NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD.
Meestgelezen Dagblad, in Haarlem en Omstreken.
Koning Mammon.
18e Jaargang
Vrijdag 15 Februari 1901.
No. 5408
ABONNEMENTSPRIJS
Voor Haarlem per 3 maanden1.20
Yoor de dorpen in den omtrek waar een Agent gevestigd ia (kom der gemeente),
per 3 maanden1-30
Franco door het geheele Rijk, per 3 maanden1-65
Afzonderlijke nummers0.02%
Geïllustreerd Zondagsblad, voor Haarlem, per 3 maanden 0.37%
de omstreken en franco per poBt0.45
ADVERTENTIEN
Van 1-
—5 regels 50 Cts.iedere regel meer 10 Cts. Buiten het Arrondissement Haarlem
is de prijs der Advertentiën van 15 regels 0.75, elke regel meer 0.15.
Groote letters naar plaatsruimte. Bij Abonnement aanzienlijk rabat.
Reclames 30 Cent per regeL
Bureaux: Gebouw Het Spaarne, Kampersingel 70, vlak bij de Turfmarkt.
Telefoonnummer der Redactie COO. Telefoonnummer der Administratie 123.
Intercommunale aansluiting.
Uitgave der Vennootschap Lourens Coster. Directeur: J. C. PEEREBOOM.
Abonnementen en Advertentiën worden aangenomen door onze Agenten en door alle Boekhandelaren en Courantiers. Met uitzondering van het Arrondissement Haarlem is het uitsluitend recht tot plaatsing van Advertentiën
en Reclames betreffende Handel, Nijverheid en Geldwezen, opgedragen aan het Algemeen Advertentie-Bureau A. DE LA MAR Azn. te Amsterdam.
Dit blad verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen
Hoofdagenten voor het Buitenland: Compagnie Générale de Publicité Etrangère G. L. DAUBE Co. JOHN F. JONES, Succ., Parijs 3iFaubourg Montmartre.
Dit nummer bestaat uit
actit bladzijden.
Haarlem's Dagblad van 15 Febr.
bevat o. a.
De inval van de Wet in de Kaap
kolonie en de positie van Botha.
Mooi etegeustanders, Parlementaire
Praatjes.
Politiek Overzicht.
De Wet heeft gedaan waarmede
hij al zoolang gedreigd heeft. Zon
dagavond is hij gelijk men
weet de Oranjerivier bij Nor-
valspont overgestoken, en in de
richting van Philipstown de Kaap
kolonie binnengerukt.
Hij deed het niet zonder statie.
Zijn gevolg bestaat uit niet min
der dan drie Engelsche generaals
en twee kolonels, nl. de generaals
Paget, Charles Knox en Bruce Ha
milton, benevens de kolonels Plu-
mer en Cradock.
De eenige hoop der Engelschen
is nu maar gevestigd op omsinge
ling, waarop in het bergachtige
Kaapland echter minder gevaar is
dan in den vlakken Vrijstaat. Df
Wet's troepen schijnen nog aan
zienlijk versterkt te zullen wor
den. Bij Donkerpoort, het laatste
Vrijstaatsche station vóór de Oran
jerivier, wemelt hèf'van'Bóeren.
Bij Colesberg. nauwkeuriger ge
zegd bij Hamilfontein, waar be
gin Januari ook een gevecht plaats
had, is opnieuw gestreden door
Boeren, die. evenals de Wét. ver
moedelijk op weg naar Philipstown
waren.
Wat de gevolgen van de Wet's
persoonlijken inval in de Kaapko
lonie zullen zijn, en of hij einde ijk
den grooten opstand zal weten uit
te lokken, laat zich met geen moge
lijkheid gissen.
Tengevolge van vrees voor de
Wet heerscht er aan Engelsche zij
de groote levendigheid in het zui
den van den Vrijstaat en het noor
den van de Kaapkolonie. Alle gar
nizoenen en stations zijn versterkt
en een groot aantal kleine kolon-
nes loopen rond om de Wet's voort
gang te beletlen door een omsinge
ling. Dit zal echter even weinig
helpen als Knox's wanhopige po
ging om den gladden Vrijstater
Zondag nog vast te houden ten noor
den der Oranjerivier. De herhaal
delijk gemelde noordwaartsche be
weging van een deel der vroeger
binnengevallen kommando's in den
laatsten tijd wijst op een streven
naar vereeniging met de Wet, wai
zijn mac-ht zeer ten goede zal ko
men. Speciaal Hertzog schijnt in
deze richting te werken van uil
van Wïjksvlei.
Laffan seint uit Kaapstad dat de
Wet s hoofdmacht de spoorweglijn
tusschen Springfontein en Jagers-
fontein(weg) heeft opgebroken, en
daar l.v s komende spoortreinen
vernield heeft, om vervolgens w^ei
verder te trekken. MidcLelerw jl
waren kleine afdeel in gen van de
Wet's strijdmacht bezig bij Roux
ville, Zastron, en de driften over
de Oranjerivier, om daar de Engel
scnen vast te houden. Vermoede
lijk was het de Wet's bedoeling,
naar het district Herbert (Grikwa-
land^ op te rukken, de Vaal over
schrijdende bij Douglas, en zoo
Prieska te bereiken. De Wet's amu-
nitie moet overvloedig, en zijn paar
den in zeer goeden staat zijn.
Zijn wij dus over de Wet tame
lijk gerust, de toestand van Botha
boezemt een gewoon mensch jneer
dere bezorgdheid in.
De toon der Engelsche telegram
men is zoo zeker als wij dat in lan
gen tijd niet gewoon waren. Maar
gesteld al dat Botha inderdaad in
het nauw is gebracht, dan nog blijft
er hem een goede kans om te ont
snappen naar een in vele opzich-
snappen naar een in vele opzichten
gunstige wijkplaats (Swaziland).
Kan hij die ontsnapping vrij rustig
uitvoeren dan behoeft ook zijn leger
tros geen ernstig gevaar te loopen
Maar 't blijft dan nog de vraa^ of 't
den Boeren niet zeer moeilijk zal
vallen terug te keeren. wanneer de
Engelschen de passen, op de Swa-
zigrens bezetten.
Éen andere mogelijkheid, welke
de Londensche bladen trouwens
ook erkennen, is dat Botha die
over een behoorlijke legermacht en
over een aantal kanonnen beschikt,
het kloeke voorbeeld, door de Wet
in December bij Sprinkha.an.snek
gegeven, volgt en zich dwars door
een der Engelsche kolonnes een
weg baant naar het veilige noor
den. Dit zal hem echter veel zwaar
der vallen dan de Wet juist we
gens een blijkbaar grooten trein,
die den Vrijstater niet hinderde,
en het grootere getal der door te
brengen strüders.
Laat er ons het beste van hopen
Voor een koen en kundig veldheer
als Botha is veel mogelijk.
Ruitenlandsch Nieuws.
Mooie tegenstanders.
De mannetjes die Engeland af
zond om de Wet in de Kaapkolo
nie tegen te houden schijnen al
heel slecht berekend voor die laak.
Hun gehalte zegt de Londen
sche correspondent van de ,,N. R.
Ct." wijkt geheel af van dat der
Engelsche strijders, die benoorden
de Oranjerivier den hopeloozen
kamp nog voortzetten moeten. De
half- of geheel ongeoefende Kaap-
sche recruten van Brabant zijn wel
allerminst de mannen, welke een
de Wet en zijn geharde volgelin
gen zullen tegen- of vasthouden.
En waar vandaan zal de Engel
sche regeering zich plaatsvervan
gers moeten halen? Ik heb reeds,
opgemerkt, dat de kwaliteit dei-
nieuw geworvenen hier te lande
veel te wenschen laat. niettegen
staande de grootere kieskeurigheid,
welke gezegd wordt te bestaan bij
het aannemen der gegadigden. Die
grootere kieskeurigheid strekt zich
bovendien niet uit tot de zedelijke
waarde wie schieten en paard rij
den kan wordt gretig genomen, on
verschillig wat hij overigens is.
Particuliere berichten, welke ik uit
Aldershot heb ontvangen, en d;ie
grootendeels bevestiging vinden in
de mededeelingen zelfs van ultra-
imperialistische jingobladen gelijk
de ,,Pall Mall Gazette", hangen
inderdaad een droevig tafereel op
van wat het kamp daar is en wezen
moet, met zulke elementen, als het
legerbestuur thans niet schroomt
daar bijeen te schrapen, van waar
het maar kan. Rijp en groen, goe
de vaderlanders en allerlei misda
digere, worden er naast elkaar
haastig zoogenaamd geoefend en
tot troepen gevormd. Men kan na
gaan, wat dat is Daarbij een jam
merlijk beheer. Bedden ziin er niet.
althans niet in voldoende aantal,
en tafelgereedschap evenmin. De
heeren vrijwilligers moeten met
hun vingers eten en zich behelpen
met matrassen op den eroncl neer
gelegd en zoo huil militaire loop
baan inwijden.
Oostenrijk's sympathie.
Volgens de Westminster Gazette
heeft, de Keizer van Oostenrijk de Fran'
Jozef-orde verleend aan den heer Adolf
Epler, een Oostenrijker, die volgens de
W. G. de Transvaalsche goudmijnen
voor vernieling behoed heeft. vóór de
bezetting van Johannesburg door de
Engelschen. Epler was namelijk toen
komniandant van de (speciale) politie
aan den Witwatersrand en beval zijn
manschappen, toen hij hoorde dat een
Transvaalsche ambtenaar tot vernie
ling der mijnen lasi. had gegeven, dit
met geweld te beletten. Tegelijkertijd
deed hij met succes een beroep op het
gezond verstand der hoogere autoritei
ten in Transvaal.
De W. G. ziet in Epler's decoratie
een nieuw bewijs van Keizer Frans Jo
zefs sympathie voor de zaak der En
gelschen.
Bevolatie in Spanje?
Van dag tot dag komen er be
richten met de mededeeling. dat
de oproerige beweging eigenlijk
ernstiger was, dan eerst was voor
gesteld. Nu zijn de standjes al niet
meer alleen anticlericaal en tegen
het huwelijk van de prinses van
Asturië gericht, doch komt de er
kenning dat er voor een belangrijk
gedeelte eene republikeinsche be
weging in moet worden gezien.
Den elfden Februari 1873 deed ko
ning Amedeus afstand van de re
geering en is de republiek in Span
je uitgeroepen. Het schijnt dat de
republikeinen bij den acht-en-twin-
tigsten verjaardag van die gebeurte
nis. van de troebelen die toch juist
in het land heerschen hebben ge
bruik gemaakt, om tot eene repu
blikeinsche betooging te geraken.
Daarbij is het leger, toch in Span
je een troete-lkiidje, dan het voor
werp van de warmste ovaties.
Veel bizonderheden dringen overi
gens niet naar het buitenland door.
Ér is in Spanje een strenge cen
suur ingesteld, zoodat eerst de brie
venpost over de gebeurtenissen van
de laatste dagen ons juist zal kun
nen inlichten. Het republikeinsche
blkd ,,Païs" is geschorst, de „Pro-
greso" en de ..He-raldo" een demo-
kfatisch blad, worden vervolgd.
Impartial," „Liberal" en ..Cor-
reo" gaan overigens door met het
plaatsen van heftige artikelen. De
militaire bladen hebben wanne ar
tikelen tegen de Carlisten opgeno
men en steunen de liberale volks-
betoogingen. De Roomsche pers
daarentegen, en de conservatieve,
prijzen de regeering om de energie,
waarmede zij tegen de oproerlingen
optreedt.
Algemeene berichten.
DE OORLOG IN ZUID-AFRIKA
Volgens telegrammen uit Kaap
stad weigert de Afrikaanderbond de
zoogenaamde Kroonstadsche vre-
descommissie te erkennen. Piet de
Wet erkent dat de taak van zijn
commissie waarschijnlijk onvrucht
baar zal zijn de commissie zal ge-
ruimen tijd te Kaapstad vertoeven.
Naar de .Standard" uit Kaap
stad verneemt, heeft het uitbreken
van de pest geen invloed op het ver
voer van de troepen, die daar ge
lijk vroeger aan wal gezet zullen
worden.
De Morning Post" drinert aan op
het zenden van meer bereden troe
pen, en tart het Departement van
Oorlog, om aan Kitchener te vra
gen, hoeveel hij er zou willen heb
ben, en dan het antwoord te publi-
ceeren.
De „Exchange Telegraph Compa
ny" ontvangt uit Parijs het bericht,
dat de heeren Mezières, Monod,
Madaillac en de graaf De Francque-
ville in interviews verklaarden, de
arbitrage raadzaam te achten als
hot beste voor Engelands eer, voor
spoed en moreele grootheid, maar
tevens dat zij er aan wanhopen of
Engeland dit zal willen aannemen.
De oorlog zal zoolang duren als de
Boeren troepen en ammunitie heb
ben.
Enkele Boeren trekken rond' tus
schen Standerton en Greylingstad
en richten van tijd tot tijd schade
aan den spoorweg, maar onthou
den zich van vechten.
Generaal French viel verleden
week met succes het Boerenlaager
te Ermelo aan men zegt, dat 40
man van den vijand zijn gesneu
veld. tweehonderd gevangen ge-|
nomen en veel vee is buit gemaakt.
Het blijkt, dat de Boeren het vee
van het Boschveld hadden bijeen-
gebracht in het laager, maar gene
raal French rukte hun te snel voor
waarts.
Met het oog op de groote uitbrei
ding van tynhus in geheel Zuid-
Afrika. hebben de gemeentebestu
ren zich tot de regeering gericht
om uitbreiding van hun sanitaire
bevoegdheden.
De Wet. die zich thans te Kaap
stad ophoudt, tracht den Afrikaan
derbond te bewegen, die Boeren de
finitief mede te deelen dat zij geen
steun van den Bond hebben te
wachten. Piet de Wet schrijft den
inval in de Kaapkolonie en het
voortzetten van den tegenstand
gro o tend eels toe aan de redevoerin
gen. op het Afrikaander congres te
Worcester gehouden. De Boeren
werden daardoor in de meening
gebracht dat de Hollanders zich bii
ben zouden aansluiten, hetgeen 7"
niet gedaan hebben,.
CHINA.
De „Times" verneemt uit Pe
king dat, naar de Engelsche ge
zant aan de Chineesche regeering
heeft medegedeeld, de regeering
te Londen een geheel onbekend
persoon als Tsjang-po-hei niet wil
ontvangen als buitengewoon
zant.
Het lijk van ex-koning Milan ligt
in praal op het sterfbed, waarbo
ven een baldakijn met de Servische
koningskroon is opgericht. Het lijk
wordt gebalsemd en gekleed in de
Servische generaalsuniform.
Met betrekking tot de begrafenis
is nog niets bepaald. Het schijnt
dat er geen testament bestaat, dat
de begrafenis in het klooster van
Kruschedal voorschrijft, maar dat
Milan verleden jaar in een schrij
ven aan Keizer Franz Joseph het
verlangen uitsprak, in dit klooster
begraven te worden.
Waarschijnlijk zal het lijk wor
den ten toon gesteld in de Griek-
sche kerk van Sint Sara te Wee-
nen, waarheen het hedenavond
wordt overgebracht met militaire
eer. Vrijdag wordt met gelijke eer
bewijzen het stoffelijk overschot
naar het station geleid om vandaar
per bijzonderen trein naar Peter-
wardein .bij het klooster Krusche
dal. of naar Belgrado te worden
vervoerd. Keizer Franz Joseph en
de aartshertogen zullen de plech
tigheden te Weenen bijwonen.
Wederom woedt te Bombay de
pest. Verleden week had de stad
2000 sterfgevallen, waarvan 922
aan de pest worden toegeschreven.
In de haven van Cherbourg zijn
proeven genomen met een tele-
phoon zonder draad, uitgedacht
door den luinenant ter zee Tadié.
De proeven moeten uitnemend ge
slaagd zijn.
Men is begonnen met het afbre
ken van de monumentale noort van
de Parijsche wereldtentoonstelling.
Het beeld der Parisienne zal in ze
ven stukken naar beneden worden
gelaten en daarna in elkander ge
zet en bijgewerkt worden om een
nog onbekende bestemming te vin
den.
Bij de behandeling van de wet
op de speelholen verwierp de Bel
gische Kamer met 97 tegen 16 stem
men artikel 7, dat het bijzonder
recht van Ostende en Spa om een
speelhuis te hebben, handhaafde.
Het artikel was door den Senaat
oorspronkelijk aangenomen.
Uit Buenos-Aires wordt aan de
„Times" gemeld dat de Argentijn-
sc-he regeering aan een Italiaansch
consortium een landconcessie van
80.000 HA. gegeven heeft in Pata-
gonië, in den omtrek van de meren
Musters en Co-lhue (ten zuidwesten
van Rawson of C.hubut.) Binnen 2
jaar moeten daar in elk van de
twee koloniën 140 gezinnen geves
tigd zijn, zij zullen het .eerste jaar
kosteloos vee, zaden, gereedschap
pen en levensmiddelen ontvangen.
De Duitsche Rijksdag heeft in
de tweede lezing het eenige Ire-H-
stuk van het wetsontwerp betref
fende China zonder debat aange
nomen evenzoo de verschilijnde
artikelen van de aanvullings-be-
grooting, waaronder het artikel be
treffende de ontbinding der '.roe
penmacht zoodra de taak van het
Duitsche leger in China afgeloopen
is voorts het artikel betreffende de
aan den Rijkskanselier te geven in
demniteit voor de kosten der Chi-
na-expeditie.
Stadsnieuws.
Haarlem, 14 Febr. 1901.
Emma Nevada.
Toen de heer Philip Loots Woens
dagavond in den schouwburg kwam,
werd hem aan de contröle de toegang
geweigerd, omdat hij een dame mee
bracht en zijn persdiploma de/en keer
slechts voor één persoon geldig was,
hoewel daarop uitdrukkelijk vermeld
staat dat het toegang geeft met eene
dame.
De heer Loots, zeer terecht, van oor
deel dat het geen pas geeft om wan
neer eenmaal een diploma recht geeft
op twee plaatsen, zoo maar eens wil
lekeurig en zonder motief, een der twee
in te trekken, stelde zijn diploma ter
beschikking van de Directie en verliet
den schouwburg.
Bij nader onderzoek is ons medege
deeld, dat de hoofdschuld in deze zeer
onheusche behandeling ligt bij een be
ambte van de Nederi. Opera. Hoe dit
ook zij. wij zijn het volkomen eens met
den heer Loots en geven dus geen ver
slag van deze opera wat betreft het
muzikale gedeelte.
Medegedeeld kan worden dat de zaal
vol was, de zangeres veel succes ver
wierf en velerlei bloemenhulde ont
ving, o. m. van het koor van de ope
rette Francheniont.
feuilleton.
42)
Wel, Claude-lief, ik geloof niet
dat jij of ik veel kunnen doen om
Ralph Brandon tot een andere
denkwijze te brengen, maar ik ge
loof toch dat het goed voor je is, te
weten dat een gelijke verdeeling
van je vader's fortuin van zooveel
gewicht is voor een man, dien wij
beiden hoog achten, en die tot nu
toe met zooveel moeilijkheden
heeft te kampen gehad.
U hebt. gelijk. Lady Elmslie
en ik ben u zeer dankbaar. Het is
beter altijd de waarheid te weten.
Haar dankbaarheid schijnt mij
niet zoo groot toe, dacht Lady
Elmslie. die luid er aan toevoegde:
Ik voel mij zooveel beter, nu ik
jou dit uurtje zoo rustig bij mij
neb gehad. Zou je mij nu wat wil
len voorlezen? maar je moet het
mij niet kwalijk nemen als ik sorns
even indommel.
Zeker niet. Wat zal ik lezen
Er staat een artikel in het
Tweemaandelijksch Tijdschrift, dj
ik graag van je zou hooren breng
het mij even. dan zal ik het je wij
zen. Als ik soms indommel, ga dan
wat wandelen je moet wel behoef
te voelen aan wat frissche lucht.
HOOFDSTUK XX.
Zooals zij voorspelde, dutte Lady
Elmslie al spoedig in, terwij] zij
luisterde naar Claude's zangerige
stem. Want haar voorlezen was ook
eentonig vandaag. Een paar maal
keek zij uit haar boek op, en ein
delijk, toen zij zag dat haar gast
vrouw vast in slaap was, het hoofd
op zij, mistende op haar kussens,
stond zij op, legde het boek neer,
en sloop zachtjes de kamer uit.
Met haar grooten hoed op tegen d!e
zon, haastte zij zich door den tuin,
en door het met klimop begroeide,
poortje, naar het koele, schaduw
rijke bosch hierachter. Hier volgde
zij een smal voetpad door de hooge,
breed-uitstaande varens, totdat zij
een afgesloten plekje bereikte, met
in het midden een oude boom,
waarvan de wortels boven dien
grond uitstaken, en, als het ware,
tot zitten uitnoodigden.
Op één van deze nam Claude
plaats. Zij zette haar hoed af om
elk zuchtje in de lucht langs haar
voorhoofd te voelen, maar de plaats
was te zeer beschut en ingesloten
hiervoor. Een barstende hoofdpijn
drukte haar neer, al was zij er ook
maar half bewust van, zoo vurig
wenschte zij het plan uit te den
ken, haar door Lady Elmslie aan de
hand gedaan.
Allerlei waarschijnlijkheden kwa
men bij haar op, toen zij zich de
buitengewone onthullingen weer
voor den geest riep, waarnaar zij
zoo juist had geluisterd. Maar
waarom noemde zij die „buitenge
woon" Ralph Brandon was zeker
veertien of vijftien jaar ouder dan
zij. Het kon best, en waarschijnlijk
had hij ook al een heele rol afge
speeld, voor zij in de lange kleeren
ging. Dat hii een of twee ernstige
liefdesgeschiedenissen had doorge
maakt was mogelijk, ofschoon het
haar onwaarschijnlijk voorkwam,
daar zij hem^ als een ernstig, beza
digd, kalm m'an had leeren kennen.
Maar vanwaar kwam dit vreeselij-
ke gevoel van verlatenheid, die af
schuwelijke verlatenheid, die haar
nu zoodanig overmeesterde, dat
haar leven haar niets meer waard
scheen
Was het mogelijk dat Brandon,
haar vriendelijke, hartelijke voogd,
haar zoo dierbaar was, dat het haar
hart brak hem te moeten missen
nu hij zich aan een ander ging wij
den Wat had zij in denkbeeldig
geluk geleefd Nu zag zij pijnlijk
duidelijk, waarom het leven haar
in den laatsten tijd zoo zoet en zoo
lieflijk toescheen. Zoolang Brandon
bij haar was. kende haar hart. geen
ander verlangen was hij weg dan
verblijdde zij zich weer over zijn
terugkomst. Zij wist zeker dat zijn
afwezigheid van geen langen duur
kon zijn, en meende steeds dat hij
aan haar dacht, voor haar handel
de, uit plichtsgevoel, wel is waar.
maar ook dat dit plichtsgevoel hem
lief was. Het was haar of zij in ze
keren zin, aan hem hoorde, en hij
aan haar; en zij had niet geweten
dat deze groote vriendschap die zij
voor hem voelde, en die haar nooit
deed blozen, of haar hart vlugger
deed slaan, die langzamerhand was
ontstaan op een avond, toen hij zoo
eerlijk bekend had geen liefde voor
haar te voelen, en het hem alleen
te doen was geweest een ..mariage
de raison" te sluiten, waarlijk lief
de was. Wat herinnerde zij zich
hun kennismaking nog goed, en
hoe die steeds intiemer was gewor
den. haar kinderlijke triomf, dat zij
dezen bezadigd en man van de we
reld had weten te bewegen haar te
bekennen wat voor plannen haar
vader met hem had.
Later was zij hem gaan waardje-
ren en had zij zijn ari stok rat isch
voorkomen, zijn flink postuur be
wonderd. Niomand kon in zijn
schaduw staan neen niemand I
En nooit te voren had zij geweten
hoe hartstochtelijk zij hem "liefhad.
Er was niets dat verandering bracht
in hun onderlinge verhouding,
niets om haar uit haar heerlijken
droom te doen ontwaken een
droom, waarvan zij zelf niet besef
te, hoe lang die zou duren.
En toch wachtte hij al dezen tijd
slechts op een ander. Dat hij. toen
zijn hart nog vrij was, besloten had
haar te trouwen, haar gelukkig te
maken en lief te hebben zooveel hij
kon, als vergoeding voor de gelde
lijke zorgen waaruit zij hern zou
redden, was een groote fout, maar
die toch nog wel te verg*ven was,
vooral daar h" het haar bekende;
maar dat hij, terwijl hij met hart
en ziel eene andere vroi.w toebe
hoorde, aldus kon hande-len, was
voor haar bedrog, dat hem diep
deed. dalen in haar achting, en zij
brak zich het hoofd met al deze
overdenkingen.
In haar groote smart van dit van
Brandon te moeten gelooven, strek
te zij haar handen uit naar het mos
sige gras, trok het, in gedachte, uit
en strooide het over de varens. Als
als Lady Elmslie haar toch maar
niet de oogen had geopend maar
hoe kon zij anders doen, wilde zij
de geschiedenis vertellen Toen
kwam de steeds terugkeerende
vraag bij haar op, wie had Bran
don lief? 't Is waar, hij kende heel
wat menschen, waarvan Claude
niets afwist maai* toch Was
Lady Elmslie zelf niet een oude,
dierbare vriendin van hem Was
zij niet mooi, beminnelijk, knap
en beschaafd? Is het niet duidelijk
dat hij macht óver haar heeft, dat
hij haar heeft weten te bewegen,
zoo'n onbeduidend kind. als zij
(Claude) zelf was, op te zoeken
Verder had Lady Elmslie gezegd
dat er bezwaren waren andere
bezwaren dan geldelijke, en Lord
Elmslie was toen in leven. Mis
schien wanhoopte Brandon eraan
zijn oude liefde ooit voor zich te
winnen, toen hij haar ten huwt\