Moment-Opnamen.
Prijsvraag.
„Voor een inbreker heeft nu toch
nooit iemand een goed woord. En
wie denkt er ooit aan. dat wij er
bij nacht- en ontij, weêr of geen
weêr, steeds op uit moeten, en dat
het meeste werk moet worden ge
daan, terwijl die luilakken warm
en wel onder de dekens liggen
Instinct bij weekdieren.
't Is verwonderlijk, dat oesters, 11a-
'dat zij uit de zee'gebracht zijn, door
instinct het uur weten wanneer de
vloed opkomt en haar bedden nadert,
en daarom vanzelf haar schelpen ope
nen, om het voedsel, dat zij uit de zee
verwachten, op te nemen, alsof zij nog
in haar element waren.
Tegenwoordigheid van geest.
In een uitgelezen gezelschap aan
het hof van Kat.ha.rina II wilde eene
hofdame juist het spreekwoord te
pas brengen ..In het. land der blin
den is éénoo» Koning", toen zij Po-
temkin, den gunsteling van de
Czarin. die, zooals men weet. maar
één oog had, zag binnenkomen. Rij
de woorden „In het rük der.blin
den", hield zij verlegen op en werd
rood. Maar Polemki n redde haar
vaardig uit de verlegenheid door
te zeggen „Waarom breekt gij af,
Mevrouw? Gij waart immers juis
voornemens mij tot Koning te ver
heffen."
Het eerste matigheids
genootschap.
In 1509 werd reeds door den land
graaf Maurits von Hessen een ma
tigheidsgenootschap gesticht en de
„Chri stoffel orde" genoemd
Wal men toen echter door onma
tigheid hacl te verstaan, blijkt daar
uit. dat de leden zich de verplich
ting oplegden bij geen maaltijd
meer dan negen bekers wijn te
drinken.
Een Chineesch dokters-
abonnement.
In China wordt de dokter maan
delijks betaald, zoolang iemand ge
zond is. Maar zoodra hij ziek
wordt, houdt d'e betaling op.
Veelheid van woningen.
De Japansche Keizerlijke familie
bezit- dertig paleizen in verschil
lende gedeelten van het land maai
de tegenwoordige Keizer heeft er
nooit meer dan drie of vier van be
woond1, eenige zelfs nooit gezien.
De grootste ploeg van de
wereld.
Vijftien jaar geleden liet een van
de groote veehouders in Califomië
een ploeg maken, die tusschen twee
raderen van 21 Meter in doorsnede
hing. Op den eersten dag werd hij
bespannen met 10 paarden, maar
was niet van de plaats te brengen.
Er werden hoe langer hoe meer
paarden gehaald, totdat, er einde
lijk 50 waren, en nu-begon d'e ge
weldige machine langzaam door de
aarde te glijden. Den volgenden
dag moesten de paarden door 80
ossen vervangen, worden. Nu zag
men in. dat het werktuig eigenlijk
eene mislukte poging was, en zoo
bleef die reus onder de ploegen on
gebruikt.
Ook een oorzaak. Abonné van een
humoristisch weekblad „Zeg eens
meneer do redacteur, waarom is liet
nieuwe nummer nog niet verschenen,
't Is toch al te laat.
Redacteur Ja, ziet u, we hadden van
de week zulke kolossale uien, dat alle
zetters zich ziek gelachen hebben.
W etenswaardigheden.
Door een Franscli geograaf wordt
medegedeeld, dat er ter wereld 850
talen en 5000 dialekten bestaan. Jn
Europa,zegt de geleerde, heeft men
89 verschillende talen; in Afrika 114;
in Azië 123; in Amerika 417 en verder
nog 117 talen op de verschillende
eilanden der Oceaan.
Merkwaardig is het, dat verscheidene
eilanden der Zuidzee, hoewel soms niet
ver van elkander verwijderd, een eigen
taal hebben, zoodat de respectievelijke
bewoners als zij met elkander in aan
raking komen, zich van gebarentaal
moeten behelpen.
Volgens sommigen is het woord „al
manak" afgeleid van „al Manacli
Guinclan": de monnik Guinclan. An
deren beweren, dat het afkomstig is
van het Oud - Egyptisch - Grieksche
woord „almenachika", dat mén ge
bruikte bij voorspelling, welke men
uit den stand der maan opmaakte. Ook
kan het afgeleid zijn van het Arabische
„almannA" dat „ruimte", „tijd" of
„tellen" beteekent. In het Perzisch
heeft men de uitdrukking „Elmenach",
dat kalender beduidt.
Zoo ziet men, hoe moeilijk het is bij
sommige woorden de oorsprong te
ontdekken.
In Amerika is de eerste papierfabriek
opgericht door een Nederlander, Wil
lem Rittingliuyzen genaamd, die in
1690 de oceaan overstak en in de om
trek van Philadelphia in gemeenschap
met een Amerikaansch drukker, een
papierfabriek liet bouwen.
In Rusland heeft de papier-industrie
ook eerst beteekenisl gekrdgen, toen
Tsaar Peter de Groote eenige Hollan
ders meenam, die, van vak papier
fabrikanten waren.
Onlangs is een van de grootste drijf
riemen ter wereld vervaardigd, name
lijk voor de Elektrische Centraalfa-
briek te Louisiana in New-Orleans.
De afmetingen van dezen drijfriem
zijn 46 meter lengte. 2.15 meter
breedte en 23 millimeter dikte.
Om dezen riem te vervaardigen had
men noodig 450 gelooide huiden mee
dan 5Ö00 buiden konden voor dit doel
niet iri aanmerking komen. De ver
schillende stukken leder zijn noch aan
elkander genaaid, noch gevlochten,
maar aan elkander gelijmd op een
dikte van drie lagen. Het lijmen ge
schiedde onder een bydraulischen druk
van 4400 centenaars. De riemschijf der
machine van 3000 paardekracbt heeft
een middellijn van 8.5 meter, en v
bet transport van den bedoelden riem
moest een speciaal ingerichte waggon
gebouwd worden.
Dat is een ander ..riempje" dan die
bij ons in de drukkerijen noodig zijn.
Dit berichtje klinkt anders wel.Arno
rikaunsch
De hond van den oudheidkundige
of het toppunt, van honden-
schranderheid.
Siieeuwcjezichtjes,
't Zwarte oude-vrouwenmanteltje
van 't weeskind stak vaal af tegen den
grond die zoo wit neerlag. Somber om
hulsel van de jonge zielMaar het ge
zichtje ontkende dat er nog droefheid
was. 't Was een gezond, bolwangig
kindergelaat, forsch en dik voor haar
leeftijd, met oogen die glommen en een
mond die niet stil stond. Ze kwam uit
school, uit de gewone school, waar ze
in het eerst zoo vreemd bad gezeten
tusschen die andere, nog-ouders-heb-
bende kinderen. Maar spoedig waren
ze het met elkaar eens geworden. Ze
kregen allemaal schik in het weeskind
dat van 's morgens tot 's avonds zoo.
gezond-genoegclijk was. altijd wel wou
zingen van blijheid... 't Leven was ook
zoo pleizierig
Voorzichtig keek ze uit, met een
schalksch lachje en een aardige
flikkering in haar mooie oogen. Ze
wist liet wel die ondeugende jongens
zouden op haar wachten om haar ii
te wrijven of te gooien niet sneeuw. Zo
hadden het allemaal op haar gemunt
waarom wist ze niet. zeker omdat
ze er zoo goed tegen kon.
Niemand te zien Met iets als een
teleurstelling scheen ze het te consta-
teeren. Toen opeens uit een verdekt
hoekje een lekkere, frissche bal van
kriiimige sneeuw in haar hals patste.
Een gil van genoegen, en voort rende
ze, de handen voor de ooren oui te
toonen. hoe verschrikt ze was. Dat wit
van al de ballen, die onophoudelijk en
raak aansuisden, stond vreemd, haast
potsierlijk, op de zwarte cape liet
leken wel groote witte knoopen op een
donkeren domino. Zij liep maar door,
al harder sneller dan de jongens het
een van allen konden. Tot zij eindelijk
op een brug buiten hun bereik was.
Daar bleef ze staan, hijgend van het
snelle lbfflffini. met een triompliante-
lijk. amechtig- gebaar. En terwijl de
frissclie lippen zich wijd openden om
de hekler-vvitte tanden, liet ze ten tee-
ken van minachting haar heerlijk-
roede tong zien.
Ma&r op de stoep van het groote,
rechtlijnig gebouw, kwam er even een
vleugje zorg Wat zou „moeder" wel
zeggen van haar warm gezicht? Ze
kon zoo liard terechtwijzen ,,.Je moet
wat bedaarder leeren worden, meisje."
Met een dreunenden slag viel de ko
lossale deur achter haar dicht
Mooi dienstmeisje trippelt met kies
keurige pasjes over de sneeuw. De fijne
voetjes schijnen te zoeken welk
sneeuwvlokje liet blankst is. Allemaal
vertrouwt zij ze niet hetgeen de co
quet opgenomen japon bewijst.
De kruidenier woont naast een tim
mermanswinkel. Zij had gehoopt, er
vóór twaalven te zijn, omdat dan het
volk naai; huis gaat en dat kan zoo
lastig zijn als er sneeuw ligtMaar zij
stond het zij in vertrouwen meege
deeld te lang voor liet spiegeltje in
de keuken, bang dat haar omslag-
doekje niet recht zat. Nou treft ze het.
bijster slecht. Want de krullenjongen,
die 't niet alleen in liet liout zoekt, doet
een fiksche greep kilheid op haar
kraakhelder mutsje neerkomen.
Het ..Pas op hoor, kwaje aap dat
ze waarschuwend laat hooren met een
lichf wenkbrauwengefrons en een ge-
dreig van haar hand, wordt beant
woord met nog een ba] en nog een.
De misnoegde trek om het aardig,
rood-tintelend neusje wordt al uitge
breider. want de jongen verspert, haar
:len weg naar den veiligen winkel, en
uit de leegloopende school wordt het
aantal piagörs schielijk aangevuld.
Maar de ridders leefden niet slechts
in de romantische middeleeuwen. Ook
onze proza-tijd lieeft er nog behalve
die van de el. Een fiksche, jonge kwant
komt in zijn helder-blauwe hemdsmou
wen naar huiten stuiven. „Op zij rak
kers weerklinkt het, en weg loopt de
troep voor zooveel resolute kracht. Zij
kijkt hem minzaam aan alsof hij het
lor niets deed Vruchteloos tracht zij
liaar boodschappe'nmandje als schild
te gebruiken; al zwakker en zwakker
'ordt haar tegenweer, eindelijk berust
zij er in, dat hij haar eerst eens vol
gens 's lands wijs met sneeuw wascht,
en liet dan even afzoent.
Waarom ze nou niet kwaad was
De drie hummels loopen van school
naar huis heel nederigjes te midden
van de hooge sneeuw. Zus, die liet
minst klein is, loopt in het midden, als
de steel van een olie- en azijnstel, an
ders gezegd de vaan, waarom zich de
soldaten groepeeren. Ze hebben het erg
koud en vangen met, bezwaarde gemoe
deren den langen weg naar huis aan,
erbarmelijk opziend, telkens als een
inensch of een kar hun loopje ver
stoort.
Maar daar zijn schepsels, uitvindsels
zou ik ze willen noemen, die voor niets
medelijden of eerbied hebben. Ze wor
den in de wandeling „jongens" ge
noemd. Eenige exemplaren van dit
genus hebben zich ter weerszijden van
de straat opgesteld met hergen sneeuw
ballen, en ook het armzalige, zwakke
troepje der drie moet liet ontgelden.
Eerst loopen ze zoo hard ze kunnen,
bangelijk voortgesleept door zusje.
Maar als de wedloop wat lang duurt
en de sneeuwballen vermeerderen
gelijk eens de pijlen der Perzen de zon
verduisterden zakten de stumpers
vernietigd ineen, tegen een huis, bitter
uitklagend hun verontwaardiging dat
zooiets zelfs aan hun niet; bespaard
bleef. Een welwillend voorbijganger
maakt met zijn wandelstok wat ruimte
in het rond, en voert liet. beklagens
waardig trio weg. Een moeder uit de
huurt zeer teeder van liart en begaan
met „de arme schapen" versterkt
dit convooi. Ze veegt de neusjes af en
maakt de kleertjes schoon, onderwijl
met kracht beamend, uit den grond
liaars harten, de klacht die de oudste
der jongetjes aanheft„En we hinne
nog zoo klein." Ik zag niet of ze een
traan wegpinkte, figuurlijk zal elk
lezer van deze kleine, tragedie het zéker
doen.
NICO.
Van alle tijden.
Voor alle tijden.
Geen man of vrouw kan zijne of
hare bibliotheek missen. Zij is de
wetsteen, die zijn of haar geest,
naarmate van de scherpte, slijpt.
Vergissen wij ons niet met den.
naam. Wij spreken niet van
eene boekencollectie, die ons door
den boekverkooper of een belezen
vriend verschaft is geworden en
door prachtbanden een sieraad voor
onze kamers is en er een eleganten
toon aan geeft. Wij bedoelen het
ware die verzameling van vrien
den. bij wie troost en raad is te
vinden, en die zelfs de eenzaam
heid niet eenzaam maakt, zooals er
eene boekenverzameling is in den
Faubourg St. Germain, waarboven
het opschrift staat: ..Verdient gij
hierbinnen te treden?" Hier zullen
de wijzen, de grooten, dé roemrij
ken u begroeten hier ontwikkelt
zich voor u de wereldgeschiedenis,
en hier leert gij d'e lessen des le
vens.
Wij zouden beleedigingen, die
eigenlijk uitingen van minachting
zijn, veel minder kwalijk nemen,
als wij niet eensdeels een overdre
ven dunk van onze hooge waarde
en waardigheid hadden, die zijn
oorsprong vindt in hoogmoed, en
anderdeels ons eene duidelijker
voorstelling maakten, hoe meestal
ieder in zijn hart over een ander
denkt en oordeelt.
Immers welk een scherp contrast
is er tusschen de geringste afkeu
rende aanmerking, waardoor de
meeste' menschen zich gekwetst ge
voelen, en wat zij zouden hooren,
wanneer zij de gesprekken hunner
bekenden over hen afluisterden
Wij moesten veeleer steeds voor
oogen houden, dat cle gewone be
leefdheid niets anders is dan mas
ker dan. zouden wij er ook niet
wee over roepen, wanneer het
eenigszins verschuift, of voor een
oogenblik afgenomen wordt. Als,
iemand echter rechtstreeks lomp
wordt, clan is 't alsof hij zijne klee-
ren heeft uitgetrokken en in zijne
volle naaktheid voor ons staat.
Trouwens dan cloet hij zich, zooals
de meeste menschen in dien na
tuurstaat, slecht voor.
Schopenhauer.
Een geest, van grootsche denk
beelden vervuld, verricht ook eene'
kleine taak het bestde verhevenste
levensbeschouwingen dringen met
het helderst inzicht cloor in de nie
tigste* omstandigheden.
Vanwaar toch clie overeenkomst
tusschen cle .eeuwenoude psalmen
der zee- en de symnho-nie, die uit
het dennenbosch ons tegenruischt
't Is 't oude en toch nieuwe lied
van komen en scheiden, van liefde
en leed. van leven en sterven, waar
van de zee getuigen kan. die zooveel
rust in hare diepte hiéld verborgen,
't Is of dei geesten van allen, die
eens haar graf vonden in de hel
dere golven., het eeuwige lied van
strijd en vrede nu doen voortleven
in den hoogsten top der trouwe
dennen ja, zij zingen den zwanen
zang der zee. die, eer zij scheidde,
al haar liefde, al haar leed aan
aarde en wind. heeft toevertrouwd,
't. Is daarom, dat de oudste sympho-
nie aan 't altijd groene bosch hare
melodiën leent.
Antoinette. Kleine miniaturen.
Zij was weder tevreden en ge
lukkig. Het was niet het geluk der
wereld, maar dat, hetwelk over
wonnen heeft. Zij leefde weer stil
op haar buiten, maar vroölijker,
vriendelijker en glimlachend, lief
dadig. Zij had haar leed cloor een
goede daacl en cloor eene groote
overwinning geheiligd' en verhel
derd.
Yacano. Het sacrementshuisje.
Het schoonste op de gansche we
reld is een gelaat, door geest ver
licht, waarop zielereinheid zetelt
en hemelvrede woont.
Karl Enslin.
Een ane'stisre nacht.
Er werden spookgeschiedenissen
verteld, de eene al akeliger dan cle
andere. Vooral oom Willem was
er sterk in en clischte verhalen op
die je de haren te berge zouden
doen rijzen. Oom had een nichtje
gelogeerd. Henriette genaamd, een
meisje van zestien jaar, dat ondanks
haar leeftijd vreeselijk bang was
uitgevallen, en hij wilde haar een
beetje van haar kinderachtigen
angst genezen.
Toch vreesde hii te ver gegaan te
zijn. Het is niet aan te bevelen, ze
nuwachtige menschen 's avonds
laat met spookgeschiedenissen van
cle wijs te brengen en om clus een
wending te geven aan het gesprek,
vroeg hij lachend
Je bent toch niet bang. Jetje?
Het meisje hield zich goed.
Ben je mal, zei ze; denk je,
dat ik iets geloof van al, wat je
verteld hebt
Haar bleekheid was echter ve-
heel in tegenspraak met haar voor
gewenden moed. Oncler vroolijker
gesprekken wercl cle avoncl verder
besloten en eindelijk ging iedereen
naar bed. De kamer van Henriette
was door een deur van de kamer
van haar tante gescheiden. Tante
bracht het meisje zelf naar haar ka
mer, stak de kaars aan en wensch-
te haar goeden nacht. Maar op haar
kamer gekomen, begon zij nog
eens na te denken en keerde nog
even naar haar nichtje terug.
Luister eens, zei ze, als je
soms hang bent, mag je gerust de
deur van mijn kamer open laten
staan.
Maar Henriette wilde zich tot het
laatste toe goed houden,
Neen, neen riep ze. Ik ben
heelemaal niet bang, doe de deur
gerust toe.
Ditmaal jokte zij niet, want zij
weerstond zoo goecl mogelijk aan
het onbehaaglijk gevoel, clat zich
van haar meester maakte.
Dikwijls werken omstandighe
den buiten onzen wil onbemerkt
op ons zenuwstelsel en. onze herse
nen en brengen ons in een toestand,
die ons ten speelbal laat aan cle
grillen van een verhitte verbeel
ding. Dat is dan nog wel geen
vrees, maar een bang voorgevoel
en de onbestemde huivering voor
het onbekende.
De fantastische verhalen van
dien. avond hadden Henriette in
zulk een toestand gebracht. Het
jonge meisje had overigens nog
moed genoeg om heimelijk met
haar eigen bangheid te lachen. Zij
ging liggen, maar kon niet slapen.
Allerhande geluiden, die echter
niets akeligs hadden, hielden haar
MET OPZET.
„Hoe vindt ge mijn bruidegom
„Wel wat erg blond."
„Dat doe ik met opzetik ben een brunette en als ik nu een bloi
den man neem, kom ik beter uit."
wakker. Het houtwerk kraakte
een paar muizen krabbelden en
ritsten achter het behangsel; bui
ten stak cle wind op en schudde
cle kruinen der hoornen, zoodat en-j
kele takken nu en dan met een j
krachtigen tik tegen de glazen1
zwiepten van het kleine venster.
Henriette kon het niet meer uit
houden. Zachtjes stak zij cle hand'
uit naar clen knop van de- cleur
naast haar bed en zonder gedrtiisch 1
te maken, draaide zij cle kruk om,
teneinde de deur een weinig open j
te zetten,
Tante zal wel in slaap zijn,
dacht zij bij zichzelf. Zij zal er
niets van bemerken.
Zij luisterde, en inderdaad hoor-'
de zij heel duidelijk de regelmatige
ademhaling van tante, die' gerust
lag te slapen. De gedachte, iemand
in cle nabijheid te hebben, stelde 1
haar weer gerust en eindelijk viel j
zij in slaap. Zij sliep gedurende
een zekeren tijd en droomde on ge-1
twijfeld van moordenaars en die-'
ven en spoken, toen zij door eenj
zwaar gedruisch en cloor een hevi-
gen slag op den arm werd opge-1
schrikt.
Zij ging overeind1 in bed zitten, I
het koude zweet parelde op haar
voorhoofd en haar slapen bonsden.1
In cle kamer was het zoo goed als i
volslagen duister en claar zij nog
half slaapdronken was, kon zij op j
het eerste oogenblik niets rondom
zich onderscheiden. Alleen hoorde;
zij nog altijd de takken tegen het j
raam zwiepen e-n den. wind in de j
toppen der boome-n ruisc-hen. Groo
te, zwarte wolken dreven snel door
het luchtruim terwijl zij bij tus- j
schenpoozen de zilveren sikkel cler:
maan met haar schaduw bedekten, j
Langzamerhand begonnen cle j
oogen van Henriette aan het half
duister gewend te worden en be
gon zij de haar omringende voor
werpen min of meer duidelijk te
onderscheiden. Ondanks haar
schrik moest zij toegeven, dat. er in
de kamer niets te zien was, wat
haar angst kon rechtvaardigen. Al
les had zijn gewoon aanzien.
Toen haar vrées een weinig be
daarde en. haar tanden niet zoo
meer tegen eikancler klapper
den, waagde Henriette het een
blik te slaan naast haar ledikant...
Er was niets te zien.
Och kom. zei Henriette bij
zichzelf, ik heb toch niet gedroomd.,
ik heb wel degelijk een slag op
den arm gehad. Mijn schouder cloet
er nog pijn van... En ondertus-
schen... ik geloof toch niet aan
spoken
De vrees heving haar opnieuw
totdat een luid gesnork uit cle aan
grenzende kamer haar nieuwen!
moed deed scheppen.
Laat het zijn wat het wil,
dacht zij bij zichzelf, tante is daar
en ik loop geen gevaar.
Bij clie gedachte wercl zij bepaald
overmoedig en een schaduw op
den groncl ziende, strekte Henriet-
te vastberaden den arm uit en tast-'
te er naar. Maar eensklaps stokte
in haar keel een kreet van ontzet-
tenden schrik.
Zij had een anderen arm gezien
of liever cle schaduw A'an een ancle-
ren arm, clie onder haar eigen bed
uitkwam en beproefde haar bij
den pols te grijpen... Dezen keet"
was er geen twijfel meer... zij had
goecl gezien, er lag iemand onder
bet bed A^erscholen
Met haar laatste tegenwoordig- i
heid A'an geest en met inspinning
van alle krachten greep Henriette
den knop van cle deur, om ze naar
den binnenkant open te rukken, i
Maar ondanks de kracht, die r,< g.
aet'tienvoudige! werd door clen,
schrik, was cle deur niet te verroe
ren een onbekende, geheimzinni
ge macht hielcl haar onwrikb ;ar1
tegen. Nu was zij buiten zicnznfi
van angst.
Zij verloor al haar koelbloedig-'
heid en kalm overleg en onder het
slaken van een akeligen zucht liet
zij zich op haar becl neervaller
Haar tante hacl niels gehoord e
bleef gerust doorslapen. Zij snorkt
regelmatig door, terwijl haar nirii
je op haar bed bijna in zAvijm lit
genet, A'an schrik meende te stei
ven.
Eenige oogenblikken, clie haa
echter een eeuwigheid toeschener
gingen voorbij zonder dat- het- mei;
je zich durfde verroeren of gelui-
geven. Eindelijk scheen er eei
bleeke glans door haar A'enster
een lichtrood'e streep ontlook aai
den gezichtseinder als een haa;
van, bloeiende egelantieren... He
was de morgenstond.
Henriette herkreeg een weinig
kracht en riep toen haar tante
Deze werd eindelijk wakker, sprong
op, stak de kaars aan en ging naai
Henriette's kamerzij wildé, ch
cleur openen, maar evenmin al;
haar nichtje kon zij ze open krij
gen. Zij stak dus haar hoofd dooi
de kier van de cleur en Henriette
deecl' inmiddels een onsamenhan
gend verhaal van het gebeurde.
Een oogenblik later barstte tante
in een schaterlach uit;
Kom er eens gauw uit. hang
meisje, riep zij, en raap dien spie
gel eens op, die claar tusschen dé
deur en den poot van het bed' ge
klemd ligt. Ik kan. er zoo niet in,
want de deur gaat niet open.
Beschaamd voldeed Henriette aan
dit bevel en bij het oprapen van
clen spiegel herkende zij den arm,
die haar zoozeer hacl dóen schrik
ken en clie niets anders was clan
een beeld van haar ei "én arm. Ge
durende den nacht was een betrek
kelijk groote spiegel, die eerst ho
ven de toilettafel hing een tafel,
die opzij gezet was om plaats te
maken voor het ledikant van Hen
riette van den haak gevallen en
had haar bij den val aan dén schou
der bezeerd.
Henriette bleef nog langen tijd
onder clen indruk van het gebeur
de. Zij schaamde zich over haar
bangheid, ofschoon oom Willem'
verklaarde dat zij zich kordaat had
gehouden e-n. dat het voorval zon
derling genoeg was geweest om
zelfs een man grooten schrik op het
lijf te jagen.
De oplossing van ons vorig Prijs
raadsel is
SPOORWEGVERKEER of
-VERVOER.
Ingekomen waren 26 antwoorden,
waarvan 16 goede. Bij loting viel de
prijs ten cleel aan Mej. JANSJE
VERSTEEG, A. L. Dyserinckstraat 8,
wie Avij verzoeken Maandag tusschen
2 en 3 uur haar prijs te komen afha
len aan ons Bureau Kampersingel 70.
Dezen keer geven wij eens Avat
anders, en wel de A'olgende Prijsvraag
Wie bedenkt bij onderstaande af
beelding een daarbij passende „mop".
M- i.
Als prijs loven wij uit een
ZAKMES.
Inzendingen worden ingewacht tot
en met Woensdag a.s.