UT? a M ut i? waïiififfs NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD. Meestgelezen Dagblad, in Haarlem en Omstreken. Tweede Blad. Gemeenteraad. iSe Jaargang Zaterdag 23 Maart 1901. No. 5439 DABBLAD ABONNEMENTSPRIJS: ADVERTENTIËN: Yoor Haarlem per 3 maandenƒ1.20 Van 15 regels 50 Ots.; iedere regel meer 10 Cts. Buiten liet Arrondissement Haarlem Voor de dorpen in den omtrek waar een Agent gevestigd is (kom der gemeente), is de prijs der Advertentiën van 1—5 regels 0.75, elke regel meer 0.15. per 3 maanden1-30 jfi./Groote letters naar plaatsruimte. 'ij Abonnement aanzienlijk rabat. Franco door bet gebeele Rijk, per 3 maanden1.65 Reclames 30 Cent per regel. Afzonderlijke nummers0.02% Bureaux: Gebouw Het Spnarne, Kampersingel 70, vlak bij de Turfmarkt. Geïllustreerd Zondagsblad, voor Haarlem, per 3 maanden0.37% Telefoonnommor der Redactie 600. Telefoonnummer der Administratie 122* de omstreken en franco per post0.45 Intercommunale aansluiting. Uitgave der Vennootschap Lourens Coster. Directeur: J. C. PEEREBOOM. Abonnementen en Advertentiën worden aangenomen door onze Agenten en door alle Boekhandelaren en Courantiers. Met uitzondering van het Arrondissement Haarlem is het uitsluitend reoht tot plaatsing van Advertentiën en Reclames betreffende Handel, Nijverheid en Geldwezen, opgedragen aan het Algemeen Advertentie-Bureau A. DE LA MAR Azn. te Amsterdam. Dit blad verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen, Hoofdagenten voor het BuitenlandCompagnie Générale de Publicité Etrangère G. L. DAUBE Co. JOHN F. JONES, Succ., Parijs 3V>» Faubourg Monlmartre. Vervolg Zitting van Vrijdag 22 Maart. 1901 des namiddags PJ2 uur. De heer ROOG heeft het voorstel- Hofland gesteund doch niet v d. Kamp. Wanneer men het rapport goed na leest, is het hooren der genoemde des kundigen niet noodig. Spr. heeft ver der altijd gemeend dat in deze zaak steeds met gelijke maat was gemeten. Doch na lezing van het rapport dat z. i. te laat ter visie is gelegen heeft Spr. den indruk gekregen dat met de I-I. M. niet voldoende overleg is ge pleegd. Er is met S. en H. in 1898 reeds onderhandeld, en met de H. M. is dit niet geschied. De II. M. had verder het rapport behoorlijk moeten hebben kunnen doorlezen; door een enkel kijk je heeft hij geen voldoende licht van de zaak kunnen krijgen. Door het rap port is Spr. juist omgekeerd. Er staat steeds het komt mij voor dit; het komt mij voor dat. Dit is niet beslist ge noeg uitgespi'oken. Wat het finan- cieele verschil be treft, Spr. heeft alleen het verschil in centralen cezien en dat was f 1000. Meerdere vergelij kingen komen daarin bijna niet voor. lieden morgen heeft Spr. den heer Dufour gevraagd: ,,Is u vrijgelaten om gelijkstroom of wisselstroom toe te pas sen?" Het antwoord daarop was: neen, ik moest gelijkstroom toepassen, niet- tegenstaande'ik voor wisselstroom was. En daar de heer Doyer ook aan het eind van zijn rapport den voorkeur geeft aan wisselstroom, achtte Spr. de II. M. in deze de aangewezen firma om mede in onderhandeling te treden. Ware er evenwel een voorstel om geen lichtfabrieken te bouwen, zou Spr. er voor stemmen, omdat hij meent, dat zij geen rente zullen opleveren. Doch nu dit niet het geval is, acht Spr. hei wen- schelijk dat de Haarlemsche industrie worde bevorderd. De heer SCHRAM zegt, dat hij steeds gemeend had dat de beide firma s ge lijk waren behandeld. Doch na de open brief komt het hem voor dat dit niet geschied is. Spr. had in de vorige zit ting gemeend, dat het rapport weldra in den Raad zou gebracht worden. Door het uitblijven zijn de gemoede ren aan het gisten gebracht. Spr. vraagt aan den heer N. Kr. of het rap port nu spoedig in druk zal verschij nen, en ten tweede of de zaak, bij uit stel van eenige maanden, in het sta dium waarin zij nu verkeert, zal scha den. Op deze vragen, zou Spr. - aarne een antwoord hebben. De heer N. KRUSEMAN antwoordt dat hij in de vorige vergadering zoo goed mogelijk de zaak uiteengezet heeft. Evenwel heeft Spr. noch de le den willen overbluffen, noch de waar heid in het gezicht geslagen. Daar voor beroept Spr. zich op d© leden der commissie. Het voorstel-v.d. Kamp verdient geene aanbeveling. Vroeger was het een persoonlijke zaak bij de gasfabriek toen gold het particuliere of gemeente-exploitatie. Doch hier is dit niet het geval. Hier heeft een des kundige een onpartijdige uitspraak ge daan tusschen 2 firma's. Bij het be noemen van een onderwijzer, maakt een schoolopziener een voordracht op en stelt u nu eens voor dat A '1 enB 2 op de voordracht was geplaatst, Zou u nu meenen, dat de schoolopziener, wanneer de heer B. ontevreden is, de zaak in den Raad moet uiteenzetten.Dit is hetzelfde geval hier. Verder wijst Spr. er op, dat de Raad gewild heeft dat er een rapport zou worden uitge bracht. De brochure heeft den storm teweegebracht. Men heeft gemeend, dat deze brochure waarheid bevatte. Evenwel protesteert Spr. tegen de mee ning dat hij als pleitbezorger zit der Berlijnsche fabriek. De heer Dufour heeft goedgevon den aan het einde van zijne brochure te zeggen: ,,Van een ernstig man, zooals de heer Dr. Nieuwenhuyzen Rrusemain zi|ch heeft doen kennen, had ik niet dur ven verwachteVi, dat hij zonder in lichtingen ingewonnen te hebben, oordeelt over wat, al of niet in onze fabriek, die hij nimmer bezocht, wordt gemaakt. Ware hij eenigszins op de hoogte geweest van de toestanden, hij zou zeker ingezien hebben, dat het een absurditeit is om aan te nemen, dat het voor de Haarlemsche werklie den vrij wel hetzelfde zou wezen of het werk door ons, dan wel door een buitenlandsche fabriek wordt ge maakt. Gelooft de heer Dr. Nieuwenhuyzen Kruseman in werkelijkheid, dat de firma Siemens Halske een bedrag van f 50.000 ten goede zal doen komen aan Haarlemsche werklieden?" Hoe de heer Dufour aan die mee ning gekomen is, weet ik niet. Ik heb mij niet gemaakt tot de tolk van deze meening en niet gezegd wat de fabriek wel kan maken. Ut heb gezegd de H. M. maakt geen kabels, en dat zij van plan was de dynamo's te nemen van de firma Schuckert.. Ik heb ge zegd dat de 3 voornaamste stukken niet te Haarlem konden gemaakt wor den. Ik heb de som van f 50.000 ge noemd, welke ik meende dat daarvoor te Haarlem kon worden verwerkt. Wanneer S. en H. het werk krijgt, heb ik gezegd, dat een f 50.000 door Haar lemsche arbeiiddrs kan worden ver werkt. Verder heb ik gezegd, dat er een eerlijke strijd was geweeste en de buitenlandsche het gewonnen heeft. Hierin ligt geenszins een mindere' waardeering der II. M. Er is gezegd dat door de Commissie wel de fabriek S. en H. is bezocht en niet de II. M. De heer Dufour heeft mij genoemd een ernstig man en ik houd hem er ook voor; waai- nu in de brochure ge zegd wordt dat op de reis naar Duitschland de centrale van S. en H. zijn bezichtigd in gezelschap van diens inegnieurs, daar antwoordt spr. op, dat dit absoluut onwaar is. Wei zijn centrale bezocht, doch niet van S. en H. en niet in gezel schap van diens ingenieur. Wat het bezoek aan de H. M. betreft, die heb ben wij niet gezien, want wij hadden genoeg aan een project. Wat aangaat dat de uitslag van den strijd van te voren beslist is, dit is eveneens onwaar. Ware dit het ge- van geweest, dan zou de heer Dufour, als verstandig man wel direct zijn project hebben teruggetrokken, doch niet gewacht hebben op den uitslag van het rapport. Wanneer hier van een complot spra ke zou zijn geweest, dan zou dit moeten hebben bestaan uit de heeren Blom, Doyer en de leden der lichtcommissie. En deze lijn daarvoor niet in staat. Er is hier dan ook geenszins van par tijdigheid of meten met twee maten sprake. Hierop zette Spr. Je zaak nog maals breedvoerig uiteen; de heer Blom wenschte toen tot oprichting der fa briek was besloten, afgescheiden van binnen- of buitenlandsche industrie een goed project. Vele firma s hebben zich toen aangemeld. De heer Blom heeft toen later een voorstel gedaan om S .en II. het werk te gunnen, doch toen heb ik gezegd, dat ook de H. M. in deze moest worden gevraagd. De commissie heeft toen gezegd, er zal eene concurrentie van één tegen één zijn. Wat den tijd betreft, deze is voor de II. M. niet te kort veweest. S. en II. heeft het plan binnen 1 maand ingediend zonder eenige gegevens. De II. M. heeft daarentegen verschillende opgaven gekregen; doch hiermede was de H. M. niet tevreden. Ook wenschte zij de gi'ootte van het kabelnet te we ten. Dit kon haar niet worden gege ven. Na ernstig overleg met deskun digen hebben wij gemeend een gelijk stroomplan te moeten maken. De heer D. was evenwel voor wisselstroomplan; echter heeft hij toch niet zulk een plan ingediend. De beide plannen zijn ge lijktijdig onderzocht; om van eene de gelijke keuring verzekerd te zijn, is een deskundige benoemd. Daartoe is be sloten door den Raad, evenals dat de Raad goedkeurde dat twee firma's zou den mededingen. Ten slotte protesteert Spr. tegen de uitdrukking dat de heer Doyer door de bril van S. en II. heeft gekeken en van een Haailemmer. De heer D. is wel in Bei-lijn geweest, doch niet met de bedoeling om S. en H. te spreken. Hij heeft wel met beide fir ma's voeling gehouden; met de een wel licht een oogenblik mondeling, met den ander telephonisch. Wat het rapport betreft, dit is op voorstel van B. en W. niet medegedeeld op grond dat het voor de Haarlemsche firma niet pleizierig zou zijn. Doch nu zal het gedrukt worden opdat het Haarlem's publiek zal kunnen oordee- len. De zaak is thans een ander sta dium ingetreden. Vervolgens maakt spr. eenige uitdrukkingen uit het rap port bekend, waarin vergelijkingen ge maakt worden tusschen beide firma's. Uit het voorgelezene blijkt, dat het plan van S. en H. op vele onderdeelen beslist de voorkeur verdient. Wat aan gaat de uitdrukking van den heer v. d. Kamp, dat de hr. Doyer erkend: zou heb ben, dat de tijd aan de H. M. gegund te gering zou zijn geweest; de IJ. M. heeft 2 1/2 maand tijd gehad en S. en H. 1 maand. Waar wij de volmacht hadden om alles uit tevoeren, en waar wij nu een zoo beslist rapport hebben ontvangen van een deskundige, daar kon de lichtcommissie met geen ander voorstel komen om de gunning aan S. en H. te geven. De heer Dufour heeft de zaak te don ker voorgesteld, wat betreft het finan- cieele deel. Het elect, licht heeft groote voordee- len en één nadeel, en dat is duur. Men heeft niet besloten een rendabel-fabriek te maken, maar besloten om bij het maken van een gasfabriek ook een lichtfabriek te maken, anders zouden wij staan achter Bloemendaal. Er is niet te zeggen of 't voor- of nadeel zal opleveren. Het is de commissie niet ontgaan dat er ook beweegkracht zou te voorschijn kon worden geroepen, en daarom waren de concessie-voorwaar den met A. en N. ook opgehouden. Doch na ernstige overwegingen is ons even wel gebleken, dat dit plan voor Haar lem niet geschikt was. Door het laatste zou men in plaats van een liehtstation een krachtstation krijgen. Spr. hoopt dat de Raad de machtiging niet zal in trekken en met vertrouwen de toekomst zal tegemoet gaan, en vol vertrouwen de lichtcommissie voor de derde maal de machtiging zal vorleenen. (Applaus). De heer WILLINK dient nu eene motie in om na de gehouden bespre kingen over te gaan tot de orde van den dag, en vertrouwen te stellen in heit dagelijksch bestuur en de licht commissie. De heer STOLP deelt volkomen de meening van den heler Kruseman. Vei-der hoopt spr. dat op deze zaak spoedig het licht zal schijnen, dat gewenscht is. De heer LEUPEN brengt dank aan den heer Kruseman voor zijne duide lijke uiteenzetting en verklaart zich er thans voor. De lieer v. d. KAMP is in 't alge meen voor openbare aanbesteding. Den 31en Dec. 1902 eindigt de con cessie met de Imperial, wat zou er nu tegen zijn, wanneer wij de Impe rial verzochten 6 maanden de conces sie te verlengen. Het is in het hartje van den winter, de werklieden der Imperial kunnen dan toch ook niet broodeloos gemaakt worden. Wij heb ben dus tijd genoeg, en er is dus geen haast bij de zaak. Het zou voor de H. M. een schade post zijn van f 80.000. Verder verdedigt spr. zijn gezegde dat de heer Doyer door een Berlijnsche bril had gekeken. Nog stelt spr. den heer Kruseman de vraag of er primitief geen ander slot aan het rapport was, dan de heer Kruseman had medegedeeld. De heer ROOG zegt dat in het rapport staat, „het komt mij voor dat het pro ject de>- firma S. en H. beter is dan dat der H. M." Dit is zoo vaag uitgedrukt. Spr. hoopt dan ook dat het rapport worde gedrukt, opdat het licht er op- schijne. De heer SCHAM vraagt of het nadeel aan de zaak zou doen, wanneer deze nog eenigen tijd werd uitgesteld. De heer GROOT heeft met genoegen den hr. Kruseman gehoord, orndat hem nu gebleken is dat de zaak niet zoo één zijdig is beoordeeld. Evenwel had hij wel gemeend, dat het rapport in den Raad zou worden gebracht. De heer DE BRAAL wil door hot te genstemmen van de motie van den heer Tjeenk-Willink geen votum van wan trouwen jegens B. enW. instellen. Spr. is nog niet overtuigd, dat er een volko men eerlijke strijd op dit gebied is ge streden. De heer LOOMEIJER gevoelt behoef te om openlijk té verklaren, dat hij na de rede van genoemden heer, niets heeft in te brengen. De heer Kruseman is het geweest, die juist den kans aan de H. M. heeft gegeven en niets liever zouden wij gezien hebben, dan dat de Haarlemsche firma schitterend uit het strijdperk zou zijn getreden. Spr. zal met den voorz. der commissie mede gaan, om te toonen hoeveel vertrou wen hij steeds in hem heef* en brengt hem gaarne een woord van hulde voer zijn werk. Spr. hoopt dat niet op het genomen besluit worde teruggekomen .en daar door een blijk van vertrouwen aan de commissie worde gegeven. De heer KRUSEMAN zet uiteen dat er wel haast bij het werk is; zoodra de gasfabr. er is, moet er mede eene electri- sche beweging zijn, voor het bedienen van werktuigen. Verder beantwoordt Spr. den heer v. d. Kamp. De heer HOFLAND zegt, dat hij zijn voorstel na de gehouden besprekin gen wenscht in te trekken, omdat hij nu met de zaak beter op de hoogte is. De VOORZ. zegt dat bij aanneming van het voorstel-v. d. Kamp de zaak weder op losse schroeven wordt gesteld. Het is zeer onpractisch wanneer de Raad telkens op genomen besluiten te rugkomt. Na de verdediging, door den heer Kruseman, acht Spr. het niet noo dig daaraan meer iets toe te voegen. Nog wijst Spr. op het adres-Bijvoet e. a. en zegt dat daaruit blijkt dat h. i. de buitenl. industrie is voorgetrokken, bij de Haarlemsche. Dit grieft mij en 't is onaangenaam voor het college van B. en W.. Er heeft geen enkele voor trekking plaats gehad; met voorbeelden o .a. bij de sluizen te Spaarndam, toon de Spr. aan, dat het college steeds de belangen der Haarlemsche Nijverheid behartigt. Hier was de quaestie, wie de gemeente het beste werk zal leveren. Spr. hoopt en vertrouwt dat de Raad niet zal terugkomen op haar genomen besluit. Een voorstel van den VOORZ. om de discussiën thans te staken, wordt in stemming gebracht en aangenomen met 19 tegen 8 stemmen, die van de heeren Groot, v. d. Kamp, Schram, de Braai, Kruseman. Loomedjer. van den Berg, en Roog. De motie van den heer Willink in stemming gebracht, wordt aangenomen met 20 tegen 2 stemmen, die van da heeren v. d. Berg en Roogbuiten stem-' ming blijven de heeren v. -Lennep, V. d. Kamp, Stolp, de Braai, Loomeijeiy Hugenholtz, Kruseman (Weth.). De heer v. d. KAMP zegt het niet eens te zijn met de volgorde, zijn voor stel had eerst behandeld moeten woï- den. Hij wonscht daarover stemming. De VOORZ. wijst er op dat hii aan de hand van het reglement van ordd, correct heeft gehandeld. Het eerste deel van het voorstel v. d- Kamp in stemming gebracht, wordt verworpen met 4 stemmen tegen. Voor stemden de heeren v. d. Kamp. de Braai, v. d. Berg, Roogbuiten stem ming bleven de heeren van Lennep eA Leupen. Het tweede gedeelte van dit voorstejl in stemming gebracht wordt eveneens verworpen met 6 stemmen tegen. Voor stemden de heeren Groot v. d. Kamp, Welsanaar, de Braai, v. d. Ber$ en Roog, bulten stemming bleef de heer Loomeljer. Daarna wórdt do openbare vergode-, ring gesloten en gaat de Raad in ge- heime zitting over. fcv

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1901 | | pagina 5