DE ZATERDAGAVOND r w.mmmm GRATIS BIJVOEGSEL VAN „HAARLEM'S DAGBLAD". Letterkundig Weekblad voor Jong en Oud. Haarlemmer Halletjes. No.|29. Zaterdag 23 Maart. 1901. Meest gelezen Dagblad in Haarlem en Omstreken. Roei- en Zeilvereeniging „Het Spaarne." Deze vefeeniging, de eenige iiT dezen tak van Sport in de Spaarne- stad bekend, die reeds sedert 18 Juli 1885 alhier gevestigd' is, mag niet roemen op eene overgroot© bekendheid. Toch is dit zeer te betreuren daar het roeien tot. de mooiste sport behoort, maar niet alleen daarom is het jam mer. maar ook omdat 't Spaar ne zulke prachtige watergezichten en tochten biedt in de onmiddel lijke nabijheid der stad. De vereeniging ..'t Spaarne", die sedert eenigen tijd weder teekenen van leven geeft, schreef in haar jaarverslag over 1900 Het is gebleken dat eene vereeni ging als ,,Het Spaarne" door sa menwerking steun en medewer king in Haarlem haar reden van bestaan heeft! Haar ledental dat niet groot is, wordt geleidelijk vermeerderd. De wensch wordt dan ook gaar ne uitgesproken dat wanneer het roei-seizoe.n den 7en April a.s. ge- öpend wordt van de vaartuigen der Vereeniging een druk gebruik gemaakt, zal worden en wanneer men hare vaartuigen ziet, de lust niet achter zal blijven de R.- en Z- vereeniging 't Spaarne te steunen." De plaat hierbij stelt onze lezers in de gelegenheid kennis te maken met de juiste ligging van het schui tenhuis aan de Friesche Varken markt. Invloed van muziek. Dat muziek van sterken invloed op het zenuwgestel is. bewijst de algemeene ondervindingen als van1 Orpheus gezegd wordt dat hij in staat was door zijn lied rotsen en steenen te bewegen, is dat niet anders dan eene beeldrijke uit drukking van eene onloochenbare waarheid. Een van de latere schrij vers over dit onderwerp is Dr. W. Pegge. een discipel Van Liszt. In ,,The American Art Journal" wist Dr. Pegge tot toelichting eenige merkwaardige gevallen mede te deelen. ..Muziek", zegt hij, ..heeft op de gezondheid eene verbazende uit werking. Daar zijn vele voorbeel den van aan te halen. Een heer. dien ik te St. Petersburg ontmoet te. vertelde mij onlangs, dat een dokter, die een vriend van hem was. de uitwerking van muzikale i klanken op zieken bestudeerd had en hem gebleken was, dat zij den bloedsomloop en de werkzaamheid van het hart rechtstreeks naar ma te van de hoogte en het fortissimo van het geluid! wijzigen dit wordt ANTI-ENGELSCHE ENVELOPPE UIT POR TUG AI j technisch ..toonkleur" genoemd. j ,.In de oude geschiedenis en de j gewijde schriften van verscheide- ne volken vindt men een aantal ge- j vallen, die van den invloed der mu zikale klanken en hun onbereken baar weldadige uitwerking op zie- ken getuigen. Er is eene overleve-1 i ring. dat in het oude Egypte zan- gen aan de bevordering van deugd! i cn zedelijkheid in de opvoeding j der jeugd waren gewijd. ..In die overlevering wordt de i barbaarschheid van Cynoethe toe- geschreven aan de grove veronacht zaming van muziek, en de bescha- I ving en reinheid van zeden en ge- bruiken der Arcadiërs aan eene aangeboren liefde voor en veree ring van de goddelijke kunst. ,,Uit de Schrift weten wij, d'at I er voor Saul's vlagen van waanzin j genezing werd gezocht door Dar vid's harpspelen Pythagoras ried I muziek bij de- behandeling van krankzinnigen sterk aan en Tha- j les vond in muziek het krachtda digste middel tot bestrijding^ van eene pest, die Sparta verwoestte. „Xenocrates bracht krankzinni- I gen door muzikale klanken tot. be- idaren. Theophrastus verklaarde, en I hield vol. dat venijnige beten van slangen minder kwaad deden, als het slachtoffer onder den invloed van muziek werd gebracht. Wan- neer in de donkere ecuwen genees- heeren meenden booze geesten als de oorzaak der kwaal te erkennen, werd muziek het geneesmiddel ver klaard, en Maarten Luther gaf de zelfde meenino- te kennen, of lie ver het vaste geloof, toen hij schreef: Muziek is eene der schoonste en heerlijkste gaven Gods, waarvan Satan een bittere en onverzoenlijke vijand, is." ,,Een der Koningen van Spanje was eens in zulk een zwakken en ziekelijken toestand, dat zijne lief hebbende gemalin bijna wanhoopte Zijne Majesteit ooit weder gezond te zien. Hij was zoo neerslachtig dat hij zijn eigen persoon totaal verwaarloosde en weigerde iemand van zijn hovelingen en getrouwe onderdanen te zien of door hen ge zien te worden. Droefheid en ont- j steltenis heersehten onder het gan- I sclie volk. Te midden van die al- I gemeene treurigheid, kwam de ge- trouwe, schoone gemalin van den I Koning op een gelukkigen inval. I Farinelli was destijds een beroemd 1 zanger, en hem ontbood zij in het paleis, benevens eenige andere ar- tisten gezamenlijk met het orkest, I dat nergens anders dan in het pa leis speelde maar nu sinds lang wegens den toestand van. den Ko ning werkloos was geweest. ,,De Koningin verzocht Farinelli te zingen en den anderen artisten j te spelen, wat zij deden beurte- J lings natuurlijk en de uitvoe- jring had plaats in een groot ver- i trek, dat aan de suite, die door den Koning betrokken was, grensde. De uitwerking was bijna toover- I achtig. Zijne Majesteit bleef twee of drie uren lang stil luisteren, en eindelijk zond hij in een van de pauzen een adjudant, om die artis ten. die aan de uitvoering hadden deelgenomen, in zijne tegenwoor digheid te- ontbieden. Toen zij voor hem verschenen, verzocht hij hun hem elke billijke gunst-te vragen, BLOEMSTUK. AANGEBODEN DOOR DE NEDERLANDSCHE MAATSCHAPPIJ VOOR TUINBOUW EN PLANTKUNDE AAN KONINGIN WILHELMINA. Het was een goede gedachte van het hoofdbestuur dezer Maatschappij om, bij gelegeoheid van den intocht van het Vorstelijk" echtpaar binnen de hoofdstad des Rijks, Hare Majesteit een geschenk aan te bieden, in den vorm van een bloemstuk. Het kunstwerk ter hoogte van om streeks 11/2 M. bestond uit een schild op standaard. Het schild be- wérkt met Parma viooltjes en omzet met een breeden rand lelietjes der dalenin den linkerbovenhoek het monogram W en PI, uit witte en uit gele immortellen saamgesteld, uit den rechterhoek een breede tak Odonto- glossum en Cattleya Orchideeën, gra cieus neerhangende over de viooltjes en lelietjes van het schild. De stan daard verder opgewerkt met fijne bloemen en elegante takjes, en boven voorzien van de emblema's van den tuinbouw, schop, spade, hark, gelijk de afbeelding duidelijk aangeeft. De breede lak Orchideeën, een stroom van bloemen gelijk, onderbroken door een elegant en fijn afgowerkten strik met breede slippen, de onderste^slip geborduurd met sierlijke ranken en figuren, de bovenste voerende in ge schilderde artistieke letters den naam der Maatschappij, deze laatste be werking was uitgevoerd door den Heer J. Gidding te Rotterdam. In het bloemenatelier van de firma H. de Lange te Rotterdam werd dit bloemstuk vervaardigd, dat zonder eenige tegenspraak den ver vaardigera alle eer aandoet. en die zou hij toestaan. Daarop ver zocht Farinelli den Koning, te ver oorloven. dat dat zijne onclerhoori- gen hem kleedden en schoren. Toen I dit gedaan was, gevoelde de Ko ninklijke lijder zich blijkbaar be terden nu verzocht Farinelli Zijnel Majesteit, zijn getrouwen onder danen te vergunnen hem dagelijks j in den tuin te zien wandelen. Diei gunst werd óók toegestaan, en van dien dag aan nam Koning Philip van Spanje snel in beterschap toe. ,,Stradella hield door de toover- macht van zijne stem, in de avond stilte van San Giovanni Luzerno, het staal van den ..bravo, die hem wilde vermoorden", tegen. De op geheven hand van den moordenaar, gereed om den stoot toe te bren gen, die de wereld van een harer grootste genieën beroofd zou heb ben, zonk onschadelijk langs zijne zijde neer, terwijl hij naar Stra- della's heerlijke tonen luisterde, en de man. die op het r>unt was een moord te begaan, was zoo door aan doening overstelpt, dat hij het hoofd boog en overluid weende. Zoo sterk was de invloed der muziek zelfs op zulk een ruw, woest karakter." Een Zaterdagavondpraatje. Hoe het komt weet ik niet, maar ik kan het de electrische tram maar niet naar den zin maken. Een maand of wat geleden kreeg ik een briefkaart, klaarblijkelijk afkomstig van een con ducteur of wagenvoerder, waarin hij mij uitschold voor allerlei leelijks om dat, Van Puff eden gezegd had. dat er een electrische tram "moést loopen op den laatsten trein van Amsterdam. Dat had ik, als een staaltje van de veel- eischendheid van het publiek, in mijn Zaterdagavondpraatje gezet en zie daal den trambeambte, die de fiolen van zijn toorn uitgiet over mijn hoofd, als of ik aansprakelijk zou willen wezen voor de meeningen van Van Puffelen. In den loop van de jaren heb ik zoo nu en dan al eens menig scheldwoord naar mijn hoofd gekregen, wat mij aanvan kelijk veel verdriet deed. Langzamer hand begreep ik evenwel, dat dit een dwaasheid was, want hoewel ik mijzel- ven niet voor een pakhuis van deug den wil doen doorgaan, zoo'n hoos wicht als de briefkaartenschrijvers van mij maakten, ben ik toch niet. Daarbij komt dat de heeren briefschrijvers re gelmatig vergaten er hun naam on der te zetten, zoodat ik mij ook in dat opzicht er geen harnas over behoef aan te trekken. Maar nu is. helaas, ook een contro leur van de E. N. E. T. hoos op mij ge worden, omdat ik in mijn vorige Za terdagavondpraatje heb beschreven, hoe hij van eeri militair en van een burger klappen gekregen heeft. Ik voeg de er toen bij: Heel belangrijk schijnt mij het geval toch niet toe." Daarover was de controleur niet in zijn schik, 't Gaf zoo den indruk, meen de hij, alsof hij er maar wat van ge maakt zou hebben en de mishandeling was toch inderdaad gebeurd. Nu, daar aan heb ik ook niet getwijfeld en ik wil graag gelooven, dat men tram-con troleur wezen kan en er toch iets tegen hebben, dat men een gat in zijn hoofd krijgt. Uit een oogpunt van maat schappelijke orde bezien, is een gat in een hoofd al even weinig gepast als een vuist in je oog. Maar mijn bedoe ling was alleen om de onbeteekenend heid van het geval aan te duiden ten opzichte van de wereld en van het heel al, Wat zijn de controleur van de E. N. E. T. en ik daartegenover? Niets dan twee stofjes in den dampkring, twee zuchten in het heelal. Toch is het niet goed, dat twee zulke stofjes elkaar, om zoo te zeggen, boos aankijken. Ik zeg dan tot mijn medestofje, den contro leur van de E. N. E. T.: „liet was de bedoeling niet om u onaangenaam te wezen en wanneer ik er ooit hij mocht, zijn, terwijl een burger of een mili tair u te lijf willen, reken dan op mij ne stoffelijke krachten om dat te hel pen tegengaan." Als ik eenmaal over electriciteit spreek, kan ik er moeilijk over uitschei den. Dat gaat zoo met onderwerpen van beteekenis en het is vooral niet te verwonderen in deze week, nu een elec- trisch onderwerp, we mogen wel zeg gen, hevige ontladingen heeft teweeg gebracht en een soort van onweer is ontstaan uit de botsing van'twee met electriciteit gevulde donderwolken. Maar over de electrische centrale wil ik nu niet spreken, wel over een onder neming, die er ernstig over denkt hare ouderwetsche beweegkracht: 'paarden oftewel havermotoren door electriciteit te vervangen. Daarover zijn onder handelingen gevoerd met de gemeente en deze, die juist graag over dag kracht zou willen leveren, heeft den nieuwen klant met vreugde verwelkomd. De zaak i s nog wel niet in 't reine, maar dat zal ze wel worden. Zoo staat het dus te voorzien dat de paarden van van de Haarlemsche tram zullen worden afgeschaft. Dat zal wel nie mand verwonderen. Het betere is altijd de vijand van 't goede ge weest en de electrische drijfkracht is beslist de meerdere van de dierlijke trekkracht. Ik heb er een van de trampaarden over geïnterviewd, terwijl het beest in den stal in den Hout stond. Het was een groote .sterke Normandiër, zonder veel elegantie, maar met kracht in al zijn spieren en pezen. Hij kauwde droef geestig op een strootje en zei: ,,ja, ik heb het al wel zien aankomen. Op 't Stationsplein kunnen wij mekaar wel beroepen en op de Dreef rijden we over eikaars lijnen heen. Maar," en daarbij hief het dier fier den kop omhoog, ,,als we tegelijk aankomen, dan gaan wij voor en de electrische moet wachten. Ziet u, het zal me aan mijn hart gaan wanneer ik niet meer tusschen de rails zal loopen van 't station naai de Dreef. Zijn we niet een veel huise lijker inrichting dan de electrische? Loopen wij niet ,als bedaarde en beza digde dieren, voor den wagen. Is dat niet veel nobeler dan zoo'n electrische wagen, waar een brommend en grom mend zwart ding onderaan hangt en die in de bochten giert en huilt als een paard, dat kiespijn heeft? Zulke lee- lijke geluiden maken wij paardentrams in de bochten niet, het eenige wat ons kan gebeuren is dat we uit de rails raken, maar daar heeft niemand last van, dan wijzelf alleen, die den wagen, met of zonder hulp van de passagiers, weer in de rails moeten trekken. En dan onze verlichting." ,,IIoor eens," zei ik, ..we kunnen over vele dingen praten, maar over de ver lichting van de paardentram moeten we liefst niet al te veel zeggen. Daar is een geurtje aan: je ruikt de petro leum op een half uur alstands." Het trampaard keek me verwijtend aan, zette de tram aan en ging er van door, waarschijnlijk vol gepeins over het lot, dat hem nu doemde tot een on zeker bestaan, wanneer de paarden tram de moderne electrische trekkracht zou hebben aanvaard. Ach ja. de menschen hebben het dik wijls zwaar en moeilijk, maar het die renrijk heeft het niet veel beter. Of heb ik niet in dit blad gelezen dat op het hoofd van eiken vat in Haarlem een prijs is gesteld? Bij advertentie worden de menschen om zoo te zeg gen uitgenoodigd om een vervolging in te stellen tegen de ratten en wie voor 20 April rattencadavers bezorgt aan de vuilnisbelt, kan er een dubbeltje, per stuk voor krijgen. Voor ieder, die de wereldhistorie bijhoudt is het duide lijk. dat onze Burgemeester niet maar voor de aardigheid opwekt tot.deze rat- tenjacht. Hier geldt het eene gezond- heidsquaestie. Het zijn namelijk vooral en in de allereerste plaats de ratten, die de pest overbrengen en waar nu in Kaapstad deze verschrikkelijke ziekte welig tiert, waar nu en dan pestgeval- len voorkomen in Engeland, en sinds een paar jaar Europa feitelijk bedreigd wordt, door een inval van deze ziekte daar is het verstandige politiek, om de overbrengers van zoo'n gevaarlijke ziekte, die bovendien toch al een scha delijke diersoort is, uit te roeien, zoo- dat zij buiten staat zijn om den mensch de ziekte op den hals te halen. Want, je kunt je gauw iets op den hals halen, zoowel een ziekte als een berisping. Een ziekte op te doen is in deze ellendige Maartdagen, die guur der en kouder zijn dan menige Decem berdag, een kleine kunst. Het is zelfs, welbekeken, een wonder, dat niet ieder- en in deze dagen van nijdig-scherpen noordoostenwind een zware verkoud heid of een longontsteking opdoet.. Hforuit blijkt, dat het weerstandsver mogen van den mensch grooler is, dan hij zelf wel vermoedt. Maar tegen een berisping kan hij zich moeilijk ver zetten. En ik dacht aan een berisping toen ik las, hoe in het adres aan den ge- gemeenteraad van de Haarlemsche in- dustrieelen inzake de levering van de electrische installatie, het woord ,,ge- wisselijk" voorkomt! Want die uit drukking is een citaat. Indertijd deed de welbekende professor Don ders een vraag aan een student, die hem daarop een zeer dom antwoord gaf. Donders keek hem eerst langen tijd aan en zei toen: Mijnheer uw va der. die een knap man was, en daar van in zijn studenten tijd reeds blijken gaf. zou gewisselijk dit antwoord niet gegeven hebben." Het woord gewisselijk is te zeldzaam, dan dat men het zich niet naderhand herinneren zou. Zoo zijn er meer woor den. die iemand direct op fiet eerste gezicht weet te herkennen. Daar is bijv. de uitdrukking ..desonkundig", die door wijlen Dr. Jan van Vloten is uitgevonden. Er zijn deze week een massa desonkundigen" geweest, die zich een ooi-deel hebben aangematigd over iets, waarvan ze niets wisten. Maar daarover ga ik niet voort en laat het. woord aan mijn collega, den na- betrachter van den gemeenteraad. FIDELIO.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1901 | | pagina 6