r een hunner met een vroolijlten p, hoe zij beiden in het vroegere zijn vervallen, ïuisdeur wordt geopend en moe- e vrouw luistert even opmerk- Hoort zij niet twee stemmen in itibule?" „Heere mijn tijd, hoe Karei het toch in zijn hoofd'? brengt hij weer een onverwach tst mee; hij weet toch dat mijn vgestel daar niet tegen kan morgenjapon nog aan; het dek- al drie dagen gebruikt, niets s aan de' koffietafel; ik kan hem 'gelijk inviteeren te blijven." isschen zijn de heeren binnenge- n. een hoogroode kleur en eenigs- zenuwachtig begro'et de vrouw uizes haar bezoeker, steeds bij se'lf denkend: „Als Karei hem niet uitnoodigt mee toe te tasten; b niets bijzonders"; maar Karei, stvrijheid zelve, vindt het de na- ijkste zaak van de wereld om zijn ,d wel te inviteeren en deze neemt inder plichtplegingen aan. rouw zorgt niet eeri stijf gezicht iet noodige, 'zegt niet meer dan loog noodige en zucht ten slotte verlichting als haar gast vertrok- waarom? Meestal niet uit un- delijkheid of gemakzucht maar l uit ijdelheid. Als zij een gast i dan moet zij zelve, haar kinde in haar tafel er onberispelijk uit- veroorzaakt zooveel drukte én dat zij dan maar liever alle rijheid verwaarloost, ander huis van hetzelfde aanzien veer, waar bedrijvig, opgewekt tertje in haar heen en weer tippö- gestoord wordt en luisterénd denkt: „Hé, wie zou mijn tdaar meebrengen; het is, geloof eusch de stem van Dirk. Wei dat ift een vroolijke koffietafel? Laat nken! Heb ik nog wat in huis!Nieti maar enfin, een paar spiegeleie- vallen altijd in den smaak van en dan nog wat afsnij- van de rollade van gisteren en Ri- fat brood bij laten halen en dan hier niet hongerig weg gaan. Dirk, 'hoe maak je het en hoe Kom aan, daar doe je goed Ik zal gauw zorgen, dat je eetlust edigd wordt, na een reisje meldt laag zich meestal aan. Onder ge- gekeuvel en vroolijke scherts het koffieuurtje om en de gasl- kijkt zoo nu en dan met een ge- igen glimlach naar zijn nedrijvig wtje, dat zooveel zonneschijn om heen verspreidt. gast is weer vertrokken en alles met vlugge' hand opgeruimd. Wat aardig toch denkt zij mtussehen; j zoo'n ouden kennis nog eens te spre- ken;. Wat zou het leven toch eentonig zijn zonder die schijnbaar onbeciuiden- de afwisselingen. Hoeveel gelukkiger i is zij dan het eerste vrouwtje, die met i een vervelend gezicht haar avond dooi -1 brengt onvoldaan met zichzelvc, maar dat natuurlijk niet willende erkennen, j Zij heeft het land. De gastvrijheid, laten wij vrouwen haar hoog houden, zij behoort tot ons terrein. Zij dreigt minder in aanzien te komen, doordat buitenshuis ailes j zoo gemakkelijk te kriitren is. In groom j steden inviteeren huisvaders dikwijls hun goede kennissen in een of ander J restaurant. Zij behoeven dan thuis geen drukte te veroorzaken. Wij kunnen dat voorkomen door die drukte te negeeren. Wanneer de gast-l heer weet, dat zijn gasten altijd een j vriendelijk onthaal vinden, zal hij ze ker zijn eigen huis verkiezen bo-1 ven het onhuiselijk restaurant. RECEPTEN. (Vleeseh of garnalen in schelpen),-. j 1 ons boter'met,3-. eetlepels meel ver- warmen, daardoor wat nootmuskaat, zout en wat bouillon, room of meLu roeren, dat te zaaien 10 minuten iaten i koken, daarna bet fijngehakte vieesch of garnalen er door roeren, even iaten i doorkoken en daarna in de schelpen verdeelen. Met beschuit of paneermeel bestrooid in den oven laten bruin worden. Kerrysoe p. Maak bouillon, bak een paar uien in een stukje boter vermengd met wat j cayenne-peper en kerry. Roer het iaat- j ste door de bouillon, voeg er gebraden balletjes gehakt bij en laat bet .te za- men een half uur koken. Bindt de soep met B eierdooiers. Door den bliksem gered. •Verscheidene jaren geleden bad ik dienst op een klein, spoorwegstation, ver in bet westen. Op een ongewoon heeten avond in Augustus liep ik in de wachtkamer van he,t station op en neder ,toen het losbreken van een he vig onweder mij eensklaps deed op schrikken uit mijn rustige kalmte. Helle bliksemschichten en geweldige donderslagen gingen een ontzettende wolkbreuk vooraf, en daarbij gierde en raasde de stórm uit alle macht, trach tend alles omver te werpen, wat. niet stevig vaststond. Het was een helseh concert, en ofschoon ik anders een man ben, onversaagd in alle opzichten, maakte dit onweer mij toch een weinig bevreesd, daar het ook voor de veilig heid van het spoorwegverkeer niet zon der gevaar was. Nog werd mijn angst niet weinig vermeerderd doordien de sneltrein reeds lang in aantocht moest zijn, en ik nog niets van zijn nadering had bespeurd. Ik besloot eindelijk, hoe wel de regen in stroomen neerviel, eens buiten te gaan kijk?;), om te zien of de sneltrein nog niet aankwam. Ik had nog slechts een paar voetstappen gedaan, toen eene vrouw doodelijk ontsteld op mij toeijlde. „Snel, snel! riep zij tot mij. De trein is gederailleerd! Alles is verloren! Mijn man... mijn kind... dood, dood! Ik voelde dat ik doodsbleek werd van ontzetting. In vliegende haast wees de vrouw mij het naaste kruispunt aan als de plaats, waar de +rein gederail leerd. was en ik besloot mij terstond derwaarts te begeven. Ik beval de vrouw het stationsge bouw binnen te treden, en daar op mijne terugkomst te wachten. Dan spoedde ik mij niet een lantaarn in de hand vóórt, naar de plaats waar het ongeluk gebeurd moest zijn. Doch toen ik op die plaats kwam en met mijn oogen de duisternis doorboorde, om de puinhoopen en de stukken en brok ken te ontdekken, waarin dei trein dooi de ramp veranderd moest zijn, was het mij onmogelijk iets te bespeuren, wat daarop geleek. Ook geen smartkreet, nog een kreet om hulp vernam ik, slechts de wind huilde en striemde mij den regen in het gelaat, en loeide in de takken der boomen. Deze vrouw moest zich in haar angst en verwar ring in de plaats van het onheil ver gist hebben: wellicht was het nog ver der, een kwartier of een half uur gaans. Maar ik kon niet op goed ge luk in de duisternis doorloopen, ook mocht ik mij niet al te ver van het aan mijn hoede toevertrouwde station ver wijderen. Ik besloot derhalve om te keeren, en de vrouw nauwkeuriger over hetgeen zij wist te ondervragen. Terwijl ik de rails langs liep, uit ge woonte den blik op den grond gericht, om te zien of alles in orde was, be merkte ik plotseling, dat één wissel, die van de hoofdlijn op een zijlijn voerde, verkeerd gesteld was. Indien de sneltrein op die zijlijn terechtkwam zou hij met den daar gereedstaanden goederentrein in botsing moeten ko men. Daar ik wist, dat ik zelf den wis sel goed gesteld had, kwam mij dit voorval zonderling voor. Doch voor ik nog tijd had daarover na te denken, vernam ik plotseling het luide en schrille gefluit van o^n sneltrein, die gederailleerd en totaal verongelukt moest zijn. Was het een droom, of was het werkelijkheid? Vóór ik mijzelf op deze vraag een antwoord had kunnen geven, zag ik reeds in de verte de lan taarns van de locomotief van den trein, die met razende snelheid naderde. De trein was dus. niet ontspoord, maar hij moest ontsporen, als ik den wissel niet goed zette. Dit kon echter slechts van het station uit geschieden. Hier hielp geen redeneeren of bezin nen, ik moest het station hereiken, voor de trein op den wissel was. Ilc begon dus, zoo snel mijne beenen het veroor loofden, te loopen. Ik weet nog heden niet, hoe het mij gelukte, de plaats te bereiken van waar de wissel verzet kon worden. Ik rende blindelings over al les heen, en toen ik bij de correspon- deerende toestellen was, wierp ik met één geweldigen ruk den wissel om, op 't oogenblik dat de trein de kritieke plaats had bereikt. De sneltrein placht gewoonlijk niet bij het station stil te houden, doch al leen zijn snelheid te vertragen, om in dien er passagiers wachtten, te stop pen. Ditmaal echter bleef, vóór ik nog goed en wel van mijn verbazing over het gebeurde bekomen was, de trein staan en kwam de conducteur hard op mij toeloopen. Mijnheer, zeide hij, wilt u dat pak ket aannemen en het zorgvuldig be waren, totdat men het bij u halen komt. Zorg er goed voor, want de inhoud is van zeer kostbaren aard. Ik zal u latei- alles verklaren. Hij duwde mij een klein, zwaar pak ket in de hand, floot, en de trein zette zich in beweging. Geheel en al in de war door ailes, wat ik in zoo weinig tïjds had gehoord en gezien, bereikte ik mijn kantoor in liet stationsgebouw, waar ik mij in een stoel liet neervallen. Ik legde het pakket voor mij neer, toen keek ik naar de vrouw, die ik hier meende te vinden. Ze was verdwenen. Ik zat onbeweegelijk in mijn stoel en keek in gedachten verzonken naar den muur. Zoo verliepen ongeveer tien mi nuten. Honderden gedachten en ver moedens doorkruisten gedurende dien tijd mijn brein, en toen ik eindelijk weer voor mij heenkeek, schrikte ik plotseling Achter een deur in een hoek stond de vrouw, die mij had meegedeeld, dat een ongeluk met den trein gebeurd was. Hemel! riep ik uit. Wat heeft dat al les te beduiden. Zij lachte slechts, waarbij zij een dubbele rij hagelwitte tanden toonde. „Wat meent ge? vroeg ze bedaard. „Nu, wat moet dat beduiden, dat verhaal, dat de sneltrein is ontspoord, en dat uw echtgenoot en kind dood zou den zijn? Daareven ging de trein hier voorbij. Wat beteekent dat alles? Zij lachte luide. „Wat dat beduiden moet? Het was een list, om u van het station te verwij deren, antwoordde zij. Doch desniet tegenstaande hebt ge voor een deel mijn plan schipbreuk doen lijden, door den wissel op het laatste oogenblik nog goed te zetten. „Den wissel, dien gij eerst verkeerd gezet hadt? vroeg ik. „Zoo is het, antwoordde zij. „Ellendige! riep ik uit Weet gij wat geschied zou zijn, indien ik niet ter rechtertijd hier geweest ware? Zij lachte weder. „O, ja, ik weet het, zeide zij. „En wat om Hemelswil hadt gij daarmee voor? „Ik zal het u zeggen. Als gij dien wissel niet goed hadt gezet, zouden eeuige dozijnen slachtoffers meer de eeuwigheid zijn ingezonden en gij waart op de bank der beschuldigden te rechtgekomen. Door uwe tusschen- komst ware mijn plan bijna verijdeld. Die vervloekte conducteur van daar even heeft alles zoo netjes overlegd, dat hij zich morgen niet weinig verwondt- ren zal, als gij hem de geheele geschie denis vertelt. „Zijt gij krankzinnig, vroeg ik. „O neen. Ik was nimmer beter bij mijn verstand, dan juist op dit oogen blik. Ziet ge het kleine pakket, dat de conducteur u overhandigd heeft! Ik legde mijn hand op het pakje en wierp een donkeren blik op het ontzet tend vrouwmensch. „Dit pakket bevat een som van 20.000 tot 40.000 dollars. Ik en nog eenigen van mijn bende hoorden van deze zen ding en besloten dat het geld ons eigen dom wórden zou. Ons plan werd ech ter verraden en de conducteur, die er van hoorde, besloot het geld bij u in veiligheid te brengen. Intusschen ken de ik zijn plan en ik wilde een dubbel spel spelen en het geld machtig wor den, en het dan voor mij zelve behou den. Te dien einde nam ik mij voor den trein te doen ontsporen en mij daarna in de verwarring van het pakket mees ter te maken voor het u overhandigd werd. Door uw tusscnenkomst is wel de trein, maar niet het geld gered. Ik gelast u het zonder tegenstreven aan mij over te geven. Zij deed een stap voorwaarts naar de tafel, terwijl ik opsprong en met beide handen het pakket beetgreep. „Nooit, riep ik uit. Dit vreemde eigendom is mij toevertrouwd en ik zal het tot mijnen laatsten druppel bloed verdedigen. De vrouw lachte honend'. „Welk een onzin! riep zij. Ik dacht niet, dat gij om dat beetje geld zulk een omslag zoudt maken. Maar ik zal u tot, rede brengen. Mantel en rokken van zich werpend, veranderde zich de onheilspellende vrouw plotseling in een krachtigen woest uitzienden man, die mij den loop van een revolver op de borst hield. De roover had de vermomming slechts ge kozen om zijn misdaad te volvoeren. Ik keek naar het wapen en huiverde. „Ge behoeft niet te vreezen, ging de roover op ltalmen toon verder, ik zal geen moord begaan, als ik het vermij den kan; maar breng mij niet tot bet uiterste. De grootste vertwijfeling maakte zicb van mij meester. In een gevecht met den gewapenden bandiet moest ik on getwijfeld het onderspit delven, toch kon ik er niet toe besluiten hem het aan mijn zorg toevertrouwde pakket af te geven. Een felle bliksemschicht, waarop een geweldige donderslag volgde, verlicht te op dat oogenblik het .vertrek. Zelfs de roover schrikte er van en ik zag hem verbleeken. Ellendeling! riep ik hem toe, vreest gij niet den toorn des hemels? Ik vreezen? schreeuwde hij, terstond zichzelf weer meester. Neen, idioot. Nu echter hier met het geld, of ik jaag je een kogel door den kop. Nog één minuut dan, vroeg ik. Geen enkele De zin werd niet voltooid. Een nieuwe nog veel sterkere lichtstraal, waarvan de flikkering het onmogelijk maakte iets te onderscheiden, volgde op den vorige; tegelijkertijd hoorde ik een ge weldigen donderslag, een ontzettend gekraak, de bliksem was ingeslagen. Bewusteloos stortte ik neder. Toen ik weder tot bezinning kwam scheen de zon reeds door de vensters van het stationsgebouw en hoorde ik het gezang der vogels, die den heerlij ken zomermorgen begroetten. Eenige passen van mij af zag ik den man, die mij zoo veel ontzetting had gebracht, op den grond uitgestrekt: zijn gelaat was doodsbleek, terwijl een roode streep zich aan zijn linkerslaap ver toonde. De bliksem had hem getroffen. Hij was dood. Op de tafel echter lag het pakket, dat hij mij had willen ontroo- ven, onaangetast. Ik kreeg een rijke belooning, maar altijd zal ik vol ont zetting denken aan dien vreeselijken nacht en God danken voor de tijdige hulp. ALLERLEI. De snelste zwemmer. Men zegt,dat van alle zeedieren de dolfijn een geslacht der vleeschetende walvi.sschen de snelste zwemmer is. 't Is opgemerkt dat hij door het water schiet met eene vaart van meer dan twintig mijlen in een uur, en dikwijls heeft men hem rondom een snel voor den wind zeilend schip zien zwemmen. Een vast besluit. Karei XII van Zweden verloor op nog jeugdigen leeftijd zijne moe der, die hij innig lief had slechts eenmaal had hij haar verdriet ge daan, toen hij in een roes den eer bied vergat, dien hij haar als Ko ningin en moeder verschuldigd was. Daarover bedroefd, sloot zij zich eenige dagen in haar kamer op. Karei vroeg naar de reden, die men hem dan ook niet verborg. Dadelijk liet hij zich een glas wijn inschenken, ging daarmede naar de Koningin en zeide tot haar: ,,Ik heb zooeven gehoord, dat ik onlangs onder den invloed van wijn den eerbied uit het oog heb verlo ren, dien "ik Uwe Majesteit ver schuldigd ben. Ik kom u vergif fenis vragen, en om niet weer in die fout te vervallen ,dï'ink ik de zen wijn op uwe gezondheid; maar dat zal de laatste zijn, dien ik ooit weer drink." Hij hield zich getrouw aan dit besluit, en nooit kwam er meer een druppel wijn over zijne lippen. Een krijgsvonnis in de 17de eeuw. De slag bij Leipzig in. het jaar 1642, tusschen de Zweden en de Oostenrijkers, liep voor het leger van de laatstgenoemde^ ongelukkig af. De Zweden maakten vier dui zend1 vijf honderd krijgsgevange nen, veroverden 69 standaarden, 121 vaandels en 46 metalen kanon nen, waarvan het verlies nog het gevoeligste was; de Hertog van Oos tenrijk verloor zijne geheele baga ge, al zijn zilver en staatspapieren. De Oostenrijkers trokken in de grootste wanorde terug; ieder zocht zich door de vlucht te redden. Zulk een ontzaglijk verlies kon niet zonder onderzoek naar de oor zaak en ongestraft blijven. Zoodra het vluchtend leger te Praag was aangekomen, werd er krijgsraad ge houden. De schuld werd aan de Hongaren en Kroaten geweten, en het regiment van kolonel Madeion, dat het eerst op de vlucht sloeg, werd ten strengste gestraft-De vaan dels van het regiment werden door beulshanden verbrand, de officie ren, en van de tien soldaten één, wien het lot trof, opgehangen, en de overigen eerloos verklaard. Vleiende dienstvaardigheid. De tuin van de Tuilerieën werd voor Lodewijk XIV aangelegd vol gens het plan van den beroemden Franschen tuinbouwkundige Le Nötre. Op zekeren dag gaf de Ko-' ning zijne ontevredenheid te ken nen over eene der hoofdlanen van den tuin. Den volgenden ochtend irt eenige weken wordt de handel I Spaansche en Engelsche havens uit, J Op een goeden dag gooit Frankrijk er larseille verlamd door een zoo die bij een stilstand van het scheep- het bijltje bij neer, sluit zijn kraan als algemeene werkstaking van j vaartverkeer in de geduchte concur- en weigert verder te werken. En Enge nders in het havenbedrijf. De i reerende havenstad groot belang heb- land en Spanje, die nu, wat anders s hebben tot dusver van toegeven j ben, daar zij een deel van het Mar- door de derde kraan gaat, gedeeltelijk rillen weten, zij schijnen geen seillaansch verkeer tot zich trekken. in hun eigen emmers krijgen, stijven te hebben aan het noodige, hoe-Caran d'Ache heeft dezen staat van j den staker* in zijn houding en raden uizenden er ook staken, en deze zaken prachtig gecarricatureerd. hem: i omstandigheid wordt verklaard j Drie werklieden: Engeland, Frank- Geef vooral niet toe! jeruchten ais zouden die stakers I rijk en Spanje waren bezig door drie i i beweging gesteund worden van i kranen de handelswinst in te zamelen. e senaat van de Vereenigde Staten onlangs een crediet van 184.000 toegestaan voor het nemen van ietoefeningen met, een nieuw reu- torpedokanon, waarvan de resulta- I met groote spanning in deskundige i worden afgewacht. Volgens uitvinder, kapitein Gathman, moet j geweldig stuk geschut in staat zijn een enkel schot het sterkste en ptste gepantserde slagschip te ver- len. hieuwe torpedo-kanon, dat wij in beeld geven, zal, indien de proeven slagen, worden opgesteld in een der kustforten, die den ingang van de haven van New-York verdedigen. De vorm van het affuit wijkt van de j gewone vormen der kanonloopen be duidend af, doordat het aah de ach- terzijde een groote middellijn heeft, i De projectielen voor het kanon wegen J 500 Kg. en worden weggeslingerd door een lading van bijna 300*Kg. schietka-1 toen. Als drijfmiddel, wordt niet, als I bij andere kanonnen, kruit of een der- gelijke stof gebruikt, doch saamge-1 perste lucht, waardoor het projectiel geleidelijk in beweging gebracht wordt Bij een sterken, plotselingen stoot, als de gewone kanonnen bij het afvuren ondervinden, zou het schietkatoen reeds in den loop ontbranden en het stuk zelf vernielen. De lengte van den loop bedraagt 15 M., het kaliber 45 cM. en het gewicht 59.000 Kg. De saam- geperste lucht wordt uit voorraadke tels in de aan de achterzijde bevestigde luchtkamer geleid en in de reservoirs tot op 140 atmosferen door perspom pen verdicht. Sedert weken reeds ziet de bevolking van het Val de Travers in Zwitserland in den Neuenburgschen Jura met ang stige spanning het intreden der catas trofe tegemoet: de bergstorting die aanstaande is, door de ondermijning van de zoogenaamde ,iRoche taillée". Groote scheuren vertoonen zich reeds op tal van plaatsen en sneeuw en dooi- weder verhaasten de beweging van den berg, die op een goeden dag ge heel en al ten val komen en de in het dal liggende dorpen en fabrieken ver nielen zal. Men is nu op de gebeurtenis voorbereid, heeft de woningen, die het. j meest bedreigd worden, laten ontrui- j men, en door het instellen van voort- durende waarnemingsposten alle ver anderingen van den berg onder zorg vuldige contröle gesteld. De observa tiehut op den top is van alarmsignalen voorzien, om het begin van de storting zoo spoedig mogelijk ve kunnen mel den; de wachters zetten in dezen mis schien hun leven op het spel. Men voelt zich helaas niet in staat tegen de aanstaande natuurgebeurte- nis, iets te doen, want alle plannen der ingenieurs, die tenminste gaarne de gevolgen der storting zouden willen terugbrengen tot een minimum, zijn tot dusver onuitvoerbaar gebleken. De verstopping van de stroombedding der Areuse, het riviertje, dat door het dal stroomt, zal vast en zeker intreden en misschien noodlottig worden voor de dorpen, die niet direct met verplette ring door de rotsblokken bedreigd worden. De werkstaking te Marseille. Weer een Reuzenkanon. De dreigende bergstorting.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1901 | | pagina 8