Groote Marlt 5. Zijlstraat 14 Julius Wulff Co., Haarlemsche Gasfabriek. GROOTE HOUTSTRAAT 128. GROOTE AFSLAG Paasch-Rundvleesch Gebrs. PIËT, Zijlstraat 75. Ververij en Chem. Wasscherij. HELMBREKERSTEEG. Paasch-Cadeaii. Prijs der Cokes. Grove COKES 80 Cent per Hectoliter. Geklopte 85 Celsius, en dat van komnommers en augurken begint niet te kiemen voor dat de bodem een "warmtegraad van 13 b. 14 gr. Celsius heeft. Men zaait slechts in goed fijngemaakten grond. Fijne zaden mag men niet met de hand doch 6lechts tusschen duim en wjjsvinger uitstrooien opdat de planten niet te dik komen te staan. Teneinde de ver deeling over het bed gemakkelijker te maken vermengt men de uit te strooien zaden een weinig met zand. Ze mogen slechts dun met aarde bedekt worden. Het Jonge plantje toch kan niets uit de lucht opnemen voor de zaadlubben of bladeren boven den grond zijn. Tot dien tijd moet het teren op het in den zaadkorrel aanwezige voedsel. Kleine zaadkorrels bevatten hiervan weinig, d. w. z. niet zooveel dat er een lange onderaardsche stengel uit opgebouwd kan worden.. Om deze redenen slaat men na het uitstrooien van zeer fijne zaden (selderij, peterselie) den grond eenvoudig met de vlakke spade wat aan. Hierdoor voorkomt men, dat de bovenlaag van den grond te veel uit droogt en het zaad niet zooveel water kan opnemen als voor de kieming noo- dig is. In 't algemeen kan men zeggen, dat de zaden een dikkere aardbedekking behoeven, naarmate zij grooter zijn. Met vrij groote veld-saladezaad bij uit zondering wordt weinig of niet bedekt, dus als een fijn zaad behandeld. Som mige groenten worden eerst gezaaid en dan verplant. Bij koolsoorten, kool rapen en prei is dit regel. Maar ook met doperwten, peulen en tuinboonen en uien geschiedt dit wel, doch met de eerste drie doet men het om de op brengst te vergrooten of den pluk te vervroegen, want meestal worden ze in een bak uitgezaaid. Met uiën ge schiedt het op die gronden waar de teelt van uiën bij zaaiing mislukt, doch wellicht niet, als men in het voorjaar uiënplanten (zoogen. Zwijndrechtsche) van elders ontbiedt. Koolsoorten, kool rapen en prei worden eensdeels ook verplant, omdat men dan op de voor die groenten bestemde bedden eerst nog snijsalade, radijs, spinazie,1 en soms vroege peentjes kan verbouwen. Ook sommige koolsoorten en de koolrapen kunnen nog op de vroege doppers en peulen volgen. Bij 't verplanten moe ten de planten in den regel even diep komen te staan als op het plantenbed. Die van augurken, komkommers, kool en peulvruchten mag men iets dieper zetten, waardoor zij meer wortels ma ken. Prei zet men heel wat dieper om het witte of gele, eetbare gedeelte lan ger te krijgen. Spichtig opgegroeide planten moeten niet verpoot, doch weg geworpen worden. Men voorkomt dit spichtig worden door ze op het plant- bed niet te dicht te zaaien. Blijken ze kort na de kieming te dik staan, dan moet men ze uitdunnen. Bij droog we der trekt men de planten niet uit den grond, doch men licht den grond, na hem begoten te hebben, met een diep gestoken, kleine spade bij gedeelten op. Zoodoende behoudt men veel aarde aan de wortels en besenadigt men zoo weinig mogelijk de fijne haarwortel- tjes, die de opname van het bodem- voedsel tot taak hebben. Van de kool- en koolraapplanten werpt men die op den mesthoop, welke knobbels aan de wortels of steil staan de bladeren hebben of zonder hart zijn. Van enkele planten (andijvie, prei, knolselderij) worden de bladeren voor het verplanten ingekort zonder het hart te raken. Het verplanten mag alleen bij vochtig weder geschieden. Wanneer 't lang droog blijft als de tijd van ver planten daar is, oef ene men wat ge duld. Men is daarmede altijd hen voor. die zich aan den tuinkalender houden en hij droog weder planten, omdat het hiervoor tijd is. Volgt op het verplanten niet verwachte droogte dan moet men 's avonds en 's morgens met in den zon verwarmd sloot- of re genwater gieten. Bovendien is het zaak des daags de planten tegen zon- neutralen te beschermen. De pootgaten make men niet met een rond stuk hout, want dan drukt men de wanden van het gat te veel samen en onder de plan ten blijft alilcht een holte over. Men make spleetvormige gaten met een scherpe spade. Gedurende den groei moeten zoowel de gezaaide als de geplante groenten verpleegd worden. De verpleging be staat in het schoon- en loshouden van den grond tusschen de planten en het verdelgen of verdrijven van schadelijke dieren, zooals muizen, waterratten, musschen, kraaien, vinken, veenmol len, ritnaalden, duizendpooten, aard- vlooien. slakken, rupsen van het kool witje, aardrupsen, enz., en het geven van een overbemesting van hulpmest stoffen, verdunde gier, verdunde beer, enz. De gletscherval in liet Sini- plongebergte. Onlangs heeft een journalist voor het eerst, van Brig uit, bet door den glet scherval verwoeste gebied' bij Simpeln bezocht. Aan bet. uitvoerig relaas van dezen gevaarlijken tocht ontleent de N. R. Ct- het volgende: De geheele week heerschte in het Al pengebied een ware heksensabbat. Het stormde en sneeuwde, alsof we, in plaats van aan het einde ,aan het, be gin van den winter waren. Meters hoog stapelden de sneeuwmassa's zich op en sneden tal van plaatsen van het ver keer af. Geen sprake dus om den Sim- plonpas over te steken; reeds tweemaal had ik het te vergeefs geprobeerd. Maar Zaterdagavond werd het weer be ter, en zoo trok ik Zondagochtend te half zeven met den postwagen het stadje Brig uit, op weg naar de be sneeuwde hoogten. De eerste 5 K.M. van den straatweg waren schoonge veegd; ze werden afgelegd met den grooten, met vier paarden bespannen postwagen, die tot het eerste schuilhuis ging. Daar lag al vrij wat sneeuw. De passagiers wij waren met ons drieën gingen er over op een lichte open slee, die getrokken werd door twee voor Elkaar gespannen paarden, de twee andere paarden kwamen voor de bagageslee te staan, en onder luid ge klingel van de bellen ging het voor- waarts. Eerst ging het door den nevel; toen brak er een flinke sneeuwstorm los, maar weldra kwamen er lichte plek ken in de lucht, en vóór we nog aan het tweede schuilhuis waren, lag het heele Alpengebied, door de ochtendzon verguld, voor ons uitgestrekt. Maar de kou werd steeds feller, zoodat we ons genoodzaakt zagen, in de schuilhui- zen, die speciaal dienen voor onderko men voor de wegwerkers, telkens een teug Walliserwijn nemen tot hartver sterking. Na twee uur rijden bereikten wij het dorp Orisal, 's zomers zeer in trek bij de vreemdelingen, doch thans bedekt door een sneeuwlaag van 2 2 en een halve meter op de breede daken. Hier werd van paarden verwisseld, om met versche dieren- het moeilijkste eind door te komen. De slee laat een diep spoor in de sneeuw na; de wegwerkers hebben juist zooveel weggeruimd, dat wij er net door kunnen. Aan beide zij den van dit pad dijken van sneeuw, waar we niet overheen kunnen zien. Verderop trekken de paarden ons vlak langs de diepste afgronden. Wel 4 me ter onder ons ligt de eigenlijke straat, maar het oppervlak van de sneeuw is hard bevroren. Dat harde laagje breekt soms echter plotseling door, en dan zakken de trekdieren er diep in weg. Dat verschrikt ons, vooral zoo vlak bij die afgronden, maar cte paarden blij ven rustig, en werken er zich, onder de onvervaarde leiding van den koet sier, langzamerhand weer uit. Doch menigmaal komen zij er niet alleen weer boven op; dan moeten zij uitge spannen worden, en wij allen helpen mee ;de sleden worden opgelicht en over de kritieke plaats heen gedragen... Vooruit weer! Zoo komen wij met veel avonturen aan schuilhuis no. 4. Om den machti gen Fletschhorn hangt een dunne kring van nevel, maar daar doorheen zien wij toch een breed, zwart spoor langs den bergwand. En de straatwachter vertelt ons dat de gletscher daarboven afgebroken is, en daarlangs neerge stort. Van schuilhuis 5 af zetten wij, on der leiding van twee wegwerkers, den tocht te voet voort. Voorzichtig ging het, stap voor stap, telkens in de voet stappen van onze gidsen, want vlak naast ons zijn afgronden door sneeuw overdekt. Van den straatweg valt niets meer te onderscheiden. Nu en dan kruipen wij op handen en voeten voort... Daar komen twee prachtige St. Bernhard-honden ons kwispelstaartend tegemoet, en door hun geblaf waar schuwen zij de monniken uit het kloos ter. De prior geleidt ons naar het war me refectorium, waar nij zelf ons een uitstekend middagmaal voordient. En als onze lichamen zoo wat ontdooit zijn, nemen wij hartelijk afscheid. Doch mijn beide reismakkers hadden nu genoeg van het uitstapje; alléén toog ik met een der gidsen verder. De weg van het klooster tot Simpeln was wel het moeilijkst begaanbaar, want hier ligt de sneeuw het dikst, zoo dat ik er vaak tot de scnouders toe in zakte ,en er zeker nouit, zonder hulp zou zijn uitgekomen. Van de talrijke zomerdorpen, in het reisseizoen zoo druk bevolkt, was niets te zien; een reusachtige sneeuwmassa heeft alles toegedekt, en daar overheen zijn nog vele lawinen neergestort. Alleen het Stockalperslot verrijst met zijn donke re, grauwe muren uit de witte eento nigheid. Van den Hübschhorn zijn heele bergen van lawinen komen af rollen ;de enkele lorkeboomen zijn als kleine plantjes ontworteld en tot splin ters geslagen. Een half uur lang klou- terden wij over sneeuwheuvels en door diepe kloven heen, tot wij bij Eggen ineens een sneeuwvrij dal bereiken, dat aan beide zijden door bosschen te gen lawinen beschermd wordt. Maar daar begint het hoog tusschen de top pen te bruisen en te kletteren, alsof er een machtige waterval in den omtrek was. Groote sneeuwwolken worden opgedreven en neergeslagen in het dal. De gevreesde noordewmd is opgesto- ken. De kou wordt pijnigend; hij dringt door onze warme kleederen heen tot op de huid. Het bloed springt uit de handen, en 't heele gezicht prikt en steekt van de kou. Eindelijk in Eggen. Daar zien wij dat een hooge, witte wal het heele dal omheint. Groote rotsblokken, gletscher- brokken, geknakte boomstammen ste ken op uit de sneeuw. De drie uiterste huizen van Eggen liggen er voor de helft onder, de muren zijn gespleten, maai- wonder genoeg bleef de schade daarbij. De bewoners vertellen, dat zij den 19en dezer, toen het feestdag was, meest allen nog sliepen, en opge schrikt werden door het gedonder van den neerstortenden gletscher. 't Was 's ochtends 7 uur. En het sneeuwde en 9tormd'e zóó, dat men geen pas voor zich uit kon zien, toen ineens de grond begon te trillen en een dof gerol en ge rommel klonk, dat al heftiger werd, maar weer scheen onder te gaan in het. gebeuk van den storm. En eerst toen de menschen uit hun huizen kwamen, om in Simpenl ter kerke te gaan, zagen zij het onheil, waaraan zij als door een wonder waren ontkomen. De buitenste berg van neergestorte brokken is 125 meter hoog; van daar uit zag ik het overweldigende terrein der vernieling. Het is alsof men op een rotswand staat en een ver bergland overziet. Diep uit- gewoelde afgronden wisselen af met aanzienlijk hooge bergen, 't Vroegere Sengdal met zijn vruchtbare weiden is een veld van verwoesting, zoover mijn oog reikte. Ver op den achtergrond zag ik den Boszbodengletscher, nog grootendeels ongedeerd, daar de neer storting van veel hooger afkwam, en door de lagere gletschers slechts ver der geleid werd. Bijna op den top van den Fletschhorn zag ik een diepe, bij na loodrecht neergaande kloof, midden in den gletscher, daar is de afgestorte massa uitgebroken ,en daaronder nog weer andere kloven, waaruit andere blokken zijn meegesleurd. De afstor ting heeft een kwartcirkel beschreven. De plaats waar de massa is uitgebro ken ligt in het noorden; de val was naar het oosten gericht. De onder den Roszbodengletscherliggende „Morane" (laag van kleiachtig puin en zand aan den voet der Zwitsersche gletschers) is geheel omgewoeld en het opgewar- relde stof heeft den geheelen omtrek geel gekleurd. Op verschillende plek ken in het. neerstortingsgebïed heeft men getracht te graven, omdat men vermoedde, dat daar de ingestorte hui zen zouden liggen, doch te vergeefs. De puinmassa is zoo hard en dik, dat het onmogelijk is, erin door te dringen. Men vindt er niet zoo heel veel groote ijs- en steenblokken in, maar de kleine, natte leemklonten heb ben alles tot één onbreekbare massa verbonden. Er is dus van opruimen voorloopig geen sprake, en de schade zal zeker niet te herstellen zijn. Van het schoone Simpelnerwoud is niets als enkele boomstronken overge bleven. De bergbeek, de z.g. Krumm- bach, jfe bedolven met een laag van 100 meter, maar merkwaardig genoeg is de stroom niet gestuit; het water heeft zich dadelijk door het ijsgruis en om de steenen heen een weg gebaand. Is men eindelijk over het terrein van de neerstorting heen, dan ziet men ver derop de weggerolde gletscherhrokken liggen. En als men daar voorbij is, ziet men weer nieuwe verwoestingen. Uit den overhangenden berg tegenover Simpeln hebben lawines heele streken afgeschoren, tot een eind liet dorp in. De luchtstroom drukte de rijiten van hotel Fletschhorn in, en de sneeuw vulde de vertrekken. De bronwaterlei ding van Simpeln is ook vernield, zoo dat de bewoners zonder goed drinkwa ter zijn. En de burgerij verkeert steeds in de grootste ongerustheid. Nadere berichten uit Brig vermelden dat het gevaar bij Simpeln nog niet geweken is. Ter plaatse waar de glet schers, met rotsblokken samen losge broken zijn, ziet men het gletscher- gebied nog doorsneden door diepe spleten, zoodat bij het dooiweer wel nieuwe afschuivingen zullen volgen. De neergekomen massa ligt 100 me ters hoog in het dal, cn alles is samen- gevroren tot een reusachtigen klomp van ijs, sneeuw en steengruis. Men is aan het graven geweest om de lijken der verongelukten te vinden, doch tevergeefs. Deze week is men begonnen j door de neergestorte massa heen een weg te maken voor de post. Men hoopt daarmee Zaterdag gereed te zijn. Dui zenden meters om Simpeln heen ligt een veld van bijna onafgebroken neer stortende lawinen. Gemengd Nieuws. Ongeloofelijk. Omtrent de woestheid en kracht der oude Indische honden, die vol gen-s sommigen van een tijger en een hond zouden afstammen, wor den, volgens de ,,Ned. H. Sp.", de ongelooflijkste verhalen medege deeld. Ook die standvastigheid, waar mede zij- het eens gegrepen wild vasthielden, schijnt buitengewoon geweest te zijn. Toen Alexander de Groote op zijn veroveringstocht door Azië in Indië kwam en hij van dei verwon derlijke eigenschappen van de hon den dier landstreek hoorde gewa gen, wenschte hij1 zich in persoon, van de waarheid' dier beweringen te overtuigen. Een vermogend' In- dieër, die verschillende dezer hon den bezat, welke om hun moed en kracht bekend stonden, nam op zich, dem koning het bewijs daar van te leveren. Te dien einde liet hij één zijner- honden, op een leeuw los. Oogenblikkelijk sprong de hond op het roofdier toe en greep het bij de keeleen hevig maar kort gevecht ontstond en weldra lag de koning der dieren levenloos ter neder. Maar hiermede was de moord zucht van den. hond niet bekoeld, nog altijd1 hield hij zijn prooi b: de keel. De Indiër riep zijn hond, om dezen tot loslaten te bewegen. Tevergeefs. Nu trad de Indiër naar voren en sneed: zijn hond den staart af. Een dof gebrom was hierop het eenig antwoord. Vervolgens hakte hij hem een poot ai. Ook dit kon hem niet tot loslaten, bewegen. Daarna den 2en, 3en. en 4en poot eveneens met hetzelfde gevolg. Ein delijk hieuw hij met één enkelen slag den kop van het' lichaam1 af. En ook nu nog bleven de tanden onveranderd in den keel van den leeuw vastgeslagen, »oodat het on mogelijk was den kop van den hond, zelfs na zijn dood', van zijn prooi los te maken. De eenige manier, zegt Megas-the- nes, om de Indische honden tot los laten te bewegen, is, d'at men hun water in. de neusgaten giet. De noodzakelijkheid tot ademhaling dwingt hen dan hun prooi los te laten. Door het springen van, een stoom pijp aan boord van de Turksche torpedoboot Sjehab in de haven van Salo.niki, zijn 9 menschen gedood en 2 gewond. Mooi weer met Pasohen! De Fransche Falb, de heer Jules Capré, heeft de koude sneeuwdagen van deze week voorspeld, alleen kwa men zij een paar dagen later dan hij verwacht had. Het is niet te hopen dat zijn verwachtingen voor April even juist zijnanders zullen wij op 10 dagen na ongeveer even afschuwe lijk weder hebben als in Maart. Tot die tien dagen behoort de Paasch- weekvan 6 tot 16 April zal het, vol gens den heer Capré mooi en warm zijn. De eerste week brengt bij lagen barometerstand en westenwind kou en sneeuw: vooral op goeden Vrijdag zal het bar wezen. Na de 10 dagen van verademing kan men in West- Europa de parapluie niet meer thuis laten. Storm en regen, tegen den 19den en volgende dagen 't ergste; van 24 tot 30 April afgewisseld door sneeuwbuien. Als slotstuk een storm die omstreeks 2 Mei over de Noordzee vooral huist. Aangenaam vooruitzicht voor de verhuistijd! Schouwburgen. Uit. een statistiek werk van den Amerikaan Franklin Fyles blijkt d'at de Vereendgdie Staten op het oogenblik 5000 theaters rijk zijn, een kapit. vertegenwoordigend van ongeveer 250.000.000. Door elkaar gerekend worden die eiken avond door een anderhalf milldoeni of meer toehoorders bezocht, hetgeen in een jaar ongeveer f 175.000.000 opbrengt. De honoraria dér artisten zijn over 't algemeen zeer hoog de minst betaalden, nl. de figuran ten. ontvangen nog eeni f 30.per week, maar dit geld vertegenwoor digt in Amerika niet dezelfde waar de als in Europa. Stoomvaartberichten. aam naar Batavia, passeerde 30 Maart Perim. Het stoomschip Jeanne, (Kon. W.-I. maildienst), vertrok 1 April van Am sterdam naar Paramaribo. Het stoomschip Prins Willem II arriveerde 31 Maart van West-Indie te New-York. Het dubbelschroefstoOmschip Pots dam, van de HollandAmerika Lijn, van New York naar Rotterdam, pas seerde 1 April des nam. 1 uur, Prawle- point. Het dubbelschroefstoonxschip Rotter dam, van de Holland:-Amerika Lijn, arriveerde 31 Maart van Rotterdam te New-York. Familieberichten. Gehuwd. 29 Maart. Bij volmacht: N. Christiaan8 met A. M. Hagemans Den Haag; H. E. G. ter Braak met G. A. Huizinga, Den Haag; 30. Jhr. P. J. Witsen Ellas met mejkvr. J. Keetell, Amersfoort. Bevallen. 27 Maart. J. H. Welling- hoff-Hentze,v. d. Hout, z., Amst.; 28. A. E. SoetersVan Laar, d., Amst.; 29. B. Spier—Eüas, d., Amst.; 28. H. M. SchwietertRengers, z., Amsterdam; Gritters DoubletMoll, z., Vilsen, bij Bremen; 29. DoramaSchepers, d., Sneek; W. C. OortgijsenVan de Poll, d., Voorburg. Overleden. 27 Maart. J. Zondervan Sijbrandij, 77 j., IJlst; 27. H. van dei- Golf f van Giessen, 52 j., Schijndel; 28. Wed. G. Raedt—Zegers, 75 j., Den Haag; Wed. J. D. Tap—Sipman, 54 j., Zetten; 23. J. C. Westerman, 57 j., Am sterdam; 26. K. Korver, 80 j., Jisp; 27. L. Hanf, 76 j., M. Gladbach; 28. P. Kruithoed, 63 j., Nieuwendam; A. A. D. van der Haas, jd., 68 j., IJselstein: Wed. L. B. van Embden—Mattras, 64 Menton; Wed. KriegerVan der Lee, 81 j., Alkmaar; J. K .C. Pompe van Meerdervoort, 60 j., Bergen-op-Zoom; Wed. M. C. AmeszRicke, 75 j., Am sterdam; 29. J. Müseler, Berlijn; H. J. van der Woerd, 52 j., Zoelen; D. de Boer Fz., 44 j., Veldwijk; S. Ruysse- naers, Monte-Carlo; Wed. W. J. Eijgen- daalDe Bruijn, 76 j., Den Haag. Faillissementen. Uitgesproken: 's-Gravenhage, 29 Maart. P. J. Boo nekamp, arbeider, te Leidschendam. Rechter-commissaris: jhr. mr. R. O. van Holthe tot Echten. Assen, 26 Maart. C. Scholten, koop man te Emmen. Rechter-commissaris mr. E. Pelinck. Arnhem, 25 Maart. H. J. van den Barg, zonder beroep, te Oosterbeek.- Rechter-commissaris: mr. P. Gratama. 28 Maart. De naamlooze vennoot schap Velpsche wasch- strijk- en bad inrichting, voorheen A. A. Spaan, te Velp. Rechter-commissaris: mr. P. Gra tama. Zutphen, 28 Maart. J. H. Bosman, zadelmaker en koopman, te Borculo. Rechter-commissaris mr. T. S. Tromo. A?msterdam, 28 Maart. S. B. Kok, winkelier in hoeden, aldaar. Rechter commissaris mr. T. Henny. Opgeheven: H. J. Evers, koopman te 's-Graven hage; A. Borkus, bakker, te Amster-» dam; J. Heimig van der Vegt; A. Hert togs, koopman, te Schagen. Geëindigd: A. de Bruin, grossier in kramer ijon, te Amsterdam; J. Bakker, timmerman te Veere. A ttentle! VAN EERSTE KWALITEIT in de Vlee.chhouwerij wan Ondergeteekende bericht dat hij twee prachtige Paaschrunderen heeft aangekocht van den Veehouder VAN DEN BERG. Wegens deft grooten omzet en de lage veeprijzen ben ik in staat de prijzen deze week met 21/, ct. per pond te verlagen. De prijzen zijn als volgt: OSSEN LAPPEN en GEHAKT 30 cent per 5 ons. STUKJES en ROLLADES35 5 ROSBEEF en LENDES371/, 5 BIEFSTUK50 5 OSSENHAAS45 5 Ziet Vonderdag en Vrijdag «len grooten voorraad. Bestellingen worden thuis bezorgd zonder verhooging van prijs. Aanbevelend, Gebrs. PIET, Zijlstraat 75. LET OP HET ADRES Het stoomschip Maasdam, van de Holland--Amerika Lijn, vertrok 30 Maart van New York naar Rotterdam met 3611 vn. margarine en 1300 vn. reuzel. Het dubbelschroefstoomschip Sindo- ro, van Rotterdam naar Java, vertrok 31 Maart van Perim. Het stoomschip Merapi, van Rotter dam naar Java, passeerde 31 Maart Gibraltar. Het stoomschip Ardjoeno, van Java naar Rotterdam, vertrok 1 April van Port Said. Het stoomschip Lawoe arriveerde 31 Maart van Java te Rotterdam. Het stoomschip Ambon, van Amster dam naar Batavia, passeerde 29 Maart Beachyhead. Het stoomschip Burgemeester dien Tex, van Batavia naar Amsterdam vertrok 30 Maart van Genua. Het stoomschip Koning Willem III, van Amsterdam naar Batavia, arri veerde 31 Maart te Southampton. Het, stoomschip Bali, van Am ster- L -t. FABRIEK: +- Ontvangen prachtige extra fijne magere Ban kethammetjes van af 2 kilo per stuk en grooter; derzelve worden ook gekookt en gebraden ge- leverd door T. A. DONNEE, Kleine Houtstraat 62. Afgehaald aan de Fabriek. Bezorgloon binnen de gemeente 5 Cent per Hectoliter. Wedsrverkoopers genieten rabat. DE DIRECTIE.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1901 | | pagina 6