in de hand hield
en prins Hendrik zich eenige oogen-
blikken met de heeren Patijn en Van
Harinxma, waarna zij zich in den ge-
rèedstaanden koninklijken trein bega
ven, eerbiedig begroet door een be
perkte schare van bevoorrechten die op
het plankier ter weerszijden van de
wachtzaal was toegelaten.
Aan het geopende portierraam sprak
H. M. de Koningin nogmaals met den
burgemeester en betuigde zij het hoofd
der politie Hare ingenomenheid en
dank met de genomen uitstekende maat
regelen van orde in deze drukke dagen.
Precies op tijd te 4 uur 25 min. zette
de trein zich in beweging onder harte
lijke hoera's.
HET VUURWERK.
Duizenden en nog eens duizenden
hebben dank zij het prachtige weer ge
noten van het luisterrijke vuurwerk.
Eene geweldige massa pijlen in alle
mogelijke soorten werd omhoog gezon
den. Geen oogenblik was de zwarte he
mel zonder lichtlijnen, of gekleurde
ballen. De reusachtige korenschoven
van vuur, de gouden veeren, de bonte
waaiers volgden elkaar zonder ophou
den op, en de kanonnades waren vooral
bij de groote stukken oorverdoovend.
Het slotstuk gaf te zien „Oranje Bo
ven."
De drukte in de stad was ontzettend.
Zoo was het de geheele feestweek nog
niet, maar 't was ook het uitzetje van
de feestgangers. Welnu, zij hebben zich
flink geweerd. Ons compliment. Ook
aan het comité voor de Volkshulde, aan
het Bestuur der Haagsche Journalisten -
vereeniging, dat de collega's zoo uitste
kend gerecipieex-d heeft.
Wij zien met genoegen terug op de
Feestweek in het Haagje doorgebracht.
Aankomst op het I oo.
Aan de plek van aankomst stonden
Donderdagavond zeer eigenaardig ge
schaard de beambten op het Loo, met
brandende toortsen tot aan het paleis
Koningin en Prins uitgestapt zijnde,
werden begroet door den burgemeester,
de eenige autoriteit op het perron, die
de jonggehuwden geluk wenschte met
dezen dag. Met een handdruk dankto
het Vorstelijk Paar, dat onmiddellijk
in het open rijtuig steeg en onder de
jubelkreten van de menigte in vollen
draf door de rij van fakkeldragers on
der de eërepoort reed, waarop een ver-
licht transparant „Welkom"' toeriep.
H. M. had een bloemruiker in de hand
en knikte de enthousiastische menigte
als gewoonlijk vriendelijk toe, tex-wijl
de Prins op militaire wijze groette.
In de vestibule gerecipieerd, werd
het Vorstelijk Paar een bloemstuk aan
geboden namens de dames en heeren
van het Militaire en Civiele Huis der
Koningin. Toen betraden zij het rustig
verblijf, waar zij in de kalmte der af
zondering de eerste maand van hun
jong huwelijksgeluk hopen door te
brengen.
Nog lang bleef de menigte onder het
zingen van volksliederen voor het pa
leis wachten, in de hoop het Vorstelijk
Paar nog eens te zien, doch te ver
geefs.
Het Vorstelijk Paar en gevolg dinee-
ren ten paleize, de officianten in het
hotel „De Keizerskroon."
Bij Koninklijk besluit van 6 Febr.
1901, heeft het Hare Majesteit behaagd
aan Hoogstderzelver Gemaal, Zijne
Koninklijke Hoogheid Hendrik Wladi
mir Albrecht Ernst, Prins der Nedei*-
landen. Hertog van Mecklenburg, enz.,
enz., zitting en raadgevende stem te
verleenen in den Raad van State.
De gratie.
Door H. M. de Koningin is bij
gelegenheid van Hoogstderzelver Hu
welijk aan verschillende veroordeel
den kwijtschelding of afslag van straf
verleend, terwijl mede verscheidene
gevangenen zijn ontslagen.
Het aantal van degenen aan wie
een gunstbetoon is te beurt gevallen,
zoowel militaire als burgerlijk ver
oordeelden, bedraagt 364, van welk
aantal aan 70 veroordeelden geheele
kwijtschelding van straf is toegekend,
terwijl 63 gevangenen van verdere
straf zijn ontheven.
Onder de zwaar gestraften 'aan wie
vrijheid bij deze gelegenheid is terug
gegeven, zijn genoemd M. C. R. de
Haas, wed. Kroon, Keimpe Hoger
huis, Johannes van Es en Teunis
Visser; terwijl ten aanzien van twee
tot levenslange gevangenisstraf ver
oordeelden, W. Stoeldraaiei's en G.
de Vos, die straf is verwisseld in een
tijdelijke straf van 25 jaren, ingaande
met de dagteekening van de tenuit
voerlegging van het arrest.
Aan drie gevangenen is een afslag
van drie jaar verleend zijnde A. van
der Veer, M. Hogerhuis en W. Hoger
huis; een afslag van twee jaren op
de straf opgelegd aan L. van dei
Laan, terwijl 10 gevangenen hun straf
met één jaar verminderd zagen.
Marten en Willem Hogerhuis zouden
resp. 28 Sept. 1907 en 1908 vrij komen.
Verder is toegekend een afslag vat
9 maanden aan 3 veroordeelden, van
8 maanden aan 4 veroordeelden, van
6 maanden aan 28 veroordeelden, van
5 maanden aan 4 veroordeelden en
van 4 maanden aan 8 veroordeelden;
terwijl van de verdere de afslag van
3 maanden en daar beneden is ge
bleven.
Ten slotte zagen 14 veroordeelden
hun principieele vrijheidsstraf in een
geldboete verwisseld.
Ingezonden Medcdeelingen. (30 Cent per regel).
Een echt middel
voor ziekten van kinderen en
volwassenen.
De tendentie voor chronische
hoest en gemakkelijk kouvatten,
niet alleen, bij kinderen, maar ook
bij volwassenen, vereischt een mid
del dat aan twee doeleinden be
antwoordt. De plaatselijke aandoe
ning van de keel of longen moet
worden verzacht en verlicht, en het
gestel moet tevens de kracht ver
krijgen, om aandoeningen van de
zen aard te weerstaan. De volgende
brief geeft ons daarvan een voor
beeld
Quaregnon België. 18 Mei 1900.
Mijneheeren. Mijn kleine
jongen, thans vijf iaar oud. werd
aangetast door eene aandoening der
ad BARTHOLOMÉ
luchtbuizen toen hij anderhalf jaar
oud was. en sedert dien tijd is hij
zeer gevoelig voor de minste ver
andering van weergesteldheid.
Deze winter, is hij nog erger ge
weest als gewoonlijk, hij verloor
alle eetlust en hoeste onophoudelijk
hetgeen niet kon nalaten ons de
grootste ongerustheid te veroorza
ken.
Hei was toen dat ik de toevlucht
nam tot uwe heilzame Scott's Emul
sie, die ik hem zeer geregeld liet
innemen, en het doet mij veel ge
noegen u te melden dat hij thans
geheel en al genezen is van deze
hardnekkige hoest, waarvan wij
hem maar niet hadden kunnen af
helpen.
Zijn eetlust is bovendien weer
uitstekend geworden en zijn gelaat
duidt een volmaakten gezondheids
toestand aan.
Mei die meeste achting, Mijne
heeren verblijf ik.
(Get.) Bartholomé).
Hel doet ons genoegen dat wij in
de bekendmaking der heilzame
eigenschappen van Scott's Emulsie
worden bijgestaan door de on be
t-wiste getuigenis van menschen die
mei dit apparaat werkelijk de proel
hebben genomen. De brieven dooi
ons uitgegeven toonen duidelijk aan
dat Scott's Emulsie alles zal doen
waarop wij aanspraak malven. Ons
middel verschilt van alle andere
preparaten, zoowel wat betreft de
zuiverheid zijner bestanddeel en als
de formule volgens welke zii zijn
verbonden. Scott's Emulsie biedt
levertraan in een vorm aan die aan
genaam van smaak en licht verteer
baar is. Het verbindt met de-ze olie
hypophosphorzure kalk en soda,
cn glycerine. Geen ander middel
ter wereld bezit dezelfde voordeelen
er. wij kunnen zonder aarzeling
vorklaren, dat die echte Scott's Emul
sie eene genezing zal teweegbren
gen waar andere middelen totaal
mislukken.
Kinderen krijgen door gebruik
van Scott's Emulsie spoedig hun
eetlust spierkracht, en gezonde ge
laatskleur terug, en worden sterk
en flink.
Voor chronische
hoest en alle aandoe
ningen van keel en
longen is Scott's Emul
sie het allerbeste mid
del, en het is ook doel
treffend in gevallen van
bloedarmoede, scrofu
la, en alle kwijnende
ziekten.
Depöts
xianaeiBmcrit.
The Import Trading Office, 's-
Gravenhage.
Heer Henri Sanders, Amsterdam.
Heer F. E. van Santen Kolff,
Rotterdam.
Mej. E. de Leeuw, Drogist, Den
Haag.
Heer A. Mulder, 's-Gravenhage.
Heer J. H. I. Snabilié, Rotterdam.
Heer A. van Tuyll, Paleisstraat,
Amsterdam.
Verkrijgbaar bij alle Apothekers
en Drogisten.
Eerste Nederlandsche
Fabriek van Kunstbloemen.
A.\K<U.\(t \o. 8.
Wegens verplaatsing van Winkel en Magazijn naar
Groote Opruiming
van alle voorhanden Bloemenmanden, Bonquetten, Pal
men, Vazen, Jardinier, enz. enz.
Belangrijk verminderde pryzen. ANEGANG No. 8.
Uit de Arbeiderswereld.
Ook hier te lande was een afdeeling
in wording van de Internationale Ver-
eeniging voor wettelijke bescherming
der arbeiders, tot welker oprichting ten
vorige jare op een congres te Parijs is
besloten.
Deze vereeniging heeft ten doel een
band te vormen tusschen allen die in
de verschillende industrieele landen de
wetgeving ter bescherming der arbei
ders als noodzakelijk beschouwen.
Daartoe zal een internationaal bureau
worden gevestigd, dat in drie talen een
verzameling der arbeidswetten en ver
ordeningen in alle landen zal uitgeven
of tot die uitgaaf medewerking verlee
nen, met een geschiedkundig overzicht
en den hoofdinhoud der verslagen enz.
omtrent de uitlegging en uitvoering.
Voorts zal het bureel de bestudeering
dier wetgeving vergemakkelijken, en
de leden daaromtrent voorlichten; en
door geschriften of an£er wettig mid
del het brengen van overeenstemming
in de verschillende wetgevingen en het
verkrijgen eener internationale ar-
beidsstatistiek bevorderen. Ook het be
leggen van internationale congressen
wordt beoogd.
Deze vereeniging heeft dus een zeer
nuttig doel en is volkomen neutraal,
zoodat allen die met de ontwikkeling
der wetten tot bescherming der arbei-
instemmen, zich bij haar kunnen oan-
sluiten.
Er hebben zich dan ook reeds zoo
vele leden bij de voorloopige commissie
aangemeld, dat op Zaterdag 28 Febru
ari e. k. in een vergadering bij Krasna-
polsky te Amsterdam te houden zal
worden overgegaan tot de oprichting
eener Nederlandsche vereéiiiging in
Den Haag gevestigd, met hetzelfde doel,
tevens als afdeeling der internationale
vereeniging. Zij zal, behalve deelne
ming aan bovengenoemde bemoeiin
gen, de uitgaaf eener Nederlandsche
vertaling der wetgevingen bevorderen
en op andere wijze hier te lande ken
nis omtrent haar inhoud en toepassing
verspreiden. Ook vereen igingen met
rechtspersoonlijkheid kunnen als leden
worden aangenomen. Als jaarlijksche
bijdrage wordt een bedrag van ten min
ste f 5 per jaar voorgesteld. De leden
ontvangen kosteloos een exemplaar van
de geschriften door de Nederlandsche
of de internationale vereeniging uit te
geven en hebben het recht op kosteloo-
ze voorlichting vanwege bureau van
voorlichting, zoo dit wordt opgericht.
Het voorloopige comité bestaat uit
de heeren mr. A. Kerdijk, dr. W. H.
Nolens (lid der Tweede Kamer Vooi
Venloo), H. W. E. Struve, (inspecteur
van den arbeid), P. L. Tak en ds. A.
S. Talma.
Letteren en Kunst.
De 8e jaargang van het bekende
„Weekblad voor Fotografie" (Uit
gever Laurens Hansma te Apel
doorn), opent met een wedstrijd
voor amateur- en vakfotografen
Onderwerp en formaat der foto's
worden ter keuze van den inzen
der overgelaten.
Inzendingen worden ingewacht